PINKSTEREN. DE OOSTERSCHE VROUW ALS ECHTGENOOTE. PINKSTERBLOEMEN. MOEDERS HANDEN. MODEPRAATJE. HANDWERKRUBRIEK. ZATERDAG 3 JUNI 1933 IN BABYLON VOOR VIERDUIZEND JAREN. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. JAM VAN BESSENSAP. JAM VAN GEDROOGDE ABRIKOZEN ERVARINGSKRISTALLEN. GRAALWACHTNIEUWS. 'N WETENSWAARDIGHEID. 12 MENU'S VOOR JUNI. INMAKEN VAN EIEREN. BRUIDSTOILETTEN. Een snoezig zomerhoedje van beige bang- kok gegarneerd niet 'n groen en rood lint 't Pinkstert op de heuv'len op weide, hei of dal, waar gouden bremmen pralen als luid klaroen geschal 't Is Pinksteren 't feest van zonnebrand en zonnegoud, en bloemenpracht, van geurende wuivende brem. Als vreugdetoortsen laaien ze op en heur fijne spruitsels, grillig als vlammen, vieren het getij van een stralend, jubelend welbewust leven. Pinksteren 't feest, waarop de overmaat van Gods liefde en wijsheid over het menschdom wordt uitgestort in zevenvoudigen rijkdom. Pinksteren! Het woord alleen, heeft reeds 'n klank van hoog gespannen verwachting en begeesterende hope, van een wil ten goede, die versterkt en staalt en zich een weg zal banen. Pinksteren moge voor ons niet alleen betee- kenen een mijlpaal in de natuur, een hoogtij van levensdorst en vervulling, een uitvieren van vrijheid en misschien ontaarding van dien drang, neen, meer dan ooit moest dit feest ons stemmen, tot nadenken, verwachten en dank. Het moet ons bezielen en versterken, zevenvoudig tot in de fijnste geledingen van hart en ziel en verstand. De natuur viert hoogtij, maar der menschen ziel en hart zullen eerst dan den grootsten bloei bereiken, als de geest Gods hen vervult en drijft. Want al spreken zij alle talen, zoo zij die der liefde niet kennen, het zal hun niet baten. En, helaas, het is de taal der liefde, waar aan onze hedendaagsche wereld zoo arm is.. De wereld, die doof en stom is voor het zoet rhythme der liefde, en slechts afschuwelijke klanken en schrijnende dissonanten van haar, nijd en wrake weet voort te brengen en te beluisteren. O! dat haar dezen morgen de zui vere, waarachtige tale der liefde geschonken worde! Zalig Pinksteren. HELLENEN. Vroeger, toen we nog niet zoo verwend waren met de' telkens wisselende mode, was het, en ook nu is 't nog in sommige deelen des lands gebruik, zich met Pinksteren in nieuwe kleeding te steken. Pinksteren is wel het tijdstip, dat de meeste bloemen bloeien. Een groote verscheidenheid als de veldkers, de gele lisch, de koekoeks bloem, de boterbloem, de waterviolier zijn altijd speciaal als pinksterbloem beschouwd. Heden ten dage, prijken perken en bordes met een weelde van pioenen, vroege riddersporen, de margrietachtige gele bloemen, geraniums, viooltjes, vergeet-mij-nietjes enz. De bonte kleurenpracht van heur nieuwe kleeding bezorgde menig meisje in vroeger tijd den spottenden groet van Pinksterbloem. In sommige streken hebben nog reidansen plaats en kiest de dorpsbevolking heur Pink- sterkoningin. Optochten, volksdansen en muziek luisteren de feesten op. Het mooiste, soms het braafste meisje is dan de heldinne van 't feest, vej. Nu probeere men het eerst als volgt: Men hale bij den drogist wat pijpaarde, koke dit met wat azijn tot een papje, waarmede men de geheele vlekoppervlakte bedekt. Laat dit 'n paar uur zitten en borstelt het af; men zal zien, dat de vlekken verdwenen zijn en 't kleed geheel frisch te voorschijn komt. HUISMOEDER. i. In het spel „Noé", dat sindsdien ook in Ne derland ging onder den titel „De reis van Noach op de wateren", vond André Obey ge legenheid de huwelijksverhouding der verschil lende menschen rassen niet onaardig te typee ren. In het vijfde en laatste bedrijf, bij het vertrek van den berg Ararat, draagt Noéma, de vrouw van Cham, alle bagage alléén Sem draagt een gedeelte, zijn vrouw Sella een ander gedeelte van hun gemeenschappelijk bezit. Japhet en Ada maken één flinken gemeen- schappelijken bundel dien ze samen dragen. En zóó gaan de toekomstige stamvaders en stammoeders van het nieuwe menschenge- slacht naar drie verschillende zijden, de wijde wereld in De positie van de getrouwde vrouw bij de Semietische volken houdt in werkelijkheid on geveer het midden tusschen die van haar zwar te en die van haar blanke zustér. Eenerzij ds is de vrouw bij de Semieten geen zaak, waar over haar heer en meester geheel en al naar welgevallen beschikt. Men maakt zich daar in Europa wel eens een overdreven voorstel ling van. Maar anderzijds is ze ook weer niet de gelijke van den man, wiens leven zij deelt. Verschil van tijden en plaatsen beinvloeden deze positie van de getrouwde vrouw, nu eens 'n ongunstigen zin, zoodat ze bijna slavin wordt, dan weer in gunstigen zin, zoodat hare positie die van de Europeesche echtgenoote be nadert. Misschien zal het in het bijzonder onze lezeressen kunnen interesseeren, als we in de volgende opstellen deze wisselende toestanden bij een i ge Oostersche volken uit vroegere en lattra tijden pogen te schetsen. De plaats, die de vrouw en echtgenoote in nam bij de oude Babyloniërs kennen wij uit de wetgeving van den befaamden koning Ham- moerapi. die uit de eerste helft van de 20e eeuw voor Christus dateert. Ongeveer een vier de gedeelte van zijn steenen wetboek handelt over huwelijk en huisgezin, welke omstandig heid opzichzelf reeds bewijst, dat deze zaken ten volle de aandacht van den ouden wetgever getrokken hadden. De aartsvader Abraham, een tijdgenoot van Hammoerapi, was1 volgens de bijbelsche berichten ook uit dezelfde stre ken afkomstig, waarover deze koning geheerscht heeft. Daarom is het niet te verwonderen, dat wij in de latere Israëlietische wetgeving eenige gelijkenis aantreffen met het wetboek van den ouden koning van Babel. Zqowel in Babel als in Israël wordt de ver loofde we'ttelijk reeds als echtgenoote be schouwd. Als regel is het de vader, die zijn dochter verlooft aan wien hem goeddunkt. In Babel zoowel als in Israël vinden we ook het systeem van de dubbele huwelijksgift. Eener zijds brengt de vrouw iets in uit de goederen van haars vaders huis. Anderzijds betaalt de man althans gewoonlijk een zekere som gelds (in de babylonische wetgeving „tirchatoe" genoemd) aan den vader van zijn toekomstige vrouw. We hebben hier te doen met een over blijfsel van het oeroude „huwelijk door koop", dat in het Oosten tot op den dag van heden nog niet heelemaal is uitgestorven. De „tir chatoe" wordt betaald bij de verloving, en draagt daardoor tevens het karakter van een onderpand. Verbreekt de bruidegom de verloving, dan blijft de vader van het meisje in het onbetwist bezit van de reeds gestorte „koopsom". Ver andert daarentegen de vader der bruid van gedachte, en weigert hij ten slotte zijne defi nitieve toestemming voor het huwelijk, dan moet hg de „tirchatoe". met 100 pot schade vergoeding bovendien terugbetalèn aan den te- leurgestelden huwelijkscandidaat. Wordt het huwelijk voltrokken, maar sterft de vrouw vóór zij een kind ter wereld heeft gebracht, dan heeft de schoonzoon het recht de voor haar betaalde som van zijn schoonvader terug te eischen. Wat de vrouw inbrengt bij gelegenheid van haar huwelijk (de z.g. „sjerigtoe") blijft onver vreemdbaar eigendom voor hare kinderen. Sterft zij kinderloos dan keert de „sjerigtoe" in het bezit van haar vader terug met af trek evenwel van de „tirchatoe", zooals ge zegd is. Bij de Baby Ion iër.t zoowel als bij de Israëlie ten, en bij de Semietische volken in 't alge meen, hebben wij rekening te houden met twee oude instellingen, die de positie der getrouwde vrouw niet anders dan ongunstig konden be invloeden: met de polygamie en met de echt scheiding, of liever: met het recht van den man om zijn vrouw te „verstooten". Gelijk algemeen bekend mag heeten, is de polygamie in het Oosten ook heden nog vol strekt niet zeldzaam. Doch al vroeg vinden we toch beperkende bepalingen daaromtrent. En deze beperkende bepalingen zijn merkwaardi gerwijze bij de oude Babyloniërs strenger dan bij de Israëlieten. Volgens strikt recht kan de Babyloniër slechts dan een tweede vrouw nemen, wanneer geble ken is, dat zijn eerste vrouw hem geen kinderen schenkt. En bovendien krijgt in zulk een geval de eerste vrouw het recht om, wanneer ze dit verkiest, de samenleving te verbreken, en naar het huis haars vaders terug te keeren. In dat geval moet haar worden uitgekeerd wat zij ten huwelijk heeft medegebracht. Geeft zij er de voorkeur aan in het huis van haar man te blij ven wonen, dan is deze verplicht voor haar onderhoud te blijven zorgen als te voren. En zij blijft meesteres in huis. De tweede vrouw staat óók wanneer haar kinderen worden geboren tot de eerste steeds in onderge schikte verhouding. In geval van kinderloosheid schijnt het niet zeldzaam geweest te zijn. dat de vrouw zelf den man een harer „amtoe's" (dienaressen of slavinnen) als echtgenoote van den tweeden rang voorstelde. Eenzelfde soort van schik king vinden we in de geschiedenis der bgbel- sche patriarchen. In het verhaal van Abraham lezen wij, dat Agar na de geboorte van haar zoon Ismaël zich verhief tegen hare kinder- looze meesteres. Hetzelfde inconveniënt schijnt ook in Abrahams vaderland nog al eens te zijn voorgekomen. Want de rechten van de eerste vrouw als meesteres worden nadrukkelijk ge garandeerd. Anderzijds wordt echter ook ver boden een echtgenoote van den tweeden rang; die oorspronkelijk slavin was geweest, door ver koop te verwijderen uit het huisgezin, waaraan zij een kind geschonken heeft. Wordt de eerste vrouw ten slotte toch nog met kinderen gezegend, Uan deelen de kinderen der beide moeders gelijkelijk in de goederen van hun vader. De kinderen der eerste vrouw hebben bij de verdeeling alléén het voorrecht van de eerste keuze. Ten slotte nog een enkel woord over de echtscheiding in het oude Babyion. Initiatief daartoe wordt bijna steeds genomen door den man. Is de reden daartoe ontrouw van de zijde der vrouw, dan doen zich verschillende mo gelijkheden voor. Vooreerst kan de man dan de toepassing van de doodstraf door het vuur eischen. Ook kan hij zijn vrouw verlagen tot den graad van slavin, en een andere vrouw trouwen. Ten slotte kan hij haar verstooten, en de straat op zenden zonder verder tot haar onderhoud verplicht te zijn. Bij minder zware redenen, die tot echtschei ding leiden, is de man verplicht aan zijn vrouw alle door haar ingebrachte goederen uit te kee ren. Heeft de vrouw kinderen, dan neemt zij die mede. Doch voor de opvoeding dezer kin deren heeft zij recht op schadeloosstelling door den man. De vrouw kan slechts dan het initiatief tot een echtscheiding nemen, wanneer zij wettelijk overtuigend bewijs leveren kan, dat zij door haar man slecht behandeld is. Blijkt de klacht niet voldoende gegrond, en heeft zij zelf aanlei ding gegeven tot de gerezen oneenigheid, dan kan de klaagster met den dood door verdrin king gestraft worden. Blijkt de klacht ge grond, dan wordt het huwelijk ontbonden. De vrouw keert dan naar hare familie terug met medeneming van hetgeen zij in de huwelijks gemeenschap heeft ingebracht. Modern zomerensemble van witte wollen stof met een blouse van gestreepte jersey wit en blauw. PARIJS, 31 Mei 1933. Linnen zal dezen zomer veel gedragen wor den, hetzij voor geheele robes, hetzij eenvoudig toegepast voor de garneeringen, voor hoeden, handschoenen en zoo voorts, waarvoor dan de f ij n e r e soorten meest gekozen worden. ®S|Ur7 Men gaat er zelfs i toe over, wat vroeger J v7 absoluut was uitge- sloten om linnen met fJljK. wol te combineeren. En toch is die combi- natie waarlijk niet zoo kwaad: het stugge van van de eene stof com bineert zich uitstekend met het mollige en soepele van de andere. En die combinatie biedt aardige moge lijkheden, om bijv. aan een demi-saison- robe 'n meer zomersch cachet te geven. Intusschen moeten de garneeringen, die men met linnen kgn uit voeren, altijd een uiterst eenvoudig ca- chet blijven behouden. B Een mooi voorbeeld rBE?I ervan biedt het model, dat hiernaast is weer- 1 A f gegeven. Het is een petite-robe van ge- J I 'f mengde grijze wol met II moesjes van donker- vff der grijs. Tusschen haakjes valt op te merken, dat grijs een echte succes-kleur is, vooral in de middentinten. De rok is zeer sober en alleen van boven met drie knoopen gegarneerd. Een garneering, die terugkeert op het corsage. De twee plooien, die ruimte aan den rok geven, zijn van wit linnen, evenals de vrij breede ceintuur en de halsslui ting in den vorm van een das, eenvoudig ge knoopt. Toque, handschoenen en tasch zijn eveneens van linnen, waardoor een aardig geheel ver kregen wordt. kalkwater over de eieren te gieten dit eerst een dag laten staan om te zien of zich werkelijk een vlies vormt. Eieren ingelegd in waterglas hebben het voor deel dat de schaal niet zoo dun wordt, maar ia duurder dan kalk. M. M. Op verzoek van mej. H. H. te S., volgt hier onder het recept van jam, gemaakt van 1 L. bessensap. Kook het sap in, tot op ongeveer de helft, voeg dan 750 gr. suiker toe, en laat dit samen nog ongeveer 10 minuten indampen tot de gelei goed van dikte is. Verwijder zoo noodig het schuim. Doe de gelei zoo heet mogelijk in de potten, die goed schoon zijn gemaakt en sluit af met parafine. Week de gewasschen abrikozen een nacht in zooveel water dat ze onder staan. Laat ze den volgenden dag gaar en stuk koken. Weeg ze en voeg van dit gewicht aan suiker toe. Laat het dan tot jamdikte inkoken en behandel de jam als boven. M. M. 1. Zich overal in kunnen schikken is kracht; zich overal in schikken is zwakheid. 2. Kunnen is geen kunst: doen! 3. Wie veel wil opmerken, moet zorgen dat hij niet wordt opgemerkt. 4. Wat de menschen niet noodig hebben te weten, dat willen ze weten; maar wat ze weten moeten, daar willen ze niets van weten! H. 2en Pinksterdag, 5 JuniInwijding clubhuis Zaandam. Dinsdag, 6 Junileidstersvergadering Cen trum Leiden, 5 uur. Sassenheim heeft de leiding! Woensdag, 7 Juni: leidstersvergadering Cen trum Haarlem, 7 uur. Let op Dezen keer is de vergadering dus niet op Maandag, 19 Juni, maar op Woensdag 7 Juni, daar Haarlem anders zoo lang moet wachten. Donderdag, 8 Junileidstersvergadering Cen trum Hoorn, 6.30 uur. Zaterdag, 10 Junileidstersvergadering Cen trum Amsterdam, 4 uur. N.B. De gewestelijke besturen worden Yi uur van te voren verwacht mét plannen en moeilijk heden Na afloop van iedere vergadering 1 uur volks zang en religieus- of reidansen. Wanneer ik ze den laatsten tijd zoo als ver moeid, in elkaar gestrengeld in uw schoot zie rusten, dan moet ik ze bekijken, die handen van mijn moeder. En in de fijne lijnen en naden, in de duizen den nerfjes, lees ik heel een leven van liefde en offer, zorg en arbeid. Wat zeggen zij wel ieder in t bizonder Zij spreken van veel vreugde en veel leed. Im mers die beide zijn zoo innig verbonden in 't moederhart. En dan denk ik zoo graag, dat ik uw eerste kindje was, en dat gij mij met die tecdere moederhanden zoo dikwijls aan 't harte drukte. Moeder uw hand was als een klein warm nestje voor mijn kinderhart. En nauwelijks leerde ik aan uw hand de eerste stappen in het leven te doen, of reeds vroeg een klein zusje, naar de zorg van uw handen. En dan opnieuw een zusje en einde lijk een broertje. Zoo kwam het een na het ander, tot tien kin deren om u stonden; tien kinderen, voor iede- ren vinger één. En toch wilde ieder uw beide handen geheel bezitten. Moeder wat was er veel te doen, te helpen, te heelen, te geleiden. Hoeveel viel er te zor gen voor uw kwikzilverig troepje. Maar 't ging met uw handen als met uw hart; altijd rijker, altijd guller, hoe 'meer wij vroegen van uw liefde en zorg. Moeder, rijk waren uw handen; zij hebben ons allen een groot diep levensgeluk geschon ken, Niet alleen hebben zij ons helpen groot worden, maar gij hebt onze zielen aan uwe hand, het rijk Gods gewezen en binnen geleid. Gij hebt met uwe handen den sluier van 's levens mooglijkheden geheven, daar waar onze oogen, niets zagen en alleen geloofden, omdat gij geloofdet. Het leven hebt gij ons verklaard, opdat wij ons eenmaal zelf zouden helpen. Gij hebt ons geleid en wij wisten het niet, wij meenden in vrijheid te gaan, en toch bleef uw hand, het warme nestje, waar der kinderen ziel, ontroerd, gekrenkt, met duizend twijfelin gen, rust en vrede zocht en vond. Moeder, als gij 's avonds met uw blanke hand een kruisje op ons voorhoofd teekendet, was het of rust, vrede, troost voor elk leed, kracht tot eiken plicht op ons nederdaalden. Van al het geven en helpen zijn uw eens zoo mooie fijne handen, mager en ruw geworden. Maar ieder jaar heeft haar een diepere geheim zinnige schoonheid geschonken; die slechts de oogen der liefde ontdekken. Wees duizendmaal gezegend, geluk en zegen brengende hand mijner moeder. Naar het Duitsch van Maria Dornanig). „Verven en afgeven". Daar kunnen wij onze abonnée maar één raad op geven. De firma, die toch altijd uiterst solied werk levert, zal 't zeer op prijs stellen, wanneer U zich met den mantel en de bedorven jurk tot haar wilt richten. Dien uw klacht eventueel bij de directie in en knoei er zelf niet aan. Crêpe georgette. Een mantel van de aller beste soort zal wel tegen een buitje bestand zijn, is het echter kunstzijdecrêpe georgette, dan is 't verstandiger de proef niet te wagen. Gips. Gips, dat loslaat of afbreekt, kan het beste met materiaal van dezelfde soort worden bijgewerkt en opnieuw verbuld. Koffievlekken. In een tapijt zijn koffievlek- ken vermengd met suiker en melk gekomen. Koffievlekken, alsook theevlakken verwij dert men met behulp van reine spiritus of Eau- de-Cologne. De melkdeeltjes verwijdert men met 'n watje, gedoopt in benzine of tetra (het watje goed uitknijpen vóór men ermede wrijft. De suiker is met behulp van deze vloeistof fen reeds verdwenen. Vitrophanie. Hoe kan ik vitrophanie van ruiten verwijderen, zoodat er niets van over blijft Onze lezeres, die dit werkje zelve verrichten wil, raden wij aan bij den drogist een oplos sing van bijtende soda te vragen, deze vloei stof strijkt men met een borstel over het glas papier, laat het een tijdje weeken en men haalt het er met een vouwbeen of iets derge lijks af. Echter bijtende soda is gevaarlijk goedje; en men mag er niet met de handen aankomen. In huishoudelijke winkels bestaat ook een instrumentje om het papier te verwijderen. Mocht er een of ander wondje aan de handen zijn, laat dan liever schilder of behanger dit werkje verrichten. Jusvlekken. Uit Ginneken komt een verzoek om raad, hoe jusvlekken uit een wollen vloer kleed te verwijderen. De vlek is reeds met sodawater uitgewasschen, komt echter weer op. Had men terstond de methode van het grauw papier en het lauwe strijkijzer toegepast, dan ware dit beter geweest. 5e toer: 2 steken samenbreien, 6 recht. En op deze manier doorgaan met om den anderen toer te minderen, tot er nog 16 steken overblijven, door deze steken den draad halen en afmaken en het mutsje aan den achterkant over 6 c.M., dichtnaaien. Tot slot het stuk Angorawol over het mutsje heen vouwen, die wol opborstelen en op zijde lintjes aannaaien. TANTE TOET. MICHEL ANGELO de onsterfelijke beeldhouwer, was linkshandig in zijn jonge jaren. Hij begreep, dat dit een ernstig bezwaar zou zijn om beitel en hamer met succes te hanteeren. Hij oefende nu net zoo lang met z'n rechterhand, tot deze op het zelfde „peil" stond als de andere Zonder deze daad van groote wilskracht zou hij nooit zóó beroemd geworden zijn. TOEN DE GROOTE SCHRIJVER Thomas Carlyle zes jaar oud was, kwam er een bedelaar aan de deur. De jongen was al leen thuis en hij vroeg den man een oogen- blik te willen wachten. Hij nam haastig zijn spaarpot van de plank, sloeg het varken stuk en gaf den bedelaar den geheelen inhoud. „Ik was nog nooit zoo blij geweestzei hij later over deze edelmoedige daad. Vele jonge vrouwtjes dragen haar bruids- toilet na het huwelijksfeest als avondjapon. Zij profiteeren er dan van, dat beide drachten thans zeer veel van elkaar weg hébben, als men den sleep even wegdenkt, en dat men nu 's avonds zeer gaarne in het wit verschijnt. 1 tomatensoepkalfsgehakt, spinazie, aard appelen, chocoladevla 2 ossenstaartsoepgebraden jonge haantjes, compote van abrikozen, aardappelen, ananas pudding 3 garnalencroquetjesgekookte zeehanen, botersaus, aardappelen, *haagsche bluf 4 sleepasperges met hard gekookte eieren en gewelde boter, "vleeschkoekjes, aardappelpuree, komkommersla, fruit 5 aspergesoep, blinde vinken, peultjes, aard appelen, aardbeien 6 nieuwe haring met geroosterd brood, gebra den ham, kropsla, gebakken aardappelen, ci- troenvla 7 'kaasbroodjes, zoutevisch met botersaus, malta-aardappelen, worteltjes, rabarbercompote 8 kervelsoep, varkenscarbonade, peulen en worteltjes door elkaar, aardappelen, karnemelk- pudding 9 runderrolletjes, postelein, aardappelen, drie in de pan 10 groentesoep, gekookte griet, botersaus, aard appelen, aardbeien met slagroom 11 pouletsoep, bloemkool met saucijsjes, aard appelen, vruchtensla 12 gamalenschelpen, gebakken schol met sla en aardappelen, vanillevla met rabarber Haagsche bluf. Twee eiwitten, 1 klein kopje bessensap, 1 klein theekopje suiker. Doe de eiwitten met bessensap en suiker in een kom, klop de massa tot ze stijf is en giet ze over in een vlaschaal. Desgewenscht kan men er vanillewafeltjes of biscuits bij presenteeren. V leeseh koekjes. Hak resten van vleesch, ook soepvleesch (in dien men soepvleesch heeft, moet er wat ham- Kaasbroodjes. Sneedjes oud brood zonder kost, 1 ei, 60 gram oude kaas, 20 a 25 gram bloem, melk, frituurvet. Meng boter en bloem goed dooreen, wrijf er de klontjes uit, voeg er de melk bij en kook van deze massa een dikke saus. Roer het eidooier er doorheen, daarna de kaas en tenslotte het stijfgeslagen eiwit. Leg op ieder stukje brood een zeer dikke laag van deze (eenigszins afge koelde) saus, en laat voorzichtig de plakjes in heet frituurvet glijden. Leg ze bruin geworden op een verwarmden schotel en dien ze warm op. M. M. Op verzoek van M. B. te R. Het voordeeligst worden eieren ingelegd in kalkwater. Onderzoek eerst of de eieren werkelijk versch zijn. Dit kan gebeuren in een 10 pet. zoutoplos sing versche eieren zullen in zoo'n oplossing zinken, eieren die ongeveer 8 dagen oud zijn zullen zweven, terwijl nog oudere eieren hierin zullen drijven. Het beste is laatstgenoemde eieren niet in te maken of bovenin den pot te leggen, boven de versche, zoodat ze het eerste aan de beurt komen. Wasch de eieren schoon en kijk goed na of de schaal geheel gaaf is. Leg de eieren in den inmaakpot. Los de kalk op in water en giet dit kalkwater over de eierende eieren moeten zeker twee handen breed onder water staan. Na eenige dagen moet zich op het water een vlies van koolzure kalk hebben gevormd, voeg anders nog wat kalk toe. Ook kan men alvorens het Mejuffrouw B. te R. had gaarne een patroon tje van een kapje voor een meisje van 15 maan den. Hieronder volgen twee patroontjes; het eer ste is gehaakt, het tweede gebreid. Haak drie losse ste- ken en sluit die tot een ring; haak in deze opening als le toer vijf vaste steken: 2e toer meerderen door in iedere vaste steek twee steken te haken. Meerder bij de derde teer om de twee ste ken, en daarna wordt telkens gemeerderd op iedere meerdering van den vorigen toer, zie fig. 2. Als de bol groot genoeg is, nog 4 a 6 toeren zonder meerderen haken. Daarna nog eenige toeren langs de voor- en zijkanten (dus niet aan de achterzijde), dat is ongeveer drie vierde van den omtrek. Het randje, dat apart wordt aangezet, wordt om een koordje gehaakt, zooals fig. 3 aangeeft. Als afwerking maakt men een paar rozetjes van lint en zet die aan weerszijden van het kapje. Het gebreide mutsje is gemaakt van Angora wol en effen wol. Het patroontje is langs den rand gemeten, ongeveer 40 c.M. en er is ge rekend, dat er 6 steken op 2V2 c.M. komen. Zet met de Angorawol 80 steken op en brei 30 toeren recht, dus een toer recht, een toer averecht. Dan verder gaan met de gewone wol en „zand"steek breien, dat is: 1 recht, 1 ave recht, maar bij iedere toer verspringen, zoodat er een rechte steek op een averechtsche en een averechte op een rechte steek komt. Heeft men ongeveer 8 c.M. „zand" steek gebreid, dan be gint de mindering voor het bolletje. le toer van de mindering: 2 steken samen- breien, 8 recht, 2 steken samenbreien, 8 recht, en zoo voorts. 2e toer: gewoon breien zonder minderen. 3e toer: 2 steken samenbreien, 7 recht, enz. 4e toer zonder minderen. voorschrijft en wel om de silhouette een slank aanzien te geven, want een witte japon maakt een gestalte altijd iets breeder. De rokken zijn steeds erg eenvoudig van ontwerp en meestal is er slechts in den snit der mouwen eenige fantasie te bespeuren. Deze laten vrij veel garneering toe en mogen boven aan zelfs wijd zijn. Toch blijft de lange, tame lijk strakke mouw combinatie van gratie en eenvoud voor dit soort japonnen het meest geschikt. Een bescheiden draperietje fleurt dikwijls spek of mager spek doorgehakt worden of in den vleeschmolen gemalen worden) fijn, ver meng het vleesch met oud, in melk geweekt brood, een ei, wat peper, noot, zout, een zeer fijn gehakt uitje en wat pieterselie. Vorm van deze massa platte ronde koekjes, haal ze door paneermeelen bak ze in de koeke- pan met vet of boter bruin. Tot de stoffen, die men thans het liefst voor de bruidstoiletten gebruikt, behooren vooral de soepele, matte satijnsoorten. Daarna komen de tamelijk zware, eveneens doffe crêpes, en hier van liever de fijn-korrelige dan de geribde. Bovendien ziet men crêpe de chine of georgette dragen, doch in veel mindere mate. Op onze afbeelding prijken drie karakteris tieke modellen. Ze laten ons zien, hoe de mode op dit gebied een nogal geaccentueerde taille het lijfje op, terwijl men overhet algemeen geen ceintuur draagt; wel brengt men dikwijls vooraan of opzij van de taille een strik aan. Voor den sluier gebruikt men thans liever fijne tule dan kant.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4