ZATERDAG 10 JUNI 1933 DE MOORD OP AGENT BAAS. DE PEST IN NED. INDIE. MOET EEN SCHOOLKIND ZIJN STRAFWERK THUIS MAKEN Een principieele kwestie. Vader die het niet toeliet in zijn recht? VERDRONKEN. WEER EEN SMOKKEL-AUTO TE HAARLEM AANGEHOUDEN. Thans heiaden met een zware vracht suiker. Verscheidene personen aangehouden. HELING VAN RIJWIELEN. DOODELIJK AUTO-ONGELUK. PLOTSELING DEN WEG OVER- GESTOKEN. VALSCHE RIJWIELPLAATJES. VAN BRANDSTICHTING VERDACHT. OVERVAL OP EEN KASLOOPER. Avonturen roman naar het Engelsch van E. CHARLES yiYIAN. De behandeling voortgezet. Het Gerechtshof heeft gisteren de behande ling voortgezet van de zaak tegen J. v. B., be schuldigd van doodslag op den agent van po litie, Baas, op den „rcoden Dinsdag", 20 Sep tember j.l. in Den Haag. Het Hof schorste on langs de behandeling, omdat een getuige a dé charge, wonende te Amsterdam, niet was ver schenen. De advocaat-Generaal, mr. Brans, had nog twee getuigen opgeroepen. Voorgelezen werd een verklaring voor den rechter-commissaris afgelegd door den majoor mr. Lager v. Kes- teren, die den verdachte met een mes had zien loopen. Op verzoek van de verdediging wordt voor gelezen een verklaring van den agent van po litie, Jonker, die verschillende personen met een open mes had zien loopen. Deze agent had dicht bij den agent Baas gestaan, maar ver dachte niet gezien. Getuige a déch. v. Arend Visser, acquisiteur te Amsterdam, werd vervolgens gehoord. Ge tuige is na de communistische vergadering de Heerengracht afgeloopen. Hij heeft toen een grooten man, met een misdadigersgezicht en een Rotterdamsch accent, een pet op en een ge streepte overjas, op agent Baas zien toeloopen en een steek zien toebrengen. Verdachte is de dader zeer zeker niet. De dader was veel groo- ter. Later heeft getuige djn dader op het Oranjeplein in een bus, die naar Rotterdam ging, zien zitten. Getuige Vermeere, asp.-inspecteur van poli tie te 's-Gravenhage, verklaart op 20 Septem ber v. B. gezien te hebben op de Heerengracht, waar hij communistische lectuur verkocht. VerdachteIk weet daar niets van. Hij heeft nooit van zijn leven met communistische lec tuur gevent. Getuige D. S. v. Veen was opnieuw gedag vaard. Op een vraag van den advocaat-gene raal antwoordt getuige, dat hij zelf niets ge zien heeft van het gebeurde. Na afloop heeft getuige den verdachte zich zien verstoppen ach ter een tram. Het was er toen betrekkelijk rus tig. Getuige herkent verdachte, maar weet niets te vertellen van de kleeding, welke verdachte op 20 September droeg. Getuige v. d. Nol, die verdachte den steek had zien toebrengen, werd eveneens opnieuw gehoord. Getuige heeft vroeger verdachte ge kend, toen beiden in de contrólewoningen woonden. Getuige kan zich niet vergissen, dat verdachte de dader is. Getuige heeft bijna een week later pas zijn bevindingen medegedeeld aan de politie. Hij durfde eerst niet, omdat hij bang was, last te krijgen. Verdediger, mr. v. 't Hoff Stolk, acht het zeer zonderling, dat getuige eerst den verdach te naloopt tot op den Fluweelen Burgwal en daarna gedurende een week niets laat hooren. Verdediger vraagt, wanneer een premie van 500 werd uitgeloofd voor dengene, die den dader aanbracht. GetuigeIk heb gevraagd niet in aanmerking te komen voor een premie. Er heeft in de cou rant gestaan, dat de aanbrenger ƒ500 zou krij gen als de dader werd veroordeeld. Mr. v. 't Hoff Stolk: Dat is een premie op meineed. PresidentDat zou U niet zeggen als één uwer familieleden vermoord was. Mr. v. 't Hoff StolkIk zou geen prijs stel len op verklaringen, die worden betaald. Verd. wijst er voorts op, dat van het verhoor van getuige door de politie niets in het dos sier voorkomt. Ook de foto's, die getuige ge toond zijn, zijn niet te vinden in het dossier. Verdediger verzoekt opnieuw den hoofdinspec teur Simmerman te hooren om dien te doen verklaren omtrent de foto's, welke verdachte getoond zijn. Het Hof keurt dit goed. Hoofdinspecteur Simmerman wordt vervol gens gehoord. Getuige heeft wel de portretten getoond, evenals rechercheur v. Leeuwen. Rechercheur v. Leeuwen wordt vervolgens gehoord. Get. heeft geen portretten getoond. Hij heeft wel portretten van verdachte bij zich en legt die aan het Hof over. Er ontspint zich nu een verwarde discussie met betrekking tot die foto's. Getuige Simmerman verklaart nog, dat de getuige v. d. Nol direct zeide, afstand te doen van de premie. Getuige wist niet eens officieel dat er een belooning was uitgeloofd. Hij had dit alleen van hooren zeggen. Mr. v. 't Hoff Stolk: Die premie was uitge loofd door den hoofdcommissaris. Dit moest getuige toch wel weten Getuige Neeteson wordt opnieuw gehoord. Mr. v. 't Hoff StolkWanneer zijn U en wie heeft U foto's getoond Getuige herinnert zich dat niet meer. Verdediger mr. StompsDe getuige is erg Stug. De advocaat-generaal r Ik protesteer tegen het intimideeren van dezen getuige, die wordt aangeblaft. Dat is geen manier van onderzoe ken. Mr. Stomp stelt er prijs op den agent Pegels te hooren, die de fiets van het slachtoffer ge bracht heeft naar het gebouw, waar getuige voor het raam stond. Getuige Pegels weet niet meer, wie de fiets heeft aangenomen, ook niet meer, wat hij ge zegd heeft tot den huisknecht, die de fiets aan nam. Get. weet ook niet meer of de huisknecht zeide, dat hij het drama gezien had. Had ge tuige dit echter gehoord, dan zou hij als po litieman dien huisknecht direct als getuige heb ben genoteerd. Getuige vermoedt dus, dat er niet gesproken is, ook niet toen de fiets werd weggehaald. Getuige Pennings wordt ook opnieuw ge hoord. Hij blijft bij zijn reeds afgelegde ver klaringen. Verdachte blijft ontkennen. Requisitoir. De advocaat-generaal, mr. A. Brants, neemt vervolgens requisitoir. Hij merkt op, dat het zijn nut heeft dat deze zaak nog eens in deze rustige sfeer is behandeld. Spr. gaat vervolgens na hetgeen op dien Roode Dinsdag is voorgevallen na een nutteloo- ze en zinlooze demonstratie. Hij brengt eerbiedige hulde aan de nage dachtenis van agent Baas. Bewijsmateriaal is aanwezig voor de schuld van dezen verdachte. Dit bewijsmateriaal gaat spr. na, speciaal de verklaringen van de getuigen v. d. Nol en Nee teson. Vooral de verklaring van v. d. Nol, die v. B. al lang kende, is van groot belang. Dat v. d. N., die nachtwaker is, oorspronkelijk aar zelde om aangifte te doen, is begrijpelijk. Ooh get. Neeteson herkent den dader pertinent. Ec verklaring van majoor v. Kesteren moet even min worden onderschat. Daarbij komt de her kenning die het slachtoffer heeft gedaan. Weliswaar wijkt de verklaring van Commissaris Paré af op eenige punten, doch niet vreemd daaraan is de manier, waarop deze verdedigers een getuigen ondervragen, die manier lijkt veel op het Engelsche stelsel, waarbij getuige op een moreele pijnbank wordt gelegd. Spr. acht hier genoeg bewijsmateriaal aanwezig. Aan wijzingen zijn ook pertinente onwaarheden, die verdachte debiteert. Hij beweert, dat hij niet gecolporteerd heeft, maar de politie heeft het gezien. Ook is gebleken, dat het verhaal, dat verdachte achter het glazen tramhuisje gestaan heeft en veel kruitdamp gezien heeft, onwaar is. De politierevolvers geven juist zeer weinig kruitdamp en spr. is zelf achter dit huisje gaan staan. Het is onmogelijk dat men van daar uit kan zien wat er gebeurt op de plaats, waar het misdrijf plaats had. De afstand is ongeveer 300 meter en het beetje kruitdamp zou hoogstens op 50 meter afstand te zien zijn geweest. De verklaring van Pennings is niet aanne melijk, evenmin als die van Huyzer. Getuige Beeuwkes meent, dat de dader den Zwarteweg is opgeloopen, maar hij weet niet hoe ver. Deze getuige stond echter ook op een vrij grooten afstand. De verklaring van Visser is wel van belang en dient te worden overwogen. Diens beschrijving van verdachte klopt bijna met de persoon van verdachte. Spr. is over tuigd, dat v. B. de dader is. Met een voorop gezette meening is spr. niet op de zitting geko men. Men heeft hier met een zeer ernstig mis drijf te doen. Spr. requireerde tenslotte wegens doodslag 12 jaar gevangenisstraf met onmiddellijke gevangenneming van den ver dachte. Het onderzoek wordt geschorst tot kwart over 2. Na de pauze deelde de president mede, dat het Hof een schouw noodig oordeelde. Het Hof, de advocaat-generaal, de verdedigers en de verdachte begaven zich vervolgens naar de Boschbrug, waar de verdachte zich, volgens zijn verklaring, bij een wachthuisje zou hebben opgehouden op het oogenblik dat de aanslag op den agent B. plaats had. Nadat de terechtzitting weder verplaatst was naar de rechtszaal, was het woord aan de verdediging. Pleidooien. Mr. v. 't Hoff Stolk concludeerde tot vrij spraak en meende, dat er voor gevangenneming heelemaal geen reden bestaat. Verd. heeft zich geen oogenblik aan het onderzoek onttrokken. Hierna pleitte nog mr. Stomps uit Haarlem, die, om misverstand weg te nemen, in 't open baar wenschte mee te deelen, dat pl. geen communist of andere revolutionnair is. Pl. heeft de overtuiging, dat men hier den ver keerde heeft gepakt. Pl. concludeerde eveneens tot vrijspraak. Geen reden tot gevangen neming. Na re- en dupliek ging het Hof in raad kamer. Na heropening der zitting deelde de president mede, dat het Hof geen termen vond, de gevangenneming van verdachte te gelasten en bepaalde hij de uitspraak op Woensdag 21 Juni. BUITENZORG, 9 Juni (ANETA). Van 26 Februari t.m. 25 Maart j.l. zijn in Ned.-Indië aan pest overleden 1067 personen tegen 401 in hetzelfde tijdperk van het vorig jaar. De 44-jarige J. V., rijkswerkman te Deven ter, was oorspronkelijk door den kantonrechter te Deventer veroordeeld wegens overtreding der leerplichtwet tot 5 boete of drie dagen hechtenis. Deze zaak werd na hooger beroep door den Hoogen Raad naar het Gerechtshof te Arnhem verwezen voor een nadere behandeling. Aan verdachte was ten laste gelegd, dat hij niet gezorgd had, dat zijn dochtertje de school bezocht. Dat kind was echter wel naar school gegaan, doch de onderwijzer had het wegge stuurd, omdat 't het door den onderwijzer op gedragen strafwerk niet had gemaakt. De vader wilde nl. niet hebben, dat de door den onder wijzer aan zijn kind opgelegde straf een straf zou worden vcor zijn gezin. Hij meende, dat de onderwijzer het strafwerk op de school be hoorde te laten maken, en daar de onderwij zer het meisje niet op school wilde toelaten zoolang dit het strafwerk niet mede bracht, had zulks tengevolge dat, daar beiden hun standpunt bleven handhaven, het kind da gen lang geen onderwijs ontving, al had het zich ook eiken dag weer aan de school vervoegd. Tenslotte werd de vader bekeurd, om een prin cipieele beslissing uit te lokken. De advocaat-generaal bij het Gerechtshof te Arnhem mr. Visscher, eischte thans vrijspraak. Het Hof zal in deze zaak, die al heel wat gemoederen in beweging heeft gebracht, over 14 dagen uitspraak doen. DOOR EEN AUTO OVERREDEN- Donderdagnamiddag heeft op den Utrecht- schen Weg, hoek Kerklaan, gemeente De Bilt, een ernstig ongeluk plaats gehad. Een vijftien jarig meisje, dat daar op de fiets reed, werd aangereden door een luxe auto. Het kind werd op den grond gesmakt. Met ernstige wonden werd het meisje opgenomen. De gemeentege neesheer dr. Lette verleende de eerste hulp. De auto, die na 't ongeval tegen een electrischen geleidingsmast aanreed, werd zwaar bescha digd. REMMEN NIET IN ORDE. Naar aanleiding van het ernstig auo-ongeluk van Dinsdagavond, waarbij het 4-jarig zoontje van den heer K. te Reuver werd overreden en gedood is door de marechaussée een onderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek is gebleken, dat de remmen van de aanrijdende auto van den heer B. uit Treebeek niet in orde waren. Op last van de justitie is de auto in beslag genomen. UIT ROEIBOOT GEVALLEN EN VERDRONKEN. Te Ternaard (Fr.) is het 5-jarig zoontje van den schipper J. Keizer gedomicilieerd te Nes (West-Dongeradeel) uit een roeiboat gevallen en verdronken. Korten tijd later heeft de vader het lijkje opgehaald. OFFERBLOK OPENGEBROKEN. Te Stevensweerd werd hedennacht een der offerblokken in de parochiekerk opengebroken en de inhoud, ongeveer 80, ontvreemd. De dief heeft zich waarschijnlijk laten in sluipen. Bij het verlaten der kerk werd ge bruik gemaakt van een sleutel, die zich achter het altaar bevond. De overige offerblokken bleven onaangeroerd. DOOD DOOR SCHULD. Voor de rechtbank te Winschoten stond gis termorgen terecht H. K., 23 jaar, chauffeur te Groningen, verdacht dat het aan zijn schuld te wijten is, dat op 23 Maart te Nieuwe Pekela de motorrijder H. Mulder is aangereden, ten gevolge waarvan deze is overleden. De officier eischte 75 boete, subs. 30 dagen hechtenis, 3 maanden voorwaardelijke hechte nis en ontzegging van het besturen van een motor voor den tijd van 1 jaar. MEINEED. In de gisteren gehouden zitting der recht bank te Assen werd in een mishandelingszaak van J. T. en H. S. te Nieuw Weerdinge de ge tuige de 18-jarige H. S. als verdacht van mein eed gevangen genomen. Het vijf-jarig zoontje van den heer R. S. ge raakte in een sloot achter de ouderlijke wo ning te Hazerswoude. Toen de vader 't jcnaap- je miste is hij gaan zoeken. Tenslotte vond hij de kleine in de sloot. De levensgeesten waren geweken. Donderdagmiddag heeft de Haarlemsche po litie een groote vrachtauto aangehouden, welke geladen was met 7600 K.G. suiker, die frauduleus uit België was ingevoerd. De aanhouding geschiedde op aanwijzing van de douane-autoriteiten te Ittervoort, bij Roer mond, waar de auto 's morgens was gepasseerd, Daar het nummer opgenomen kon worden, bleek, dat de auto eigendom was van een Haar lemmer. De scherpe controle van de Haarlem sche politie had het gevolg, dat 's morgens een auto met gesmokkelde Duitsche boter werd aangehouden, 's Middags ontdekte men op de Zomerkade, de auto, waarvan de aanhouding door de douane was verzocht. Het voertuig bleek geladen met 76 balen suiker van 100 K.G., afkomstig van de Sucre- rie-centrale te Wanze, in België, waar zij ge kocht waren door een Haarlemschen winkelier. Behalve deze laatste waren ook de eigenaar van de auto, de expediteur S. en nog eenige personen uit Haarlem, Amsterdam en IJmui- den in de affaire betrokken. Reeds zijn eenige personen gearresteerd en hebben een bekentenis afgelegd. In totaal is 2400 gulden aan invoerrechten ontdoken. De auto en de suiker zijn in beslag genomen. Waarschijnlijk zal de suiker, die aan bederf onderhevig is, publiek verkocht worden. Verdachte veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf. Het Gerechtshof te Arnhem heeft uitspraak gedaan in de strafzaak tegen G. S., motor- en rijwielhersteller te Enschedé die door de recht bank te Almelo wegens het opkoopen van ge stolen fietsen werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Dit vonnis der rechtbank is thans bevestigd. AANRIJDING MET DOODELIJKEN AFLOOP- Voor de rechtbank te Breda stond Donder dag terecht de 24-jarige A. J. C. v. B., verze keringsinspecteur te Rotterdam, terzake dat hij op 4 Mei jl. te Tilburg als bestuurder van een auto hoogst onvoorzichtig en roekeloos heeft gereden, tengevolge waarvan hij den wielrijder J. J. Smits aanreed en zóó ernstig verwondde, dat deze kort daarop stierf. De Officier van Justitie, mr. E. L. M. H. baron Speyart van Woerden eischte 3 maanden ge vangenisstraf en 6 maanden ontzegging van het recht tot het besturen van motorrijtuigen. Mr. Pastoors te Tilburg drong aan op vrij spraak of een voorwaardelijk vonnis. De recht bank bepaalde de uitspraak op 22 dezer. MOTORRIJDER GEDOOD. Donderdagavond heeft nabij Lonneker een ernstig motorongeluk plaats gehad, dat aan een 21-jarigen stucadoor het leven heeft ge kost. De timmerman Arink uit Tubbergen, die van zijn werk uit Enschede huiswaarts keerde, moest, om een van tegenovergestelde richting komende auto gelegenheid tot passeeren te geven, achter een voor hem rijdenden woon wagen blijven. Toen A. op zijn beurt den woon wagen wilde passeeren, naderde uit de richting Oldenzaal de 21-jarige motorrijder Ridderhof uit Enschede met groote snelheid, die, daar hij A. niet tijdig bemerkte, dezen rakelings passeerde. Door den schok raakte hij de macht over het stuur kwijt, begon te slingeren en smakte tenslotte tegen den grond. Hij was op slag dood. A., wien geen schuld treft, liep eenige ontvellingen en een hoofdwonde op. DOODELIJKE VAL. Gisterenmiddag viel de 27-jarige H. D., woon achtig te Enschedé, werkzaam als betonwerker aan den te Raalte in aanbouw zijnden water toren, van een 16 meter hoogen steiger. D. kwam met het hoofd op een hoop steenen terecht. Op advies van dr. Kutschrütter werd hij naar het R. K. ziekenhuis vervoerd. Tijdens het ver voer is hij echter reeds overleden. De ongeluk kige was ongehuwd. DIEFSTAL VAN ƒ1660. Een winkelier in de Stadhouderslaan te Utrecht heeft bij de politie aangifte gedaan, dat uit z'n kantoor een bedrag ad ƒ1660 is gestolen. Meisje en haar verloofde op een vlucht heuvel overreden. De Amsterdamsche Arrondissementsrecht bank veroordeelde gisteren den 32-jarijjen huis knecht P. B. B., wegens veroorzaken van dood door schuld tot een hechtenis van vier maan den, met ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van een motorrijtuig voor den tijd van een jaar. De man had in den laten avond van den Tweeden Kerstdag van het vorige jaar een auto gehuurd, ofschoon hij niet in het bezit was van een rijbewijs, noch in staat, een auto be hoorlijk te besturen. Op den Postjesweg ver loor hij de macht over het stuur, zoodat de auto het trottoir opreed. Zijn zwager, die naast hem zat, wierp het stuur om en ten slotte kwam de auto terecht op een vluchtheuvel, waar een jong meisje en haar verloofde stonden. Het meisje werd zoo ernstig gewond, dat zij korten tijd later overleed. Ook de jongeman werd gewond, doch herstelde. Het O. M. had zes weken gevangenisstraf gerequireerd, benevens ontzegging van het recht, om een auto te besturen voor den tijd van een jaar. 50-jarige vrouw door auto gegrepen. De ongeveer 50-jarige mej. Bruinemaker, wo nende te Uffelte, keerde per rijwiel van de markt te Meppel huiswaarts en bereed het rij wielpad, links van den weg. Plotseling stak zij den weg over, juist toen een achteropkomende zware Buick, bestuurd door den heer T. B. te Amersfoort vlak bij was. Hoewel de auto met matige snelheid reed, was een aanrijding niet meer te vermijden, meldt het „N. v. h. N." De vrouw werd tegen den grond gesmakt, waar zij hevig bloedend uit de ooren bewusteloos bleef liggen. Met een ernstige schedelbreuk is mej. B. naar het ziekenhuis te Meppel over gebracht. Alle vier verdachten tot 2 jaar veroordeeld De Vierde Kamer der rechtbank te Amster dam veroordeelde gisteren vier „kooplieden" wegens het invoeren, in voorraad hebben en verkoopen van valsche rijwielplaatjes ieder tot twee jaar gevangenisstraf. Het O.M. had tegen ieder 2yz jaar geëischt. Een der verdachten had de onderhandelingen te Luik gevoerd, daar waren ook de plaatjes gemaakt. De tweede had de zaak gefinancierd, terwijl de derde en vierde zich in hoofdzaak met de „distributie" bezig hielden. De verdach ten voerden bij de behandeling van hun zaak aan, dat zij steeds tegen de koopers hadden gezegd, dat de plaatjes valsch waren. Boven dien bleek, dat de zaken niet erg gefloreerd hadden „er moest geld bij", verklaarden ver dachten. Drie jaar geëischt. Voor de rechtbank te Winschoten stond gis teren terecht G. V., 40 jaar, arbeider te Wes- terlee, thans gedetineerd, verdacht van op zettelijke brandstichting in het huis van zijn buurman K. S., Nadat 21 getuigen waren ge hoord eischte de Officier van Justitie mr. Kneepkens een gevangenisstraf van 3 jaren. Mr. Polak te Groningen pleitte vrijspraak. Uitspraak 21 dezer. MOORDAANSLAG. Naar aanleiding van een geschil over turf graven werd de landbouwer F. Blauw te Eur- singe, terwijl hij in de schuur van zijn woning werkzaam was, onverwachts met een mes in den rug gestoken door den landbouwerszoon H. D. aldaar, meldt het ,,N. v. h. N." B. liep een ernstige wonde op in den lin kerschouder. Hevig bloedend wist hij zijn aan valler te ontvluchten. Het slachtoffer werd, na voorloopig te zijn verbonden per ziekenauto vervoerd naar het ziekenhuis te Hoogeveen. D., die na zijn daad nog een mislukte poging deed om zich van het leven te berooven, werd door de polite in arrest gesteld om vervolgens naar Assen getransporteerd te worden. DR NILS AMBOLT TERECHT. PEKING 8 Juni (R.O.) Dr. Nils Ambolt, de medewerker van Sven Hedin, van wien sedert 1927 niets meer was vernomen, heeft thans tele grafisch medegedeeld, veilig te Khotan te zijn en binnenkort via Britsch Indië naar China te zullen terugkeeren. (Khotan is een stad in Chineesch-Turkestan) Verdachte voor de rechtbank. Men meldt ons uit Amsterdam: Op 2 Maart van het vorige jaar werd een overval gepleegd op den banklooper van de Associatie Cassa. De man liep op den Singel in de nabijheid van de Raadhuisstraat, onder zijn arm had hij een zak met een inhoud van 56.000 aan effecten en chèques. Plotseling ontrukte iemand hem de tasch, doch de banklooper ver loor geen oogenblik zijn tegenwoordigheid van geest, riep om hulp en gaf zijn aanvaller een klap op de handen, zoodat de zak met den kostbaren inhoud op straat viel. De aanvaller koos het hazenpad en de bank looper kon de effecten in veiligheid brengen. Eenige maanden geleden werd een 25-jarig werkloos kantoorbediende gearresteerd. Hij stond Donderdag voor de 5e kamer der recht bank terecht, verdacht van diefstal, subs, was poging tot diefstal ten laste gelegd. De banklooper vertelde hoe hij was aangeval len, toen hij dien dag op den Singel liep. Ge tuige herkende verdachte echter niet als zijn aanvaller. Ook een jas, die verdachte dien dag had gedragen, herkende getuige niet. U begrijpt meneer de president, voor mij was het ge' het voornaamste Een recidivist, zekere H., die eenige maan den geleden werd veroordeeld wegens inbraak in een perceel aan de Reguliersgracht, vertelde dat het een geheel complot was geweest, waar in verdachte de hoofdrol speelde. Een auto zou, langzaam rijdend, op verdachte wachten. Men had den kaslooper reeds geruimen tijd gevolgd In de auto zaten zekere V. en v. d. L. Ook de laatste was betrokken bij de inbraak in een woning aan de Reguliersgracht. Verdachte ont kende alles, volgens hem was deze getuige een leugenaar. De verdediger mr. F. Paradis (tot get.): U treedt in heel wat zaken als getuige op, ik zou wel eens willen weten, wat u er voor krijgt. Getuige: 1000. Een volgende getuige had ook in de auto gezeten, waarmee verd. werd opgewacht. De verdediger maakte er bezwaar tegen, dat deze getuige werd gehoord, omdat hij nog als mede dader kan worden vervolgd. De rechtbank be sloot echter hem wel te hooren. Getuige legde ongeveer gelijkluidende ver klaringen af als de vorige getuige. Hij vertelde nog, dat J. R. een bekend recidivist, die we nog niet lang geleden in de verdachtenbank zaseh wegens inbraak te Amstelveen en in de Uit hoornstraat, op den uitkijk had gestaan. Ook volgens hem was verdachte wel degelijk de da der. Verdachte: 't Is een wraakneming, ze den ken, dat ik ze in een andere zaak heb ver radenmaar 't zijn allemaal leugenaars, wat ook al blijkt uit hun verleden en hun privé leven Over de rolverdeeling waren de getuigen het niet altijd eens, en ook hun verklaringen voor politie en rechter-commissaris klopten niet nauwkeurig. De verdediger vroeg acte van de verschillende afwijkende verklaringen. De officier van justitie mr. V. Kist, was in zijn requisitoir van meening, dat de diefstal voltooid was. Verd. had de tasch reeds in zijn hand, al was het dan ook maar een zeer korten tijd. Tegen dezen verdachte is slechts de maxi mumstraf te requireeren. Op grond van de ge tuigenverklaringen achtte spr. het bewijs gele verd. Verd. behoorde tot de bende van R. die langen tijd Amsterdam onveilig maakte. Als door een wonder is verdachte nog slechts één maal in aanraking met de justitie geweest Wij weten echter, dat verdachte ui eens eerder heeft meegedaan aan een overval op een banklooper. Ware hij wat openhartiger dan zou hij waar schijnlijk ook wel het een en ander kunnen vertellen over den overval op de oude vrouw in de Westerstraat: er zijn toen bendeleden van R. in de Westerstraat gesignaleerd. Systema tisch houdt hij zich met dergelijke misdrijven bezig. Waarschijnlijk door slechte opvoeding en verkeerde vrienden is verdachte op dit pad ge komen. Mede met het oog op de generale pre ventie vorderde de Oficier het maximum n.L een gevangenisstraf van vier jaar. De verdediger mr. F. Paradis pleitte vrij spraak op grond, dat hij de feiten niet bewezen achtte uit de z.i. onbetrouwbare getuigenver klaringen. Nadat verdachte nog eens met klem had be toogd onschuldig te zijn, bepaalde de president de uitspraak op 22 Juni a.s. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. In het Wijlermeer, bij BeekUbbergen, is Donderdag de adjudant onderofficier F. N. van het 15e regiment infanterie, bij het zwemmen plotseling in de diepte verdwenen. Men ver moedt, dat hij door een zonnesteek is getrof fen. Toen men hem op het droge had gebracht, bleken de levensgeesten geweken. Het lijk is ter schouwing naar Cranenburg overgebracht. Donderdagavond ls de 22-jarlge W. Kerk- voort bij het baden te Groede verdronken. 4.) Zij ging samen met hem het hotel uit, en de jongeman, die alles van rubber afwist, staarde haar met duidelijke spijt na. Zij begaven zich naar de haven en aan het einde van de Sunda Avenue sloegen zij naar links af, langs de kan toren van Knight Mole, in de richting van het havenkwartier van de plaats. In de haven vertoonden zich 'n paar flikkerende lichten en iedere halve minuut draaide de straal van den vuurtoren over hen heen; rond om ieder van de zeldzame lantaarns vertoonde zich een wazig gelen cirkel en de lucht was niet frisscher dan die van een Turksch bad. Ergens een typhoon, meende Hall. Hoop niet, dat wij die hier krijgen. Tenminste niet voor wij terug zijn, ant woordde Maraquita. Hij gaf haar een hand om haar over een hoop touwwerk heen te helpen, welke in het licht der lantaarns niet zichtbaar was, want nu waren zij vlak bij het begin van de paarden hoefbaai gekomen. Zij passeerden meest som ber-donkere winkels, hoewel hier en daar een flauwe lichtschijn en het geluid van mensche- lijke stemmen op de aanwezigheid van een havenkroegje wees. Eindelijk kwamen zij plot seling aan een helderen lichtschijn, welke van uit een huis, dat een eindje achteruit gebouwd was tusschen twee grootere huizen, naar buiten scheen en Hall liep op den lichtschijn toe, zijn pas een weinig versnellend. Wij zijn er, zei hij. Dat is de Blauwe Pa pegaai. Er klonk een ongeduldige noot in zijn stem, waarop Maraquita gedurende een fractie van een seconde aarzelde, doch dan volgde zij hem, wetend dat het nu te laat was om terug te gaan Zij volgde hem in de richting van de ramen, waaruit het licht naar buiten viel, en zag hem een deur openen welke tusschen de twee ramen VU ge>De deur ging open, en opnieuw deinsde zij bijna achteruit, maar Hall legde zachtjes zijn hand op haar arm. Absoluut veilig niet zoo erg als het er uit ziet, zei hij. En dat is mijn man daar bij de toonbank. De kamer was vol tabaksrook; een lange toonbank besloeg ongeveer drie kwart van de breedte van het lokaal, en daarvoor stonden diverse tafeltjes waaraan op wankele stoeltjes verschillende mannen in groepjes van twee en drie waren gezeten. Maraquita zag nog twee andere vrouwen en begreep terstond waarom Hall gezegd had, dat men in dergelijke plaats geen dame verwachtte te vinden. Er stond slechts één man aan de toonbank, een groote, krachtig uitziende man, die zijn rug naar hen toegekeerd had, en Maraquita scheen de vorm van zijn schouders te herken nen. Toen hij zich bij het vernemen van het dichtslaan van de deur omdraaide, zag zij dat het Davis was, Mole's opzichter, en de uitdruk king van zijn gelaat deed haar in een plotse linge paniek oogenblikkelijk weer naar de deur teruggaan. Maar Hall zag haar beweging. Het is in orde, miss Allen, zei hij gerust stellend. Gaat U hier maar zitten hij wees op een tafeltje dat vacant was dan zal ik onzen man even roepen. Het hoeft niet lang te duren. Een andere man met een echt ratten-gezicht begaf zich naar de deur, en scheen die te wil len bewaken. De haastige blik, welken hij op haar wierp, bewees haar, dat het zijn bedoe ling was haar uittocht te verhinderen. Zij was nu doodelijk beangst geworden, maar besefte volkomen dat zij in een plaats als deze niets kon doen. Een beetje bevend ging zij op den stoel zitten, haar door Hall aangewezen, en wachtte, terwijl hij naar de toonbank ging om met Davis te praten. Daarna kwamen beiden terug naar de plek waar zij gezeten was, en terwijl Davis zich eveneens neerzette, boog Hall zich over haar heen. Ik moet even weg, zeide hij. Voor zij kon antwoorden, opende de man met het rattenge zicht de deur voor hem en verdween hij naar buiten. Nu kunnen wij praten, miss Terry, zei Davis gemakkelijk, met bijzonderen nadruk op den naam. Eigenlijk niet de geschiktste plek voor U hier, maar ik kon niets beters vinden. Er klonk een zelfverzekerdheid, een losse familiariteit in zijn toon, welke haar veront rustte. Zij slaagde er in al haar moed te ver zamelen. Ik heb begrepen dat U mij naar miss De- lage kunt brengen miss Fleur Delage, zeide zij. Anders Misschien kan ik dat wel later zei Da- vis, tamelijk onbeschaamd, naar zij meende. Waar is mr. Hall naar toe? vroeg zij scherp. Doet er niet toe hij komt niet meer te rug, antwoordde Davis scherp. Het laatste greintje twijfel was nu bij haar verdwenen: zij was in de val geloopen, hoewel zij nog niet begreep met welk doel die was uitgezet. Maar toch wist zij haar kalmte tot op zekere hoogte te bewaren; de man met het rattengezicht bewaakte de deur, zoodat daar langs geen ontsnappen mogelijk was; zij zag dat een van de vrouwen in het lokaal haar met vijandige belangstelling gadesloeg, en wist dat er van die zijde voor haar geen hoop was; van de paar aanwezige mannen keken enkele haar met dronkemans-oogen aan, terwijl anderen in het geheel geen notitie van haar namen. Toen, met een vernieuwde hoop, bemerkte zij dat er twee mannen waren gezeten aan het tafeltje achter Davis' rug, waarvan er een haar vriendelijk bezorgd aankeek en geruststellend knikte, zijn vuist ballend en deze in de rich ting van Davis' rug schuddend. Dit was een tamelijk kleine man van middelbaren leeftijd, met een humoristische schittering in zijn grij ze oogen. Zijn metgezel was jonger en grooter, zag er bijna even krachtig en gespierd uit als Davis zelf, hoewel hij van een fijner, beschaaf der type was. Uit hun houding kon zij aflei den, dat zij beide scherp luisterden naar haar gesprek met Davis, hoewel zij niet begreep waarom zij zich voor haar zouden interessee ren. Ik moet u verzoeken mij direct naar mijn hotel terug te brengen, zeide zij, haar stem een weinig verheffend ten gerieve van het tweetal achter Davis. U gaat niet terug naar dat hotel, zei Davis, althans nu nog niet. Wat wilt ge van mij? vroeg zij scherp. U zelf anders niet, antwoordde hij on beschaamd. Het heeft geen zin rond te kijken dit is de Blauwe Papegaai waar de men- schen zich met hun eigen zaken bemoeien. La waai zal u niet helpen, miss Terry. Wees geen dwaas! zei zij, terwijl woede zich met haar angst mengde. Dat zou ik zijn, wanneer ik U liet gaan, nu ik U heb, merkte Davis op. Wilt ge het niet verklaren? vroeg zij. Ik kwam hier omdat Ik weet waarom U dacht dat u hier kwam, viel Davis haar in de rede. Ik hoorde ieder woord, dat U en Mole vandaag samen spraken, en wel een kans als deze doet zich niet meer dan ééns in een menschenleven voor. U vroeg om een verklaring, en die zal ik U geven. Ik neem u mee hier vandaan naar een plek, waar ik u verborgen kan houden. Mole is er niet zeker van, dat u de ware bent, maar ik ik ben er toevallig wel zeker van, omdat u naar Fleur vroeg en ik weet, wat Mole niet weet, dat kapitein Terry destijds Fleur met zijn doch ter grootbracht. Dat gaf voor mij den doorslag. Wat denkt ge er mee te bereiken met mij verborgen te houden? vroeg zij. Wanneer je zoover bent dat je verstandig zult kunnen praten, zal ik Hall laten halen, ofschoon hij denkt dat de eenige veilige manier voor mij is om met je te trouwen. Indien dat zoo is, ben ik daar volkomen toe bereid. Ik kon het slechter treffen. Het was zulk een monsterachtige situatie dat zij er in andere omstandigheden om gelachen zou hebben. Zij zag hoe beide mannen, die ach ter Davis zaten, zich yoorover bogen als om duidelijker te kunnen hooren; zij zag hoe de man met het rattengelaat nog steeds de deur bewaakte, en met een blik op een tweede deur aan het eind van het lokaal schatte zij den af stand, maar weldra besloot zij dat een run naar deze deur even doelloos zou zijn als het roepen om hulp, in een omgeving als deze. Het heeft geen zin, zei Davis, als raadde hij haar gedachten Ik speel om vijftigduizend pond, de kans van een leven, en ik heb alles behoorlijk geregeld. Je gaat rustig mee en er zal je niets gebeuren. Je moet rustig meegaan! Zij keek hulpeloos naar beide mannen achter Davis en de groote, de jongste, knikte haar ge ruststellend toe. Davis draaide zich met een ruk om, gealarmeerd door den blik in haar oogen, maar het eenige dat hij zag was een tenger man, die op een dronken ruziemanier zijn vuist tegen zijn metgezel schudde. Geen en kele andere bezoeker van het lokaal toonde de minste belangstelling in hem of in het meisje, behalve dan zijn medeplichtige bij de deur, en gerustgesteld keerde hij zich weer naar haar toe. Geen gekheid dat is alles, zei hij. Klaar? Om terug te gaan naar mijn hotel ja, antwoordde zij flink. Je gaat daar niet terug, totdat, ik verkre gen heb wat ik mij heb voorgenomen, zei Da- vis, terwijl hij voor het eerst teekenen van woede begon te geven. Hij stond op, hoog over haar heen uitstekend. Kom mee, beval hij. Niet tenzij je mij doodt! zei ze, terwijl ze zich aan de zitting van haar stoel vastklemde, als wilde zij zich zelf zoo beletten om op te staan. Toen kwam Davis' groote hand op haar arm en schouder neer, en hij greep haar zoo stevig, dat zij een kreet van pijn niet kon terughouden En de man met het rattengezicht, die zijn post bij de deur verlaten had, kwam op hen toe ge loopen HOOFDSTUK TV. „IN HET DUISTER." Acht uur, zei Coulson bij zich zelf, en nog geen Josiah! Hij was de jongste van de beide mannen, wel ke Maraquita Terry een groot uur later aan een van de tafeltjes in de gelagkamer van de Blauwe Papegaai zou zien zitten. Op het oogenblik dat hij bovenstaande opmerking maakte, zat hij voor de beentjes van een twee tal schaapskoteletten in het apartement, het welk mrs. Varapetta, zijn en Josiah's hospita, vereerde met den naam van eetzaal. Want bij den huidigen stand van hun financiën, kon noch Coulson noch Josiah wiens achter naam Drinkwater was zich iets beters ver oorloven dan een kleurlingen-pensioen; plaat sen als Barney's hotel waren buiten hun be reik, maar zij hadden nog hoop! Josiah Drinkwater had al sedert veertien jaar gehoopt, Coulson bijna acht. Oorspronkelijk was josiah naar Oost-Indië uitgekomen als manager van een ijzerwarenzaak, maar, zooals hij zelf vaak verklaarde, had de eigenaar van die zaak last van dorst, en daar Josiah zelf óok niet een van de zuinigsten was, had hij van baantje tot baantje, en van plaats tot plaats gezworven, tot Alan Coulson kwam opduiken. Daarna hadden zij samen gezworven. Coulson op zijn beurt, was uitgekomen als medeeigenaar van een rubber-plantage, met heel veel hoop en heel weinig verstand van rubber, daar hij opgeleid was voor landmeter. Hij had zijn heele bezit in de onderneming ge stoken, maar was een beetje onvoorzichtig ge weest bij het opmaken van het contract met zijn compagnon, die na 'n overmatig regenach tig seizoen spoorloos verdween, Coulson met de onaangename wetenschap achterlatend, dat het bezit ver boven zijn waarde belast was. De cre diteuren hadden zich heel schappelijk gedra gen en Coulson had een klerkenbaantje gevon den op een groote zaak, waar Josiah het een of ander buitenwerk verrichtte. Toen Josiah we gens onbeschaamdheid er uit gegooid werd, be sloot Coulson met hem mee te gaan, want de zaak beviel hem maar half. En zoo waren die twee avonturiers na jarenlange omzwervipgen in Sindanaoteland gekomen, na alle mogelijke baantjes aan de hand gehad te hebben, heel vaak „down" maar nooit heelemaal „out", zoo als Josiah het uitdrukte. Evenals de eigenaar van de ijzerwarenzaak had Josiah bij tijden last van dorst, hoewel die zich slechts bij tusschenpoozen demonstreerde en dan alleen wanneer hij niets om handen had. Terwijl hij de snel stollende karbonades, welke Josiah's portie van het avondmaal uit maakten, gadesloeg, kwam Coulson tot de con clusie, dat zijn makker weer voor zijn dorst gezwicht was, en dat, indien hij niet tijdig ar riveerde om met die karbonaadjes af te rekenen, deze morgen zeker opnieuw zouden verschij nen, indien mrs. Varapetta haar zin kreeg Lie ver dan zulks te laten gebeuren, besloot Coul son er op uit te gaan om Josiah op te snorren. Dit onderzoek begon opgewekt in de ver wachting, dat zijn dorstige vriend in een of twee zaken in de buurt te vinden zou zijn doch werd na verloop van een half uur, gedurende welk tijdsverloop Coulson alle café's aan de Sunda Avenue had afgedregd, een ernstige zaak. Er bleven nog maar twee zaken over, de eene „joe's Bar" genaamd, een verzamelplaats van havenwerkers en kleurlingen, en de „Blauwe Papegaai" waar men van alles kon verwachten. Coulson wist uit ondervinding dat Josiah, wanneer hij dorst had, er niet voor terugschrok dergelijke gelegenheden te begun stigen. Hij had zich niet vergist. Toen Coulson bin- rentrad zat Josiah alleen aan een tafeltje, niet ver van de deur verwijderd, een groot glas bier vóór zich, met beide ellebogen op het blad leu nend, terwijl een slaperig-tevreden uitdruk king op zijn gelaat lag. Toen Coulson voor hem kwam staan keek hij hem met een flauw merk baar oogenknippen aan waarmede hij te kennen wilde geven dat hij niet zoo verzadigd noch zoo slaperig was als hij eruitzag. Ga zitten adviseerde hij. Moet met je pra ten wat zal 't zijn? Ook zoo een zei Coulson naar het bier knikkend. Hij wist dat het 'n onschadelijk goedje was en het feit dat Josiah het dronk bewees dat een onbestemde boemel in iets ern stigs was veranderd. Hij ging zitten en Josiah slenterde naar het buffet waar hij nog 'n glas bier haalde. Terug- keerend schoof hij zijn stoel tot dicht by dien van Coulson zoodat zij ongestoord kon den praten. LS&V (Wordt vervolgd».

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6