DE ENGELSCHE TARIEVEN.
ZATERDAG 27 MEI 1933
HUN NOODLOTTIGE INVLOED
OP ONZEN EXPORT VAN
GROENTEN EN FRUIT.
Dg tijd thans rijp voor onder
handelen.
VALSCHE RIJWIELPLAATJES
EN GROS.
Vier verdachten voor de rechtbank.
VLIEGTUIG TEGEN SEINPAAL
GEVLOGEN.
BEPERKING VAN DEN RUNDVEE
STAPEL.
VLIEGTUIG OVER DEN KOP
GESLAGEN.
PAEDOLOGISCH INSTITUUT TE
AMSTERDAM.
WILLEM C. BROUWER f
De bekende pottenbakker
overleden.
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.
Op een door het Centraal Bureau voor de
Veilingen in Nederland belegde persconferen
tie, waarbij ook de exporthandel vertegenwoor
digd was, zijn de Engelsche invoerrechten en
hun invloed op den Nederlandschen export van
groenten en fruit besproken.
Zoowel van de zijde van den tuinbouw, met
name door de heeren Valstar en mr. Niemöller,
respectievelijk voorzitter en secretaris van het
Centraal Bureau voor de Veilingen, als door de
heeren Kruidenier, Kamstra, Wagenaar en v. d.
Grijp als vertegenwoordigers van de hande
laren en exporteurs-organisaties werd betoogd,
dat de Engelsche invoerrechten funest zijn voor
den export van onze tuinbouw-artikelen en zelfs
nog zwaarder drukken dan de Duitsche tarie
ven. Tot nog toe heeft de Nederlandsche regee
ring geen stappen gedaan om de Engelsche
tarieven verlaagd te krijgen, maar nu wordt
het meende men, toch dringend tijd, dat in die
richting pogingen in het werk worden gesteld.
De omstandigheden zijn daarvoor thans gun
stig. Vooreerst omdat ook de Scandinavische
landen van Engeland een verlaging der invoer
rechten op hun producten hebben verkregen
en vervolgens omdat onze vroeger actieve han
delsbalans op Engeland in een bijna passieve
is veranderd, zoodat te dien opzichte van En
gelsche zijde geen bezwaren meer kunnen wor
den aangevoerd.
Gehoopt wordt, dat onze regeering bij de in
Juni a.s. te Londen te houden Economische
Wereldconferentie de gelegenheid zal vinden
om met de Engelsche regeering overleg te ple
gen over de ontwikkeling der Engelsch Neder
landsche handelsbetrekkingen en dan verlaging
der Engelsche tarieven zal weten te bewerken.
Hoezeer onze export terugliep.
Om aan te toonen, welk een noodlottigen in
vloed de in Januari 1932 ingevoerde Engelsche
tarieven op den tuinbouwexport van ons land
hebben gehad gaf mr. Niemöller het volgend
overzicht van het verloop van onzen tuinbouw
export op Engeland.
De totale export van versch fruit, vruchten-
pulp, versche groenten en vroege aardappelen
naar Engeland bedroeg in 1931: 236.914.000 k.g.
in 1932: 182.639.000 k.g. een vermindering der
halve van 54.275.000 k.g. of bijna 23 pet.
Als men echter deze cijfers aan een nader
onderzoek onderwerpt en bij de afzonderlijke
artikelen de verschuivingen in den export na
gaat in verband met de hoogte der invoerrech
ten, dan blijkt de werking der Engelsche in
voerrechten nog veel funester te zijn geweest
dan uit de globale vermindering is af te leiden:
Het meest sprekende voorbeeld is ongetwij
feld tomaten.
Onze tomaten-export naar Engeland bedroeg
in 1931: 49.000.000 k.g., in 1932: 28.000.000 k.g.,
een vermindering met 44 pet. Voor dit product
heeft Engeland de volgende tarieven ingevoerd:
2 pence per Engelsch pond in de maanden Juni
en Juli: 1 penny per Engelsch pond in de maan
den Augustus tot en met October; en 10 pet. van
de waarde in de overige maanden van het jaar.
Als wij nu onzen uitvoer in die verschillende
perioden nagaan, dan blijkt hij te zijn gestegen
in den tijd, dat het invoerrecht 10 pet. van de
waarde bedraagt; met ongeveer 30 pet. gedaald
te zijn in den tijd van het invoerrecht van 1
penny; en met ongeveer 50 pet. te zijn gedaald
in den tijd van het invoerrecht van 2 pence.
Hetzelfde kan men constateeren bijv. bij
aardbeien en druiven.
Onze export van versche aardbeien voor de
jamfabricage was altijd zeer belangrijk. In 1931
voerden wij naar Engeland uit 1.820.000 k.g.;
in 1932 slechts 1.249.000 k.g., oftewel 45 pet.
minder.
Voor aardbeien waren de volgende rechten
in 1932 van kracht: 2 sh. 6 pence per Eng. pond
tot Juni 6 pence per Eng. pond van 1 Juni-
25 Juni; daarria 10 pet. van de waarde.
Het geweldige invoerrecht van 2 sh. 6 pence
i ongeveer 2.40 per k.g.) heeft onzen uitvoer
van glasaardbeien naar Engeland vernietigd; in
Mei 1931 bedroeg deze export 65.000 k.g. in 1932
nog slechts 1.000 k.g.
Maar ook het invoerrecht van 6 pence bleek
te zwaar: onze export in Juni liep terug van
770.000 k.g. tot 193.000 k.g., een vermindering
met bijna 80 pet.
Alleen in de periode, waarin het Engelsche
invoerrecht 10 pet. van de waarde bedroeg,
steeg onze export en wel van 986.000 k.g. op
1.050.000
Bij de druiven was de teruggang eveneens
zeer ontstellend; onze uitvoer naar Engenland
daalde van 4.559.000 in 1931 tot 1.769.000 k.g. in
1932 een teruggang van 61 pet.
Voor dit product waren eveneens twee ver
schillende invoerrechten van kracht, n.l. 2 pence
per pond tot 1 September, daarna 3 pence per
pond. Het blijkt nu, dat in de periode van het
invoerrecht van 2 pence onze durivenuitvoer
naar Engeland met 40 pet. verminderd is en
in de andere periode met niet minder dan 66
procent.
Voor tomaten zullen in 1933 dezelfde zware
invoerrechten gelden als in 1932: voor druiven
en aardbeien zullen in 1933 uitsluitend de hooge
tarieven van kracht zijn. Voor druiven geldt
het invoerrecht van 3 pence per lb. (onge
veer 0.24 per k.g.) voortaan het geheele jaar
door, terwijl wat aardbeien betreft, het invoer
recht van 10 pet. der waarde vervangen is door
een recht van 3 pence per lb. 02.4 per k.g.)
hetwelk op onzen export van versche koude-
grond-aardbeien een vernietigende uitwerking
moet hebben.
De Engelsche invoerrechten, die in één jaar
een zoodanigen uitvoer-teruggang bewerkten,
zullen op den duur allen uitvoer naar Engeland
verhinderen.
Als men zich de hoogte der Engelsche invoer
rechten even realiseert, blijkt dit ook zonne
klaar.
Een invoerrecht van 10 pet. van de waarde
kan de Nederlandsche tuinbouw in den regel
wel dragen; de specifieke Engelsche rechten
reiken echter veel en veel hooger, vaak tot ver
over de 100 pet. der veilingswaarde en brengen
daardoor, bij de ook in Engeland sterk gedaalde
koopkracht, de prijzen op de Engelsche markten
op zoo'n hoog niveau, dat de consumptie daar
snel terugloopt.
Wat in 1932 aan invoerrechten
betaald werd.
Wij hebben nagegaan, aldus de heer Niemöl
ler, welke bedragen in 1932 betaald zijn gewor
den bij den invoer van onze producten in Enge
land. Bij artikelen, die met een recht naar het
gewicht belast zijn, is dit niet zoo moeilijk.
Voor producten, die met een invoerrecht naar
de waarde belast zijn, hebben wij de waarde
bij uitvoer genomen. De waarde bij uitvoer uit
ons land is natuurlijk lager dan de waarde bij
invoer in Engeland, zoodat de daarop geba
seerde cijfers aan den lagen kant zijn.
De aan Engeland betaalde invoerrechten zijn
volgens deze berekening geweest:
voor versch fruit 577.000
vruchtenpulp 823.000
versche groenten 4.357.000
vroege aardappelen140.000
Totaal ƒ5.897.000
Op zichzelf genomen reeds een respectabel
bedrag: bijna zes millioen gulden. Méér dan de
regeering beschikbaar stelde voor steun aan den
tuinbouw. Als deze invoerrechten niet betaald
hadden behoeven te worden, zou onder overi
gens gelijke omstandigheden den Nederland
schen tuinbouw een grooter bedrag zijn toe
gevloeid, dan nu uit de steunverleening!
Vergeleken echter bij de waarde der uitge
voerde producten, krijgen de betaalde invoer
rechten reusachtige afmetingen; de waarde van
het uitgevoerde versche fruit bedroeg 1.540.000,
de daarop betaalde rechten 577.000, dus meer
dan een derde.
Het invoerrecht op vruchtenpulp is 25 pet.
van de waarde.
Bij versche groenten bedroegen de betaalde
invoerrechten: ƒ4.357.000, terwijl de uitvoer
waarde 11.172.000 beliep; de Engelsche invoer
rechten bedroegen derhalve hierbij bijna 40
van de exportwaarde.
De werkelijke groentenuitvoer is echter nog
zwaarder getroffen. Engeland is een der groot
ste importlanden van uien. Deze zijn slechts
met een recht van 10 van de waarde belast.
Schakelen we dit product uit, dan blijken de
invoerrechten nog heel wat zwaarder te druk
ken.
Het blijkt dan, dat niet minder dan 54 van
de uitvoer-waarde moet worden voldaan bij
invoer in Engeland.
Een verlichting der Engelsche invoerrechten
moet dan ook voor den Nederlandschen tuin
bouw als een eerste levensvoorwaarde worden
beschouwd.
Na een jaar onder de Engelsche tarieven te
hebben geëxporteerd, is het duidelijk gebleken,
dat zij binnen korten tijd tot vernietiging van
onzen tuinbouwexport moeten leiden.
Het is de bedoeling, dit alles in een uitvoerig
toegelicht adres onder de aandacht der Neder
landsche regeering te brengen en haar te ver
zoeken zoo spoedig mogelijk stappen te doen
om verlaging van de Engelsche invoerrechten
te verkrijgen.
EM-PASTOOR SIMONIS BEDIEND.
De Zeereerw. heer Simonis emeritus-pastoor
van Aalst verblijvende in „Huize Padua" te
Handel is voorzien van de H.H. Sacramenten
der Stervenden.
Voor de vierde kamer der rechtbank te Am
sterdam stonden gisteren vier personén terecht,
in verband met het in voorraad hebben en ver-
koopen van valsche rijwielplaatjes engros.
De 37-jarige koopman J. H. O. zou in het
tweede halfjaar van 1932 1000 valsche rijwiel
plaatjes in Luik hebben besteld, in de tweede
plaats had hij er een aantal te koop aangebo
den, terwijl hem ten derde ten laste was gelegd
dat hij de valsche plaatjes aan derden heeft
afgeleverd en in voorraad had.
Den koopman P. G. was het in voorraad
hebben van valsche plaatjes, benevens het ver-
koopen daarvan ten laste gelegd.
De 40-jarige koopman N. A. en de 33-jarige
A. C. G. zouden de duizend valsche plaatjes
uit België hebben ingevoerd; voorts was hun
het in voorraad hebben ten laste gelegd, ter
wijl zij ook een aantal plaatjes als echt en on-
vervalscht zouden hebben verkocht.
Verd O. gaf toe, dat hij in November 1.1.
met A. en A. G. in Luik was geweest, waar ze
in aanraking waren gekomen met een wapen
handelaar. Op een gegeven oogenblik kwamen
valsche rijwielmerken ter sprake. De wapen
handelaar zag wel kans deze te vervaardigen.
Verd. P. G. had een echt plaatje bij zich ge
had en dit als model gegeven.
Er werden er 1000 besteld, die binnen 14 da
gen klaar zouden zijn. Bij het afhalen was O.
niet aanwezig geweest.
Verd. N. A. had tijdens de besprekingen ih
Luik niet goed begrepen, dat het over rijwiel
plaatjes ging. Ook verdachte A. G. bekende.
Hij was wel bij de bestelling aanwezig geweest,
maar wat er gesproken was, wist hij niet, daar
hij geen Fransch verstond.
Het bleek, dat P. G. de zaak gefinancierd
had, terwijl A. G. de plaatjes had betaald.
Een groot aantal getuigen koopers van de
plaatjes werd gehoord. Een van hen had
50 plaatjes gekocht voor 42.50. Ook een an
dere had een partijtje gekocht en was, even
als de eerste van meening dat ze echt waren.
De derde getuige hield eveneens vol, niet ge
weten te hebben, dat ze valsch waren.
Een der verdachten: Hij wist het best, want
hij bood voor 100 plaatjes negen rijksdaalders.
De officier van Justitie mr. de Blecourt vor
derde tegen ieder der vier verdachten een ge
vangenisstraf van twee jaar en zes maanden.
Als verdedigers traden op mr. J. v. d. Velde,
mr. W. Rooyaards en mr. J. J. van Gelderen.
De rechtbank zal 9 Juni vonnis wijzen.
Bestuurder wilde zijn moeder
goeden dag zeggen.
Gisterenavond te ongeveer half negen is te
Almelo een vliegmachine tegen een telegraaf
paal gevlogen. Het toestel, dat eigendom was
van en bestuurd werd door den ongeveer 30-ja
rigen heer ten B. uit Almelo kwam van het
vliegveld Twenthe. Toen de piloot nabij de
woning van zijn moeder was gekomen, daalde
hij tot zeer laag bij den grond en is daarbij
vermoedelijk lager gegaan dan hij had be
doeld. Het gevolg was, dat hij een seinpaal
langs de spoorlijn AlmeloHengelo niet heeft
opgemerkt of niet meer kon ontwijken en er
tegen op vloog. De machine stortte omlaag en
kwam gedeeltelijk op de rails terecht, op het
moment, dat de sneltrein naar Amsterdam
naderde. De machinist kon den trein evenwel
nog voor de plaats van het ongeluk tot stil
stand brengen.
Inmiddels waren verschillende personen, die
het ongeluk zagen gebeuren toegesneld en be
vrijdden den bestuurder uit het toestel.
De man was bij volle kennis en kon door
twee personen ondersteund, naar een nabije
garage loopen, vanwaar hij later naar het zie
kenhuis werd overgebracht.
Hier bleek, dat de wonden die hij had op-
geloopen niet van ernstigen aard waren, zoo
dat hij naar zijn eigen woning kon worden
vervoerd.
De Amsterdamsche trein kon, met eenige ver
traging, nadat de rails waren vrijgemaakt, de
reis voortzetten.
VERDRONKEN
Donderdag is de heer R. uit Aalsmeer met
zijn driejarig zoontje en een buurjongen, den
22-jarigen de Boer gaan roeien. In de Ring
vaart zijn zij aangevaren door een motorboot
van schipper Kamp te Broek op Langendijk,
meldt de „N. R. C." De drie personen kwamen
in het water terecht. De heer R. wist zich
zwemmend te reden, het kind door een pas-
seerende motorboot worden opgepikt, doch de
22-jarige de Boer, die niet kon zwemmen, ver
dween in de diepte. Zijn lijk is later opgehaald.
Commissie van voorbereiding
gevormd.
Naar wij vernemen is een commissie van
voorbereiding gevormd inzake te treffen maat
regelen in verband met de beperking van den
rundveestapel In de commissie zullen zitting
nemen eenige leden van de Crisis Zuivel Cen
trale en van de Crisis Varkens Centrale.
Als voorzitter zal optreden de heer R. Tromp
van Holst.
Piloot cn mede-inzittenden er nog
goed afgekomen.
Vrijdagmiddag tegen 4 uur heeft er op het
vliegveld Eelde een ongeval plaats gehad, dat
gelukkig nog vrij goed is afgeloopen. Twee
vliegtuigen van de Ned. Luchtvaartschool te
Rotterdam zouden op het vliegveld een landing
maken. Het eene vliegtuig was, toen de lan
ding zou ondernomen worden, eerst te hoog
boven het veld, waarop een nieuwe poging
werd ondernomen. Bij deze landing raakte het
toestel echter den grond en sloeg over den
kop. De piloot, de leerling-vlieger Steensma
uit Amsterdam werd bewusteloos opgenomen.
Na door dr. Tilma te zijn onderzocht, werd hij
in het Acad.' Ziekenhuis te Groningen ter ver
pleging opgenomen.
Bij informatie aldaar deelde men ons mede,
dat zijn toestand goed is. Blijkbaar is het on
geluk dus nogal meegevallen. De andere inzit
tende van het vliegtuig bekwam een niet ern
stige wonde aan liet hoofd.
Het vliegtuig is vrij ernstig beschadigd.
RUMOERIGE BEESTEN IN DEN
HAAGSCHEN DIERENTUIN
Wijziging der politie-verordening.
Men meldt ons uit Den Haag:
Zooals bekend, is de directeur van het K.
Z. B. G. (Dierentuin) tot in hoogste instantie
veroordeeld, wegens overtreding van art. 31
der Alg. Pol. verordening, waarbij ieder wordt
verplicht door de noodige voorzorgsmaatrege
len ervoor te waken dat dieren, die onder zijn
hoede staan, geen hinderlijk rumoer of buren
gerucht verwekken.
Aangezien de exploitatie van den Dierentuin
hierdoor bemoeilijkt zou kunnen worden, en
dit niet in het belang van de gemeente is te
achten, stelt de commissie voor de strafveror
deningen aan den Gemeenteraad door aan art.
31 een tweede lid toe te voegen, waarbij de
betreffende bepaling niet van toepassing wordt
verklaard op de hoofden of bestuurders van
door B. en W. bij openbare kennisgeving aan
te wijzen instellingen of infichtingen.
LUCHTPOSTVERZENDING UIT
GRONINGEN
Met ingang van 1 Juni a.s. zullen op werk
dagen luchtpostzendingen worden gevormd van
Groningen voor Londen en Parijs, welke ver
zonden worden met den luchtdienst Eelde-
Schiphol, vertrek van Eelde 17.30 uur. Te
Schiphol bestaat aansluiting op de vliegtuigen,
die te 19 uur naar Londen en Parijs vertrek
ken.
Brieven en doosjes met aangegeven waarde
en postpakketten zijn voorloopig van dit lucht
vervoer uitgesloten.
DRIE WONINGEN AFGEBRAND.
Donderdagavond omstreeks half elf is brand
uitgebroken in het complex van drie woningen,
bewoond door J. Wagenaar, W. Banning en W.
Tonius, te Goutum. De brand is waarschijnlijk
ontstaan door een petroleumlampje, waardoor
het rieten dak en de stal bij de woning van
Wagenaar in brand kunnen zijn geraakt. In een
oogwenk had de brand de drie woningen aan
getast. Toen de motorspuit uit Huizum arri
veerde, stond men voor één groote vlammenzee,
waartegen niets meer viel uit te richten. De
drie woningen brandden tot den grond toe af.
Van de inboedels werd niets gered. Alle drie
de inboedels waren verzekerd.
BELEGGINGSVELD RIJKSFONDSEN
EN -INSTELLINGEN.
De Ministers van Financiën en van Economi
sche Zaken en Arbeid hebben ontbonden de
commissie, inzake uitbreiding van het beleg-
gingsveld der rijksfondsen en -instellingen, on
der dankbetuiging aan den voorzitter en de
lgden dier commissie voor de door hen als zoo
danig bewezen diensten.
Feestelijke opening van het nieuwe
gebouw.
Een moflel-inrichting van groote
beteekenis.
Gistermiddag heeft in tegenwoordigheid van
H. K. H. Prinses Juliana en vele autoriteiten
de opening plaats gehad van het nieuwe gebouw
van het Paedologisch Instituut in de Vossius-
straat te Amsterdam.
Het is nu bijna twee en een half jaar geleden,
dat het Paedologisch Instituut, een stichting
van de Vereeniging tot opvoeding en verple
ging van idioten en achterlijke kinderen, daar
bij gesteund door de Vrije Universiteit, ge
opend werd in het voormalige laboratorium
gebouw van prof. Buitendijk aan het Valerius-
plein. Het instituut had in dit gebouw slechts
voorloopig onderdak. Het was te klein, het
bood slechts plaats aan een gering aantal jon
gens en de inrichting voldeed niet aan de
eischen welke men voor een zoo veelzijdig
geörienteerd instituut moest stellen.
Het groote gebouw, waarin vroeger het Blin
deninstituut gehuisvest was in den doodloo
penden hoek van de Vossiusstraat, aan drie
zijden omgeven door het Vondelpark, beloofde
een betere domicilie te worden voor het Paedo
logisch Instituut mits het inwendige aan gron
dige veranderingen werd onderworpen. In
zeven maanden tijds hebben deze veranderin
gen onder de kundige leiding van den architect
den heer J. H. v. d. Veen, haar beslag gekre
gen en dezer dagen heeft prof. dr. J. Waterink
de leider van het Paedologisch Instituut ons
kunnen ontvangen om ons met gerechtvaardig
den trots het nieuwe gebouw te toonen.
Paedologie, aldus definieerde prof. Waterink
het vak, waaraan hij zijn leven gewijd heeft,
is de wetenschap van de normale, zoowel als de
abnormale psychische ontwikkeling van het
kind. Maar het Paedologisch Instituut heeft niet
alleen een wetenschappelijke taak, het heeft
ook een practisch doel. Daaraan ontleent het
Instituut zijn voor West Europa vrijwel unieke
veelzijdigheid. Naast den opbouw van de kin-
derkunde wordt er gewerkt aan de genezing
van het abnormale en normale, doch moeilijke
kind. Behalve observatie-inrichting is het In
stituut ziekenhuis, school en inrichting voor
nazorg.
Als regel geldt, dat de kinderen slechts voor
korten tijd in het Paedologisch Instituut ver
blijven voor zij naar een andere inrichting
worden gezonden.
Het instituut adviseert dan, welke genees
wijze het meest voor een kind geschikt is.
Hierdoor treedt het ook op het terrein van de
arbeidsverschaffing en uiteindelijk op het ter
rein van de beroepskeuze.
De staf van het Instituut bestaat, behalve uit
prof. Waterink en zijn assistenten uit den diri-
geerend-geneesheer dr. R. Vedder, dr. J. Baas
neurologisch psychiater en dr. R. Brummel-
kamp chirurg-röntgenoloog. Voorts bestaat het
personeel uit paedagogen en verpleegsters, die
eveneens op het gebied der opvoedkunde ge
oriënteerd zijn.
In totaal biedt het Paedologisch Instituut
plaats aan 94 jongens en meisjes, van den
zuigelingen-leeftijd tot hun een-en-twintigsten
jaar. De jongens en meisjes worden in streng
gescheiden afdeelingen behandeld.
De verbouwing van het oude gebouw is inge
wikkeld geweest, doch thans bezit het Paedolo
gisch Instituut ook alles, wat het noodig heeft:
eet- en slaapzalen, ziekenzalen met terrassen
op het zuiden, recreatiezalen voor jongens en
meisjes, afzonderingscellen, slaapkamers voor
het bedienend en verplegend personeel, keu
kens, badkamers, vertrekken voor handenar
beid en schoollokalen voor achterlijke kin
deren, tot een kleine cantine voor de patiënten
toe. Daarnaast biedt het gebouw huisvesting
aan een der takken van wetenschap van de
Vrije Universiteit met het psychotechnisch la
boratorium en zijn talrijke afdeelingen. Voorts
zijn er ruimten voor een polikliniek, een speel
plaats met zandbak voor de kinderen en een
collegezaal met brandvrije cabine voor honderd
studenten, welke zaal ook voor kerkelijke
doeleinden te gebruiken is.
Hoewel het Paedologisch instituut op chris-
telijken grondslag berust neemt het patiënten
van andere confessie op. In 1932 bedroeg het
aantal verpleegdagen van patiënten uit ortho-
dox-protestantsche kringen slechts circa 10 pCt.
Bij de opening is gistermiddag namens direc
teuren der V. U. aangeboden een gebrandschil
derd raam boven den hoofdingang, voorstellende
de genezing van den maanzieken knaap door
Christus, welk raam vervaardigd is op het
atelier „De Vonk" te Haarlem.
J. II. FEKKES f
De Gooische schilder en teekenaar J. II. Fek-
kes is, 47 jaar oud, te Blaricum overleden.
Op Vredelust te Leiderdorp is Willem C.
Brouwer overleden. Zijn gezondheid liet reeds
langen tijd te wenschen over en thans is voor
hem op 55-jarigen leeftijd het einde gekomen.
Brouwer, zoon van een hoofdonderwijzer, zou
aanvankelijk schilder worden, maar de op
komende kunstnijverheid trok hem aan. Hij
begon zich op de pottenbakkerij toe te leggen,
eerst in Gouda, later, van 1901 af, in het door
hem gestichte bedrijf te Leiderdorp, waarvan
hij tot het einde toe de leider geweest is.
Zijn potten, kannen, schotels, kommen en
vazen zijn zeer eenvoudig; het is degelijk werk
zonder veel verfijning.
Brouwer experimenteerde veel met mate
rialen en bewerking en breidde het gebied van
zijn scheppenden arbeid meer en meer uit. Hij
maakte grootere siervazen van meer monumen
taal karakter, dierfiguren voor tuinplastiek.
bouwbeeldhouwwerk aan tal van huizen, ker
ken en scholen. Dit werk is over het geheele
land verspreid.
Brouwer is in alles op de eerste plaats am
bachtsman gebleven, die altijd wjeer gaarne
voor de draaischijf stond. Aldus verwierf hij
zich groote verdansten voor de Nederlandsche
kunstnijverheid. Hij is daarvoor bij het 25-jarig
bestaan van „Vredelust" gehuldigd.
Ilarry Son naar Palestina.
De heer Harry Son, violoncellist, verzoekt ons
mede te deelen, dat hij, Nederlander van ge
boorte, vroeger deel uitmaakte van het Buda-
pester Strijkkwartet, dat hij sinds 1930 een pro
fessoraat bekeedde aan het Klindworth-Schar-
wenka-Konservatorium te Berlijn, doch dat hij
deze betrekking heeft moeten verlaten wegens
de bekende toestanden in Duitschland.
Thans heeft hij een benoeming aangenomen
als professor voor violoncel en kamermuziek
aan het Conservatoire-Shulamith te Tel-Avio
(Palestina). Deze betrekking zal hij 1 October
aanvaarden.
NAAR EN TERUG VAN DE MISSIE.
Op Woensdag a.s. 31 Mei worden uit de Missie
van Padang (N. O. I.) in Tilburg terugverwacht
de eerw. fraters Severinus Aarts en Hermeni-
gildus Fromm, die na een arbeid van 10 jaren
in de Missie van Sumatra een welverdiende
vacantie hopen te genieten in het vaderland.
Op Vrijdag a.s. 2 Juni, zullen naar de missie
van Curagao vertrekken de eerw. frater August
Biemans, die zijn werk in de missie van Cura
sao na een half jaar vacantie gaat hervatten, en
de eerw. frater Joannes Damascenus Voet, die
zich gaat wijden aan het onderwijs der jeugd op
Curasao.
LOUIS DAVIDS.
Naar wij vernemen, is de heer Louis Davids
zoo juist teruggekeerd van zijn tournee door
Duitschland, Oostenrijk en Italië. Op 16 Juni
a.s. zal hij de leiding nemen van het Kurhaus-
cabaret te Scheveningen.
De heer Davids deelt ons mede dat hij op
geen enkele wijze in betrekking staat met club
jes, groepjes of cabaretensembles, die zich thans
onder allerlei nieuwe namen aankondigen. Dit
zijn blijkbaar uit het buitenland hier te lande
aangekomen kunstenaars, die, zooals blijkt,
trachten zijn naam in hun combinaties te be
trekken.
EEN ADRES AAN GEMEENTERADEN.
Het „Algemeen comité van verweer tegen
terreur en vervolging in Duitschland", heeft
een adres gezonden aan een 80-tal der belang
rijkste gemeenten in Nederland, houdende een
verzoek geen orders in Duitschland te plaatsen
zoolang het huidige bewind aldaar gepaard gaat
met daden van geweld en ontrechting, die de
moreele gevoelens der overige wereld ten
diepste kwetsen.
Het adres gaat vergezeld van een memorie
van toelichting, waarin de motieven, die tot
dit adres hebben geleid, uitvoerig worden uit
eengezet.
CREDIETVERLEENING AAN
MIDDENSTANDSBEDRIJVEN
In antwoord op de desbetreffende vragen van
het Tweede Kamerlid dr. J. H. J. Vos deelt
minister Verschuur mede, dat het onderzoek
van regeeringswege ter zake van bijzondere
credietverleening aan door de crisis getroffen
middenslandsbedrijven is voltooid.
Een beslissing inzake de credietverleening
moet de regeering zich echter nog voorbehou
den.
naar het Engelsch van
HERBERT ADAMS.
22)
Bij het passeeren van Kingston werden zij
een paar minuten opgehouden en Jimmie, er
op uit om zijn tijd nuttig te gebruiken, vroeg
of zijn metgezel den laatsten tijd nog iets van
Miss Enid Cowley gezien had.
Ja, luidde het antwoord, wij ontmoeten
elkaar Zondag in het park.
Is alles in orde?
Heelemaal in orde, zei Phil droog. Ik zei:
Goeden morgen. Miss Cowley, en zij zei: Goe
den morgen, Mr. Mackenzie, en daarna gingen
wij verder.
Het ijs gebroken, merkte Jimmie, op, maar
er niet ingevallen. Dat is natuurlijk de moei
lijkheid. Zij zegt dat je zoo'n lafaard bent.
Een lafaard? De groote man scheen ver
baasd.
Ja, een lafaard, herhaalde Jimmie grin
nikend. Je bent bang van haar.
Zegt ze dat ik bang van haar ben? Ik?
Wie anders? Vertel me eens, heb je haar
ooit gekust?
Terwijl de wagen voortrolde, heerschte er
eenige oogenblikken stilte. Daarop zei Phil op
\vaardigen toon:
Ik heb haar niet gekust. Naar mijn meening
b ihoort een man een meisje niet te kussen voor
h:j haar vraagt met hem te trouwen, en hij be
hoort haar niet te vragen, voor zijn inkomen
zulks toelaat.
Jimmie schudde van het lachen en even be
gon de wagen vervaarlijk te slingeren.
Prachtig, prachtig, zei hij, probeerend het
Echotsche accent van den ander te imiteeren.
Ik houd van je, schat, ik houd dol veel van je,
en zoodra ik nog een honderd pond, veertien
schilling en vier pence per jaar méér verdien,
zal ik je een kus geven! Oh, Phil, beste kerel!
Wat moet het meisje dan doen, terwijl zij
wacht? Denkt je, dat ze verwacht, dat iedere
man die haar kust met haar zal trouwen?
Waarom kust hij haar dan?
Bij wijze van compliment en om te toonen
dat hij niet bang van haar is! Neem een goeden
raad van mjj aan, man, Den volgenden keer dat
je Enid ontmoet neem je je hoed niet af, en
je zegt niet „Goeden morgen" en je wacht ni^t
wat zij dan zal doen. Je slaat eenvoudig je
armen om haar heen en kust haar, en let dan
eens op wat zij doen zal!
Phil gaf geen antwoord. Jimmie hoopte, dat
hij er over zou nadenken, waarmee hij terstond
scheen te beginnen want hij bleef geruimen
tijd zwijgen. Daarop begon Jimmie opnieuw:
Nog iets van de Carrindory diamanten
gehoord?
Neen, zei Phil somber. Dat is een strop
voor me. Via een vriend van me wist ik de
verzekering bij onze firma geplaatst te krij
gen en vóór wij tijd hadden ons risico gedeel
telijk te dekken bij andere maatschappijen,
werden wij voor het geheele bedrag aange
sproken!
Daarop verlieten zij den hoofdweg om de
lange, smalle laan in te slaan die naar de
golflinks voerde.
Veel menschen, die zelf geen golf spelen,
kennen daarom wel het Woodworth Park Club
huis. Het was vroeger een privé landgoed» ge
legen te midden van een prachtig begroeid
park. Het gebouw bezit nu niet bepaald archi
tectonische schoonheid, maar hét is uitmun
tend gelegen, net geknipt voor een week-end
club. De golfcourse is goed uitgezet en de greens
zijn perfect, zoodat er steeds voldoende lief
hebbers voor het lidmaatschap aanwezig zijn.
Het was even voor een, toen zij er aankwa
men. Maar Mackenzie vond weldra zijn vriend
met wien hij had afgesproken, een Schot, iets
ouder dan hij, Scoon genaamd. Hij stelde Has-
well aan hem voor en verklaarde in het kort
het doel van hun lunch. Zij besloten een paar
minuten te wachten, alvorens aan tafel te gaan.
Het clubhuis bevat een prachtige eetzaal,
maar wanneer het mooi weer is, prefereeren de
meeste menschen hun maaltijd op het terras te
gebruiken. Vandaar heeft men een prachtig uit
zicht over het omringende landschap. Jimmie
zag, dat er binnen maar heel weinig gasten
zaten en meende dat de menschen, waarop hij
loerde, zeer waarschijnlijk het algemeene voor
beeld zouden volgen en hun maaltijd in de open
lucht zouden gebruiken. Hij zag bruten een on
bezette tafel, vlak onder een van de ramen, en
stelde voor die te annexeeren. Daarvandaan
zouden zij een goed overzicht hebben zoowel
over de eetzaal als over het terras.
Zij zaten daar nog maar een paar minuten,
toen er eenig beweeg ontstond bij de binnen
komst van een gezelschap, dat plaats nam aan
de tafel naast de hunne hoewel er tusschen
beide tafels een groote bak vol bloeiende hor
tensia's stond, welke de tafel een beetje afsloot.
Het was een gezelschap van vijf personen, waar
van Jimmie er vier terstond herkende. Al zijn
vrienden waren tezamen gekomen! De vijfde
was een vreemde.
Eerstens was daar die grapjas van Regent
Street, wiens aardigheid hij niet zoo gauw zou
vergeten. Dan zag hij madame Fontaine, de stijl
volle clairvoyante. De derde was de blonde man
met de slissende spraak, welke hij in de garage
had achtergelaten en de vierde was Felix Gros-
tein, de teleurgestelde kooper van het huis. De
vijfde, een korte, magere vreemd uitziende man,
had hij nog nooit ontmoet, maar hij herkende
hem direct van Enid's schets de man met de
puntbaard die madame Fontaine's huis was bin
nengegaan op hetzelfde moment, dat de meisjes
er uitkwamen. Zij behoorden dus allemaal tot
dezelfde bende en alleen Furnell ontbrak.
Mogelijk moest hij in de stad in functie blijven.
Een vrouw schijnt altijd in staat bij het be
treden van een restaurant met één blik alle aan
wezigen op te nemen. Zij weet wie er zijn, en
met wie zij er zijn, en vooral wat zij
dragen, voordat een man nog goed en
wel besloten heeft, welken stoel hij wenscht
in te nemen. Het was daarom heel natuurlijk,
dat madame Fontaine het eerst Jimmie Haswell
aan de tafel achter de hortensia's ontdekte. Zij
wendde haar blikken zoo haastig af, dat hij
bijna had kunnen denken, dat zij hem niet had
opgemerkt. Zij maakte blijkbaar geen enkele
opmerking, voordat zij gezeten waren en toen
was een mededeeling van haar oorzaak dat de
man, dien hij in het huis ontmoet had en die
nu een keurig golfcostuum droeg, zich om
draaide en een haastigen blik op hem wierp.
Daarop volgde eenig gefluister en toen liet
Grostein zijn servet vallen. Toen hij opstond
om dit op te rapen, keek hij als terloops eens
rond.
De man met de slis-spraak stond op om een
kellner te roepen, waarbij ook hij gelegenheid
kreeg over de planten te gluren. De eenige man,
die in het geheel geen notitie van hem scheen
te nemen was de vreemdeling, die met zijn rug
naar hem toe was gezeten.
Jimmie voelde een vreemde opwinding. Dat
zij ontstemd waren 'hem daar te zien of dat
hij hen daar zag was duidelijk. De eigen
lijke beteekenis daarvan was echter niet zoo
een, twee, drie te vertellen. Hij had gemeend
dat het zwaartepunt van het mysterie in de
garage was gelegen, en nu bleek, dat zoowel
Grostein als madame Fontaine met de garage-
menschen samenwerkten menschen die voor
geen geweld terugschrokken om hun doel te
bereiken.
Indien zij het huis voor een normaal doel ge-
wenscht hadden, zouden zij daarmee voor den
dag gekomen zijn, en zouden zij niet de een na
den ander met steeds hoogere biedingen zijn
gekomen, voorgevend vreemdelingen voor
elkaar te zijn. Waren zij Bruden's metgezellen
in de jacht naar den schat, of behoorden zij tot
een concurreerende bende, die schuldig was aan
zijn dood?
Het was maar goed, dat inspecteur Sprules
terug was. Scotland Yard zou weldra in staat
zijn ieder van hen op te sporen, van den ge-
wichtigen diamanthandelaar tot de slissende
schooier, die Nonna zoo beangst had gemaakt,
en het geheim uitvinden, dat hen samenbond.
Jimmie verklaarde op zachten toon aan zijn
tafelgenooten den stand van zaken.
Kent ge den man die met zijn rug naar
ons toe zit? informeerde hij bij Scoon, het club
lid.
Dat is Pollard, was het antwoord. Hij
speelt gewoonlijk met Grostein. Woont in de
stad en rijdt gewoonlijk in een groote Daimler.
Rustige kerel. Kent niet veel menschen.
Engelschman, geloof ik, maar veel in het bui
tenland geweest.
Grostein kennen we zijn de twee
andere mannen leden?
Geen van beiden. Ik geloof wel, dat ze hier
al eens meer geweest zijn, maar het zijn geen
leden. Indien zij spelen, zal ik hun namen na
kijken in het introductie-boek.
In welke verhouding staat Pollard tot de
vrouw, die bij hem is? fluisterde Jimmie. Zij
noemt zich Madame Fontaine.
Dat Weet ik niet, zei Scoon, dat zult ge zelf
moeten uitvisschen. Maar kwam het er op aan?
Was Pollard de „chef" of Grostein? Dat was van
meer belang. Twee respectabele heeren van
middelbaren leeftijd, op het punt een partij
golf te spelen in een aristocratische club, en een
hunner was het hoofd van een schatgravers
bende, die niet voor moord terugschrok! Hij
glimlachte grimmig bij zich zelf. Geen wonder,
dat zij er weinig verheugd over waren, dat de
eenige persoon, die met ieder hunner afzonder
lijk in contact geweest was, hen nu allemaal
bij elkaar moest ontdekken!
De maaltijd vorderde langzaam. De menschen
aan de tafel naast de hunne namen het er goed
van en bestelden als besluit koffie en likeuren.
Jimmie presenteerde Phil en Scoon zijn sigaren
koker. Hij wilde niet het eerst opstaan. Daarop
stond Felix Grostein op als wilde hij weggaan.
Hij zag Jimmie en bleef met een air van aange
name verrassing staan.
Hallo, mr. Haswell, zei hij, speelt u golf?
Bang van niet, luidde het antwoord.
Wat voert u dan naar dezen tempel van het
edele spel? Ik dacht, dat iedereen, die hier
kwam, een hartstochtelijk beoefenaar van het
spel was.
Ik ben slechts een bewonderaar, zei Jim
mie. Mijn vrienden spelen en ik profiteer daar
van om in deze gezellige omgeving met hen te
lunchen. Men ontmoet er zulke aardige men
schen.
U hebt volkomen gelijk, zei Grostein harte
lijk. Ik vroeg mij af, of u een partij met mij
wilde spelen. Ik ben net te veel bij mijn ge
zelschap. Het zal er vanmiddag dus zeker niet
van komen?
Ik ben bang, dat ik naar de stad terug
moet.
't Spijt mij. Een anderen keer dan mis
schien? U bent zeker nog niet van besluit ver
anderd met betrekking tot dat huis?
Neen, zei Jimmie, we hebben het zelf noo
dig.
Enfin, als u van plan verandert, hoor ik
het misschien wel. Hij knikte en wandelde weg.
Jimmie bleef er nog een paar minuten zitten.
Het speet hem, dat hij Grostein verteld had, dat
hij naar de stad terugging. Het zou verstandiger
geweest zijn hem in het onzekere te laten. Hij
stond op en zijn vrienden volgden hem de trap
pen van het terras af naar het grasveld, waar
zij buiten ieders gehoor waren.
Het zal het beste zijn, dat ik terugga, zei
hij. Ik zal Sprules opbellen dat ik naar hem
toekom en ik zal hem zonder ononthoud op het
spoor van aeze lieden brengen. Inmiddels kun
nen jullie hier wel eens rondneuzen om te zien,
of zij werkelijk spelen. Zoo niet, probeer dan
uit vinden wat zij van plan zijn. Doen zij het
wel, spelen jullie dan ook een partij je hebt
het verdiend en let op wat ze daarna uitvoe
ren. Je kunt mij dan op mijn kantoor opbellen
of liever, kom wat later naar mijn woonhuis.
Je zult toch zeker wel naar de stad terug kun
nen?
Deze laatste vraag was tot Phil gericht. Scoon
zei, dat hij ook terugging en dat hij Phil in
zijn auto zou meenemen.
Jimmie ging naar de telefooncel. Toen hij
daar aankwam, zag hij, hoe Grostein er juist
uitkwam. Het kostte niet veel tijd verbinding te
krijgen met Scotland Yard, maar inspecteur
Sprules was nog niet aanwezig. Hij werd ieder
oogenblik verwacht. Jimmie liet de boodschap
achter, dat hij hem beslist om half vier zou
komen opzoeken. Misschien zou hij minder
zeker van zijn zaak geweest zijn, wanneer hij
Grostein's opmerking tegen madame Fontaine
gehoord had.
Die handige jongeman vertelde mij eens,
dat hij niet muzikaal is. Hij zal wel bemerken,
dat hij zich vergist, want hij zal weldra een heel
rmder deuntje zingen!
HOOFDSTUK XXIV.
GEVANGEN!
Jimmie begaf zich naar zijn auto en Phil en
Scoon brachten hem zoo ver weg. Zij bleven
enkele oogenblikken nog staan op luiden toon
over golf sprekend, want Pollard, de mogelijke
„chef" was dicht bij de hand. Hij sprak met
een buitengewoon aantrekkelijk meisje, 'dat in
een keurige two-seater was gezeten. Indien
Pollard al weinige vrienden had, dan scheen
hij die weinige toch met zorg uit te kiezen! Het
meisje luisterde met duidelijk zichtbare vroo-
lijkheid naar zijn opmerkingen, en hij klopte
haar vriendelijk op den schouder, toen zij weg
reed.
Verlies hen niet uit het oog, fluisterde Jim
mie tegen zijn metgezellen, en met die laatste
raadgeving sprong hij in zijn wagen, juist op
het moment, dat het meisje den weg opdraaide.
Hij was in geen enkel opzicht een vijand van
snelheid. Hij kon van een ritje genieten, maar
hij verklaarde altijd, dat, tenzij er redenen voor
groote haast waren, een behoorlijke vijftig of
zestig kilometer per uur de beste resultaten
gaven, zoowel voor het genieten van het ritje
als van het landschap. Het meisje dat voor hem
was weggereden, zette er direct een flinken gang
in en weldra had hij haar uit het gezicht ver
loren. Maar het duurde niet lang, voor hij haar
weer bemerkte. Zij bevonden zich op den smal-
len weg, die van de golflinks naar den grooten
weg voerde. Het was 'n tamelijk bochtig laantje
en hoewel twee auto's elkaar daar wel konden
passeeren, moesten zij half over den berm van
den weg rijden om dat te doen. Leden van de
club drongen er reeds lang op aan, dien weg te
verbreeden.
Het meisje scheen haar snelheid zeker tot de
helft verminderd te hebben. Zij reed nu nauwe
lijks dertig kilometer per uur. Bij deze gelegen
heid had Jimmie nu juist nogal haast, maar hij
aarzelde signalen te geven om haar met haar
keurige wagentje in de richting van de struiken
te doen uitwijken. Over een minuut of 5 zouden
zij toch den hoofdweg bereikt hebben.
Toen bemerkte hij, dat er nog een andere auto
achter hem naderde. Dit was een groote wa
gen en de bestuurder daarvan scheen geen be
zwaren te koesteren tegen het opvorderen van
een recht van voorgang. Er klonk een lang aan
gehouden signaal, maar Jimmie zag niet in,
waarom hij zou uitwijken, wanneer hij zelf
opgehouden werd. Aan den anderen kant zou
het dwaasheid zijn een queu achter dat meisje
te blijven vormen, hoe aardig zij ook mocht
zijn. Hij verhoogde daarom zijn snelheid een
1-eet je en gaf signalen.
(Wordt vervolgcL)