I
HET VERLOOP VAN DE KABINETS
FORMATIE.
I
III /-jfc».*, -?|
l
mm
ZATERDAG 27 MEI 1933
Wë
MEDEDEELINGEN VAN PROF.
AALBERSE.
DISCONTO TE NEW YORK.
DE ECONOMISCHE WERELD
CONFERENTIE.
Dr. Colijn leider der Nederl.
Delegatie?
CONFLICT IN DE OVERIJSSELSCHE
VEENBEDRIJVEN.
HET CONFLICT BIJ DE K. L. M.
HANDEL IN BLANKE SLAVINNEN.
Twee Italianen gearresteerd.
Luguber werk van een Intern, bende.
VOOR OF TEGEN HITLER.
HET RELLETJE IN DE BIJENKORF.
t
De voorzitter van de Katholieke fractie
der Tweede Kamer, die krachtens zijn func
tie alle gebeurtenissen, welke met de forma
tie van het pas-opgetreden Kabinet-Colijn
samenhangen, nauwkeurig heeft moeten
volgen, had ons beloofd, na afloop van alles
mededeelingen te doen, welke wij reeds tij
dens de formatie hadden gevraagd, om met
kracht te kunnen opkomen tegen de unfaire
wijze, waarop de Katholieke fractie, vooral
in de liberale pers, werd aangevallen. Wij
waren er a priori zeker van, dat de houding
onzer fractie, welke in elk geval meer rug-
gegraat heeft getoond dan de liberale, die
eenvoudig naar een plaats in het Kabinet
gehunkerd heeft, zeer wel het volle licht zou
kunnen verdragen en wij vielen met deze
meening dan ook maar meteen in de stu
deerkamer van den man, wien men mis
schien veel gebreken kan toeschrijven (al
gelooven wij dat niet), maar wel allerminst
de deugd van openhartigheid kan ontzeggen.
„Belofte maakt schuld", zegt het spreek
woord, en ik ben niet gewoon, als ik een
maal iets beloofd heb, die belofte niet na
te komen, zei mr. Aalberse, maar, nu ik er
voor sta, uw vragen te beantwoorden, voel
ik wel, dat daaraan eigenaardige moeilijk
heden zijn verbonden. Gedurende zoo'n for-
matietijd worden er natuurlijk verschillen
de besprekingen gehouden. Die hebben ech
ter uiteraard een vertrouwelijk karakter. Ik
acht het dus niet geoorloofd, uit die bespre
kingen ook maar iets mee te deelen, behalve
een algemeene conclusie of indruk, waartoe
ze hebben geleid. Er worden ook schrifturen
gewisseld. Voor zoover die van mij uitge
gaan zijn, heb ik natuurlijk het recht, daar
uit ook mededeelingen te doen; maar uit die,
welke ik ontving, kan ik, zonder uitdrukke
lijke toestemming van de schrijvers, geen
gedeelte citeeren. Bovendien werd ik twee
maal dóór Hare Majesteit in gehoor ontvan
gen. Het is een vaste regel, dat hetgeen in
dergelijke audiënties gesproken werd, voor
geenerlei publicatie vatbaar is. Hieruit blijkt
wel, hoe moeilijk het op dit oogenblik voor
mij is, alles te zeggen. Het is dus uitgesloten,
dat ik in staat zou zijn een volledig relaas
te geven.
U kunt verwachten, dat het nieuwe Ka
binet de volgende week in de Tweede Ka
mer komt met een Regeeringsverklaring en
dat zich daarover een debat zal ontspinnen,
waarbij dan vanzelf ook wel hetgeen tijdens
de formatie is geschied, van verschillende
kanten opgehelderd misschien ook een
tikje verduisterd zal worden. Om zich
een oordeel te vormen over het geheele
verloop van deze Kabinets-formatie, zal
men goed doen met af te wachten tot men
de Handelingen van de Kamer ter beschik
king heeft. Het is bovendien ook nog moge
lijk, dat andere Kamerfracties zich met ver
klaringen of officieele mededeelingen tot de
openbare meening zullen wenden. Alles bij
elkaar genomen, zal het U wel duidelijk
zijn, dat het voor mij onmogelijk is, nu reeds
een aaneengesloten relaas te geven. Ilc zal
mij daarom ertoe bepalen, antwoord te ge
ven op de vragen, die gij meent te moeten
stellen.
Wat mij en wellicht velen eigenlijk het
meest interesseert, zoo begonnen we maar,
is het antwoord op de vraag, hoe het geko
men is, dat dr. Colijn zijn aanvankelijke op
dracht, een parlementair Kabinet te formee-
ren, niet heeft kunnen vervullen.
Dat antwoord is minder eenvoudig dan
men denken zou. Zelfs voor mij, die toch
alles van zeer nabij heb meegemaakt, zijn
er nog verschillende punten, die om ophel
dering vragen. De eerste, alles beheerschen-
de oorzaak van deze mislukking, is naar
mijn meening het verkeerde begin geweest.
De formateur is begonnen met een opzet,
waarvan hij van te voren wist, dat hij er
niet in zou kunnen slagen.
Maar waarom is hij dan op die wijze
begonnen?
Dat weet ik ook niet. Onmiddellijk na
dat dr. Colijn met de formatie was belast,
heb ik op zijn verzoek een lang onderhoud
met hem gehad. Wat wij besproken hebben,
is natuurlijk niet in zijn geheel voor mede-
deeling vatbaar. Wel kan ik dit zeggen, dat
het voor den formateur volkomen duidelijk
was, dat de bezwaren, welke de Katholieke
Kamerfrachtie vóór de verkiezingen tegen
eventueele meerderheidsvorming door een
samenwerking met de Vrijheidbondsche
fractie had, ook na de verkiezingen onver
anderd door haar werden gehandhaafd Ik
had dan ook heelemaal niet den indruk, dat
Colijn naar een samenwerking van de 5
fracties zou streven. Ons onderhoud had
plaats op Dinsdag 2 Mei. Gij begrijpt, hoe
onaangenaam mijn verrassing was, toen ik
Vrijdag daarop, als Voorzitter van de Ka
tholieke Kamerfractie, het concept-Regee-
rings-program van den formateur ontving
met de vraag, of de Katholieke Kamerfrac
tie bereid was een door hem op de aange
geven grondslagen te vormen Kabinet in de
komende parlementaire periode steun te
verleenen. In dezen brief kwam ten slotte
een p. s voor, aldus luidende: „Een gelijke
uitnoodiging is gericht aan de Voorzitters
van de A.-R. Kamerfractie, C.-H. Kamer
fractie, V.-D. Kamerfractie en de Kamer
fractie van den Vrijheidsbond."
Wat zegt u?
Ja, zoo werd dus, zonder eenige moti
veering, terloops in dat post scriptum mee
gedeeld, dat de formateur, hoewel wetende,
dat de Kath. Kamerfractie tot een dergelijke
samenwerking niet bereid was, toch 't voor
nemen had een Kabinet te vormen op de
basis van de 5 in het naschrift genoemde
Kamerfracties.
Maar professor, ik herhaal: waarom
deed Colijn het dan?
Daarop herhaal ik mijn antwoord, dat
Ik dat niet weet. Het is natuurlijk, zooals
gij zegt, dat uw liberale collega's hebben
gemeend mogelijk, dat hij er op gespe
culeerd heeft, dat de Vrijheidsbondsche
fractie het aangeboden concept-program
niet zou willen aanvaarden, of eischen zou
stellen, die hij niet zou kunnen vervullen,
zooals gij zelf al zegt, inzake radio- of win
kelsluitingswet bijv. In dat geval zou dan
Colijn, die van deze specifiek liberale din
gen niets schijnt te willen weten, zijn goe
den wil getoond hebben en verder een Ka
binet, berustende op de 4 andere fracties, of
alleen op de 3 rechtsche fracties, hebben
kunnen vormen. Mogelijk is ook, dat hij
er op speculeerde, dat, als de Katholieke
Kamerfractie er maar voor gezet werd, het
odium op zich te nemen, dat zij oorzaak zou
zijn, dat 'n „Nationaal Kabinet" niet tot stand
kwam, zij nog wel onder het Caudijnsche
juk zou doorgaan. Mocht dit het geval ge
weest zijn, dan heeft de formateur zich naar
beide zijden vergist. Voor zoover mij be
kend, heeft de Vrijheidsbondsche fractie
hoegenaamd geen bezwaar tegen het con
cept-program gemaakt en ook geenerlei
eischen gesteld. Wat de Katholieke Kamer
fractie betreft, deze heeft zeer ernstig de
situatie overwogen, maar is bij haar vroeger
besluit gebleven. In een uitvoerige nota
heeft zij aan den formateur, na de zaak in
twee langdurige vergaderingen besproken te
hebben, medegedeeld, tot welke opmerkin
gen het concept-program haar aanleiding
had gegeven. In een begeleidenden brief
deelde zij meteen mede, „dat, hoezeer in de
gegeven omstandigheden begrijpelijk, het
concept-program bijna over de geheele lijn
uiterst vaag is gehouden. Zelfs wanneer in
het op te stellen Regeeringsprogram aan de
in bijgevoegde nota aangegeven bezwaren
en verlangens volledig zou zijn tegemoet ge
komen, moet daarom voor onze Kamerfrac
tie het antwoord op de vraag: of zij bereid
is een door u op de in het aldus gewijzigde
program aangegeven grondslagen te vormen
Kabinet, in de komende parlementaire pe
riode steun te verleenen, afhankelijk
worden gesteld zoowel van de samenstelling
van de meerderheid, waarop dat Kabinet
steunt, als van het Kabinet zelf. Ten einde
een definitief antwoord op de ons door u
gestelde vraag te kunnen geven, zullen wij
gaarne van U vernemen:
1. hoe het concept-program zal luiden,
nadat door U is rekening gehouden met de
van de verschillende fracties ontvangen op
merkingen;
2. hoedanig de samenstelling van de
meerderheid zal zijn, waarop het door U te
vormen Kabinet zal steunen, en van het Ka
binet zelf."
Op dezen brief, gedateerd 8 Mei 33, is
niet rechtstreeks een definitief antwoord
ontvangen. Wel hebben daarna nog weer
besprekingen tusschen den heer Colijn en
mij plaats gehad. Mondeling heb ik hem
medegedeeld, dat de Kath. Kamerfractie
nog steeds op het standpunt stond, dat met
't oog op de kleine meerderheid (52) welke
in de huidige Kamer de drie groote recht
sche Kamerfracties met elkaar kunnen vor
men, het 't meest gewenscht zou zijn, de
Vrijzinnig-Democratische fractie in de meer
derheidsvorming te betrekken, indien met
haar voldoende overeenstemming over het
program, en inzonderheid over 's lands de
fensie, zou zijn te bereiken.
De formateur schreef ons toen, dat hij van
plan was aan de Koningin ontheffing van
zijn opdracht te vragen. Mondeling had hij
mij medegedeeld, dat hij dan zou adviseeren
een Katholieken formateur aan te wijzen om
een rechtsch parlementair Kabinet te vor
men. Over dezen brief vergaderde ander
maal de Kath. Kamerfractie. Namens haar
schreef ik toen aan den heer Colijn 'n brief,
dien ik wel in zijn geheel zou willen zien
opgenomen, want daarin is, zij het kort,
toch het geheele standpunt van de Kath.
Kamerfractie, duidelijk uiteengezet.
Professor Aalberse reikte ons den brief
over, die als volgt luidde:
's Gravenhage, 12 Mei 1933.
Hooggeachte Heer Colijn!
Na ontvangst van Uw geëerd schrijven van
heden, waarin U meedeelt, dat U voornemens
is morgenvoormiddag aan Hare Majesteit
ontheffing te vragen van de U verleende op
dracht tot vorming van een parlementair ka
binet, heeft de Katholieke Kamerfractie he
denmiddag vergaderd.
Algemeen werd Uw voornemen betreurd,
en was men van meening, dat het in het be
lang van het land dringend gewenscht is, dat
U alsnog de U gegeven opdracht uitvoert,
zoo noodig door de vorming van een Rechtsch
parlementair Kabinet.
Uwe meening, dat het beter ware, wanneer
hiervoor een Katholiek formateur werd aan
gewezen, kon men niet deelen. Algemeen
werd verklaard, dat men bereid' was een
door U te vormen rechtsch parlementair Ka
binet te steunen.
Een Katholieke formateur heeft in de ge
geven omstandigheden al aanstonds dit tegen,
dat hij den schijn wekt. alsof hij op een
plaats gaat zitten, waarvan zijn fractie eerst
U heeft afgedrongen.
Dat die schijn volkomen valsch zou zijn,
geeft U ongetwijfeld toe. De Katholieke
fractie heeft U volstrekt niet een spaak in
het wiel gestoken. U is, tot haar verwonde
ring, gaan draaien aan een wiel, waar reeds,
naar U bekend was, een spaak in zat.
De redenen, waarom de Katholieke fractie
reeds vóór de verkiezing en daarna in het
advies, door haar voorzitter aan H.M. de Ko
ningin gegeven, verklaard heeft niet met de
Vrijheidsbondsche fractie tot vorming van
een meerderheid te willen meewerken, was
drievoudig:
1. principieel: wij wenschen noch met de
S.D.A.P., noch met den Vrijheidsbond, buiten
uiterste noodzaak samen te werken, omdat
dezer beginselen te ver van de onze afliggen;
2. practisch: wij meenen, dat een Kabinet
op zoo breede, vijfvoudige basis (65) niet
sterker, maar zwakker staat, eenerzijds om
het gemis aan homogeniteit, te grooter naar
mate de basis breeder is; anderzijds ook, om
dat een zoo groote meerderheid het bij on
populaire maatregelen al te gemakkelijk
maakt voor zwakke, of vreesachtige naturen,
om gich afzijdig te houden;
en 3. politiek: wij achten het een groote
fout, wanneer thans alle niet-socialistische
partijen zich vereenigen. Daardoor komen de
sociaal-democraten in een uiterst gunstige
positie, en worden zij in een verkeerde rich
ting gedrongen.
Dit waren onze, U tevoren bekende, gron
den, waarom wij op een basis van 5 niet kon
den samenwerken.
U heeft gemeend, toch op die breedste basis
te moeten beginnen, hoewel de mislukking
U vooraf bekend was. Wij betreuren dit, ook
omdat u daardoor de Katholieke Kamerfractie
onnoodig in een onaangename positie hebt ge
bracht. Juist daarom ook stellen wij er prijs
op, dat U thans Uw pogingen niet opgeeft,
maar doorzet, óns daardoor gelegenheid ge
vende openlijk te bewijzen, dat wij geen be
zwaar hadden tegen een anti-revolutionair
formateur, noch ook tegen den persoon van
Dr. Colijn. Ook daarom kunt U, als U een
parlementair rechtsch Kabinet formeert, op
den krachtigen en loyalen steun van de ge
heele Katholieke Kamerfractie rekenen. Heb
ben wij Mr. de Geer niet eenstemmig ge
steund, toen de anti-revolutionaire fractie
hem in den steek liet? Hebben wij Mr. Don-
ner niet eenstemming gesteund bij een wets
ontwerp, waartegen verschillenden onzer
toch zeer ernstige bezwaren hadden geuit,
toen de Christelijk Historischen hun .steun
weigerden?
Welnu, een even loyale en welwillende
houding kunt u van de Katholieke Kamer
fractie verwachten, als U, op een door ons
te aanvaarden program, een Rechtsch parle
mentair Kabinet formeert.
Ik handel dan ook volgens den eenstem-
migen wensch van de Katholieke Kamerfrac
tie, wanneer ik er bij U zoo sterk mogelijk
op aandring: geef de formatie niet op, maar
tracht een parlementair Rechtsch Kabinet
te formeeren.
Met de meeste hoogachting,
Uw dw.
(w.g.) AALBERSE.
Dat is duidelijk. En wat gebeurde er na
dezen brief?
Ik heb dezen brief aan den formateur per
soonlijk overhandigd, en nog mondeling toe
gelicht. Daarna ontving ik d.d. 15 Mei van
dr. Colijn, die intusschen met de Anti-Revo
lutionaire Kamerfractie had vergaderd, een
uitvoerig antwoord. Dit mag ik natuurlijk
niet publiceeren, maar de conclusie ervan
■RbPH
NIEUWE ATTRACTIES. Van de nieuwe attracties in den
kindertuin van de Rotterdamsche Diergaarde werd Woensdag,
den eersten dag dat ze in gebruik kwamen, hevig geprofiteerd.
was, dat hij dankte voor de vriendelijke be
doelingen en voor den door de Kamerfractie
toegezegden steun aan een door hem te vor
men Kabinet, maar dat hij toch tot zijn leed
wezen moest berichten, dat hij een Kabinet
alleen steunend op de rechtsche groepen,
niet in staat achtte de reuzetaak te volbren
gen, die voor ons ligt, althans niet een
Rechtsch Kabinet, dat onder zijne leiding zou
staan.
Niet onder zijn leiding? Onder een an
deren leider dus?
„Inderdaad, in verband met het vroeger
besprokene moesten wij dezen slotzin zoo
begrijpen, dat de heer Colijn nu aan de Ko
ningin zou adviseeren een katholiek als for
mateur aan te wijzen. Over deze mededee-
ling heeft de Katholieke Kamerfractie toen
weer vergaderd. Zij stond toen voor deze
keuze: ofwel een parlementair Kabinet steu
nende op de 5 fracties, ofwel een rechtsch
parlementair Kabinet. Zij meende op haar
vroeger genomen en wel overwogen besluit
niet terug te kunnen komen, ik deelde dit
weer op 16 Mei schriftelijk aan den forma
teur mede. Deze heeft daarop aan de Ko
ningin ontheffing gevraagd van de opdracht
een parlementair Kabinet te ^vormen.
Mag ik U even in de rede vallen? Als
ik goed geteld heb, heeft de Kath. Kamer
fractie dus vijf maal over deze zaak verga
derd? De liberale pers heeft dit uitgespeeld
als bewijs van de groote oneenigheid, die er
in de Kath. Kamerfractie over deze zaak
zou hebben geheerscht. Is daar nu iets van
waar?
Eigenlijk heb ik, evenals ieder lid van
onze fractie, wier reglement op dit punt zeer
streng is, groot bezwaar mededeelingen te
doen uit hetgeen in de Kath. Kamerfractie
is gesproken. Uiteraard en ook volgens het
reglement, zijn deze besprekingen steeds ge
heim. Maar ik mag op Uw vraag toch wel
dit antwoorden, dat tot mijn groote vreugde
gebleken is, dat de nieuwe Kamerfractie
van 28 evenals haar voorgangster van 30
leden het bewijs heeft geleverd, na goede
voorlichting en ampele bespreking tot een
eenstemmig besluit te kunnen komen. En zoo
is het ook geweest in al die vijf vergaderin
gen! Dat er zoo dikwijls vergaderd werd,
lag vooral hieraan, omdat er telkens iets
nieuws kwam, en als Voorzitter wou ik niet
handelen zonder mij vooraf te vergewissen,
of hetgeen ik noodig of wenschelijk achtte,
ook door al de leden der Kath. Kamerfractie
werd gedeeld. Alle praatjes over meenings-
verschil, verdeeldheid en actie van een
trouwens alleen in de verbeelding van libe
rale redacties bestaanden linkervleugel
zijn dus niets meer dan praatjes!
Maar er is toch geen opdracht gegeven
tot vorming van een Rechtsch Kabinet? Wel
heeft in de bladen gestaan, dat Mr. de Geer
en U nog eens door de Koningin zijn gehoord
vlak voor de tweede opdracht aan dr. Colijn.
Kunt U daaromtrent nu ook niet iets mee-
deelen, want volgens mij, en wellicht ook
veel anderen, kan hier juist een gewichtig
keerpunt in het verloop der zaak hebben
gelegen. Men vraagt zich b.v. af, waarom
werd op dit moment geen katholiek of c. h.
staatsman met de formatie belast?
Mr. Aalberse maakte een handbeweging
als een verkeersagent, die ons buiten de
wanden gebood van het vertrek, waar als
het ware constitutioneel silentium is gebo
den. Maar zijn relaas vervolgend, zei de oud-
Minister:
Dit is nu een van die moeilijke punten,
waarop ik bij het begin van ons gesprek al
heb gezinspeeld. Ik acht mij niet gerech
tigd ook maar iets -mee te deelen van het
geen op den Ruigenhoek is gesproken. Ik
kan U alleen zeggen, dat ik juist op dien dag
op het allerlaatste oogenblik kennis kreeg
van het voor mij beslissend feit, dat de Anti-
Revolutionaire Kamerfractie, niet bereid
was, ook maar eenige verantwoordelijkheid
voor het optreden van een Rechtsch Kabi
net te aanvaarden, en dat ook geen van haar
leden in zulk een Kabinet zou zitting nemen.
De fractie van dr. Colijn zou alleen bereid
zijn zulk een Kabinet te steunen, zooals ook
Lohman indertijd het Kabinet-Kuyper had
gesteund. Daarmee was de door u geopperde
mogelijkheid vervallen.
Staat dit feit werkelijk vast en zou de
anti-rev. fractie zulk een houding blijvend
hebben aangenomen?
Ik moet uw beide vragen bevestigend
beantwoorden.
Maar, is er dan heelemaal niet overwo
gen tot een samenwerking tusschen de 4
partijen te komen, dus zonder de Vrijheids
bondsche fractie?
Inderdaad is daar ernstig over gedacht,
maar de formateur stond op het standpunt,
dat hij alleen een Kabinet, dat op de 5 frac
ties steunen zou, kon formeeren. Het is alles
bij elkaar zeer te betreuren, dat de zaken
zoo geloopen zijn. Naar mijn vaste overtui
ging was, hoe moeilijk de omstandigheden
ook zijn, thans de mogelijkheid aanwezig
voor de vorming van een Parlementair Ka
binet, hetzij steunende op 4 fracties, hetzij
steunende op de 3 groote fracties der Rech
terzijde. De Katholieke Kamerfractie
was bereid, aan beide haar volle
medewerking en steun te verleenen.
Zelfs een parlementair minderheids
kabinet zouden wij aangedurfd hebben. Een
accoord met de sociaal-democraten was in
de gegeven omstandigheden natuurlijk uit
gesloten. Het is dus volstrekt onhoudbaar,
wanneer in een deel der pers beweerd is, dat
de Kath. Kamerfractie er de schuld van
draagt, dat er thans weer een extra-parle
mentair Kabinet optreedt.
Een extra-parlementair Kabinet? En de
formateur heeft gezegd: een Crisis-Kabinet.
Ongetwijfeld, maar dit is eenvoudig een
nadere aanduiding van het bijzonder karak
ter, dat dit extra-parlementair Kabinet zal
NEW YORK, 25 Mei 1933. (Eigen Tel.) De
Federal Reserve Bank van New York heeft
heden haar disconto verlaagd van 3 pet. tot
2 y3 pet.
De laatste discontoverlaging vond plaats op
6 April j.l. van 3y2 tot 3 pet.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat de minister
president, Dr. H. Colijn zal optreden als leider
der Nederlandsche delegatie naar de economi
sche wereld-conferentie te Londen.
Bemiddeling aangeboden.
De burgemeester van Vriezenveen, de heer
J. M. Krijger, lid der Tweede Kamer, heeft den
partijen, betrokken bij het conflict in de Over-
ijselsche veenderijen verzocht, zijn bemiddeling
te willen aanvaarden en hen tot een gezamen
lijke bespreking uitgenoodigd ten gemeentehuize
van Vriezenveen op Maandag a.s.
hebben. Het is wat men kan noemen een
extra-parlementair Kabinet ad hoe. Een
Kabinet, dat vrijwel uitsluitend tot taak zal
hebben zich te bemoeien met de crisis en
alles, wat daaraan vast zit. Overigens zal
het te handelen hebben gelijk een zaken
kabinet, het zal de loopende- en zich nieuw
voordoende zaken hebben af te doen. Ik ver
heug mij er zeer over, dat de formateur er
tenslotte in geslaagd is, dit Kabinet in een
zoo krachtige samensteling tot stand te bren
gen.
En hoe zal de houding van onze frac
tie zijn?
Natuurlijk zal tegenover dit Kabinet
onze houding dezelfde zijn als die tegenover
het extra-parlementair Kabinet-Ruys de
Beerenbrouck. De Kath. Kamerfractie is van
oudsher reeds Schaepman beroemde er
zich op gouvernementeel geweest. Wij zul
len ons niet, na hetgeen gebeurd is, en wat
ook voor ons hier en daar nog eenige ophel
dering zal behoeven, aan het voeren van een
kleingeestige of rancuneuze politiek bezon
digen. Drie van onze allerbeste menschen
zullen in dit Kabinet zitting nemen. Het
Kabinet kan er van verzekerd zijn, dat de
Kath. Kamerfractie, gelijk steeds, ook thans
een loyale houding zal aannemen en ook
evenals in de vorige periode, den moed zal
hebben om impopulaire maatregelen, indien
wij meenen, dat deze in het belang van land
en volk beslist noodig zijn, goed te keuren.
Ik ben ervan overtuigd zei professor Aal-
berse mGt n3druk dat aldus dG houding
zal zijn van de geheele fractie. Maar, men
zal er weer steeds rekening mee moeten
houden, dat wij nu weer een extra-parle
mentair Kabinet hebben. De Katln Kamer
fractie aanvaardt daarom geenerlei verant
woordelijkheid voor het optreden en de
werkzaamheid van dit Kabinet, maar alleen
voor het feit, dat zij er niet toe meewerkt dit
Kabinet ten val te brengen, zoolang daartoe
geen overwegende redenen zijn, en voor de
daden van het Kabinet, welke door haar
blijkens haar optreden in de Tweede Kamer
uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn goedge
keurd. Natuurlijk zal in de komende tijden
bij de vraag, welke en in hoever loyale
steun moet worden geboden, zeer zwaar
mede moeten wegen de uiterst moeilijke om
standigheden, waarin dit Kabinet optreedt
Dit is dan ook de reden, waarom ik respect
heb voor de mannen, die bereid zijn ge
vonden in dit Kabinet zitting te nemen.
Zoo besloot professor Aalberse zijn mede
deelingen, waarvan onze lezers uiteraard
met belangstelling zullen kennis nemen, om
dat zij zoo duidelijk inzicht geven in den
loop der zaken, waarin veel duisters was.
Wellicht, dat de rest der twijfels wordt
weggevaagd in het debat, dat naar aanleiding
van het optreden van het Kabinet wel spoe
dig plaats zal moeten hebben in de Tweede
Kamer, wil de leider der Katholieke fractie
daaraan zelf kunnen deelnemen, daar hij op
6 Juni a.s. als leider der regeeringsdelegatie
vertrekt naar de internationade arbeids-
conferentie te Genève.
VRA CHTVERDEELING IN DE
BINNENVAART.
De wet afgekondigd.
In het Staatsblad 251 is afgekondigd de wet
van den 5en Mei 1933, houdende tijdelijke maat
regelen ter bevordering van een zooveel mo
gelijk evenredige vrechtverdeeling in de bin
nenscheepvaart.
EIEREN NAAR DUITS CHLAND.
Voor uitvoer opengestelde kantoren-
De Minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft de kantoren, waar langs de uitvoer
van éieren naar Duitschland, bedoeld in zijn
beschikking van 8 Mei 1933 kan plaats vinden,
aangevuld met de voor den uitvoer langs
waterwegen opengestelde kantoren te Amster
dam en Delfzijl en met de voor den uitvoer
over landwegen opengestelde kantoren te Coe-
vorden, Holterhoek, Dinxperlo, Hekkens, Pos-
sterholt en Waubach.
UITVOER VAN MELKPRODUCTEN.
De wet treedt 1 Juni in werking.
In Staatsblad 284 wordt afgekondigd een K.B.,
waarbij wordt bepaald, dat de wet van 19 De
cember 1930 tot regeling van den uitvoer van
melkproducten en van gepasteuriseerde en ge
steriliseerde melk en room, met ingang van 1
Juni 1933 in werking zal treden.
KOSTEN VOOR AFGIFTE EN VER
LENGING VAN PASPOORTEN.
Met ingang van 15 Juni.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis, dat met ingang
van 15 Juni 1933 van rijkswege de navolgende
bedragen zullen worden geheven ter zake van
de afgifte en de verlenging van buitenlandsche
paspoorten:
Voor de afgifte van een paspoort voor één
persoon 5 en van een paspoort voor een echt
paar of voor een persoon of een echtpaar met
kinderen beneden 15 jaren 7.50.
Voor het verlengen van een paspoort voor
één persoon 5 en van een paspoort voor een
echtpaar of voor een persoon of een echtpaar
met kinderen beneden 15 jaren t 7-50,
De piloten trekken hun ontslag
aanvragen in.
De piloten van de K. L. M. hebben besloten
hun op 5 Mei jX ingediende ontslagaanvragen
terug te nemen, op grond van een ontvangen
mededeeling van de directie der K. L. M., dat
hun grieven en verlangens ernstig en welwil
lend onder de oogen zullen worden gezien.
Het bestuur der Vereeniging voor Verkeers
vliegers heeft aan den raad van bestuur der
K. L. M. een uitvoerig schrijven gericht, waar
in gemotiveerd wordt, waarom destijds in strijd
met de considerans de ontslagen werden aan
gevraagd en aan welk schrijven wij het vol
gende ontleenen:
De inhoud van uw brief d.d. 23 dezer werd
op de algemeene vergadering onzer leden,
welke op 24 dezer plaats vond, besproken. Wij
berichten u thans, dat de vereeniging uw in
zicht deelt' dat het ondoelmatig is te achten,
dat de commissie van advies onze grieven in
behandeling zou nemen, zoolang het grootste
deel onzer leden bij zijn voornemen blijft, den
dienst uwer vennootschap met ingang van 1
Juli te verlaten.
Mitsdien deelden wij namens de betrokken
vliegtuigbestuurders aan de directie mede, dat
zij de individueele ontslagaanvragen tegen 1
Juli 1933 intrekken.
Daarna wordt het standpunt van de leden
der vereeniging van verkeersvliegers inzake
het al of niet onrechtmatige van hun opzeg
ging uitvoerig toegelicht.
„In het algemeen zij wij het eens met de
overweging, dat de aard van het bedrijf der
K.L.M. medebrengt, dat dit ongestoord en re
gelmatig voortgang moet hebben en dat der
halve een collectief neerleggen van den op
gedragen arbeid door de vliegtuigbestuurders
niet kan worden geduld. Hiertegenover dient
echter vast te staan, dat de werknemers, i.e.
de leden der vereeniging, een rechtspositie
hebben, waaraan niet willekeurig kan worden
getornd. Is de positie van deze laatsten niet
behoorlijk gewaarborgd, dan zijn zij overge
leverd aan het goeddunken van hun superieu
ren.
De leden der vereeniging nu kunnen zich
niet meer in goed vertrouwen aan de leiding
der directie overgeven, daar zij de overtuiging
hebben, dat deze er naar streeft, hun positie
systematisch te verzwakken. Zij verlangen dus
zekerheid; het reglement, in 1931 na de ge
rezen moeilijkheden vastgesteld, had ten doel,
den vliegtuigbestuurders die zekerheid te ver
schaffen. En werd aangegaan voor den tijd
van 5 jaren.
Slechts indien een onvoorziene omstandig
heid een tusschen tijdsche wijziging noodzakelijk
maakt, zijn wij van oordeel, dat een dergelijke
noodzakelijk geworden wijziging in 't reglement
gebracht kan worden, Is dit niet het geval, dan
hebben de onderteekenaars zich van weers
zijden te gedragen volgens de bestaande dienst-
voorwaarden, ook al zou artikel 26 van het
R. V., zooals het is geredigeerd, aan de directie
vrijheid laten, te allen tijde en op elk punt
te wijzigen.
Het komt ons voor, dat een dergelijke toe
passing niet vereenigbaar zou zijn met de goede
trouw welke bij de tenuitvoerlegging van alle
overeenkomsten in acht moet worden geno
men.
De zekerheid, die dit reglement aan de leden
bedoelt te geven, is immers anders van nul
en geener waarde. Doet zich naar de meening
der directie een urgent geval voor, dan is als
waarborg tegen willekeur aan de vliegtuigbe
stuurders de mogelijkheid opengelaten, het
advies eener commissie uit te lokken.
Het is u bekend, dat de directie der K. L. M.
zich reeds den eersten keer den beste, dat
bleek, dat de commissie van advies het niet'
met een door haar voorgestelde wijziging eens
was, zich van dat advies niets heeft aange
trokken, en zelfs verzuimd heeft, aan de ver
eeniging haar gemotiveerde beslissing mede te
deelen, zooals het reglement dat voorschrijft.
De herhaalde, zonder noodzaak en volgens
onze meening naar den geest van het reglement
door de directie ingevoerde ongeoorloofde en
willekeurige wijzigingen ondermijnen den
waarborg, die den leden onzer vereeniging
gegeven moest zijn, en waarop zij recht heb
ben. Het reglement, dat is opgesteld om hen
te beschermen, is een wapen geworden, dat
zich tegen hen keert.
Wanneer dan tenslotte de directie der K. L.
M., die eenerzijds een overeenkomst als het
R. V. met de vereeniging afsluit en zich op dat
reglement beroept, als zij zulks noodig oor
deelt, anderzijds, zooals u ongetwijfeld ook
bekend zal zijn, die vereeniging onder geen
voorwaarde als zoodanig wenscht te „erken
nen", valt in het licht van het vorenstaande
niet in te zien, waarom de vliegtuigbestuur
ders eenzijdig gebonden zouden zijn.
Bij Apoth.erv Drogisten
Reel. 7239-5 II
Men meldt ons uit Den Haag:
Het was bij de autoriteiten reeds geruimen
tijd bekend, dat er hier ter stede een levendige
„handel in echtgenooten" werd gedreven. Ver
schillende vrouwen van verdachte zeden, die
reeds meermalen door de politie over de grens
waren geleid, werden na korteren of langeren
tijd toch weer in Den Haag aangetroffen.
Er waren zelfs gevallen dat vrouwen, mee-
rendeels van Fransche nationaliteit uit Neder
land werden geleid en na eenigen tijd weer
hier ter stede vertoefden.
Wanneer de politie deze vrouwen aanhield,
en naar het Hoofdbureau bracht, bleek dat de
mogelijkheid om haar weer over de grens te
zetten uitgesloten was, aangezien zij de Ne
derlandsche nationaliteit bleken verkregen te
hebben.
De vrouwen toonden dan op het Hoofdbureau
niet zonder trots een trouwboekje, waaruit
bleek, dat zij tengevolge van een gesloten hu
welijk met een Nederlander onze nationaliteit
hadden verkregen en dientengevolge het recht
hadden hier te verblijven.
Een voortgezet onderzoek wees uit, dat er
mannen waren, die tegen een bepaald bedrag
bereid gevonden werden met de betrokken
vrouwen een huwelijk aan te gaan dat vaak
op een of andere kleine plaats in ons land werd
gesloten en welk huwelijk zoo spoedig mogelijk
weer door een scheiding werd gevolgd.
Zoo ontstond er in Den Haag een groote'
groep van vrouwen, die langs dezen weg onze
nationaliteit verkregen en die een beroep uit
oefenden in verband waarmede zij anders on
getwijfeld door de zedenpolitie zouden zijn
uitgeleid.
Er bevonden zich vrouwen onder van elke
nationaliteit. Vaak waren zij de Nederlandsche
taal in het geheel niet machtig. Zoo waren er
zelfs gevallen dat de betrokken vrouwen alleen
het woordje „ja", dat zij bij het sluiten van een
huwelijk niet konden missen, konden zeggen.
De politie staat hier voor een moeilijk geval,
want 'n strafbaar feit is in vele gevallen be
zwaarlijk aan te toonen. Er zijn echter enkele
gevallen waarbij minderjarige meisjes betrok
ken zijn en door de politie wordt thans getracht
voor deze feiten zooveel mogelijk materiaal te
verzamelen in de hoop de mannen, die zich
voor „handel in echtgenooten" leenden, onscha
delijk te kunnen maken.
Dezer dagen kwamen 2 Italianen aan het
Hollandsche Spoorstation in Den Haag aan in
gezelschap van een minderjarig Fransch meisje.
De politie die van een en ander kennis had
gekregen, was op het station aanwezig en
nam de mannen mede naaar het Hoofdbureau,
alwaar zij voorloopig in politiebewaring wer
den gesteld.
Voor het meisje werd intusschen een ver
trouwd adres gezocht waar zij voorloopig on
derdak zal vinden.
Nadrukkelijk werd ons van de zijde aan de
politie verzekerd, dat het aantal gevallen waar
bij sprake is van „verleide meisjes" slechts
klein is. Bijna altijd ging het om vrouwen van
verdachte zeden aan een middel te helpen om
in Den Haag haar beroep te kunnen blijven
uitoefenen.
De politie moest met den gummistok de
orde herstellen.
In een volksherberg te Kerkrade kreeg een
Duitscher met zijn beide zoons, die allen te
veel gedronken hadden, en te luidruchtig als
propagandist voor Hitier optraden, het te kwaad
met andere gasten.
De herbergier, die de Duitschers trachtte te
kalmeeren werd mishandeld. Toen ontstond een
algemeene vechtpartij, waarbij met allerlei
voorwerpen werd gesmeten en stevige klappen
werden uitgedeeld.
De gewaarschuwde politie moest met den
gummiestok de orde herstellen. De drie Duit
schers werden in arrest gesteld.
In de herberg waren vernield 14 stoelen, twee
tafels, bierglazen en een ruit.
HET ANTWOORD VAN DE KONINGIN
AAN PRESIDENT ROOSEVELT.
De volgende verklaring is gezonden aan H.
M. de Koningin
„De Commissie inzake Oorlogsprophylaxis
van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevor
dering der Geneeskunde, in opdracht van deze
Maatschappij, brengt uwe Majesteit eerbiedig
dank voor de duidelijke en afdoende wijze,
waarop zij in haar antwoord aan president
Roosevelt den oorlog heeft veroordeeld.
De Nederlandsche artsen, beseffend de ca-
tastrophale uitwerking, die de moderne strijd
middelen zouden hebben voor leven en gezond
heid van combattanten en non-combattanten,
beseffend ook dat niet krachtig genoeg de vol
ken kunnen worden gewaarschuwd en voorge
licht. danken uwe majesteit voor Haar edele
en Koninklijke getuigenis".
DE HEEMSKERK VAN REYKJAVIK
VERTROKKEN.
Hr. Ms. pantserschip Heemskerk, onder bevel
van den kapitein ter zee C. ter Poorten, is 24
dezer van Reykjavik vertrokken,
Verd. in hooger beroep vrijgesproken.
Gedurende een actie tegen loonsverlaging
van koks in de Bijenkorf te Rotterdam, welke
actie naar Amsterdam was overgeslagen, was
het op sommige oogenblikken in de lunchroom
tamelijk rumoerig. Een man, die zou zijn aange
maand om heen te gaan, weigerde aan de som
matie van een rechercheur te voldoen.
Wegens huisvredebreuk werd de man door
den politierechter veroordeeld tot drie weken
gevangenisstraf. In hooger beroep sprak het
Hof hem thans vrij. Het O. M. had bevestiging
geëischt Verdediger was mr. B. J. Stokvis.
OPENING BADINRICHTING „DE OTTER"
TE LOOSDRECHT.
Te Oud-Loosdrecht is naast de terreinen ^der
bekende Watersportvereeniging „Loosdrecht" in
tegenwoordigheid van talrijke belangstellenden
de nieuwe, op grootsche schaal aangelegde bad
inrichting „De Otter" geopend, mede bestemd
als jachthaven voor zeilvaartuigen en roeiboo-
ten.
De burgemeester, de heer jhr. Q. van Swin-
deren, die met wethouder A. Sprenger het ge
meentebestuur vertegenwoordigden, wenschte
de directie geluk, nu zij haar plan verwezen
lijkt zag en noemde de inrichting een aanwinst
van beteekenis.
Daarna werd^ gelegenheid gegeven de bad
inrichting te bezichtigen.
Het terrein van „De Otter" omvat nagenoeg
6 H.A. water en land.
ZWEMBAD „DE BERGERMEER".
In den Hollandschen polder tusschen Alkmaar
en Bergen op een afstand van circa 2% K.M.,
is Donderdag een natuur-zwam- en zonnebad
geopend, ter grootte van circa 6000 M2.
Het zwembassin is de uitgediepte vijver van
het landgoed „De Karperton" van den heer H.
Judell.
Het is omgeven door bosschages, die het tegen
de N.W.-winden beschutten.
Ondanks het slechte weer bestond er op den
openingsdag een goede belangstelling voor deze
nieuwe attractie van de seizoenplaats Bergen.
DE IJSBAAN VAN DEN CRAILOÖSCHEN
PLAS
De civiele Kamer der Amsterdamsche Recht
bank gelastte een enquête in het civiel geding
tusschen „Macht door Recht" contra de ge
meente Hilversum, over de huur van den
Crailooschen plas. Op 6 September zal de zaak
nu opnieuw worden behandeld,