1#Ufohavdt'$ Hoeder HET NIEUWE KLEIN SEMINARIE VAN HET AARTSBISDOM. VRIJDAG 9 JUNI 1933 t „ONDANKS DECKERS" het departement van SOCIALE ZAKEN. Het Kon. besluit van instelling Maandag te verwachten. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLAND. MINISTER OUD. de actie tegen den nationaal- FILM „WILLEM VAN ORANJE". ALG. R. K. WERKGEVERSVEREEN. IN HET BISDOM HAARLEM. Inleiding over kindertoeslag regeling. MGR. JANSEN LEGT DEN EERSTEN STEEN Schoone plechtigheid in de ver rijzende priesterschool. MOORD IN DE NAALDWIJKSCHE STRAAT TE 'S-GRAVENHAGE. CENTRALE RAAD VAN BEROEP VOOR AMBTENARENZAKEN. RECTOR-MAGNIFICUS TECHNISCHE HOOGESCHOOL. R. K. VAKBEWEGING. De dader staat terecht voor de Haagsche rechtbank. ACHT JAAR GEVANGENISSTRAF GEEISCHT. bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist Pleidooi. TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. Ondanks Deckers is het Pinksterfeest der socialistische Arbeidersjeugdcentrale te Vierhouten toch doorgegaan, maar de heer Koos Vorrink heeft de weigering van minis ter Deckers om legertenten af te staan, te veroordeeld. Wij zouden daaraan geen aandacht wijde 1, indien een schoolhoofd in het ,,Alg- mi"*: van Zondag geen treffend staaltje ^verde van de „opvoeding", welke de A. J. U ver schaft. Een ventje van 13 jaar moest bij dit schoolhoofd een eigen gemaakte „briet schoolwerk inleveren. De brief begon aldus: „Nu zal ik je vertellen van den 1 Mei-dag, dien ik gisteren bijgewoond heb We gingen enz. enz. Opeens zei er een: We zullen een spreekkoor vormen Maar wat zouden we roepen? Toen riepen we allen ge- Ujk' Wie maakt onze centen zoek? Dat doet Ruis de Berebroek". Toen we dat ge roepen hadden, kwam een agent aan, die zei: Jullie moeten je mond houden". Hij ging weer weg. Toen we op de Markt kwamen, zei de leider van onze groep: „Jongens, ga maar verder". We riepen: „Wie brengt ons in de ellende?" „Ruis de Berebroek en zijn bende." Onnoodig te zeggen, dat dit „concept" eenige wijziging diende te ondergaan, alvorens in het „net" te verschijnen. Overigens is commentaar overbodig: de A. J. C. voedt wel degelijk op. Er is voor ons nu ook geen aanleiding meer de mededeeling niet te gelooven, dat A. J. C.-ers en -sters, nota bene in legertenten logeer end e, leden der weermacht uitjouw den, die kwamen kijken naar de tenten, welke hun uiteraard belangstelling inboe zemden en waarvan zij niet wisten, door wie ze tijdelijk bewoond werden. De heer Vorrink moet met zulke feiten voor oogen maar niet te fel protësteeren, tegen een ministerieelen maatregel, die niet zóó ongemotiveerd is als wordt voorgesteld. Naar wij vernemen, is tegen a.s. Maandag het Kon. Besluit te verwachten, waarbij het nieuwe departement van Sociale Zaken wordt ingesteld en waarbij prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine tot hoofd van dat departement wordt benoemd. Voorloopig zal minister Slotemaker de Bruine zijn intrek nemen in het departements gebouw aan den Bezuidenhoutscheweg no. 30, waar een kamer voor hem in gereedheid is ge bracht. In dat gebouw zullen dan, zij het ook tijdelijk, 3 ministers zetelen n.l. die van Eco nomische Zaken, van Onderwijs en van So ciale Zaken. Waar echter straks de verschillen de afdeelingen van het nieuwe departement zullen worden gehuisvest, is een vraag, waar mede de Rijksgebouwendienst zich thans druk bezig houdt. Op het oogenblik zijn de afdeelin gen, welke onder den minister van Sociale Za ken zullèn resorteeréh, over drie gebouwen verspreid. Eenige bevinden zich in het depar tementsgebouw Bezuidenhoutscheweg 30, andere aan de overzijde, n.l. aan den Bezuidenhout- schewe" 97, en weer andere op het Binnenhof in het 'gebouw van het departement van Bin- nenlandsche Zaken. Opvolger van mr. de Wilde. Door den voorzitter van het Centraal Stem bureau voor de verkiezing van leden der Pro vinciale Staten van Zuid Holland is benoemd verklaard tot lid (in de vacature Mr. de Wilde, waarvoor eerst benoemd was verklaard de heer uiswinkel die bedankte) de heer P. v. d. Bas, wonende te Moordrecht. Bij Koninklijk besluit is, te rekenen van 26 Mei 1933 aan den beer mr. P. J. Oud, ten ge volge van zijne benoeming tot Minister van Financiën, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van inspecteur der registratie en domeinen. SOCIALIST DR. E. H. v. -RAPPARD In kort geding is Woensdag voor den presi dent der Arnhemsche Rechtbank, jhr. mr. J. A. Van der Does behandeld de civiele actie, welke door een Joodsch handelaar uit Arnhem, den beer I. Abas, is ingesteld tegen den bekenden °r. E. H. van Rappard, redacteur en uitgever Van van het anti-semietisch pamflet „De Na- tionaal-Socialist". Zooals men weet is door den procureur van den eischer, mr. M. J. Wolff uit Arnhem ge vorderd, dat dr. van Rappard op straffe van een geldboete van 1000 de uitgave van het blaadje zou stop zetten. RaP?ard; die in Duitschland moet ls b1 Nederland onvindbaar was niet verschenen. Tegen hem werd verstek verleend. Door mr. Wolff werd vervolgens de vordering van eischer toegelicht Hij wees er op dat eischer schade ondervindt van het geschrijf van dr. van Rap pard, dat te merken is bij het zaken doen. De president zal Zaterdag a.s. uitspraak doen. DR. J. A. NEDERBRAGT. Naar wij vernemen, is dr. J. A. Nederbragt, chef van de Economische en Consulaire Direc tie van het Departement van Buitenlandsche Zaken door den Hoogen Commissaris voor Danzig in overleg met beide partijen benoemd als eenig neutraal lid, tevens voorzitter met be slissende stem, van de paritaire Danzig-Poolsche commissie voor regeling inzake geschillen tus- schen Polen en Danzig betreffende het verede- lingsverkeer. Dr. Nederbragt, die reeds vroeger benoemd werd tot lid en voorzitter van een commissie van advies inzake eenige geschillen tusschen Polen en Danzig betreffende economische kwes ties, heeft zich in verband met een en ander heden naar Danzig begeven. Hij zal vandaar baar Londen vertrekken als lid der Nederland- «che delegatie op de Economische en Monetaire conferentie aldaar te houden. Gemeld wordt: De plannen tot het maken van een film over leven van Prins Willem van Oranje zijn thans tot de uitvoering genaderd. Binnenkort *al met het maken der opnamen worden be- £°nnen. Maandenlange voorbereidingen zijn boodig geweest. Zoowel technisch als artistiek en als historisch document belooft de film een ^0°t succes te worden. Vele belangrijke mo rsten uit het leven van den Prins worden erin *feergegeven. Het comité van Initiatief, be gaande uit de heeren jhr. Jan Feith, Jan Wils Jan c, \v. Polak, (secretaris, Plaats 21, Den f™.aag). heeft allerwegen zeer groote medewer- *lng ondervonden. Een aantal vooraanstaande Nederlanders heeft in het eere-comité zitting genomen. Dit is de eerste maai, dat een dergelijke be- "bgnjke geluidsfilm in ons land vervaardigd In de gisteren in het Americanhötel te Am sterdam onder leiding van den heer H. W. D. Hellebrekers gehouden vergadering der Alg. R. K. Werkgeversvereeniging in het Bisdom Haarlem, heeft de heer J. v. Vlijmen, directeur der N.V. Eau de Colognefabriek B. J. C. Bol- doot, een inleiding gehouden over kindertoe slagregeling. Spr. begon met op te merken, dat reeds ver schillende ondernemingen in Nederland een dergelijke regeling hebben ingevoerd wel een bewijs dat de behoefte aan een kindertoeslag.- regeling diep gevoeld werd. Het is betreurens waardig dat de gedachte aan een zoodanige regeling juist werd geboren uit den nood der grootere gezinnen, want er blijkt uit, dat de economische prestaties van het gezinshoofd dikwijls niet kunnen voorzien in de behoefte van een eenigszins uitgebreid gezin. Hoe slechter de tijden zijn, hoe sterker de behoefte aan een kindertoeslagregeling zich doet gevoelen. Daarom is 't jammer dat deze eisch nog niet overal is doorgedrongen en dat men soms te weinig beseft, dat het hier inder daad het belang geldt van het gezin, dat de grondslag is van de samenleving. Wij leven niet meer in de eeuw van het kind, maar in de eeuw van het gezin. De samenleving bestaat niet uit geheel los van elkaar staand individuen, maar op de ceVste plaats uit gezin nen. Het geziü 'is onontbeerlijk voor de instand houding der samenleving en het spreekt daarom vanzelf dat voor de instandhouding en den groei van het gezin de noodige voorzieningen moeten worden getroffen. De vraag die spr. in hoofdzaak behandelde was deze: hoe kan de opbouw van het gezin worden bevorderd, of liever, hoe kunnen bepaalde omstandigheden, die den normalen groei van het gezin belemme ren, worden weggenomen. Een van de grootste beletselen van den nor malen groei van het gezin is wel de angst voor kinderzegen, die bij vele ouders bestaat, om dat zij vreezen niet over voldoende middelen te beschikken om hun kinderen groot te bren gen en op te voeden. Deze angst werkt kinder beperking in de hand. De afval van het katho lieke volk zou niet zulke uitgebreide propor ties hebben aangenomen, wanneer de angst voor kinderzegen minder groot ware geweest. Het is dus noodig, dat er maatregelen wor den getroffen om dezen angst voor kinderze gen bij de ouders weg te nemen. De eenvou digste vorm van hulp is zeker een regeling van den kindertoeslag en de eenvoudigste vorm van kindertoeslag is die, volgens welke aan 'n werknemer voor ieder kind dat nog niet een bepaalde leeftijdsgrens heeft bereikt, een toeslag op het weekloon wordt gegeven. Aan een dergelijke regeling zijn echter verschillende bezwaren verbonden. Ten eerste immers druk ken de lasten van deze sociale voorziening ge heel op den werkgever. De invoering van zoo'n regeling en haar toepassing is dientengevolge ook geheel en al van de tegemoetkomendheid van den werkgever afhankelijk. Bovendien be staat dan de kans, dat de werkgever in de ver leiding komt om het loonpeil te verlagen en tegelijkertijd de beau geste te maken door een. kindertoeslagregeling in te voeren. Een derge lijke regeling is ook al vergt zij niet meer dan 1 a \lA pet. van het totale loonbedrag de kostbaarste voorziening, omdat de lasten daarvan geheel door een bepaalde onderneming worden gedragen. Onwillekeurig zal zij ook aanleiding geven tot een tendenz bij werkge vers om bij voorkeur geen vaders van groote gezinnen te werk te stellen, en een kindertoe slagregeling is uiteraard juist van het meeste belang voor de groote gezinnen. Deze regeling is dus niet ideaal. Bijzondere regelingen zijn getroffen door de werkgevers in de sigaren-, wollen stoffen- en steenindustrie in het Zuiden des lands. De werkgevers in die industrieën hebben fondsen gesticht, waaruit de kindertoeslagen worden bekostigd. De kosten van deze fondsen wor den geheel gedragen door de werkgevers. Plaat selijk voldoen zulke regelingen, die verschil lende bezwaren van het hierboven genoemde systeem ondervangen, heel goed, maar het is onmogelijk ze over 't geheele land uit te brei den. Sinds jaren heeft de R. K. Staatspartij de wettelijke regeling van den kindertoeslag op haar program staan. In het buitenland bestaan verschillende rege lingen, die zeer goed voldoen. In Frankrijk kent men b.v. het stelsel der compensatiekassen voor familieloon. Aanvan kelijk stuitte het denkbeeld van kleine loon- inhoudingen voor een compensatiekas, die aan de gezinshoofden ten goede moet komen, op grooten tegenstand, totdat de patroons besloten een bepaald bedrag, dat het loontotaal dus ver meerderde, in de kassen te storten. Langzamer hand zijn toen ook de werknemers het nut en de billijkheid van die kassen gaan inzien. In 1920 bestonden er in Frankrijk slechts zes compensatiekassen, thans zijn er 255 kassen in werking. Het aantal patroons dat aan de kas sen deelneemt is sindsdien gestegen van 218 tot 30.000 en het aantal toeslag ontvangende ge zinnen van 1100 tot bijna een half millioen. Het totaalbedrag van gezinstoeslag uitgekeerd wordt geschat op 1.000.200.000 francs. Sinds enkele maanden is de familieloontoe- slag wettelijk geregeld, echter op zoodanige wijze, dat deze toeslag zijn karakter van par ticulier initiatief behoudt. De bedoeling van dezen wettelijken maatregel is dan ook alleen om de invoering van compensatiekassen te gene raliseeren. Een uniform stelsel, dat tot staats bemoeiing zou leiden wordt op deze wijze ontgaan en de werkgevers behouden hun vrij heid om de kassen zoo in te richten, als zij dit wenschen. De verplichting om op de een of andere manier gelegenheid te geven tot het stichten van conpensatiekassen is in de wet opgenomen. In België geldt een andere wettelijke rege ling, met progressie in de uitkeeringen naar mate de toeneming van het aantal kinderen. In Nederland zou de uitvoering van een wet telijke regeling van den kindertoeslag kunnen worden toevertrouwd zooals dr. Kortenhorst reeds in 1931 op den Nederlandschen Katholie kendag te Amsterdam heeft bepleit aan de bedrijfsvereenigingen, welke thans reeds zijn belast met de uitvoering van de ziekteverzeke ring. Noodzakelijk is, dat de geheele gemeen schap aan het tot stand komen en in stand houden van zulk een regeling mede werkt. Dit is mogelijk door de stichting van fondsen door werkgevers en werknemers tezamen en door een billijke verdeeling van den belasting druk. Vooral in dezen tijd, nu de regeering het tekort op de begrooting mede zoekt te dekken door een verhooging der indirecte belastingen die 't zwaarst drukken op de groote gezin nen is het wenschelijk daarop den nadruk te leggen. Voor werkloozen dienen bijzondere voorzieningen te worden getroffen. Ten slotte deed spr. een beroep op den ge meenschapszin van de Katholieke werkgevers, om het initiatief te nemen tot het ontwerp voor een kindertoeslagregeling en het bestuur te machtigen om daaromtrent in contact te treden met andere organisaties van werkgevers en werknemers. Deze inleiding werd gevolgd door een korte gedachtenwisseling. Betrekkelijk korten tijd, nadat Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht de werk zaamheden voor het nieuwe Klein-Seminarie te Apeldoorn aanving door op eenigszins plech tige wijze voor de eerste maal de spade in den grond te steken op de plek waar de kapel van het seminarie zou verrijzen, waren wij weder om op dezelfde plek om getuige te zijn van de eerste steenlegging voor dit belangrijke bouw werk. Toen Mgr. Jansen om vijf uur gisterenmid dag aan het bouwwerk op den Arnhemsche weg arriveerde, vcor het verrichten van de pontificale plechtigheden, die de kerk heeft voorgeschreven bij de wijding en legging van een eersten steen voor een kapel, bood het eerste begin, dat reeds nu deze nieuwe oplei dingsschool voor priesters te zien gaf, 'n fees- telijken aanblik. Doorgaans zijn halve muren en lange, recht omhoog stekende houten staken, een weinig vreugdevol schouwspel, maar de zon overgoot het geheel met zoo'n gloed van licht, de vele rood-wit-blauw vlaggen wapperden zoo prettig in den frisschen bries en de schoolkinderen, die straks zouden zingen, krioelden zoo vol van feestvreugde door elkaar, dat men nog maar weinig zag van de halve muren. Dadelijk nadat Z. H. Exc. die vergezeld was van zijn secretaris, den Zeereerw. heer J. v. d. Burg, per auto arriveerde, werd allereerst zonder veel ceremonieel een steen ingemetseld aan den hoofdingang van het gebouw, dat thans staat te verrijzen. Daarna ving eerst de eigenlijke plechtigheid aan van het wijden en inmetselen van den eersten steen van de kapel. Op het groote platform, waar de vormen, welke de kapel binnen enkele maanden zal aannemen, reeds min of meer duidelijk te on derscheiden zijn, had een klein gezelschap plaats genomen voor het bijwonen van de plechtigheid. Vermeldenswaard is, dat dit, bij weten, de eerste maal is, dat in het Aartsdiocees een eer ste steenlegging pontificaliter hoor den Bis schop geschiedde. Merkwaardig bij deze ge beurtenis was ook nog, dat het nieuwe semi narie, waarvoor de steen gelegd werd, het eerste klein seminarie in het Utrechtsche dio cees is, dat van het eerste oogenblik van zijn stichting af ook tot seminarie is bestemd. Bij de plechtigheid zagen wij de Hoogeerw. heeren Kanunniken. J. G. v. Schaik Proost, dr. J. de Jong, poenitencier, Mgr. H. J. Koopmans, G. B. Eekwielens, H. J. Scholten en eere kanunnik R. J. A. Janssen. Verder noemen wij van de aanwezigen den vicaris-generaal van het Aartsbisdom, mgr. D. Huurdeman, Deken J. M. Knuvelder, den of- ficiaal F. v. d. Loo, H. F. Frank, directeur van het Groot-Seminarie Rijsenburg, de leden van de bouwcommissie Plebaan J. B. A. Baten burg en Pastoor B. F. Overmaat, alsmede vele dekens uit het Aartsbisdom en andere geeste lijken. Tevens waren aanwezig de wethouders van Apeldoorn, mr. J. A. H. Coops en C. H. We- verink. Geassisteerd door leeraren en studenten van het Klein Seminarie te Culemborg ving Mgr. Jansen vervolgens de plechtigheden aan een klein altaar aan,, op de plaats waar binnen kort het priesterkoor van de kapel der toe komstige priesters zal komen De plechtigheid van een eerste steenlegging is maar eenvoudig, maar vol diepen zin en de gebeden, die werden verricht, de gezangen van cantores, begeleid door het klapperend geluid van de vlaggen, die op het toekomstig priester koor waren geheschen, kregen hier in deze open ruimte onder de reeds dalende zon een nieuwe en aparte bekoring. En vooral het rhythmisch afwisselend bidden van de litanie van alle Heiligen,, wier bijstand en voorspraak voor deze nieuw te verrijzen priesterkweek school werd afgesmeekt, kreeg een diepen zin, waar het een direct gebed werd voor de kna pen, die op deze school hun studie zullen aan vangen, om te worden opgeleid tot leiders der zielen, die de troost en den steun der pries ters, vooral in deze tijden, zoozeer behoeven. In de oorkonde, die in den eersten steen werd ingemetseld, wordt gesproken van de moeilijke en zware tijden, die de wereld door maakt. Juist de priesters, die in deze school gevormd zullen worden voor hun apostolisch werk, zullen zoo'n belangrijke taak hebben in de reconstructie van de ontredderde wereld. De oorkonde. De Hollandsche tekst van de oorkonde, die in den steen werd ingemetseld, luidt als volgt: In het jaar O. H. 1933, welk jaar wegens de eeuwherdenking van den dood van onzen Goddelijken Verlosser door den roemrijk re geerenden Paus Pius XI tot Heilig Jaar was uitgeroepen, terwijl Wilhelmina van Nassau in dit land regeerde in een tijd van nijpend gebrek en groote werkloosheid is door Z.H.E. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, tot meerdere eer van God en tot heil der zielen, tot verheffing en nut der Kerk van Utrecht, deze steen op plechtige wijze ge legd op den achtsten Juni, in tegenwoordig heid van de Hoogeerw. Heeren Kanunniken van het Utrechtsche kapittel en de Zeereerw. Dekens van 't geheel Aartsbisdom, in tegen woordigheid van de drie leden der commissie, met het algemeen toezicht op den bouw van deze kerk en van dit Seminarie belast, n.l. H. J. Koopmans, president van het Klein-Semi narie, J. B. A. Batenburg, Plebaan der Kathe draal en B. F. Overmaat, Pastoor te Maarn, voorts in tegenwoordigheid van de Zeereerw. Heeren Provisoren van het Utrechtsche Semi narie en de Professoren van de beide afdee lingen -van dit Seminarie, alsmede van de Priesters, die aan de kerken en kapellen van deze stad verbonden waren. Architect van de kerk en van dit heele ge bouw was J. M.' Hardeveld; aannemers waren de vier gebroeders Struyken; opzichters wa ren J. G. M. Peters en W. Gosselink. Nadat de plechtigheden van de eerste steen legging waren verricht Mgr. bracht eigen handig de specie aan en deed den steen op de juiste plaats neerdalen betrad de aarts bisschop opnieuw het priesterkoor en hield een korte rede. De woorden van mgr. Jansen die hier door de openheid van de nog onvoltooide kapel met zooveel bezieling en overtuiging weerklonken, maakten op de aanwezigen en niet het minst op degenen, die bij den bouw van het semi narie zijn betrokken grooten indruk. Na een korten rondgang door de kapel, als slot van de officieele plechtigheid der eerste steenlegging, metselde mgr. Jansen nog een tweeden steen in den muur van de kapel in. Een steen n.l., welke van 1925 tot 1933 in de Heilige Deur te Rome heeft gezeten en welke door de vriendelijke bemoeiingen van mgr. dr. J. Olav Smit aan het Aartsbisdom ten ge schenke is gegeven. Gezamenlijk, met enkele anderen der genoo- digden bezichtigde Mgr. vervolgens het geheele bouwwerk voorzoover dit thans is gereed ge komen. Daarna ging men naar de pastorie van de kerk van O. L. Vrouw ten Hemelopneming te Apeldoorn, waar de genoodigden zich als de gasten van deken G. C. Oostveen korten tijd vereenigden en enkele ververschingen gebruik ten. In den loop van den avond keerde Mgr. Jan sen per auto naar Utrecht terug. De Centrale Raad van Beroep voor ambte narenzaken heeft gisteren uitspraak gedaan in een zaak, die 3 weken geleden voor dezen Raad had gediend. Een ontvanger van een der beide belastingvakken was in beroep gegaan tegen een ontslag dat hem verleend was, wegens het feit, dat zijn klerk een fraude had gepleegd van 530 gulden. In de zitting van 18 Mei werd de principieele vraag behandeld, of in deze, voor 1 Maart 1933 afgedane zaak, hooger beroep mogelijk was. De Centrale Raad heeft in zijn uitspraak den ont vanger in zijn beroep niet ontvankelijk ver klaard. Bij Koninklijk besluit is voor het studiejaar 1933—1934 benoemd tot reetor-magnificus der Technische Hoogeschool te Delft dr. J. G. Rut gers, hoqgleeraar aan die hoogeschool. ONTHULLING GEDENKPLAAT FRATER ADRIANUS. De onthulling van de gedenkplaat ter nage dachtenis van Frater Adrianus te Grave, zal plaats hebben Woensdag 14 Juni. Te kwart na zeven wordt een H. Mis voor de zielerust van Fr. Adrianus opgedragen en te half tien een gezongen H. Mis van dankbaar heid, welke wordt opgedragen door den Wel- Eerw. heer H. Brandehof te Amsterdam, bonds- adviseur van St. Odilia. Na deze H. Mis heeft de onthulling plaats. Bij deze onthulling zullen het woord voeren de Eerw. Frater Superior, voorts Pater Lucianus, die de herdenkingsrede zal houden en de heer Coppes, als voorzitter van het comité, welke het initiatief nam tot het plaatsen van de gedenkplaat. WEER EEN ROMEINSCH KERKHOF ONTDEKT. Te Hunsel (L.) werden bij het rooien van struikgewas een vijftiental urnen uitgegraven. Bovendien werden vele scherven gevonden als mede een deel van het deksel van een urn, waarin de asch van een hoofdpersoon bewaard werd. De bekende oudheidkenner dr. Goossens uit Maastricht, die een onderzoek ter plaatse instelde, was van meening, dat men hier te doen heeft met een Romeinsch kerkhof. NORMALISATIE VAN VEILIGHEIDS VOORSCHRIFTEN VOOR CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES. De Hoofdcommissie voor de Normalisatie in Nederland heeft op verzoek van assuradeurs kringen ingesteld een commissie 35, voor de normalisatie van veiligheidsvoorschriften voor den aanleg van centrale verwarmingsinstalla ties. Deze normalisatie heeft tot doel overeen stemming te brengen in de voorschriften, die noodig worden geacht ter „voorkoming van ge vaar voor de omgeving tengevolge van brand, explosie e.d. en veroorzaakt door bedrijfsstoor- nissen in cenentrale verwarmingsinstallaties, hetzij deze worden gestookt met olie, gas of vaste brandstoffen. De constructie en aanleg der installaties zelve is bij deze normalisatie niet betrokken. Uniformiteit in deze voorschriften wordt van voordeel geacht, zoowel voor de veiligheid van den gebrbuiker als voor het toezicht van op- zichtvoerend personeel en voor den aanleg der installaties in de verschillende gemeenten van ons land. Genoemde commissie is dezer dagen geïn stalleerd. Het secretariaat wordt vervuld door het Cen traal Normalisatie Bureau Koningskade 23 te 's Gravenhage. Het ledental der R. K. Vakbonden bedroeg op 1 April 1933 198240 tegen 198057 op 1 Januari j.l. Het aantal nieuwe leden bedroeg 2096, af gevoerd werden 1886, het totaal aantal leden ging vooruit met 183. JOANNES REDDINGIUS. De dichter Joannes- Reddingius wordt 19 Juni a.s. 60 jaar. NAAR DE MISSIE. Van de Congregatie der Eerw. Zusters Poe- nitenten Recollectinen van Roosendaal, zullen op Dinsdag 27 Juni a.s. per s.s. „Oranje Nassau" naar de Missieposten van Suriname vertrekken Soeur Maria Gertruda (in de wereld mej. No- let) voor den tweeden keer, en voor den eer sten keer de Eerw. Zusters Sr. Ma. Palmyra (in de wereld mej. Truyman, van Boschkapelle) Sr. Ma. Josefi (in de wereld mej. v. d. Bemd, van Roosendaal) Sr. Ma. Assumpta (in de we reld mej. Hendrikx van Leur), Sr#Ma. Arsenia (in de wereld mej. Grooteschaars van Dalfsen) en Sr. Ma. Cherubina (in de wereld mej. Breu- mehof van 's Gravenhage). LOONEN IN DEN WEST-BRABANTSCHEN LANDBOUW. Onder voorzitterschap van den Zeereerw. heer F. van Mansfeid te Bergen op Zoom heeft het scheidsgerecht voor de boeren en arbeiders, wonende te Woensdrecht, Hoogerheide en Os- sendrecht, uitspraak gedaan over de loonen der landarbeiders' aldaar. In die dorpen kent men uitsluitend losse arbeiders. Het loon was in 1932/33 24 cent per uur. Voor 1933/34 waren de werkgevers bereid te geven 20 cent per uur, terwijl de arbeiders het oude loon wenschten te behouden. De uit spraak was: ook voor 1933/34 24 cent per uur. In de dezer dagen vermelde uitspraak van prof. Koenraadt als arbiter in het loor.geschil tusschen boeren en arbeiders in 'den kring Zevenbergen, is een storende onjuistheid geslo pen. De uitspraak luidde, dat het loon voor de vaste arbeiders, dat gemiddeld 17.12 per week was, voortaan zal worden 15.50 en niet 17.gelijk gemeld stond. DE TOESTAND IN HET TEXTIELBEDRIJF TE NIJVERDAL. In verband met den zeer critieken toestand in de textielindustrie te Nijverdal heeft het gemeentebestuur van Hellendoorn telegrafisch een onderhoud aangevraagd bij den Minister van Binnenlandsche Zaken, hetwelk onmiddel lijk toegestaan werd. Dit onderhoud heeft Dins dagmiddag plaats gehad en daarbij heeft Mi nister De Wilde een langdurig gesprek gevoerd met het gemeentebestuur, waarbij tot uiting kwam dat deze moeilijke kwestie de volle aan dacht der regeering heeft. NIEUW SOORT SLANGEN. In de omgeving van Sellingen (Gr.) zijn den laatsten tijd slangen aangetroffen van een soort, die voorzoover bekend, in Nederland nog niet eerder zijn opgemerkt. Zij hadden de grootte van een adder, doch de teekening op den rug week veel af. Voor de 5e Kamer der Haagsche rechtbank, gepresideerd door den vice-president jhr. mr. H. O. Feith, heeft gisterenmiddag terecht ge staan de 31-jarige caféhouder en petroleum- venter R. C. van B., thans gedetineerd in het Huis van Bewaring, die in den nacht van 12 op 13 December van het vorig jaar mej. Fran- cisca Leemkuil in haar woning in de Naald- wijkschestraat te 's-Gravenhage van het leven beroofde, door een met scherp geladen revol ver op haar af te vuren. Er bestond veel belangstelling voor deze zaak op de publieke tribune. Verdachte werd bijgestaan door mr. W. van den Berg uit Den Haag. De dagvaarding legde den verdachte primair ten laste den opzet om F. L. van het leven te berooven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, althans te mishandelen door een met scherp geladen revolver op haar af te vuren tengevolge waarvan die vrouw in de borst werd getroffen ter hoogte van de 5e rib, en vervolgens de groote lichaamsslagader werd doorboord en het hart getroffen, waar door zij overleden is. Getuigenverhoor. Door het O.M., waargenomen door mr. Hoek stra, waren zeven getuigen gedagvaard, terwijl van de zijde van de verdediging 2 getuigen waren opgeroepen. De eerste getuige P. Vermeulen, wien de dagvaarding niet kon worden beteekend, aan gezien hij geen bekende woon- of verblijf plaats heeft, was niet verschenen. Dr. R. Rochat, dié de lijkschouwing ver richtte, verklaarde, dat het slachtoffer bijna onmiddellijk tengevolge van het schot in het hart moet zijn overleden. Getuige W. Chr. Vreeswijk, seinwachter bij de Ned. Spoorwegen, verklaarde, dat hij in zijn woning kort na elkander schoten hoorde. Getuige schonk daaraan aanvankelijk niet veel aandacht Toen hij even later ging kijken, zag hij dat er een menschenoploop voor de woning in de Naaldwijkschestraat was. De inspecteur van politie, J. Waltman, heeft direct na het misdrijf foto's genomen en stelde ter plaatse een onderzoek in. Getuige legde eenige verklaringen af met betrekking tot de door hem gevonden schotgaten in de deur. Op eenigen afstand van het huis op de stoep zag getuige twee hulzen van revolverkogels lig gen. De 24-jarige grondwerker G. M. Overduin, is op den bewusten avond met verdachte uit geweest. Na enkele glazen bier te hebben ge bruikt begaven zij zich naar de Naaldwijksche straat, waar verdachte bij een perceel door een vrouw werd gewenkt. Van B. ging naar binnen doch kwam spoedig terug. Even later ging v. B. weer naar het perceel. Op een vraag van den president, zei getuige, dat hij wist, dat van B. een revolver in den zak.had, want deze had hem het wapen laten zien. Toen v. B. naar binnen ging, is getuige naar den Parallelweg gegaan. Later ontmoette hij verdachte weer bij het station. Zij reden samen naar Scheveningen op het achter- balcon van lijn 11. Van B. had toen gezegd: Ik heb geschoten. Pres.: Zei hij niet op wie Getuige: Neen. dat vertelde hij niet. Pres.: Bij den rechter-commissaris heeft U verklaard, dat verdachte U gezegd had: Ik heb op de vrouw geschoten. Get.: Dat ligt er toch dik boven op. Pres.: Ja, dat hij wel wat méér verteld zal hebben, ligt er dik boven op. De volgende getuige is de werkman H Mulders, een vroegere zwager van verdachte Deze getuige heeft den dag na het misdrijf van v. B. een pakje ontvangen met verzoek om dat weg te gooien. President: Waarom Getuige: Dat weet ik niet. Ik heb het pakje weggegooid in het Ververschingskanaal zon der er in te kijken. Verder heeft hij een pakje met kleine patronen weggeworpen in een boschje aan de v. Boetzelaerlaan. Als reden voor een en ander gaf v. B. op, dat hij nage zeten werd en dat hij de revolver niet in zijn bezit mocht hebben. De le luitenant der infanterie B. Mulder, verklaarde, dat de schoten uit een automatisch pistool waren gelost en gaf daarna nog eenige inlichtingen van technischen aard. De le getuige a décharge, de echtgenoote van den eerst gehoorden getuige, bevestigde de verklaringen van haar echtgenoot Op een vraag van mr. v. d. Berg, antwoordde getuige, dat er tusschen het eerste schot en het tweede slechts enkele seconden waren verloopen. De getuige a décharge van Rijn, verklaarde, desgevraagd, dat B. een goed en kalm karakter had, dat niet vechtlustig was en nooit ruzie met iemand zocht. Verhoor van verdachte. Vervolgens had het verhoor van verdachte plaats. B. verklaarde, wanneer hij de deur uitging, steeds de revolver bij zich te hebben, ook op den bewusten avond. Als reden gaf hij op, dat hij thuis kinderen had. President: Waarom droeg u een revolver Verdachte: Men had mij al driemaal be stolen. Zoodra ik uitging, nam ik de revolver, die anders in het buffet iag, mee. Pres.: U hebt dien avond enkele café's be zocht en toen is u eindelijk in die straat terecht gekomen, bij het huis waar het slacht offer voor het raam zat. Is dat zoo Verd.: Ja, dat is juist; ik ging daar den eersten keer binnen, maar de vrouw zei: „schiet op kerel, je bent dronken". Daarop ging ik weg en ik heb toen mijn voet tusschen de deur en den drempel gezet. Maar mijn hoed rolde weg en toen ik dien wilde grijpen, sloeg de deur dicht. Ik greep toen naar mijn revol ver en heb daarna tweemaal geschoten, om de vrouw te laten schrikken. Pres.: Maar u wist, dat de vrouw achter de deur stond en het is gebleken, dat zij in de borst is geschoten. Hebt u niet hooren gillen Verd.: Neen, ik ging direct heen en vertelde later aan mijn kameraad, dat ik geschoten had, zonder op iemand te mikken. Pres.: Hoe kon dan die vrouw juist in de borst worden getroffen Verd.: Ik had nog nooit geschoten. Pres.: Hebt u er ook op gelet, waarheen de hulzen zijn gevlogen Verd.: Neen, ik zou zelfs de vrouw niet meer herkennen, indien zij mij nog getoond kon worden. Van het verhoor van den niet-verschenen getuige Vermeulen werd door alle partijen af gezien. Requisitoir. Mr. Hoekstra, hierna het woord verkrijgend voor het requisitoir, Wees er op, dat B. bekend heeft te hebben geschoten. Hem was door de vrouw de deur gewezen. Is het nu aanneme lijk zoo vroeg de officier dat verdachte laag gemikt heeft Neen, hij was woedend over de afwijzing en heeft daarop geschoten. Dat verdachte het opzet had om te dooden. leidt spr. af van de plaats waar hij haar heeft getroffen, daarbij lettend op den korten af stand waarop afgevuurd werd. Indien verdachte alleen maar scl "ik wilde Reel. 7301DGVS 9 aanjagen, dan zou hij heel anders hebben ge schoten. Een getuige kwam verklaren, dat B. zoo'n goed karakter had, maar het feit, dat hij steeds een revolver bij zich draagt om die te g&r bruiken tegen klanten die lastig zijn of niet betalen, wijst toch in een andere richting. Spr. achtte den doodslag bewezen en eischte des wege tegen verdachte 8 jaar gevangenisstraf. Mr. v. d. Bergh legde den nadruk op de ver klaringen over den persoon van verdachte, omtrent wien een gunstig reclasseeringsrapport is uitgebracht en -die ook bij de politie nimmer reden tot klagen gaf. Komend tot de dagvaarding, bestreed pleiter den officier in diens opvattingen omtrent de motieven, die B. er toe leidden om op de vrouw te schieten. Volgens pleiter waren die op dat oogenblik alleen gericht op schrik aanjaging. B. voelde zich door het optreden van deze vrouw, die hem de deur wees, ge krenkt, en wilde toonen, dat hij zich een zoo danige behandeling niet zonder meer liet wel gevallen. Dat de vrouw op de bekende plaats werd getroffen, kan evengoed zijn oorzaak vinden in het feit, dat de verslagene in ge bukte houding achter de deur stond te luisteren. Voor B. was er geen enkele reden deze vrouw te dooden en hij heeft geen oogenblik het op zet daartoe gehad. Dit geldt ook voor de ten laste gelegde zware mishandeling. Vast is komen te staan, dat mej. L. door de schuld van B. is gedood, zoodat hij te dezer, zake zal moeten worden gestraft. De gevraag de straf is evenwel voor dit feit buiten alle verhouding, te meer waar B. nimmer wegens misdrijf is gestraft. Met klem drong spr. er op aan, om zijn cliënt thans een voorwaardelijke straf, met proeftijd te willen opleggen. De rechtbank zal over 14 dagen vonnis wijzen. SMOKKELARIJ VAN NEDERLANDSCHE BOTER. Nabij Ittervoort werd door de Belgische amb tenaren een vrachtauto met 1000 kilo Neder- landsche natuurboter aangehouden. De be stuurder wilde ondanks de sommatie tot stop pen, het grenskantoor passeeren, waarna de auto onder vuur werd genomen, met het gevolg, dat nauwelijks een kilometer verder, de banden leeg waren en gestopt moest worden. De be stuurder vluchtte het veld in en wist over de Nederlandsche grens te ontkomen. De wagen werd naar het douanekantoor gesleept, waar de boter later werd verkocht. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Woensdagmiddag is de 23-jarige M. N. Schenk uit Wieringerwaard te Bergen aan Zee bij het baden verdronken. Op zijn hulpgeroep waren nog enkele zwemmers toegeschoten, die er ech ter niet in mochten slagen hem te redden, of schoon zij hem nog even hadden vasteehad. Om half elf Woensdagavond is 't lijk aange spoeld. Het slachtoffer kon niet zwemmen. Te Emmer Compascuum is de 30-jarige boe renarbeider J. Meijeringh, die met paard en wagen naar het land was gegaan, in het water geraakt en verdronken. Het paard en wagen vond men onbeheerd langs den weg staan. TWEE KINDEREN ONDER EEN AUTO. Het 4-jarig jongetje, dat Woensdag met zijn zusje te Amersfoort onder een auto kwam, is gisternacht in het St. Elisabethsgasthuis over leden De toestand van het meisje is nog zeer ernstig. VERDRONKEN. Te Barger Compascuum is Woensdagnamid dag het 2-jarig zoontje van den heer J. H. Lübbers in het Verl. Oosterdiep geraakt en verdronken. Dit is het tweede slachtoffer, dat dit kanaal in juist een week tijds, eischt. TELEGRAMMEN VOOR ARGENTINIë. In bank-, zoowel als in andere telegrammen voor Argentinië, gesteld in code, moet de naam der gebruikte code worden aangegeven. RABARBER ONVERKOOPBAAR. Men meldt ons van den Langendijk. Het In- en Verkoop-bureau van de provincie Noord- Holland kan de rabarber die het voor den minimum-prijs aan de veilingen overneemt, niet meer plaatsen. De handel neemt zoo goed als niets af. Ten einde te voorkomen, dat de betrokken aanvoerders nog zouden trachten ze te verkoopen, worden groote partijen met petroleum overgoten, daarna kunnen de tuin ders ze dan weer terugbrengen naar hun akkers. Het retourvliegtuig „De Snip" is gisteren Uit Athene vertrokken en te 17.37 uur op Schiphol aangekomen. Sir Robert Hotung, de Chineesche afg& vaardigde naar de economische conferen* tie, arriveert te Londen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3