DE INBRAAK IN „NIJENRODE
-^istis^a^ded^srg van
VRIJDAG 12 MEI 1953
gebedsactie voor priesters.
HET COMPLOT.
EEN INITIATIEF VOOR DE MARIA
CONGREGATIES.
DE KABINETSFORMATIE.
VOORZITTER VAN DE TWEEDE
KAMER.
PROF. DR. A. TEN BOKKEL
HUININK.
MGR. VAN HOECK t
OUD-MINISTER PROF. MR DR.
A. VAN GIJN t.
w
HOE DE DADERS TE WERK
GINGEN.
DE MALVERSATIES TE DIRKSLAND
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
R. K. RECLASSEERINGS-VEREEN.
KATHOLIEK FILMFRONT.
V
„Een heilige kruistocht voor de iveldaadf
in het priesterschap aan het mensch-
dom geschonken".
In het Mei-Juni-nummer van het Directeu
ren-tijdschrift der Maria-Congregaties" lan
ceert Pater Willem Kea eenige ideëen voor
een krachtige gebedsactie ten behoeve van on
ze priesters in- navolging van de Santa Lega
„Pro Clero", welke in Italië bestaat.
Aan zijn pleidooi ontleenen we mede tei
verdere verspreiding van de wel belangrijke
en waardeering verdienende plannen de vol
gende gedeelten
„Sinds jaren mag ik wel zeggen, loop ik rond
met het idee in Nederland een gebeds-actie
voor priesters in het leven te roepen. Het ge
schikte oogenblik ervoor scheen maar niet te
komen. Wel probeerde ik af en toe een brokje
van mijn idee te verwerkelijken
rifn !kWa? lk inRome' als Directeur-Gene
raal Delegaat van het Apostolaat des Gebeds,
ppn "V !ng ™et La Santa Lega „Pro Clero",
eenifff t V00r Priesters> welke sedert
doc I f nden was aan het Apostolaat
irr.iv 6 6 opzet daarvan beantwoordde
volkomen aan mijn eigen idee. Weer in het
o terug, zat ik te wachten op een gunstige
ge egenheid om voor den dag te komen. En
a gunstige moment verscheen, toen eenige
aanden geleden een paar jonge idealistische
schrijvers publiek critiek gingen uitoefenen
°P tekortkomingen in ons priesterlijk leven:
critiek, welke verre van bezadigd was en door
al te sterke overdrijving onwaar werd, maar
och symptomen bevatte van een geestesge
steldheid bij een deel en zeker niet het
minst vurige onzer katholieken. Welnu, daar
®en het Psychologische moment. Als er
Viaa v §eestesgesteldheid werkelijk eerlijke
j m£en en hoogere motieven voorzaten,
f6? Sebeds-actie voor priesters succes
wjj™ j. Pen op een echt bovennatuurlijke
biittan^19 vermeende tekortkomingen met Gods
Mhn ee den weg te ruimen,
vnnr ,S vo°rnemen om die gebeds-actie
te d pri ers van het Apostolaat des Gebeds
?eP omgaan, heb ik om tactische rede
nen laten varen.
rrm j Maria-Congregatie, wier leden gere-
6er'd worden uit de élite van eiken rang
har ar,iT ln 0ns land> déar vind ik een vrucht-
aren bodem om deze actie te planten. Daar
zuilen wij vruchten ervan oogsten.
La Santa Lega „Pro Clero".
In Italië leerde ik deze gebeds-actie voor
ï^leSturs bennen. Het is nuttig daarover een
Paar bijzonderheden te hooren.
anuit de meeste bisdommen van Italië werd
I: geklaagd, dat de rijen der priester-
ndidaten erg gedund waren en dat men een-
al voor de moeilijkheid zou komen te staan,
men heele dorpen zonder priester zou
moeten laten.
Er werd echter niet alleen over gebrek aan
Priesters geklaagd, maar ook werd naar voren
gebracht, dat zij, die tot zoo'n hooge waar
digheid geroepen waren, vuriger zouden be
antwoorden aan hun roeping.
Om van God meer priesterroepingen te ver
krijgen en tevens ook grootere heiliging der
priesters, werd in verschillende diocesen het
initiatief tot een gebedskruistocht genomen
„Pro Clero". Al die kleine plaatselijke bewe
ginkjes, in een zeventig bisdommen van Italië
door den bisschop goedgekeurd, vereenigden
zich langzamerhand in één grooten Bond: „La
?aS|? Eega „Pro Clero". Dit werk werd den
Augustus 1921 door Paus Benedictus
^goedgekeurd. De H. Vader schreef o.a.
heilii hhen het volste vertrouwen, dat deze
God aa !?st:ucht van gebedên, welke aan
die we'll de? worden als dankzegging voor
menschd in het priesterschap aan het
de be I eerf"1 <=esch°nkenen als eerherstel voor
zijner gm§en> welke Hem in den persoon
balaten naren worden aangedaan, niet zal
af te -r, overvl°edige en troostrijke vruchten
•W erPen-
hemelsch°e^0n-- dan ook den overvloed van
enen bijstand neer over genoemd werd.
Wat ik me nu voor Neder
land voorstel?
Wordt le„de Maria-C mgregaties van ons land
tot doel héeft1^1 Pr° Clero- opgericht, welke
met dezelfd - gebeds-actie voor priesters,
La Santa t eolntenGes, welke in het doel van
eerherstel a?ga Etaan aangegeven: dankzeggen,
Pro Clero V<Ln' a*smeeken en hulp verleenen:
Teel rompsi;m2°° eenv°udig mogelijk, zonder
iemand, die vo £een bestour, maar alleen
den geestelijke?-,1 ,zoover noodig den Directeur
gelegenheden ter 61?er' in de uiterlijke aan
kunnen enkel lid ZIjde staat. Van deze sectie
ganisten, die lid ^orden: uitstekende congre-
Gebeds en die de ?erru?1thet APostolaat des
maatschap der pllchtlngen, aan het lid-
brengen. Dat wie lid ^erbonden, willen vol-
mtstekend conorem - r sectie wil worden,
zelf. Eerst de alpplw11 moet zijn, spreekt van-
£es ?nderhouden ^nend0 r6gelen tot in de Pun"
e eisch van lidmaats u"1 pas het bijzondere,
des Gebeds behoeft not p Van het Apostolaat
aar in de congregatie? geen betoog. Men kan
woordig. Als ieder kath„im?eiUjk buiten. tegen-
dan toch zeker onz^°Rek hd behoort te zijn,
Behalve deze algem??g eganisten.
dan nov de meene voon„=..
we het
veei reserve. De lil ™mpei
edelmoedige menschen zijn, echt= moete
Blijft nu de kwestie, wat wif df??r?ie^en-
Phchtend stellen. We kunnen overnL, s ver"
La Santa Lega vraagt. Het heeft Zii|n' Wat
deel, want het is reeds door Paus en bLI00*"
Pen goedgekeurd. Of willen wij iets I? p"
hebben voor Nederland Dat is aantrekkelijk^
in kaatste geval zou het zijn nut hebh»
tot de® Ieb8dS1Ctif te verwerken dé devotie
devotie ,?ees den Heiligmaker der zielen
het 200 inn!§ samenhangt met heel
vaak verwijf11 T welke> jammer genoeg, zoo
apart each ?ri° wordt. Dit geeft zeker een
aan de ip? °ok mogen wij niet vergeten
winningen ?n offertjes te vragen, zelfover-
üie moeite kosten.
jj-- Waar ik nu nog op wacht?
Congregay?,?16'3 ik nu te kijk gesteld voor de
dat het wel???6111"611 hl Nederland. Ik hoop,
twijfel ik niet d w°rdt opgenomen. Daar
wachten op de aan' alleen blijf ik nog zitten
hoe wij dit He op- en aanmerkingen,
kleeden. Du Ch? kifld practisch zullen aan
meer dan één C des idéesTwee weten
samen zullen ui?1 dc Congregatiedirecteuren
iets heel mooi's Wotmjjn 'uttele, gegevens wel
voor het Pinksterfee i °P te bouwen- We staan
H. Geest om zijn Welnu, bidden we den
Spiritusadehjk licht. Veni Sancte
NED. ROODE KRUIS.
Benoeming secretaris.generaal.
In de gisteren gehouden v»».
het dagelijksch bestuur van het NeH??ng^ V?n
Roode Kruis is aangewezen als secretr ai
raai het bij K B. van 6 Mei j 1 be??™"?61?6?
ker Sr£elijkSCh beStUUr dr' F' W. Don-
Dr. COLIJN BRENGT VERSLAG
UIT AAN DE KONINGIN.
De kabinetsformateur, dr. H. Colijn, heeft
zich gisterenmiddag 4 uur naar Den Rui-
genhoek begeven om H. M. de Koningn
rapport uit te brengen over den toestand.
De „Standaard" meldt nog dat dr. Colijn
naar aanleiding van de uit de fracties ontvan
gen antwoorden Woensdagmiddag de bespre
kingen heeft voortgezet met de leiders van
twee Kamerfracties, terwijl hij gisterenmorgen
nog met den leider eener derde fractie overleg
heeft gepleegd en ook nog een vergadering van
de A.R. Kamerclub heeft bijgewoond. Daarna
zou Dr. Colijn z'n standpunt definitief bepalen.
Het Kon. besluit van 11 Mei is benoemd tot
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, voor het tijdvak der tegenwoordige
zitting mr. J. R. H. van Schaik, lid van die
Kamer.
A. van Gijn.
Naar de „Telegraaf" verneemt, is de benoe
ming te verwachten van prof. dr. A. ten Bok-
kel Huinink tot hoogleeraar in de kruidgenees-
kunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht, als
opvolger van prof. Haverschmidt. In October
a.s. zal prof. Ten Bokkel Huinink, thans hoog
leeraar aan de medische hoogeschool te Bata
via, repatrieer^n.
ANTWERPEN, 11 Mei. (H.N.) Volgens een
thans eerst ontvangen bericht is op 30 April
mgr. van Hoeck, bisschop van Ranchi, suffra
gaan-zetel van Calcutta, op 63-jangen leeftijd
overleden. De overledene was Antwerpenaar
van geboorte.
Gistermorgen vroeg Is te zijnen huize
aan de Bankastraat te Den Haag overleden
Prof. Mr. Dr. Ant. van Gijn, oud-Minister van
Financiën. De heer van
Gijn bereikte den leef
tijd van bijna 67 jaar.
Met den heer van
Gijn is iemand heenge
gaan, die ons land in
zeer belangrijke en ge
wichtige functies heeft
gediend en door zijn
groote kennis van ons
financiën-wezen en van
economische vraagstuk
ken ook buiten ons
land groote bekendheid
genoot.
Mr. Dr. van Gijn
werd te Dordrecht ge
boren en genoot daar ter stede gymnasiaal-
onderwijs. Hij studeerde aan de Leidsche Uni
versiteit in de rechtswetenschappen en promo
veerde aldaar in 1892 tot doctor in de rechts-
en staatswetenschappen op een proefschrift
over de „herziening van de belasting op onge
bouwde eigendommen".
Met ingang van Januari 1893 werd hij be
noemd tot adjunct-commies ter Provinciale
Griffie van Zuid-Holland, waar hij gedurende
tien iaren werkzaam bleef, achtereenvolgens
als commies en als hoofdcommies in verschil
lende afdeelingen. Vervolgens werd hij in 1905
secretaris van het College, bedoeld in de Wo
ningwet en ook secretaris van de Gezondheids
commissie te 's Gravenhage.
Daarna begon hij zich ook in zijn ambtelijke
loopbaan te specialiseeren op het financiën-
wezen en daarmede verband houdende vraag
stukken. Met ingang van 1 October 1905 werd
hij benoemd tot administrateur bij de generale
thesaurie van het Ministerie van Financiën en
verkreeg in 1909 den titel van thesaurier-gene
raal.
In 1911 werd de thans ontslapene gekozen
tot lid van de Provinciale Staten van Zuid-
Holland welk ambt hij vervulde tot 1916 toen
hij tot Minister van Financiën werd benoemd.
De heer van Gijn was aanvankelijk lid van
de vrijzinnig democratische partij doch sinds
1910 lid van de liberale Unie.
Bekleedde prof. van Gijn gedurende een
reeks van jaren een belangrijke functie in het
maatschappelijk leven, zijn eigenlijke levens
taak heeft hij gevonden ais Minister van Finan
ciën en later als adviseur voor financieele aan
gelegenheden van de Nederlandsche en ook
van Buitenlandsche Regeeringen. In 1916 werd
hij, zooals reeds boven is opgemerkt, Minister
van Financiën in het Ministerie Cort van der
Linden. De Ministersportefeuille behield hij
echter niet lang, want reeds in Februari 1917
moest hij aftreden omdat er in den Minister
raad verschil van meening bestond omtrent zijn
verantwoordelijkheid in verband met de cri
sis-uitgaven. Toen het kabinet Cort van der
Linden optrad in 1913, had de premier Mr. van
Gijn reeds aangezocht om de portefeuille van
Financiën te willen beheeren. Deze meende
echter toen daarvoor te moeten bedanken. Hij
werd als Minister van Financiën opgevolgd
door wijlen prof. Treub.
Zijn groote kennis van financieele aangele
genheden hadden inmiddels ook in het buiten
land de aandacht getrokken.
Mr. van Gijn was commandeur in de Oranje-
Nassau Orde, ridder in de Orde van den Ne
derlandsche Leeuw en groot-officier in de orde
van den Witten Leeuw van Tsjecho-Slowakië.
J. VAN AMSTEL t.
In den ouderdom van 49 jaren is te Maastricht
overleden de heer Jac. van Amstel, ondervoor
zitter van de Kamer van Koophandel en Fabrie-
ken voor Maastricht en omstreken.
OUD-STATIONSCHEP J. PRINS, f
led?5 ®9rian'Sen leeftijd is te 's Hage over-
n de heer J. C. Prins, oud-stationschef.
J. P. STAM f
de°brr?~'?r'g0n l^Hijd is te Haarlem overleden
St iGI Stam, een der oudste leden der
Vincentiusvereeniging aldaar.
SPAANSCHE MANIEREN.
per? ma??kf''rlcrSChe corresPondent der soc.-dem.
binnenkort door ÏT b'j' dat de drukkarijen
binnenkort door uitgevers, die achter de regee-
rrng staan, m gebruik zullen worden genomen
Voor een dergelijke methode van „ingebruik
neming" gaat men in een ander land de gevan
genis in.
De correspondent vergist zich. Wat de nazi's
zich veroorloven, hebben socialisten niet alleen
dertig jaar geleden in Frankrijk gedaan, maar
leveren zij nu ook in Spanje, waar bijvoorbeeld
de Jesuieten van al hun goederen beroofd en
uit hun eigen huizen verbannen worden, terwijl
de katholieke kerk van al haar goederen beroofd
werd.
Wanneer protesteeren de socialisten daar nu
eens .tegen?
Het kasteel Nijenrode te Breukelen aan de Vecht, waar de z.g. inbraak
heeft plaats gehad.
Eindelijk is er dan klaarheid gekomen in de
geruchtmakende zaak van de inbraak op het
kasteel „Nijenrode" te Breukelen in den nacht
van Maandag op Dinsdag, 29 Februari en 1
Maart van het vorig jaar. Indertijd zijn stem
men er over spoedig verstomd: er bleef iets
duisters en raadselachtigs in deze heele aan
gelegenheid en de schaarsche gegevens gaven
geen vat. Maar politie en justitie zijn in stilte
actief gebleven en de oplossing van het geval,
gisteren in ons avondblad vermeld, is niet
minder dan sensationeel. De inbraak blijkt in
scène gezet te zijn met medewerking van den
bestolene zelve! Niet de heer van Nijenrode
is de eigenlijke benadeelde, maar slachtoffers
zijn de verzekeringmaatschappijen, die met een
aanzienlijke som over de brug moesten komen,
over de fraaie ophaalbrug van het oude kas
teel wel te verstaan!
De courant van 2 Maart 1932 bracht
het eerste bericht over den diefstal.
Toen den dag tevoren het personeel van
het kasteel Nijenrode, zoo heette het, omstreeks
half acht in den morgen voor de dagelij ksche
werkzaamheden in de benedenvertrekken
kwam, deed men de ontdekking, dat er vreemd
bezoek was geweest. Inbrekers bleken des
nachts hun slag te hebben geslagen in het
kasteel en zij hadden kans gezien er met een
aanzienlijken buit aan kunstvoorwerpen en
kostbaarheden vandaar te gaan. Vermist wer
den zeven schilderijen van oude meesters,
vijftig miniaturen en eenig goud en zilverwerk.
De daders hadden niet alles meegenomen wat
hun onder de handen kwam. Zij bleken een
keus gemaakt te hebben, waarbij zij de voor
keur gaven aan kleine voorwerpen, die ge
makkelijk te transporteeren waren. De schil
derijen waren gemiddeld 30 c.M. in het vier
kant en een grooter doek van- Moreni hadden
zij onaangeroerd gelaten.
Sporen waren er niet. Verdachte personen
heeft men in de omgeving van het kasteel niet
gesignaleerd, niemand van het personeel had
des nachts iets gehoord en vingerafdrukken
werden niet gevonden. De politie stond der
halve voor een raadsel. Onze Utrechtsche re
dacteur sprak dan ook reeds in ons avondblad
d.d. 2 Maart van „een merkwaardige misdaad".
„De eenvoudige, ongecompliceerde manier",
zoo schreef hij, „waarop men zich hier van
'n belangrijken buit heeft meester gemaakt,
heeft iets „geniaals", zoodat men zich met
verbijstering af vraagt, hoe het mogelijk is
geweest, dat men zoo eenvoudigweg zulk een
slag heeft kunnen slaan. Het is merkwaardig
hoe de inbrekers, zonder een onnoodige ver
nieling of beschadiging, zonder waarschijnlijk
een enkele minuut langer te blijven dan strikt
noodzakelijk was, te werk zijn gegaan, kalm,
gedecideerd enfeilloos".
Hoe dat mogelijk is geweest, werd thans
afdoende verklaard!
De inbrekers vertellen....
De inbrekers, die kort geleden zijn gearres
teerd, hebben volledig bekend, en gedurende
de verhooren voor politie en rechter-commis-
saris, hebben zij tot in details vei'teld, hoe de
inbraak heeft plaats gehad Daaromtrent ver
nemen wij nog de volgende bijzonderheden:
De daders waren voorzien van een situatie-
kaart waarop de verschillende toegangen van
het groote kasteel nauwkeurig waren aange
geven Zij zijn binnengedrongen door een raam
van een hoekzaal Dit raam was voorzien van
glas in lood-raampjes en ook hierin voorzagen
de informaties Zij hadden nl. opdracht, het
derde ruitje van boven en het derde van on
deren te verbrekfc, zoodat zij door hun hand
erdoor te steken, de grendels weg konden schui
ven. Er was afgesproken, dat op 29 Februari
de „stoot" zou plaats hebben, doch vooraf had
den de inbrekers zich degelijk op de hoogte
gesteld, of de zaak niet ineen was gezet, om
hen in de gevangenis te krijgen.
Hoewel het binnenplein van het kasteel dik
met grint was belegd en het verbreken van de
glas in lood-raampjes veel lawaai maakte,
hoorde de kasteelbewoner, die n.b. vlak boven
de bewuste kamer sliep, niets van het geval!
Behalve instructies voor het binnen komen
hadden de inbrekers ook nog nauwkeurige aan
wijzingen betreffende de kunstschatten, welke
zij moesten meenemen. Hun was gezegd, dat zij
de schilderijen moesten hebben, die om de
„Roetmop", een gemakkelijk te herkennen
schilderij, hingen. (Deze „roetmop" zal zijn het
portret van den neger, dat bij de vermiste
schilderijen werd opgegeven.)
De kamer, waar de nachtelijke „werkzaam
heden" moesten plaats hebben, is vrij dicht
aan den hoofdweg gelegen. Daarom hadden de
ditmaal uitgenoodigde, inbrekers de gordijnen
maar dicht geschoven, wat ook weer met lawaai
gepaard ging. „Het leken wel vloerkleeden",
verklaarden de heeren voor den rechter-com-
missaris!
Voorts hebben de inbrekers voor den rech-
ter-commissaris nadrukkelijk medegedeeld,
dat zij zich precies aan de instructies hebben ge
houden en vijf schilderijen en een aantal mini
aturen die klaar gezet waren, hebben meegeno
men. (In de berichten werd indertijd van zeven
schilderijen gesproken.)
De miniaturen gingen in een zak en de
kostbare schilderijen werden achter op de fiets
gebonden en zoo ging het hoofdstadwaarts. Het
gestolen goed werd naar den ouden bekende
van politie en justitie, B., gebracht, die de
„jongens" er op uitgestuurd had.
De moeilijkheden met de
afrekening".
Toen was het wachten op geld. Er was over
eengekomen, dat verschillende „heeren" twaalf
duizend gulden te verdeelen zouden krijgen. De
betaling traineerde echter op dusdanige wijze,
dat zij als schadeloosstelling er nog zelf acht
duizend gulden oplegden zoodat zij in totaal
twintig mille vorderden. Doch de heer O. de
bewoner van het kasteel zat vrijwel op zwart
zaad zoodat van betaling niets kwam. B. en zijn
inbrekersstaf werden ongeduldig. Aanvankelijk
besloten zij, zich schadeloos te stellen voor
zoover dat mogelijk was, door het goud van
de miniaturen af te halen. Eindelijk kwam er
1500 binnen. De Haagsche K. kreeg 500, de
man, die als tusschenpersoon tusschen K. en
B. was opgetreden, toucheerde eveneens 500,
terwijl voor B. en zijn makkers de laatste 500
werden afgestaan. Een maand lang werd er
levendig onderhandeld. Min of meer bedekte
bedreigingen aan den kasteelheer bleven niet
uit, doch geld kwam er niet op tafel. B. en de
inbrekers zaten toen met hun gestolen waar
opgescheept want zoowel de schilderijen als
de miniaturen zijn van een dusdanige be
kendheid in de wereld van den kunsthandel,
dat een eenigszins loonende verkoop absoluut
onmogelijk was, zonder gesnapt te worden.
Nu komt de volgende schakel in deze Edgar
Wallace-story.
De bemiddeling van den
detective.
B. zocht contact met den particulier detective
J., wetende, dat deze nog al eens door verze
keringsmaatschappijen wordt belast met het
opsporen van gestolen goed. Deze J. stelde zich
op zijn beurt weer in verbinding met de ver
zekeringsmaatschappij, het gestolene was
voor eenige tonnen verzekerd en het was
natuurlijk de bedoeling na uitbetaling van het
verzekeringsbedrag de schilderijen en miniatu
ren te vernietigen, zoodat iedere kans, dat zij
weer op de proppen zouden komen, uitgescha
keld was.
Intusschen werd door de verzekeringsmaat
schappijen een belooning van 10.000 uitgeloofd.
De dieven brachten hun buit naar den particu
lier detective en deze volgde zijn gewone me
thode. Op zeer geheimzinnige wijze opende hij
de onderhandelingen met de verzekeringsmaat
schappijen. Op donkere avonden en op verlaten
wegen werden afspraken gemaakt. J. kwam
dan, vergezeld van eenige gemaskerde man
nen in een auto aanrijden, toonde voor de ruit
een schilderij, om daarna weer ijlings weg te
rijden. Zijn geheele bedoeling met deze mani
pulaties was, te bewijzen, dat hij den buit op
het spoor was en ijverig bezig was óm de zaak
„in het reine" te brengen.
Een derde gedeelte van de partij kwam reeds
in Maart van het vorige jaar via den particu
lier detective bij de verzekering terug. De de
tective bedong voor zijn bemoeiingen 3500,
terwijl 10.000 door de verzekering werd uit
betaald. Dit geld werd verdeeld onder de drie
inbrekers en hun hoofd B.
De inbrekerscombinatie zat nu nog min of
meer in haar maag met twee derden van den
buit. Intusschen moesten de verzekeringsmaat
schappijen over de brug komen.
Er bestond al eenig vermoeden, dat de zaak
niet geheel in orde was, maar tegen den kas
teelheer had de justitie nog geen enkel bewijs
in handen. De verzekeringsmaatschappijen bo
den hem een dading aan van 70.000.
Toen kwam ten slotte het tweede deel der
schilderijen aan de beurt. Dit is pas in het
begin van dit jaar ook weer via den particu
lier detective aan het licht gekomen. Ook in
dit geval speelde J. weer de rol van den pien-
teren en volijverigen, doch uiterst geheimzin-
nigen detective. Het lezen van Conan Doyle,
Edgar Wallace en Oppenheim schijnt zijn in
vloed niet te hebben gemistHij zou, ook om
deze partij op te sporen, weer geweldige on
derzoekingen hebben gedaan. Zoo deed hij b.v.
het verhaal, dat in het bosch van de Holland-
sche Rading, in de nabijheid van Utrecht, „zoo
veel stappen links en zooveel stappen rechts",
de buit in een greppel was begraven. Het be
hoeft geen betoog, dat deze verhalen slechts
uit het vruchtbaar brein van den detective
kwamen en dat de schilderijen reeds lang op
een veilig plekje in zijn kantoor waren ver
borgen.
De kasteelheer aangehouden.
Over de arrestatie van den heer M. O. v. N.,
meldt men ons nog:
De officier van justitie, mr. van Thiel, de
chef van de centrale recherche, de heer Posthu-
ma en de beide rechercheurs, de heeren Loman
en Weile begaven zich Dinsdag in den laten
avond per auto naar het kasteel. Op hun vor
dering ontsloten zich onmiddellijk de groote
kasteelpoorten, doch het bleek, dat de vogel
gevlogen was. Noch de portier, noch de tuin
man, noch een van de andere leden van het
uitgebreid personeel wist te vertellen, waar
hun heer en meester zich ophield.
Juist echter arriveerde de groote auto van
den heer O., waarin zich alleen zijn chauffeur
bevond. Deze bleek spoediger geneigd om in
lichtingen te geven. Hij vertelde, dat zijn mees
ter zich op dat oogenblik in Den Haag bevond,
waarheen hij juist was teruggekeerd uit
Duitschland. Hij was teruggekeerd, omdat zijn
vrouw haar arm had gebroken. Zoo speelt dus
ook het toeval een rol in deze, langen tijd zoo
mysterieuse, geschiedenis. Onmiddellijk bega
ven de beide rechercheurs zich op weg naar den
Haag, waar Zij den heer O. arresteerden.
Het hoeft geen betoog, dat zoowel de politie
als de justitie hier uitstekend werk heeft ver
richt. Vooral doordat nu duidelijk uitkomt,
welke rol B., die ook in connectie staat met den
„Al Capone van Amsterdam", in de onderwe
reld van de hoofdstad speelt.
De instructie in deze zaak is nog in vollen
gang. Het materiaal, dat zoowel door het par
ket als door den rechter-commissaris moet wor
den verwerkt, is overstelpend groot.
De kasteelheer.
Onze Utrechtsche redacteur meldt nog:
Voor zoover dat uit de inlichtingen, die wij
hier en daar hebben gekregen valt vast te stel
len, heeft de heer O., de zoogenaamde kasteel
heer van Nijenrode een nogal bewogen leven
achter den rug, voorzoover zulks tenminste
zijn financieele ups en downs betreft. De heer
O. heeft op geen enkele wijze erfelijke rech
ten of betrekkingen ten aanzien van het kas
teel. Hij is van eenvoudige afkomst en te
Utrecht geboren, waar hij vroeger een kleinen
winkel had, welken vele Utrechtenaren zich
nog zeer goed kunnen herinneren. O. was een
verwoed speculant en hierdoor is zijn nu eens
rijk zijn, dan weer in financieele moeilijk
heden verkeeren, volkomen verklaard.
Aanvankelijk deed de heer O. in koffie en
daarmede wist hij zich een niet onbelangrijk
vermogen te verwegen. Toen hij evenwel
eens een flink deel van een Braziliaanschen
oogst had opgekocht, leed hij geweldige verlie
zen en kyam daardoor in moeilijkheden.
Ook voor een tweede maal wist de heer O.
een vermogen te verwerven met den handel
in koffie. Door aankoop kwam hij toen in het
bezit van het kasteel Nijenrode en sindsdien
werd hij dan ook gewoonlijk O. van Nijenrode
genoemd, alhoewel hij op dezen „titel" geen
werkelijke aanspraken kon doen gelden. Toen
hij wederom in moeilijkheden kwam, werd de
bekende overeenkomst aangegaan met de fa.
Goudstikker in Amsterdam, die het kasteel
inrichtte als een expositiegelegenheid voor
kunstschatten, terwijl O. als „kasteelheer" op
het kasteel bleef wonen.
Indertijd, toen het huis door Goudstikker
was ingericht, gaven wij bij gelegenheid van
een persbezoek een uitvoerige beschrijving van
het kasteel en van de rijke verzameling, die
in de prachtige zalen was ondergebracht.
Maar het schijnt wel, dat na de overeenkomst
met Goudstikker de moeilijkheden niet waren
opgelost, die tenslotte tot de catastrophe heb
ben geleid, tot de sensationeele, maar ook tra
gische ontknooping van de arrestatie.
Twee der arrestanten op vrije voeten.
Naar wij vernemen zijn gisteren door de
rechtbank te Rotterdam op vrije voeten gesteld
de makelaars W. J. N. te Middelharnis en de
landbouwer H. P. te Dirksland, welke perso
nen verdacht werden betrokken te zijn bij de
vervalschingsaffaire te Dirksland. De landarbei
der L. eh de timmerman L. beiden uit Dirks
land blijven echter in verzekerde bewaring.
Het onderzoek wordt voortgezet.
Het raam rechts onderaanwaardoor
de daders des nachts zijn binnen
gekomen.
Moordende Bezuiniging.
Het „Verkeer" geeft een lijstje van ongeluk
ken bij onbewaakte overwegen en vervolgt:
Het kan niet worden ontkend: met de quaestie
der onbewaakte overwegen in ons land is iets
niet in orde. Wanneer wij in de dagbladen tel
kens berichten lezen over ernstige ongelukken
op onbewaakte overwegen, wanneer wij in ge
sprekken met automobilisten en motorrijders
herhaaldelijk hooren van ongelukken, waarvan
men bijna op onbewaakte overwegen 't slacht
offer was geworden, wanneer men als voor
zichtig automobilist op zijn reizen door ons land
meermalen onbewaakte overwegen tegenkomt,
waarbij men, niettegenstaande alle voorzorgen,
toch heel sterk den indruk heeft geenszins voor
100 „veilig" geweest te zijn dan moet er
met die onbewaakte overwegen toch inderdaad
iets niet in den haak zijn.
En verder:
Jarenlang kent het weggebruikend publiek
den onbewaakten overweg, is volkomen inge
licht omtrent het juiste, gebruik ervan, is door
drongen van het gevaar, dat bij in den wind
slaan der voorschriften dreigt, een ieder heeft,
individueel, al wel honderd maal en op honderd
verschillende plaatsen een onbewaakten over
weg „genomen" en toch gebeuren er her
haaldelijk nog de ergste ongelukken. Waar ligt
dat aan? Wat mankeert er nog? Waar ligt hier
de oorzaak? De vragen dringen zich onwille
keurig aan ons op en het antwoord, dat ieder
voor zich daarop geeft, is verschillend Op één
punt zijn allen het ééns: waar zooveel ongeluk
ken nog gebeuren, moet er iets toch niet in orde
zijn met de quaestie der onbewaakte overwegen.
De redactie komt ten slotte tot de conclusie:
Er gebeuren in ons land met de onbewaakte
overwegen te veel ongelukken, dan dat de pu
blieke opinie daarmede vrede kan hebben.
BRANDSTICHTING IN EEN HOTEL.
Het Haagsche Gerechtshof heeft Woensdag
verder behandeld een destijds geschorste zaak
tegen W. B., kellner in een hotel te Oud-
Beierland,- die terecht stond wegens opzettelijke
brandstichting, omstreeks een jaar geleden in
een hotel te Oud-Beierland.
De verdere behandeling dezer zaak was uit
gesteld om een nader onderzoek te doen in
stellen naar de geestvermogens van den ver
dachte.
Daaromtrent werd thans rapport uitgebracht
door de psychiaters dr. J. Scholtens en dr. H.
A. Gerritsen, die concludeerden, dat verdachte
in een pathologische roes verkeerde door ge
bruik van alcohol, in welk geval het misdrijf
den verdachte niet kon worden toegerekend.
De advocaat-generaal, mr. De Visser, was
het hier mede niet eens en was van oordeel,
dat verdachte zich moedwillig in dezen toe
stand gebracht heeft. Hij eisch te vernietiging
van het vonnis der Dordtsche rechtbank, (dat
luidde: 1% jaar gevangenisstraf) veroordee
ling tot 1 jaar gevangenisstraf met aftrek van
de preventieve hechtenis van 1 jaar, voorwaar
delijke ter beschikking stelling met een proef
tijd van 3 jaar en onder toezichtstelling van
het Ned. Genootschap tot Zedelijke Verbete
ring van Gevangenen.
Op verzoek van den verdediger, mr. Parmen-
tier te Leiden, werd verdachte onmiddellijk
in vrijheid gesteld. De uitspraak werd bepaald
op 24 Mei.
SPELEN MET LUCIFERS.
Te Ouderkerk geraakten Donderdagmiddag
de kleeren van het 4-jarig zoontje van den heer
S. W. in brand, doordat het kind met lucifers
speelde. Alhoewel men spoedig te hulp snelde
bekwam het ventje ernstige brandwonden over
het geheele lichaam. Hij werd naar een zieken
huis overgebracht.
Jaarvergadering te Utrecht.
Te Utrecht werd de algemeene jaarlijksche
vergadering der R. K. Reclasseeringsvereeni-*
ging gehouden, onder leiding van Mr. Dr. W.
Fick (Den Haag). Van de 36 afdeelingen waren
er 33 vertegenwoordigd.
In zijn openingsrede bracht de voorzitter naar
voren, dat de afdeelingen in haar resp. jaar
verslagen zich niet tot het vermelden van
loutere cijfers hadden bepaald, doch ook de
karakteristieken van misdadigheid ter plaatse
en reclasseering hadden weten te bepalen.
De gunstige cijfers van geslaagde reclassee-
ringsgevallen wijzen uit, dat er geen reden is
zich over de resultaten van ons werk ongerust
te maken.
Uiteindelijk is er een oplossing gevonden
voor de financieele verhouding tusschen R. K.
Landkolonie en R. K. Reslasseeringsvereeni-
ging, waarbij de Ver. R. K. Landkolonie een
zeer royale houding heeft aangenomen. Na
besprekingen te hebben gehouden met een
groote congregatie hier te lande kan de voor
zitter mededeelen dat binnen afzienbaren tijd
bet ideaal eener Roomsche Landkolonie verwe
zenlijkt kan worden.
De Voorzitter verwelkomde hierna Z. Exc.
Mr. Dr. L. N. Deckers, Eere-'voorzitter der Ver-
eeniging, zoomede den heer J. H. Ledeboer,
Directeur van het Centraal-Bureau der Ver.
van Reclasseeringsinstellingen.
De voorzitter bracht den heer B. v. Haagen
(Bilthoven), die wegens zijn hoogen ouderdom
zich niet herkiesbaar stelde als hoofdbestuurs
lid een woord van dank.
Minister Dr. L. N. Deckers wees erop, hoe
men iederen dag ervaart hoezeer het over-
heidswerk steun en aanvulling noodig heeft
van hetgeen voortkomt uit het particulier ini
tiatief. In het land moeten 'mannen en vrouwen
gereed staan voor de noodlijdende landgenooten
en in de voorste rijen staan de leden der katho
lieke reclasseering.
Z. Exc. huldigt daarna den heer v. Haagen,
met wien hij jarenlang in het Hoofdbestuur
mocht samenwerken en die op het gebied der
reclasseering pionierswerk heeft verricht. Het
zal dan ook niemand verbazen, aldus Z. Exc.
dat zijne verdiensten bij de Regeering niet on
opgemerkt zijn gebleven. Het heeft daarom
H. M. de Koningin behaagd den heer B. v.
Haagen te benoemen tot Ridder in de Orde van
Oranje Nassau.
De minister speldde persoonlijk het eereme
taal op de borst van den heer v. Haagen.
Aan de orde was hierna de verkiezing van
een hoofdbestuurslid, ter voorziening in de va
cature „v. Haagen". Gekozen wordt bij eerste
stemming Mr. C. Tilman, Rechter in de Arr.
Rechtbank te Breda, terwijl J. Rademaker
(Amsterdam) herkozen wordt verklaard.
De heer C. A. de Bruyn, voorzitter van het
R. K. Werkliedenverbond, zeide, dat het R. K.
Verbond gaarne van de afdeelingen der R. K.
Reclass. verg. zal vernemen indien ergens
klachten zijn over samenwerking.
In de middagvergadering werd door Mr., G.
Feber (Den Haag) een lezing gehouden over
het onderwerp „De criminaliteit der Katholie
ken in Nederland".
Men verzoekt ons te melden:
Dezer dagen heeft te Utrecht de oprichtings
vergadering plaats gehad van de vereeniging
Katholiek Film Front. Ter vergadering, die
onder leiding stond van prof. mr. W. Pompe,
waren .talrijke uitgenoodigden aanwezig. Na
mens het voorloopig comité, dat tevoren een
manifest tot de genoodigden had gericht, gaf
de heer A. van Domburg een uiteenzetting van
het doel der vereeniging, waarna uitvoerige
discussies plaats hadden.
De aanwezigen, vertegenwoordigers van alle
groepen uit katholiek Nederland waren alge
meen van meening, dat een Katholiek Film
Front niet alleen gewenscht maar uiterst nood
zakelijk is. De tijd tot het vormen van een
eigen front is thans beter geschikt dan ooit.
daar algemeen een verdieping van de filmpro
ductie in de wereld is waar te nemen. Deze
roep om verdieping en levensinhoud alsmede
de groote kansen, die een katholieke productie
zoowel in eigen kring als daarbuiten biedt,
moge ook en zelfs allereerst gehoord worden
door de katholieken, die de film als een mach
tig wapen voor een cultuur beschouwen. Ter
vergadering werd meermalen de aandacht ge
vestigd op de regeeringen in Sovjet-Rusland
en Duitschland, die, zij het ook buiten of zelfs
tegen het katholicisme, zich meester hebben
gemaakt van de film als het modem propa
gandamiddel tot verbreiding en versterking
van hun overtuiging.
Het doel.
Het doel der vereeniging is drieledig. In da
eerste plaats wil het Katholiek Film Front de
eigen positieve katholieke productie bevorde
ren, zoowel door het verleenen van opdrachten
aan katholieke cineasten als door het steunen
van initiatieven van anderen. In de tweede
plaats wil het Kath. Film Front een tijdschrift
stichten ter voorlichting van het katholieke
publiek. Ten derde wil de vereeniging de dis
tributie van katholieke films zelfstandig of
met hulp van anderen bevorderen.
Onder een eigen katholieke productie is te
verstaan het maken van films, die in de na
tuurlijke of bovennatuurlijke orde het katho
licisme, huldigen, die dus rechtstreeks of indi
rect de katholieke cultuur kunnen dienen, zoo
wel in documentaire films als in speelfilms.
De middelen.
Om tot een zoo grootsch doel te geraken zal
de medewerking noodig zijn van tienduizenden.
Daarom meende de vergadering, dat een zoo
laag mogelijke minimum contributie moest ge
steld worden, éen contributie, die redelijker
wijs voor iedereen gemakkelijk te dragen zou
zijn. Iedereen, die deze contributie stort, kan
door het bestuur als lid van het Katholiek
Film Front worden aangenomen. Het te stor
ten bedrag is vijftig cent minimum per jaar.
Uit dit bedrag volgt reeds vanzelf de noodza
kelijkheid, dat inderdaad tienduizenden zich
als lid opgeven. Zonder deze tienduizenden is
het doel onbereikbaar en mét deze tienduizen
den zullen de donateurs niet overbodig worden.
Wanneer echter allen meedoen, dan is de eigen
katholieke productie verzekerd en dan zal het
aan katholiek Nederland te danken zijn, dat
een filmorganisatie werd gesticht, die zich tot
een groote internationale macht kan uitbreiden.
Een nauwe samenwerking zal worden ge
zocht met de reeds bestaande filminstituten
onder de katholieken.
Het bestuur werd als volgt samengesteld:
Bernard Verhoeven, voorzitter: J. van Vonde-
ren, seer.: A. van Domburg (Close-up) 2e secr.;
Jan' Derks, penningmeester; Irma Meijer, Kees
Spierings, C. Vos, leden.
Tot het doen van nadere mededeelingen zal
het bestuur bij voorkomende gelegenheden een
beroep doen op de Pers.
Nog zij vermeld, dat onder de aanwezigen
zich bevonden prof. Titus Brandsma, Rector-
magnificus der Katholieke Universiteit, te Nij
megen en verschillende andere geestelijken,
voorts belangstellenden uit de kringen van
Kath. Soc. Actie, Kath. Filmcentrale en Eido-
phon, alsmede de heer Alphons Laudy, hoofd
redacteur van „De Tijd", terwijl talrijke ad-
haesiebetuigingen waren binnengekomen.
EXAMENS SURNUMERAIR REG. EN DOM.
In November en December 1933 zal te 's-Gra-
venhage worden afgenomen het vergelijkend
examen voor surnumerair der registratie en
domeinen voor 10 plaatsen. De verzoeken om toe
lating tot dit examen moeten vóór of uiterlijk
op 1 Augustus 1933 bij het Departement van
Financiën zijn ingekomen, vergezeld van de ver»
eischte bescheiden.