DE ENGELSCHE TARIEVEN. ZATERDAG 27 MEI 1933 HUN NOODLOTTIGE INVLOED OP ONZEN EXPORT VAN GROENTEN EN FRUIT. Dg tijd thans rijp voor onder handelen. VALSCHE RIJWIELPLAATJES EN GROS. Vier verdachten voor de rechtbank. VLIEGTUIG TEGEN SEINPAAL GEVLOGEN. BEPERKING VAN DEN RUNDVEE STAPEL. VLIEGTUIG OVER DEN KOP GESLAGEN. PAEDOLOGISCH INSTITUUT TE AMSTERDAM. WILLEM C. BROUWER f De bekende pottenbakker overleden. NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE. Op een door het Centraal Bureau voor de Veilingen in Nederland belegde persconferen tie, waarbij ook de exporthandel vertegenwoor digd was, zijn de Engelsche invoerrechten en hun invloed op den Nederlandschen export van groenten en fruit besproken. Zoowel van de zijde van den tuinbouw, met name door de heeren Valstar en mr. Niemöller, respectievelijk voorzitter en secretaris van het Centraal Bureau voor de Veilingen, als door de heeren Kruidenier, Kamstra, Wagenaar en v. d. Grijp als vertegenwoordigers van de hande laren en exporteurs-organisaties werd betoogd, dat de Engelsche invoerrechten funest zijn voor den export van onze tuinbouw-artikelen en zelfs nog zwaarder drukken dan de Duitsche tarie ven. Tot nog toe heeft de Nederlandsche regee ring geen stappen gedaan om de Engelsche tarieven verlaagd te krijgen, maar nu wordt het meende men, toch dringend tijd, dat in die richting pogingen in het werk worden gesteld. De omstandigheden zijn daarvoor thans gun stig. Vooreerst omdat ook de Scandinavische landen van Engeland een verlaging der invoer rechten op hun producten hebben verkregen en vervolgens omdat onze vroeger actieve han delsbalans op Engeland in een bijna passieve is veranderd, zoodat te dien opzichte van En gelsche zijde geen bezwaren meer kunnen wor den aangevoerd. Gehoopt wordt, dat onze regeering bij de in Juni a.s. te Londen te houden Economische Wereldconferentie de gelegenheid zal vinden om met de Engelsche regeering overleg te ple gen over de ontwikkeling der Engelsch Neder landsche handelsbetrekkingen en dan verlaging der Engelsche tarieven zal weten te bewerken. Hoezeer onze export terugliep. Om aan te toonen, welk een noodlottigen in vloed de in Januari 1932 ingevoerde Engelsche tarieven op den tuinbouwexport van ons land hebben gehad gaf mr. Niemöller het volgend overzicht van het verloop van onzen tuinbouw export op Engeland. De totale export van versch fruit, vruchten- pulp, versche groenten en vroege aardappelen naar Engeland bedroeg in 1931: 236.914.000 k.g. in 1932: 182.639.000 k.g. een vermindering der halve van 54.275.000 k.g. of bijna 23 pet. Als men echter deze cijfers aan een nader onderzoek onderwerpt en bij de afzonderlijke artikelen de verschuivingen in den export na gaat in verband met de hoogte der invoerrech ten, dan blijkt de werking der Engelsche in voerrechten nog veel funester te zijn geweest dan uit de globale vermindering is af te leiden: Het meest sprekende voorbeeld is ongetwij feld tomaten. Onze tomaten-export naar Engeland bedroeg in 1931: 49.000.000 k.g., in 1932: 28.000.000 k.g., een vermindering met 44 pet. Voor dit product heeft Engeland de volgende tarieven ingevoerd: 2 pence per Engelsch pond in de maanden Juni en Juli: 1 penny per Engelsch pond in de maan den Augustus tot en met October; en 10 pet. van de waarde in de overige maanden van het jaar. Als wij nu onzen uitvoer in die verschillende perioden nagaan, dan blijkt hij te zijn gestegen in den tijd, dat het invoerrecht 10 pet. van de waarde bedraagt; met ongeveer 30 pet. gedaald te zijn in den tijd van het invoerrecht van 1 penny; en met ongeveer 50 pet. te zijn gedaald in den tijd van het invoerrecht van 2 pence. Hetzelfde kan men constateeren bijv. bij aardbeien en druiven. Onze export van versche aardbeien voor de jamfabricage was altijd zeer belangrijk. In 1931 voerden wij naar Engeland uit 1.820.000 k.g.; in 1932 slechts 1.249.000 k.g., oftewel 45 pet. minder. Voor aardbeien waren de volgende rechten in 1932 van kracht: 2 sh. 6 pence per Eng. pond tot Juni 6 pence per Eng. pond van 1 Juni- 25 Juni; daarria 10 pet. van de waarde. Het geweldige invoerrecht van 2 sh. 6 pence i ongeveer 2.40 per k.g.) heeft onzen uitvoer van glasaardbeien naar Engeland vernietigd; in Mei 1931 bedroeg deze export 65.000 k.g. in 1932 nog slechts 1.000 k.g. Maar ook het invoerrecht van 6 pence bleek te zwaar: onze export in Juni liep terug van 770.000 k.g. tot 193.000 k.g., een vermindering met bijna 80 pet. Alleen in de periode, waarin het Engelsche invoerrecht 10 pet. van de waarde bedroeg, steeg onze export en wel van 986.000 k.g. op 1.050.000 Bij de druiven was de teruggang eveneens zeer ontstellend; onze uitvoer naar Engenland daalde van 4.559.000 in 1931 tot 1.769.000 k.g. in 1932 een teruggang van 61 pet. Voor dit product waren eveneens twee ver schillende invoerrechten van kracht, n.l. 2 pence per pond tot 1 September, daarna 3 pence per pond. Het blijkt nu, dat in de periode van het invoerrecht van 2 pence onze durivenuitvoer naar Engeland met 40 pet. verminderd is en in de andere periode met niet minder dan 66 procent. Voor tomaten zullen in 1933 dezelfde zware invoerrechten gelden als in 1932: voor druiven en aardbeien zullen in 1933 uitsluitend de hooge tarieven van kracht zijn. Voor druiven geldt het invoerrecht van 3 pence per lb. (onge veer 0.24 per k.g.) voortaan het geheele jaar door, terwijl wat aardbeien betreft, het invoer recht van 10 pet. der waarde vervangen is door een recht van 3 pence per lb. 02.4 per k.g.) hetwelk op onzen export van versche koude- grond-aardbeien een vernietigende uitwerking moet hebben. De Engelsche invoerrechten, die in één jaar een zoodanigen uitvoer-teruggang bewerkten, zullen op den duur allen uitvoer naar Engeland verhinderen. Als men zich de hoogte der Engelsche invoer rechten even realiseert, blijkt dit ook zonne klaar. Een invoerrecht van 10 pet. van de waarde kan de Nederlandsche tuinbouw in den regel wel dragen; de specifieke Engelsche rechten reiken echter veel en veel hooger, vaak tot ver over de 100 pet. der veilingswaarde en brengen daardoor, bij de ook in Engeland sterk gedaalde koopkracht, de prijzen op de Engelsche markten op zoo'n hoog niveau, dat de consumptie daar snel terugloopt. Wat in 1932 aan invoerrechten betaald werd. Wij hebben nagegaan, aldus de heer Niemöl ler, welke bedragen in 1932 betaald zijn gewor den bij den invoer van onze producten in Enge land. Bij artikelen, die met een recht naar het gewicht belast zijn, is dit niet zoo moeilijk. Voor producten, die met een invoerrecht naar de waarde belast zijn, hebben wij de waarde bij uitvoer genomen. De waarde bij uitvoer uit ons land is natuurlijk lager dan de waarde bij invoer in Engeland, zoodat de daarop geba seerde cijfers aan den lagen kant zijn. De aan Engeland betaalde invoerrechten zijn volgens deze berekening geweest: voor versch fruit 577.000 vruchtenpulp 823.000 versche groenten 4.357.000 vroege aardappelen140.000 Totaal ƒ5.897.000 Op zichzelf genomen reeds een respectabel bedrag: bijna zes millioen gulden. Méér dan de regeering beschikbaar stelde voor steun aan den tuinbouw. Als deze invoerrechten niet betaald hadden behoeven te worden, zou onder overi gens gelijke omstandigheden den Nederland schen tuinbouw een grooter bedrag zijn toe gevloeid, dan nu uit de steunverleening! Vergeleken echter bij de waarde der uitge voerde producten, krijgen de betaalde invoer rechten reusachtige afmetingen; de waarde van het uitgevoerde versche fruit bedroeg 1.540.000, de daarop betaalde rechten 577.000, dus meer dan een derde. Het invoerrecht op vruchtenpulp is 25 pet. van de waarde. Bij versche groenten bedroegen de betaalde invoerrechten: ƒ4.357.000, terwijl de uitvoer waarde 11.172.000 beliep; de Engelsche invoer rechten bedroegen derhalve hierbij bijna 40 van de exportwaarde. De werkelijke groentenuitvoer is echter nog zwaarder getroffen. Engeland is een der groot ste importlanden van uien. Deze zijn slechts met een recht van 10 van de waarde belast. Schakelen we dit product uit, dan blijken de invoerrechten nog heel wat zwaarder te druk ken. Het blijkt dan, dat niet minder dan 54 van de uitvoer-waarde moet worden voldaan bij invoer in Engeland. Een verlichting der Engelsche invoerrechten moet dan ook voor den Nederlandschen tuin bouw als een eerste levensvoorwaarde worden beschouwd. Na een jaar onder de Engelsche tarieven te hebben geëxporteerd, is het duidelijk gebleken, dat zij binnen korten tijd tot vernietiging van onzen tuinbouwexport moeten leiden. Het is de bedoeling, dit alles in een uitvoerig toegelicht adres onder de aandacht der Neder landsche regeering te brengen en haar te ver zoeken zoo spoedig mogelijk stappen te doen om verlaging van de Engelsche invoerrechten te verkrijgen. EM-PASTOOR SIMONIS BEDIEND. De Zeereerw. heer Simonis emeritus-pastoor van Aalst verblijvende in „Huize Padua" te Handel is voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden. Voor de vierde kamer der rechtbank te Am sterdam stonden gisteren vier personén terecht, in verband met het in voorraad hebben en ver- koopen van valsche rijwielplaatjes engros. De 37-jarige koopman J. H. O. zou in het tweede halfjaar van 1932 1000 valsche rijwiel plaatjes in Luik hebben besteld, in de tweede plaats had hij er een aantal te koop aangebo den, terwijl hem ten derde ten laste was gelegd dat hij de valsche plaatjes aan derden heeft afgeleverd en in voorraad had. Den koopman P. G. was het in voorraad hebben van valsche plaatjes, benevens het ver- koopen daarvan ten laste gelegd. De 40-jarige koopman N. A. en de 33-jarige A. C. G. zouden de duizend valsche plaatjes uit België hebben ingevoerd; voorts was hun het in voorraad hebben ten laste gelegd, ter wijl zij ook een aantal plaatjes als echt en on- vervalscht zouden hebben verkocht. Verd O. gaf toe, dat hij in November 1.1. met A. en A. G. in Luik was geweest, waar ze in aanraking waren gekomen met een wapen handelaar. Op een gegeven oogenblik kwamen valsche rijwielmerken ter sprake. De wapen handelaar zag wel kans deze te vervaardigen. Verd. P. G. had een echt plaatje bij zich ge had en dit als model gegeven. Er werden er 1000 besteld, die binnen 14 da gen klaar zouden zijn. Bij het afhalen was O. niet aanwezig geweest. Verd. N. A. had tijdens de besprekingen ih Luik niet goed begrepen, dat het over rijwiel plaatjes ging. Ook verdachte A. G. bekende. Hij was wel bij de bestelling aanwezig geweest, maar wat er gesproken was, wist hij niet, daar hij geen Fransch verstond. Het bleek, dat P. G. de zaak gefinancierd had, terwijl A. G. de plaatjes had betaald. Een groot aantal getuigen koopers van de plaatjes werd gehoord. Een van hen had 50 plaatjes gekocht voor 42.50. Ook een an dere had een partijtje gekocht en was, even als de eerste van meening dat ze echt waren. De derde getuige hield eveneens vol, niet ge weten te hebben, dat ze valsch waren. Een der verdachten: Hij wist het best, want hij bood voor 100 plaatjes negen rijksdaalders. De officier van Justitie mr. de Blecourt vor derde tegen ieder der vier verdachten een ge vangenisstraf van twee jaar en zes maanden. Als verdedigers traden op mr. J. v. d. Velde, mr. W. Rooyaards en mr. J. J. van Gelderen. De rechtbank zal 9 Juni vonnis wijzen. Bestuurder wilde zijn moeder goeden dag zeggen. Gisterenavond te ongeveer half negen is te Almelo een vliegmachine tegen een telegraaf paal gevlogen. Het toestel, dat eigendom was van en bestuurd werd door den ongeveer 30-ja rigen heer ten B. uit Almelo kwam van het vliegveld Twenthe. Toen de piloot nabij de woning van zijn moeder was gekomen, daalde hij tot zeer laag bij den grond en is daarbij vermoedelijk lager gegaan dan hij had be doeld. Het gevolg was, dat hij een seinpaal langs de spoorlijn AlmeloHengelo niet heeft opgemerkt of niet meer kon ontwijken en er tegen op vloog. De machine stortte omlaag en kwam gedeeltelijk op de rails terecht, op het moment, dat de sneltrein naar Amsterdam naderde. De machinist kon den trein evenwel nog voor de plaats van het ongeluk tot stil stand brengen. Inmiddels waren verschillende personen, die het ongeluk zagen gebeuren toegesneld en be vrijdden den bestuurder uit het toestel. De man was bij volle kennis en kon door twee personen ondersteund, naar een nabije garage loopen, vanwaar hij later naar het zie kenhuis werd overgebracht. Hier bleek, dat de wonden die hij had op- geloopen niet van ernstigen aard waren, zoo dat hij naar zijn eigen woning kon worden vervoerd. De Amsterdamsche trein kon, met eenige ver traging, nadat de rails waren vrijgemaakt, de reis voortzetten. VERDRONKEN Donderdag is de heer R. uit Aalsmeer met zijn driejarig zoontje en een buurjongen, den 22-jarigen de Boer gaan roeien. In de Ring vaart zijn zij aangevaren door een motorboot van schipper Kamp te Broek op Langendijk, meldt de „N. R. C." De drie personen kwamen in het water terecht. De heer R. wist zich zwemmend te reden, het kind door een pas- seerende motorboot worden opgepikt, doch de 22-jarige de Boer, die niet kon zwemmen, ver dween in de diepte. Zijn lijk is later opgehaald. Commissie van voorbereiding gevormd. Naar wij vernemen is een commissie van voorbereiding gevormd inzake te treffen maat regelen in verband met de beperking van den rundveestapel In de commissie zullen zitting nemen eenige leden van de Crisis Zuivel Cen trale en van de Crisis Varkens Centrale. Als voorzitter zal optreden de heer R. Tromp van Holst. Piloot cn mede-inzittenden er nog goed afgekomen. Vrijdagmiddag tegen 4 uur heeft er op het vliegveld Eelde een ongeval plaats gehad, dat gelukkig nog vrij goed is afgeloopen. Twee vliegtuigen van de Ned. Luchtvaartschool te Rotterdam zouden op het vliegveld een landing maken. Het eene vliegtuig was, toen de lan ding zou ondernomen worden, eerst te hoog boven het veld, waarop een nieuwe poging werd ondernomen. Bij deze landing raakte het toestel echter den grond en sloeg over den kop. De piloot, de leerling-vlieger Steensma uit Amsterdam werd bewusteloos opgenomen. Na door dr. Tilma te zijn onderzocht, werd hij in het Acad.' Ziekenhuis te Groningen ter ver pleging opgenomen. Bij informatie aldaar deelde men ons mede, dat zijn toestand goed is. Blijkbaar is het on geluk dus nogal meegevallen. De andere inzit tende van het vliegtuig bekwam een niet ern stige wonde aan liet hoofd. Het vliegtuig is vrij ernstig beschadigd. RUMOERIGE BEESTEN IN DEN HAAGSCHEN DIERENTUIN Wijziging der politie-verordening. Men meldt ons uit Den Haag: Zooals bekend, is de directeur van het K. Z. B. G. (Dierentuin) tot in hoogste instantie veroordeeld, wegens overtreding van art. 31 der Alg. Pol. verordening, waarbij ieder wordt verplicht door de noodige voorzorgsmaatrege len ervoor te waken dat dieren, die onder zijn hoede staan, geen hinderlijk rumoer of buren gerucht verwekken. Aangezien de exploitatie van den Dierentuin hierdoor bemoeilijkt zou kunnen worden, en dit niet in het belang van de gemeente is te achten, stelt de commissie voor de strafveror deningen aan den Gemeenteraad door aan art. 31 een tweede lid toe te voegen, waarbij de betreffende bepaling niet van toepassing wordt verklaard op de hoofden of bestuurders van door B. en W. bij openbare kennisgeving aan te wijzen instellingen of infichtingen. LUCHTPOSTVERZENDING UIT GRONINGEN Met ingang van 1 Juni a.s. zullen op werk dagen luchtpostzendingen worden gevormd van Groningen voor Londen en Parijs, welke ver zonden worden met den luchtdienst Eelde- Schiphol, vertrek van Eelde 17.30 uur. Te Schiphol bestaat aansluiting op de vliegtuigen, die te 19 uur naar Londen en Parijs vertrek ken. Brieven en doosjes met aangegeven waarde en postpakketten zijn voorloopig van dit lucht vervoer uitgesloten. DRIE WONINGEN AFGEBRAND. Donderdagavond omstreeks half elf is brand uitgebroken in het complex van drie woningen, bewoond door J. Wagenaar, W. Banning en W. Tonius, te Goutum. De brand is waarschijnlijk ontstaan door een petroleumlampje, waardoor het rieten dak en de stal bij de woning van Wagenaar in brand kunnen zijn geraakt. In een oogwenk had de brand de drie woningen aan getast. Toen de motorspuit uit Huizum arri veerde, stond men voor één groote vlammenzee, waartegen niets meer viel uit te richten. De drie woningen brandden tot den grond toe af. Van de inboedels werd niets gered. Alle drie de inboedels waren verzekerd. BELEGGINGSVELD RIJKSFONDSEN EN -INSTELLINGEN. De Ministers van Financiën en van Economi sche Zaken en Arbeid hebben ontbonden de commissie, inzake uitbreiding van het beleg- gingsveld der rijksfondsen en -instellingen, on der dankbetuiging aan den voorzitter en de lgden dier commissie voor de door hen als zoo danig bewezen diensten. Feestelijke opening van het nieuwe gebouw. Een moflel-inrichting van groote beteekenis. Gistermiddag heeft in tegenwoordigheid van H. K. H. Prinses Juliana en vele autoriteiten de opening plaats gehad van het nieuwe gebouw van het Paedologisch Instituut in de Vossius- straat te Amsterdam. Het is nu bijna twee en een half jaar geleden, dat het Paedologisch Instituut, een stichting van de Vereeniging tot opvoeding en verple ging van idioten en achterlijke kinderen, daar bij gesteund door de Vrije Universiteit, ge opend werd in het voormalige laboratorium gebouw van prof. Buitendijk aan het Valerius- plein. Het instituut had in dit gebouw slechts voorloopig onderdak. Het was te klein, het bood slechts plaats aan een gering aantal jon gens en de inrichting voldeed niet aan de eischen welke men voor een zoo veelzijdig geörienteerd instituut moest stellen. Het groote gebouw, waarin vroeger het Blin deninstituut gehuisvest was in den doodloo penden hoek van de Vossiusstraat, aan drie zijden omgeven door het Vondelpark, beloofde een betere domicilie te worden voor het Paedo logisch Instituut mits het inwendige aan gron dige veranderingen werd onderworpen. In zeven maanden tijds hebben deze veranderin gen onder de kundige leiding van den architect den heer J. H. v. d. Veen, haar beslag gekre gen en dezer dagen heeft prof. dr. J. Waterink de leider van het Paedologisch Instituut ons kunnen ontvangen om ons met gerechtvaardig den trots het nieuwe gebouw te toonen. Paedologie, aldus definieerde prof. Waterink het vak, waaraan hij zijn leven gewijd heeft, is de wetenschap van de normale, zoowel als de abnormale psychische ontwikkeling van het kind. Maar het Paedologisch Instituut heeft niet alleen een wetenschappelijke taak, het heeft ook een practisch doel. Daaraan ontleent het Instituut zijn voor West Europa vrijwel unieke veelzijdigheid. Naast den opbouw van de kin- derkunde wordt er gewerkt aan de genezing van het abnormale en normale, doch moeilijke kind. Behalve observatie-inrichting is het In stituut ziekenhuis, school en inrichting voor nazorg. Als regel geldt, dat de kinderen slechts voor korten tijd in het Paedologisch Instituut ver blijven voor zij naar een andere inrichting worden gezonden. Het instituut adviseert dan, welke genees wijze het meest voor een kind geschikt is. Hierdoor treedt het ook op het terrein van de arbeidsverschaffing en uiteindelijk op het ter rein van de beroepskeuze. De staf van het Instituut bestaat, behalve uit prof. Waterink en zijn assistenten uit den diri- geerend-geneesheer dr. R. Vedder, dr. J. Baas neurologisch psychiater en dr. R. Brummel- kamp chirurg-röntgenoloog. Voorts bestaat het personeel uit paedagogen en verpleegsters, die eveneens op het gebied der opvoedkunde ge oriënteerd zijn. In totaal biedt het Paedologisch Instituut plaats aan 94 jongens en meisjes, van den zuigelingen-leeftijd tot hun een-en-twintigsten jaar. De jongens en meisjes worden in streng gescheiden afdeelingen behandeld. De verbouwing van het oude gebouw is inge wikkeld geweest, doch thans bezit het Paedolo gisch Instituut ook alles, wat het noodig heeft: eet- en slaapzalen, ziekenzalen met terrassen op het zuiden, recreatiezalen voor jongens en meisjes, afzonderingscellen, slaapkamers voor het bedienend en verplegend personeel, keu kens, badkamers, vertrekken voor handenar beid en schoollokalen voor achterlijke kin deren, tot een kleine cantine voor de patiënten toe. Daarnaast biedt het gebouw huisvesting aan een der takken van wetenschap van de Vrije Universiteit met het psychotechnisch la boratorium en zijn talrijke afdeelingen. Voorts zijn er ruimten voor een polikliniek, een speel plaats met zandbak voor de kinderen en een collegezaal met brandvrije cabine voor honderd studenten, welke zaal ook voor kerkelijke doeleinden te gebruiken is. Hoewel het Paedologisch instituut op chris- telijken grondslag berust neemt het patiënten van andere confessie op. In 1932 bedroeg het aantal verpleegdagen van patiënten uit ortho- dox-protestantsche kringen slechts circa 10 pCt. Bij de opening is gistermiddag namens direc teuren der V. U. aangeboden een gebrandschil derd raam boven den hoofdingang, voorstellende de genezing van den maanzieken knaap door Christus, welk raam vervaardigd is op het atelier „De Vonk" te Haarlem. J. II. FEKKES f De Gooische schilder en teekenaar J. II. Fek- kes is, 47 jaar oud, te Blaricum overleden. Op Vredelust te Leiderdorp is Willem C. Brouwer overleden. Zijn gezondheid liet reeds langen tijd te wenschen over en thans is voor hem op 55-jarigen leeftijd het einde gekomen. Brouwer, zoon van een hoofdonderwijzer, zou aanvankelijk schilder worden, maar de op komende kunstnijverheid trok hem aan. Hij begon zich op de pottenbakkerij toe te leggen, eerst in Gouda, later, van 1901 af, in het door hem gestichte bedrijf te Leiderdorp, waarvan hij tot het einde toe de leider geweest is. Zijn potten, kannen, schotels, kommen en vazen zijn zeer eenvoudig; het is degelijk werk zonder veel verfijning. Brouwer experimenteerde veel met mate rialen en bewerking en breidde het gebied van zijn scheppenden arbeid meer en meer uit. Hij maakte grootere siervazen van meer monumen taal karakter, dierfiguren voor tuinplastiek. bouwbeeldhouwwerk aan tal van huizen, ker ken en scholen. Dit werk is over het geheele land verspreid. Brouwer is in alles op de eerste plaats am bachtsman gebleven, die altijd wjeer gaarne voor de draaischijf stond. Aldus verwierf hij zich groote verdansten voor de Nederlandsche kunstnijverheid. Hij is daarvoor bij het 25-jarig bestaan van „Vredelust" gehuldigd. Ilarry Son naar Palestina. De heer Harry Son, violoncellist, verzoekt ons mede te deelen, dat hij, Nederlander van ge boorte, vroeger deel uitmaakte van het Buda- pester Strijkkwartet, dat hij sinds 1930 een pro fessoraat bekeedde aan het Klindworth-Schar- wenka-Konservatorium te Berlijn, doch dat hij deze betrekking heeft moeten verlaten wegens de bekende toestanden in Duitschland. Thans heeft hij een benoeming aangenomen als professor voor violoncel en kamermuziek aan het Conservatoire-Shulamith te Tel-Avio (Palestina). Deze betrekking zal hij 1 October aanvaarden. NAAR EN TERUG VAN DE MISSIE. Op Woensdag a.s. 31 Mei worden uit de Missie van Padang (N. O. I.) in Tilburg terugverwacht de eerw. fraters Severinus Aarts en Hermeni- gildus Fromm, die na een arbeid van 10 jaren in de Missie van Sumatra een welverdiende vacantie hopen te genieten in het vaderland. Op Vrijdag a.s. 2 Juni, zullen naar de missie van Curagao vertrekken de eerw. frater August Biemans, die zijn werk in de missie van Cura sao na een half jaar vacantie gaat hervatten, en de eerw. frater Joannes Damascenus Voet, die zich gaat wijden aan het onderwijs der jeugd op Curasao. LOUIS DAVIDS. Naar wij vernemen, is de heer Louis Davids zoo juist teruggekeerd van zijn tournee door Duitschland, Oostenrijk en Italië. Op 16 Juni a.s. zal hij de leiding nemen van het Kurhaus- cabaret te Scheveningen. De heer Davids deelt ons mede dat hij op geen enkele wijze in betrekking staat met club jes, groepjes of cabaretensembles, die zich thans onder allerlei nieuwe namen aankondigen. Dit zijn blijkbaar uit het buitenland hier te lande aangekomen kunstenaars, die, zooals blijkt, trachten zijn naam in hun combinaties te be trekken. EEN ADRES AAN GEMEENTERADEN. Het „Algemeen comité van verweer tegen terreur en vervolging in Duitschland", heeft een adres gezonden aan een 80-tal der belang rijkste gemeenten in Nederland, houdende een verzoek geen orders in Duitschland te plaatsen zoolang het huidige bewind aldaar gepaard gaat met daden van geweld en ontrechting, die de moreele gevoelens der overige wereld ten diepste kwetsen. Het adres gaat vergezeld van een memorie van toelichting, waarin de motieven, die tot dit adres hebben geleid, uitvoerig worden uit eengezet. CREDIETVERLEENING AAN MIDDENSTANDSBEDRIJVEN In antwoord op de desbetreffende vragen van het Tweede Kamerlid dr. J. H. J. Vos deelt minister Verschuur mede, dat het onderzoek van regeeringswege ter zake van bijzondere credietverleening aan door de crisis getroffen middenslandsbedrijven is voltooid. Een beslissing inzake de credietverleening moet de regeering zich echter nog voorbehou den. naar het Engelsch van HERBERT ADAMS. 22) Bij het passeeren van Kingston werden zij een paar minuten opgehouden en Jimmie, er op uit om zijn tijd nuttig te gebruiken, vroeg of zijn metgezel den laatsten tijd nog iets van Miss Enid Cowley gezien had. Ja, luidde het antwoord, wij ontmoeten elkaar Zondag in het park. Is alles in orde? Heelemaal in orde, zei Phil droog. Ik zei: Goeden morgen. Miss Cowley, en zij zei: Goe den morgen, Mr. Mackenzie, en daarna gingen wij verder. Het ijs gebroken, merkte Jimmie, op, maar er niet ingevallen. Dat is natuurlijk de moei lijkheid. Zij zegt dat je zoo'n lafaard bent. Een lafaard? De groote man scheen ver baasd. Ja, een lafaard, herhaalde Jimmie grin nikend. Je bent bang van haar. Zegt ze dat ik bang van haar ben? Ik? Wie anders? Vertel me eens, heb je haar ooit gekust? Terwijl de wagen voortrolde, heerschte er eenige oogenblikken stilte. Daarop zei Phil op \vaardigen toon: Ik heb haar niet gekust. Naar mijn meening b ihoort een man een meisje niet te kussen voor h:j haar vraagt met hem te trouwen, en hij be hoort haar niet te vragen, voor zijn inkomen zulks toelaat. Jimmie schudde van het lachen en even be gon de wagen vervaarlijk te slingeren. Prachtig, prachtig, zei hij, probeerend het Echotsche accent van den ander te imiteeren. Ik houd van je, schat, ik houd dol veel van je, en zoodra ik nog een honderd pond, veertien schilling en vier pence per jaar méér verdien, zal ik je een kus geven! Oh, Phil, beste kerel! Wat moet het meisje dan doen, terwijl zij wacht? Denkt je, dat ze verwacht, dat iedere man die haar kust met haar zal trouwen? Waarom kust hij haar dan? Bij wijze van compliment en om te toonen dat hij niet bang van haar is! Neem een goeden raad van mjj aan, man, Den volgenden keer dat je Enid ontmoet neem je je hoed niet af, en je zegt niet „Goeden morgen" en je wacht ni^t wat zij dan zal doen. Je slaat eenvoudig je armen om haar heen en kust haar, en let dan eens op wat zij doen zal! Phil gaf geen antwoord. Jimmie hoopte, dat hij er over zou nadenken, waarmee hij terstond scheen te beginnen want hij bleef geruimen tijd zwijgen. Daarop begon Jimmie opnieuw: Nog iets van de Carrindory diamanten gehoord? Neen, zei Phil somber. Dat is een strop voor me. Via een vriend van me wist ik de verzekering bij onze firma geplaatst te krij gen en vóór wij tijd hadden ons risico gedeel telijk te dekken bij andere maatschappijen, werden wij voor het geheele bedrag aange sproken! Daarop verlieten zij den hoofdweg om de lange, smalle laan in te slaan die naar de golflinks voerde. Veel menschen, die zelf geen golf spelen, kennen daarom wel het Woodworth Park Club huis. Het was vroeger een privé landgoed» ge legen te midden van een prachtig begroeid park. Het gebouw bezit nu niet bepaald archi tectonische schoonheid, maar hét is uitmun tend gelegen, net geknipt voor een week-end club. De golfcourse is goed uitgezet en de greens zijn perfect, zoodat er steeds voldoende lief hebbers voor het lidmaatschap aanwezig zijn. Het was even voor een, toen zij er aankwa men. Maar Mackenzie vond weldra zijn vriend met wien hij had afgesproken, een Schot, iets ouder dan hij, Scoon genaamd. Hij stelde Has- well aan hem voor en verklaarde in het kort het doel van hun lunch. Zij besloten een paar minuten te wachten, alvorens aan tafel te gaan. Het clubhuis bevat een prachtige eetzaal, maar wanneer het mooi weer is, prefereeren de meeste menschen hun maaltijd op het terras te gebruiken. Vandaar heeft men een prachtig uit zicht over het omringende landschap. Jimmie zag, dat er binnen maar heel weinig gasten zaten en meende dat de menschen, waarop hij loerde, zeer waarschijnlijk het algemeene voor beeld zouden volgen en hun maaltijd in de open lucht zouden gebruiken. Hij zag bruten een on bezette tafel, vlak onder een van de ramen, en stelde voor die te annexeeren. Daarvandaan zouden zij een goed overzicht hebben zoowel over de eetzaal als over het terras. Zij zaten daar nog maar een paar minuten, toen er eenig beweeg ontstond bij de binnen komst van een gezelschap, dat plaats nam aan de tafel naast de hunne hoewel er tusschen beide tafels een groote bak vol bloeiende hor tensia's stond, welke de tafel een beetje afsloot. Het was een gezelschap van vijf personen, waar van Jimmie er vier terstond herkende. Al zijn vrienden waren tezamen gekomen! De vijfde was een vreemde. Eerstens was daar die grapjas van Regent Street, wiens aardigheid hij niet zoo gauw zou vergeten. Dan zag hij madame Fontaine, de stijl volle clairvoyante. De derde was de blonde man met de slissende spraak, welke hij in de garage had achtergelaten en de vierde was Felix Gros- tein, de teleurgestelde kooper van het huis. De vijfde, een korte, magere vreemd uitziende man, had hij nog nooit ontmoet, maar hij herkende hem direct van Enid's schets de man met de puntbaard die madame Fontaine's huis was bin nengegaan op hetzelfde moment, dat de meisjes er uitkwamen. Zij behoorden dus allemaal tot dezelfde bende en alleen Furnell ontbrak. Mogelijk moest hij in de stad in functie blijven. Een vrouw schijnt altijd in staat bij het be treden van een restaurant met één blik alle aan wezigen op te nemen. Zij weet wie er zijn, en met wie zij er zijn, en vooral wat zij dragen, voordat een man nog goed en wel besloten heeft, welken stoel hij wenscht in te nemen. Het was daarom heel natuurlijk, dat madame Fontaine het eerst Jimmie Haswell aan de tafel achter de hortensia's ontdekte. Zij wendde haar blikken zoo haastig af, dat hij bijna had kunnen denken, dat zij hem niet had opgemerkt. Zij maakte blijkbaar geen enkele opmerking, voordat zij gezeten waren en toen was een mededeeling van haar oorzaak dat de man, dien hij in het huis ontmoet had en die nu een keurig golfcostuum droeg, zich om draaide en een haastigen blik op hem wierp. Daarop volgde eenig gefluister en toen liet Grostein zijn servet vallen. Toen hij opstond om dit op te rapen, keek hij als terloops eens rond. De man met de slis-spraak stond op om een kellner te roepen, waarbij ook hij gelegenheid kreeg over de planten te gluren. De eenige man, die in het geheel geen notitie van hem scheen te nemen was de vreemdeling, die met zijn rug naar hem toe was gezeten. Jimmie voelde een vreemde opwinding. Dat zij ontstemd waren 'hem daar te zien of dat hij hen daar zag was duidelijk. De eigen lijke beteekenis daarvan was echter niet zoo een, twee, drie te vertellen. Hij had gemeend dat het zwaartepunt van het mysterie in de garage was gelegen, en nu bleek, dat zoowel Grostein als madame Fontaine met de garage- menschen samenwerkten menschen die voor geen geweld terugschrokken om hun doel te bereiken. Indien zij het huis voor een normaal doel ge- wenscht hadden, zouden zij daarmee voor den dag gekomen zijn, en zouden zij niet de een na den ander met steeds hoogere biedingen zijn gekomen, voorgevend vreemdelingen voor elkaar te zijn. Waren zij Bruden's metgezellen in de jacht naar den schat, of behoorden zij tot een concurreerende bende, die schuldig was aan zijn dood? Het was maar goed, dat inspecteur Sprules terug was. Scotland Yard zou weldra in staat zijn ieder van hen op te sporen, van den ge- wichtigen diamanthandelaar tot de slissende schooier, die Nonna zoo beangst had gemaakt, en het geheim uitvinden, dat hen samenbond. Jimmie verklaarde op zachten toon aan zijn tafelgenooten den stand van zaken. Kent ge den man die met zijn rug naar ons toe zit? informeerde hij bij Scoon, het club lid. Dat is Pollard, was het antwoord. Hij speelt gewoonlijk met Grostein. Woont in de stad en rijdt gewoonlijk in een groote Daimler. Rustige kerel. Kent niet veel menschen. Engelschman, geloof ik, maar veel in het bui tenland geweest. Grostein kennen we zijn de twee andere mannen leden? Geen van beiden. Ik geloof wel, dat ze hier al eens meer geweest zijn, maar het zijn geen leden. Indien zij spelen, zal ik hun namen na kijken in het introductie-boek. In welke verhouding staat Pollard tot de vrouw, die bij hem is? fluisterde Jimmie. Zij noemt zich Madame Fontaine. Dat Weet ik niet, zei Scoon, dat zult ge zelf moeten uitvisschen. Maar kwam het er op aan? Was Pollard de „chef" of Grostein? Dat was van meer belang. Twee respectabele heeren van middelbaren leeftijd, op het punt een partij golf te spelen in een aristocratische club, en een hunner was het hoofd van een schatgravers bende, die niet voor moord terugschrok! Hij glimlachte grimmig bij zich zelf. Geen wonder, dat zij er weinig verheugd over waren, dat de eenige persoon, die met ieder hunner afzonder lijk in contact geweest was, hen nu allemaal bij elkaar moest ontdekken! De maaltijd vorderde langzaam. De menschen aan de tafel naast de hunne namen het er goed van en bestelden als besluit koffie en likeuren. Jimmie presenteerde Phil en Scoon zijn sigaren koker. Hij wilde niet het eerst opstaan. Daarop stond Felix Grostein op als wilde hij weggaan. Hij zag Jimmie en bleef met een air van aange name verrassing staan. Hallo, mr. Haswell, zei hij, speelt u golf? Bang van niet, luidde het antwoord. Wat voert u dan naar dezen tempel van het edele spel? Ik dacht, dat iedereen, die hier kwam, een hartstochtelijk beoefenaar van het spel was. Ik ben slechts een bewonderaar, zei Jim mie. Mijn vrienden spelen en ik profiteer daar van om in deze gezellige omgeving met hen te lunchen. Men ontmoet er zulke aardige men schen. U hebt volkomen gelijk, zei Grostein harte lijk. Ik vroeg mij af, of u een partij met mij wilde spelen. Ik ben net te veel bij mijn ge zelschap. Het zal er vanmiddag dus zeker niet van komen? Ik ben bang, dat ik naar de stad terug moet. 't Spijt mij. Een anderen keer dan mis schien? U bent zeker nog niet van besluit ver anderd met betrekking tot dat huis? Neen, zei Jimmie, we hebben het zelf noo dig. Enfin, als u van plan verandert, hoor ik het misschien wel. Hij knikte en wandelde weg. Jimmie bleef er nog een paar minuten zitten. Het speet hem, dat hij Grostein verteld had, dat hij naar de stad terugging. Het zou verstandiger geweest zijn hem in het onzekere te laten. Hij stond op en zijn vrienden volgden hem de trap pen van het terras af naar het grasveld, waar zij buiten ieders gehoor waren. Het zal het beste zijn, dat ik terugga, zei hij. Ik zal Sprules opbellen dat ik naar hem toekom en ik zal hem zonder ononthoud op het spoor van aeze lieden brengen. Inmiddels kun nen jullie hier wel eens rondneuzen om te zien, of zij werkelijk spelen. Zoo niet, probeer dan uit vinden wat zij van plan zijn. Doen zij het wel, spelen jullie dan ook een partij je hebt het verdiend en let op wat ze daarna uitvoe ren. Je kunt mij dan op mijn kantoor opbellen of liever, kom wat later naar mijn woonhuis. Je zult toch zeker wel naar de stad terug kun nen? Deze laatste vraag was tot Phil gericht. Scoon zei, dat hij ook terugging en dat hij Phil in zijn auto zou meenemen. Jimmie ging naar de telefooncel. Toen hij daar aankwam, zag hij, hoe Grostein er juist uitkwam. Het kostte niet veel tijd verbinding te krijgen met Scotland Yard, maar inspecteur Sprules was nog niet aanwezig. Hij werd ieder oogenblik verwacht. Jimmie liet de boodschap achter, dat hij hem beslist om half vier zou komen opzoeken. Misschien zou hij minder zeker van zijn zaak geweest zijn, wanneer hij Grostein's opmerking tegen madame Fontaine gehoord had. Die handige jongeman vertelde mij eens, dat hij niet muzikaal is. Hij zal wel bemerken, dat hij zich vergist, want hij zal weldra een heel rmder deuntje zingen! HOOFDSTUK XXIV. GEVANGEN! Jimmie begaf zich naar zijn auto en Phil en Scoon brachten hem zoo ver weg. Zij bleven enkele oogenblikken nog staan op luiden toon over golf sprekend, want Pollard, de mogelijke „chef" was dicht bij de hand. Hij sprak met een buitengewoon aantrekkelijk meisje, 'dat in een keurige two-seater was gezeten. Indien Pollard al weinige vrienden had, dan scheen hij die weinige toch met zorg uit te kiezen! Het meisje luisterde met duidelijk zichtbare vroo- lijkheid naar zijn opmerkingen, en hij klopte haar vriendelijk op den schouder, toen zij weg reed. Verlies hen niet uit het oog, fluisterde Jim mie tegen zijn metgezellen, en met die laatste raadgeving sprong hij in zijn wagen, juist op het moment, dat het meisje den weg opdraaide. Hij was in geen enkel opzicht een vijand van snelheid. Hij kon van een ritje genieten, maar hij verklaarde altijd, dat, tenzij er redenen voor groote haast waren, een behoorlijke vijftig of zestig kilometer per uur de beste resultaten gaven, zoowel voor het genieten van het ritje als van het landschap. Het meisje dat voor hem was weggereden, zette er direct een flinken gang in en weldra had hij haar uit het gezicht ver loren. Maar het duurde niet lang, voor hij haar weer bemerkte. Zij bevonden zich op den smal- len weg, die van de golflinks naar den grooten weg voerde. Het was 'n tamelijk bochtig laantje en hoewel twee auto's elkaar daar wel konden passeeren, moesten zij half over den berm van den weg rijden om dat te doen. Leden van de club drongen er reeds lang op aan, dien weg te verbreeden. Het meisje scheen haar snelheid zeker tot de helft verminderd te hebben. Zij reed nu nauwe lijks dertig kilometer per uur. Bij deze gelegen heid had Jimmie nu juist nogal haast, maar hij aarzelde signalen te geven om haar met haar keurige wagentje in de richting van de struiken te doen uitwijken. Over een minuut of 5 zouden zij toch den hoofdweg bereikt hebben. Toen bemerkte hij, dat er nog een andere auto achter hem naderde. Dit was een groote wa gen en de bestuurder daarvan scheen geen be zwaren te koesteren tegen het opvorderen van een recht van voorgang. Er klonk een lang aan gehouden signaal, maar Jimmie zag niet in, waarom hij zou uitwijken, wanneer hij zelf opgehouden werd. Aan den anderen kant zou het dwaasheid zijn een queu achter dat meisje te blijven vormen, hoe aardig zij ook mocht zijn. Hij verhoogde daarom zijn snelheid een 1-eet je en gaf signalen. (Wordt vervolgcL)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6