HET DISCONTO VERHOOGD MET EEN VOL PROCENT. DE AARDBEVING IN ZUID-SUMATRA DONDERDAG 29 JUNI 1933 Natuurlijk gevolg van de gebeurtenissen op de wisselmarkt. - consequentie van de door de bank gevolgde monetaire politiek. Als zoodanig ook een maatregel, welke vertrouwen wekt. Tevens DE BESTUURSHERVORMING NED. INDIE. IN Bijdragen van de Suikerindustrie in den werkloozensteun. Steun aan de industrie. AANVALLEN UIT DE LUCHT. BESCHERMING VAN DE BURGER. BEVOLKING. HET GOUDEN JUBILEUM VAN DEN A. N. W. B. ROND DE BROCHURE DUYS. A. R. K. A. Vergadering van de afd. Z.-Holland van de Vereen, van Ned. gemeenten. DE ZALIGE BERNADETTE SOUBIROUS. Onthulling van een gedenksteen.. DEELNEMING VAN H. M. DE KONINGIN. Volgens berichten der bevolking zouden bij Pasar Liwa 200 dooden zijn. GEEN EUROPEANEN VERONGELUKT S. S. BARNEVELD AAN DEN GROND GELOOPEN. DIEVEN EN DIEFJESMAAT. Heele inbrekersbende voor den rechter. Een hunner had 26 kraken op zijn kerfstok. DRONKEN ACHTER HET STUUR. MOTORONGELUK. De directie van de Nederlandsche Bank heeft met ingang van 29 Juni 1933 den rentestand der bank als volgt verhoogd: Wisseldisconto tot 4 y% pet. Promessendisconto tot 5 pet. Beleening van effecten tot 5 pet. Beleening van goederen tot 5 pet. Voorschotten in rekening courant 5 pet. Sedert 12 Mei 1S33 bedroeg het wisseldisconto 352 pet., het promessendisconto 4 pet., terwijl voor beleening van effecten en van goederen en voor voorschotten in rekening courant ook 4 pet. werd gerekend. De aanleiding tot deze discontoverhooging zal men in hetzelfde licht moeten zien als den vorigen keer. Valutavrees heeft ook nu wederom aanlei ding gegeven tot geldonttrekking op groote schaal door het buitenland, evenals tot geldom- zetting in vreemde waarden zij het deviezen of anderszins door het binnenland, in niet voor controle vatbare mate. Wat de geldont trekking door het buitenland betreft, mag wel worden opgemerkt, dat ook dit proces bezwaar lijk in zijn jüisten omvang kan worden geme ten. Deze wijze van geldonttrekking heeft im mers niet alleen plaats door het terugtrekken van op korten termijn hier te lande uitgezette saldi, doch o.a. eveneens door verkoop van zich in buitenlandsche handen bevindende Neder landsche beleggingswaarden en omzetting van het daaruit verkregen guldenprovenu in vreem de valuta. Van welke beteekenis deze transacties zijn geweest, eventueel nog zullen kunnen wor den, kan evenmin moeilijk worden benaderd. Vermindering van het surplus op de geldmarkt. ïn de hieruit uiteindelijk voortvloeiende goudonttrekking zou intusschen nog geen aan leiding tot een verhooging van de tot dusverre geldende rente hebben gelegen, ware het niet, dat een en ander gepaard ging met een gevoe lige vermindering van het op de geldmarkt be schikbare middelensurplus. Dat dit surplus be langrijk geringer werd gedurende 't verloop der laatste maanden, lijkt wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de ontwikkeling van den post der rekening-courantsaldi in de wekelijksche publicaties* van de Nederlandsche Bank. Uit den laatsten weekstaat, welke juist Dins dagochtend in de bladen verscheen, is intus schen wel gebleken, dat de omstandigheden de Nederlandsche Bank hebben genoodzaakt, om tot deze discontoverhooging over te gaan. Mo gelijk heeft het daadwerkelijk verloop der om standigheden de bank dezen keer zelfs in meer dere mate daartoe gedwongen dan op 12 Mei het geval was. Het is duidelijk, dat men de discontoverhoo ging niet op de eerste plaats zal moeten zien als een tegen de goudonttrekkingen gerichte maat regel van afweer. Men zal haar veeleer moeten beschouwen in het licht van een bepaalde door de bank consequent gevoerde monetaire poli tiek, welke geen uitbreiding van het crediet der centrale bank in het binnenland gedoogt, om dat zij onwrikbaar aanstuurt op handhaving van den gouden standaard. In dit licht bezien, zal men deze discontoverhooging niet alleen kun nen en moeten billijken, doch zal men haar tevens moeten waardeeren als een maatregel, welke met het oog op het gestelde doel alleszins op haar plaats is; en dienovereenkomstig het vertrouwen in de leiding der bank evenals in de aan haar zorgen toevertrouwde valuta eer der versterkt dan verzwakt. Hieronder laten wij de verschillende wijzigin. gen volgen, welke het disconto in den loop der laatste jaren onderging: 19— 7—1909 2% 12—12—1923 4% 13—10—1909 3 23— 1—1924 5 19— 3—1910 4 15— 1—1925 4 6— 4—1910 5 15— 1—1925 4 16— 9—1910 4 3—10—1925 3Yz 10— 1—1911 3% 13—10—1927 iVz 15— 5—1911 3 23— 3—1929 5% 30— 9—1911 4 31—10—1929 5 25— 6—1913 5 15—11—1929 4% 17— 2—1914 4% 15— 1—1930 4, 24— 2—1914 4 7— 3—1930 3% 23— 3—1914 3% 25— 3—1930 3 29— 7—1914 4% 24— 1—1931 2Vz 1— 8—1914 6 16— 5—1931 2 20— 8—1914 5 29— 9—1931 3 1— 7—1915 4% 19— 4—1932 2 Vz 18— 7—1922 4 12— 5—1933 3% 29— 5—1933 4t4 Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer in zake de wetsontwerpen goedkeuring van de besluiten van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië tot wijziging en aanvulling van de afdeelingen I, II, III, III A, IV, VI, VII en VIII der begrooting van Nederlandsch Indië voor het dienstjaar 1933 en tot vaststelling van de nieuwe afdeeling VIID (havens van Sema- rang) van genoemde begrooting Hieraan wordt ontleend, dat ten opzichte van de in de motie-Van Helsdingen behandelde hef fing van dividend- en tantièmebelasting van de Indische gemengde bedrijven overleg gaande is tusschen de Indische regeering en bet opper bestuur, welk overleg evenwel nog niet tot een resultaat heeft geleid. Met de plannen tot ver dere voorbereiding van de doorvoering der be- stuurshervorming, zooals die bij deze aanvul- lingsbegrooting door de Indische regeering aan den Volksraad zijn overgelegd, vereenigt de minister van koloniën zich. Hij acht het be paald raadzaam, dat de voor de doorvoering noodige maatregelen thans reeds zoo volledig mogelijk worden uitgewerkt, opdat, zoodra de financieele toestand zulks zal veroorloven, deze hervorming zonder verder uitstel zal kunnen worden tot stand gebracht. Voor de vrees, dat op dat tijdstip de thans ontworpen opzet weder aanzienlijk wijziging zal behoeven, ziet de mi nister geen aanleiding, daar het ontworpen* plan volkomen ligt in de lijn der staatkundige ont wikkeling van Nederlandsch Indië en erop be rekend is, een voor die ontwikkeling gedurende langen tijd passend raam te vormen. De suikerindustrie in Nederlandsch Inr ië heeft aan de regeering onder zekere voorwaarden aangeboden om drie jaren jaarlijks_ 500.000 bij te dragen aan het centraal comité tot steun van werkloozen. In beginsel heeft de Indische regeering dit aanbod, dat nog goedkeuring der N.I.V.A.S.-leden behoefde, aanvaard. Hierom trent heeft 's ministers ambtsvoorganger met de Indische regeering overleg geopend, dat nog gaande is. De minister meent, dat de nijverheid van overheidswege met alle ten dienste staande ml(^" delen moet worden bijgestaan en bevorderd. Daar een inheemsche textielindustrie zich voorhands niet als grootbedrijf, maar wel als klein- en middenbedrijf laat vormen, heeft de Indische regeering reeds sedert vele jaren voor lichting doen verstrekken tot verbetering van de inheemsche weeftechniek, waardoor in den laatsten tijd een regelmatige uitbreiding van de op moderne wijze beoefende weefnijverheid kan worden waargenomen. Het is thans in overwe ging om het aantal filialen der textielinrich- ting te Bandoeng, waar kosteloos practisch on derwijs wordt gegeven, uit te breiden over Se- marang, Cheribon, Manado en Bandjermasin. De minister staat niet op het standpunt, dat de N.I.V.A.S. verplicht had moeten worden om de kosten van het regeeringscommissariaat bij die vereeniging aan den Lande te vergoeden. De regeering zelve moet die kosten dragen, mede omdat de commissariaten in het algemeen belang worden ingesteld. LEGERORGANISATIE IN NED. INDIE De versoberingsmaatregelen. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer in zake de wetsontwerpen niet-goedkeuring van de besluiten van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië tot intrekking en her nieuwde vaststelling van de afdeelingen IX en IXB der begrooting van Nederlandsch Indië voor het dienstjaar 1933; wijziging en aanvul ling van genoemde afdeelingen; en goedkeu ring van het besluit van den gouverneur-ge neraal tot intrekking van afdeeling IXA van die begrooting. Ten aanzien van de beoogde versobering van de legerorganisaties deelt de minister het ge voelen van zijn ambtsvoorganger, dat deze mo gelijk is zonder aan de weermacht wezenlijk schade toe te brengen en bovendien noodzake lijk is met het oog op den toestand van de In dische financiën, welke zelfs tot een verder gaande versobering zal kunnen nopen. Aan den wensch van enkele leden, om de voorgenomen verbetering in de materieele uitrusting van het leger achterwege te laten, zal, eveneens in verband met den financieelen toestand, volle aandacht worden geschonken, al zal daarbij op de geschiktheid van dit orgaan voor zijn primaire taak te letten zijn. Het was de „N.R.Crt." ter oore gekomen, dat het verschijnen van de brochure van den heer Duijs bij een burgerlijken uitgever te wijten is aan de weigering van den directeur der Arbei derspers Van der Veen, om tot de uitgave zijn medewerking te verleenen hoewel het partij bestuur der S.D.A.P. 't hierover met mr. Duijs eens was dat casu quo zijn geschrift bij de Ar beiderspers zou moeten verschijnen. Deze voorstelling van zaken, aldus het „Volk' is bezijden de waarheid. De juiste feiten zijn aldus: Toen p.g. Duijs zich tot den directeur der Arbeiderspers wendde met de vraag of deze bereid was zijn brochure uit te geven, heeft p.g. Van der Veen daarop toestemmend geantwoord, onder nadrukkelijk beding, dat het partijbe stuur met de uitgave accoord zou gaan Hij adviseerde dus Duijs zich terzake met het Par tijbestuur te verstaan. Aanvankelijk was Duijs niet genegen aan dit advies gevolg te geven. Ten slotte echter gaf hij toe. Bij het daarna gepleegde overleg bleek, dat het Partijbestuur in zijn grootst mogelijke meerderheid van oordeel was, dat uitgave van de brochure in hooge mate ongewenscht en schadelijk voor het partijbelang zou zijn. Met klem werd Duijs ontraden tot de uitgave over te gaan. Een voorstel van een der Partijbestuursleden om tevens de leiding der Arbeiderspers te ver zoeken in géén geval tot de uitgave over te gaan werd echter verworpen, aangezien de meerderheid in het Partijbestuur oordeelde dat mocht Duijs onverhoopt toch tot uitgave besluiten verschijning bij de Arbeiderspers de voorkeur zou verdienen boven publicatie door een burgerlijk uitgever. Na afloop der conferentie heeft Duijs zich opnieuw tot den directeur der Arbeiderspers gewend. Deze heeft Duijs te kennen gegeven, dat hij, nu het Partijbestuur de publicatie van de brochure schadelijk voor het partijbelang had verklaard, zijn medewerking tot de uitgave waarschijnlijk niet zou kunnen verleenen. De taak der Arbeiderspers immers kon het naar zijn meening niet zijn om mede te werken aan uitgaven, die schadelijk voor het partijbelang worden geacht. Van der Veen verzocht echter Duijs een definitieve beslissing tot den volgen den dag te mogen uitstellen, er op aandringende dat Duijs ook zelve de zaak nog eens in ern stige overweging zou nemen. Duijs ging hier mede accoord. Den volgenden morgen, tijdens de vergadering van den Partijraad heeft Duijs aan Van der Veen meegedeeld, dat hij besloten had de brochure niet uit te geven. Hij heeft van dit besluit daarop ook de vergadering in ken nis gesteld. Voor Van der Veen verviel dus de noodzaak om een beslissing te nemen. Nadien heeft Duijs zich over de uitgave zijner brochure niet meer met de directie der Arbei derspers verstaan. Dit zijn de feiten. De afdeeling Zuid Holland van de Vereeni ging van Nederlandsche gemeenten hield Woens" dag haar ledenvergadering in een der zalen van het Kurhaus te Scheveningen onder voorzitter schap van den heer E. Vernède. Maatregelen tegen aanvallen uit de lucht. Nadat eenige huishoudelijke aangelegenheden waren behandeld, hield de heer P. van Rees J.W.zn. burgemeester van Papendrecht een in leiding over „Maatregelen tegen aanvallen uit de lucht". Spr.. gaf een overzicht van het vraagstuk der chemische oorlogvoering. Hij merkte op, dat de vraag gesteld kon worden waarom een speciaal gasverbod de geesten blijft bezighouden. Naar eenvormig inzicht der deskundigen zijn scherf- en brandbombardementen voor de bevolking ge vaarlijker dan gas-bombardementen. Naar sprekers overtuiging kan het luchtbe schermingsplan eerst doeltreffend zijn, indien de zoozeer noodzakelijke samenwerking van de verschillende daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen tot stand komt en verzekerd blijft. Tusschen de randgemeenten van groot steden, de gemeenten met nagenoeg geheel aaneengesloten bebouwde gedeelten, de geza menlijke langs voorname spoor- en waterwegen gelegen gemeenten zal een nauwkeurig overleg moeten plaats hebben en de verschillende voor te bereiden maatregelen zullen behooren te worden gecontroleerd op hun waarde door een of meer oefeningen. In dit licht is te zien de aanwijzing van het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst, de persoon aan wien de leiding van den dienst is toevertrouwd. Vanzelfsprekend zal in groote steden meer van deze gevergd worden dan van gemeenten met zeer gering inwonerstal. In alle gemeenten zijn echter maatregelen wenschelijk en vooraf dient vast te staan, waar het hoofd zijn functie ten uitvoer legt, welke zijn be voegdheden zijn, wie hem vervangen moet enz. Bij instructie ware dit alles te regelen. Als een tweede noodzakelijk ter hand te ne men aangelegenheid noemde spr. de organisatie door de regeering door het geheele land van een luchtvaartdienst, een zuiver militaire or ganisatie. In de gemeenten is dan noodig een waarschu- wings- en een alarmeeringsdienst. Uitvoerig ging spr. hierop in evenals op de wijze, waarop de burgers gewaarschuwd moeten worden, opdat men tijdig de noodige voorzorgs maatregelen kan nemen. Vensters en deuren moeten dan gesloten worden, voorzienin gen getroffen in kelders en de toegangen daar toe levensmiddelen worden opgeslagen en drinkwater opdat het beginsel zooveel mogelijk tot zijn recht kome, dat ieder voor eigen gezin en woning de vereischte maatregelen neemt en de luchtbescherming van huis uit begint. De burgers moeien zelf organiseeren en de over heid combineert en geeft leiding. Een ander belangrijk punt is de mogelijk heid de oriënteering van vijandelijke vliegers te bemoeilijken en daardoor de kans te ver kleinen op nachtelijke luchtbombardementen. In het tijdperk 1914—1918 werd langs de gren zen in de Zuidelijke provinciën verduistering toegepast en langs de kust menig licht niet ont stoken. Ook zal in overweging genomen moeten worden de organisatie met behulp van den dienst der gemeentewerken om voorzieningen te treffen noodig voor herstel van eventueele vernielde verkeersaders, opruimen van hinder nissen enz., alsmede de verzorging van gewon den en gaszieken. Tenslotte gaf spr. nog een overzicht van de verschillende beschermingsmiddelen. Het is noodzakelijk, dat de gemeenten zich met deze kwestie bezig houden. Doet men dit niet dan zal in tijden van gevaar door ande ren ingegrepen worden. Dan zal geforceerd worden, wat nu voorbereid kan worden en waarbij fouten gemaakt zullen worden, welke duur komen te staan. Op de rede van den heer van Rees volgde eenige discussie. In de middagvergadering sprak de burge meester van Hoogeveen, de heer J. Tjalma over „Centrale inkoop door de gemeenten." Tenslotte heeft de heer J. W. van Aken, bur gemeester van Hardinxveld nog eenige oogen- blikken het woord gevoerd voor een „nationale zaak" en de aandacht der gemeenten gevestigd op het Fonds 1918 tot 'bestrijding der kanker. In het huishoudelijk gedeelte der vergade ring werden de drie periodiek aftredende be stuursleden, de heeren E. Vernéde, F. N. v. Quant en A, B. de Zeeuw herkozen. De heer L. Moonen bedankt als vice-voorzitter. Naar wij vernemen, zal de heer L. Moonen bedanken als hoofdbestuurslid en vice-voorzit ter van de A.R.K.A. De heer Moonen meent deze functies ter beschikking te moeten stellen, nu door de algemeene vergadering te Tilburg een Beslissing is genomen, waarbij de reorga nisatie-voorstellen van het hoofdbestuur wer den afgewezen. De heer Moonen blijft voorzitter van de Haag- sche afdeeling van de A.R.K.A. en van groep I (Rijksambtenaren). ROME, 28 Juni. (R. O.) Op 2 Juli a.s. zal in tegenwoordigheid van den H. Vader de voor lezing plaats vinden van het decreet „de tuto" voor de heiligverklaring van de zalige Bema* dette Soubirous. Het besluit hiertoe is vandaag genomen op een bijeenkomst van de H. Congregatie der Riten. ONDERSCHEIDING. Prof. dr. C. U. Ariëns Kappers, directeur van het Instituut voor Hersenonderzoek te Am sterdam heeft te New-York, Toronto en An narbor (Michigan) een aantal lezingen gehou den alsmede een aantal voordrachten te Chi cago voor de Association for the Advancement of Science. Naar aanleiding hiervan werd aan prof. Ariëns Kappers het eere-doctoraat door de Universiteit te Chicago in de rechten toege kend. Prof. Ariëns Kappers zal zich ongeveer 10 Juli inschepen voor de terugreis naar Europa MASSA-VANGST VAN ZANGVOGELS. Door den heer Van Zadelhoff is aan den minister van Economische Zaken gevraagd, of hij bereid is ten spoedigste de noodige maat regelen te treffen, waardoor aan de massa vangst van zangvogels een einde wordt ge maakt, en niet opnieuw tijdens het aanstaande herfstseizoen in ons land tienduizenden zang vogels onnoodig aan hun natuurlijke bestem ming worden onttrokken. De herdenking van het 50-jarig bestaan van den A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, is gisteren te Utrecht op sympathieke, van pië teit getuigende wijze, ingezet met 'n eenvoudige plechtigheid, op de plek zelve, waar vijftig jaar geleden de Bond tot stand kwam. In het gebouw Maliebaan 81, waar op 1 Juli 1883 de oprichtingsvergadering van den A. N. W. B. gehouden werd, het vroegere „Buiten- lust", waar thans de kantoren gevestigd zijn van de Amsterdamsche Superfosfaat-fabriek en de Ver. Chemische Fabrieken, is gistermiddag, in tegenwoordigheid van een kleinen kring ge- noodigden, een in den gevel geplaatste gedenk steen onthuld, den Bond aangeboden door de leden van het algemeen bestuur. Met het kleine comité waren bij de plechtig heid tegenwoordig de voorzitter en de leden van het dagelijksch bestuur van den bond, de burge meester van Utrecht, dr. J. P. Fockema Andreae, terwijl mede genoodigd waren de nog in leven zijnde oprichters van den bond, de heeren E. Kol, mr. B. P. G. van Diggelen, H. E. de Ruiter Zijlker, A. I. C. van der Feen, mr. P. Golden- berg, L. H. Koolhoven, C. H. Bingham en A. E. P. M. Driebeek, en de directie van de Ver. Che mische Fabrieken, die toestemming had gegeven tot plaatsing van den gedenksteen in den gevel van haar gebouw. Namens het algemeen bestuur sprak de heer E. Pool een van groote waardeering en harte lijke genegenheid jegens den bond getuigend woord, waarin hij er aan herinnerde, dat men hier stond op historischen grond, n.l. op de plek, waar de A.N.W.B. werd gegrondvest. Spreker bracht hulde aan de hoog staande mannen, die den bond hebben geleid en die zich geheel hebben gegeven aan de hun toevertrouwde organisatie en huldigde in het bijzonder den voorzitter Edo J. Bergsma, die met onverzwakte kracht, geboren uit onbaat zuchtige overgave,, zich wijdt aan het werk ter bereiking van het ideaal van den A.N.W B.: samen te brengen wat verdeeld is, nuttig te zijn voor allen en hun geluk te geven, door hen te halen uit de sleur van het vaak eentonige dage- lijksche leven en hen te brengen op de hoogte, waar zij ontspanning vinden voor lichaam en geest op een wijze, die veredelt en ons beter maakt voor medemensch en maatschappij. De gedenkplaat van 70 bij 90 c.m., in grijze hardsteen, vertoont in een omlijsting een ge- styleerd gevleugeld wiel, den klimmenden, heraldischen leeuw met pijlenbundel uit het bonds-embleem, met daarboven het opschrift: „A.N.W.B. Toeristenbond" en onderaan de her innering: „1 Juli 1883 hier opgericht". De bondsvoorzitter, de heer Edo J. Bergsma sprak na deze eenvoudige plechtigheid een kort woord van dank tot de leden van het hoogste bestuurscollege van den bond, die het initiatief namen tot het aanbrengen van dezen gedenk steen, omdat zij gevoeld hebben hoe groot en hoe goed het werk van den A.N.W.B. is en hoezeer het strekt tot nut zijner tienduizenden leden, toeristen aller gading, maar ook gevoel den hoezeer de A.N.W.B. gearbeid heeft tot heil van ons volk. Namens den bond aanvaardde spr. het ge schenk, met dank aan allen, die hun steentje tot dezen gedenksteen bijdroegen en aan hem, die tot deze plechtigheid den stoot gaf, en wiens warm, geestdriftig en treffend woord zoo juist schetste, hoe de bond, in eendracht sterk, zijn doel nastreeft, vermijdend wat kwetsen kan, tot zich trekkend die met hem arbeiden wil en zoo doende bouwend aan een werk, dat tienduizen den tot voordeel en honderdduizenden tot nut is. Herdenkingsrede Edo Bergsma Aan de plechtigheid was vooraf gegaan een bestuursvergadering in hetzelfde lokaal waar de oprichtingsvergadering gehouden werd. De voorzitter van den A.N.W.B., de heer Edo Bergsma, voerde op deze vergadering het woord. Spr. bracht dan hulde aan den eersten voor zitter der vereeniging, zijn voorganger, den heer C. H. Bingham, en aan den heer E. Kol, oud-eerste penningmeester, no. 1 van de bonds- ledenlijst en mede-oprichter van den bond, die met andere mede-oprichters ter vergadering aanwezig was. Over de toekomst slechts dit: Wij willen met elkaar vooruit, altijd maar vooruit, den A.N.W.B. krachtiger, sterker, nut tiger makend, stijgend in ledental, stijgend in hoeveelheid en hoedanigheid van nuttig werk, stijgend in invloed ten nutte van zijn leden, ten algemeenen nutte vooral. Zoo doende zullen wij het beste de stichters en eerste werkers eeren, die den bondsarbeid te dezer plaatse hebben begonnen en hier het ster ke gebouw hebben gegrondvest van onzen grooten A.N.W.B. Kranslegging. Op het graf van den vroegeren hoofd-consul van den A.N.W.B., Daan Fockema, te Arnhem, is Dinsdagmiddag namens 't hoofdbestuur van den A.N.W.B. een krans gelegd door een lid van het algemeen bestuur, die herinnerde aan het vele, dat de heer Fockema voor den A.N. W.B. deed. Een broer van den heer Fockema, de heer Nico Fockema uit Oosterbeek, dankte voor de piëteitvolle geste. Eveneens is gisteren op het graf van wijlen den directeur der afdeeling Toerisme van den Bond, mr. A. W. Stork, te Bussum, namens den A.N.W.B. een krans neergelegd door een dele gatie uit het personeel van de directie Toerisme van het Amsterdamsche kantoor' van den Bond, onder leiding van den tegenwoordigen direc teur, den heer W. A. M. Westerouen van Mee- Deelneming van H. M. de Koningin. BATAVIA, 28 Juni (ANETA). De Minister van Koloniën betuigde namens H. M. de Koningin, via den Gouverneur-Gene raal, deelneming aan de bevolking van het door de aardbeving getroffen gebied. De officieele lezing. Aneta-Holland meldt Het Departement van Koloniën ontving gis teren het volgend telegram van den Gouver neur-Generaal van Nederlandsch-Indië d.d. 28 Juni. Dienstdoend Resident Palembang Neys seint ex-Moearadoea na persoonlijke plaatselijke oriëntatie Renaustreek navolgend aanvullend rapport. „Doesoens rond Oostelijke helft Ranaumeer aantal dooden op heden 98, zwaargewonden 70. Alle woningen in zeven doesoens geheel en in overige gedeeltelijk ingestort. Alle zwaarge wonden geconcenteerd ondernemingshospitaal Sumatralandbouwsyndicaat Sepatoehoe. In Mekakauilirstreek waar onder ressorteeren doesoens Pematangpaling Poelaudoekoe Tand- jongbesar Blimbing Galangtinggi Soekaradja doodental heden 17, vele zwaargewonden. Vier doesoens alle huizen ingestort. Mekakauoeloe- streek met als centrum Poelaubaririgin volgens rapport 5 dooden. Slechts enkele huizen inge stort. Alle verdere noodige maatregelen voor ziening medische en militaire hulp getroffen. Bestuur beheerscht toestand. Bevolking thans rustig. Verkeersstremming veroorzaakt door vele zware aardstortingen. Weg Moearadoea Bandingagoeng vermoedelijk binnen enkele dagen opgeheven. Telefoonverbinding Moeara doea Ranau thans hersteld. Resident Bankoelen per draad ingelicht inzake bevolkingsberichten situatie streek omgeving Pasarliwa gelegen in transportweg Kotabatoe Kroe in welke streek volgens geruchten 200 dooden op grond waar van dezerzijds versterking medische hulp en in lichtingspatrouilles Kroewaarts". Resident Benkoelen seint 27 dezer „Volgens hedenmorgen ontvangen bericht telegrafische gemeenschap met Kroe verbroken tengevolge aardbeving Zondagmorgen. Op mijn verzoek om inlichtingen seinde waarnemend Resident Palembang als volgt uit Moearadoeo: „Volgens bevolkingsberichten wegtraject Kroe- kottabaroe talrijke aardstortingen versperd. Om geving Pasarliwa 163 dooden Soekau 25 dooden Kroe 5 dooden alle steenen huizen te Kroe in gestort. Dezerzijds Liwawaarts medische hulp inlichtingspatrouilles. Zal u nader inlichten". Ik (d.i.) de Resident van Benkoelen) vertrek zoodra mogelijk derwaarts". Gisterenmiddag werd op het Departement van Koloniën nog ontvangen een nader telegram van den Gouverneur-Generaal d.d. 28 Juni 1933, luidende Resident Benkoelen seint heden„Ontving gisterenavond 10 uur het eerste per looper en telefoon overgebracht telegram van Hoofd Plaatselijk Bestuur Kroe over ramp aldaar (luidende): „Heden hevige aardbeving Zondag morgen ongeveer 5 uur aantal dooden onge veer 250 aantal gewonden nog meer. Balikboe- kit het zwaarst geteisterd. Aantal ingestorte huizen voorloopig niet te taxeeren, Weg grens Palembang tot Liwa door zware aardstortingen zeer zwaar beschadigd bij K.M. 48 geheel in gestort. Weg KroeLiwa mede zwaar bescha digd hoop verkeer binnen eenige dagen open te stellen geheel 'herstel eerst mogelijk na lan gen tijd". Geen Europeanen verongelukt. BENKOELEN, 28 Juni (ANETA). Er zijn geen Europeanen verongelukt. teren, die deze daad van piëteit jegens een hooggewaardeerden medewerker vergezeld deed gaan van een sympathiek en treffend woord van hulde aan diens nagedachtenis. Bij deze kranslegging waren tegenwoordig me vrouw de weduwe Stork en haar beide kin deren. Ook op het graf van wijlen den heer J. H. W. Leliman, oud-bestuurslid van den A.N.W.B., op de Oosterbegraafplaats te Amsterdam is na mens den Bond een krans neergelegd door den bondsconsul te Amsterdam, den heer H. D. van Dellen. Kapitein deed een onjuiste keuze. De Raad voor de Scheepvaart heeft Dinsdag utspraak gedaan in zake het aan den grond loopen van het stoomschip „Barneveld" in het vaarwater naar Buenaventura (Colombia). De Raad is van oordeel, dat de kapitein zeer zeker tegenslag heeft ondervonden en hier dan ook wel kan worden gesproken van een onge- lukkigen samenloop van omstandigheden, doch hieruit volgt nog niet, dat de kapitein gedaan heeft wat in de gegeven omstandigheden het beste was. Het zwaartepunt is hier gelegen in den toestand, zooals deze zich te 8.25 voordeed. Hoe was de positie te 8.25? De kapitein had tusschen drie mogelijkheden te kiezen: terug- keeren, doorvaren of blijven liggen om een volgend hoog water af te wachten. Aan alle drie mogelijkheden was een risico verbonden. Het wil den Raad voorkomen, dat de kapitein juist de keuze heeft gedaan, waaraan het grootste risico verbonden was. Vooreerst valt te constateeren, dat de kaart, welke de kapitein te zijner beschikking had,, zeer oud was, n.l. van 1846, terwijl daarna de kaart slechts op eenige punten was bijgewerkt. De grootste voorzichtigheid was dus geboden bij het raadplegen van de op de kaart aangege ven diepten. De kapitein stond de Raad er kent dit voor een moeilijke keuze. Hij heeft de gedane keuze om door te varen verdedigd met een beroep op de omstandigheid, dat het half tij was en dat hij dan voor zijn schip met 36'3" diepgang, nog op voldoende water mocht rekenen. De grondslag van deze verdediging is echter niet geheel juist. Er was aan het opva ren van de rivier met vallend water wel zeer veel risico verbonden. Het was, naar 's Raads oordeel, onder de gegeven omstandigheden te gewaagd. De Raad is van meening, dat de kapitein niet de juiste keuze heeft gedaan. Dat een groot schip passeerde, toen de „Barneveld" vast zat, zegt natuurlijk niets, wanneer men den diep gang van dat schip .niet .kent DIENSTWEIGERAARS flod (i ti '2 f De Krijgsraad te 's Hertogenbosch veroor deelde gisteren den 20-jarigen A. J. d. V. B. uit Vlaardingen en den 19-jarigen K. K. uit Em- men wegens dienstweigering tot 10 maanden gevangenisstraf met ontslag uit den dienst. Yoor de Arnhemsche Rechtbank heeft zich een inbrekersbende te verantwoorden gehad, die geruimen tijd Arnhem en de provincie Gel derland onveilig maakte. In den nacht van 6 op 7 Januari werd uit het kantoor van een firma te Arnhem weggenomen een aantal bankbiljetten tot een gezamenlijk bedrag van ƒ100.—. Twee van de mannen, die verdacht werden zich aan dit misdrijf te heb ben schuldig gemaakt, bleken ook te hebben ingebroken in den nacht van 30 op 31 Januari in het kantoor van de coöperatie „De Vooruit gang" te Arnhem, waar zij een bedrag van 26.— benevens een hoeveelheid manufacturen ontvreemdden en bij de firma v. B. aan de Rijn kade, waar ze in den nacht van 28 op 29 Febr. een bedrag van ongeveer 840.ontvreemdden. Als verdacht van deze inbraken stonden terecht de 34-jarige koopman J. W., dé 28-jarige arbeider W. v. d. P. en de 37-jarige expeditie knecht J. F. A., allen te Arnhem, die het hun ten laste gelegde bekenden. De officier van Justitie, mr. Lasonder, deelde mede, dat de hier behandelde zaken slechts een greep vormen uit een massa inbraken, waaraan verdachten zich hebben schuldig gemaakt.Thans reeds is opgehelderd, dat verdachte W. zich aan 26, verdachte v. d. P. zich aan 12 inbraken hebben schuldig gemaakt! Spr. eischte tegen W. drie jaar gevangenisstraf; tegen v. d. P. twee aar en tegen A„ die nog nimmer met de politie in aanraking kwam, 1 jaar, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, alles met aftrek van de preventieve hechtenis. De verdachten W. en v. d. P. stonden nog maals terecht samen met zekeren J. Kr., 32 jaar, koopman te Arnhem, terzake dat ze met hun «edrieën hebben ingebroken bij den wijnhan delaar L. H. te Harderwijk, in het gemeentehuis te Heteren en bij zekeren B. L., rijwielhande laar te Otterlo. In deze zaak eischte de officier tegen W. 1 jaar, tegen v. d. P. zes maanden en tegen Kr., die reeds 7 maal is veroordeeld, 2 jaar gevangenisstraf. Daarna stonden terecht dezelfde verdachte W., de 47-jarige smid J. v. B. en de 27-jarige H. v. d. B., die in verschillende plaatsen in de provincie gedrieën hebben ingebroken en ver schillende goederen en een bedrag aan geld hebben weggenomen. Thans hadden zij Waar denburg, Vlijmen en Kesteren als operatie-ter rein uitgekozen. De officier van justitie eischte in deze zaak tegen W. 1 jaar, tegen v. B., wien ook heling is ten laste gelegd lVz jtt^J tegen v. d. B. 1 jaar. waarvan 8 maanden onvoor waardelijk met 3 jaar proeftijd. Tenslotte moesten terechtstaan P. v. I. en W. V., die met W. en v. d. P., de verdachten in de vorige zaken, een pleiziertochtje naar A'dam en Haarlem hebben gemaakt, hoewel zij er ken nis van zouden hebben gedragen, dat het geld, waarvan zij de auto en de verteringen hebben betaald, van misdrijf afkomstig was. Tegen P. van I. werd in deze zaak wegens heling acht maanden en tegen W. V. drie maanden gevan genisstraf geëischt. Autobotsing op de nieuwe_ Parklaan. Gisternacht omstreeks één uur had op de Nieuwe Parklaan te 's Hage nabij den van Lennepweg een aanrijding plaats tusschen een personenauto, bestuurd door een bewoner van de Talinglaan, die, in staat van dronkenschap verkeerende, aan de linkerzijde van den weg reed en een taxi, tengevolge waarvan een in de taxi zittende passagier aan knie en voorhoofd licht werd gewond. Na aan den Centralen Post te zijn verbonden kon de gewonde per taxi zijn weg vervolgen. De dronken autobestuurder werd aan het bureau Gevers Deijnootweg ter ontnuchtering in bewaring gesteld. UIT EEN MALLEMOLEN GEVALLEN Op de Kermis te Spekholzerheide is de ge huwde vrouw D., moeder van 4 kinderen, uit een ketting-mallemolen gevallen. De ontboden geneesheer constateerde inwendige kneuzingen en een bekkenbreuk. Per ziekenauto werd de vrouw naar het hospitaal te Kerkrade ge bracht. DE „DIETSE SPELERS" NAAR DE WEST. Met het s.s. „Oranje-Nassau" van de K.N.S.M. vertrokken de „Dietse Spelers" uit Amsterdam, onder leiding van Willem v, d. Veer (tweede van links) naar Dinsdagmorgen de West Gisterenavond om acht uur waren drie mo torrijders uit Leeuwarden een tochtje in de om geving gaan maken. Toen zij door Goutum kwamen raakte de achterste motorrijder, de heer W. Maarsen uit de Speelmanstraat te Leeuwarden, het beheer over zijn stuur kwijt Hij vloog eerst tegen een paar boomen, ver volgens over een hoop steenen en kwam ten slotte in een sloot terecht. Met een ernstige bek kenbreuk is hij in zorgwekkenden toestand naar het diaconessenziekenhuis te Leeuwarden vervoerd. Mm vreest war a&n leven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4