inQEZOMDtrUfS1
TRAGISCH AUTO-ONGELUK TE
ROTTERDAM.
FORD OPENT DE POORTEN
OTUKKE.n
l Jfesi m MlMf
DE HELPENDE HAND
DINSDAG 16 MEI 1933
LUXE-AUTO RIJDT IN DE
KONINGSHAVEN
Bij het openen van de
hef brug.
v
DE NIEUWE FABRIEK TE A'DAM
OFFICIEEL GEOPEND.
CALVE DELFT.
Saldo over 1932 864.561 (v.j. 892.650)
e «sQfs®7 i=i
DOELMATIGE ADVERTENTiËN
DORDTSCH ECHTPAAR VERDRONKEN
Rotterdam, 15 Mei.
Gisterenavond om half elf is aan de Konings
brug een vreeselijk ongeluk geschied. Juist op
het moment, dat de brug openging is een luxe
auto in de Koningshaven gereden en verdwe
nen in de diepte. De auto is eerst door het
stopsein aan de v. d. Takstraat gereden en
bereikte de brug juist even te vroeg of wil
men te laat. Immers wanneer de brug open
gaat daalt het portaal over den rijweg, dat het
verkeer totaal afsluit
De chauffeur is nu juist komen aanrijden op
het moment, dat de brug wel reeds gedeeltelijk
open was, doch de bascule nog niet zoover was
gedaald, dat de weg daardoor werd afgesloten.
Onmiddellijk is men met man en macht met
het reddingswerk aangevangen. Twee politie-
booten en een boot van den Havendienst zijn
terstond aan het werk getogen om den auto te
zoeken.
Twee menschen op jammer
lijke wijze om het leven ge
komen.
De auto, waarin het echtpaar Scheper zat,
kwam te half elf uit de v. d. Takstraat rijden
in de richting van de Koningsbrug.
Juist op dat moment was men begonnen de
brug open te draaien om twee zeeschepen, een
binnenkomend en een uitgaand, door te laten.
De verkeerslantaarn aan de v. d. Takstraat gaf
reeds het stopsein toen de wagen kwam aan
rijden. De heer Scheper heeft dit naar alle
waarschijnlijkheid niet bemerkt en evenmin
is zijn aandacht getrokken door het geschreeuw
van een verkeersagent en burgers.
Op het oogenblik dat de stand van het portaal
en de klep van de brug zoo was dat er net een
wagen onder kan doorrijden is de auto met. een
flinke vaart doorgeschoten en in het water
geplonst. Twee seconden eerder of later en dan
was de auto in botsing gekomen óf met den
rand van de brugklep óf met de bovenzijde
van het portaal en had het ongeluk vermoede
lijk niet die afmeting aangenomen als thans
helaas het geval is.
De heer Scheper heeft, zooals wij reeds
meldden, nog kans gezien zich uit den wagen
te werken, vóór deze onder water verdween.
Hij kwam in het water terecht en enkele om
standers zagen hem in Westelijke richting naar
de Prins Hendrikkade zwemmen. Een contro
leur van de tram heeft hem nog een houten
ladder toegeworpen, een ander heeft een dreg
in het water gegooid. Helaas baatte dit niet.
De heer Scheper is vermoedelijk door de zui
ging in het water, ontstaan door het voorbij
varen der stoomschepen, naar de diepte ge
trokken en verdronken.
Zijn echtgenoote is zittende in den wagen
gezonken en zoo een jammerlijken dood ge
storven. Haar lijk is door den sterken ebstroom
vermoedelijk later uit de auto gespoeld.
Groote verkeersstagnatie.
Intusschen was het verkeer over de brug van
half elf af geheel gestagneerd wat bij de ont-
zaglijge belangstelling van het publiek, de
drukte nog enorm vergrootte.
Heel het tram- en autoverkeer was lamgelegd.
De trampassagiers heeft men naar het veer op
het Prinsenhoofd gedirigeerd, vanwaar zij
naar de Wilhelminakade werden overgebracht.
Aanvankelijk stokte het echter ook hier, daar
het personeel van de veerbootjes weigerde de
menschen te vervoeren, daar zij „geen kaart
jes" hadden. Na korten tijd was de strubbeling
echter voorbij en de moeilijkheid opgelost en
werden de trampassagiers gratis overgezet.
Om vijf over twaalf heeft men de brug
even neergelaten om het verkeer baan te ge
ven, en in lange filé's stroomden de auto's over
de brug.
Te 12.17 uur is de brug weer opgehaald. Een
geweldige file van voertuigen en honderden
wandelaars hadden de brug in dien korten tijd
gepasseerd, maar kort jaarna was de ver
keersopstopping weer even groot als tevoren.
Herhaaldelijk stuitte men op allerlei ambte
lijke moeilijkheden.
Zoo staakte, volkomen getrouw aan het re
glement, 't veerbóotje, dat van de Leuvehaven
via het Prinsenhoofd naar de Wilhelminakade
vaart prompt te twaalf uur den dienst en het
kostte weer heel wat tijd, voor de dienst her
vat werd. Tegen half één was men ook zoo
ver, dat het wagenveer op Gharlois in dienst
was gesteld.
Daarmee zijn nog tal van auto's over de ri
vier gezet.
Het heeft tot twee uur geduurd, eer de brug
weer voor het verkeer kon worden open
gesteld.
Reddingspogingen.
Inmiddels was men met man en macht nog
steeds druk bezig om de gezonken auto boven
water te brengen.
Een karwei die uren in beslag zou blijken
te nemen.
Tot twee uur hebben de Havendienst 3, twee
poiitiebooten en een takelwagen van de firma
Tresfon getracht, den wagen te bergen, echter
zonder resultaat.
Aan de bergingsfirma de Graaf en Koelman
is toen opdracht gegeven dit werk te verrich
ten. Iets waartoe me nnaar onze en velen
anderer meening al heel wat eerder had moeten
besluiten.
Wel had men met dreggen iets, dat zooals
later bleek ook inderdaad de gezonken auto is
geweest, te pakken gekregen, maar bij het
trekken braken de takels af. Op die manier
gingen twee dreggen verloren die naderhand
in de kap van de auto zijn teruggevonden. Ook
een poging om den wagen met het anker van
den Havendienst III op te halen mislukte.
De auto opgehaald.
Nadat de firma de Graaf en Koelman op
dracht had gekregen bergingswerk te verrich
ten was het wachten op laag tij. Bij den sterken
stroom die te twee uur nog zeewaarts vloeide
kon men lastig met deze karwei beginnen.
Te kwart voor vier lag een drijvende bok
omringd door een motorboot en de twee poiitie
booten bij den Noordelijken pijler van de brug
en kon men beginnen met de voorbereidende
werkzaamheden. Deze hadden een vlot verloop
en te half 5 verdween een duiker onder water
om de juiste plaats van de gezonken auto te
bepalen en te trachten een kabel daaraan te
bevestigen. Dit nam nogal eenigen tijd in beslag
en enkele malen achter elkaar moest de heer
Huizinga in het natte element afdalen voor een
kabel stevig om de cardan van de auto beves
tigd was.
Langzaam werd de wagen, die vlak bij den
pijler bleek te liggen, daarop uit het water
getrokken.
dreggen en vermoedelijk ook het anker den
wagen te pakken gehad.
De voorzijde van de auto bleek nagenoeg
geen schade te hebben gekregen.
Vele kijkers, die tot dan toe het werk hadden
gadegeslagen, wendden zich op het moment dat
de auto geheel boven water was gekomen, af.
Het was immers mogelijk dat het lijk van de
verongelukte vrouw zich nog in den wagen
bevond. Een onderzoek door de rivierpolitie
ingesteld wees al spoedig uit, dat dit niet het
geval wag.
Men heeft de auto daarna verder omhoog
getrokken en naar de Prins Hendrikkade ge
varen, waar zij met eenige moeite zoo lang op
een aan de kade liggende bok is neergezet.
De wagen is vandaag door de politie aan een
onderzoek onderworpen en daarbij is gebleken
dat de remmen los stonden. De heer Scheper
heeft blijkbaar dus geen kans meer gezien deze
aan te zetten.
Zooals wij boven reeds schreven is de rivier
politie onmiddellijk nadat de auto geborgen
was naar de lijken gaan dreggen.
Tragische ontdekking
Na uren lang hard werken, uren van angstige
spanning, is de bergingsmaatschappij de Graaf
en Koelman er vanochtend te 6 uur in geslaagd
de auto, die gisterenavond te half elf in de
Koningshaven reed en onmiddellijk zonk, uit
het water te lichten. De wagen was leeg, maar
toen 't nummerbord van den Chrysler, H. 39502,
boven kwam, wist men dadelijk wie de slacht
offers van dit buitengewoon tragische auto
ongeluk waren.
Des nachts waren familieleden uit Dordrecht
bij de politie aangifte komen doen dat het
echtpaar Scheper—Rittel, dien avond per auto,
nr. H. 39502, naar Rotterdam was vertrokken en
nog niet was teruggekeerd.
Men trachtte de menschen, een zoon en een
dochter van het echtpaar en den verloofde van
de dochter, zooveel mogelijk gerust te stellen.
Zij zijn dan ook tenslotte weer naar Dordrecht
vertrokken maar men moet niet denken aan
de angst waarin zij den geheelen nacht door
geleefd hebben vooral nadat zij bekend waren
geworden met het feit, dat er een auto te water
was gereden.
Naar de lijken van de slachtoffers is de
rivierpolitie vanochtend gaan dreggen. Van
middag waren zij echter nog niet gevonden.
De belangstelling.
Den geheelen nacht door is er voor het ger-
gingswerk veel belangstelling geweest en van
ochtend vroeg groeide het aantal kijkers weer
tot honderden aan. Tal van autoriteiten hebben
of actief aan het werk deelgenomen, of van
hun belangstelling doen blijken.
Een groep E. H. B. O.-ers vUn de vereeniging
St. Franciscus, die vlak nadat het ongeluk ge
beurd was van een cursus terugkeerde en bij
de Koningsbrug arriveerde, heeft klaar gestaan
om te helpen, maar is daartoe helaas niet in
de gelegenheid geweest.
Onvoldoende afsluiting.
Dit tragisch ongeluk heeft thans toch wel
bewezen dat de afsluiting .van de opritten van
de Koningsbrug niet geheel voldoende is.
Reeds eerder is er een auto door het onveilig
sein gereden en toen met een sprong van de
hoogere brugklep naar de lager gelegen klep
er nog goed afgekomen. Men moet tenslotte
rekening houden met momenten van onnaden
kendheid van chauffeurs èn het gevaar dat
thans wel degelijk gebleken is te bestaan, kan
gemakkelijk bezworen worden met het maken
van een afsluithek aan weerskanten over het
rijpad. Zooals men weet bestaan er momenteel
slechts afsluithekken voor de wandelpaden.
Vooral des avonds is de afzetting alleen door
middel van roode stoplichten niet voldoende,
voornamelijk tengevolge van het feit dat zoo
wel in de v. d. Takstraat als op het Stieltjes
plein aan vele huizen roode lichtreclames bran
den die verwarrend kunnen werken.
Vanochtend om 9 uur ongeveer is op de
Maas onder Vlaardingen het lijk drijvende ge
vonden van een geheel gekleede vrouw. Ver
moedelijk is dit het lijk van de verdronken
mevrouw Sch.
Familieleden zijn naar Vlaardingen ontboden,
om het lijk eventueel te herkennen.
De rivierpolitie heeft het dreggen naar het
lijk van den heer Sch. voorloopig gestaakt, om
dat ook dit waarschijnlijk met den zwaren
ebstroom ver afgedreven is.
17DE INTERNATIONALE ARBEIDS-
CONFERENTIE.
Nederlandsche afgevaardigden benoemd.
Bij Kon. besl. zijn tot leden in de afvaardi
ging van Nederland naar de 17de Internationale
Arbeidsconferentie, welke op 8 Juni a.s. te
Genève is bijeengeroepen, benoemd:
a. tot afgevaardigde der Nederlandsche Re
geering, tevens voorzitter der afvaardiging,
professor mr. P. J. M. Aalberse, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Genetaal, voorzit
ter van den Hoogen Raad van Arbeid;
tot afgevaardigde der Nederlandsche Regee
ring, mr. A. M. Joekes, lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal;
b. tot afgevaardigde, vertegenwoordigende de
Nederlandsche werkgevers, mr. P. W. J. H.
Cort van der Linden, secretaris der afdeeling
„Nederland" dar Internationale Organisatie van
Industrieele Werkgevers, algemeen secretaris
van het Verbond van Nederlandsche werkge
vers, toegevoegd lid van den Raad van Beheer
van het Internationaal Arbeidsbureau;
c. tot afgevaardigde, vertegenwoordigende
de Nederlandsche arbeiders, E. Kupers, voor
zitter van het Nederlandsch Verbond van Vak-
vereertigingen, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal:
d. tot technische raadslieden van de Regee-
ringsafgevaardigden: D. J. Burger, inspecteur
van den Arbeid; dr. E. Moresco, oud-vice-pre-
sident van den Raad van Nederlandsch-Indië;
mej. mr. G. J. Stemberg, referendaris bij het
Departement van Economische Zaken en Ar
beid, tevens secretaris der afvaardiging; ir. R.
A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling;
e. tot technische raadslieden van den afge
vaardigde voor de werkgevers: mr. E. H. Bis
schop Boele, secretaris van de directie van de
N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburg-
sche Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nas-
saumijnen, te Heerlen; G. P. Evelein, chef van
de Sociaal Economische afdeeling van de N.V.
Philips' Gloeilampenfabrieken, te EinCtioven;
f. tot technische raadslieden van den afge
vaardigde voor de arbeiders: H. Amelink, se
cretaris van het Christelijk Nationaal Vakver
bond en penningmeester van het Internationaal
Christelijk Vakverbond, lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal; H. B. Berghuys, al
gemeen secretaris van de Nederlandsche vak
centrale; P. J. S. Serrarens, bestuurslid van
het R. K. Werkliedenverbond en secretaris van
het Internationaal Christelijk Vakverbond, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Exterieur van de nieuwe Ford-fabrieken te Amsterdam, die gisteren officieel in
gebruik zijn genomen.
Chasis vrij ernstig beschadigd-
De achterkant met het onbeschadigde num
merbord, dat zekerheid bracht, kwam het eerst
bovén. vvatcr. De kap bleek van achtereen ge
heel opengescheurd te zijn. Daar hebben de
BRAND-
In een kw van de boetASfl de* «red i. 4
Bakel staande schuur ontstond gisterennacht
brand, waardoor het geheele gebouw vernield
werd, Twintig karren turf gingen mede ver
loren. Het woonhuis kon worden behouden.
Groote belangstelling
Onder buitengewoon groote belangstelling
zoowel van de zijde van de autoriteiten, als
uit de kringen van de industrie en den handel
en met eenig feestelijk vertoon is gistermid
dag de nieuwe Fordfabriek te Amsterdam nabij
de Hembrug officieel in bedrijf gesteld. De
directie van de fabriek was zoo attent geweest
om deze openingsplechtigheid te doen samen
vallen met het begin van de z.g. Amsterdam-
sche Week en deze vriendelijke geste is door
de bevolking van de hoofdstad op grooten prijs
gesteld.
Het fabrieksterrein nabij de Hembrug was
met vlaggen van alle naties, waar de Fordfa
brieken haar nederzettingen hebben, ompaald.
Statig en schoon verhief zich uit deze vlakte
het door den architect Jan Kuyt ontworpen fa
brieksgebouw, met zijn hooge vensters en zijn
geweldige ventilatietoren en afvoerinstallaties.
De openingsplechtigheid.
In de lichte en ruime showroom, waar langs
de wanden tientallen bloemstukken prijkten
had de openingsplechtigheid plaats. Daar ver
zamelden zich de honderden genoodigden.
Na een inleidend woord van den directeur der
Nederlandsche Fordfabriek, den heer G. G. J.
Both, sprak de heer Gottfr. H. Crone, voorzitter
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam, de volgende rede uit:
Rede van den heer G. H. Crone.
Gaarne voldoe ik aan het verzoek van de di
rectie der N. V. Nederlandsche Fordfabriek,
aldus spr. om een enkel woord te spreken bij
de officieele opening dezer fabriek. Ik wensch
daarbij uiting te geven aan de groote belang
stelling, die in den kring van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam ge
koesterd wordt voor deze nieuwe onderneming,
het eerste en eenige automobiel-fabricatiebe-
drijf in ons land. Wel was eenmaal in het an
dere uiteinde van Amsterdam een automobiel
fabriek op veel kleiner schaal dan deze fabriek,
doch dat bedrijf moest ontijdig worden opge
geven. Het is merkwaardig, dat sedert dien
ons land, dat met name op het gebied van het
vervoerwezen te water en door de lucht een
voooraanstaande plaats inneemt, met betrek
king tot de vervoermiddelen te land de daar
voor benoodigde automobielen uit het buiten
land moet blijven betrekken, en dat niettegen
staande. hier te lande door de nuttige werking
van het Wegenfonds in de laatste jaren in een
snel tempo het net van verkeerswegen te land
is uitgebreid. Gepaard daaraan ging een stadi
ge en snelle uitbreiding van het raillooze land-
verkeer; niet alleen het aantal particuliere
auto's, maar ook de autobusdiensten en vracht
autodiensten êijh zoo in aantal en frequentie
toegenomen, dat het Ministerie van Waterstaat
zich reeds genoodzaakt ziet om de publieke
automobieldiensten zekere beperkingen op te
leggen.
Hoe groot de afzetmogelijkheden van auto
mobielen zijn leert ons het feit, dat thans in
de Vereenigde Staten 25 millioen auto's gere
gistreerd zijn, dat is een auto op 4% inwoner,
dat is sinds 1919 een toeneming van 239 pro
cent. In de overige landen is de toeneming nog
sterker n.l. 600 pet. Toch is er zelfs in Neder
land thans nog maar 1 auto op de 75 inwoners,
het verzadigingspunt is hier in de verste verte
nog niet bereikt. Toen Henry Ford eenige ja
ren geleden ons land bezocht, schijnt hij niet
bijster ingenomen te zijn geweest met het Ne
derlandsche wegennet. Immers moet hij zich
hebben uitgelaten, dat wij maar spoedig onze
rivieren en kanalen moesten dempen om plaats
te maken voor auto-heirbanen. Een radicaal
voorstel, dat slechts weinig waardeering vond.
omdat wij terecht onze waterwegen beschou
wen als onmisbaar voor onze scheepvaart, ook
voor afvloeiing van overtollig water. En toch
heeft HenrjN Ford hiermee aangeduid een
eigenschap van de Nederlanders, die hen ka-/
rakteriseert, n.l. de neiging om land te schep
pen, waar water is en water te maken waar
land is. Heeft ook niet het gemeentebestuur
van Amsterdam dezen regel gevolgd, toen met
het bestuur der Nederlandsche Fordfabriek de
ze plaats voor vestiging van het bedrijf werd
geaccordeerd? 16 H.A. poldergrond werd er op
gespoten en opgehoogd en daarnaast werd een
haven gegraven met een wateroppervlakte van
2 H.A. en een vaaargeul van 10 M. diep.
De aldus gevormde Fordhaven is het eerste
begin van onze haven-West en wanneer een
maal de crisis zal plaats maken voor herlevend
vertrouwen en ondernemingslust zullen de Am
sterdammers hierachter zich zien ontwikkelen
een groot nieuw havengebied met opslagplaat
sen en industrieterreinen. Deze fabriek maakt
hier een uitstekend debuut, dat hoopvol stemt
voor de toekomst. Het gebouw is geheel door
Nederlandsche constructeurs tot stand gebracht.
Reeds wordt een aantal onderdeelen van de
Nederlandsche nijverheid betrokken en ik hoop
dat dit in toenemende mate het geval mag
zijn, aldus werk scheppende voor een aantal
nevenbedrijven.
Waarheen al die autos hun bestemming vin
den? Henry Ford geeft ook hierop het ant
woord. Verre van de productie aan te passen
aan de vraag, gaat de productie voor, waardoor
de vraag wordt gecreëerd.
Door voor telkens lagere prijzen het product
op de markt te brengen, is de auto onder het
bereik gebracht van talloozen, die vroeger met
paard of rijwiel hun zeiken afdeden of pleizier-
tochtjes maakten.
„Demand depends upon production". Deze uit
spraak is waard overwogen te worden door hen,
die thans de rubberproductie willen beperken
tot het peil der vraag.
De service, die Ford aan het publiek biedt
is spreekwoordelijk geworden en geeft anderen
een voorbeeld, hoe de publieke belangstelling
kan worden gaande gemaakt en hoe het pu
bliek tot koopen kan worden gebracht.
Wij vertrouwen aldus besloot spr., dat het
bestuur van deze fabriek zich zal laten inspi-
reeren door het voorbeeld van zijn leider,
wiens naam aan deze maatschappij is verbon
den.
Met een hartelijk applaus betuigden de aan
wezigen hun instemming met het gesprokene,
waarna de heer G. G. J. Both, directeur van
de N.V. Nederlandsche Ford-automobielfabriek
zelf het woord nam.
Rede van den heer G. G. J. Both.
a deelde allereerst mede, dat het volgen
de telegram was Ingekomen van de heeren
Henry en Edsel Ford:
„The inauguration of your new plant is an
act of. confidence in the service of industry to
the world. Industry is necessarily an integral
part of civilisation and it is impossible to vi
sualize a progressive without it. We congratu
late you on your farseeing enterprise and will
assit your succes in every possible way".
Waarvan de vertaling luidt:
„De inwijding van uw nieuwe fabriek is een
daad van vertrouwen in den dienst, welken de
industrie aan de wereld bewijst. Industrie is
noodzakelijkerwijze een onmisbaar onderdeel
der beschaving en het is onmogelijk zich een
vooruitstrevende toekomst in te denken zonder
industrie.
Wij feliciteeren u met uw van een vooruit-
zienden blik getuigende onderneming en zullen
op iedere mogelijke wijze uw succes bevorde
ren.
Edsel Ford vertoefde eenige jaren geleden
aldus .de heer Both 4 dagen in Nederland en
was ten zeerste te spreken over de door ons in
Nederland opgebouwde verkoopsorganisatie.
Tijdens het bezoek van den heer Henry Ford
aan Nederland hebben wij getracht hem Ne
derland te laten zien zoo het werkelijk is en
niet, zooals wij veelal in het buitenland worden
afgebeeld met wijde broek en op klompen
Dank zij de rrfedewerking van industrieel Ne
derland en de Leidsche hoogeschool zijn wij
in staat geweest Henry Ford eenige bijzonder
heden te laten zien, die hij moeilijk of in het
geheel niet in het Buitenland kan vinden.
Het gevolg is dan ook geweest, dat toen Hen
ry Ford Europa verliet en hem werd gevraagd
wat hem tijdens zijn rondreis door Europa het
meest had getroffen hij tén antwoord gaf: het
vervoer op den Rijn en de industrie in Neder
land.
Indien Henry Ford op het moment aanwezig
zou zijn, dan weet ik zeker, dat hij de Neder
landsche industrie een compliment zdu maken
voor de wijze, waarop zij deze fabriek heeft ge
bouwd en ingericht. Vele der bezoekers, die
wij reeds hebben ontvangen waren in de
veronderstelling, dat deze fabriek een getrouwe
copie was van een of andere fabriek in Ame
rika en gebouwd naar plannen en ontwerpen
die wij toegezonden kregen. Daar deze vraag
ongetwijfeld ook bij u zal zijn gerezen, deel ik
u even mede, dat deze fabriek is gebouwd naar
Nederlandsche plannen. De architect van deze
fabriek is de heer Jan Kuyt te Amsterdam, door
wien reeds zoo menig groot gebouw in Ne
derland is ontworpen en ik verklaar gaarne,
dat de aan den heer Kuyt gegeven opdracht tot
ons genoegen is uitgevoerd.
Dit is niet de eerste maal, dat een Neder
landsch architect een Ford-fabriek bouwde.
Onze Rotterdamsche fabriek werd gebouwd
door den heer J. H. van dén Broek te Rotter
dam.
Als ik deze heeren noem, mag ik een persoon
niet vergeten n.l. de heer A. Aronsohn, civ. ir
die de betonconstructie te Rotterdam en Am
sterdam heeft verzorgd en die tevens den be
tonnen kademuur hier voor de fabriek heeft
gebouwd. Een woord van hulde aan de Neder
landsche architecten en ingenieurs is zeer zeker
op zijn plaats. De aannemers van dit gebouw
de gebrs. H. P. Voormolen zijn oude bekenden
van ons. Immers zij maakten de inrichtingen
in 1914 voor de destijds door ons gehuurde ge
bouwen te Rotterdam. Sindsdien hebben zij ge
regeld voor ons gewerkt en zij hebben wederom
getoond, dat zij het vertrouwen hun geschon
ken volledig waard zijn. Het zal te veel tijd
vorderen alle aannemers, die aan den bouw
dezer fabrieken hebben medegewerkt op te
sommen. Ik volsta met in het algemeen te zeg
gen dat deze fabriek een waardig bewijs is van
het kunnen der Nederlandsche industrie.
Voor het bouwen dezer fabriek was in het
binnen- en buitenland zeer veel belangstelling.
Letterlijk iedereen wilde deze fabriek bouwen.
Technische inrichting der fabriek.
Wat nu de technische inrichting dezer fa
briek betreft. Het meest opvallend is het con-
veyor-systeem. Hierover is veel gesproken en
geschreven. Er bestaan twee soorten van con
veyors: de eerste bestaat uit jalouzie-conveyor
hetwelk het werkstuk plus de menschen ver
voert en dan is er nog de ketting-conveyor,
welke alleen het werkstuk vervoert.
De conveyor verricht zelf geen werk, spaart
dus geen arbeidskrachten uit, vergemakkelijkt
den menschen het werk. Dikwijls is beweerd,
dat wij de conveyors sneller laten loopen om de
menschen sneller te doen werken. Dit is on
juist, omdat op enkele uitzonderingen na," deze
conveyors een vaste snelheid hebben, welke is
vastgelegd bij het ontwerpen ervan. De looptijd
van den conveyor wordt bepaald door het
èantal uren noodig om het werkstuk te maken,
te deelen door het aantal menschen, die tege
lijkertijd door aan dit werkstuk kunnen wer
ken. Indien dus een zeker werk tien uren
vraagt en daaraan tegelijkertijd door 5 man kan
worden gewerkt is de looptijd van den con
veyor. 2 uur. De lengte wordt bepaald door de
productie van den looptijd maal de lengte van
het werkstuk. De snelheid wordt bepaald door
de lengte van den conveyor te deelen door den
looptijd. Wanneer dan een conveyor een anderen
voeden moet, moet de snelheid van de laatste
grooter zijn.
In de ovens, waar met een temperatuur wordt
gewerkt van 250 graden Fahrenheit, wordt de
lucht vijfmaal per minuut ververscht. Buiten
de fabriek is een proefbaan aangelegd waarin
verschillende gedeelten voorkomen als spoor
wegovergangen- een helling van 1 8 enz. welke
de diverse wegengesteldheden in Nederland
weergeven.
Deze dag sluit een periode af van het maken
van plannen, bouwen en voorbereiden en is
het daarom met groote vreugde dat wij dezen
dag vieren, aldus besloot sperker.
Rondgang.
De genoodigden brachten daarna een bezoek
aan het kolossale fabrieksgebouw dat in volle
werking was en volgden met gespannen inte
resse het merkwaardige proces, dat de nauwe
lijks bewerkte grondstoffen ondergaan, alvorens
zij tezamengevoegd een automobiel vormen.
In het nieuwe kantoorlokaal op de eerste
verdieping werden verfrisschingen geserveerd.
Vele bezoekers bleven daar nog eenigen tijd
bijeen. Anderen brachten een bezoek aan de
proefbaan, waarop de Ford-automobielen be
wezen, dat zij tegen alle moeilijkheden, die de
rijwegen in Nederland kunnen opleveren zijn
opgewassen.
Alles draait in de nieuwe Fordfabriek om
den z.g. conveyor en deze draait op zijn beurt
ook, zij het met een voor automobilisten mi
nieme snelheid van 25 a 30 centimeter per mi
nuut door de enorme fabriekshal.
Een fabriek stelt men zich altijd voor als
een ruimte, waarin de menschen in een bizar-
ren chaos door elkaar krioelen, waarin de lucht
met onzuivere dampen is bezwangerd en waar
in geweldige kranen met hun lange armen
zwaaien. Vergeleken met zoo'n fabriek, doet
de nieuwe Fordfabriek denken aan een sana
torium. Alles gaat in volmaakte orde en regel-
maat. De arbeiders staan op hun posten, zij
houden hun werktuigen gereed en telkens
schuift een nieuw stuk werk naar hen toe en
met vaardige handen wordt het vervolmaakt
en afgewerkt.
Tijdsbesparing, arbeidsbesparing en ruimte
besparing zijn de drie voordeelen van dit
werksysteem, dat de regelmatigheid bezit van
een uurwerk. De eerste verdieping van het ge
bouw wordt in beslag genomen door de carros-
serie-afdeeling.
De uit staalplaat geperste carrosseriepaneelen
voor allerlei modellen en soorten Ford-automo
bielen staan daar gereed om bewerkt te wor
den. De bewerking, die deze ruwe onderdeelen
ondergaan, begint met een reiniging met caus-
tie-soda-oplossing. Daarna worden de stalen
platen electrisch gelascht, waardoor het is uit
gesloten, dat de metalen paneelen van de car
rosserie losraken en gaan rammelen of piepen.
Is het laschwerk eindelijk gedaan, eerst dan
begint de eigenlijke carrosseriebouw.
Het geraamte wordt op een conveyor ge
plaatst en de paneelen worden erin aange
bracht, de deuren worden in haar scharnieren
gehangen en dan vangt de carrosserie haar avon
tuurlijken tocht aan door de verfspuitinrich
ting. Deze tocht, tijdens welken de carrosserie
hangt aan een 350 meter lange ketting, duurt
zestien uren. In dien tijd passeert de carros
serie allerlei verfspuitkamers, droogovens en
schuurplaatsen. Na een verblijf van twee uren
in den droogoven, die verhit wordt tot een
temperatuur, varieerend van 130 tot 250 gr.
Fahrenheit, kan het koetswerk worden voor
zien van dak en plafonddek, ruiten, bekleeding,
kussens, raamlijsten en verdere uitrusting.
Met het aanbrengen van de portierkrukken,
de ruitenwissehers en 't trekken van de bie
zen op de carrosserie wordt daaraan de laat
ste hand gelegd. De carrosserie is dan gereed
om op het chassis geplaatst te worden. Intus
schen heeft beneden in de fabriekshal de chas
sis eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt. De
onderdeelen daarvoor worden keurig gemof
feld in een oven, waarin ze een uur en een
kwartier blootgesteld worden aan een tempe
ratuur van 400 gr. Fahrenheit. Terzijde van
den hoofdconveyor liggen de ijzeren chassis-
balken gereed om aan elkaar te worden ge
klonken. De zij- en dwarsbalken worden met
rood-gloeiende nagels aan elkaar bevestigd en
het aldus ontstane autoframe wordt door den
conveyor door de fabriekshal gevoerd.. Eerst
worden de voor- en achterassen bevestigd,
dan volgen de wielen en ten slotte de motor,
die door een electrische looptakel automatisch
op het chassis wordt neergelaten.
Is het chassis heelemaal gereed, dan wordt
de carrosserie er snel op geplaatst en de bouten
er aan bevestigd. De motor wordt onmiddellijk
voorzien van olie en benzine, de koplampen
en de autohoorn worden aan den wagen be
vestigd eneen nieuwe Ford staat ge
reed voor zijn proefrit.
De nieuwe. Fordautomobielen worden dade
lijk in de gelegenheid gesteld, hun soliditeit te
bewijzen, want onmiddellijk naast het fabrieks
gebouw is een weg aangelegd, die in zich alle
slechte kwaliteiten vereenigt, welke de Neder
landsche wegen maar kunnen bezitten. Ge
vaarlijke bochten en zeer ongelijke bestrating
zijn wel de hoofdkenmerken van de proef
baan, die een lengte heeft van 1.4 K.M.
Heeft een wagen al deze beproevingen door
staan, dan kan de toekomstige kooper er zeker
van zijn, dat zijn auto volkomen safe is.
Amsterdam mag zich gelukkig prijzen met
het bezit van deze uiterst moderne fabriek, die
een aanwinst beteekent voor de Nederlandsche
en in 't bijzonder de hoofdstedelijke industrie
en die aan vele arbeiders productief werk ver
schaft.
Aan het. jaar-verslag over 1932 der Frsmsch-
Hollancsche Oliéfabriekèn ^ouveaü^ TCïalilïssê-
ments Calvé-Delft N.V., onleenen wij liet vol
gende:
Gezien de bijzonder moeilijke economische
verhoudingen, welke het jaar 1932 in zoovele
opzichten hebben gekenmerkt, is het niet te ver
wonderen, dat de resultaten over het afgeloopen
jaar eenigszins achterbleven bij die van het
voorafgaande boekjaar.
De winst- en verliesrekening vermeldt een
inkómstenrekening groot 1.575.468; hieraan
moet worden toegevoegd een onverdeeld winst
saldo van vorig jaar ad 27.213, terwijl daar
bij thans nog een bedrag van 34.613 kan wor
den opgeteld, zijnde de restitutie van deze som
het resultaat van ons in het vorige jaarverslag
vermelde beroepschrift, ingediend ter zake van
den aarslag in de dividendbelasting over de op
1 Juli 1931 terugbetaalde reserve-rekening aan
gewone aandeelhouders. Brengt men ran het al
dus verkregen totaalbedrag ad 1.637 294 ach
tereenvolgens in aftrek de algemeene onkosten
ad 43.682, de afschrijving op gebouwen en
machinerieën ad 402.530, en de interest obli
gatielening ad 326.520, dan blijft een bedrag
over var. 864.561.
Na uitkèering van 6 pet. (onv.) op de pre
ferente aandeelen, waarvoor, met inbegrip van
de dividendbelasting, 392.580 noodig is, resteert
een bedrag van 471.980.
Voorgesteld wordt hieruit 3% pet. (4) divi
dend uit te keerèn op de gewone aandeelen, het
geen na betalin'g van de dividendbelasting over
blijft, zal op nieuwe rekening worden overge
bracht.
POSTVERVOER MET DE „GRAF
ZEPPELIN".
Gedurende het zomertijd vak zullen door het
luchtschip „Graf Zeppelin", behalve de Zuid-
Amerikavluohten nog de volgende tochten
worden ondernomen
28 Mei naar Italië, landing te Romepost
wordt afgeworpen boven Napels en Livorno.
25 Juni naar het Saargebied, landing te Saar-
brücken.
18 Juli naar Zwitserland, post wordt afge
worpen boven Bern.
22 Juli naar Spanje landing te Barcelona.
24 Augustus naar Zwitserland, post wordt
afgeworpen boven St. Gallen.
Met deze tochten kunnen gewone en aan-
geteekende briefkaarten en brieven (niet zwaar
der dan 20 gram) voor elke gewenschte bestem
ming worden verzonden. De stukken waarop
geen luchtpost-etiket moet worden geplakt,
moeten voorzien zijn van het volledig adres van
den afzender en van het opschrift: ,Mit Luft-
schiff Graf Zeppelin nach (Italien, dem Saar-
gebiet, der Schweiz, Spanien), eventueel ge
volgd door „Postabwurf Neapel, Liverne, Bern
of St. Gallen".
Het luchtrecht, verschuldigd boven de ge
wone porten en rechten bedraagt voor brief
kaarten 45 cent en voor brieven 80 cent. De
stukken zullen in den Duitschen dienst van een
bij zonderen stempelafdruk worden voorzien.
Aangeteekende stukken worden niet in uit-
werpdepêches opgenomen.
Met de Zuid-Amerikatochten kan voortaan
eveneens luchtpostcorrespondentie worden ver
zonden van Friedrichshafen tot Barcelona op
dezelfde voorwaarden als voor de Europa-
vluchten gelden.
Het verdient aanbeveling de met de „Graf
Zeppelin" te verzenden correspondentie niet
in de brievenbussen te werpen, maar aan het
loket van het postkantoor af te geven.
OPLEIDING MILITAIR APOTHEKER
Ter kennis van belanghebbenden wordt ge
bracht, dat in 1933 voor twee jongelieden, die
d.it jaar de studie- in de artsenij-bereidkunde
aan de Nederlandsche universiteiten zullen aan
vangen, de gelegenheid bestaat om te worden
opgeleid voor de betrekking van militair apo
theker bij het leger in Nederlandsch-Indië; van
bedoelde plaatsen kan één worden bezet door
een in Indië aan te nemen gegadigde.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
LOURDES.
Groote Nationale Nederlandsche Jubileum-
Bedcvaart van 25 Juli tot en met
3 Augustus 1933.
Met de handen onder het hoofd zat Jan Bevers
in de ruimte te staren en had bij zich zelf al
meermalen die vraag hethaald. Ja, daar was iets
voor en iets tegen
Waarom zou je eigenlijk zoo'n verre reis
maken? Je kon toch thuis in je eigen parochie
evengoed tot Onze Lieve Vrouw bidden. Hier
was het toch diezelfde Maria als daar ginds in
Frankrijk!
Jan Bevers kende heel goed de geschiedenis
van Lourdes. Meerdere malen had hij 't verhaal
met aandacht gelezen, en nu kwam dat deel W/eer
voor den geest, waarbij Maria aan de kleine,
nu zalige Bernadetta gezegd had: „Ik wil hier
veel menschen zien.Ja, dat was waar, Maria
had haar zin gekregen.
Er kwamen nu veel menschen, en zij beloonde
dat met vele gunsten en genaden uit te deelen.
Zooveel als nergens ter wereld. Maar daar stond
weer tegenover dat zoo'n bedevaart naar Lour
des veel geld kostte.
Jan had de gewoonte om al zijn uitgaven in
een klein boekje op te schrijven, ja, daar stond
het allemaal, hij bladerde het eens door en maak
te eenige aanteekeningen. Een uitgaander was
hij niet, maar af en toe zag hij er niet tegen
op om een paar gulden voor zijn genoegen
uit te geven. Hij maakte een optelsommetje en
schrok van het totaalhij kon nog heel wat
bezuinigen zonder dat hij er nadeel van had,
als hij eens keek naar die cijfers van tabak en
sigaren ook hier was geld te vinden. En dan
als anderen het kor.den, kon hij het toch ook.
Maar het was een lange en vermoeiende reis,
terwijl hij het reizen niet gewend was, ja dat
viel niet mee. Maar daar dacht hij met schrik
dat hij ook ziek kon worden, dan zou hij wel
naar Lourdes willen, en dan was het nog veel
vermoeiender en onaangenamer. Moest hij
eigenlijk niet heel dankbaar zijn dat hij zoo
gezond was, misschien verwachtte O. L. Vrouw
die moeite wel, als dank voor zijn bloeiende
gezondheid.
Hij had al eens vrienden gesproken die ook
naar Lourdes geweest waren en die geheel be
langeloos, zonder een cent korting te krijgen
in hun reiskosten den geheelen tijd met de
zieken hadden opgetrokken. En nu had Jan
gezegd, dat hij het wel mooi vond, maar niet
begreep, dat zijn vriend er plezier in kon
hebben om zoo zijn tijd in Lourdes door te
brengen met karretjes met zieken naar de Baden,
naar de Processie en naar het Hospitaal te
trekken. Toen had die vriend geantwoord: „Hoor
eens hier Jan, ik loop liever voor het karretje
dan dat ik er in zit. Ik ben God altijd dankbaar
dat ik kan rijden en niet gereden behoef, te
worden". Ja, dat was waar ook, als je gezond
was dan dacht je er niet aan om God dankbaar
te zijn, en tochJan zag zichzelf wel in
een ziekenwagentje zitten. Dat was toch niets
onmogelijks! Hij huiverde er van toen hij er aan
dacht.
Maar dacht hij, als ik nu toch spaar, dan kon
ik net zoo goed alleen gaan of met een paar
kennissen, dan ben je veel vrijer. Maar hij dacht
aan de taalmoeilijkheden en wie weet wat die
kennissen onderweg of b.v. in Parijs zouden wil
len doen, en dan zou de goede stemming
driekwart verloren zijn. En had daarenboven de
H Maagd niet gezegd: „Ik wensch dat men in
processie komt". Ach met zoo n processietréin
was je ineens van alle moeilijkheden af. Maria
zou het mooier van hem vinden als hij zich
aansloot bij een officieele bedevaart. Maar nu
nog een vraag: Zal ik dit jaar gaan? Ik ben nu
niet zoo zeker van mijn werkzaamheden het is
zoo'n moeilijke tijd, ik kon beter een jaartje
nog wachïen. Maar van dén anderen kant be
keken, hoe slechter de tijdsomstandigheden, hoe
beter het voor hem was om naar Lourdes te
gaan en daar aan Maria te vragen wat goed voor
hem zou zijn. Hij kon nog wel plannen maken
voor het volgend jaar, maar zou hij er dan
nog wel zijn? of zou hij dan nog wel gezond
zijn? Met een ruk stond Jan op: Ik ga dit jaar
naar Lourdes met de groote Nationale Nederl.
Jubileum-Bedevaart was zijn besluit, maar dan
als pelgrim-brancardier, want er zal dit jaar veel
hulp noodig zijn voor zieken.
T i 1 b u r g 8 Mei 1933.
H. van der Putten, Oisterwijkschebaan 85,
Correspondent der Bedevaart
Bestuurslid v. h. Tilburgsche Ziekencomité.
BESCHERMING NEDERLANDSCH FABRI
KAAT EN DE HACHELIJKE TOESTAND
VAN DE NEDERLANDSCHE LEDER-' EN
SCHOENINDUSTRIE.
Aan de eene zijde geeft men handen vol geld
uit voor de reclame Nederlandsch fabrikaat,
dus tot steun van een Nederlandsch product, aan
de andere zijde laat men de markt rustig over
voeren met buitenlandsch fabrikaat, dat met
exportpremie der uitvoerende landen een nek
slag geeft aan de Nederlandsche leder- en
schoenindustrie.
Wanneer men de importcijfers ziet over Maart
en April van zool- en overleder, dan zijn deze
cijfers ontstellend en baart het geen wonder dat
de toestand van de Nederlandsche leder- en
schoenindustrie met den dag hachelijker wordt.
En aan wien de schuld? Aan de Regeering welke
den moed mist de grenzen te doen sluiten en niet
durft doen wat andere landen wel tegen ons
durven doen.
Onze export ligt geheel lam. Naar Duitsch-
land, Engeland, Amerika of andere landen is
geen schijn van kans te exporteeren. Amerika
verhoogde zelfs de invoerrechten op overleder
van een op twee Mei van 50 tot 100 pet.
Wanneer men hier de grenzen zou sluiten, dan
zouden de leder- en schoenfabrieken voldoend#
emplooi vinden en men behoefde geen vrees t&
hebben, dat de prijzen te sterk opgeschroefd wer
den, daarvoor zou de onderlinge concurrentie
zorgen. En wat het Nederlandsch fabrikaat aan
gaat. dat kan zoowel voor zooileder als over
leder zich meten met het beste buitenlandsch
product.
Het lijdt dan ook geen twijfel dat de ontevre
denheid steeds meer de overhand neemt bij allen,
welke eiken dag den terugslag van zaken moeten
bemerken en men zich angstig afvraagt, Quo
Vadis?
Wanneer men de grenzen niet sluit, dan is een
totale ondergang van de nijvere leder- eh
schoenindustrie onherroepelijk. En men moet
niet vergeten, dat meer dan 10.000 Nederlanders
hierbij betrokken zijn.
Aan de Regeering in Den Haag om dit te
beletten en laat men het geld voor Nederlandsch
fabrikaat nuttiger gebruiken.
Met dank voor plaatsing,
Hoogachtend,
GERARD JANSEN.
Tilburg, 12 Mei 1933.
Wanneer de fabricatie, of
de voorraad uwer artikelen,
den omzet, den verkoop
overlreffen, geeft aan 'n serie
dan eene de kans U ta
helpen, den aftrek uwer
producten te vergrooten.