1#Ufohavdt'$ Hoeder
HET NIEUWE KLEIN SEMINARIE VAN
HET AARTSBISDOM.
VRIJDAG 9 JUNI 1933
t „ONDANKS DECKERS"
het departement van
SOCIALE ZAKEN.
Het Kon. besluit van instelling
Maandag te verwachten.
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLAND.
MINISTER OUD.
de actie tegen den nationaal-
FILM „WILLEM VAN ORANJE".
ALG. R. K. WERKGEVERSVEREEN.
IN HET BISDOM HAARLEM.
Inleiding over kindertoeslag
regeling.
MGR. JANSEN LEGT DEN
EERSTEN STEEN
Schoone plechtigheid in de ver
rijzende priesterschool.
MOORD IN DE NAALDWIJKSCHE
STRAAT TE 'S-GRAVENHAGE.
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
VOOR AMBTENARENZAKEN.
RECTOR-MAGNIFICUS TECHNISCHE
HOOGESCHOOL.
R. K. VAKBEWEGING.
De dader staat terecht voor de
Haagsche rechtbank.
ACHT JAAR GEVANGENISSTRAF
GEEISCHT.
bedaart spoedig met een
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
Pleidooi.
TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
Ondanks Deckers is het Pinksterfeest der
socialistische Arbeidersjeugdcentrale te
Vierhouten toch doorgegaan, maar de heer
Koos Vorrink heeft de weigering van minis
ter Deckers om legertenten af te staan, te
veroordeeld.
Wij zouden daaraan geen aandacht wijde 1,
indien een schoolhoofd in het ,,Alg- mi"*:
van Zondag geen treffend staaltje ^verde
van de „opvoeding", welke de A. J. U ver
schaft. Een ventje van 13 jaar moest bij dit
schoolhoofd een eigen gemaakte „briet
schoolwerk inleveren.
De brief begon aldus: „Nu zal ik je vertellen
van den 1 Mei-dag, dien ik gisteren bijgewoond
heb We gingen enz. enz. Opeens zei er een:
We zullen een spreekkoor vormen Maar wat
zouden we roepen? Toen riepen we allen ge-
Ujk' Wie maakt onze centen zoek? Dat
doet Ruis de Berebroek". Toen we dat ge
roepen hadden, kwam een agent aan, die zei:
Jullie moeten je mond houden". Hij ging weer
weg. Toen we op de Markt kwamen, zei de
leider van onze groep: „Jongens, ga maar
verder". We riepen: „Wie brengt ons in de
ellende?" „Ruis de Berebroek en zijn
bende."
Onnoodig te zeggen, dat dit „concept" eenige
wijziging diende te ondergaan, alvorens in het
„net" te verschijnen. Overigens is commentaar
overbodig: de A. J. C. voedt wel degelijk op.
Er is voor ons nu ook geen aanleiding meer
de mededeeling niet te gelooven, dat A. J.
C.-ers en -sters, nota bene in legertenten
logeer end e, leden der weermacht uitjouw
den, die kwamen kijken naar de tenten,
welke hun uiteraard belangstelling inboe
zemden en waarvan zij niet wisten, door wie
ze tijdelijk bewoond werden.
De heer Vorrink moet met zulke feiten
voor oogen maar niet te fel protësteeren,
tegen een ministerieelen maatregel, die niet
zóó ongemotiveerd is als wordt voorgesteld.
Naar wij vernemen, is tegen a.s. Maandag
het Kon. Besluit te verwachten, waarbij het
nieuwe departement van Sociale Zaken wordt
ingesteld en waarbij prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine tot hoofd van dat departement wordt
benoemd.
Voorloopig zal minister Slotemaker de
Bruine zijn intrek nemen in het departements
gebouw aan den Bezuidenhoutscheweg no. 30,
waar een kamer voor hem in gereedheid is ge
bracht. In dat gebouw zullen dan, zij het ook
tijdelijk, 3 ministers zetelen n.l. die van Eco
nomische Zaken, van Onderwijs en van So
ciale Zaken. Waar echter straks de verschillen
de afdeelingen van het nieuwe departement
zullen worden gehuisvest, is een vraag, waar
mede de Rijksgebouwendienst zich thans druk
bezig houdt. Op het oogenblik zijn de afdeelin
gen, welke onder den minister van Sociale Za
ken zullèn resorteeréh, over drie gebouwen
verspreid. Eenige bevinden zich in het depar
tementsgebouw Bezuidenhoutscheweg 30, andere
aan de overzijde, n.l. aan den Bezuidenhout-
schewe" 97, en weer andere op het Binnenhof
in het 'gebouw van het departement van Bin-
nenlandsche Zaken.
Opvolger van mr. de Wilde.
Door den voorzitter van het Centraal Stem
bureau voor de verkiezing van leden der Pro
vinciale Staten van Zuid Holland is benoemd
verklaard tot lid (in de vacature Mr. de Wilde,
waarvoor eerst benoemd was verklaard de heer
uiswinkel die bedankte) de heer P. v. d. Bas,
wonende te Moordrecht.
Bij Koninklijk besluit is, te rekenen van 26
Mei 1933 aan den beer mr. P. J. Oud, ten ge
volge van zijne benoeming tot Minister van
Financiën, eervol ontslag verleend uit zijne
betrekking van inspecteur der registratie en
domeinen.
SOCIALIST DR. E. H. v. -RAPPARD
In kort geding is Woensdag voor den presi
dent der Arnhemsche Rechtbank, jhr. mr. J. A.
Van der Does behandeld de civiele actie, welke
door een Joodsch handelaar uit Arnhem, den
beer I. Abas, is ingesteld tegen den bekenden
°r. E. H. van Rappard, redacteur en uitgever
Van van het anti-semietisch pamflet „De Na-
tionaal-Socialist".
Zooals men weet is door den procureur van
den eischer, mr. M. J. Wolff uit Arnhem ge
vorderd, dat dr. van Rappard op straffe van
een geldboete van 1000 de uitgave van het
blaadje zou stop zetten.
RaP?ard; die in Duitschland moet
ls b1 Nederland onvindbaar
was niet verschenen.
Tegen hem werd verstek verleend. Door mr.
Wolff werd vervolgens de vordering van eischer
toegelicht Hij wees er op dat eischer schade
ondervindt van het geschrijf van dr. van Rap
pard, dat te merken is bij het zaken doen.
De president zal Zaterdag a.s. uitspraak doen.
DR. J. A. NEDERBRAGT.
Naar wij vernemen, is dr. J. A. Nederbragt,
chef van de Economische en Consulaire Direc
tie van het Departement van Buitenlandsche
Zaken door den Hoogen Commissaris voor
Danzig in overleg met beide partijen benoemd
als eenig neutraal lid, tevens voorzitter met be
slissende stem, van de paritaire Danzig-Poolsche
commissie voor regeling inzake geschillen tus-
schen Polen en Danzig betreffende het verede-
lingsverkeer.
Dr. Nederbragt, die reeds vroeger benoemd
werd tot lid en voorzitter van een commissie
van advies inzake eenige geschillen tusschen
Polen en Danzig betreffende economische kwes
ties, heeft zich in verband met een en ander
heden naar Danzig begeven. Hij zal vandaar
baar Londen vertrekken als lid der Nederland-
«che delegatie op de Economische en Monetaire
conferentie aldaar te houden.
Gemeld wordt:
De plannen tot het maken van een film over
leven van Prins Willem van Oranje zijn
thans tot de uitvoering genaderd. Binnenkort
*al met het maken der opnamen worden be-
£°nnen. Maandenlange voorbereidingen zijn
boodig geweest. Zoowel technisch als artistiek
en als historisch document belooft de film een
^0°t succes te worden. Vele belangrijke mo
rsten uit het leven van den Prins worden erin
*feergegeven. Het comité van Initiatief, be
gaande uit de heeren jhr. Jan Feith, Jan Wils
Jan c, \v. Polak, (secretaris, Plaats 21, Den
f™.aag). heeft allerwegen zeer groote medewer-
*lng ondervonden. Een aantal vooraanstaande
Nederlanders heeft in het eere-comité zitting
genomen.
Dit is de eerste maai, dat een dergelijke be-
"bgnjke geluidsfilm in ons land vervaardigd
In de gisteren in het Americanhötel te Am
sterdam onder leiding van den heer H. W. D.
Hellebrekers gehouden vergadering der Alg.
R. K. Werkgeversvereeniging in het Bisdom
Haarlem, heeft de heer J. v. Vlijmen, directeur
der N.V. Eau de Colognefabriek B. J. C. Bol-
doot, een inleiding gehouden over kindertoe
slagregeling.
Spr. begon met op te merken, dat reeds ver
schillende ondernemingen in Nederland een
dergelijke regeling hebben ingevoerd wel een
bewijs dat de behoefte aan een kindertoeslag.-
regeling diep gevoeld werd. Het is betreurens
waardig dat de gedachte aan een zoodanige
regeling juist werd geboren uit den nood der
grootere gezinnen, want er blijkt uit, dat de
economische prestaties van het gezinshoofd
dikwijls niet kunnen voorzien in de behoefte
van een eenigszins uitgebreid gezin.
Hoe slechter de tijden zijn, hoe sterker de
behoefte aan een kindertoeslagregeling zich
doet gevoelen. Daarom is 't jammer dat deze
eisch nog niet overal is doorgedrongen en dat
men soms te weinig beseft, dat het hier inder
daad het belang geldt van het gezin, dat de
grondslag is van de samenleving.
Wij leven niet meer in de eeuw van het kind,
maar in de eeuw van het gezin. De samenleving
bestaat niet uit geheel los van elkaar staand
individuen, maar op de ceVste plaats uit gezin
nen. Het geziü 'is onontbeerlijk voor de instand
houding der samenleving en het spreekt daarom
vanzelf dat voor de instandhouding en den
groei van het gezin de noodige voorzieningen
moeten worden getroffen. De vraag die spr. in
hoofdzaak behandelde was deze: hoe kan de
opbouw van het gezin worden bevorderd, of
liever, hoe kunnen bepaalde omstandigheden,
die den normalen groei van het gezin belemme
ren, worden weggenomen.
Een van de grootste beletselen van den nor
malen groei van het gezin is wel de angst voor
kinderzegen, die bij vele ouders bestaat, om
dat zij vreezen niet over voldoende middelen
te beschikken om hun kinderen groot te bren
gen en op te voeden. Deze angst werkt kinder
beperking in de hand. De afval van het katho
lieke volk zou niet zulke uitgebreide propor
ties hebben aangenomen, wanneer de angst
voor kinderzegen minder groot ware geweest.
Het is dus noodig, dat er maatregelen wor
den getroffen om dezen angst voor kinderze
gen bij de ouders weg te nemen. De eenvou
digste vorm van hulp is zeker een regeling
van den kindertoeslag en de eenvoudigste
vorm van kindertoeslag is die, volgens welke
aan 'n werknemer voor ieder kind dat nog niet
een bepaalde leeftijdsgrens heeft bereikt, een
toeslag op het weekloon wordt gegeven. Aan
een dergelijke regeling zijn echter verschillende
bezwaren verbonden. Ten eerste immers druk
ken de lasten van deze sociale voorziening ge
heel op den werkgever. De invoering van zoo'n
regeling en haar toepassing is dientengevolge
ook geheel en al van de tegemoetkomendheid
van den werkgever afhankelijk. Bovendien be
staat dan de kans, dat de werkgever in de ver
leiding komt om het loonpeil te verlagen en
tegelijkertijd de beau geste te maken door een.
kindertoeslagregeling in te voeren. Een derge
lijke regeling is ook al vergt zij niet meer
dan 1 a \lA pet. van het totale loonbedrag
de kostbaarste voorziening, omdat de lasten
daarvan geheel door een bepaalde onderneming
worden gedragen. Onwillekeurig zal zij ook
aanleiding geven tot een tendenz bij werkge
vers om bij voorkeur geen vaders van groote
gezinnen te werk te stellen, en een kindertoe
slagregeling is uiteraard juist van het meeste
belang voor de groote gezinnen.
Deze regeling is dus niet ideaal.
Bijzondere regelingen zijn getroffen door de
werkgevers in de sigaren-, wollen stoffen- en
steenindustrie in het Zuiden des lands. De
werkgevers in die industrieën hebben fondsen
gesticht, waaruit de kindertoeslagen worden
bekostigd. De kosten van deze fondsen wor
den geheel gedragen door de werkgevers. Plaat
selijk voldoen zulke regelingen, die verschil
lende bezwaren van het hierboven genoemde
systeem ondervangen, heel goed, maar het is
onmogelijk ze over 't geheele land uit te brei
den.
Sinds jaren heeft de R. K. Staatspartij de
wettelijke regeling van den kindertoeslag op
haar program staan.
In het buitenland bestaan verschillende rege
lingen, die zeer goed voldoen.
In Frankrijk kent men b.v. het stelsel der
compensatiekassen voor familieloon. Aanvan
kelijk stuitte het denkbeeld van kleine loon-
inhoudingen voor een compensatiekas, die aan
de gezinshoofden ten goede moet komen, op
grooten tegenstand, totdat de patroons besloten
een bepaald bedrag, dat het loontotaal dus ver
meerderde, in de kassen te storten. Langzamer
hand zijn toen ook de werknemers het nut en
de billijkheid van die kassen gaan inzien.
In 1920 bestonden er in Frankrijk slechts zes
compensatiekassen, thans zijn er 255 kassen in
werking. Het aantal patroons dat aan de kas
sen deelneemt is sindsdien gestegen van 218 tot
30.000 en het aantal toeslag ontvangende ge
zinnen van 1100 tot bijna een half millioen.
Het totaalbedrag van gezinstoeslag uitgekeerd
wordt geschat op 1.000.200.000 francs.
Sinds enkele maanden is de familieloontoe-
slag wettelijk geregeld, echter op zoodanige
wijze, dat deze toeslag zijn karakter van par
ticulier initiatief behoudt. De bedoeling van
dezen wettelijken maatregel is dan ook alleen
om de invoering van compensatiekassen te gene
raliseeren. Een uniform stelsel, dat tot staats
bemoeiing zou leiden wordt op deze wijze
ontgaan en de werkgevers behouden hun vrij
heid om de kassen zoo in te richten, als zij dit
wenschen. De verplichting om op de een of
andere manier gelegenheid te geven tot het
stichten van conpensatiekassen is in de wet
opgenomen.
In België geldt een andere wettelijke rege
ling, met progressie in de uitkeeringen naar
mate de toeneming van het aantal kinderen.
In Nederland zou de uitvoering van een wet
telijke regeling van den kindertoeslag kunnen
worden toevertrouwd zooals dr. Kortenhorst
reeds in 1931 op den Nederlandschen Katholie
kendag te Amsterdam heeft bepleit aan de
bedrijfsvereenigingen, welke thans reeds zijn
belast met de uitvoering van de ziekteverzeke
ring. Noodzakelijk is, dat de geheele gemeen
schap aan het tot stand komen en in stand
houden van zulk een regeling mede werkt.
Dit is mogelijk door de stichting van fondsen
door werkgevers en werknemers tezamen en
door een billijke verdeeling van den belasting
druk. Vooral in dezen tijd, nu de regeering het
tekort op de begrooting mede zoekt te dekken
door een verhooging der indirecte belastingen
die 't zwaarst drukken op de groote gezin
nen is het wenschelijk daarop den nadruk
te leggen. Voor werkloozen dienen bijzondere
voorzieningen te worden getroffen.
Ten slotte deed spr. een beroep op den ge
meenschapszin van de Katholieke werkgevers,
om het initiatief te nemen tot het ontwerp voor
een kindertoeslagregeling en het bestuur te
machtigen om daaromtrent in contact te treden
met andere organisaties van werkgevers en
werknemers.
Deze inleiding werd gevolgd door een korte
gedachtenwisseling.
Betrekkelijk korten tijd, nadat Mgr. J. H. G.
Jansen, Aartsbisschop van Utrecht de werk
zaamheden voor het nieuwe Klein-Seminarie
te Apeldoorn aanving door op eenigszins plech
tige wijze voor de eerste maal de spade in den
grond te steken op de plek waar de kapel van
het seminarie zou verrijzen, waren wij weder
om op dezelfde plek om getuige te zijn van de
eerste steenlegging voor dit belangrijke bouw
werk.
Toen Mgr. Jansen om vijf uur gisterenmid
dag aan het bouwwerk op den Arnhemsche
weg arriveerde, vcor het verrichten van de
pontificale plechtigheden, die de kerk heeft
voorgeschreven bij de wijding en legging van
een eersten steen voor een kapel, bood het
eerste begin, dat reeds nu deze nieuwe oplei
dingsschool voor priesters te zien gaf, 'n fees-
telijken aanblik.
Doorgaans zijn halve muren en lange, recht
omhoog stekende houten staken, een weinig
vreugdevol schouwspel, maar de zon overgoot
het geheel met zoo'n gloed van licht, de vele
rood-wit-blauw vlaggen wapperden zoo prettig
in den frisschen bries en de schoolkinderen, die
straks zouden zingen, krioelden zoo vol van
feestvreugde door elkaar, dat men nog maar
weinig zag van de halve muren.
Dadelijk nadat Z. H. Exc. die vergezeld was
van zijn secretaris, den Zeereerw. heer J. v.
d. Burg, per auto arriveerde, werd allereerst
zonder veel ceremonieel een steen ingemetseld
aan den hoofdingang van het gebouw, dat thans
staat te verrijzen.
Daarna ving eerst de eigenlijke plechtigheid
aan van het wijden en inmetselen van den
eersten steen van de kapel.
Op het groote platform, waar de vormen,
welke de kapel binnen enkele maanden zal
aannemen, reeds min of meer duidelijk te on
derscheiden zijn, had een klein gezelschap
plaats genomen voor het bijwonen van de
plechtigheid.
Vermeldenswaard is, dat dit, bij weten, de
eerste maal is, dat in het Aartsdiocees een eer
ste steenlegging pontificaliter hoor den Bis
schop geschiedde. Merkwaardig bij deze ge
beurtenis was ook nog, dat het nieuwe semi
narie, waarvoor de steen gelegd werd, het
eerste klein seminarie in het Utrechtsche dio
cees is, dat van het eerste oogenblik van zijn
stichting af ook tot seminarie is bestemd.
Bij de plechtigheid zagen wij de Hoogeerw.
heeren Kanunniken. J. G. v. Schaik Proost, dr.
J. de Jong, poenitencier, Mgr. H. J. Koopmans,
G. B. Eekwielens, H. J. Scholten en eere
kanunnik R. J. A. Janssen.
Verder noemen wij van de aanwezigen den
vicaris-generaal van het Aartsbisdom, mgr. D.
Huurdeman, Deken J. M. Knuvelder, den of-
ficiaal F. v. d. Loo, H. F. Frank, directeur van
het Groot-Seminarie Rijsenburg, de leden van
de bouwcommissie Plebaan J. B. A. Baten
burg en Pastoor B. F. Overmaat, alsmede vele
dekens uit het Aartsbisdom en andere geeste
lijken.
Tevens waren aanwezig de wethouders van
Apeldoorn, mr. J. A. H. Coops en C. H. We-
verink.
Geassisteerd door leeraren en studenten van
het Klein Seminarie te Culemborg ving Mgr.
Jansen vervolgens de plechtigheden aan een
klein altaar aan,, op de plaats waar binnen
kort het priesterkoor van de kapel der toe
komstige priesters zal komen
De plechtigheid van een eerste steenlegging
is maar eenvoudig, maar vol diepen zin en de
gebeden, die werden verricht, de gezangen van
cantores, begeleid door het klapperend geluid
van de vlaggen, die op het toekomstig priester
koor waren geheschen, kregen hier in deze
open ruimte onder de reeds dalende zon een
nieuwe en aparte bekoring. En vooral het
rhythmisch afwisselend bidden van de litanie
van alle Heiligen,, wier bijstand en voorspraak
voor deze nieuw te verrijzen priesterkweek
school werd afgesmeekt, kreeg een diepen zin,
waar het een direct gebed werd voor de kna
pen, die op deze school hun studie zullen aan
vangen, om te worden opgeleid tot leiders der
zielen, die de troost en den steun der pries
ters, vooral in deze tijden, zoozeer behoeven.
In de oorkonde, die in den eersten steen
werd ingemetseld, wordt gesproken van de
moeilijke en zware tijden, die de wereld door
maakt. Juist de priesters, die in deze school
gevormd zullen worden voor hun apostolisch
werk, zullen zoo'n belangrijke taak hebben
in de reconstructie van de ontredderde wereld.
De oorkonde.
De Hollandsche tekst van de oorkonde, die
in den steen werd ingemetseld, luidt als volgt:
In het jaar O. H. 1933, welk jaar wegens de
eeuwherdenking van den dood van onzen
Goddelijken Verlosser door den roemrijk re
geerenden Paus Pius XI tot Heilig Jaar was
uitgeroepen, terwijl Wilhelmina van Nassau
in dit land regeerde in een tijd van nijpend
gebrek en groote werkloosheid is door Z.H.E.
Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van
Utrecht, tot meerdere eer van God en tot heil
der zielen, tot verheffing en nut der Kerk
van Utrecht, deze steen op plechtige wijze ge
legd op den achtsten Juni, in tegenwoordig
heid van de Hoogeerw. Heeren Kanunniken
van het Utrechtsche kapittel en de Zeereerw.
Dekens van 't geheel Aartsbisdom, in tegen
woordigheid van de drie leden der commissie,
met het algemeen toezicht op den bouw van
deze kerk en van dit Seminarie belast, n.l. H.
J. Koopmans, president van het Klein-Semi
narie, J. B. A. Batenburg, Plebaan der Kathe
draal en B. F. Overmaat, Pastoor te Maarn,
voorts in tegenwoordigheid van de Zeereerw.
Heeren Provisoren van het Utrechtsche Semi
narie en de Professoren van de beide afdee
lingen -van dit Seminarie, alsmede van de
Priesters, die aan de kerken en kapellen van
deze stad verbonden waren.
Architect van de kerk en van dit heele ge
bouw was J. M.' Hardeveld; aannemers waren
de vier gebroeders Struyken; opzichters wa
ren J. G. M. Peters en W. Gosselink.
Nadat de plechtigheden van de eerste steen
legging waren verricht Mgr. bracht eigen
handig de specie aan en deed den steen op de
juiste plaats neerdalen betrad de aarts
bisschop opnieuw het priesterkoor en hield
een korte rede.
De woorden van mgr. Jansen die hier door
de openheid van de nog onvoltooide kapel met
zooveel bezieling en overtuiging weerklonken,
maakten op de aanwezigen en niet het minst
op degenen, die bij den bouw van het semi
narie zijn betrokken grooten indruk.
Na een korten rondgang door de kapel, als
slot van de officieele plechtigheid der eerste
steenlegging, metselde mgr. Jansen nog een
tweeden steen in den muur van de kapel in.
Een steen n.l., welke van 1925 tot 1933 in de
Heilige Deur te Rome heeft gezeten en welke
door de vriendelijke bemoeiingen van mgr. dr.
J. Olav Smit aan het Aartsbisdom ten ge
schenke is gegeven.
Gezamenlijk, met enkele anderen der genoo-
digden bezichtigde Mgr. vervolgens het geheele
bouwwerk voorzoover dit thans is gereed ge
komen.
Daarna ging men naar de pastorie van de
kerk van O. L. Vrouw ten Hemelopneming te
Apeldoorn, waar de genoodigden zich als de
gasten van deken G. C. Oostveen korten tijd
vereenigden en enkele ververschingen gebruik
ten.
In den loop van den avond keerde Mgr. Jan
sen per auto naar Utrecht terug.
De Centrale Raad van Beroep voor ambte
narenzaken heeft gisteren uitspraak gedaan in
een zaak, die 3 weken geleden voor dezen Raad
had gediend. Een ontvanger van een der beide
belastingvakken was in beroep gegaan tegen
een ontslag dat hem verleend was, wegens het
feit, dat zijn klerk een fraude had gepleegd van
530 gulden.
In de zitting van 18 Mei werd de principieele
vraag behandeld, of in deze, voor 1 Maart 1933
afgedane zaak, hooger beroep mogelijk was. De
Centrale Raad heeft in zijn uitspraak den ont
vanger in zijn beroep niet ontvankelijk ver
klaard.
Bij Koninklijk besluit is voor het studiejaar
1933—1934 benoemd tot reetor-magnificus der
Technische Hoogeschool te Delft dr. J. G. Rut
gers, hoqgleeraar aan die hoogeschool.
ONTHULLING GEDENKPLAAT
FRATER ADRIANUS.
De onthulling van de gedenkplaat ter nage
dachtenis van Frater Adrianus te Grave, zal
plaats hebben Woensdag 14 Juni.
Te kwart na zeven wordt een H. Mis voor de
zielerust van Fr. Adrianus opgedragen en te
half tien een gezongen H. Mis van dankbaar
heid, welke wordt opgedragen door den Wel-
Eerw. heer H. Brandehof te Amsterdam, bonds-
adviseur van St. Odilia. Na deze H. Mis heeft
de onthulling plaats. Bij deze onthulling zullen
het woord voeren de Eerw. Frater Superior,
voorts Pater Lucianus, die de herdenkingsrede
zal houden en de heer Coppes, als voorzitter van
het comité, welke het initiatief nam tot het
plaatsen van de gedenkplaat.
WEER EEN ROMEINSCH KERKHOF
ONTDEKT.
Te Hunsel (L.) werden bij het rooien van
struikgewas een vijftiental urnen uitgegraven.
Bovendien werden vele scherven gevonden als
mede een deel van het deksel van een urn,
waarin de asch van een hoofdpersoon bewaard
werd. De bekende oudheidkenner dr. Goossens
uit Maastricht, die een onderzoek ter plaatse
instelde, was van meening, dat men hier te
doen heeft met een Romeinsch kerkhof.
NORMALISATIE VAN VEILIGHEIDS
VOORSCHRIFTEN VOOR CENTRALE
VERWARMINGSINSTALLATIES.
De Hoofdcommissie voor de Normalisatie in
Nederland heeft op verzoek van assuradeurs
kringen ingesteld een commissie 35, voor de
normalisatie van veiligheidsvoorschriften voor
den aanleg van centrale verwarmingsinstalla
ties. Deze normalisatie heeft tot doel overeen
stemming te brengen in de voorschriften, die
noodig worden geacht ter „voorkoming van ge
vaar voor de omgeving tengevolge van brand,
explosie e.d. en veroorzaakt door bedrijfsstoor-
nissen in cenentrale verwarmingsinstallaties,
hetzij deze worden gestookt met olie, gas of
vaste brandstoffen. De constructie en aanleg
der installaties zelve is bij deze normalisatie
niet betrokken.
Uniformiteit in deze voorschriften wordt van
voordeel geacht, zoowel voor de veiligheid van
den gebrbuiker als voor het toezicht van op-
zichtvoerend personeel en voor den aanleg der
installaties in de verschillende gemeenten van
ons land.
Genoemde commissie is dezer dagen geïn
stalleerd.
Het secretariaat wordt vervuld door het Cen
traal Normalisatie Bureau Koningskade 23 te
's Gravenhage.
Het ledental der R. K. Vakbonden bedroeg
op 1 April 1933 198240 tegen 198057 op 1 Januari
j.l. Het aantal nieuwe leden bedroeg 2096, af
gevoerd werden 1886, het totaal aantal leden
ging vooruit met 183.
JOANNES REDDINGIUS.
De dichter Joannes- Reddingius wordt 19
Juni a.s. 60 jaar.
NAAR DE MISSIE.
Van de Congregatie der Eerw. Zusters Poe-
nitenten Recollectinen van Roosendaal, zullen
op Dinsdag 27 Juni a.s. per s.s. „Oranje Nassau"
naar de Missieposten van Suriname vertrekken
Soeur Maria Gertruda (in de wereld mej. No-
let) voor den tweeden keer, en voor den eer
sten keer de Eerw. Zusters Sr. Ma. Palmyra
(in de wereld mej. Truyman, van Boschkapelle)
Sr. Ma. Josefi (in de wereld mej. v. d. Bemd,
van Roosendaal) Sr. Ma. Assumpta (in de we
reld mej. Hendrikx van Leur), Sr#Ma. Arsenia
(in de wereld mej. Grooteschaars van Dalfsen)
en Sr. Ma. Cherubina (in de wereld mej. Breu-
mehof van 's Gravenhage).
LOONEN IN DEN WEST-BRABANTSCHEN
LANDBOUW.
Onder voorzitterschap van den Zeereerw.
heer F. van Mansfeid te Bergen op Zoom heeft
het scheidsgerecht voor de boeren en arbeiders,
wonende te Woensdrecht, Hoogerheide en Os-
sendrecht, uitspraak gedaan over de loonen der
landarbeiders' aldaar.
In die dorpen kent men uitsluitend losse
arbeiders. Het loon was in 1932/33 24 cent per
uur. Voor 1933/34 waren de werkgevers bereid
te geven 20 cent per uur, terwijl de arbeiders
het oude loon wenschten te behouden. De uit
spraak was: ook voor 1933/34 24 cent per uur.
In de dezer dagen vermelde uitspraak van
prof. Koenraadt als arbiter in het loor.geschil
tusschen boeren en arbeiders in 'den kring
Zevenbergen, is een storende onjuistheid geslo
pen. De uitspraak luidde, dat het loon voor de
vaste arbeiders, dat gemiddeld 17.12 per
week was, voortaan zal worden 15.50 en niet
17.gelijk gemeld stond.
DE TOESTAND IN HET TEXTIELBEDRIJF
TE NIJVERDAL.
In verband met den zeer critieken toestand
in de textielindustrie te Nijverdal heeft het
gemeentebestuur van Hellendoorn telegrafisch
een onderhoud aangevraagd bij den Minister
van Binnenlandsche Zaken, hetwelk onmiddel
lijk toegestaan werd. Dit onderhoud heeft Dins
dagmiddag plaats gehad en daarbij heeft Mi
nister De Wilde een langdurig gesprek gevoerd
met het gemeentebestuur, waarbij tot uiting
kwam dat deze moeilijke kwestie de volle aan
dacht der regeering heeft.
NIEUW SOORT SLANGEN.
In de omgeving van Sellingen (Gr.) zijn den
laatsten tijd slangen aangetroffen van een soort,
die voorzoover bekend, in Nederland nog niet
eerder zijn opgemerkt. Zij hadden de grootte
van een adder, doch de teekening op den rug
week veel af.
Voor de 5e Kamer der Haagsche rechtbank,
gepresideerd door den vice-president jhr. mr.
H. O. Feith, heeft gisterenmiddag terecht ge
staan de 31-jarige caféhouder en petroleum-
venter R. C. van B., thans gedetineerd in het
Huis van Bewaring, die in den nacht van 12
op 13 December van het vorig jaar mej. Fran-
cisca Leemkuil in haar woning in de Naald-
wijkschestraat te 's-Gravenhage van het leven
beroofde, door een met scherp geladen revol
ver op haar af te vuren.
Er bestond veel belangstelling voor deze
zaak op de publieke tribune.
Verdachte werd bijgestaan door mr. W. van
den Berg uit Den Haag.
De dagvaarding legde den verdachte primair
ten laste den opzet om F. L. van het leven
te berooven, althans zwaar lichamelijk letsel
toe te brengen, althans te mishandelen door
een met scherp geladen revolver op haar af
te vuren tengevolge waarvan die vrouw in
de borst werd getroffen ter hoogte van de 5e
rib, en vervolgens de groote lichaamsslagader
werd doorboord en het hart getroffen, waar
door zij overleden is.
Getuigenverhoor.
Door het O.M., waargenomen door mr. Hoek
stra, waren zeven getuigen gedagvaard, terwijl
van de zijde van de verdediging 2 getuigen
waren opgeroepen.
De eerste getuige P. Vermeulen, wien de
dagvaarding niet kon worden beteekend, aan
gezien hij geen bekende woon- of verblijf
plaats heeft, was niet verschenen.
Dr. R. Rochat, dié de lijkschouwing ver
richtte, verklaarde, dat het slachtoffer bijna
onmiddellijk tengevolge van het schot in het
hart moet zijn overleden.
Getuige W. Chr. Vreeswijk, seinwachter bij
de Ned. Spoorwegen, verklaarde, dat hij in
zijn woning kort na elkander schoten hoorde.
Getuige schonk daaraan aanvankelijk niet
veel aandacht Toen hij even later ging kijken,
zag hij dat er een menschenoploop voor de
woning in de Naaldwijkschestraat was.
De inspecteur van politie, J. Waltman, heeft
direct na het misdrijf foto's genomen en stelde
ter plaatse een onderzoek in. Getuige legde
eenige verklaringen af met betrekking tot de
door hem gevonden schotgaten in de deur. Op
eenigen afstand van het huis op de stoep zag
getuige twee hulzen van revolverkogels lig
gen.
De 24-jarige grondwerker G. M. Overduin,
is op den bewusten avond met verdachte uit
geweest. Na enkele glazen bier te hebben ge
bruikt begaven zij zich naar de Naaldwijksche
straat, waar verdachte bij een perceel door
een vrouw werd gewenkt. Van B. ging naar
binnen doch kwam spoedig terug. Even later
ging v. B. weer naar het perceel.
Op een vraag van den president, zei getuige,
dat hij wist, dat van B. een revolver in den
zak.had, want deze had hem het wapen laten
zien.
Toen v. B. naar binnen ging, is getuige naar
den Parallelweg gegaan. Later ontmoette hij
verdachte weer bij het station. Zij reden
samen naar Scheveningen op het achter-
balcon van lijn 11. Van B. had toen gezegd:
Ik heb geschoten.
Pres.: Zei hij niet op wie
Getuige: Neen. dat vertelde hij niet.
Pres.: Bij den rechter-commissaris heeft
U verklaard, dat verdachte U gezegd had: Ik
heb op de vrouw geschoten.
Get.: Dat ligt er toch dik boven op.
Pres.: Ja, dat hij wel wat méér verteld zal
hebben, ligt er dik boven op.
De volgende getuige is de werkman H
Mulders, een vroegere zwager van verdachte
Deze getuige heeft den dag na het misdrijf
van v. B. een pakje ontvangen met verzoek
om dat weg te gooien.
President: Waarom
Getuige: Dat weet ik niet. Ik heb het pakje
weggegooid in het Ververschingskanaal zon
der er in te kijken. Verder heeft hij een pakje
met kleine patronen weggeworpen in een
boschje aan de v. Boetzelaerlaan. Als reden
voor een en ander gaf v. B. op, dat hij nage
zeten werd en dat hij de revolver niet in zijn
bezit mocht hebben.
De le luitenant der infanterie B. Mulder,
verklaarde, dat de schoten uit een automatisch
pistool waren gelost en gaf daarna nog eenige
inlichtingen van technischen aard.
De le getuige a décharge, de echtgenoote
van den eerst gehoorden getuige, bevestigde
de verklaringen van haar echtgenoot Op een
vraag van mr. v. d. Berg, antwoordde getuige,
dat er tusschen het eerste schot en het tweede
slechts enkele seconden waren verloopen.
De getuige a décharge van Rijn, verklaarde,
desgevraagd, dat B. een goed en kalm karakter
had, dat niet vechtlustig was en nooit ruzie
met iemand zocht.
Verhoor van verdachte.
Vervolgens had het verhoor van verdachte
plaats.
B. verklaarde, wanneer hij de deur uitging,
steeds de revolver bij zich te hebben, ook op
den bewusten avond. Als reden gaf hij op, dat
hij thuis kinderen had.
President: Waarom droeg u een revolver
Verdachte: Men had mij al driemaal be
stolen. Zoodra ik uitging, nam ik de revolver,
die anders in het buffet iag, mee.
Pres.: U hebt dien avond enkele café's be
zocht en toen is u eindelijk in die straat
terecht gekomen, bij het huis waar het slacht
offer voor het raam zat. Is dat zoo
Verd.: Ja, dat is juist; ik ging daar den
eersten keer binnen, maar de vrouw zei:
„schiet op kerel, je bent dronken". Daarop
ging ik weg en ik heb toen mijn voet tusschen
de deur en den drempel gezet. Maar mijn hoed
rolde weg en toen ik dien wilde grijpen, sloeg
de deur dicht. Ik greep toen naar mijn revol
ver en heb daarna tweemaal geschoten, om de
vrouw te laten schrikken.
Pres.: Maar u wist, dat de vrouw achter de
deur stond en het is gebleken, dat zij in de
borst is geschoten. Hebt u niet hooren gillen
Verd.: Neen, ik ging direct heen en vertelde
later aan mijn kameraad, dat ik geschoten had,
zonder op iemand te mikken.
Pres.: Hoe kon dan die vrouw juist in de
borst worden getroffen
Verd.: Ik had nog nooit geschoten.
Pres.: Hebt u er ook op gelet, waarheen de
hulzen zijn gevlogen
Verd.: Neen, ik zou zelfs de vrouw niet meer
herkennen, indien zij mij nog getoond kon
worden.
Van het verhoor van den niet-verschenen
getuige Vermeulen werd door alle partijen af
gezien.
Requisitoir.
Mr. Hoekstra, hierna het woord verkrijgend
voor het requisitoir, Wees er op, dat B. bekend
heeft te hebben geschoten. Hem was door de
vrouw de deur gewezen. Is het nu aanneme
lijk zoo vroeg de officier dat verdachte
laag gemikt heeft Neen, hij was woedend
over de afwijzing en heeft daarop geschoten.
Dat verdachte het opzet had om te dooden.
leidt spr. af van de plaats waar hij haar heeft
getroffen, daarbij lettend op den korten af
stand waarop afgevuurd werd.
Indien verdachte alleen maar scl "ik wilde
Reel. 7301DGVS 9
aanjagen, dan zou hij heel anders hebben ge
schoten.
Een getuige kwam verklaren, dat B. zoo'n
goed karakter had, maar het feit, dat hij steeds
een revolver bij zich draagt om die te g&r
bruiken tegen klanten die lastig zijn of niet
betalen, wijst toch in een andere richting. Spr.
achtte den doodslag bewezen en eischte des
wege tegen verdachte 8 jaar gevangenisstraf.
Mr. v. d. Bergh legde den nadruk op de ver
klaringen over den persoon van verdachte,
omtrent wien een gunstig reclasseeringsrapport
is uitgebracht en -die ook bij de politie nimmer
reden tot klagen gaf.
Komend tot de dagvaarding, bestreed pleiter
den officier in diens opvattingen omtrent de
motieven, die B. er toe leidden om op de
vrouw te schieten. Volgens pleiter waren die
op dat oogenblik alleen gericht op schrik
aanjaging. B. voelde zich door het optreden
van deze vrouw, die hem de deur wees, ge
krenkt, en wilde toonen, dat hij zich een zoo
danige behandeling niet zonder meer liet wel
gevallen. Dat de vrouw op de bekende plaats
werd getroffen, kan evengoed zijn oorzaak
vinden in het feit, dat de verslagene in ge
bukte houding achter de deur stond te
luisteren.
Voor B. was er geen enkele reden deze vrouw
te dooden en hij heeft geen oogenblik het op
zet daartoe gehad. Dit geldt ook voor de ten
laste gelegde zware mishandeling.
Vast is komen te staan, dat mej. L. door de
schuld van B. is gedood, zoodat hij te dezer,
zake zal moeten worden gestraft. De gevraag
de straf is evenwel voor dit feit buiten alle
verhouding, te meer waar B. nimmer wegens
misdrijf is gestraft.
Met klem drong spr. er op aan, om zijn
cliënt thans een voorwaardelijke straf, met
proeftijd te willen opleggen.
De rechtbank zal over 14 dagen vonnis
wijzen.
SMOKKELARIJ VAN NEDERLANDSCHE
BOTER.
Nabij Ittervoort werd door de Belgische amb
tenaren een vrachtauto met 1000 kilo Neder-
landsche natuurboter aangehouden. De be
stuurder wilde ondanks de sommatie tot stop
pen, het grenskantoor passeeren, waarna de
auto onder vuur werd genomen, met het gevolg,
dat nauwelijks een kilometer verder, de banden
leeg waren en gestopt moest worden. De be
stuurder vluchtte het veld in en wist over de
Nederlandsche grens te ontkomen. De wagen
werd naar het douanekantoor gesleept, waar de
boter later werd verkocht.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Woensdagmiddag is de 23-jarige M. N. Schenk
uit Wieringerwaard te Bergen aan Zee bij het
baden verdronken. Op zijn hulpgeroep waren
nog enkele zwemmers toegeschoten, die er ech
ter niet in mochten slagen hem te redden, of
schoon zij hem nog even hadden vasteehad.
Om half elf Woensdagavond is 't lijk aange
spoeld.
Het slachtoffer kon niet zwemmen.
Te Emmer Compascuum is de 30-jarige boe
renarbeider J. Meijeringh, die met paard en
wagen naar het land was gegaan, in het water
geraakt en verdronken. Het paard en wagen
vond men onbeheerd langs den weg staan.
TWEE KINDEREN ONDER EEN AUTO.
Het 4-jarig jongetje, dat Woensdag met zijn
zusje te Amersfoort onder een auto kwam, is
gisternacht in het St. Elisabethsgasthuis over
leden De toestand van het meisje is nog zeer
ernstig.
VERDRONKEN.
Te Barger Compascuum is Woensdagnamid
dag het 2-jarig zoontje van den heer J. H.
Lübbers in het Verl. Oosterdiep geraakt en
verdronken. Dit is het tweede slachtoffer, dat
dit kanaal in juist een week tijds, eischt.
TELEGRAMMEN VOOR ARGENTINIë.
In bank-, zoowel als in andere telegrammen
voor Argentinië, gesteld in code, moet de naam
der gebruikte code worden aangegeven.
RABARBER ONVERKOOPBAAR.
Men meldt ons van den Langendijk. Het
In- en Verkoop-bureau van de provincie Noord-
Holland kan de rabarber die het voor den
minimum-prijs aan de veilingen overneemt,
niet meer plaatsen. De handel neemt zoo goed
als niets af. Ten einde te voorkomen, dat de
betrokken aanvoerders nog zouden trachten
ze te verkoopen, worden groote partijen met
petroleum overgoten, daarna kunnen de tuin
ders ze dan weer terugbrengen naar hun
akkers.
Het retourvliegtuig „De Snip" is gisteren
Uit Athene vertrokken en te 17.37 uur op
Schiphol aangekomen.
Sir Robert Hotung, de Chineesche afg&
vaardigde naar de economische conferen*
tie, arriveert te Londen.