inQEZOMDtrUfS1 TRAGISCH AUTO-ONGELUK TE ROTTERDAM. FORD OPENT DE POORTEN OTUKKE.n l Jfesi m MlMf DE HELPENDE HAND DINSDAG 16 MEI 1933 LUXE-AUTO RIJDT IN DE KONINGSHAVEN Bij het openen van de hef brug. v DE NIEUWE FABRIEK TE A'DAM OFFICIEEL GEOPEND. CALVE DELFT. Saldo over 1932 864.561 (v.j. 892.650) e «sQfs®7 i=i DOELMATIGE ADVERTENTiËN DORDTSCH ECHTPAAR VERDRONKEN Rotterdam, 15 Mei. Gisterenavond om half elf is aan de Konings brug een vreeselijk ongeluk geschied. Juist op het moment, dat de brug openging is een luxe auto in de Koningshaven gereden en verdwe nen in de diepte. De auto is eerst door het stopsein aan de v. d. Takstraat gereden en bereikte de brug juist even te vroeg of wil men te laat. Immers wanneer de brug open gaat daalt het portaal over den rijweg, dat het verkeer totaal afsluit De chauffeur is nu juist komen aanrijden op het moment, dat de brug wel reeds gedeeltelijk open was, doch de bascule nog niet zoover was gedaald, dat de weg daardoor werd afgesloten. Onmiddellijk is men met man en macht met het reddingswerk aangevangen. Twee politie- booten en een boot van den Havendienst zijn terstond aan het werk getogen om den auto te zoeken. Twee menschen op jammer lijke wijze om het leven ge komen. De auto, waarin het echtpaar Scheper zat, kwam te half elf uit de v. d. Takstraat rijden in de richting van de Koningsbrug. Juist op dat moment was men begonnen de brug open te draaien om twee zeeschepen, een binnenkomend en een uitgaand, door te laten. De verkeerslantaarn aan de v. d. Takstraat gaf reeds het stopsein toen de wagen kwam aan rijden. De heer Scheper heeft dit naar alle waarschijnlijkheid niet bemerkt en evenmin is zijn aandacht getrokken door het geschreeuw van een verkeersagent en burgers. Op het oogenblik dat de stand van het portaal en de klep van de brug zoo was dat er net een wagen onder kan doorrijden is de auto met. een flinke vaart doorgeschoten en in het water geplonst. Twee seconden eerder of later en dan was de auto in botsing gekomen óf met den rand van de brugklep óf met de bovenzijde van het portaal en had het ongeluk vermoede lijk niet die afmeting aangenomen als thans helaas het geval is. De heer Scheper heeft, zooals wij reeds meldden, nog kans gezien zich uit den wagen te werken, vóór deze onder water verdween. Hij kwam in het water terecht en enkele om standers zagen hem in Westelijke richting naar de Prins Hendrikkade zwemmen. Een contro leur van de tram heeft hem nog een houten ladder toegeworpen, een ander heeft een dreg in het water gegooid. Helaas baatte dit niet. De heer Scheper is vermoedelijk door de zui ging in het water, ontstaan door het voorbij varen der stoomschepen, naar de diepte ge trokken en verdronken. Zijn echtgenoote is zittende in den wagen gezonken en zoo een jammerlijken dood ge storven. Haar lijk is door den sterken ebstroom vermoedelijk later uit de auto gespoeld. Groote verkeersstagnatie. Intusschen was het verkeer over de brug van half elf af geheel gestagneerd wat bij de ont- zaglijge belangstelling van het publiek, de drukte nog enorm vergrootte. Heel het tram- en autoverkeer was lamgelegd. De trampassagiers heeft men naar het veer op het Prinsenhoofd gedirigeerd, vanwaar zij naar de Wilhelminakade werden overgebracht. Aanvankelijk stokte het echter ook hier, daar het personeel van de veerbootjes weigerde de menschen te vervoeren, daar zij „geen kaart jes" hadden. Na korten tijd was de strubbeling echter voorbij en de moeilijkheid opgelost en werden de trampassagiers gratis overgezet. Om vijf over twaalf heeft men de brug even neergelaten om het verkeer baan te ge ven, en in lange filé's stroomden de auto's over de brug. Te 12.17 uur is de brug weer opgehaald. Een geweldige file van voertuigen en honderden wandelaars hadden de brug in dien korten tijd gepasseerd, maar kort jaarna was de ver keersopstopping weer even groot als tevoren. Herhaaldelijk stuitte men op allerlei ambte lijke moeilijkheden. Zoo staakte, volkomen getrouw aan het re glement, 't veerbóotje, dat van de Leuvehaven via het Prinsenhoofd naar de Wilhelminakade vaart prompt te twaalf uur den dienst en het kostte weer heel wat tijd, voor de dienst her vat werd. Tegen half één was men ook zoo ver, dat het wagenveer op Gharlois in dienst was gesteld. Daarmee zijn nog tal van auto's over de ri vier gezet. Het heeft tot twee uur geduurd, eer de brug weer voor het verkeer kon worden open gesteld. Reddingspogingen. Inmiddels was men met man en macht nog steeds druk bezig om de gezonken auto boven water te brengen. Een karwei die uren in beslag zou blijken te nemen. Tot twee uur hebben de Havendienst 3, twee poiitiebooten en een takelwagen van de firma Tresfon getracht, den wagen te bergen, echter zonder resultaat. Aan de bergingsfirma de Graaf en Koelman is toen opdracht gegeven dit werk te verrich ten. Iets waartoe me nnaar onze en velen anderer meening al heel wat eerder had moeten besluiten. Wel had men met dreggen iets, dat zooals later bleek ook inderdaad de gezonken auto is geweest, te pakken gekregen, maar bij het trekken braken de takels af. Op die manier gingen twee dreggen verloren die naderhand in de kap van de auto zijn teruggevonden. Ook een poging om den wagen met het anker van den Havendienst III op te halen mislukte. De auto opgehaald. Nadat de firma de Graaf en Koelman op dracht had gekregen bergingswerk te verrich ten was het wachten op laag tij. Bij den sterken stroom die te twee uur nog zeewaarts vloeide kon men lastig met deze karwei beginnen. Te kwart voor vier lag een drijvende bok omringd door een motorboot en de twee poiitie booten bij den Noordelijken pijler van de brug en kon men beginnen met de voorbereidende werkzaamheden. Deze hadden een vlot verloop en te half 5 verdween een duiker onder water om de juiste plaats van de gezonken auto te bepalen en te trachten een kabel daaraan te bevestigen. Dit nam nogal eenigen tijd in beslag en enkele malen achter elkaar moest de heer Huizinga in het natte element afdalen voor een kabel stevig om de cardan van de auto beves tigd was. Langzaam werd de wagen, die vlak bij den pijler bleek te liggen, daarop uit het water getrokken. dreggen en vermoedelijk ook het anker den wagen te pakken gehad. De voorzijde van de auto bleek nagenoeg geen schade te hebben gekregen. Vele kijkers, die tot dan toe het werk hadden gadegeslagen, wendden zich op het moment dat de auto geheel boven water was gekomen, af. Het was immers mogelijk dat het lijk van de verongelukte vrouw zich nog in den wagen bevond. Een onderzoek door de rivierpolitie ingesteld wees al spoedig uit, dat dit niet het geval wag. Men heeft de auto daarna verder omhoog getrokken en naar de Prins Hendrikkade ge varen, waar zij met eenige moeite zoo lang op een aan de kade liggende bok is neergezet. De wagen is vandaag door de politie aan een onderzoek onderworpen en daarbij is gebleken dat de remmen los stonden. De heer Scheper heeft blijkbaar dus geen kans meer gezien deze aan te zetten. Zooals wij boven reeds schreven is de rivier politie onmiddellijk nadat de auto geborgen was naar de lijken gaan dreggen. Tragische ontdekking Na uren lang hard werken, uren van angstige spanning, is de bergingsmaatschappij de Graaf en Koelman er vanochtend te 6 uur in geslaagd de auto, die gisterenavond te half elf in de Koningshaven reed en onmiddellijk zonk, uit het water te lichten. De wagen was leeg, maar toen 't nummerbord van den Chrysler, H. 39502, boven kwam, wist men dadelijk wie de slacht offers van dit buitengewoon tragische auto ongeluk waren. Des nachts waren familieleden uit Dordrecht bij de politie aangifte komen doen dat het echtpaar Scheper—Rittel, dien avond per auto, nr. H. 39502, naar Rotterdam was vertrokken en nog niet was teruggekeerd. Men trachtte de menschen, een zoon en een dochter van het echtpaar en den verloofde van de dochter, zooveel mogelijk gerust te stellen. Zij zijn dan ook tenslotte weer naar Dordrecht vertrokken maar men moet niet denken aan de angst waarin zij den geheelen nacht door geleefd hebben vooral nadat zij bekend waren geworden met het feit, dat er een auto te water was gereden. Naar de lijken van de slachtoffers is de rivierpolitie vanochtend gaan dreggen. Van middag waren zij echter nog niet gevonden. De belangstelling. Den geheelen nacht door is er voor het ger- gingswerk veel belangstelling geweest en van ochtend vroeg groeide het aantal kijkers weer tot honderden aan. Tal van autoriteiten hebben of actief aan het werk deelgenomen, of van hun belangstelling doen blijken. Een groep E. H. B. O.-ers vUn de vereeniging St. Franciscus, die vlak nadat het ongeluk ge beurd was van een cursus terugkeerde en bij de Koningsbrug arriveerde, heeft klaar gestaan om te helpen, maar is daartoe helaas niet in de gelegenheid geweest. Onvoldoende afsluiting. Dit tragisch ongeluk heeft thans toch wel bewezen dat de afsluiting .van de opritten van de Koningsbrug niet geheel voldoende is. Reeds eerder is er een auto door het onveilig sein gereden en toen met een sprong van de hoogere brugklep naar de lager gelegen klep er nog goed afgekomen. Men moet tenslotte rekening houden met momenten van onnaden kendheid van chauffeurs èn het gevaar dat thans wel degelijk gebleken is te bestaan, kan gemakkelijk bezworen worden met het maken van een afsluithek aan weerskanten over het rijpad. Zooals men weet bestaan er momenteel slechts afsluithekken voor de wandelpaden. Vooral des avonds is de afzetting alleen door middel van roode stoplichten niet voldoende, voornamelijk tengevolge van het feit dat zoo wel in de v. d. Takstraat als op het Stieltjes plein aan vele huizen roode lichtreclames bran den die verwarrend kunnen werken. Vanochtend om 9 uur ongeveer is op de Maas onder Vlaardingen het lijk drijvende ge vonden van een geheel gekleede vrouw. Ver moedelijk is dit het lijk van de verdronken mevrouw Sch. Familieleden zijn naar Vlaardingen ontboden, om het lijk eventueel te herkennen. De rivierpolitie heeft het dreggen naar het lijk van den heer Sch. voorloopig gestaakt, om dat ook dit waarschijnlijk met den zwaren ebstroom ver afgedreven is. 17DE INTERNATIONALE ARBEIDS- CONFERENTIE. Nederlandsche afgevaardigden benoemd. Bij Kon. besl. zijn tot leden in de afvaardi ging van Nederland naar de 17de Internationale Arbeidsconferentie, welke op 8 Juni a.s. te Genève is bijeengeroepen, benoemd: a. tot afgevaardigde der Nederlandsche Re geering, tevens voorzitter der afvaardiging, professor mr. P. J. M. Aalberse, lid van de Tweede Kamer der Staten-Genetaal, voorzit ter van den Hoogen Raad van Arbeid; tot afgevaardigde der Nederlandsche Regee ring, mr. A. M. Joekes, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal; b. tot afgevaardigde, vertegenwoordigende de Nederlandsche werkgevers, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, secretaris der afdeeling „Nederland" dar Internationale Organisatie van Industrieele Werkgevers, algemeen secretaris van het Verbond van Nederlandsche werkge vers, toegevoegd lid van den Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau; c. tot afgevaardigde, vertegenwoordigende de Nederlandsche arbeiders, E. Kupers, voor zitter van het Nederlandsch Verbond van Vak- vereertigingen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal: d. tot technische raadslieden van de Regee- ringsafgevaardigden: D. J. Burger, inspecteur van den Arbeid; dr. E. Moresco, oud-vice-pre- sident van den Raad van Nederlandsch-Indië; mej. mr. G. J. Stemberg, referendaris bij het Departement van Economische Zaken en Ar beid, tevens secretaris der afvaardiging; ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde ling; e. tot technische raadslieden van den afge vaardigde voor de werkgevers: mr. E. H. Bis schop Boele, secretaris van de directie van de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburg- sche Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nas- saumijnen, te Heerlen; G. P. Evelein, chef van de Sociaal Economische afdeeling van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, te EinCtioven; f. tot technische raadslieden van den afge vaardigde voor de arbeiders: H. Amelink, se cretaris van het Christelijk Nationaal Vakver bond en penningmeester van het Internationaal Christelijk Vakverbond, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal; H. B. Berghuys, al gemeen secretaris van de Nederlandsche vak centrale; P. J. S. Serrarens, bestuurslid van het R. K. Werkliedenverbond en secretaris van het Internationaal Christelijk Vakverbond, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Exterieur van de nieuwe Ford-fabrieken te Amsterdam, die gisteren officieel in gebruik zijn genomen. Chasis vrij ernstig beschadigd- De achterkant met het onbeschadigde num merbord, dat zekerheid bracht, kwam het eerst bovén. vvatcr. De kap bleek van achtereen ge heel opengescheurd te zijn. Daar hebben de BRAND- In een kw van de boetASfl de* «red i. 4 Bakel staande schuur ontstond gisterennacht brand, waardoor het geheele gebouw vernield werd, Twintig karren turf gingen mede ver loren. Het woonhuis kon worden behouden. Groote belangstelling Onder buitengewoon groote belangstelling zoowel van de zijde van de autoriteiten, als uit de kringen van de industrie en den handel en met eenig feestelijk vertoon is gistermid dag de nieuwe Fordfabriek te Amsterdam nabij de Hembrug officieel in bedrijf gesteld. De directie van de fabriek was zoo attent geweest om deze openingsplechtigheid te doen samen vallen met het begin van de z.g. Amsterdam- sche Week en deze vriendelijke geste is door de bevolking van de hoofdstad op grooten prijs gesteld. Het fabrieksterrein nabij de Hembrug was met vlaggen van alle naties, waar de Fordfa brieken haar nederzettingen hebben, ompaald. Statig en schoon verhief zich uit deze vlakte het door den architect Jan Kuyt ontworpen fa brieksgebouw, met zijn hooge vensters en zijn geweldige ventilatietoren en afvoerinstallaties. De openingsplechtigheid. In de lichte en ruime showroom, waar langs de wanden tientallen bloemstukken prijkten had de openingsplechtigheid plaats. Daar ver zamelden zich de honderden genoodigden. Na een inleidend woord van den directeur der Nederlandsche Fordfabriek, den heer G. G. J. Both, sprak de heer Gottfr. H. Crone, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, de volgende rede uit: Rede van den heer G. H. Crone. Gaarne voldoe ik aan het verzoek van de di rectie der N. V. Nederlandsche Fordfabriek, aldus spr. om een enkel woord te spreken bij de officieele opening dezer fabriek. Ik wensch daarbij uiting te geven aan de groote belang stelling, die in den kring van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam ge koesterd wordt voor deze nieuwe onderneming, het eerste en eenige automobiel-fabricatiebe- drijf in ons land. Wel was eenmaal in het an dere uiteinde van Amsterdam een automobiel fabriek op veel kleiner schaal dan deze fabriek, doch dat bedrijf moest ontijdig worden opge geven. Het is merkwaardig, dat sedert dien ons land, dat met name op het gebied van het vervoerwezen te water en door de lucht een voooraanstaande plaats inneemt, met betrek king tot de vervoermiddelen te land de daar voor benoodigde automobielen uit het buiten land moet blijven betrekken, en dat niettegen staande. hier te lande door de nuttige werking van het Wegenfonds in de laatste jaren in een snel tempo het net van verkeerswegen te land is uitgebreid. Gepaard daaraan ging een stadi ge en snelle uitbreiding van het raillooze land- verkeer; niet alleen het aantal particuliere auto's, maar ook de autobusdiensten en vracht autodiensten êijh zoo in aantal en frequentie toegenomen, dat het Ministerie van Waterstaat zich reeds genoodzaakt ziet om de publieke automobieldiensten zekere beperkingen op te leggen. Hoe groot de afzetmogelijkheden van auto mobielen zijn leert ons het feit, dat thans in de Vereenigde Staten 25 millioen auto's gere gistreerd zijn, dat is een auto op 4% inwoner, dat is sinds 1919 een toeneming van 239 pro cent. In de overige landen is de toeneming nog sterker n.l. 600 pet. Toch is er zelfs in Neder land thans nog maar 1 auto op de 75 inwoners, het verzadigingspunt is hier in de verste verte nog niet bereikt. Toen Henry Ford eenige ja ren geleden ons land bezocht, schijnt hij niet bijster ingenomen te zijn geweest met het Ne derlandsche wegennet. Immers moet hij zich hebben uitgelaten, dat wij maar spoedig onze rivieren en kanalen moesten dempen om plaats te maken voor auto-heirbanen. Een radicaal voorstel, dat slechts weinig waardeering vond. omdat wij terecht onze waterwegen beschou wen als onmisbaar voor onze scheepvaart, ook voor afvloeiing van overtollig water. En toch heeft HenrjN Ford hiermee aangeduid een eigenschap van de Nederlanders, die hen ka-/ rakteriseert, n.l. de neiging om land te schep pen, waar water is en water te maken waar land is. Heeft ook niet het gemeentebestuur van Amsterdam dezen regel gevolgd, toen met het bestuur der Nederlandsche Fordfabriek de ze plaats voor vestiging van het bedrijf werd geaccordeerd? 16 H.A. poldergrond werd er op gespoten en opgehoogd en daarnaast werd een haven gegraven met een wateroppervlakte van 2 H.A. en een vaaargeul van 10 M. diep. De aldus gevormde Fordhaven is het eerste begin van onze haven-West en wanneer een maal de crisis zal plaats maken voor herlevend vertrouwen en ondernemingslust zullen de Am sterdammers hierachter zich zien ontwikkelen een groot nieuw havengebied met opslagplaat sen en industrieterreinen. Deze fabriek maakt hier een uitstekend debuut, dat hoopvol stemt voor de toekomst. Het gebouw is geheel door Nederlandsche constructeurs tot stand gebracht. Reeds wordt een aantal onderdeelen van de Nederlandsche nijverheid betrokken en ik hoop dat dit in toenemende mate het geval mag zijn, aldus werk scheppende voor een aantal nevenbedrijven. Waarheen al die autos hun bestemming vin den? Henry Ford geeft ook hierop het ant woord. Verre van de productie aan te passen aan de vraag, gaat de productie voor, waardoor de vraag wordt gecreëerd. Door voor telkens lagere prijzen het product op de markt te brengen, is de auto onder het bereik gebracht van talloozen, die vroeger met paard of rijwiel hun zeiken afdeden of pleizier- tochtjes maakten. „Demand depends upon production". Deze uit spraak is waard overwogen te worden door hen, die thans de rubberproductie willen beperken tot het peil der vraag. De service, die Ford aan het publiek biedt is spreekwoordelijk geworden en geeft anderen een voorbeeld, hoe de publieke belangstelling kan worden gaande gemaakt en hoe het pu bliek tot koopen kan worden gebracht. Wij vertrouwen aldus besloot spr., dat het bestuur van deze fabriek zich zal laten inspi- reeren door het voorbeeld van zijn leider, wiens naam aan deze maatschappij is verbon den. Met een hartelijk applaus betuigden de aan wezigen hun instemming met het gesprokene, waarna de heer G. G. J. Both, directeur van de N.V. Nederlandsche Ford-automobielfabriek zelf het woord nam. Rede van den heer G. G. J. Both. a deelde allereerst mede, dat het volgen de telegram was Ingekomen van de heeren Henry en Edsel Ford: „The inauguration of your new plant is an act of. confidence in the service of industry to the world. Industry is necessarily an integral part of civilisation and it is impossible to vi sualize a progressive without it. We congratu late you on your farseeing enterprise and will assit your succes in every possible way". Waarvan de vertaling luidt: „De inwijding van uw nieuwe fabriek is een daad van vertrouwen in den dienst, welken de industrie aan de wereld bewijst. Industrie is noodzakelijkerwijze een onmisbaar onderdeel der beschaving en het is onmogelijk zich een vooruitstrevende toekomst in te denken zonder industrie. Wij feliciteeren u met uw van een vooruit- zienden blik getuigende onderneming en zullen op iedere mogelijke wijze uw succes bevorde ren. Edsel Ford vertoefde eenige jaren geleden aldus .de heer Both 4 dagen in Nederland en was ten zeerste te spreken over de door ons in Nederland opgebouwde verkoopsorganisatie. Tijdens het bezoek van den heer Henry Ford aan Nederland hebben wij getracht hem Ne derland te laten zien zoo het werkelijk is en niet, zooals wij veelal in het buitenland worden afgebeeld met wijde broek en op klompen Dank zij de rrfedewerking van industrieel Ne derland en de Leidsche hoogeschool zijn wij in staat geweest Henry Ford eenige bijzonder heden te laten zien, die hij moeilijk of in het geheel niet in het Buitenland kan vinden. Het gevolg is dan ook geweest, dat toen Hen ry Ford Europa verliet en hem werd gevraagd wat hem tijdens zijn rondreis door Europa het meest had getroffen hij tén antwoord gaf: het vervoer op den Rijn en de industrie in Neder land. Indien Henry Ford op het moment aanwezig zou zijn, dan weet ik zeker, dat hij de Neder landsche industrie een compliment zdu maken voor de wijze, waarop zij deze fabriek heeft ge bouwd en ingericht. Vele der bezoekers, die wij reeds hebben ontvangen waren in de veronderstelling, dat deze fabriek een getrouwe copie was van een of andere fabriek in Ame rika en gebouwd naar plannen en ontwerpen die wij toegezonden kregen. Daar deze vraag ongetwijfeld ook bij u zal zijn gerezen, deel ik u even mede, dat deze fabriek is gebouwd naar Nederlandsche plannen. De architect van deze fabriek is de heer Jan Kuyt te Amsterdam, door wien reeds zoo menig groot gebouw in Ne derland is ontworpen en ik verklaar gaarne, dat de aan den heer Kuyt gegeven opdracht tot ons genoegen is uitgevoerd. Dit is niet de eerste maal, dat een Neder landsch architect een Ford-fabriek bouwde. Onze Rotterdamsche fabriek werd gebouwd door den heer J. H. van dén Broek te Rotter dam. Als ik deze heeren noem, mag ik een persoon niet vergeten n.l. de heer A. Aronsohn, civ. ir die de betonconstructie te Rotterdam en Am sterdam heeft verzorgd en die tevens den be tonnen kademuur hier voor de fabriek heeft gebouwd. Een woord van hulde aan de Neder landsche architecten en ingenieurs is zeer zeker op zijn plaats. De aannemers van dit gebouw de gebrs. H. P. Voormolen zijn oude bekenden van ons. Immers zij maakten de inrichtingen in 1914 voor de destijds door ons gehuurde ge bouwen te Rotterdam. Sindsdien hebben zij ge regeld voor ons gewerkt en zij hebben wederom getoond, dat zij het vertrouwen hun geschon ken volledig waard zijn. Het zal te veel tijd vorderen alle aannemers, die aan den bouw dezer fabrieken hebben medegewerkt op te sommen. Ik volsta met in het algemeen te zeg gen dat deze fabriek een waardig bewijs is van het kunnen der Nederlandsche industrie. Voor het bouwen dezer fabriek was in het binnen- en buitenland zeer veel belangstelling. Letterlijk iedereen wilde deze fabriek bouwen. Technische inrichting der fabriek. Wat nu de technische inrichting dezer fa briek betreft. Het meest opvallend is het con- veyor-systeem. Hierover is veel gesproken en geschreven. Er bestaan twee soorten van con veyors: de eerste bestaat uit jalouzie-conveyor hetwelk het werkstuk plus de menschen ver voert en dan is er nog de ketting-conveyor, welke alleen het werkstuk vervoert. De conveyor verricht zelf geen werk, spaart dus geen arbeidskrachten uit, vergemakkelijkt den menschen het werk. Dikwijls is beweerd, dat wij de conveyors sneller laten loopen om de menschen sneller te doen werken. Dit is on juist, omdat op enkele uitzonderingen na," deze conveyors een vaste snelheid hebben, welke is vastgelegd bij het ontwerpen ervan. De looptijd van den conveyor wordt bepaald door het èantal uren noodig om het werkstuk te maken, te deelen door het aantal menschen, die tege lijkertijd door aan dit werkstuk kunnen wer ken. Indien dus een zeker werk tien uren vraagt en daaraan tegelijkertijd door 5 man kan worden gewerkt is de looptijd van den con veyor. 2 uur. De lengte wordt bepaald door de productie van den looptijd maal de lengte van het werkstuk. De snelheid wordt bepaald door de lengte van den conveyor te deelen door den looptijd. Wanneer dan een conveyor een anderen voeden moet, moet de snelheid van de laatste grooter zijn. In de ovens, waar met een temperatuur wordt gewerkt van 250 graden Fahrenheit, wordt de lucht vijfmaal per minuut ververscht. Buiten de fabriek is een proefbaan aangelegd waarin verschillende gedeelten voorkomen als spoor wegovergangen- een helling van 1 8 enz. welke de diverse wegengesteldheden in Nederland weergeven. Deze dag sluit een periode af van het maken van plannen, bouwen en voorbereiden en is het daarom met groote vreugde dat wij dezen dag vieren, aldus besloot sperker. Rondgang. De genoodigden brachten daarna een bezoek aan het kolossale fabrieksgebouw dat in volle werking was en volgden met gespannen inte resse het merkwaardige proces, dat de nauwe lijks bewerkte grondstoffen ondergaan, alvorens zij tezamengevoegd een automobiel vormen. In het nieuwe kantoorlokaal op de eerste verdieping werden verfrisschingen geserveerd. Vele bezoekers bleven daar nog eenigen tijd bijeen. Anderen brachten een bezoek aan de proefbaan, waarop de Ford-automobielen be wezen, dat zij tegen alle moeilijkheden, die de rijwegen in Nederland kunnen opleveren zijn opgewassen. Alles draait in de nieuwe Fordfabriek om den z.g. conveyor en deze draait op zijn beurt ook, zij het met een voor automobilisten mi nieme snelheid van 25 a 30 centimeter per mi nuut door de enorme fabriekshal. Een fabriek stelt men zich altijd voor als een ruimte, waarin de menschen in een bizar- ren chaos door elkaar krioelen, waarin de lucht met onzuivere dampen is bezwangerd en waar in geweldige kranen met hun lange armen zwaaien. Vergeleken met zoo'n fabriek, doet de nieuwe Fordfabriek denken aan een sana torium. Alles gaat in volmaakte orde en regel- maat. De arbeiders staan op hun posten, zij houden hun werktuigen gereed en telkens schuift een nieuw stuk werk naar hen toe en met vaardige handen wordt het vervolmaakt en afgewerkt. Tijdsbesparing, arbeidsbesparing en ruimte besparing zijn de drie voordeelen van dit werksysteem, dat de regelmatigheid bezit van een uurwerk. De eerste verdieping van het ge bouw wordt in beslag genomen door de carros- serie-afdeeling. De uit staalplaat geperste carrosseriepaneelen voor allerlei modellen en soorten Ford-automo bielen staan daar gereed om bewerkt te wor den. De bewerking, die deze ruwe onderdeelen ondergaan, begint met een reiniging met caus- tie-soda-oplossing. Daarna worden de stalen platen electrisch gelascht, waardoor het is uit gesloten, dat de metalen paneelen van de car rosserie losraken en gaan rammelen of piepen. Is het laschwerk eindelijk gedaan, eerst dan begint de eigenlijke carrosseriebouw. Het geraamte wordt op een conveyor ge plaatst en de paneelen worden erin aange bracht, de deuren worden in haar scharnieren gehangen en dan vangt de carrosserie haar avon tuurlijken tocht aan door de verfspuitinrich ting. Deze tocht, tijdens welken de carrosserie hangt aan een 350 meter lange ketting, duurt zestien uren. In dien tijd passeert de carros serie allerlei verfspuitkamers, droogovens en schuurplaatsen. Na een verblijf van twee uren in den droogoven, die verhit wordt tot een temperatuur, varieerend van 130 tot 250 gr. Fahrenheit, kan het koetswerk worden voor zien van dak en plafonddek, ruiten, bekleeding, kussens, raamlijsten en verdere uitrusting. Met het aanbrengen van de portierkrukken, de ruitenwissehers en 't trekken van de bie zen op de carrosserie wordt daaraan de laat ste hand gelegd. De carrosserie is dan gereed om op het chassis geplaatst te worden. Intus schen heeft beneden in de fabriekshal de chas sis eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt. De onderdeelen daarvoor worden keurig gemof feld in een oven, waarin ze een uur en een kwartier blootgesteld worden aan een tempe ratuur van 400 gr. Fahrenheit. Terzijde van den hoofdconveyor liggen de ijzeren chassis- balken gereed om aan elkaar te worden ge klonken. De zij- en dwarsbalken worden met rood-gloeiende nagels aan elkaar bevestigd en het aldus ontstane autoframe wordt door den conveyor door de fabriekshal gevoerd.. Eerst worden de voor- en achterassen bevestigd, dan volgen de wielen en ten slotte de motor, die door een electrische looptakel automatisch op het chassis wordt neergelaten. Is het chassis heelemaal gereed, dan wordt de carrosserie er snel op geplaatst en de bouten er aan bevestigd. De motor wordt onmiddellijk voorzien van olie en benzine, de koplampen en de autohoorn worden aan den wagen be vestigd eneen nieuwe Ford staat ge reed voor zijn proefrit. De nieuwe. Fordautomobielen worden dade lijk in de gelegenheid gesteld, hun soliditeit te bewijzen, want onmiddellijk naast het fabrieks gebouw is een weg aangelegd, die in zich alle slechte kwaliteiten vereenigt, welke de Neder landsche wegen maar kunnen bezitten. Ge vaarlijke bochten en zeer ongelijke bestrating zijn wel de hoofdkenmerken van de proef baan, die een lengte heeft van 1.4 K.M. Heeft een wagen al deze beproevingen door staan, dan kan de toekomstige kooper er zeker van zijn, dat zijn auto volkomen safe is. Amsterdam mag zich gelukkig prijzen met het bezit van deze uiterst moderne fabriek, die een aanwinst beteekent voor de Nederlandsche en in 't bijzonder de hoofdstedelijke industrie en die aan vele arbeiders productief werk ver schaft. Aan het. jaar-verslag over 1932 der Frsmsch- Hollancsche Oliéfabriekèn ^ouveaü^ TCïalilïssê- ments Calvé-Delft N.V., onleenen wij liet vol gende: Gezien de bijzonder moeilijke economische verhoudingen, welke het jaar 1932 in zoovele opzichten hebben gekenmerkt, is het niet te ver wonderen, dat de resultaten over het afgeloopen jaar eenigszins achterbleven bij die van het voorafgaande boekjaar. De winst- en verliesrekening vermeldt een inkómstenrekening groot 1.575.468; hieraan moet worden toegevoegd een onverdeeld winst saldo van vorig jaar ad 27.213, terwijl daar bij thans nog een bedrag van 34.613 kan wor den opgeteld, zijnde de restitutie van deze som het resultaat van ons in het vorige jaarverslag vermelde beroepschrift, ingediend ter zake van den aarslag in de dividendbelasting over de op 1 Juli 1931 terugbetaalde reserve-rekening aan gewone aandeelhouders. Brengt men ran het al dus verkregen totaalbedrag ad 1.637 294 ach tereenvolgens in aftrek de algemeene onkosten ad 43.682, de afschrijving op gebouwen en machinerieën ad 402.530, en de interest obli gatielening ad 326.520, dan blijft een bedrag over var. 864.561. Na uitkèering van 6 pet. (onv.) op de pre ferente aandeelen, waarvoor, met inbegrip van de dividendbelasting, 392.580 noodig is, resteert een bedrag van 471.980. Voorgesteld wordt hieruit 3% pet. (4) divi dend uit te keerèn op de gewone aandeelen, het geen na betalin'g van de dividendbelasting over blijft, zal op nieuwe rekening worden overge bracht. POSTVERVOER MET DE „GRAF ZEPPELIN". Gedurende het zomertijd vak zullen door het luchtschip „Graf Zeppelin", behalve de Zuid- Amerikavluohten nog de volgende tochten worden ondernomen 28 Mei naar Italië, landing te Romepost wordt afgeworpen boven Napels en Livorno. 25 Juni naar het Saargebied, landing te Saar- brücken. 18 Juli naar Zwitserland, post wordt afge worpen boven Bern. 22 Juli naar Spanje landing te Barcelona. 24 Augustus naar Zwitserland, post wordt afgeworpen boven St. Gallen. Met deze tochten kunnen gewone en aan- geteekende briefkaarten en brieven (niet zwaar der dan 20 gram) voor elke gewenschte bestem ming worden verzonden. De stukken waarop geen luchtpost-etiket moet worden geplakt, moeten voorzien zijn van het volledig adres van den afzender en van het opschrift: ,Mit Luft- schiff Graf Zeppelin nach (Italien, dem Saar- gebiet, der Schweiz, Spanien), eventueel ge volgd door „Postabwurf Neapel, Liverne, Bern of St. Gallen". Het luchtrecht, verschuldigd boven de ge wone porten en rechten bedraagt voor brief kaarten 45 cent en voor brieven 80 cent. De stukken zullen in den Duitschen dienst van een bij zonderen stempelafdruk worden voorzien. Aangeteekende stukken worden niet in uit- werpdepêches opgenomen. Met de Zuid-Amerikatochten kan voortaan eveneens luchtpostcorrespondentie worden ver zonden van Friedrichshafen tot Barcelona op dezelfde voorwaarden als voor de Europa- vluchten gelden. Het verdient aanbeveling de met de „Graf Zeppelin" te verzenden correspondentie niet in de brievenbussen te werpen, maar aan het loket van het postkantoor af te geven. OPLEIDING MILITAIR APOTHEKER Ter kennis van belanghebbenden wordt ge bracht, dat in 1933 voor twee jongelieden, die d.it jaar de studie- in de artsenij-bereidkunde aan de Nederlandsche universiteiten zullen aan vangen, de gelegenheid bestaat om te worden opgeleid voor de betrekking van militair apo theker bij het leger in Nederlandsch-Indië; van bedoelde plaatsen kan één worden bezet door een in Indië aan te nemen gegadigde. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie). LOURDES. Groote Nationale Nederlandsche Jubileum- Bedcvaart van 25 Juli tot en met 3 Augustus 1933. Met de handen onder het hoofd zat Jan Bevers in de ruimte te staren en had bij zich zelf al meermalen die vraag hethaald. Ja, daar was iets voor en iets tegen Waarom zou je eigenlijk zoo'n verre reis maken? Je kon toch thuis in je eigen parochie evengoed tot Onze Lieve Vrouw bidden. Hier was het toch diezelfde Maria als daar ginds in Frankrijk! Jan Bevers kende heel goed de geschiedenis van Lourdes. Meerdere malen had hij 't verhaal met aandacht gelezen, en nu kwam dat deel W/eer voor den geest, waarbij Maria aan de kleine, nu zalige Bernadetta gezegd had: „Ik wil hier veel menschen zien.Ja, dat was waar, Maria had haar zin gekregen. Er kwamen nu veel menschen, en zij beloonde dat met vele gunsten en genaden uit te deelen. Zooveel als nergens ter wereld. Maar daar stond weer tegenover dat zoo'n bedevaart naar Lour des veel geld kostte. Jan had de gewoonte om al zijn uitgaven in een klein boekje op te schrijven, ja, daar stond het allemaal, hij bladerde het eens door en maak te eenige aanteekeningen. Een uitgaander was hij niet, maar af en toe zag hij er niet tegen op om een paar gulden voor zijn genoegen uit te geven. Hij maakte een optelsommetje en schrok van het totaalhij kon nog heel wat bezuinigen zonder dat hij er nadeel van had, als hij eens keek naar die cijfers van tabak en sigaren ook hier was geld te vinden. En dan als anderen het kor.den, kon hij het toch ook. Maar het was een lange en vermoeiende reis, terwijl hij het reizen niet gewend was, ja dat viel niet mee. Maar daar dacht hij met schrik dat hij ook ziek kon worden, dan zou hij wel naar Lourdes willen, en dan was het nog veel vermoeiender en onaangenamer. Moest hij eigenlijk niet heel dankbaar zijn dat hij zoo gezond was, misschien verwachtte O. L. Vrouw die moeite wel, als dank voor zijn bloeiende gezondheid. Hij had al eens vrienden gesproken die ook naar Lourdes geweest waren en die geheel be langeloos, zonder een cent korting te krijgen in hun reiskosten den geheelen tijd met de zieken hadden opgetrokken. En nu had Jan gezegd, dat hij het wel mooi vond, maar niet begreep, dat zijn vriend er plezier in kon hebben om zoo zijn tijd in Lourdes door te brengen met karretjes met zieken naar de Baden, naar de Processie en naar het Hospitaal te trekken. Toen had die vriend geantwoord: „Hoor eens hier Jan, ik loop liever voor het karretje dan dat ik er in zit. Ik ben God altijd dankbaar dat ik kan rijden en niet gereden behoef, te worden". Ja, dat was waar ook, als je gezond was dan dacht je er niet aan om God dankbaar te zijn, en tochJan zag zichzelf wel in een ziekenwagentje zitten. Dat was toch niets onmogelijks! Hij huiverde er van toen hij er aan dacht. Maar dacht hij, als ik nu toch spaar, dan kon ik net zoo goed alleen gaan of met een paar kennissen, dan ben je veel vrijer. Maar hij dacht aan de taalmoeilijkheden en wie weet wat die kennissen onderweg of b.v. in Parijs zouden wil len doen, en dan zou de goede stemming driekwart verloren zijn. En had daarenboven de H Maagd niet gezegd: „Ik wensch dat men in processie komt". Ach met zoo n processietréin was je ineens van alle moeilijkheden af. Maria zou het mooier van hem vinden als hij zich aansloot bij een officieele bedevaart. Maar nu nog een vraag: Zal ik dit jaar gaan? Ik ben nu niet zoo zeker van mijn werkzaamheden het is zoo'n moeilijke tijd, ik kon beter een jaartje nog wachïen. Maar van dén anderen kant be keken, hoe slechter de tijdsomstandigheden, hoe beter het voor hem was om naar Lourdes te gaan en daar aan Maria te vragen wat goed voor hem zou zijn. Hij kon nog wel plannen maken voor het volgend jaar, maar zou hij er dan nog wel zijn? of zou hij dan nog wel gezond zijn? Met een ruk stond Jan op: Ik ga dit jaar naar Lourdes met de groote Nationale Nederl. Jubileum-Bedevaart was zijn besluit, maar dan als pelgrim-brancardier, want er zal dit jaar veel hulp noodig zijn voor zieken. T i 1 b u r g 8 Mei 1933. H. van der Putten, Oisterwijkschebaan 85, Correspondent der Bedevaart Bestuurslid v. h. Tilburgsche Ziekencomité. BESCHERMING NEDERLANDSCH FABRI KAAT EN DE HACHELIJKE TOESTAND VAN DE NEDERLANDSCHE LEDER-' EN SCHOENINDUSTRIE. Aan de eene zijde geeft men handen vol geld uit voor de reclame Nederlandsch fabrikaat, dus tot steun van een Nederlandsch product, aan de andere zijde laat men de markt rustig over voeren met buitenlandsch fabrikaat, dat met exportpremie der uitvoerende landen een nek slag geeft aan de Nederlandsche leder- en schoenindustrie. Wanneer men de importcijfers ziet over Maart en April van zool- en overleder, dan zijn deze cijfers ontstellend en baart het geen wonder dat de toestand van de Nederlandsche leder- en schoenindustrie met den dag hachelijker wordt. En aan wien de schuld? Aan de Regeering welke den moed mist de grenzen te doen sluiten en niet durft doen wat andere landen wel tegen ons durven doen. Onze export ligt geheel lam. Naar Duitsch- land, Engeland, Amerika of andere landen is geen schijn van kans te exporteeren. Amerika verhoogde zelfs de invoerrechten op overleder van een op twee Mei van 50 tot 100 pet. Wanneer men hier de grenzen zou sluiten, dan zouden de leder- en schoenfabrieken voldoend# emplooi vinden en men behoefde geen vrees t& hebben, dat de prijzen te sterk opgeschroefd wer den, daarvoor zou de onderlinge concurrentie zorgen. En wat het Nederlandsch fabrikaat aan gaat. dat kan zoowel voor zooileder als over leder zich meten met het beste buitenlandsch product. Het lijdt dan ook geen twijfel dat de ontevre denheid steeds meer de overhand neemt bij allen, welke eiken dag den terugslag van zaken moeten bemerken en men zich angstig afvraagt, Quo Vadis? Wanneer men de grenzen niet sluit, dan is een totale ondergang van de nijvere leder- eh schoenindustrie onherroepelijk. En men moet niet vergeten, dat meer dan 10.000 Nederlanders hierbij betrokken zijn. Aan de Regeering in Den Haag om dit te beletten en laat men het geld voor Nederlandsch fabrikaat nuttiger gebruiken. Met dank voor plaatsing, Hoogachtend, GERARD JANSEN. Tilburg, 12 Mei 1933. Wanneer de fabricatie, of de voorraad uwer artikelen, den omzet, den verkoop overlreffen, geeft aan 'n serie dan eene de kans U ta helpen, den aftrek uwer producten te vergrooten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 2