HARLINGEN CENTRUM
DER VISSCHERIJ.
Eert nieuwe basis voor de visscherij
van Zuiderzee en Noordzee.
Harlingen ontwaakt.
Waarom Harlingen
Het ontstaan der visscherij
<*'w
■,;r
m. •<<v
:-:-w
ALS DE ZILVERVLOOT BINNENVALT.
Boven: rappe handen, geholpen door eenstoomlier halen na den trek van anderhalf
uur het kuilnet tusschen de twee booten in. Benedenreeds in den vroegen morgen
ïiosrscht er op de kade voor den Harling er vischafslag een levendige drukte
Boven aan de pagina eenige gecombi
neerde foto's van Harlingen en zijn nieuw
bedrijf. Links boven: de linker binnen
haven met den ouden vuurtoren, beneden
het afwegen van de visch op de kade.
Rechts boven: de oogst van één trek wordt
met een schepnet uit de kuil gehaald, be
neden de vischafslag met het nieuwe
mijntoestel.
der gezet, en de trek gaat beginnen. Het
eischt voortdurende oplettendheid van den ka
pitein, want hier ligt een verloren anker, daar
een stuk wrak, verder naar links weer een
mosselbank, en al die obstakels hebben zij
slechts via het verlies van hun dure netten
kunnen localiseeren.
In een grooten boog gaat het langzaam naar
Harlingen terug en op het stille water onder
de kust begint het inhalen. De stoomlier doet
haar werk en snel nadert de eindton de beide
achterstevens.
Groen van wier en andere ingrediënten ko
men de beide nethoeken boven; naarmate het
midden nadert, verschijnen de eerste vischjes
in de mazen, blauw-zilveren sparteldingen met
snakkende bekjes happend in de lucht. Dan
komt de kuil boven en onwillekeurig moet je
even aan de wonderbare vischvangst denken.
Alle hens is aan dek en de stoere knapen halen
met zwoegende trekken schepnet na schep
net uit den wonderkuil. In een grooten bak
op het achterdek wordt de vangst verzameld,
één zilveren hoop, waaruit de schubben je om
de ooren vliegen en soms een vischje in een
dwaas-krommen sprong salto's maakt. En op
de railing zitten de vrouwen van de kapiteins
en taxeeren de vangst. De eerste ansjovis is in
zee, dus heeft de haring feitelijk afgedaan.
En ze zien maar liefst de slanke ansjovisjes
met de bekende lange bekken uit het net ver
schijnen. De trek was goed, niet boven nor
maal. Best zou het zijn, als ginds, in het land,
de visch even duur werd betaald als hier op
de zee.
Wie met zóó kostbaar materiaal als een
groote Rijnsleepboot hier visschen moet, doet
het niet uit weelde. Dat was de zooveelste les,
die de buitenstaander hier krijgt.
v. d. B.
hangt een stilleven van scharren f«
drogen in de *ot*$
Verscholen achter den hoogen zeedijk, die
haar beschermen moet tegen de vliegende
Noordwester stormen, ligt Friesland's oudste
havenstad, Harlingen. Klein en een beetje ver
geten, door de ervaring vertrouwd gemaakt met
de tragiek van het o"ud worden, dat zoo Vaak
hetzelfde is als niet meer geteld worden, teerde
*ij nog on den roem van het verleden. Maar
als die glorie is opgeteerd, volgt steeds en
onherroepelijk het vonnisbijgeschreven op de
lijst der „villes mortes". Zoo liggen er vele rond
onze Zuiderzee....
Dan klopt er geen leven meer in de straten,
de haven ligt verlaten, op de kade vechten de
ton en de stilteer zijn alleen nog de oude
vuurtoren en een half vergeten legende, om te
getuigen van wat er eens hier bloeide.
Harlingen vertoonde reeds de eerste ver
schijnselen van de stervende stad. Eens Fries-
lands belangrijkste havenplaats met een goed
geregeld stoombootverkeer op Londen, Huil,
Leith, Amsterdam, Terschelling en Vlieland,
moest het sterk de gevolgen der crisis onder-
Vinden, met name in de scheepvaart en de
Vele industrieën, die ten nauwste bij dit bedrijf
betrokken zijn. De haven werd verlaten en over
de bonte stad, met haar roode, grijze en groen-
Verweerde daken ging zich het vonnis voltrek
ken. En de „Steenen Man", van zijn granieten
voetstuk op den hoogen dijk uitziende over de
Stad, die hij als Casper de Robles eens be
schermde tegen den waterwolf, kon worden
opgeborgen bij het legende-materiaal der doode
Steden.
Tot de afsluiting van de Zuiderzee kwam.
Bezuiden den dijk ondergingen andere steden
het lot, dat Harlingen dreigde. Ook ten Noorden
van den dijk verliep het getij maar toen men
hier de bakens verzette, waagde men tevens
den gooi naar nieuwe levenskansen. Immers,
vulde men de visscherij, die eens op de Zuider
zee bloeide, nog voor een gedeelte althans be
houden, dan zou de basis voor dit bedrijf ver
legd v/orden naar een haven ten Noorden van
den dijk. Op het IJsselmeer gaat zonder twijfel
een zoelwatervisscherij bloeien, maar of die
winstgevend genoeg zal zijn, om allen, die bij
het ontstaan van dit meer hun beroep bedreigd
zagen, een nieuw bestaansmiddel te zijn, is een
nog niet te beantwoorden vraag. Daarom moest
voor een groote groep visschers een nieuwe
operatiebasis en nieuwe hulpmiddelen worden
gevonden.
Harlingen waagde den gooi naar de kans en....
had succes.
Wie op 'n vroegen voorjaarsmorgen, dwars
door het nieuwe land, dat aan de zee ontnomen
is, over de nieuwe betonbaan, die Holland met
Friesland verbindt, naar Harlingen rijdt, ont
komt niet aan een optimistische stemming. De
zon plast over het groene land en de zilveren
koppen der golvener zijn al vogels, die elkan
der luidruchtig goeden morgen roepen, de
meeuwen drijven waardig en pedant boven hun
wijde element en aan den horizon staan spitse
zeilen tusschen de lange rookslierten van een
huiswaarts keerende sleepboot.
Op de golfbrekers aan den voet van den dijk
zijn wat matineuze visschers, die honderd uit
vertellen en bewonderend vragen of „de van
veer ekommn ben". Ze lachen maar en demon-
streeren graag, hoe vol hun Waddenzee van
visschen zit. 't Is heel eenvoudig, zeggen ze
een lange hengel, met een lange lijn, zes of
zeven angels met zeewormen, ingooien en weer
ophalen, 't Is altijd raak Wel zeggen ze zeer
nadrukkelijk en hun Friesche n zingt nog
langer na dan anders dat ze niet van weelde
aan 't visschen zijn „egaann".
Naarmate men Harlingen nadert, groeit de
drukte op de wegen. Hoog beladen wagens
met kisten rollen voorbij, haastig om den eersten
afslag reeds te halen. De letters van bijna alk-
provinciën zijn erbij. In het stadje zijn de
straten nog stil. Alleen aan de haven heerscht
volop bedrijvigheid. Voor een cafétje parkeeren
de vele vrachtauto's en even broederlijk als
de wagens naast elkander staan, staan de witte,
de grauwe en de zwarte klompen van de chauf
feurs naast den drempel van het cafétje. Binnen
zitten de mannen, die na den langen nachte
lijken rit behaaglijk de beenen uitstrekken, zich
Dat Harlingen het eerst aangewezen zou zijn
als centrum der nieuwe visscherij, is zonder
meer duidelijk, wanneer men de inrichting van
de haven heeft gezien. De stad beschikt immers
over twee goed-geoutilleerde binnenhavens,
waardoor er volop gelegenheid is tot lossen en
laden. Reeds tevoren was er een belangrijke
import van steenkool, waardoor er tevens onder
gemakkelijke voorwaarden kan worden ge
bunkerd. De bestaande bootdiensten op En
geland, die door de diepte der haven onder alle
omstandigheden kunnen onderhouden worden,
bieden alle kansen op dat gedeelte van den
vischexport, dat niet, terwille van mogelijk be
derf, per snelste gelegenheid vervoerd dient
te worden.
Voor het vervoer van versche visch, naar
Groningen, Duitschland en de Westelijke rich
ting, naar Amsterdam is de vrachtauto over den
afsluitdijk de aangewezen methode. Ook de
spoorweg, die een laadgelegenheid heeft aan
beide binnenhavens, kan het vischtransport
naar Oosten en Zuiden vergemakkelijken.
Het prachtige achterland, dat de stad heeft, in
eigen provincie en daarachter, heeft al heel
wat commissionnairs naar den vischafslag aldaar
gelokt. Er zijn er, die koopen voor een onmid
dellijk doorzenden naar de Duitsche steden.
Anderen koopen er persoonlijk, laden hun
wagens met den voorraad vol en gaan dien
venten op de Duitsche markten. In eigen land,
met name in Groningen, dat nog meer visch
gebruikt dan Amsterdam, zijn reeds vaste af
nemers van den Harlingschen vischafslag en
is men te Harlingen eenmaal zóóver dat men
iederen dag versche visch kan afleveren, dan
is het pleit gewonnen.
Perspectieven voor de stad
Bij alle verhalen van slapte in de bedrijven,
van werkloosheid in zoo goed als iedere in
dustrie, van moedeloosheid in allen rang en
stand, doet het goed, eens ergens een blijmoe
diger klank te kunnen beluisteren; te hooren
van: men gaat hier dit beginnen en daar dat
bouwen. Dan heeft men sterke schouders te
kort, om de bergen van voorbereidend werk te
verzetten, dan zijn er niet handen genoeg, om
het bouwmateriaal aan te dragen. Zóó vergaat
het thans de oude Zuiderzeestad, die in bijna
koortsachtige haast zich gaat voorbereiden op
De zilvervloot lost haar lading.
in roeiboot, van roeiboot naar kisten op den
wal, verder per auto naar den afslag), dat de
kwaliteit veel minder is, dan die van de „ka
mers", waar de visch nog levend aan den wal
kan worden gebracht. Ook met de kuil wordt
thans op de Waddenzee druk gevischt; dit is
een groot sleepnet, dat door twee booten ge
trokken wordt en de visch in een zak in het
midden verzamelt. Tenslotte de „Snurrevaad-
visscherij", ook wel Deensche visscherij ge
noemd, naar het land, waar de methode druk
wordt toegepast, een werkwijze, die voor ons
land vrij nieuw is. Zeer sporadisch werd deze
methode tot nu toe door de Nederlandsche
visschers toegepast, doch in de nabije toekomst
zal dit anders worden. Eerstens, omdat de werk
wijze minder kostbaar is dan de treilervisscherij.
De netten zijn niet zoo groot en hebben aan
merkelijk minder te lijden, daar bijna uitslui
tend in rustig water wordt gevischt. Het sys
teem toont zeer veel overeenkomst met de
zegenvisscherij, met dien verstande, dat het door
een schip kan worden toegepast. Op een be
paald punt wordt het net met een anker uit
gezet; het schip beschrijft een grooten boog
naar dit uitgangspunt terug en zet daarbij het
net uit. Bij het punt van uitgang aangekomen,
wordt het boognet aan twee lijnen door een
lier naar binnen gehaald. De visch, die aldus ge
vangen wordt, kan levend aan wal worden ge
bracht in de vischkaren deze factor, tezamen
met het feit, dat deze vischwijze alleen overdag
kan worden uitgeoefend, maken dat Harlingen
hiervan als geen andere stad kan profiteeren.
Voorheen immers was Amsterdam de eerste af-
neemster van de versche Zuiderzeevisch. De
hoofdstad zoekt een surrogaat voor deze visch,
die zij in de toekomst niet meer van de Zuider
zee zal kunnen betrekken. Wat is nu logischer,
dan dat zich een groep van snurrevaadvisschers
gaat toeleggen op de vischvoorziening van Am
sterdam, via den afslag van Harlingen, waar
het transport zoo prachtig kan geschieden over
den afsluitdijk. En daar de hoofdstad juist, in
het begin der week behoefte heeft aan versche
vi«cb. kan alleen deze methode haar helpen.
niet ieder
een met zooveel optimisme de toekomst van het
nieuwe bedrijf zou inzien, als de tegenwoor
dige directeur van den vischafslag, die het
leeuwenaandeel van het voorbereidend werk
had en in eindelooze conferenties, urenlange
besprekingen en veel hoofdbrekende becijfe
ringen den grondslag er van heeft gelegd. Er
waren overal pessimisten, die het niet aandurf
den van plaats te veranderen, om in de nabij
heid van Harlingen hun bedrijf te gaan uit
oefenen. Het bekende artikel van de Zuiderzee-
steunwet, dat iemand niet meer als belangheb
bend bij dien steun beschouwt, die op 1 Ja
nuari 1933 in een ander bedrijf is en daarin vol
doende levensvoorwaarden vindt, maakte velen
huiverig. Immers, indien later zou blijken, dat
de opleving slechts van tijdelijken aard was,
zouden zij zonder steun achterblijven. Maar de
aanvankelijke vrees is overwonnen; er is reeds
een achttal Urkers, dat zich voor Harlingen
heeft verklaard en binnenkort zullen de eerste
Noordzeevisschers volgen. Ook groeit iederen
dag de vraag naar de visch van den Harlinger
afslag; twee cijfers mogen dit hier zonneklaar
bewijzen. Het vorig jaar bedroeg de omzet van
den afslag in totaal 28.764. Dit jaar werd in
tien weken omgezet voor 190.000. Langzamer
hand vermeerdert ook het aantal koopers, dat
voor een bloeienden afslag noodig is. Er komt
vraag naar allerlei visch, op allerlei tijden; op
hen moet het bedrijf worden verder gebouwd.
De periode van de Zuiderzeeharing is thans
zoo goed als afgeloopen; er breekt nog een be
langrijke periode van ansjovis aan, die al even
veel succes belooft als de haring heeft gehad.
De pessimist zegt, dat het dan weer voor een
jaar gedaan is, de optimist verwijst hem dan
naar de kansen van de bovengenoemde snurre-
vaad-visscherij.
Haring is een vijfjarige visch, zegt de pes
simist; over een paar jaar is er op de Wadden
zee geen harinkje meer te bekennen. We zullen
zoeken, belooft de optimist, Ch hij komt met
klinkende bewijzen, dat de visch er blijven zal.
Ook op de Waddenzee heeft de haring kuit ge
schoten; er drijven eieren en larven rond; hij
doet steekproef op proef. En telkens is het re
sultaat, dat er leven klopt in de larven en de
eieren-. En deze zoölogische proeven zijn het
sterke bewijs, dat Harlingen een toekomst te
gemoet gaat, waarop te bouwen valt. De weg
naar de welvaart!
Het zeegat uit.
Wie de drukte rond den afslag heeft gezien,
het in- en uitvaren der vele visschersschepen.
beleefde alleen de laatste etappe van het be
drijf. Wie er meer van weten wil, welke
Hollandsche jongen wil dat niet trekke
mee het zeegat uit. Dc buit aan ervaringen,
die er wacht, is rijk
De zon plast vorstelijk over de bedrijvige
haven en op de rustige golfjes, die nog wat
nabuitelen van hun dollen rol door de zee. Oo
dc lange havenhoofden zitten hengelaars te
soezen; de zon doet hen den dobber vergeten,
ze turen nu maar wat in de ruimte en neuriën
een liedje van de zee.
De statige inzet der machines, het bruisen
de schroefwater, spattend tegen den achter
steven, de kabels los en twee sleepbooten drij
ven tusschen de havenhoofden de ruimte tege
moet.
Het is een ongewone taak. die hen wacht.
Twee jaar geleden trokken zij nog een statigen
sleep van Rotterdam naar de Roer, een jaar
geleden lagen ze opgelegd in gedwongen rust,
en thans,'t is niet van weelde, meneer"
zegt de kapitein, en hij vertelt van het moei
zaam zwoegen op den wijden plas, van het
groote risico, dat ze loopen, van het veel te
kostbare „spulletje", dat ze thans voor de vis
scherij benutten moeten, terwijl die twee oude
„motorren" ginds hetzelfde werk doen en even
veel succes hebben.
Intusschen is het geweldige net langzaam
over den achtersteven in zee verdwenen, de
koppen der twee tweepbooten zijn met een
draad op een veertig meter alstand aan elkan-
het nieuwe bedrijf en
den nieuwen bloei.
Vooreerst werd de
bestaande afslag, hoe
nieuw ook reeds te
klein, om den grooten
vischtoevoer vlot ge
noeg te kunnen ver
werken. Er is echter
ruimte in overvloed
aan de haven en de
plannen, om een groot
bestaand gebouw voor
de veiling van de
visch in te richten,
zijn reeds ver gevor
derd. Ook wordt de
aandacht besteed aan
betere losgelegenheid.
Bij laag water moet
men de vangst van
vrij groote diepte
naar de kade take
len, hetgeen niet bevor-
lijk is voor een snellen aan
voer.
Minstens even belangrijk, voor de
algemeene welvaart der stad eigenlijk
nog voornamer, zijn de nieuwe industrieën,
die er in Harlingen zelf door de bloeiende
vischvangst zullen ontstaan. Er is reeds een
nieuwe vischmeelfabriek, een moderne kisten
fabriek en twee oudere zusterbedrijven, terwijl
ook verschillende aanvragen binnenkomen om
bouwterrein, voor het inrichten van zouterijen
en rookerijen. Op bescheiden voet is zelfs al
een zouterij in werking. Op 15 Juni gaat de
N.V. Harlingsche kristalijsfabriek in werking, 'n
modern-geoutilleerde industrie, met een capaci
teit van 10.000 kg. ijs per dag, speciaal ingericht
voor de visscherij. Het bedrijf beschikt over een
electrischen ijsmolen, met een inrichting voor
het automatisch vullen der zakken, waardoor
alweer gelegenheid geboden wordt voor nieuwe
koelinrichtingen en geconserveerde verzending
van de visch.
Tenslotte is het niet alleen Harlingen zelf en
de naaste omgeving der stad, die profiteeren
van de nieuwe mogelijkheden, in den opbloei
der visscherij geboden. De iJselmeer-visschers,
die misschien niet allen een loonend bedrijf
kunnen vinden in de binnenzee, wanneer die
eenmaal in zoetwater is veranderd, krijgen
een nieuwe kans in de visscherij op de Wadden
zee. Maar ook, en dit is van meer belang en is
tevens een der jongste mogelijkheden, de
Noordzeevisschers, die boven de eilanden ge
woon waren te visschen, zullen met Harlingen
als basis een beter afzetgebied voor hun vangst
vinden. Door de zeegaten bij Terschelling im
mers is Harlingen voor hen in een paar uur tijd
te bereiken, terwijl zij vroeger meer dan acht
tien uren moesten tuffen, om den afslag te be
reiken. De vangst kan nu vrijwel onmiddellijk
na het ophalen, ter veiling worden gebracht en
per vrachtauto naar de plaats van bestemming
worden gevoerd. Wat Amsterdam in dezen voor
Harlingen beteekent, zullen wij hierachter, bij
de bespreking van een der vischmethoden, met
eenige woorden verduidelijken.
De meest-gevolgde manier van visschen is op
het oogenblik de kamer visscherij. Deze bestaat
in het uitzetten van enorme netten, waarin de
trekkende haring gevangen wordt, maar ruim
schoots gelegenheid overhoudt, om naar harte
lust rond te zwemmen. De fuiken staan ook
nog bij honderdtallen uit, doch de visch moet
hierbij zooveel overgeladen worden (van fuik
Men ver
wacht er
in Har
lingen
dan ook
alle suc
ces van.
Het ligt
voor de
hand, dat
de oogen uitwrijven en dikke boterhammen
eten.
De ruime binnenhaven drijft vol booten van
allerlei tuigage en bouw, sleepbooten, motor
scheepjes, tjalken, schokkers en kleinere schui
ten. Ze hebben bruine, en grauwe, gelapte en
gescheurde zeilen ze zijn alleen maar conform
door de vele schubben, die op tuig en boot zijn
vastgekleefd en door de zware lading zilveren
visch. Dat is het beeld der visschershaven,
als in den vroegen morgen de zilvervloot is
binnengevallen.
Precies te negen uur gaat de sirene van den
gemeentelijken vischafslag, hetgeen van dat
tijdstip af ieder uur herhaald zal worden. De
koopers stroomen binnen en beklimmen de
hooge tribune met de genummerde plaatsen.
Bij iedere plaats is een knop aangebracht, in
verbinding met het moderne electrische mijn-
toestel, de directeur laat den wijzer draaien
en de spannende koop begint. De prijzen zijn
niet hoog, maar er wordt vlot gekocht en niet
éénmaal laat men den wijzer de volle ronde
maken. Altijd is er kans op verrassingen en
de trouwe koopers zien even wantrouwend op,
als een onbekend gezicht zich tusschen hen
op de tribune begeeft. Spoedig genoeg blijkt,
dat het maar een nieuwsgierige is, en dan gaat
de koop weer rustig verder. Als ze op den knop
drukken, veren ze even met een sprongetje op,
als schrikken ze van de eigen stoutmoedigheid.
En opnieuw begint de wijzer z'n ronde, vooraf
gegaan door 'n luide aankondiging omtrent
herkomst, hoeveelheid en kwaliteit van de visch.
Na den afslag vinden we den
directeur, den heer Woestenburg,
gaarne bereid, om alle inlichtin
gen te verstrekken en de vele vra
gen, die een buitenstaander nu
eenmaal stellen kan, te beant
woorden. Het wordt een vlot on
derhoud, in een optimistischer!
toon, een nieuw, maar welkom
geluid in deze jaren van malaise.
En er zijn feiten te over, om dit
optimisme te rechtvaardigen.
Het was niet geheel uit weelde,
dat men te Harlingen weer begon
met de visscherij. Tot in de 17de eeuw bloeide
er dit bedrijf, niaar geleidelijk kwam het ver
val, van bloei was geen sprake meer, tot het
bijna vergeten was, dat er ooit een visscherij
topprestaties geleverd had.
Twee factoren hebben den opbloei van
thans sterk bevorderd; de toenemende werk
loosheid, die velen er toe bracht, een kans in
dit bestaansmiddel te wagen, en de voltooiing
van den afsluitdijk, die een groot aantal vis
schen op de Waddenzee tezamen bracht, Fries
land een betere verbinding bezorgde met een
nieuw afzetgebied en tenslotte een aantal Zui-
derzee-visschers naar de Waddenzee deed ver
huizen.
Voor bepaalde methoden in de visscherij is
slechts een klein bedrijfskapitaal noodig. Dit
deed een aantal werkloozen besluiten, zich een
grooter of kleiner net aan te schaffen en hier
mede te trachten, zich een nieuwe broodwin
ning te verzekeren. Dit is oorzaak, dat nooit op
de Waddenzee zóóveel verschillende visch
methoden in toepassing zijn geweest als thans.
Men zet er fuiken en „kamers" uit, men sleept
er met treil en kuil, of vischt met schepnet en
hengel. En de vangst is er zóó rijk. dat een
buitenstaander zich soms de oogen wrijft, als hij
den zilveren oogst van één trek, of den inhoud
van één kamer aan de oppervlakte ziet ver
schijnen.
De tweede factor, die Harlingen onverwacht
tot bloei zal brengen, is de definitieve afsluiting
van de Zuiderzee. Deze werkte op de eerste
plaats de dichtheid van de vischbevolking in
de hand. Ieder voorjaar immers trokken dichte
scholen haringen naar het paaigebied, in het
midden van de Zuiderzee. Dit jaar werden ze
tegengehouden door den afsluitdijk en nu trek
ken ze tusschen de Wadden-eilanden en de
Groningsche en Friesche kust rond. En het lag
voor de hand, dat er velen waren, die hier hun
geluk wilden beproeven.
Belangrijker nog waren de andere gevolger
van de voltooiing van den dijk. Harlingen kreeg
hierdoor een betere verbinding met Amsterdam,
dat een der beste afzetgebieden voor versche
visch is en werd tevens operatiebasis voor een
aantal Zuiderzee-visschers, die, wilden zij in
de toekomst een loonende haringvisscherij uit
oefenen, naar ander arbeidsveld moesten uitzien.