PINKSTEREN.
DE OOSTERSCHE VROUW ALS
ECHTGENOOTE.
PINKSTERBLOEMEN.
MOEDERS HANDEN.
MODEPRAATJE.
HANDWERKRUBRIEK.
ZATERDAG 3 JUNI 1933
IN BABYLON VOOR VIERDUIZEND
JAREN.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
JAM VAN BESSENSAP.
JAM VAN GEDROOGDE ABRIKOZEN
ERVARINGSKRISTALLEN.
GRAALWACHTNIEUWS.
'N WETENSWAARDIGHEID.
12 MENU'S VOOR JUNI.
INMAKEN VAN EIEREN.
BRUIDSTOILETTEN.
Een snoezig zomerhoedje van beige bang-
kok gegarneerd niet 'n groen en rood lint
't Pinkstert op de heuv'len
op weide, hei of dal,
waar gouden bremmen pralen
als luid klaroen geschal
't Is Pinksteren 't feest van zonnebrand en
zonnegoud, en bloemenpracht, van geurende
wuivende brem.
Als vreugdetoortsen laaien ze op en heur fijne
spruitsels, grillig als vlammen, vieren het getij
van een stralend, jubelend welbewust leven.
Pinksteren 't feest, waarop de overmaat van
Gods liefde en wijsheid over het menschdom
wordt uitgestort in zevenvoudigen rijkdom.
Pinksteren! Het woord alleen, heeft reeds
'n klank van hoog gespannen verwachting en
begeesterende hope, van een wil ten goede,
die versterkt en staalt en zich een weg zal
banen.
Pinksteren moge voor ons niet alleen betee-
kenen een mijlpaal in de natuur, een hoogtij
van levensdorst en vervulling, een uitvieren
van vrijheid en misschien ontaarding van dien
drang, neen, meer dan ooit moest dit feest
ons stemmen, tot nadenken, verwachten en
dank. Het moet ons bezielen en versterken,
zevenvoudig tot in de fijnste geledingen van
hart en ziel en verstand.
De natuur viert hoogtij, maar der menschen
ziel en hart zullen eerst dan den grootsten bloei
bereiken, als de geest Gods hen vervult en
drijft. Want al spreken zij alle talen, zoo zij
die der liefde niet kennen, het zal hun niet
baten.
En, helaas, het is de taal der liefde, waar
aan onze hedendaagsche wereld zoo arm is..
De wereld, die doof en stom is voor het zoet
rhythme der liefde, en slechts afschuwelijke
klanken en schrijnende dissonanten van haar,
nijd en wrake weet voort te brengen en te
beluisteren. O! dat haar dezen morgen de zui
vere, waarachtige tale der liefde geschonken
worde!
Zalig Pinksteren. HELLENEN.
Vroeger, toen we nog niet zoo verwend
waren met de' telkens wisselende mode, was
het, en ook nu is 't nog in sommige deelen des
lands gebruik, zich met Pinksteren in nieuwe
kleeding te steken.
Pinksteren is wel het tijdstip, dat de meeste
bloemen bloeien. Een groote verscheidenheid
als de veldkers, de gele lisch, de koekoeks
bloem, de boterbloem, de waterviolier zijn
altijd speciaal als pinksterbloem beschouwd.
Heden ten dage, prijken perken en bordes met
een weelde van pioenen, vroege riddersporen,
de margrietachtige gele bloemen, geraniums,
viooltjes, vergeet-mij-nietjes enz.
De bonte kleurenpracht van heur nieuwe
kleeding bezorgde menig meisje in vroeger
tijd den spottenden groet van Pinksterbloem.
In sommige streken hebben nog reidansen
plaats en kiest de dorpsbevolking heur Pink-
sterkoningin.
Optochten, volksdansen en muziek luisteren
de feesten op. Het mooiste, soms het braafste
meisje is dan de heldinne van 't feest,
vej.
Nu probeere men het eerst als volgt: Men
hale bij den drogist wat pijpaarde, koke dit
met wat azijn tot een papje, waarmede men de
geheele vlekoppervlakte bedekt.
Laat dit 'n paar uur zitten en borstelt het af;
men zal zien, dat de vlekken verdwenen zijn
en 't kleed geheel frisch te voorschijn komt.
HUISMOEDER.
i.
In het spel „Noé", dat sindsdien ook in Ne
derland ging onder den titel „De reis van
Noach op de wateren", vond André Obey ge
legenheid de huwelijksverhouding der verschil
lende menschen rassen niet onaardig te typee
ren. In het vijfde en laatste bedrijf, bij het
vertrek van den berg Ararat, draagt Noéma,
de vrouw van Cham, alle bagage alléén
Sem draagt een gedeelte, zijn vrouw Sella
een ander gedeelte van hun gemeenschappelijk
bezit.
Japhet en Ada maken één flinken gemeen-
schappelijken bundel dien ze samen dragen.
En zóó gaan de toekomstige stamvaders en
stammoeders van het nieuwe menschenge-
slacht naar drie verschillende zijden, de wijde
wereld in
De positie van de getrouwde vrouw bij de
Semietische volken houdt in werkelijkheid on
geveer het midden tusschen die van haar zwar
te en die van haar blanke zustér. Eenerzij ds
is de vrouw bij de Semieten geen zaak, waar
over haar heer en meester geheel en al naar
welgevallen beschikt. Men maakt zich daar
in Europa wel eens een overdreven voorstel
ling van. Maar anderzijds is ze ook weer niet
de gelijke van den man, wiens leven zij deelt.
Verschil van tijden en plaatsen beinvloeden
deze positie van de getrouwde vrouw, nu eens
'n ongunstigen zin, zoodat ze bijna slavin
wordt, dan weer in gunstigen zin, zoodat hare
positie die van de Europeesche echtgenoote be
nadert. Misschien zal het in het bijzonder onze
lezeressen kunnen interesseeren, als we in de
volgende opstellen deze wisselende toestanden
bij een i ge Oostersche volken uit vroegere en
lattra tijden pogen te schetsen.
De plaats, die de vrouw en echtgenoote in
nam bij de oude Babyloniërs kennen wij uit
de wetgeving van den befaamden koning Ham-
moerapi. die uit de eerste helft van de 20e
eeuw voor Christus dateert. Ongeveer een vier
de gedeelte van zijn steenen wetboek handelt
over huwelijk en huisgezin, welke omstandig
heid opzichzelf reeds bewijst, dat deze zaken
ten volle de aandacht van den ouden wetgever
getrokken hadden. De aartsvader Abraham,
een tijdgenoot van Hammoerapi, was1 volgens
de bijbelsche berichten ook uit dezelfde stre
ken afkomstig, waarover deze koning geheerscht
heeft. Daarom is het niet te verwonderen, dat
wij in de latere Israëlietische wetgeving eenige
gelijkenis aantreffen met het wetboek van den
ouden koning van Babel.
Zqowel in Babel als in Israël wordt de ver
loofde we'ttelijk reeds als echtgenoote be
schouwd. Als regel is het de vader, die zijn
dochter verlooft aan wien hem goeddunkt. In
Babel zoowel als in Israël vinden we ook het
systeem van de dubbele huwelijksgift. Eener
zijds brengt de vrouw iets in uit de goederen
van haars vaders huis. Anderzijds betaalt de
man althans gewoonlijk een zekere som
gelds (in de babylonische wetgeving „tirchatoe"
genoemd) aan den vader van zijn toekomstige
vrouw. We hebben hier te doen met een over
blijfsel van het oeroude „huwelijk door koop",
dat in het Oosten tot op den dag van heden
nog niet heelemaal is uitgestorven. De „tir
chatoe" wordt betaald bij de verloving, en
draagt daardoor tevens het karakter van een
onderpand.
Verbreekt de bruidegom de verloving, dan
blijft de vader van het meisje in het onbetwist
bezit van de reeds gestorte „koopsom". Ver
andert daarentegen de vader der bruid van
gedachte, en weigert hij ten slotte zijne defi
nitieve toestemming voor het huwelijk, dan
moet hg de „tirchatoe". met 100 pot schade
vergoeding bovendien terugbetalèn aan den te-
leurgestelden huwelijkscandidaat. Wordt het
huwelijk voltrokken, maar sterft de vrouw vóór
zij een kind ter wereld heeft gebracht, dan
heeft de schoonzoon het recht de voor haar
betaalde som van zijn schoonvader terug te
eischen.
Wat de vrouw inbrengt bij gelegenheid van
haar huwelijk (de z.g. „sjerigtoe") blijft onver
vreemdbaar eigendom voor hare kinderen.
Sterft zij kinderloos dan keert de „sjerigtoe"
in het bezit van haar vader terug met af
trek evenwel van de „tirchatoe", zooals ge
zegd is.
Bij de Baby Ion iër.t zoowel als bij de Israëlie
ten, en bij de Semietische volken in 't alge
meen, hebben wij rekening te houden met twee
oude instellingen, die de positie der getrouwde
vrouw niet anders dan ongunstig konden be
invloeden: met de polygamie en met de echt
scheiding, of liever: met het recht van den
man om zijn vrouw te „verstooten".
Gelijk algemeen bekend mag heeten, is de
polygamie in het Oosten ook heden nog vol
strekt niet zeldzaam. Doch al vroeg vinden we
toch beperkende bepalingen daaromtrent. En
deze beperkende bepalingen zijn merkwaardi
gerwijze bij de oude Babyloniërs strenger dan
bij de Israëlieten.
Volgens strikt recht kan de Babyloniër slechts
dan een tweede vrouw nemen, wanneer geble
ken is, dat zijn eerste vrouw hem geen kinderen
schenkt. En bovendien krijgt in zulk een geval
de eerste vrouw het recht om, wanneer ze dit
verkiest, de samenleving te verbreken, en naar
het huis haars vaders terug te keeren. In dat
geval moet haar worden uitgekeerd wat zij
ten huwelijk heeft medegebracht. Geeft zij er de
voorkeur aan in het huis van haar man te blij
ven wonen, dan is deze verplicht voor haar
onderhoud te blijven zorgen als te voren. En
zij blijft meesteres in huis. De tweede vrouw
staat óók wanneer haar kinderen worden
geboren tot de eerste steeds in onderge
schikte verhouding.
In geval van kinderloosheid schijnt het niet
zeldzaam geweest te zijn. dat de vrouw zelf
den man een harer „amtoe's" (dienaressen of
slavinnen) als echtgenoote van den tweeden
rang voorstelde. Eenzelfde soort van schik
king vinden we in de geschiedenis der bgbel-
sche patriarchen. In het verhaal van Abraham
lezen wij, dat Agar na de geboorte van haar
zoon Ismaël zich verhief tegen hare kinder-
looze meesteres. Hetzelfde inconveniënt schijnt
ook in Abrahams vaderland nog al eens te zijn
voorgekomen. Want de rechten van de eerste
vrouw als meesteres worden nadrukkelijk ge
garandeerd. Anderzijds wordt echter ook ver
boden een echtgenoote van den tweeden rang;
die oorspronkelijk slavin was geweest, door ver
koop te verwijderen uit het huisgezin, waaraan
zij een kind geschonken heeft.
Wordt de eerste vrouw ten slotte toch nog
met kinderen gezegend, Uan deelen de kinderen
der beide moeders gelijkelijk in de goederen
van hun vader. De kinderen der eerste vrouw
hebben bij de verdeeling alléén het voorrecht
van de eerste keuze.
Ten slotte nog een enkel woord over de
echtscheiding in het oude Babyion. Initiatief
daartoe wordt bijna steeds genomen door den
man. Is de reden daartoe ontrouw van de zijde
der vrouw, dan doen zich verschillende mo
gelijkheden voor. Vooreerst kan de man dan de
toepassing van de doodstraf door het vuur
eischen. Ook kan hij zijn vrouw verlagen tot
den graad van slavin, en een andere vrouw
trouwen. Ten slotte kan hij haar verstooten,
en de straat op zenden zonder verder tot haar
onderhoud verplicht te zijn.
Bij minder zware redenen, die tot echtschei
ding leiden, is de man verplicht aan zijn vrouw
alle door haar ingebrachte goederen uit te kee
ren. Heeft de vrouw kinderen, dan neemt zij
die mede. Doch voor de opvoeding dezer kin
deren heeft zij recht op schadeloosstelling door
den man.
De vrouw kan slechts dan het initiatief tot
een echtscheiding nemen, wanneer zij wettelijk
overtuigend bewijs leveren kan, dat zij door
haar man slecht behandeld is. Blijkt de klacht
niet voldoende gegrond, en heeft zij zelf aanlei
ding gegeven tot de gerezen oneenigheid, dan
kan de klaagster met den dood door verdrin
king gestraft worden. Blijkt de klacht ge
grond, dan wordt het huwelijk ontbonden. De
vrouw keert dan naar hare familie terug met
medeneming van hetgeen zij in de huwelijks
gemeenschap heeft ingebracht.
Modern zomerensemble van witte wollen
stof met een blouse van gestreepte jersey
wit en blauw.
PARIJS, 31 Mei 1933.
Linnen zal dezen zomer veel gedragen wor
den, hetzij voor geheele robes, hetzij eenvoudig
toegepast voor de garneeringen, voor hoeden,
handschoenen en zoo
voorts, waarvoor dan
de f ij n e r e soorten
meest gekozen worden. ®S|Ur7
Men gaat er zelfs i
toe over, wat vroeger J v7
absoluut was uitge-
sloten om linnen met fJljK.
wol te combineeren.
En toch is die combi-
natie waarlijk niet zoo
kwaad: het stugge van
van de eene stof com
bineert zich uitstekend
met het mollige en
soepele van de andere.
En die combinatie
biedt aardige moge
lijkheden, om bijv.
aan een demi-saison-
robe 'n meer zomersch
cachet te geven.
Intusschen moeten de
garneeringen, die men
met linnen kgn uit
voeren, altijd een
uiterst eenvoudig ca-
chet blijven behouden. B
Een mooi voorbeeld rBE?I
ervan biedt het model,
dat hiernaast is weer- 1 A f
gegeven. Het is een
petite-robe van ge- J I 'f
mengde grijze wol met II
moesjes van donker- vff
der grijs. Tusschen
haakjes valt op te merken, dat grijs een echte
succes-kleur is, vooral in de middentinten.
De rok is zeer sober en alleen van boven met
drie knoopen gegarneerd. Een garneering, die
terugkeert op het corsage. De twee plooien, die
ruimte aan den rok geven, zijn van wit linnen,
evenals de vrij breede ceintuur en de halsslui
ting in den vorm van een das, eenvoudig ge
knoopt.
Toque, handschoenen en tasch zijn eveneens
van linnen, waardoor een aardig geheel ver
kregen wordt.
kalkwater over de eieren te gieten dit eerst een
dag laten staan om te zien of zich werkelijk een
vlies vormt.
Eieren ingelegd in waterglas hebben het voor
deel dat de schaal niet zoo dun wordt, maar ia
duurder dan kalk.
M. M.
Op verzoek van mej. H. H. te S., volgt hier
onder het recept van jam, gemaakt van 1 L.
bessensap.
Kook het sap in, tot op ongeveer de helft,
voeg dan 750 gr. suiker toe, en laat dit samen
nog ongeveer 10 minuten indampen tot de gelei
goed van dikte is. Verwijder zoo noodig het
schuim. Doe de gelei zoo heet mogelijk in de
potten, die goed schoon zijn gemaakt en sluit
af met parafine.
Week de gewasschen abrikozen een nacht in
zooveel water dat ze onder staan. Laat ze den
volgenden dag gaar en stuk koken. Weeg ze en
voeg van dit gewicht aan suiker toe. Laat
het dan tot jamdikte inkoken en behandel de
jam als boven.
M. M.
1. Zich overal in kunnen schikken is kracht;
zich overal in schikken is zwakheid.
2. Kunnen is geen kunst: doen!
3. Wie veel wil opmerken, moet zorgen dat
hij niet wordt opgemerkt.
4. Wat de menschen niet noodig hebben te
weten, dat willen ze weten; maar wat ze
weten moeten, daar willen ze niets van weten!
H.
2en Pinksterdag, 5 JuniInwijding clubhuis
Zaandam.
Dinsdag, 6 Junileidstersvergadering Cen
trum Leiden, 5 uur. Sassenheim heeft de leiding!
Woensdag, 7 Juni: leidstersvergadering Cen
trum Haarlem, 7 uur. Let op Dezen keer is de
vergadering dus niet op Maandag, 19 Juni, maar
op Woensdag 7 Juni, daar Haarlem anders zoo
lang moet wachten.
Donderdag, 8 Junileidstersvergadering Cen
trum Hoorn, 6.30 uur.
Zaterdag, 10 Junileidstersvergadering Cen
trum Amsterdam, 4 uur.
N.B. De gewestelijke besturen worden Yi uur
van te voren verwacht mét plannen en moeilijk
heden
Na afloop van iedere vergadering 1 uur volks
zang en religieus- of reidansen.
Wanneer ik ze den laatsten tijd zoo als ver
moeid, in elkaar gestrengeld in uw schoot zie
rusten, dan moet ik ze bekijken, die handen
van mijn moeder.
En in de fijne lijnen en naden, in de duizen
den nerfjes, lees ik heel een leven van liefde
en offer, zorg en arbeid.
Wat zeggen zij wel ieder in t bizonder Zij
spreken van veel vreugde en veel leed. Im
mers die beide zijn zoo innig verbonden in 't
moederhart. En dan denk ik zoo graag, dat ik
uw eerste kindje was, en dat gij mij met die
tecdere moederhanden zoo dikwijls aan 't harte
drukte.
Moeder uw hand was als een klein warm
nestje voor mijn kinderhart.
En nauwelijks leerde ik aan uw hand de
eerste stappen in het leven te doen, of reeds
vroeg een klein zusje, naar de zorg van uw
handen. En dan opnieuw een zusje en einde
lijk een broertje.
Zoo kwam het een na het ander, tot tien kin
deren om u stonden; tien kinderen, voor iede-
ren vinger één. En toch wilde ieder uw beide
handen geheel bezitten.
Moeder wat was er veel te doen, te helpen,
te heelen, te geleiden. Hoeveel viel er te zor
gen voor uw kwikzilverig troepje.
Maar 't ging met uw handen als met uw
hart; altijd rijker, altijd guller, hoe 'meer wij
vroegen van uw liefde en zorg.
Moeder, rijk waren uw handen; zij hebben
ons allen een groot diep levensgeluk geschon
ken, Niet alleen hebben zij ons helpen groot
worden, maar gij hebt onze zielen aan uwe
hand, het rijk Gods gewezen en binnen geleid.
Gij hebt met uwe handen den sluier van
's levens mooglijkheden geheven, daar waar
onze oogen, niets zagen en alleen geloofden,
omdat gij geloofdet. Het leven hebt gij ons
verklaard, opdat wij ons eenmaal zelf zouden
helpen.
Gij hebt ons geleid en wij wisten het niet,
wij meenden in vrijheid te gaan, en toch bleef
uw hand, het warme nestje, waar der kinderen
ziel, ontroerd, gekrenkt, met duizend twijfelin
gen, rust en vrede zocht en vond.
Moeder, als gij 's avonds met uw blanke hand
een kruisje op ons voorhoofd teekendet, was
het of rust, vrede, troost voor elk leed, kracht
tot eiken plicht op ons nederdaalden.
Van al het geven en helpen zijn uw eens zoo
mooie fijne handen, mager en ruw geworden.
Maar ieder jaar heeft haar een diepere geheim
zinnige schoonheid geschonken; die slechts de
oogen der liefde ontdekken.
Wees duizendmaal gezegend, geluk en zegen
brengende hand mijner moeder.
Naar het Duitsch van Maria Dornanig).
„Verven en afgeven". Daar kunnen wij onze
abonnée maar één raad op geven.
De firma, die toch altijd uiterst solied werk
levert, zal 't zeer op prijs stellen, wanneer U
zich met den mantel en de bedorven jurk tot
haar wilt richten.
Dien uw klacht eventueel bij de directie in
en knoei er zelf niet aan.
Crêpe georgette. Een mantel van de aller
beste soort zal wel tegen een buitje bestand
zijn, is het echter kunstzijdecrêpe georgette,
dan is 't verstandiger de proef niet te wagen.
Gips. Gips, dat loslaat of afbreekt, kan het
beste met materiaal van dezelfde soort worden
bijgewerkt en opnieuw verbuld.
Koffievlekken. In een tapijt zijn koffievlek-
ken vermengd met suiker en melk gekomen.
Koffievlekken, alsook theevlakken verwij
dert men met behulp van reine spiritus of Eau-
de-Cologne. De melkdeeltjes verwijdert men
met 'n watje, gedoopt in benzine of tetra (het
watje goed uitknijpen vóór men ermede wrijft.
De suiker is met behulp van deze vloeistof
fen reeds verdwenen.
Vitrophanie. Hoe kan ik vitrophanie van
ruiten verwijderen, zoodat er niets van over
blijft
Onze lezeres, die dit werkje zelve verrichten
wil, raden wij aan bij den drogist een oplos
sing van bijtende soda te vragen, deze vloei
stof strijkt men met een borstel over het glas
papier, laat het een tijdje weeken en men
haalt het er met een vouwbeen of iets derge
lijks af.
Echter bijtende soda is gevaarlijk goedje; en
men mag er niet met de handen aankomen.
In huishoudelijke winkels bestaat ook een
instrumentje om het papier te verwijderen.
Mocht er een of ander wondje aan de handen
zijn, laat dan liever schilder of behanger dit
werkje verrichten.
Jusvlekken. Uit Ginneken komt een verzoek
om raad, hoe jusvlekken uit een wollen vloer
kleed te verwijderen. De vlek is reeds met
sodawater uitgewasschen, komt echter weer op.
Had men terstond de methode van het grauw
papier en het lauwe strijkijzer toegepast, dan
ware dit beter geweest.
5e toer: 2 steken samenbreien, 6 recht. En op
deze manier doorgaan met om den anderen toer
te minderen, tot er nog 16 steken overblijven,
door deze steken den draad halen en afmaken
en het mutsje aan den achterkant over 6 c.M.,
dichtnaaien. Tot slot het stuk Angorawol over
het mutsje heen vouwen, die wol opborstelen en
op zijde lintjes aannaaien.
TANTE TOET.
MICHEL ANGELO
de onsterfelijke beeldhouwer, was linkshandig
in zijn jonge jaren. Hij begreep, dat dit een
ernstig bezwaar zou zijn om beitel en hamer
met succes te hanteeren. Hij oefende nu net
zoo lang met z'n rechterhand, tot deze op het
zelfde „peil" stond als de andere Zonder deze
daad van groote wilskracht zou hij nooit zóó
beroemd geworden zijn.
TOEN DE GROOTE SCHRIJVER
Thomas Carlyle zes jaar oud was, kwam er
een bedelaar aan de deur. De jongen was al
leen thuis en hij vroeg den man een oogen-
blik te willen wachten. Hij nam haastig zijn
spaarpot van de plank, sloeg het varken stuk
en gaf den bedelaar den geheelen inhoud. „Ik
was nog nooit zoo blij geweestzei hij later
over deze edelmoedige daad.
Vele jonge vrouwtjes dragen haar bruids-
toilet na het huwelijksfeest als avondjapon. Zij
profiteeren er dan van, dat beide drachten thans
zeer veel van elkaar weg hébben, als men den
sleep even wegdenkt, en dat men nu 's avonds
zeer gaarne in het wit verschijnt.
1 tomatensoepkalfsgehakt, spinazie, aard
appelen, chocoladevla
2 ossenstaartsoepgebraden jonge haantjes,
compote van abrikozen, aardappelen, ananas
pudding
3 garnalencroquetjesgekookte zeehanen,
botersaus, aardappelen, *haagsche bluf
4 sleepasperges met hard gekookte eieren en
gewelde boter, "vleeschkoekjes, aardappelpuree,
komkommersla, fruit
5 aspergesoep, blinde vinken, peultjes, aard
appelen, aardbeien
6 nieuwe haring met geroosterd brood, gebra
den ham, kropsla, gebakken aardappelen, ci-
troenvla
7 'kaasbroodjes, zoutevisch met botersaus,
malta-aardappelen, worteltjes, rabarbercompote
8 kervelsoep, varkenscarbonade, peulen en
worteltjes door elkaar, aardappelen, karnemelk-
pudding
9 runderrolletjes, postelein, aardappelen, drie
in de pan
10 groentesoep, gekookte griet, botersaus, aard
appelen, aardbeien met slagroom
11 pouletsoep, bloemkool met saucijsjes, aard
appelen, vruchtensla
12 gamalenschelpen, gebakken schol met sla
en aardappelen, vanillevla met rabarber
Haagsche bluf.
Twee eiwitten, 1 klein kopje bessensap, 1 klein
theekopje suiker.
Doe de eiwitten met bessensap en suiker in
een kom, klop de massa tot ze stijf is en giet ze
over in een vlaschaal. Desgewenscht kan men
er vanillewafeltjes of biscuits bij presenteeren.
V leeseh koekjes.
Hak resten van vleesch, ook soepvleesch (in
dien men soepvleesch heeft, moet er wat ham-
Kaasbroodjes.
Sneedjes oud brood zonder kost, 1 ei, 60 gram
oude kaas, 20 a 25 gram bloem, melk, frituurvet.
Meng boter en bloem goed dooreen, wrijf er
de klontjes uit, voeg er de melk bij en kook
van deze massa een dikke saus. Roer het eidooier
er doorheen, daarna de kaas en tenslotte het
stijfgeslagen eiwit. Leg op ieder stukje brood
een zeer dikke laag van deze (eenigszins afge
koelde) saus, en laat voorzichtig de plakjes in
heet frituurvet glijden. Leg ze bruin geworden
op een verwarmden schotel en dien ze warm op.
M. M.
Op verzoek van M. B. te R.
Het voordeeligst worden eieren ingelegd in
kalkwater.
Onderzoek eerst of de eieren werkelijk versch
zijn. Dit kan gebeuren in een 10 pet. zoutoplos
sing versche eieren zullen in zoo'n oplossing
zinken, eieren die ongeveer 8 dagen oud zijn
zullen zweven, terwijl nog oudere eieren hierin
zullen drijven. Het beste is laatstgenoemde
eieren niet in te maken of bovenin den pot te
leggen, boven de versche, zoodat ze het eerste
aan de beurt komen.
Wasch de eieren schoon en kijk goed na of
de schaal geheel gaaf is. Leg de eieren in den
inmaakpot. Los de kalk op in water en giet dit
kalkwater over de eierende eieren moeten
zeker twee handen breed onder water staan. Na
eenige dagen moet zich op het water een vlies
van koolzure kalk hebben gevormd, voeg anders
nog wat kalk toe. Ook kan men alvorens het
Mejuffrouw B. te R. had gaarne een patroon
tje van een kapje voor een meisje van 15 maan
den.
Hieronder volgen twee patroontjes; het eer
ste is gehaakt, het tweede gebreid.
Haak drie losse ste-
ken en sluit die tot
een ring; haak in deze
opening als le toer
vijf vaste steken: 2e
toer meerderen door
in iedere vaste steek
twee steken te haken.
Meerder bij de derde
teer om de twee ste
ken, en daarna wordt
telkens gemeerderd op
iedere meerdering van
den vorigen toer, zie
fig. 2. Als de bol groot genoeg is, nog 4 a 6
toeren zonder meerderen haken. Daarna nog
eenige toeren langs de voor- en zijkanten (dus
niet aan de achterzijde), dat is ongeveer drie
vierde van den omtrek.
Het randje, dat apart wordt aangezet, wordt
om een koordje gehaakt, zooals fig. 3 aangeeft.
Als afwerking maakt men een paar rozetjes
van lint en zet die aan weerszijden van het
kapje.
Het gebreide mutsje is gemaakt van Angora
wol en effen wol. Het patroontje is langs den
rand gemeten, ongeveer 40 c.M. en er is ge
rekend, dat er 6 steken op 2V2 c.M. komen.
Zet met de Angorawol 80 steken op en brei
30 toeren recht, dus een toer recht, een toer
averecht. Dan verder gaan met de gewone wol
en „zand"steek breien, dat is: 1 recht, 1 ave
recht, maar bij iedere toer verspringen, zoodat
er een rechte steek op een averechtsche en een
averechte op een rechte steek komt. Heeft men
ongeveer 8 c.M. „zand" steek gebreid, dan be
gint de mindering voor het bolletje.
le toer van de mindering: 2 steken samen-
breien, 8 recht, 2 steken samenbreien, 8 recht,
en zoo voorts.
2e toer: gewoon breien zonder minderen.
3e toer: 2 steken samenbreien, 7 recht, enz.
4e toer zonder minderen.
voorschrijft en wel om de silhouette een slank
aanzien te geven, want een witte japon maakt
een gestalte altijd iets breeder.
De rokken zijn steeds erg eenvoudig van
ontwerp en meestal is er slechts in den snit der
mouwen eenige fantasie te bespeuren. Deze
laten vrij veel garneering toe en mogen boven
aan zelfs wijd zijn. Toch blijft de lange, tame
lijk strakke mouw combinatie van gratie
en eenvoud voor dit soort japonnen het meest
geschikt.
Een bescheiden draperietje fleurt dikwijls
spek of mager spek doorgehakt worden of in
den vleeschmolen gemalen worden) fijn, ver
meng het vleesch met oud, in melk geweekt
brood, een ei, wat peper, noot, zout, een zeer
fijn gehakt uitje en wat pieterselie.
Vorm van deze massa platte ronde koekjes,
haal ze door paneermeelen bak ze in de koeke-
pan met vet of boter bruin.
Tot de stoffen, die men thans het liefst voor
de bruidstoiletten gebruikt, behooren vooral de
soepele, matte satijnsoorten. Daarna komen de
tamelijk zware, eveneens doffe crêpes, en hier
van liever de fijn-korrelige dan de geribde.
Bovendien ziet men crêpe de chine of georgette
dragen, doch in veel mindere mate.
Op onze afbeelding prijken drie karakteris
tieke modellen. Ze laten ons zien, hoe de mode
op dit gebied een nogal geaccentueerde taille
het lijfje op, terwijl men overhet algemeen
geen ceintuur draagt; wel brengt men dikwijls
vooraan of opzij van de taille een strik aan.
Voor den sluier gebruikt men thans liever fijne
tule dan kant.