UIT BIADEN Eh
TIJDSCHRIFTEN
Nè
DE KABOUTERS
INDIE-PROGRAMMA-COMMISSIE
GEÏNSTALLEERD.
Een taak van zeer delicaten aard.
Nederland en de Indiën hechter
aaneengesmeed.
DE REGELING VOOR DE
CONSUMPTIE-MELK.
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.
Kentering door inschakeling der
organisaties?
ORGEL-EXAMENS.
INDIRECTE REGEERINGSCONTROLE
OP INDUSTRIE IN DE V. ST.
KATHOLIEKEN BIJ DE MARINE.
DE TAAK VAN HET DUITSCHE
TOONEEL.
DE WANDELENDE OLIFANT.
ZIJN JUWEELTJES
VAN
RECLAME KUNST
Donderdag vond in het bureau van den Radio-
raad te 's Gravenhage de installatie plaats van
de Indië-Programma-Commissie, ingesteld bij
beschikking van den Minister van Waterstaat
van 30 Maart 1933 no. 201. Op diens verzoek
geschiedde de installatie door den voorzitter,
den heer H. van Boeijen met een rede, waarin
hij er in de eerste plaats op wees, dat de taak,
die de Indië-Programma-Commissie heeft te
vervullen, althans een deel daarvan, van zeer
delicaten aard is.
Toezicht houden is bijna altijd moeilijk. Toe
zicht houden dat het gesproken woord aan
zekere eischen voldoet, is ongetwijfeld lastig,
voor het besef van ons Hollanders vaak pijn
lijk en de uitoefening van deze taak kost in
menig geval zelfoverwinning wil zij naar be-
hooren volbracht worden.
En nu wordt de moeilijkheid van de taak
nog vergroot omdat de geschiktheid van het
uitgezondene naar de Overzeesche gebieden
moet beantwoorden aan de wenschen en be
hoeften der samenleving in die streken.
Het oordeel: wat gewenscht is, wat mag en
wat niet mag, kan daarom alleen gevormd wor
den door personen, die volledig de wenschen
en behoeften in onze Koloniën kunnen peilen
en die bij de vervulling van hun taak bereid
zijn zoo noodig terzijde te stellen, wat per
soonlijk begeerd wordt en die alleen het be
lang van anderen willen dienen.
De Regeering, aldus spr., verheugt zich er
over, dat gij u juist beschikbaar hebt willen
stellen om in de Commissie zitting te nemen.
Uw rijke ervaring in onze Overzeesche ge-
biedsdeelen. uw kennis van de wenschen en
behoeften der bevolking aldaar geven met uw
begeerte om het beste voor de bevolking te
zoeken, den waarborg, dat de taakvervulling
van de Indië-Programma-Commissie aan recht
matige eischen zal voldoen
Maar in de tweede plaats wordt gaarne tot
Installatie van de Indië-Programma-Commissie
overgegaan omdat door de instelling van deze
Commissie wordt vetolkt dat eindelijk een
oplossing is verkregen voor de regelmatige
uitzendingen naar onze Koloniën.
Het is, naar het mij voorkomt, niet nuttig
en niet noodig in herinnering te brengen dat
sinds 1 Juli 1930 de uitzendingen naar Indië zijn
nagelaten Ik wensch alleen dankbaar in herin
nering te brengen dat de Phohi vóór 1 Juli 1930
zich beijverde om het dagelijksch leven van de
Indische luisteraars waardevoller te maken en
wij verheugen ons erover, dat thans een oplos
sing is verkregen, waardoor éénerzijds aan
het verlangen van verschillende Omroepver-
eenigingen wordt voldaan aan Indië te mogen
igeven, wat zij noodig achten, maar waarbij
adderzijds de Phohi vrijheid heeft kunnen
vinden een belangrijk gedeelte van de taak, die
de uitzendingen medebrengt, op zich te nemen.
Het feit dat in deze Commissie zitting heb
ben mannen, die voorgedragen zijn door de
Omroepvereenigingen, die de uitzendingen
zullen verzorgen, is dunkt mij voor de toekomst
een voorteeken, dat hoopvol stemt
Ik spreek zeer den wensch uit dat de ar
beid van deze Commisise ook dienstbaar mag
zijn tot een vruchtbare samenwerking tusschen
de organisaties, die de uitzending naar onze
Overzeesche Gewesten zullen verzorgen.
Als ik een derde oorzaak noem waarom ik
gaarne tot installatie van deze Commissie
©verga dan is het dit:
Het feit van de installatie vertolkt niet
fetïeën, dat de Omroeporganisaties haar taak
gaan. vervullen, maar het beteekent méér nog,
dat dagelijks de banden, die Nederland en de
beide Indiën aan elkander binden, kunnen
worden versterkt. De Indiën zullen nu meer
dan voorheen het leven in Holland mee kunnen
leven. Holland zal thans volop de gelegenheid
krijgen om van zijn geestelijk bezit te gewa
gen, om van zijn wetenschap mede te deelen,
om lief en leed, zooals dat hier beleefd wordt
mee te doen genieten of mee te doen dragen.
Wanner de arbeid van Uwe Commissie tot
het verkrijgen van deze vrucht dienstbaar zal
zijn, dan ben ik er van overtuigd, dat haar
arbeid niet vergeefsch zal zijn. Met den wensch,
dat het de Commissie gegeven mag zijn te be
vorderen dat Nederland en de Indiën hechter
aaneengesmeed worden besloot spr.
Als eersten maatregel benoemde de Commis
sie tot plaatsvervangend voorzitter, den heer
Prof. Dr. J. Schmutzer.
Daarna ging de Commissie over tot de vast
stelling van haar werkwijze.
Onze boekkunst te Praag.
Gelijk in de bladen reeds is medegedeeld,
heeft van 18 Maart—8 April 1933 te Praag in
de daartoe ter beschikking gestelde zalen van
de Universiteitsbibliotheek, een tentoonstel
ling plaats gehad van het Nederlandsche
bibliophiele boek.
Uit de laatst gehouden bestuursvergadering
van de Tsjechoslowaaksche Vereeniging van
Bibliotheken te Praag blijkt wel hoezeer deze
tentoonstelling is gewaardeerd. Immers, blij
kens de mededeelingen in de Praagsche bladen
is in deze vergadering geconstateerd, dat de
tentoonstelling van het Nederlandsch boek
door haar organisatie en zorgvuldige keuze der
werken niet alleen belangrijke weerklank vond
onder de bibliophielen, doch ook onder de
boekdrukkers. Het was voor alle werkers op
het gebied van het schoone boek en de gra
fiek een werkelijk genoegen deze fraaie voor
beelden van de gevorderde Nederlandsche
bibliografie, typografie en de origineele let
teren van Nederlandsche kunstenaars te kun
nen bewonderen. Het bestuur der Vereeniging
voor Tsjecholowaaksche bibliophielen te Praag
betuigt de Vereeniging NederlandTsjecho-
slowakije te Den Haag en het Scandinavisch
Nederlandsch Instituut te Praag, die zich voor
deze tentoonstelling te Praag zoo verdienstelijk
hebben gemaakt, hare dankbare waardeering
en uit tevens de beste wenschen voor den ver
deren bloei van het Nederlandsche boek.
WAARSCHUWING.
De hoofdcommissaris van politie te Amster
dam ontraadt het in relatie treden met Andries
Wilhelm Bernard Lecke, geboren te Amster
dam, 27 September 1883. wonende Brederode-
straat 44 aldaar, die handel drijft onder den
naam Parfumerie „Lotus" of „Latherus". Hij
plaatst advertentiën, waarin hij betrekkingen
in zijn ondernemingen aanbiedt, doch eischt
van de gegadigden storting van een waarborg
som.
Omstreeks half Februari publiceerden we
de resultaten van een onderhoud met de be
trokken organisaties terzake van de toen aan
staande regeling voor de consumptie-melk als
onderdeel van de Crisis-Zuivelwet.
We hebben toen de bezwaren tegen het aan
hangige ontwerp doen uitkomen en gewezen
op de gevaren, die de melkveehouders bedreig
den ten voordeele van wie juist de regeling
zou worden ingevoerd.
De regeling is ingeschakeld met uitsluiting
van de groote organisaties. Maar.... en nu
komt het merkwaardige: de ontevredenheid
onder de boeren neemt dag aan dag toe, de
uitvoering van de regeling blijkt een kost
bare geschiedenis, de som, die de Crisis-Zui-
velwetcentrale binnenkrijgt is ver onvoldoen
de om elders te suppleeren, degenen, we
herinneren hier aan het adres aan den Minister
van den F.N.Z. die 't ontwerp eerst sterk heb
ben verdedigd en aan de invoering meehielpen,
beginnen bezwaren te uiten en wijzigingen
aan te bevelen, terwijl de heer Bückmann in
zijn radiorede van Dinsdag jJ. wel zooveel te
verstaan heeft gegeven, dat het verloop van
zaken, gelijk het thans is, niet zonder aan
merkelijke verandering kan voortduren.
Juist al dit laatste doet de hoop herleven, dat
een belangrijke wijziging spoedig op de hel
ling zal komen, die de genegeerde organisaties
zal inschakelen, de controle soepeler, doeltref
fender en meer rechtstreeks zal doen worden,
geld verschaft én grooter tevredenheid zal
opleveren.
Hoe zal zulks nu echter mogelijk zijn? Voor
een goed begrip diene een stukje geschiedenis
vooraf te gaan.
Nederland is eigenlijk te verdeelen In twee
melkgebieden. De strook langs de westelijke
kunst is het consumptie-melk gebied, waar
het grootste deel der melkveehouders ten koste
van veel geld en andere offers zijn bedrijven
hebben ingericht. De rest van Nederland om
vat vooral gemengde bedrijven landbouw en
melkveehouderij, maar dan voornamelijk voor
industrieele doeleinden.
De levering van de melk geschiedde jaren
lang op contract tusschen de organisaties der
boeren en de organen van handel en industrie.
De handel oefende sterken druk op de prijzen
uit, zoodat ter verbetering daarvan en uit de
ontevredenheid der melkveehouders als strijd
middel drie jaar geleden de melkveiling ge
boren werd, een opzet vooral van katholieken
kant bewerkt. We gaan de oppositie ook
veel in eigen gelederen daar tegen maar
voorbij. Het slot was, dat speciaal voor Zuid-
Holland zelfs een federatie tot stand kwam,
waartoe ongeveer 60 pet. der boeren toetrad.
De melkveilingen namen belangrijk in bloei
toe en zij wisten ook betere prijzen te bedin
gen; natuurlijk waren die veilingen een doorn
in het oog van den handel.
Toen kwam de inzinking vooral voor de in
dustrie-melkers in het Oosten van het land.
De Crisis-Zuivel-Centrale ging aan het werk
met verwerping van ervaring, aanwijzingen en
bezwaren van de melkveehouders-organisaties
en andere betrokken instanties.
Den Haag maakte geen gebruik van de orga
nisaties, zooals bij de Tarwewet, de wijze van
uitvoering is danig in de papieren gaan loopen
en bijna ondoenlijk, terwijl de controle een
belangrijke zaak veel te laat is en in handen
van menschen, van ambtenaren die nooit in
den melkhandel werkzaam zijn geweest en
trucs en knepen in dit bedrijf niet kennen.
Daarom alleen reeds zou de controle districts-
gewijze moeten gebeuren. Den Haag zou de
centralisatie moeten toepassen, medewerking
accepteerden van de bestaande instanties. De
controle zou eenvoudiger zijn, beter uitvoer
baar, goedkooper en .verkeerde practijken voor
komen.
Want fraude is er. De aanlokkelijke regee-
ringscontracten door den behoorlijken melk
prijs, die evenwel ook van 5.75 tot 5.25
per 100 L. is gezakt en de dood voor de veilin
gen beteekenen, schrijven de leverantie van
een bepaald kwantum voor. De hoeveelheid,
die daarboven wordt geleverd, heet industrie-
melk, waarvoor veel minder wordt betaald.
Men mag deze industriemelk ook als con-
sumptiemelk in den handel brengen, mits
daarvoor een bedrag aan de crisis-zuivelcen-
trale wordt afgedragen. Wie oefent daarop
controle? Den Haag, maar pas na vier of vijf
weken als het, object, de melk, verdwenen is.
Dan controleeren is vrijwel onmogelijk en
bovendien moet men dan insider zijn.
Door schijncontracten, terugbetalingen tus
schen boeren «n koopers, waarover wij hoor
den spreken, worden verkeerde practijken ge
pleegd. Er komt in ieder geval veel meer melk
als consumptiemeik aan de markt door een
hoeveelheid van industriemelk, waarvoor een
min of meer goedkoopen prijs is betaald, mèt
als gevolg dat de straathandel ook min of meer
goedkoop kan leveren m.a.w. ook daar komt
de klad er in.
Bovendien komt een groot kwantum melk
als consumptiemeik uit het Oosten des lands
o.a. Brabant en Gelderland naar de Hollanden.
Dit kwantum (zoogenaamd bevroren) wordt
hier geleverd mèt een halven cent heffing en
beconcurreert in heveige mate de consumptie-
melk van huis uit.
Zeker komt wel eenige verbetering in de
knoeierij en de ambtenaren hebben reeds goed
werk verricht voor zoover hun dit mogelijk
was Doch met de hiervoor bedoelde decen
tralisatie, was men reeds een heelen stap
verder en zouden de kosten van controle be
langrijk lager worden, terwijl deze veel prac-
tischer zou geschieden. Reeds heeft de minis
ter in dien zin een en ander doen publiceeren.
Laat men nu verder gaan en de organisaties
over de geheele linie inschakelen.
Laat men, aldus onze zegsman, in den Haag
nog eens overwegen het advies der organi
saties, dat gegeven werd, en, wat nu door het
tot standkomen der landbouw machtigingswet
zoo gemakkelijk zou gaan, in het consumptie-
gebied een monopolie vestigen en de boeren
verplichten tot een flinke afdracht. Deze af
dracht zou ruim voldoende zijn om de overige
melk te steunen.
De geheele administratie van alle melk, welke
in een bepaald gebied geproduceerd wordt
kome in handen van de daarvoor aangewezen
organisatie in dat district.
Er is in de kringen der melkveehouders
(consumptiemelkers) nog ééne hoop n.l. dat
zeer spoedig een algeheele reorganisatie tot
stand komt der Crisis-Zuivelwet, niet alleen
in hun eigen belang, maar ook in het belang
van het algemeen.
IN HET HUWELIJKSBOOTJE. In A'dam stapte een echtpaar letterlijk en
figuurlijk in 't huwelijksbootje. De aankomst voor de kerk aan den Postjesweg.
al
.■Avy'.Wv Av.-tA
De Nederlandsche orgel-examen-commissie
(secretariaat Henri de Man te Gouda), deelt
ons mede, dat geslaagd zijn voor kerk-orgelspel:
mej. A. Smit te Groningen en de heer J. van
der Wel te de Lier. Afgewezen twee candi
dates
Geslaagd voor harmonium-spel: de dames P. A.
van den Akker te Maasland; G. van Ameron-
gea te Linschoten; A. van der Lee te Nleuwer-
Amatei; N. Rietveld te Bonrepas bij Schoonho
ven; M. van Schaik te Bodegraven; A. Wigmans
te Zalt-Bommel; G. van der Wilk te 's-Graven
hage; en de heeren J. J. van Es te Oudewater,
&Heida te Wolvega en A. Hoogendoorn te Bos-
op. Afgewezen drie candidates
WASHINGTON, 11 Mei. (V.D.) De Ameri-
kaansche regeering heft een belangrijk pro
gram uitgewerkt, dat voorziet in een indi
recte controle op de Amerikaansche industrie
door de regeering en de bevordering van de
bouwnijverheid waarvoor vele millioenen dol
lar beschikbaar zullen worden gesteld.
Het plan wil nauwer samenwerking tusschen
regeering en industrie brengen, tot het oefenen
van controle op de productie, toepassing van
een korteren arbeidstijd en stabiliseering van
de loonen.
Men acht het zeker, dat het congres het ont
werp zal aannemen.
ROUW EN INKEER
J. S. Bartstra, een der scherpzinnigste mede
werkers van het rel.-soc. weekblad „Tijd en
Taak" schrijft in het laatste nummer:
Eerlijk gezegd: wij gelooven niet meer in
de holle woorden, die zoo menigmaal de
(soc.-dem.) arbeidersbeweging karakterisee-
ren. Het walgt ons, wanneer we in een „reso
lutie" van den 12en April j.l. het I.V.V. op
de volgende manier „het fascisme en de
dictatuur in iederen vorm ten scherpste"
hooren „bestrijden": „Allen, die de vrijheid
liefhebben, moeten den strijd aanbinden
tegen het fascisme en zijn gevaren, een strijd
met woord en geschrift, door middel van
organisatie- en opvoedingsar beid en met alle
geschikte economische en politieke midde
len. De heerschappij van het geweld over de
rede, van de ijzeren vuist over den vrijen
wil, moet op onzen onverzettelijken tegen
stand stuiten. Voor vrijheid, vrede, democra
tie en internationale solidariteit
Wij gelooven niet, dat lieden, die zulk een
leege nonsens op zulk een gewichtig tijds
gewricht neerschrijven, wanneer zij in de
zelfde omstandigheden verkeerden, anders
zouden handelen dan de Duitsche „kame
raden" van den A.D.G.B
Het „opstandingsgeloof' van „Het Volk"
is nog volkomen gebaseerd op het naïeve
negentiende-eeuwsche ontwikkelingsoptimis-
me het „Wir haberi es so herrlich weit
gebracht" dat naar onze vaste overtuiging
juist een van de belangrijkste oorzaken van
de débacle is geweest: „De menschheid zet
haar ontwikkeling voort", schrijft „Het Volk".
„Zij behaalt steeds nieuwe overwinningen
op de natuur. Zij wendt steeds nieuwe en
altijd meer natuurkrachten aan voor de voor
ziening in haar behoeften, voor de verrijking
van haar leven. Voor de verwezenlijking van
de eischen der moderne techniek is het so
cialisme de onontkoombare voorwaarde".
Ziedaar het kinderlijke materialistische
geloof, waarin de meeste partijgenooten ge
vangen zitten. Wie daarop hoopt, staat vreemd
en blijft vreemd staan tegenover de wezen
lijke beteekenis van de groote ineenstor
tingen van den tegenwoordigen tijd: de ont
zettende moreele en cultureele verarming
der „menschheid" juist in de zelfde mate als
zij zich intellectueel en technisch „verrijkte",
een verarming waardoor juist de verwezen
lijking van het socialistisch ideaal minder
en minder mogelijk wordt. Dat en waarom
„Het Volk" deze kernwaarheid niet ziet,
begrijpen wij zeer goed, maar het ellendige
is, dat wij zoolang zulks het geval is, niet
eens op den goeden weg kunnen komen
Welken zin heeft het onder zulke omstan
digheden den Meidag te vieren? Niet veel
ongetwijfeld, indien men het doet op de
traditioneele wijze. Wij voor ons zouden het
uitstekend hebben kunnen begrijpen, indien
het Partijbestuur maar de onmogelijkheid
dier overigens juiste gedachte doet glim
lachen ditmaal alles had afgelast en een
dag van rouw en inkeer had uitgeschreven.
Wordt het geen tijd eerlijk tot het volk te
zeggen: de gedachte der „internationale ar
beidersverbroedering" heeft voor de tweede
maal schipbreuk geleden; practisch gespro
ken bestaat de Soc. Arb. Internationale nu
uit weinig meer dan Frankrijk en zijn bond-
genooten; of de Fransche partij bijeen zal
blijven is ook questieus geworden; de meer
derheid van haar kamerfractie heeft reeds
voor de oorlogscredieten gestemd en dat is
begrijpelijk, want onder de zware bedreiging
ia internationale en nationale ontwapening
van de baan, maar wij zullen toch hebben
te overwegen, of wij onder de gegeven om
standigheden in deze Internationale kunnen
blijven: er is geen Internationale meer.
VRIJHEIDSSTRAF EN KAMER
LIDMAATSCHAP
Wij wijdden reeds aandacht aan de kwestie
betreffende het zitting nemen der beide
Indische communisten.
Aan een andere vraag, die er ten deele
nauw mede in verband staat en waarbij ook
de gekozene der Rev. Soc. Partij is betrok
ken wijdt d(e) S(avornin) L(ohman) in de
Chris. Hist. „Nederlander" een beschouwing,
uitgaande van het princiep, dat de Overheid
nóch den heer Sneevliet nóch den geïnterneer
den Digoel-gast in vrijheid behoort te stellen
voor het aanvaarden hunner functie.
Want men móet het recht om lid te zijn
van de Tweede Kamer niet verwarren met
de feitelijke mogelijkheid, als zoodanig zit
ting te nemen. De bedoelde heeren kunnen
hun benoeming aannemen en hun geloofs
brieven inzenden. Zijn er geen andere be
zwaren dan zullen die geloofsbrieven ook
worden goedgekeurd. Maarzij kunnen
slechts hun ambt na beëediging of het
afleggen van een belofte aanvaarden,
nadat zij de vrijheid hebben herkregen.
Willen de daarvoor aangewezen autoritei
ten den heer Sneevliet uit de preventieve
hechtenis ontslaan, wil de Gouverneur-Gene
raal de intemeering van den heer Sardjono
opheffen dan, ja dan zou men dezen heeren
niet kunnen verhinderen zitting te nemen,
fcoewel de heer Sneevliet, wordt zijn ver
oordeeling bevestigd, daarna toch zijn straf
zal moeten ondergaan, tenzij hem gratie wordt
verleend of hij, nadat hij een deel van zijn
straf heeft uitgezeten, vervroegd in vrijheid
wordt gesteld.
Maar het is volstrekt onaannemelijk, dat
de Overheid, administratief of justitieel, den
loop der justitie zou stremmen, omdat ruim
1 der kiezers op een opruier gelieft te
stemmen, en het is vrijwel ondenkbaar, dat
de Gouverneur-Generaal aan een man, die
gevaarlijk is voor de openbare orde en rust
de gelegenheid zal geven, in 's Lands ver
gaderzaal onrust te stoken en oproer te pre
diken, omdat 4 van het kiezerscorps het
parool van Moskou volgt
Het is geenszins zco vreemd als het mis
schien lijkt, dat iemand een recht bezit, dat
Hij niet kan uitoefenen. Dat komt honderd
maal voor. Als een gekozene doodziek is, is i
hij feitelijk verhinderd, zitting te nemen;
deze lieden nu zijn evenzeer feitelijk ver- j
hinderd, alleen door andere, aan eigen schuld
te wijten omstandigheden. Zou mendaaren
tegen uit art. 85 der Grondwet afleiden, dat
deze heeren moesten worden vrijgelaten, dan
zou hetzelfde moeten worden aangenomen
van iemand die wegens moord tot levenslange
gevangenisstraf veroordeeld, rechtens van zijn
vrijheid is beroofd. Een dergelijk misdadiger
kan dat is reeds gek genoeg lid van
i de Tweede Kamer zijn. maar het zou absurd
zijn aan te nemen, dat hij, door zich te Iafen
verkiezen, het verblijf in de cel inderdaad
zou kunnen verwisselen met het bezoeken van
de vergaderingen der Tweede Kamer en het
genieten van de daaraan verbonden gelde
lijke voordeelen. Waarom ten aanzien van een
preventief gedetineerde of een geïnterneerde
rechtens anders zou moeten worden geoor
deeld, valt niet in te zien
Er is trouwens een precedent. De wet op
de Staatsinrichting van N.-Indië .kent ook
een regeling omtrent de lidmaatschapsver-
eischten van het vertegenwoordigend lichaam
in dit geval den Volksraad. Interneering is
ook daar voor het lidmaatschap geen wette
lijk beletsel. Toen echter voor eenige jaren
een elders dan in Digoel geïnterneerde tot lid
gekozen werd heeft de Landvoogd terecht ge
weigerd, zijn interneering op te heffen en de
gekozene moet dus met den blooten titel tevre"
den zijnHet staat wel vast, dat deze Gou
verneur geen andere houding zal aannemen,
nu het betreft een door 'n revolutionnaire
partij in de Tweede Kamer gekozen geïn
terneerde.
Heeft het dan geen zin, dat art. 85 der
Grondwet uitdrukkelijk gerechtelijke vrij-
heidsberooving als uitsluitingsgrond uitzon-
derd Helaas toch wel, want daardoor wordt
het mogelijk, dat iemand die in deze om
standigheden verkeert op het oogenblik, dat
zijn geloofsbrieven worden onderzocht, wordt
toegelaten en dus na zijn in vrijheidsstelling
zitting neemt. Dat is waarlijk reeds erg ge
noeg
NOG JUIST BIJTIJDS
De „Standaard" spot
De Nieuwe Rott. Ct. is een welwillend
orgaan. Het blad voorziet moeilijkheden voor
den formateur en wil hem, in 's Lands wel
zijn, voor ongelukken behoeden. Daartoe
geeft ze, d cheval van het staatsrecht als zij
is, le3 aan dr. Colijn, „die niet staatsrechtelijk
geschoold is en de ware beteekenis van de
staatsrechtelijke termen niet altijd juist voor
oogen heeft." En wil hem trachten bij te
brengen de beteekenis van parlementaire,
pseudo-parlementaire, partij- en coalitie-Ka
binetten.
De welwillendheid gaat dan vervolgens van
de theorie over naar de practijk. Door Dr.
Colijn te herinneren aan vele belangrijke
vraagstukken, waaromtrent deze „zich op de
vlakte gehouden heeft", maar nu hom of kuit
zal moeten gevenBelgische kwestie, Radio-
omroep en Vrijhandel. Alleen vergat ze in
haar welwillendheid nog het wereldbeheer-
schende vraagstuk of het nog langer mag
voortduren, dat we 's Zondags geen koekjes
kunnen koopen de Winkelsluitingswet.
We kunnen de Nieuwe Rott. Ct. uit de beste
bron verzekeren, dat Dr. Colijn voor een en
ander zeer erkentelijk is. Temeer nu het geen
lessen en adviezen achteraf zijn, en hij nog
midden In de besprekingen, er zeer veel nut
van zal kunnen trekken.
De Nieuwe Rott. Ct. kwam nog juist bij
tijds.
DE ORANJE-HERDENKING
De „Avondpost" uit voldoening over den
geest van de Oranje-herdenking te Nijmegen
door de R. K. Studenten en schrijft
Prof. Slotemaker de Bruine heeft in zijn rede
een opmerking gemaakt, die ook onze overtui
ging op dat punt vertolkt. „Het komt mij voor"
zeide hij „dat in den kring der geschied-
vorschers de gedachte gaat overheerschen, dat
OranjCs levenswerk eer nationaal dan religieus
van karakter was". Ook ons heeft een nauw
keurige bestudeering van de nieuwste literatuur
tot dat inzicht gebracht: wij zullen er mis
schien binnenkort eens wat meer over schrij
ven. Zoo naderen we tot de conclusie van dr.
Japikse; dat de Prins allereerst een politieke
figuur was, doch politiek hier dan in den hoogst
mogelijken zin genomen. Hetgeen echter niet
wegneemt, ten eerste, dat zijn godsdienstige
Protestantsche overtuiging zich allengs heeft
verdiept en, ten tweede, dat zijn strijd voor
geestelijke vrijheid (geweten, geloof, gods
dienst) er natuurlijk niets minder om wordt en,
zooals wij steeds hebben betoogd, onmogelijk
van zijn actie voor staatkundige vrijheid te
scheiden valt.
ART. 42 L.O.-WET
In „De Katholieke School" schrijft T(eyssen)
de volgende, rake opmerking:
De doelstelling der openbare school, zooals
die omschreven ligt in art. 42 onzer L. O.-wet,
is geloofs- of zedeleer niet bepaald vijandig
en daarom kan een katholiek ook openbam
onderwijzer zijn.
Maar hoe staat het nu, gezien de wettelijke
doelstelling van het openbaar onderwijs, met
de mogelijkheid van een modem revolutio
nair om werkzaam te zijn in een openbare
overheidsschool Wij zeggen: de mogelijk
heid en niet de wenschelijkheid. Dat revolu
tionaire leerkrachten niet gewenscht zijn,
staat niet alleen voor Christelijke en Katho
lieken, maar voor alle ordelievende elemen
ten in 't land vast. Maar hoe staat het met
de mogelijkheid
Die kwestie trekt steeds meer de aandacht
niet enkel van Christelijken en Katholieken
kant, maar vooral ook van liberale zijde.
De schrijver herinnert dan aan de afkeuring
der liberale pers van het feit, dat op een ver
gadering van den bond van soc.-dem. onder
wijzers hulde werd gebracht aan de muitende
bemanning van „De Zeven Provinciën" en aan
het oordeel van het „Handelsblad" volgens het
welk „dergelijke verheerlijkers van opstand te-,
gen het wettig gezag in de overheidsschool niet
thuis hooren."
Let wel: deze liberal constateert nadruk
kelijk, dat „de verheerlijkers van opstand te
gen het gezag in de overheidsschool niet thuis
behoorén." Inderdaad niet, want waar blij
ven zij met hun opleiding tot alle maatschap
pelijke deugden, om nog maar te zwijgen van
de Christelijke Onze communisten en ook
heel wat van onze S.DA.P.'ers en de daar
van afgescheiden socialisten staan immers
diametraal vijandig tegenover die Christe
lijke en maatschappelijke deugden, prediken
immers als deugd juist 't geen naar Christelijk
begrip ondeugd is.
Wie zelf het gezag niet eerbiedigt, kan
anderen den eerbied daarvoor niet bijbren
gen. Wie geen christelijke of maatschappelijke
deugd erkent, kan anderen daartoe niet op
leiden. En dan ligt de conclusie voor de hand:
men moet dus alvorens een onderwijzer op
't kind los te laten, waarborgen hebben, dat
die onderwijzer aan de gestelde eischen vol
doet. En wie die waarborgen niet geven kan
hoort niet thuis in onze Overheidsschool
Deze redeneering van liberale herkomst,
maar zoowel van Christelijke als van katho
lieke zijde beaamd, lijkt ons te sluiten als
een bus. Artikel 42 der L. O. wet stelt een
positieven eisch en waarom zou aan dien eisch
niet evenzeer voldaan moeten worden, als aan
andere wettelijke eischen 1
Wij katholieken hebben niet 't meeste be
lang bij de openbare schóól, nu onze kin
deren voor 90 pet. en ten slotte, mogen we
hopen, voor 100 pet. op onze eigen scholen
worden opgevoed. Maar als ordelievende
staatsburgers hebben wij er evenveel belang
bij als elk ander, dat de openbare schooi niet
verwordt tot een instrument in handen der
moderne revolutie-predikers. Wij hebben
't zelfde recht als ieder ander om te vorde
ren, dat voldaan wordt aan den eisch der
wet, met name aan den eisch van art. 42 der
L. O. wet. En de overheid heeft een plicht
daarvoor zorg te dragen.
Naar aanleiding van onze opmerking, dat
de katholieke jongelui op de vloot in het ver
leden veel te bescheiden zijn geweest met hun
protesten tegen plagerij en achteruitzetting
(er waren in 1914 op de heele vloot 10 practl-
seerende katholieken schrijft het katholiek
Marine-weekblad „St. Christophorus":
Er is door ons in het verleden dikwijls en
hard „geprotesteerd" om in de termini-
logie van de Msb. te blijven maar niet
altijd vond dit weerklank, 't Was nu een
maal voor velen iets vreemds, dat er ook
nog practiseerende katholieken bij de Marine
waren, doch in den thans „baanbrekenden
tijd" schijnt het iets beter te zullen worden.
Weliswaar bestaat voor dit beter inzicht met
betrekking tot de katholieken bij de Marine
nog niet de minste zekerheid, doch het komt
ons onwaarschijnlijk voor, dat verbetering
eerlang zal uitblijven. We beginnen ver
trouwen te krijgen In de toekomstHet ware
intusschen te wenschen, dat dit vertrouwen
ook bij sommige onzer katholieken in Neder
land jegens de Marine zich ging ontwikke
len. Nog dezer dagen hoorden wij een goed
katholiek vader verklaren, dat hij aanvanke
lijk de bedoeling had zijn zoon toestemming
te geven bij de Marine te gaan, maar- nu
gebleken was, welke een slechte geest onder
de marine heerschte, zag hij daarvan
liever af.
Dit geval staat heusch niet opzichzelf.
Vele goede katholieken worden door deze
opvatting weerhouden bij de Marine in
dienst te treden. Een beter inzicht moge
bij velen onzer katholieken in Nederland
komen.
Om alle misverstand maar dadelijk weg
te nemen, willen we er ook hier de aandacht
op vestigen,' dat onze katholieke marine
beweging, niet het minst in de laatste maan
den, veel daadwerkelijke belangstelling
ondervinden mocht van zeer veel katholieken
in Nederland; belangstelling die buitenge
woon sympathiek was en niet zelden ver
gezeld ging van een hartelijk gebed voor
ons moeilijk werk. Dat heeft ons in de
voor ons zoo ontzaglijk zware taak veel
deugd gedaan.
Wij sluiten ons bij St. Christophorus aan:
een betere geest op de Marine een zeer ge
wichtig appavat van ons Rijksgezag, dat zich
over groote deelen van drie continenten uit
strekt kan er slechts bij worden gediend,
als er ook meer practiseerende Katholieken op
de vloot dienst nemen.
Maar dit laatste kan alleen gebeuren als den
katholieken daar het leven mogelijk wordt ge
maakt. Indien de zaak blijft als ze nu is: een
officierenkorps, dat grootendeels magonniek
is en waarin katholieken zeldzame vogels zijn
en een kader, waarin men ook geen katho
lieken vindt, terwijl allerlei rare dingen moge
lijk blijven (ons is b.v. meegedeeld, dat de
réde van prof. dr. mag. Kors over: „De Gezags-
theorie" niet in de boekenkisten van de
schepelingen mocht!) dan moet men maar niet
te vlug op de komst der katholieken rekenen.
Volgens Goebbels.
De rijksminister voor volksvoorlichting en
propaganda, dr. Goebbels, heeft Maandagavond
in hotel Kaiserhof voor een vergadering van
talrijke Duitsche schóuwburgleiders, kunste
naars en kunstenaressen uit het geheele rijk
een redevoering gehouden over ,.De taak van
het Duitsche theater". Ook minister president
Goering en staatscommissaris Hinkler waren
hierbij aanwezig. De rede van dr. Goebbels
duurde ongeveer twee uur.
Spr. ging uit van de stelling, dat het even
min als in de politiek, ook in de kunst moge
lijk was, inzicht te krijgen in problemen, zon
der opheldering over de daarbij behoorende
begrippen. Wat door het volk niet begrepen
wordt, kan het volk nooit veroveren. Een
ware revolutie beperkt zich niet tot de gebie
den der politiek, doch verovert alle gebieden
van het openbare leven. De kunst heeft in de
laatste 14 jaar niet meer het volk gevoeld. Zij
leefde naast den tijd, isoleerde zich steeds meer
en kon het diepe psychische beleven niet mee
voelen. Het zou naief zijn te gelooven, dat de
kunst in een tijd, wanneer de revolutie het
volk en het openbare leven verovert en haar
stempel drukt op cultuur, huishouding en po
litiek en zelfs op het particuliere leven, alleen
een Doornroosjeslaap zou kunnen slapen en
dit zou kunnen motiveeren met te zeggen, dat
de kunst boven de partijen staat en internatio
naal is. De kunstenaars behoeven niet te vree
zen, dat de regeering zich te veel met hen zal
bemoeien. Ook de staatsman is een kunstenaar,
daar hij vorm, organisatie, gestalte, tempo en
rhythme geeft aan de ruwe massa en deze in
dienst stelt van een artistiek-historische ge
dachte. De kunst moet het verband herstellen
met het volk. In het volk zelf heeft zich een
nieuwe toestand gevormd, welken de tegen
woordige kunstenaars-generatie langen tijd niet
heeft willen erkennen. Het volk heeft daar
voor de vreeselijkste wraak genomen, die men
den kunstenaar maar kan aandoen, het heeft
geen belangstelling meer gekoesterd voor de
kunst.
De schouwburgen behoeven geen subsidies
van den staat meer, wanneer zij het verband
kunnen hervinden met het volk. De groote
klop van den tijd mag niet voor de deuren der
schouwburgen blijven, maar. moet naar binnen
slaan tot in de laatste kunstenaarsziel. De
kunstenaar moet met lijf en ziel in den tijd
opgaan.
Aan het slot van zijn redevoering richtte de
minister tot de tooneelleiders en kunstenaars
de waarschuwing de aangeboden hand te aan
vaarden.
Onder militair geleide.
Wij lezen in de Deli Crt.:
Van de vier leger-olifanten in Atjeh, die we
gens „overbodigheid" moesten afvloeien,
is er één bestemd voor de Rotterdamsche dier
gaarde, en wel de olifant met Tangsé als stand
plaats. De Rotterdamsche Lloyd zegde vrij ver-
Voer van Medan naar Rotterdam voor den dik
huid toe, terwijl de diergaarde de transport
kosten van Tangsé naar Medan draagt. Dit
transport kan niet anders dan loopend geschie
den, aangezien noch autobussen, noch spoorwe
gen, of kust-booten berekend zijn op
het vervoer van olifanten. Op het oogenblik is
de olifant dus onder militair geleide een
brigade onder commando van sergeant Vogel
zang van Tangsé op weg naar Medan. Aan
gezien een olifant in normale omstandigheden
niet hard loopt, vordert het transport slechts
langzaam en bovendien is het, naar men uit
de berichten weet, opgehouden door een met
een parang gewapenden Atjeher die, na "ser
geant Vogelzang licht gewond te hebben, werd
neergelegd.
Het geheele transport zal, naar wij hooien
ongeveer'26 dagen duren; dan arriveert de oli
fant in Belawan, waar het dier in een speciaal
hiervoor getimmerd hok wordt geladen, ver
moedelijk aan boord van de „Kota Tjandi".
EXAMENS NEDERLANDSCH, GESCHIEDE.
NIS EN AARDRIJKSKUNDE M. O.
De Minister van Onderwijs, K. en W. heeft
bepaald, dat de commissie, belast met het exa-
mineeren van hen, die in 1933 een akte van be
kwaamheid wenschen te verkrijgen tot het geven
van middelbaar onderwijs in de Nederlandsche
taal en letterkunde (KVII), de geschiedenis
(KVIII) en de aardrijkskunde (KIX), zitting
zal houden te Amsterdam en benoemd
tot lid en voorzitter: G. Bolkestein, inspecteur
van het Middelbaar Onderwijs, te Amsterdam;
tot lid en ondervoorzitter: dr. H. Brugmans,
hoogleeraar aan de Gem. Universiteit te Amster
dam, te Amsterdam;
tot leden:
a. in de subcommissie voor de Ned. taal en
letterkunde: prof. dr. Gerard Brom, te Nijme
gen; dr. J. Heinsius, redacteur van het „Woor
denboek der Nederlandsche taal", te Wassenaar;
prof. dr. J. Prinsen J.L.zn. en dr. A. A. Ver-
denius, te Amsterdam, en prof. dr. C. G. N. de
Vooys, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht;
b. in de subcommissie voor de geschiedenis:
prof. dr. H. Brugmans, voornoemd; prof. dr. Th.
J. A. J. Goossens, te Tilburg; prof. dr. L H.
Gosses, te Groningen: dr. N. Japikse, directeur
van het Kon. Huisarchief en van het Bureau der
Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publi-
catiën, te 's-Gravenhage; prof. dr. W. Mulder,
te Nijmegen; prof. dr. J. S. Theissen, te Amster
dam;
c. in de subcommissie voor de Aardrijkskunde:
dr. W. van Bemmelen, lector aan de Gemeen
telijke Universiteit te Amsterdam, wonende te
's-Gravenhage; prof. mr. dr. S. R. Steinmetz, te
Amsterdam; prof. dr. K. Oestreich en prof. L.
van Vuuren, te Utrecht.
Baron Godert Willem Vos van Steemvijk
trad te Berlijn in het huivclijk met baronet
Ursula von Richthofen.