KLEUTERZORG. DE VROUW EN DE TUINBOUW. WiMm If HANDWERKRUBRIEK. MODEPRAATJES. ZATERDAG 20 SPRIG 1033 GASTEN HEBBEN EN... GAST VROUW ZIN IN DEN WAREN ZIN DES WOORDS. BOEKENNIEUWS. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. HANDSCHOENEN EN TASSCHEN. GULDEN FLITSEN. Ondanks de malaise vinden de oud- leerlingen van „Huis te Lande nog steeds een plaatsje. IKIÉiw^ Él tv „Men is nooit te oud om te leeren", daar dacht ik aan. toen ik verleden wee% op de studieclub Sint Paula vernam, dat onze klein tjes tot hun zesde jaar met drie namen prij ken: het eerste jaar heeten ze „zuigelingen", van het eerste tot het derde jaar „keuters", van het derde tot het zesde jaar „kleuters". Men prente deze differentiatie goed in het hoofd Doch ik heb daar nog meer geleerd De steeds actieve Vrouwenbond van het Haar- lemsch diocees heeft ook de kleuterzorg bin nen den kring van zijn toekomstige werkzaam heden betrokken. En. daar de theoretische ken nis aan de praktijk moet voorafgaan, richtte de Vrouwenbond, gelijk hij altijd pleegt te doen, zich tot de studieclub Sint Paüla in Den Haag, om voorlichting in deze oude en toch weer nieuwe branche van sociale voorziening. En Sint Paula ging haar licht opsteken bij de pioniers van de overzijde. Haar voornaamste bronnen waren de verslagen van het „Eerste congres voor Kleuterzorg" gehouden te Am sterdam 24—25 Mei 1929" en van het „Tweede congres voor Kleuterzorg te 's Gravenhage 24— 25 Juni 1932". Deze verslagen zijn gepubliceerd in het „Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde". Men moest een achterstand inhalen. De kleu ters waren blijkbaar overal te kort gekomen: zij kwamen tusschen de twee stoelen zui gelingenzorg en schoolhygiëne te zitten en de aandacht werd zoo sterk aan de twee ge noemden gewijd, dat men de tusschenperiode wat uit het oog verloor. Genoemde congressen hebben opeens de kleu terzorg in het brandpunt der publieke belang stelling gerukt: èn om de hoogheid der officieele personen daar tegenwoordig op het congres te Amsterdam hield minister Slotemaker de Bruine een indrukwekkende rede, terwijl dat van Den Haag geopend werd door den minis ter-president jhr. Ruys de Beerenbrouck èn door de aanwezigheid van de corypheeën der medische wetenschap, professoren, artsen en sociale werkers van naam èn om de diepgaan de besprekingen, door leerzame gedachtenwis- seling gevolgd, die het vraagstuk der kleuter zorg van alle kanten belichtten. Ik doe slechts enkele grepen uit de behan delde onderwerpen, om den buitenstaanders te doen zien. waar het hier om gaat en wét Kleu terzorg met zich meebrengt. In beide congres sen werd gesproken over: „Achterstand van kleuterzorg, nationaal en internationaal", „Mor taliteit en Morbiditeit der kleuters", „Voeding en kleed ing van den kleuter", „de kleuter en het huisgezin", „Kleuterschoolgebouwen", „Kleuteruitzending", „Rachitis, mazelen, kink hoest, tandverzorging, voetverzorging der kleu ters", „Dagkolonies en speeltuinen voor de kleuters" enz. enz. Wie dieper op dit onderwerp wenscht door te dringen, abonneere zich op het maandblad „Kleuterzorg", waarvan de eerste jaargang Febr. 1932 verschenen is bij de drukkerij-uit geverij „de Hofstad". Dit maandblad heeft ook de berichten van de Centrale Vereeniging van Kinderbewaarplaatsen in Nederland en geeft voorlichting in de „verzorging en opvoeding van het jonggeboren kind tot het beëindigen van den leerplichtigen leeftijd". Uit dezen opzet blijkt, dat behalve de kleuters in den strikten zin ook het kind vóór en lang na die periode in het oog wordt gevat. 't Zelfde geldt voor het boek van den kin derarts H. I. Heybroek „Onze Nederlandscha kinderen gekiekt door hun vaders en moeders' dat zoo warm door de Maasbode is aanbevo len. Van den zuigeling in den wieg tot den schoolbengel toe wordt verteld van onze klei nen, hun nooden en behoeften en hoe de ouders hen meer en meer moeten begrijpen en hun groei bevorderen. Zoover ik weet, staan op het Roomsche erf van ons land nog geen consultatiebureaux voor kleuters, kleuterschoolgebouwen, bewaarplaat sen voor en uitbesteding van kleuters, speel- tuintjes, zandbakken enz. alles ingericht vol gens de voorschriften der hedendaagsche ge zondheidsleer voor kinderen. Alleen de zusters Herzogenrath en van der Staay hebben een bescheiden poging in deze s richting gedaan. Op het Lischplein 9, bij het eindpunt van Lijn 11, te Rotterdam, hebben zij een „tehuis voor zuigelingen en kleuters" geopend, dat ten doel heeft, kindertjes te ver zorgen, die bijzondere zorg noodig hebben, en verder nemen zij ook voor korter of langer tijd kinderen in hun huis op, wanneer bij ziekte, uitstedigheid der ouders of in andere omstan digheden een deugdelijke en hygiënische be handeling der kleintjes gewenscht is. De leef tijd der kleintjes laat uit z'n aard toe, dat niet alleen katholieke, maar ook kinderen van an dere gezindten door de zusters worden opge nomen. Iedere moeder raad ik dus aan. dat' tehuis voor zuigelingen en kleuters op het Lischplein te gaan bezoeken; zij zullen getroffen worden door het kraak-zindelijke, streng hygiënische dezer inrichting, toevertrouwd aan twee ge diplomeerde leekezusters, die door haar lange praktijk haar sporen verdiend hebben op 't gebied van zuigelingen- en kleuterverzorging. Nog eens: 't is een bescheiden poging. Mis schien dat de R. K. Vrouwenbond of een an dere inrichting, die zich met de zorg voor de kleuters wil belasten hier een aanknoopings- punt vindt tot verderen uitbouw van de kleu terzorg. Want dit alles ligt zoo in de lijn van onze Roomsche levensbeschouwing, die naast, de zorg voor de ziel, ook de normale groei en bloei van het lichaam bevordert, volgens het oude beginsel: een gezonde ziel in 'li gezond lichaam. Ik eindig met den uitroep van de redactie van het Tijdschrift van Sociale Geneeskunde: „den Kleuter heil 1" PATER VAN DEN TEMPEL. Dat is niet zoo „simple comme bonjour", zoo als velen denken. Daar wordt veel innerlijke geestkracht, veel zelfbeheersching voor ge vraagd. Het „kom maar gerust logeeren" is gemakke lijker gezegd dan in praktijk gebracht. De consequenties door te voeren in alle vol maaktheid, zóó, dat de gast primo en secundo de gastvrouw, voldaan en tevreden op de logeei - dagen terug zien is een alleszins hoogstaande gemeenschapscieugd. De ideale gastvrouw moet te allen tijde klaar staan, om haar gast (en) te woord te staan met een welwillend en vriendelijk gezicht, haai interesse toönen, al is zij nog zoo gehaast, druk bezig, al wacht de telefoon, of anderen op be stellingen. Maar toch moet zij in de meeste ge vallen zich beheerschen en geheel oor zijn. Dat is niet altijd gemakkelijk, inwendig te popelen en uiterlijk zoo kalm zich te toonen. Soms kan men zich verontschuldigen, soms valt dit goed uit, een andermaal zal de gast zich ontstemd voe len. Wat heeft men aan een gastvrouw, die steeds gepreoccupeerd is door allerlei beslom meringen. Men komt toch voor de gezelligheid. Hoe vaak zegt men niet: ik kom alleen pm jou te zien en te spreken, voor geen uitgaan, geen tea's, avondjes, enkel om jou, om geen diners enz., ik wil me met je uitspreken, doe gewoon als altijd. Als de huisvrouw dit goed begrijpt en er naar handelen wil, moet zij den benoodigden tijd voor huishoudelijke besprekingen toch weten te vinden. Daartoe is nog wel gelegenheid ge noeg. 's Avonds na tafel als de gast zich wat verplicht als anderen haar gezelschap houden; ook wel 's morgens heel vroeg en in overleg met 't personeel schuilt een groot deel van het geheim eener prettige logeerpartij. Heeft uw gast voorliefde voor een of ander vertrek 'n knus hoekje zorg desavonds zêli. dat •t altijd in orde is, sta iets vroeger op, vraag niemand ,stof en zuig zelf, 't is zoo stil in huis, ge stoort niemand en niemand stoort U, en la ter heeft dat kwartiertje vroeger minstens een uur rente afgeworpen. Bespreek geen maaltijden noch kosten in *t bijzijn van uw gast, trek liefst zooveel moge lijk achter de schermen aan de touwtjes van het huiselijk spel. Geen ongenaamheden, met huisgenooten of personeel in 't bijzijn uwer gasten). Weest in uw spreken en handelen, diplomaat en bewaar orde en regelmaat. Laat uw gast, zoo gij daartoe het verlangen bemerkt, geheel vrij, dring U niet op en Iaat U noch door ijverzucht, noch nieuwsgierigheid ver voeren ten opzichte van degenen, die zij be- zocht(en.) HUISMOEDER. Het Kappersbedrijf 1933. Moor man's periodieke pers N. V. Den Haag. Dit nieuwe vakblad in zuiver Hollandsch gesteld, met goed vertaalde bijdragen van buitenlandsche grootmeesters in de kunst, ziet er keurig uit, maakt met welverzorgd titelblad en kunstzinnige foto's, interessante gegevens en aanlokkelijke advertentie's een frisschen, kloeken indruk „Het Kappersbedrijf", zal in de eerste plaats de techniek van het vak be handelen; het zal een leerschool vormen voor de moderne kappers. Naast de techniek zal voorts aan de organisatie in de kappersbedrij- ven de noodige aandacht worden geschonken, Dit blad vinde zijn weg en wij betwijfelen zulks niet, naar eiken kapperssalon en ook de leek moge het bestudeeren om in te zien, dat de kapper toch wel iets meer is dan de „eeuwig moppen tappende, om de cliënt (e) springende pias"doch behoort tot een groep van circa 20.000 arbeidende menschen. „Het kappersbe drijf" verschijnt den 15en van elke maand te gen den prijs van 3 per jaar. Vlekken in rundleeren stoel. Onze lezeres, die over watervlekken in een dergelijk meubel klaagt, neme het leer eens af met lauw water, waarin een scheut azijn, <1 a 2 eetlepels azijn op 1 liter water). Nadat het leer flink droog is, wrijft men het in met een flanellen lapje, ge doopt in een mengsel van stijfgeklopt eiwit (van 1 ei) én een eetlepel zuivere terpentijn. Daarna opwrijven met een oude linnen doek of zeemleeren lap. Twisted matten. Hoe kan ik vlekken ver wijderen zonder veel nat te maken? Wij raden deze huismoeder aan, de vlekken met een lauw zeepsopje te borstelen, rtaspoeien met schoon water. Goed laten drogen en dan opwrijven met een zacht doekje met witte was. 't Beste is de geheele mat ineens met lauw zeep sop af te nemen. Men behoeft niet zoo te plen- sen, een uitgeknepen spons of doekje en op de vlekken extra wrijven. Wat citroensap of borax-oplossing heipen ook de vlekken verwijderen. Een tieten wiegje. Ik heb een oud rieten wiegje, dat door den tijd geel is geworden; hoe knap ik dat op, voordat ik er iemand anders nog een pleizier mede doen kan? Zet het wiegje buiten en borstel het eens flink met, pekelwater af. U zult zien, dat het opknapt. Men doet ook wel eens wat witsel in het water, hetgeen ook opbleekt. Vastzittende siop. Een vastzittende stop is een ergernis, die slechts met 'geduld overwonnen kan worden. Is het vastgekleefd van likeur of anderszins, giet voorzichtig wat warm water langs den rand, de zoetigheid lost op en na enkele minuten kunt u de stop af nemen. Is iets anders de oorzaak, 'druppel dan wat slaolie op 10 druppels glycerine in de holte bij den stop. Wacht 'n dag of 4, zoodat olie of gly cerine doortrekken en dan gaat de stop heel ge makkelijk er af. Aangeslagen spiegels. M'n spiegels zien blauw van aanslag; hoe 'maak ik die weer helder? vraagt 'n jonge hulsvrouw Neemt U maar eens een prop vloeipapier, be vochtig dit met zuivere alcohol, jenever of brandewijn en wrijf daarmede den aanslag weg Is't euvel heel erg, maak dan een papje van brandewijn en fijn gemalen krijt en poets het glas hiermede helder, 't Resultaat is verrassend. Een duffe trekpot. De lucht uit een duf ge worden trekpot kan men verwijderen door deze uit te stoomen. Neem een goedsluitenden ketel met een tuit, doe een slang aan de tuit; neem de trekpot, zet die omgekeerd met de opening boven een gat van 'n eierrekje. Steek de slang door het gat in de theepot, maak deze slang op de een of andere manier vast, anders moet ge hem vast houden. Laat 't water flink koken en ge zult zien, de vieze duffe lucht verdwijnt. Vermageringskuren. Nogmaals wenschen wij er onzen lezeressen attent op te maken, dat wij diverse vragen betreffende vermageringskuren en het gebruik van diverse middeltjes, niet kunnen beantwoorden, daar zulks te onverant woordelijk tegenover onze abonné's zou zijn. Men doet beter zich tot den huisarts te rich ten, welke een betrouwbaar dieet en te volgen methode zal voorschrijven. Kleeding. Onze abonné, welke onder de let ters V. L. te A. een antwoord verlangt, deelen wij het volgende mede. Ér worden zeer veel interlock hemdjes ge dragen, de kinderen zelf vinden het zalig niet zooveel aan. tls wat vreemd in 't begin, doch er zijn zulke keurige en gesoigneerde soorten, dat men er spoedig aan gewend raakt. Maar neem vooral prima kwaliteit en let op de waschbehandeling. De tweede vraag is lastiger. De jongens zien er 't leukst uit in 'n vlug echt Engelsch matrozencostuum lange pantalon- of 'n Norfolk-pakje. Plus four staat sportief, maar ouwelijk, vooral als 't een tenger ventje is. Bij langen broek is de kousen-kwestie gauw opgelost; bij korte pantalon staan lange bruine kousen met dito schoenen keurig, zwart is zoo stijf. Zijn er kniekousen geoorloofd, kunt u deze beter nemen, daar heeft de boy op den duur meer aan, maar dan in de soort van de schoe- De lenteweken hebben ons met een overvloed van leuke, fijne, nieuwe handschoenen kennis doen maken. De klassieke handschoen, uitge voerd in suède of chevreau, en met een be scheiden, zij het dan ook eenigszins ruimen, kap blijft natuurlijk een belangrijke plaats in nemen, doch daarnaast hebben wij modellen gekregen, die wij tot de meest charmante voort brengselen der fantasie mogen rekenen. Nemen wijeerst eens den sportieven hand schoen; wij zien, dat daarvoor zeer vaak wit varkensleer, af en toe met wat zwart gegar neerd, wordt gebruikt, tnaar somtijds b.v. op de ochtendwandeling maakt het leer voor een of andere stof plaats, zooals schotsche jersey ofwel cot on tricoté, maar dit laatste dan het liefst wat geajoureerd. Nog altijd ziet men in het eenvoudige genre handschoenen van witte piqué, of wit linnen. Het zij ndan de meer practische modelen, hoe wel die het cachet van een ensemble zullen verhoogen, wanneer de japon met dezelfde stof gegarneerd is. Voor den middag houdt men zich veelal aan den meer gepronanceerden kap, die soms met een zijden broderie, of een wollen Schotsche ruit is opgefleurd. Een élégant effect maakt een kap van witte cloqué-stof maar men ziet ook handschoenen waarvan de voornaamste verdien ste bestaat in den origineelen snit. Des avonds draagt men bij voorkeur doorschijnende hand schoenen. nu eens van tule dan weer van een- of ander zeer dunne stof vervaardigd. Maar ook de tasch behoort nader besproken te worden. Momenteel zijn die tasschen favoriet, die zelf heel eenvoudig van lijn zijn, maar waaraan een bijzondere sluiting zit. Op dit ge bied is het gebruik van stoffen erg algemeen geworden; voor eenvoudige of sportieve mo dellen verwerkt men het liefst wol, terwijl men voor de meer elegante typen zijn fantasie bot viert. in satin ciré, Schotsch taf, grove zijden crêpe en zelfs fluweel. Het relief in weefsel, dat men bij zoovele stoffen aantreft, blijkt men ook bij het leer toegepast te hebben, zoodat ook bij dit materiaal de benamingen cloqué, plissé en boursouflé op haar plaats zijn. Zooals gezegd, speelt de fantasie bij de slui tingen een groote rol. Dikwerf zijn deze van cristal en vaak ook van metaal of van allebei gemaakt. Trouwens men gebruikt hiervoor elk materiaal dat zich plastisch verwerken laat, natuurlijk steeds tn een kleur van het seizoen. Voegen wij nog hieraan toe, dat de moderne tasschen zeer zelden van hengsels zijn voor zien, maar dat de manier van sluiten altijd erg vernuftig is. Een gehackt buffetkleed. Op verzoek van verschillende zijden volgt hieronder nogmaals de beschrijving van deze looper. De bewerking is als volgt: eerst wor den de sterren gehaakt en daarna het netwerk waarna de franje het geheel voltooit. Voor de sterren worden eerst 11 losse ste ken gehaakt, daarna 1 vaste steek op de 1ste van deze 11 st., om een ringetje te krijgen, waarin men dan 16 st. vast maakt, 1 v. st. op de 1ste st. om hetrondje te voltooien, waarop men dan de volgende 5 toeren haakt. -Ie toer; 9 losse St., dan I stokje op de 2de van de 16 v. st. van het rondje, 4 losse st., -weer 1 stokje op de 4de van de 16 st., 4 losse st., dit herhalen tot men 7 stokjes heeft. Dan 4 losse st., 1 v. st. op de le van de 9 losse st. 2e toer: 1 losse st. dan 8 v. st. op de 4 losse en 1 v. st. 3e toer: 5 losse st., dan 1 stokje op de 2de v. st. 2 losse st., 1 stokje op do 4e v. st. Zoo doorgaan en eindigen met 1 v. st. op de 3de van de 5 losse st. nen. Vertrouwende u met een en ander van dienst te zijn geweest. P.S. Schaf u eens het werkje aan: „Gezonde eenvoudige kleeding voor zuigeling en kind tot 17 jaar. Daarin vindt u alles omtrent de klee ding der jeugd. 75 cent. Uitgegeven Vaksch. voor Vr. en Kinderkl. Amsterdam, Da Costa- straat 64. HUISMOEDER. Inkt die geen vlekken maakt. Vele huismoe ders sukkelen met inktvlekken in tafellinnen, kleeden, costuums, etc. Gebr. Rikkers, Prinsen gracht Amsterdam, hebben een afwascïibare inkt in den handel gebracht, die aan alle der gelijke zorgen een einde maakt: de Parker Rolal Bleu, uitwaschbare Quink. Deze inkt heeft het voordeel van een zeer fraaie kleur, doch kan, wanneer zij op kleederen, tapijten, linnen, schrijftafels of andere plaatsen gemorst is, met water en zeep worden uitgewasschen, zonder eenig spoor achter te laten. Dit geldt voor alle met water uitwaschbare stoffen. het werk omkeeren en dan 8 v. st. haken, de eerste v. st. of beter de laatste van de vorige toer, slaat men over, zoo doorgaan met 1 losse st. dan 7 v. st. enz. tot men nog 1 st. over heeft. Dan haakt men langs dit puntje in iedere toer op zijde 1 v. st. tot men weer op de 4e toer van het sterretje is gekomen en dan begint men weer een puntje met 1 st. op ieder der eerstvolgende 9 v. st. Door gaan tot de eerste ster af is. Bij ieder volgende ster denkt men er om bij het maken van de tweede laatste punten om die met de vorige te verbinden: raadpleeg hiervoor de teekening. Het smalle randje aan de sterren maakt men als volgt: le toer: 1 v. st. op het eerste puntje van de eerste ster, 13 losse st. 1 v. st. op het tweede puntje, 12 losse st. een achtvoudig stokje mid den op het 3e puntje (zie teekening). Is dit stokje half af dan een viervoudig stokje mid den op het tegenoverliggende puntje; het achtvoudige stokje verder afwerken, dan 12 losse st. en dit van het begin af herhalen. 2e toer: 1 v. st. op iedere losse st. van de vorige toer. 3e toer: 22 losse st. ster vastmaken op de 8ste vaste st. terugwerkende 7 v. st. dan 15 losse st., dit herhalen vanaf ster. 4e toer: in ieder gaatje 8 v. st. 5e toer: afwisselende 21 st. - v. st. op de 3de v. st. vorige toer. Op dezelfde wijze maakt men het midden gedeelte. Is alles klaar dan maakt men de loo per af met franje. TANTE TOET. 4e toer: 3 v. st. in iedere opening. 5e toer: het begin der punten: 1 v. st. op ieder der eerstvolgende 9 vaste st. 1 losse st.. Vergeefs zal ooit onschoone hand, naar schoonheid willen grijpen, men kan den eenen diamant, maar met den anderen, slijpen. G. Gezelle. Een boek moet ons opvoeren, en beter als het ons neerhaalt is het een slecht boek. H. V. Hoe zuiverder een ziel geboren wordt des te lichter lost zich het levensprobleem voor haar op. PARIJS, 26 April 1933. Practische bruikbaarheid is bij den huis japon een allereerste vereischte. Zoowel met de keus van stoffen als met de coupe valt daarmede rekening te houden. Men kiest uiteraard een stof, die er tegen kan, hetzij effen, of fan tasie met gebrocheer de motieven. Men ziet op het oogenblik stoffen, die beide ef fecten vertoonen en natuurlijk heel prac- tisch in het gebruik zijn. De gameerlng blijft over het algemeen heel sober. Men maakt wel eens voor afwisseling gebruik van wat kunstzij, maar altijd met mate. Alleen als men een effen stof in donkere tint gekozen heeft, mag de garneering wat levendiger ka rakter hebben en liefst een beetje ori gineel eachet. Daar het gekruiste model nog steeds het meest gezochte is, maakt men col en ceintuur liefst van een andere stof dan de japon. Een voor beeld geeft het plaatje hiernaast, dat een huisjaponvoorstelt van dunne, donker-roode kasha, gegar neerd met een grooten sjaal-col en een cein tuur met lange slippen van grof marocain-de- soie in een levendige tint, die echter met d© nuance van de effen stof moet harmonieeren. Het model, dat zeer sober van coupe is, kan ook worden uitgevoerd in violet, of in marine blauw. Voor de zomermaanden kan men ook een lichte tint kiezen: bleu lin bijv. met een garneering van gestreepte zij: bleu-lin en rose. De passagiers op het traject Amsterdam Rotterdam worden ter hoogte van Rijswijk aangenaam verrast door de witte bloesem pracht van een miniatuur boomgaardje. Dat omringd is door gebouwen, serre's en tuinen, die met elkaar het domein vormen van „Huis te Lande", Nederlands eenige tuin bouwschool voor meisjes, tegenhangster van eenzelfde opleidings-instituut voor jongens te Frederiksoord. Bij het lezen van dit artikel zal menigeen zich herinneren den naam „Huis te Lande" meermalen te hebben gelezen op den muur van een der gebouwen in de onmiddellijke nabijheid van halte „Rijswijk". Een naam, die overigens den voorbijganger niet uit den waan helpt, dat men hier te doen heeft met een gewoon tuinders-bedrijf, waaraan juist het Westland zoo rijk is. Biedt „Huis te Lande" den buitenstaander dus niets bijzonders, zooveel temeer den be langstellende, die open oog en oor heeft voor elke gelegenheid, die het jonge meisje in staat stelt zich een toekomst te verschaffen en wat zeker van niet minder groot belang is, haar uitgesproken aanleg te volgen. Het doel der schooi is niet alleen om na drie-jarigen cursus meisjes af te leveren, die krachtens haar diploma haar weg kunnen vinden als tuin-architecte, in de cultures, als tuinbouw-journaliste. assistente van hortulanus enz., maar niet minder om anderen, wier voorland het is om buiten te wonen, te hel pen om voorloopig te genieten van de ge legenheid, die ze hebben om steeds volop in de bloemen en desgewenscht ook in de groen ten en vruchten te zitten. En nu denk ik aan het verloofde stadsmeis je. dat na haar huwelijk naar buiten trekt en bevrediging zal vinden in het geheele of gedeeltelijke onderhoud van eigen tuin: het meisje,, dat naar de binnenlanden van Indië K«at en daar misschien met succes sal kun nen experimentceren met groenten en vruch ten, die daar niet of slechts tegen fancy- prijzen te krijgen zijn; tenslotte aan alle bloemliefhebsters, die over een eigen lapje grond beschikken. En daarom verwondert het me, dat niet veel meer jonge vrouwtjes uit de omgeving van den Haag zich opgeven voor enkele der maan- delijksche cursussen, waarin verschillende onderdeelen van den tuinbouw behandeld wor den. Deze school, die in de 25 jaren dat zij be staat ongeveer 250 leerlingen afgeleverd heeft, dankt haar oprichting indirect aan den smaak- vollen tuinaanleg van de in 1898 gehouden Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid. Op deze Nationale Tentoonstelling werd voor het eerst getracht belangstelling te wekken voor den tuinarbeid als beroep voor de vrouw. Een corps tuinlievende Haagsche jongedames ver klaarde zich bereid om volgens rooster den tuin te onderhouden! Onder haar bevond zich ook mej. Hingst, de oprichtster en directrice van „Huis te Lande". Zij was een van de weinigen, die werkelijk iederen dag kwamen opdagen om mej. C. Pompe, die het hoofd van deze afdeeling was, te helpen. „Bij mij zat de liefde voor het tuinieren er al heel jong in en, toen mijn werk op de tentoonstelling afgeloopen was. ben ik gaan volontairen in den Haagschen Dierentuin en in de Hortus te Leiden. Het idéé, dat het meisje met uitgesproken liefde voor de natuur toch eigenlijk gelegenheid moest vinden om haar aanleg te volgen, liet me maar niet los. De hortulanus van den Die rentuin, die geregeld overstroomd werd met aanvragen van jongedames, die graag wat meer van het tuinbouwvak wilden weten, was een warm voorstander van een op te richten school. Ook de heer E. Witte, toenmalig hor tulanus te Leiden en tot heden toe voorzitter van den Raad van Gestuur van „Huis te Lande" zag de oprichting van een opleidings-instituut voor meisjes als een zegen. Dank zij veler steun werd mijn ideaal dan ook in 1907 ver- wezcnUjkt!" Er volgt een stroom van namen, allen pro motors van deze school, maar wat deden zij in vergelijking met de statige zeventigjarige, die na 25 jaar haar heele werkkracht en een niet gering deel van haar kapitaal geofferd te hebben, thans nog voortdurend zint op ver ruiming van arbeidsgelegenheid voor het meisje in den tuinbouw. Want werd de school indertijd in hoofdzaak opgericht voor meisjes, die in eigen tuin zouden werken, na den oor log werd het duidelijk, dat men een andere richting moest inslaan en gelegenheid bieden zich te bekwamen voor een loonenden werk kring. „En tóch wil ik onze school niet uitsluitend zien als middel om zich een be staan te veroveren, doch ook in niet geringe mate als instituut, dat de liefde voor de natuur bevordert en daardoor het levensgeluk van zoovelen vergroot. En nu denk ik aan onze oud-leerlinge, die van haar bescheiden stads tuintje met een minimum van kosten zóóveel wist te maken,'dat niet alleen het eigen ge zin er héél het jaar van geniet, maar ook alle vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen dolgraag op bezoek komen, en zoo ongemerkt een flinke dosis plantenkennis toegediend krijgen. Ik ben ervan overtuigd, dat geen enkele van onze leerlingen, die laier getrouwd zijn, haar opleiding betreuren. Waar de liefde voor bloemgewassen zienderoog toeneemt en de huisvrouw zoowel binnens- als buitenshuls zich meer en meer bezighoudt met bloemen en planten, mag het eigenlijk verwondering baren, dat er in ons land niet veel meer huishoud- en middelbare meisjes-scholen ge vonden worden, die dit vak een plaatsje op den lesrooster inruilen. In die leemte trachten wij eenigszins te voorzien door naast onze volledige opleiding en de z.g. „vak-leerlingen", waarmee bedoeld worden de meisjes, die gedurende twee jaar slechts een enkel onderdeel in alle finesses meemaken, ook nog verschillende cursussen. Die duren elk een maand en geven ieder een kijk op een speciaal onderdeel van den tuin bouw. Men kiest dus wat men zelf van het meeste belang acht. Alleen degenen, die niet in staat zijn de heele opleiding te volgen, nemen we als cursist. Dus in hoofdzaak ge trouwde vrouwtjes of dames met een werk- Ue meisjes aan 't werk op Huis te Lande te Rijswijk. kring. Tuinierende jonge dames, die niets anders omhanden hebben, moeten zich als ge woon leerling laten inschrijven en alle onder deelen leereh. Enkele dagen geleden is het bestuur besloten speciale cursussen op te rich ten voor degenen, die zich wijden aan op voeding en verpleging, zooals leeraressen aan huishoud- en Montessori-scholen; verpleeg sters uit inrichtingen voor nazorg en zieken huizen enz." Ondertusschen zijn we een kruistocht begon nen over het 3 H.A. groote terrein, waarop vier serre's en het noodige platte glas. Het is nog geen tien uur en de leerlingen zijn druk bezig met het „onderhoudswerk", waarbij ieder gedurende enkele weken achtereen een zekere taak te vervullen heeft. Ofschoon nog vinnig koud, is een deel al in zomer-tenue en heeft het donkerbruine manchester verwisseld voor jurken van dito verpleegsters-linnen met om het middel een padvindersriem, waaraan ver vaarlijke messen voor snoeien, wieden en oc- culeeren. „Aan de gewoonte om hier maar alles af te sjouwen hebben we gauw een eind gemaakt. Op het gebied van kleeding luidt ons devies: „Degelijk maar netjes", 's Winters een lekker dik manchester-pak, dat tegen regen en kou beschut en in den zomer waschbaar linnen" Een eerste jaars kruit een wagen met mest naar den versten hoek van den tuin, waar een nieuwe aanplant moet komen. Grinnekend vraag ik mezelf af, of dat neusje, dat gewend is aan zulke landelijke geuren, nog wel ooit Guerlain van Worth zal weten te onderschei den! Iets verder staan twee bruine figuurtjes te spitten, de een handig en vlug, de tweede met zichtbare moeite en inspanning en o zoo langzaam. „Verschil tusschen de derdejaars en de beginneling! Natuurlijk zijn er, die het nooit leeren. En, als we merken, dat een leer ling voor een of ander onderdeel heelemaal geen aanleg heeft, specialiseeren we haar op den duur in andere richting. Trouwens het heele derde jaar gaat in uitgesproken richting. Na het tweede jaar, dus als ze zich een goed oordeel gevormd hebben over de verschillende onderdeelen, kiest het meisje welken kant ze uit wil. Daarmee is evenwel niet gezegd, dat ze de andere vakken mag verwaarloozen". Terwijl we in den frultkelder kruipen, waar enkele leerlingen zorgvuldig de laatste appe len sorteeren en inpakken, bedenk ik, dat naast de factor „Plaatsingskans" ook de eischen, die aan „verstand en lichaam" gesteld worden van groot belang zijn. „Een normaal gezond meisje kan het hier best volhouden. Gewoonlijk gaat de ge zondheid er door het vele buitenwerk nog op vooruit. Wat betreft verstandelijke ontwikke ling, vragen we niet meer dan M.U.L.O., ter wijl hier onder de theoretische vakken schei kunde, natuurkunde, plantkunde en -ziekten en natuurteekenen wel hoofdschotel vormen. Eenige aanleg voor teekenen is daarom wel van belang, ofschoon een „kweekster daar nu niet direct behoefte aan zal hebben. Maar het gros van onze meisjes voelt zich echter sterk getrokken tot tuin-aanlcg en velschil lende zijn ófwel zelfstandig tuin-architecte of assistente". Met een „Daar heb je wel een van onze knapste oud-leerlingen" stelt, de directrice me voor aan een van haar leeraressen, die onlangs de pracht opdracht kreeg om een ontwerp te maken voor den aanleg van de Begraafplaats Westerveld. Welk werk nu onder haar directe leiding uitgevoerd wordt. Daar de natuur geen rekening houdt met Zon- en feestdagen hebben de meisjes afwis selend dienst op de vi-ije dagen, terwijl de zomervacanties van de verschillende klassen zóó gesteld zijn, dat er steeds een klas aan wezig is om de dagelijksche karweitjes op te knappen. In de serre's, zoowel warme als koude, is het bedrijf in vollen gang. Terwijl men in de warme kas al bezig is de laatste aarbeien te plukken, staan de planten „onder glas" nau welijks in bloei. Die van den kouden grond geven zelfs nog geen enkel levensteeken. Een klein vijvertje, waarnaast een moerasje is aangelegd, geeft water- en moerasplanten een goeden kans. Ook de rots-tuin ontbreekt niet en de leerlingen experimenteeren druk met planten en bloemen, die tevreden blijken met zoo'n minimum aan voedsel. Eindelijk weer aan ons punt van uitgang terug. Met de overtuiging, dat het meisje, wier' idealen liggen op het gebied van tuin aanleg en kweeken van bloemen, vruchten en groenten, hier niet alleen een paar heerlijke leerjaren kan doorbrengen, maar dank zij de opgedane ervaring later zal uitgroeien tot een kundige „vakvrouwe". CATY VERBEEK.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4