TEGEN HET FASCISME. BEHARTIGING DER GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID. ZATERDAG 1 JULI 1933 TIJDIGE ACTIE VAN DEN LIMBURGSCHEN R. K. W. B- ZAANDAM'S GEMEENTEFINANCIEN. KAAS EN GECONDENSEERDE MELK NAAR SPANJE. INVOER VAN SCHOEISEL EN LEEST- KLAAR SCHOENWERK. JHR. VAN NISPEN TOT SEVENAER TREEDT AF ALS GEZANT. MINISTERRAAD. Minister Colijn terug uit Londen. ONTWERP VAN EEN RIJKS- VERKEERDIENST. NATIONALE WIT-GELE KRUIS DAG TE UTRECHT. Een nieuwe taak en haar beteekenis. ZESTIG VLIEGTUIGEN IN DE LUCHT. Groote Nederlandsche eskader- vlucht. ENGELSCH-INDIE—LONDEN IN DRIE DAGEN. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN BEZOLDIGING PERSONEEL IN PUBLIEKRECHTELIJKEN DIENST. Uitbreiding van de bevoegdheden van het Rijksgezag. Installatie commissie voor de vast stelling van de salarisnormen. DS. KERSTEN MET Z'N AUTO TE WATER. Zooals men weet, zal a.s. Zondag in het Volkshuis te Heerlen een vergadering plaats hebben, waartoe alle afdeelingsbesturen van den R. K. Werklieden Bond en den R. K. Mijnwerkersbond zijn opgeroepen. Het geldt de bestrijding van het Fascisme, dat vooral onder de talrijke Duitschers in de Mijnstreek nog dagelijks aanhang wint en door een actieve propaganda ook in de Limburgsche arbeiderskringen poogt door te dringen. Pater Jacobs M.C.S., de onvermoeide strijder voor de sociale organisatie van het katholieke volk, zal het vraagstuk ter ver gadering inleiden, terwijl de hoofdaalmoeze nier van sociale werken, Mgr. dr. Poels, en de beide voorzitters der Katholieke Bonden mede het woord zullen voeren. Wellicht zullen hier en elders critici op duiken met de sceptische vraag, of het wel noodig is heel de arbeidersorganisatie in het geweer te roepen tegen een beweging, die in Limburg nog in haar eerste ontwikke lingsstadium verkeert, en die bij de alge- meene verkiezingen op drie verschillende lijsten (waaronder die van het Nationaal Herstel) in totaal slechts 2333 stemmen wist te vereenigen. Maar zij vergeten, dat nog in het begin van dit jaar de invoering van de fascistische dictatuur in Duitschland door wélingelichte politici en journalisten volkomen onmogelijk werd geacht. Toen wij onlangs in een gesprek met collega's van de Duitsche Centrum-pers uiting gaven aan onze onwrikbare over tuiging, dat in Nederland de onderdrukking der grondwettige vrijheden ondenkbaar en een absolute partijregeering onmogelijk zou zijn, antwoordden zij op bitteren toon: „Auch wir meinten, eine Diktatur ware unmöglich in Deutschland En toch werd zij ingesteld, en toch wor den thans de politieke partijen één voor één op min of meer gewelddadige wijze ontbon den en vernietigd. En het lijdt o.i. geen redelijken twijfel, dat na de volkomen verovering der politieke macht, de Autocratie zich met dezelfde on verbiddelijke consequentie zal meester ma ken van de opvoeding der jeugd, en de sociale organisatie der maatschappij op haar wijze zal doorvoeren. Trouwens ook op dit terrein is het nood lottig werk der algeheele gelijkschakeling reeds een flink eindweegs gevorderd. De Christelijke vakvereenigingen en de katholieke jeugdbonden wordèn de eene na de andere onder het dwangbeheer van den Staat, d.i. van de almachtige N.SD.A.P. gebracht. En men make zich niet de minste illusie omtrent de zelfstandigheid en de vrijheid van beweging, die den katholieken bonden, om den schijn te redden, voorloopig nog in geringe mate wordt toegestaan. Evenals de katholieke pers met ijzeren hand wordt „gemassregelt" door het Rijks ministerie van „Volksaufklarung und Pro paganda" dat in elk district zijn vertegen woordiger (Kreisbeauftragte) heeft, aan wiens willekeur de bladen van iedere rich ting zijn overgeleverd, en die van zijn jiiets en niemand ontziende censuur alleen aan den hoofdleider, dr. Goebels, verantwoording schuldig is, evenzoo staan alle sociale orga nisaties onder de rechtstreeksche controle van het ministerie van Arbeid en alle jeugd bonden onder het despotisme van den „Jugendführer" der N.S.D.A.P. En het kan niet anders dan een voorbij gaand verschijnsel zijn, wanneer hier of daar nog een zweem van zelfstandig op treden wordt waargenomen. Want de theorie der absolute staatsmacht is de grondslag van het Fascisme: en terwijl in Italië de Autocratie nog eenigermate in toom wordt gehouden door het Gezag en de geestelijke macht van den Paus, zal zij in Duitschland van geen halthouden willen weten, alvorens zij ook het geestelijk leven der natie in het keurslijf van „das absolute Deutschtum" heeft gewrongen. „De hoop van onze tegenstanders, dat wij halverwege zouden blijven stilstaan, zal niet verwezenlijkt worden", zeide onlangs staats minister Esser in een toespraak te München. En aanstonds voegde hij de daad bij het woord door het verordenen van de meest drastische dwangmiddelen tegen de Beier - sche Volkspartij. En de woedende rede van dr. Ley te Berlijn, na zijn smadelijke nederlaag op de Internationale Arbeidsconferentie te Genève, werd op den voet gevolgd door de ontbin ding der Christelijke vakvereenigingen. En nu moge, althans voorloopig, de kerke lijke organisatie en de eeredienst der Katho lieken ongemoeid blijven, men kan er zeker van zijn, dat op sociaal, politiek en paeda- Sogisch gebied geen andere opvattingen dan *11® der almachtige partij zullen worden geduld. Want met de „rücksichtlosigkeit" den Duitscher van nature eigen, pleegt hij de logische lijn van een vooropgezet systeem door te voeren tot het bittere einde. En dit einde ligt voor het Nationaal- socialisme in de autonome opperhoogheid van den Staat, die zich niet alleen de stoffe lijke, maar ook de geestelijke heerschappij over heel het volksbestaan aanmatigt. Dat deze aanmatiging op den duur moet leiden tot scherpe conflicten met het kerke lijk gezag, behoeft geen betoog. Immers het is de standvastige leer der Kerk, dat haar taak zich niet beperkt tot het behoud van geloof en zeden voor ieder harer leden afzonderlijk, maar dat haar zending zich uitstrekt over heel het staat kundig leven, voor zoover dit, hetzij direct of indirect, geloof of zeden raakt. Vooral de opvoeding en leiding der jeugd kan en mag de Kerk zich nooit en nergens laten ontrukken: en daarom ligt vooral op dit terrein de stof voor een nieuwen „Kultur- kampf" opgehoopt. Men behoeft waarlijk geen overdreven pessimist te zijn, om den toestand van onze geloofsgenooten in Duitschland zeer somber in te zien. En derhalve achten wij het juist gezien van onze Limburgsche leiders, dat zij het katholieke volk voor een doorsijpeling der Germaansche waan-ideeën willen behoeden. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht, en voorkomen is beter dan ge nezen. En zoo zullen tegenover de propaganda der Duitsche en Nederlandsche Nazi's, die week aan week nu hier en dan daar in de Mijnstreek vergaderingen beleggen, de bes ten onzer voormannen aan hun volgelingen de theorie en praktijk van het Fascisme verklaren en tegen deze verderflijke dwaal leer hun waarschuwend woord doen hooren. Dit woord zal overigens een gewillig en dankbaar gehoor vinden. Want tot ons aller geestelijk en stoffelijk geluk heeft deze dwaling weinig kans om in Limburg of in Nederland ooit vasten voet te krijgen. Immers hier ontbreken in den volksaard twee levensvoorwaarden, die voor haar ont wikkeling onontbeerlijk zijn. Wij bedoelen het nationalisme en het militairisme: beide zijn planten van vreem den bodem, die in Duitschland vanouds inheemsch waren, maar die hier nooit wortel hebben kunnen schieten. Daarentegen zijn de vrijheid van meenings- uiting en het medezeggenschap in de Regee ring sinds eeuwen gemeengoed van het Nederlandsche volk. En in Limburg is de afkeer van overheidsdwang en dictatuur stellig niet minder groot dan boven den Moerdijk. Daarom gelooven wij niet, dat het Natio- naal-socialisme ooit vat zal krijgen op de breede lagen van ons vqlk. Maar dit neemt niet weg, dat wij het tijdig verweer van onze katholieke bonden zelfs tegen een be gin van gevaar hartelijk toejuichen. Nog te dikwijls hoort men ook in onze kringen uitingen van overdreven en ondoor dachte sympathie en bewondering voor een stelsel, dat scherpe principieele afkeuring en bestrijding verdient. En er zijn vooral in den Zuid-Oosthoek van Limburg Ger- manophielen door dik en dun, die dwepen met al wat Duitsch is en die al wat Neder- landsch is met medelijdende minachting be jegenen. Mogen vooral zij op de vergadering te Heerlen niet ontbreken: dan zullen hun de oogen opengaan voor het gevaar van een beweging, die onder het masker der natio nale herleving, een ernstige bedreiging vormt voor een gezonde geestes-vrijheid. R. L. Bespreking met Ged. Staten van Noord-Holland. Ged. Staten van Noord-Holland hebben Don derdag het college van B. en W. van Zaandam telefonisch uitgenoodigd, om op a.s. Woens dag voltallig in de vergadering van Gedepu teerden te verschijnen, ten einde besprekingen te houden over de begrooting 1933 en over het gevallen raadsbesluit waardoor aan de regee- ringseischen niet zal worden tegemoet geko men en de begrooting niet andermaal zal wor den gewijzigd. Het Kamerlid Westerman vraagt krachtig ingrijpen. In verband met het Besluit van den Raad der gemeente Zaandam om aan de Regeering te berichten, dat deze gemeente niet bereid is in de begrooting zoodanige wijzigingen aan te brengen, dat de goedkeuring hiervan verze kerd is, heeft het Kamerlid Westerman aan den minister van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: In de minister niet van oordeel, dat mede in aanmerking genomen de aan dit Besluit voorafgegane feiten en de groote waarschijn lijkheid, dat deze houding van den Raad tot een stakng van betalingen door de gemeente Zaandam zal leiden in de gegeven omstan digheden mag worden gesproken van een „grove verwaarloozing van de regeling en het bestuur van de huishouding eener gemeente", zoodat het geval als bedoeld in artikel 144 vierde alinea der Grondwet geacht kan wor den te zijn ingetreden Is de minister, zoo hij deze conclusie onder schrijft, bereid mede te deelen of tot de in diening van een wetsontwerp, houdende nieu we voorziening in het bestuur der gemeente Zaandam, zal worden overgegaan? Kan de minister, zoo hij het oogenblik voor wettelijk ingrijpen in het bijzondere geval der gemeente Zaandam nog niet gekomen mocht achten, reeds mededeelen langs welken weg hij in de toekomst gemeenten, die in haar fi- nancieele huishouding tekort schieten en zich niet naar de wenschen der hoogere publiek rechtelijke organen verkiezen te gedragen, tot het nakomen van haar verplichtingen zal nood zaken Zou de minister meer in het bijzonder zijn meening kenbaar willen maken nopens de mogelijkheid en wenschelijkheid om in zoo danige gevallen door de benoeming van Rijks commissarissen met uitgebreide bevoegdheid aan gemeentelijk wanbeheer een einde te maken De burgemeester van Zaandam, de heer K. ter Laan, had Vrijdagmiddag een bespreking met den Minister van Financiën Mr. P. J. Oud, in verband met de bekende financieele moeilijkheden van zijn gemeente. Geen contingenteering van den invoer. De Directeur van den Landbouw deelt mede. dat blijkens bericht van Hr. Ms. Gezantschap te Madrid de Spaansche Regeering niet voorne mens is den invoer van kaas en gecondenseerde melk te contingenteeren. De Minister van Economische Zaken heeft de hoeveelheid, waarvoor bij den invoer van schoeisel en leestklaar schoenwerk alsnog toe wijzing zal worden verstrekt, vastgesteld op 20 pet. van de hoeveelheid, waarop de aanvrager overeenkomstig de gestelde regelen ten hoogste aanspraak kan maken. Naar de „Telegraaf" mededeelt, zal de Neder landsche gezant te Brussel, jhr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, vermoedelijk in Septem ber zijn functie neerleggen. De Bond van Nederlandsche lichamen en ver- eenigingen in België zal op 5 Augustus den ge zant een thee tot afscheid aanbieden. ONGEVAL MET DOODELIJKEN AFLOOP- Toen het 7-jarig dochtertje van den heer K. uit de buurtschap Geesteren onder de gemeente Tubbergen fietsen leerde op den weg, reed zij met haar rijwiel tegen een tweetal honden op, met het gevolg, dat zij kwam te vallen, en op haar hoofd terécht kwam en een hersenschud ding opliep. In het R. K. Ziekenhuis is de kleine aan de gevolgen van den val overleden. De Minister-President dr. H. Colijn werd Vrijdagavond weder uit Londen terugverwacht om den gewonen Ministerraad van heden (Za terdagochtend) 10 uur te presideeren. Met het oog op de omvangrijke agenda voor dien Ministerraad zal er ook a.s. Maandag Minister raad worden gehouden ter bespreking van de voorloopige cijfers der Rijksbegrooting voor 1934. De conferentie van de vijf betrokken Mi nisters over het vraagstuk der werkloosheid zal Zaterdagmiddag plaats hebben. Adres van de Kon. Ned. Automobielclub. Vrijdagmiddag heeft het Tweede Kamerlid Ds. Kersten uit Rotterdam een auto-ongeluk gehad te Benningbroek bij Hoorn. Ds. Kersten bestuurde zelf, een grooten auto, waarin hij met familie uit Duitschland een tocht over den afsluitdijk zou maken. Nabij den voormaligen tramoverweg maakt de straat weg een gevaarlijke dubbele bocht, waar al vele ongevallen hebben plaats gehad. Reeds in de eerste bocht maakte de wagen zulk een zwenking, dat de bestuurder de tweede bocht niet meer kan nemen en via een boom, die geraakt werd in de breede sloot naast den weg terechtkwam. Een automobilist uit Hoorn die juist passeerde verleende hulp en bracht het gezelschap, dat behalve ds. Kersten uit 4 dames 1 heer en 1 kleinen jongen bestond, op het droge. Allen hadden lichte kwetsuren op- geloopen. Ten huize van dr. de Vries te Ben ningbroek werd het gezelschap verbonden, waarna in twee auto's de terugtocht naar Rot terdam werd aanvaard. De auto is later zwaar beschadigd opgehaald. JAN KIEPURA. WARSCHAU, 29 Juni. (R. O.) De bekende Poolsche bariton Kiepura heeft met de Uni versal Picture Corporation een contract voor twee films afgesloten. Hij zal zich naar Hollywood begeven ten ein de midden Juli aan het werk te kunnen gaan. Een van zijn voorwaarden was, dat Janette Macdonald zijn tegenspeelster zal zijn, Te Utrecht hield de R.K. nationale federatie „Het Wit Gele Kruis" Donderdag een congres onder leiding van den voorzitter der federatie, dr. P. E. G. v. d. Heijden. Een eervol feit, was het voor de federatie, dat de Minister van Sociale Zaken, prof. Slotemaker de Bruïne, bij deze vergadering persoonlijk aanwezig was. Nadat de voorzitter in zijn korte openings rede een overzicht had gegeven van de werk zaamheden en de ontwikkeling der federatie, zette hij het doel van dezen dag uiteen. Hierna voerde min. Slotemaker de Bruïne een kort oogenblik het woord. Spr. was er van overtuigd, dat er aan het vraagstuk van de geestelijke volksgezondheid nog vele moeilijk heden vastzitten en wel juist daarom was spr. verheugd, dat de federatie de zaak onder handen heeft genomen. Spr. verheugde zich daar des te meer over, waar de federatie ge leid wordt door een hoogere levensbeschou wing en men er ook van overtuigd is, dat de werkzaamheden der federatie iich wel uit strekken tot een deel van het volk, maar toch in wezen ten dienste zijn van het algemeen welzijn. Met een hartelijk „God zegene uw werk" besloot de minister zijn toespraak en in een luid applaus uitten de aanwezigen hun gevoelens omtrent de aanwezigheid en de woorden van den minister. Wezen en grondslagen. Over het wezen en de grondslagen van de geestelijke volksgezondheid sprak vervolgens Pater dr. L. Bender O.P. uit Nijmegen. De gezondheidszorg, d.w.z. de practische toepassing van de gezondheidsleer kunnen wij onderscheiden in lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg. Geestelijke gezondheidszorg is de zorg ten opzichte van de gezondheid van de daden van het redelijk leven. Geestelijk be- teekent hier dus niet bovennatuurlijk of gods dienstig, maar geestelijk in stoffelijken zin. Het spreekt van zelf, dat de geestelijke ge zondheidszorg een groote preventieve taak heeft en wel op de eerste plaats tegenover de volkomen gezonden, die recht hebben op be scherming tegen factoren, die de geestelijke gezondheid in gevaar brengen en voorts ten opzichte van de kinderen en degenen, die een ziekelijken aanleg hebben. De geestelijke volksgezondheid moet steunen op de christelijke zedewetten en dit valt des te meer in het oog, als men de verwoesting ziet, die door overtreding dier wetten wordt aangericht. Wetenschappelijke en prac tische psychiatrie. Dr. J. A. J. Barnhoorn directeur van de psy- chopathen inrichting te Heilo, sprak vervol gens over de wetenschappelijke en practische psychiatrie en de geestelijke volksgezondheid. Spr. onderscheidde hierin een drietal momen ten en wel op de eerste plaats de individueele behandeling der zieken, gepaard gaande met verbetering der inrichtingen enz. gericht op het spoedig terug kunnen zenden in de maat schappij. Daarnaast komt op de tweede plaats de voor- en nazorg, voor de personen, die niet langer in een inrichting behoeven, en die in maatschappelijk verband behandeld kunnen worden, terwijl ten derdq de voorbehoedende maatregelen komen, waarop steeds veel belang stelling geconcentreerd is. Inderdaad is het werk van den gestichts-arts dan ook wel wat begrensd. Van de vele dingen, die de zorg voor de gees telijke volksgezondheid moet omvatten, noemde spr. o.a. de materieele zorg voor het kind, voor lichting, sport en jeugdwerk, bestrijding der gevaren van dans, bioscoop, overdreven sport, e.d., strijd tegen sommige funeste fabriekswerk- thodes en tegen de gevolgen der werkloosheid, huwelijksvoorlichting, etc. Spr. sloot met te wijzen op Freud, die de heele kwestie als een sexueel probleem wil zien. Misdaad en recht. Prof. mr. W. Pompe, hoogleeraar in het Straf recht te Utrecht hield vervolgens een inleiding over „Misdaad, recht en de geestelijke volks gezondheid". Wat is het wezen van den mensch?, aldus vroeg spr. zich af. Het wezen van den mensch is dat hij redelijk en dus vrij is. De taak van de overheid is daarom het algemeen welzijn te behartigen, voorzoover de menschen dit zelf niet voldoende kunnen. De jurist heeft zich daarbij te laten voorlichten door deskundigen en in het onderhavige geval is het de psychia ter, die hem van voorlichting moet dienen. Een goede wettelijke regeling is in het leven geroepen, n.l. de psychopatenwet, die minder generaliseert dan de wet gewoonlijk doet en die als belangrijkste bepaling de beschikbaar stelling heeft mogelijk gemaakt. Hierbij heeft de psychiater een adviseerende en de jurist een beslissende stem en natuurlijk kan men zich weer afvragen of deze verhouding juist is. In derdaad is het noodzakelijk, dat de jurist de beslissing in handen houdt, omdat er voor hem een eigen taak blijft. Het gaat immers om maat regelen, die met overheidsdwang worden ge nomen. Er zijn tegenstrijdige belangen, n.l. de vrijheid van den mensch en de openbare orde. En het kan derhalve alleen de jurist zijn, die beslist of de ter beschikkingstelling gerecht vaardigd wordt door het gevaar, dat anders zou bestaan voor de openbare orde. De bepaling der tijdelijke en zelfs voorwaardelijke interneering heeft de zaak inmidels veel makkelijker ge maakt. In antwoord op een desbetreffende vraag zeide spr. dat de wet de volle mogelijkheid openlaat van plaatsing van katholieken in ka tholieke gestichten. Hiermede sloot de ochtendzitting. Dank aan de Federatie namens den Aartsbisschop De middagzitting opende met een korte toe spraak van den Vicaris-Generaal van het Aarts bisdom, Mgr. D. Huurderman. Namens Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen Aartsbisschop van Utrecht bracht spr. dank voor alles wat de fe deratie in de afgeloopen tien jaar van haar be staan heeft gepresteerd. Mgr. heeft mij opge dragen, aldus spr. U geluk te wenschen, met wat werd bereikt en zijn beste wenschen uit te spreken voor de toekomst. Het tienjarig be staan is terecht een feestdag. Gods zegen is met U geweest. Gij zijt gegroeid op den bodem van de Christelijke Charitas tot een groot werk. Moge spoedig de tijd komen, dat, zooals reeds in Breda, iedere parochie in Nederland een af- deeling telt van het Wit-Gele-Kruis. De organisatie. Nadat mgr. Huurdeman de vergadering had verlaten, sprak dr. L. A. Veeger uit Schalkwijk over de organisatie van de geestelijke gezond heidszorg. Samenvattend wat spr. over de or ganisatie van de zorg voor de geestelijke volks gezondheid zeide, ontleenen wij daaraan het volgende: De organisatie behoort te geschieden naar 't voorbeeld en in verband met de sociale hygië nische organisaties en wel provincie-gewijze. Iedere provincie moet in districten worden verdeeld aan het hoofd waarvan een districts consultatie-bureau moet komen met een dis tricts-arts en een districts-huisbezoekster. De zorg kan niet tot het volk komen door de krank- zinnigengesti chten. Een speciale of langere opleiding voor de wijkverpleegsters achtte spr. niet noodig. Tot provincie en gemeente wende men zich om subsidies. De bestuurders daarvan zullen inzien, dat men met de bedragen, daaraan besteed, een bres zal schieten in de zeer hooge bedragen, die thans voor de krankzinnigenverpleging war en uitgegeven. Speciaal wees spr. op de noodzakelijkheid het christelijk gezin in eere te herstellen. Laten wij, aldus dr. Veeger, in de overtui ging van de waarde van ons christendom samen werken aan den wederopbouw van een geor dende maatschappij. Laten wij bij ons zelf be ginnen en door een diep geloof hooger wijding geven aan ons werk. In antwoord op een opmerking van dr. Barn hoorn zeide spreker daarom geen speciale op leiding voor wijkverpleegsters noodig te achten, omdat deze niet zelfstandig, maar onder leiding van deskundigen alleen opsporend en propagan distisch werk doen. Paedologisch instituut. Ten slotte deed prof. dr. Th. Rutten uit Nij megen eenige mededeelingen over een paedo logisch instituut, dat zal worden opgericht. Dit instituut werkt op denzelfden weg als de zorg voor de geestelijke volksgezondheid. Het stelt zich ten doel de bestudeering van de vraagstukken van de opvoedingsmiddelen voor kinderen, bij wie de gewone middelen falen. Aan dit instituut wordt verbonden een inter naat voor jongens, die niet voldoen aan de eischen van het lager onderwijs, maar die zich in de maatschappij toch zullen kunnen redden, alsmede een inrichting voor gebrekkige kin deren. Tusschen deze instellingen en het instituut zal natuurlijk contact bestaan, maar hoe innig dit contact ook moge zijn, (spr. zeide dit later nog maals in verband met een gemaakte opmerking) het Paedologisch instituut zal geheel zelfstandig blijven en het belang van allen dienen. Ook met andere instellingen zal er dus contact zijn. De taak van het instituut zal zijn: Weten schappelijk onderzoek, theoretische voorlich ting, consultatief behandelen van bepaalde ge vallen en doceeren. Het instituut zal naast een bibliotheek, collegezalen en onderzoekkamers, ook een opname-af deeling krijgen. Het aantal opnamen is evenwel beperkt en kinderen wor den niet langer opgenomen dan noodig is voor het opmaken van een opvoedingsplan. Ter viering van het 20-jarig bestaan van het vliegkamp te Soesterberg hebben heden zestig militaire vliegmachines een groote vlucht in groepsverband over een deel van Nederland gemaakt. De geheele vlucht stond onder lei ding van den commandant van de Mil. Lucht- vaartafdeeling te Soesterberg, luitenant-kolo nel van Santen. Het was niet wel mogelijk dat de 60 vlieg tuigen tegelijk van Soesterberg starten en daar om is een goep van Waalhaven, een tweede groep van Schiphol en een derde groep van Soesterberg gestart. Dit was de eerste maal dat onze militaire lucht macht met zoo'n groot aantal machines tegelijk manoeuvreerde. Naar men ons mededeelt, was het grootste aantal tot nu toe veertig. Een vliegrecord. Donderdagavond landde op Schiphol het Indië-vliegtuig der K.L.M., gezagvoerder Par- mentier. Twee Engelsche passagiers stapten over in het K.L.M.-vliegtuig naar Londen. Toen ze daar aankwamen om half tien des avonds, hadden zij een record gemaakt, want zij waren in drie dagen tijds van Britsch-Indië naar Londen gevlogen. Dien morgen waren zij in Athene ingestapt, den morgen tevoren in Bagdad en den morgen daarvoor in Karachi. De passagiers waren, ondanks deze geforceerde vluchten, zeer opgewekt en onvermoeid. De spoed was noodig geworden, omdat ge zagvoerder Parmentier te Karachi ongesteld was geworden en gedwongen werd gedurende twee dagen het bed te houden. Van deze twee dagen heeft hij er één weten in te halen. Dezelfde gezagvoerder heeft indertijd een zelfde kranige prestatie geleverd toen hij on verwacht moest invallen voor een toestel, dat in Siam tengevolge van weersomstandigheden averij had gekregen. Hij haalde toen op den afstand Batavia-Amsterdam twee dagen in en kwam aan op denzelfden dag, waarop het met averij stilstaande vliegtuig het eindpunt had moeten bereiken. OPLEIDING TOT BESTUURDER VAN VERKEERSVLIEGTUIGEN. Voor 1933 zullen acht jongelieden in de gele genheid worden gesteld om als adspirantbestuur- der van verkeersvliegtuigen aan de kweek school voor de zeevaart te Amsterdam de op leiding te volgen. Tevens worden vier plaatsen als reserve-ad- spirantbestuurder van verkeersvliegtuigen opgesteld. De Oehoe (uitreis) is uit Rangoon vertrok ken en te Alorstar geland. De Havik (thuisreis) is van Rangoon vertrok ken en te Calcutta geland. LUIT. TER ZEE BOZUWA NAAR INDIë- De luitenant ter zee der le klasse, G. C. Bo- zuwa, die, zooals gemeld is, op 15 Juli a.s. af treedt als adjudant van den Minister van De fensie en voor den zeedienst in Nederlandsch- Indië is bestemd, zal 23 Augustus a.s. met het stoomschip „Marnix" naar Indië vertrekken. NAAR DE MISSIE. Op 7 Juli a.s. zullen drie paters Missionarissen van de H. Familie, Moederhuis te Grave, naar de Missie op Oost-Borneo vertrekken. Het zijn de eerw. paters P. Arts, P. Leeferink en P. Ro- mijn en de eerw. broeder Damianus. Zij ver trekken per s.s. „Indrapoera" vanaf Marseille. CHR. PERSONEEL IN PUBLIEREN DIENST. De Ned. Chr. bond van personeel in publie- ken dienst bestond 24 Juni j.L 25 jaren. Ter herdenking van dit feit hebben de heeren W. van der Have, P. J. van Mullem en P. L. v. d. Voorde in opdracht van het bondsbestuur een algemeen overzicht samengesteld. De drukkerij „Edecea" te Hoorn zorgde voor de zeer te lo ven uitgave van het bijzonder royaal uitge voerde boekwerk, waarin heel de historie de zer organisatie en vau loaai acties is bijeenge bracht, Exterieur van het nieuwe St. Agneshuis van de R K. Vereeniging tot bescherming van jonge meisjes, dat gisteren te Bussurn geopend werd. Hr. Ms. JOHAN MAURITS VAN NASSAU. Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau", onder bevel van luitenant ter zee le klasse W. v. d. Donker, is Donderdag uit Nieuwediep vertrok ken ter aanvaarding van is reis. naar Curasao. Moeilijke restauratie van het dak van de bekende oude kerk te Groningen. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. J. A. de Wilde, heeft Vrijdagmiddag aan zijn Departement de Commissie, die tot taak zal hebben de normen vast te stellen, welke mede met het oog op de huidige bijzondere tijdsom standigheden door het centraal gezag behooren te worden aangelegd bij de beoordeeling van de bezoldiging (in den ruimsten zin genomen) van het personeel in dienst van provinciën, ge meenten, waterschappen, veenschappen en veenpolders met een rede geïnstalleerd. Spr. wees er op, dat de autonomie der lagere cor poraties niet een begrip is, dat voor alle tijden vaststaathet wijzigt zich en moet zich wij zigen naarmate de taak der publieke lichamen en hun onderlinge verhouding verandert en andere denkbeelden zich baan breken ten aan zien van de grenzen van de bevoegdheidssfe ren van het Rijk en zijn samenstellende deelen. De autonomie is een fundamenteel element in onze staatsinrichting en een levenwekken de kracht, doordat de plaatselijk verschillende toestanden tot hun recht kunnen komen en het meeleven en meewerken der locale gemeen schappen er door bevorderd wordt. Maar de autonomie verliest haar aantrekkelijkheid, in dien zij het aanzijn geeft aan zoodanige ver schillen in locale regeling, dat zij den toets der redelijkheid niet kunnen doorstaan en in bree- den kring als onrecht worden gevoeld. Dit nu is het geval met de bezoldigingen van het overheidspersoneel. Niet alleen tusschen het Rijkspersoneel en dat van de andere pu bliekrechtelijke lichamen, ook tusschen het per soneel van de deelen onderling bestaan niet sporadisch, maar zoo veelvuldig dat correctie noodzakelijk is ontoelaatbare verschillen. Het Koninklijk vernietigingsrecht en zelfs het goedkeuringsrecht van de Kroon zijn onmach tig gebleken om een behoorlijke gelijkvormig heid op het bezoldigingsgebied te verzekeren. Artikel 126 der Ambtenarenwet 1929 gaf in dit opzicht aan het hooger gezag wel een krach tiger wapen, maar toch in menig opzicht niet krachtig genoeg om het beoogde doel te be reiken. De Regeering is daarom te rade ge gaan, ook in deze leemte te voorzien en de zoozeer gewenschte gelijkvormigheid te be vorderen. Een daartoe strekkend ontwerp van wet heeft spr.'s departement reeds verlaten en zal, naar verwacht mag worden nog in den loop van dezen zomer de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal bereiken. „Wil echter het wapen", zoo ging de Minis ter verder, „dat daarmede de Regeering krijgt, niet leiden tot een stelselloos ingrijpen, dat den stempel van willekeur draagt, dan moet het centraal gezag de bezoldigingsregelen van de lagere organen kunnen toetsen aan normen, die met groote zaakkennis zijn opgesteld. Dit is de taak, die U" aldus de Minister, „wacht. Gij zult daahbij worden terzijde gestaan door een bureau, dat op het gebied van de salariee- ring van overheidspersoneel zijn sporen ver diend heeft onder de deskundige leiding van zijn directeur, die Uw secretaris zal zijn. Wil uw arbeid, vooral in dezen moeilijken tijd, vruchten kunnen dragen, dan moet hij worden volbracht in een snel tempo, en in het diep besef, dat iedere dag van onberekenbaar gewicht kan zijn voor de toekomst van ons volk. Voor het eind van het jaar moet de Re geering daarom in het bezit zijn van Uw voor stellen. Teneinde echter zoo spoedig mogelijk de grootste excessen ten deze te kunnen af snijden, is het wenschelijk dat, naar gelang onderdeelen door U zijn vastgesteld, de resul taten mij worden ter hand gesteld. Ik heb U thans in groote lijnen Uw taak ge schetst. In het vertrouwen dat gij, mijne Hee ren, met Gods hulp Uw arbeid in 's lands be lang volbrengen zult, geef ik in Uw vertrouwde hand, Mijnheer de Voorzitter, de leiding van de beraadslagingen dezer Commissie over." De Voorzitter der Commissie, het Tweede Kamerlid, de heer J. Schouten, beantwoordde 's Ministers rede. Door de Kon. Nederlandsche Automobiel club is een adres gericht aan den Raad van Ministers, waarin adressante, na een uitvoerige uiteenzetting, tot het volgende schema komt voor de inrichting van een ontwerp van den Rij ksverkeersdienst: 1. Reglementeerende en Wegenaanleggende dienst.. Het Departement van Waterstaat. Dit Departement stelle, voor zooveel moge lijk, alle verkeersvoorschriften vast, geldende voor het geheele Rijk, geldende zoowel buiten als binnen de bebouwde kommen van gemeen ten en laat zich daarbij adviseeren door 2 af- deelingen: eene wegtechnische afdeeling, waar in zitting hebben vertegenwoordigers van Rijks- en Provinciale wegbeheerders; eene verkeers technische afdeeling, waarin zoo noodig zitting zouden kunnen hebben naast degenen, daartoe aangewezen door het Departement van Waterstaat, één (enkele) vertegenwoordiger(s) van de reeds bestaande, technische- en ver keersdiensten van de groote Gemeenten, diensten, welke immers reeds over een zeer be langrijke hoeveelheid materiaal beschikken. 2. Controleerende dienst. Het Departement van Justitie, dat als beschikkende over de Po litie, het beste tot het uitoefenen van controle in staat is. Tusschen beide diensten behoort dan een werkschema te worden opgesteld, waardoor snelle en afdoende samenwerking wordt ver kregen. Voorts brengt requestrante nog het volgende onder de aandacht van den Raad van Ministers: Bij de beraadslagingen over de begrooting van het Departement van Waterstaat van het vorige jaar, werd door den Minister van Water staat de toezegging gedaan, dat een verkeers- inspectie in het leven zou worden geroepen: te betwijfelen valt of een verkeersinspectie, die in wezen politie-toezicht insluit, wel onder het Departement van Waterstaat behoort te ressor teeren. Requestrante vertrouwt, dat afgezien van het vraagstuk onder welk Departement zij behoort te ressorteeren, het instellen van een derge lijke inspectie niet zal beteekenen het instellen van een nieuw korps politie-ambtenaren; een korps, dat vele reeds bestaande politie-korp- sen weder met één zou uitbreiden, waardoor de verkeers-onzekerheid zeer zeker in belangrijke mate zou worden vergroot en dat een deel van het werk der reeds bestaande Rijks-politie korpsen zou overnemen, een en ander tot na deel der bestaande korpsen, waardoor allicht naijver en concurrentie in de hand zouden wor den gewerkt. Bij de beraadslagingen over de begrooting van het Departement van Waterstaat 1933 is in de Memorie van Antwoord door Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat de mededeeling gedaan, dat voor zoover het instellen van een verkeers-inspectie niet tot de bemoeiingen van den Minister van Justitie behoort een bijzondere regeling deze zaak betreffende werd voorbereid. Requestrante vertrouwt, dat deze regeling niet in dier voege zal tot stand komen, dat de bekostiging van deze politie-diensten ten laste van het Departement van Waterstaat zal wor den gebracht, daar deze kosten in dat gevaj niet anders dan uit het Wegenfonds zouden kun nen worden bestreden. Het Wegenfonds is immers gesticht ter verbe tering van de wegen des lands; is er daaren tegen meer politie-toezicht noodig, dan be hoort zulks te blijken uit de begrooting van het Departement van Justitie. Tenslotte wijst requestrante nog op het navol gende: Terwijl in alle ons omringende landen de poli tie op den weg te herkennen is aan een bepaald model van uniform, komt een weggebruiker in Nederland beambten van politie tegen, gekleed in de meest uiteenloopende soorten van unifor men Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid, dat bestuurders van voertuigen en rijwielen door in burger gekleede ambtenaren der Invoerrech ten en accijnzen worden aangehouden, wan neer hetzij een vlaggetje in de kleuren rood, wit en blauw wordt opgehouden, voorzien van het woord „Douane", hetzij een stok met een twee of driekleurig schijfje of voorzien van een verguld leeuwtje aan het uiteinde wordt opgehouden. Requestrante is van oordeel dat het zeer wen schelijk zoude zijn dat in de uiterlijke ver schijning der met het toezicht op de wegen belaste ambtenaren de noodige uniformiteit worde gebracht. De thans heerschende onzekerheid op het gebied van het verkeerstoezicht, deed reques trante besluiten zich met dit verzoekschrift tot U te wenden. Requestrante meent dat het weg nemen dezer onzekerheid een eisch is van groote urgentie. Zij vertrouwt dat de door haar hier boven aanbevolen centralisatie in staat zal zijn de dringend noodige verbetering in deze materie te brengen en verzoekt u door dezen het daar heen te leiden dat door centralisatie als boven bedoeld gezegde onzekerheid beëindigd worde. De inzittenden lichte kwetsuren hekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3