TEGEN HET FASCISME.
BEHARTIGING DER GEESTELIJKE
VOLKSGEZONDHEID.
ZATERDAG 1 JULI 1933
TIJDIGE ACTIE VAN DEN
LIMBURGSCHEN R. K. W. B-
ZAANDAM'S GEMEENTEFINANCIEN.
KAAS EN GECONDENSEERDE MELK
NAAR SPANJE.
INVOER VAN SCHOEISEL EN LEEST-
KLAAR SCHOENWERK.
JHR. VAN NISPEN TOT SEVENAER
TREEDT AF ALS GEZANT.
MINISTERRAAD.
Minister Colijn terug uit Londen.
ONTWERP VAN EEN RIJKS-
VERKEERDIENST.
NATIONALE WIT-GELE KRUIS
DAG TE UTRECHT.
Een nieuwe taak en haar
beteekenis.
ZESTIG VLIEGTUIGEN IN DE
LUCHT.
Groote Nederlandsche eskader-
vlucht.
ENGELSCH-INDIE—LONDEN IN
DRIE DAGEN.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN
BEZOLDIGING PERSONEEL IN
PUBLIEKRECHTELIJKEN
DIENST.
Uitbreiding van de bevoegdheden
van het Rijksgezag.
Installatie commissie voor de vast
stelling van de salarisnormen.
DS. KERSTEN MET Z'N AUTO TE
WATER.
Zooals men weet, zal a.s. Zondag in het
Volkshuis te Heerlen een vergadering plaats
hebben, waartoe alle afdeelingsbesturen van
den R. K. Werklieden Bond en den R. K.
Mijnwerkersbond zijn opgeroepen.
Het geldt de bestrijding van het Fascisme,
dat vooral onder de talrijke Duitschers in
de Mijnstreek nog dagelijks aanhang wint
en door een actieve propaganda ook in de
Limburgsche arbeiderskringen poogt door
te dringen.
Pater Jacobs M.C.S., de onvermoeide
strijder voor de sociale organisatie van het
katholieke volk, zal het vraagstuk ter ver
gadering inleiden, terwijl de hoofdaalmoeze
nier van sociale werken, Mgr. dr. Poels, en
de beide voorzitters der Katholieke Bonden
mede het woord zullen voeren.
Wellicht zullen hier en elders critici op
duiken met de sceptische vraag, of het wel
noodig is heel de arbeidersorganisatie in
het geweer te roepen tegen een beweging,
die in Limburg nog in haar eerste ontwikke
lingsstadium verkeert, en die bij de alge-
meene verkiezingen op drie verschillende
lijsten (waaronder die van het Nationaal
Herstel) in totaal slechts 2333 stemmen
wist te vereenigen.
Maar zij vergeten, dat nog in het begin
van dit jaar de invoering van de fascistische
dictatuur in Duitschland door wélingelichte
politici en journalisten volkomen onmogelijk
werd geacht.
Toen wij onlangs in een gesprek met
collega's van de Duitsche Centrum-pers
uiting gaven aan onze onwrikbare over
tuiging, dat in Nederland de onderdrukking
der grondwettige vrijheden ondenkbaar en
een absolute partijregeering onmogelijk zou
zijn, antwoordden zij op bitteren toon:
„Auch wir meinten, eine Diktatur ware
unmöglich in Deutschland
En toch werd zij ingesteld, en toch wor
den thans de politieke partijen één voor één
op min of meer gewelddadige wijze ontbon
den en vernietigd.
En het lijdt o.i. geen redelijken twijfel,
dat na de volkomen verovering der politieke
macht, de Autocratie zich met dezelfde on
verbiddelijke consequentie zal meester ma
ken van de opvoeding der jeugd, en de
sociale organisatie der maatschappij op haar
wijze zal doorvoeren.
Trouwens ook op dit terrein is het nood
lottig werk der algeheele gelijkschakeling
reeds een flink eindweegs gevorderd.
De Christelijke vakvereenigingen en de
katholieke jeugdbonden wordèn de eene na
de andere onder het dwangbeheer van den
Staat, d.i. van de almachtige N.SD.A.P.
gebracht.
En men make zich niet de minste illusie
omtrent de zelfstandigheid en de vrijheid
van beweging, die den katholieken bonden,
om den schijn te redden, voorloopig nog in
geringe mate wordt toegestaan.
Evenals de katholieke pers met ijzeren
hand wordt „gemassregelt" door het Rijks
ministerie van „Volksaufklarung und Pro
paganda" dat in elk district zijn vertegen
woordiger (Kreisbeauftragte) heeft, aan
wiens willekeur de bladen van iedere rich
ting zijn overgeleverd, en die van zijn jiiets
en niemand ontziende censuur alleen aan
den hoofdleider, dr. Goebels, verantwoording
schuldig is, evenzoo staan alle sociale orga
nisaties onder de rechtstreeksche controle
van het ministerie van Arbeid en alle jeugd
bonden onder het despotisme van den
„Jugendführer" der N.S.D.A.P.
En het kan niet anders dan een voorbij
gaand verschijnsel zijn, wanneer hier of
daar nog een zweem van zelfstandig op
treden wordt waargenomen.
Want de theorie der absolute staatsmacht
is de grondslag van het Fascisme: en terwijl
in Italië de Autocratie nog eenigermate in
toom wordt gehouden door het Gezag en
de geestelijke macht van den Paus, zal zij
in Duitschland van geen halthouden willen
weten, alvorens zij ook het geestelijk leven
der natie in het keurslijf van „das absolute
Deutschtum" heeft gewrongen.
„De hoop van onze tegenstanders, dat wij
halverwege zouden blijven stilstaan, zal niet
verwezenlijkt worden", zeide onlangs staats
minister Esser in een toespraak te München.
En aanstonds voegde hij de daad bij het
woord door het verordenen van de meest
drastische dwangmiddelen tegen de Beier -
sche Volkspartij.
En de woedende rede van dr. Ley te
Berlijn, na zijn smadelijke nederlaag op de
Internationale Arbeidsconferentie te Genève,
werd op den voet gevolgd door de ontbin
ding der Christelijke vakvereenigingen.
En nu moge, althans voorloopig, de kerke
lijke organisatie en de eeredienst der Katho
lieken ongemoeid blijven, men kan er zeker
van zijn, dat op sociaal, politiek en paeda-
Sogisch gebied geen andere opvattingen dan
*11® der almachtige partij zullen worden
geduld.
Want met de „rücksichtlosigkeit" den
Duitscher van nature eigen, pleegt hij de
logische lijn van een vooropgezet systeem
door te voeren tot het bittere einde.
En dit einde ligt voor het Nationaal-
socialisme in de autonome opperhoogheid
van den Staat, die zich niet alleen de stoffe
lijke, maar ook de geestelijke heerschappij
over heel het volksbestaan aanmatigt.
Dat deze aanmatiging op den duur moet
leiden tot scherpe conflicten met het kerke
lijk gezag, behoeft geen betoog.
Immers het is de standvastige leer der
Kerk, dat haar taak zich niet beperkt tot
het behoud van geloof en zeden voor ieder
harer leden afzonderlijk, maar dat haar
zending zich uitstrekt over heel het staat
kundig leven, voor zoover dit, hetzij direct
of indirect, geloof of zeden raakt.
Vooral de opvoeding en leiding der jeugd
kan en mag de Kerk zich nooit en nergens
laten ontrukken: en daarom ligt vooral op
dit terrein de stof voor een nieuwen „Kultur-
kampf" opgehoopt.
Men behoeft waarlijk geen overdreven
pessimist te zijn, om den toestand van onze
geloofsgenooten in Duitschland zeer somber
in te zien.
En derhalve achten wij het juist gezien
van onze Limburgsche leiders, dat zij het
katholieke volk voor een doorsijpeling der
Germaansche waan-ideeën willen behoeden.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht, en voorkomen is beter dan ge
nezen.
En zoo zullen tegenover de propaganda
der Duitsche en Nederlandsche Nazi's, die
week aan week nu hier en dan daar in de
Mijnstreek vergaderingen beleggen, de bes
ten onzer voormannen aan hun volgelingen
de theorie en praktijk van het Fascisme
verklaren en tegen deze verderflijke dwaal
leer hun waarschuwend woord doen hooren.
Dit woord zal overigens een gewillig en
dankbaar gehoor vinden. Want tot ons aller
geestelijk en stoffelijk geluk heeft deze
dwaling weinig kans om in Limburg of in
Nederland ooit vasten voet te krijgen.
Immers hier ontbreken in den volksaard
twee levensvoorwaarden, die voor haar ont
wikkeling onontbeerlijk zijn.
Wij bedoelen het nationalisme en het
militairisme: beide zijn planten van vreem
den bodem, die in Duitschland vanouds
inheemsch waren, maar die hier nooit wortel
hebben kunnen schieten.
Daarentegen zijn de vrijheid van meenings-
uiting en het medezeggenschap in de Regee
ring sinds eeuwen gemeengoed van het
Nederlandsche volk. En in Limburg is de
afkeer van overheidsdwang en dictatuur
stellig niet minder groot dan boven den
Moerdijk.
Daarom gelooven wij niet, dat het Natio-
naal-socialisme ooit vat zal krijgen op de
breede lagen van ons vqlk. Maar dit neemt
niet weg, dat wij het tijdig verweer van
onze katholieke bonden zelfs tegen een be
gin van gevaar hartelijk toejuichen.
Nog te dikwijls hoort men ook in onze
kringen uitingen van overdreven en ondoor
dachte sympathie en bewondering voor een
stelsel, dat scherpe principieele afkeuring
en bestrijding verdient. En er zijn vooral
in den Zuid-Oosthoek van Limburg Ger-
manophielen door dik en dun, die dwepen
met al wat Duitsch is en die al wat Neder-
landsch is met medelijdende minachting be
jegenen.
Mogen vooral zij op de vergadering te
Heerlen niet ontbreken: dan zullen hun de
oogen opengaan voor het gevaar van een
beweging, die onder het masker der natio
nale herleving, een ernstige bedreiging
vormt voor een gezonde geestes-vrijheid.
R. L.
Bespreking met Ged. Staten
van Noord-Holland.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben Don
derdag het college van B. en W. van Zaandam
telefonisch uitgenoodigd, om op a.s. Woens
dag voltallig in de vergadering van Gedepu
teerden te verschijnen, ten einde besprekingen
te houden over de begrooting 1933 en over het
gevallen raadsbesluit waardoor aan de regee-
ringseischen niet zal worden tegemoet geko
men en de begrooting niet andermaal zal wor
den gewijzigd.
Het Kamerlid Westerman
vraagt krachtig ingrijpen.
In verband met het Besluit van den Raad
der gemeente Zaandam om aan de Regeering
te berichten, dat deze gemeente niet bereid is
in de begrooting zoodanige wijzigingen aan te
brengen, dat de goedkeuring hiervan verze
kerd is, heeft het Kamerlid Westerman aan
den minister van Binnenlandsche Zaken de
volgende vragen gesteld:
In de minister niet van oordeel, dat mede
in aanmerking genomen de aan dit Besluit
voorafgegane feiten en de groote waarschijn
lijkheid, dat deze houding van den Raad tot
een stakng van betalingen door de gemeente
Zaandam zal leiden in de gegeven omstan
digheden mag worden gesproken van een
„grove verwaarloozing van de regeling en het
bestuur van de huishouding eener gemeente",
zoodat het geval als bedoeld in artikel 144
vierde alinea der Grondwet geacht kan wor
den te zijn ingetreden
Is de minister, zoo hij deze conclusie onder
schrijft, bereid mede te deelen of tot de in
diening van een wetsontwerp, houdende nieu
we voorziening in het bestuur der gemeente
Zaandam, zal worden overgegaan?
Kan de minister, zoo hij het oogenblik voor
wettelijk ingrijpen in het bijzondere geval der
gemeente Zaandam nog niet gekomen mocht
achten, reeds mededeelen langs welken weg
hij in de toekomst gemeenten, die in haar fi-
nancieele huishouding tekort schieten en zich
niet naar de wenschen der hoogere publiek
rechtelijke organen verkiezen te gedragen, tot
het nakomen van haar verplichtingen zal nood
zaken
Zou de minister meer in het bijzonder zijn
meening kenbaar willen maken nopens de
mogelijkheid en wenschelijkheid om in zoo
danige gevallen door de benoeming van Rijks
commissarissen met uitgebreide bevoegdheid
aan gemeentelijk wanbeheer een einde te
maken
De burgemeester van Zaandam, de heer K.
ter Laan, had Vrijdagmiddag een bespreking
met den Minister van Financiën Mr. P. J.
Oud, in verband met de bekende financieele
moeilijkheden van zijn gemeente.
Geen contingenteering van den invoer.
De Directeur van den Landbouw deelt mede.
dat blijkens bericht van Hr. Ms. Gezantschap te
Madrid de Spaansche Regeering niet voorne
mens is den invoer van kaas en gecondenseerde
melk te contingenteeren.
De Minister van Economische Zaken heeft
de hoeveelheid, waarvoor bij den invoer van
schoeisel en leestklaar schoenwerk alsnog toe
wijzing zal worden verstrekt, vastgesteld op 20
pet. van de hoeveelheid, waarop de aanvrager
overeenkomstig de gestelde regelen ten hoogste
aanspraak kan maken.
Naar de „Telegraaf" mededeelt, zal de Neder
landsche gezant te Brussel, jhr. O. F. A. M. van
Nispen tot Sevenaer, vermoedelijk in Septem
ber zijn functie neerleggen.
De Bond van Nederlandsche lichamen en ver-
eenigingen in België zal op 5 Augustus den ge
zant een thee tot afscheid aanbieden.
ONGEVAL MET DOODELIJKEN AFLOOP-
Toen het 7-jarig dochtertje van den heer K.
uit de buurtschap Geesteren onder de gemeente
Tubbergen fietsen leerde op den weg, reed zij
met haar rijwiel tegen een tweetal honden op,
met het gevolg, dat zij kwam te vallen, en op
haar hoofd terécht kwam en een hersenschud
ding opliep. In het R. K. Ziekenhuis is de kleine
aan de gevolgen van den val overleden.
De Minister-President dr. H. Colijn werd
Vrijdagavond weder uit Londen terugverwacht
om den gewonen Ministerraad van heden (Za
terdagochtend) 10 uur te presideeren. Met het
oog op de omvangrijke agenda voor dien
Ministerraad zal er ook a.s. Maandag Minister
raad worden gehouden ter bespreking van de
voorloopige cijfers der Rijksbegrooting voor
1934. De conferentie van de vijf betrokken Mi
nisters over het vraagstuk der werkloosheid
zal Zaterdagmiddag plaats hebben.
Adres van de Kon. Ned.
Automobielclub.
Vrijdagmiddag heeft het Tweede Kamerlid
Ds. Kersten uit Rotterdam een auto-ongeluk
gehad te Benningbroek bij Hoorn.
Ds. Kersten bestuurde zelf, een grooten auto,
waarin hij met familie uit Duitschland een
tocht over den afsluitdijk zou maken. Nabij
den voormaligen tramoverweg maakt de straat
weg een gevaarlijke dubbele bocht, waar al
vele ongevallen hebben plaats gehad. Reeds
in de eerste bocht maakte de wagen zulk een
zwenking, dat de bestuurder de tweede bocht
niet meer kan nemen en via een boom, die
geraakt werd in de breede sloot naast den
weg terechtkwam. Een automobilist uit Hoorn
die juist passeerde verleende hulp en bracht
het gezelschap, dat behalve ds. Kersten uit
4 dames 1 heer en 1 kleinen jongen bestond, op
het droge. Allen hadden lichte kwetsuren op-
geloopen. Ten huize van dr. de Vries te Ben
ningbroek werd het gezelschap verbonden,
waarna in twee auto's de terugtocht naar Rot
terdam werd aanvaard. De auto is later zwaar
beschadigd opgehaald.
JAN KIEPURA.
WARSCHAU, 29 Juni. (R. O.) De bekende
Poolsche bariton Kiepura heeft met de Uni
versal Picture Corporation een contract voor
twee films afgesloten.
Hij zal zich naar Hollywood begeven ten ein
de midden Juli aan het werk te kunnen gaan.
Een van zijn voorwaarden was, dat Janette
Macdonald zijn tegenspeelster zal zijn,
Te Utrecht hield de R.K. nationale federatie
„Het Wit Gele Kruis" Donderdag een congres
onder leiding van den voorzitter der federatie,
dr. P. E. G. v. d. Heijden. Een eervol feit, was
het voor de federatie, dat de Minister van
Sociale Zaken, prof. Slotemaker de Bruïne,
bij deze vergadering persoonlijk aanwezig was.
Nadat de voorzitter in zijn korte openings
rede een overzicht had gegeven van de werk
zaamheden en de ontwikkeling der federatie,
zette hij het doel van dezen dag uiteen.
Hierna voerde min. Slotemaker de Bruïne
een kort oogenblik het woord. Spr. was er van
overtuigd, dat er aan het vraagstuk van de
geestelijke volksgezondheid nog vele moeilijk
heden vastzitten en wel juist daarom was spr.
verheugd, dat de federatie de zaak onder
handen heeft genomen. Spr. verheugde zich
daar des te meer over, waar de federatie ge
leid wordt door een hoogere levensbeschou
wing en men er ook van overtuigd is, dat de
werkzaamheden der federatie iich wel uit
strekken tot een deel van het volk, maar toch
in wezen ten dienste zijn van het algemeen
welzijn. Met een hartelijk „God zegene uw
werk" besloot de minister zijn toespraak en
in een luid applaus uitten de aanwezigen hun
gevoelens omtrent de aanwezigheid en de
woorden van den minister.
Wezen en grondslagen.
Over het wezen en de grondslagen van de
geestelijke volksgezondheid sprak vervolgens
Pater dr. L. Bender O.P. uit Nijmegen.
De gezondheidszorg, d.w.z. de practische
toepassing van de gezondheidsleer kunnen wij
onderscheiden in lichamelijke en geestelijke
gezondheidszorg. Geestelijke gezondheidszorg is
de zorg ten opzichte van de gezondheid van de
daden van het redelijk leven. Geestelijk be-
teekent hier dus niet bovennatuurlijk of gods
dienstig, maar geestelijk in stoffelijken zin.
Het spreekt van zelf, dat de geestelijke ge
zondheidszorg een groote preventieve taak
heeft en wel op de eerste plaats tegenover de
volkomen gezonden, die recht hebben op be
scherming tegen factoren, die de geestelijke
gezondheid in gevaar brengen en voorts ten
opzichte van de kinderen en degenen, die een
ziekelijken aanleg hebben.
De geestelijke volksgezondheid moet steunen
op de christelijke zedewetten en dit valt des
te meer in het oog, als men de verwoesting
ziet, die door overtreding dier wetten wordt
aangericht.
Wetenschappelijke en prac
tische psychiatrie.
Dr. J. A. J. Barnhoorn directeur van de psy-
chopathen inrichting te Heilo, sprak vervol
gens over de wetenschappelijke en practische
psychiatrie en de geestelijke volksgezondheid.
Spr. onderscheidde hierin een drietal momen
ten en wel op de eerste plaats de individueele
behandeling der zieken, gepaard gaande met
verbetering der inrichtingen enz. gericht op
het spoedig terug kunnen zenden in de maat
schappij. Daarnaast komt op de tweede plaats
de voor- en nazorg, voor de personen, die niet
langer in een inrichting behoeven, en die in
maatschappelijk verband behandeld kunnen
worden, terwijl ten derdq de voorbehoedende
maatregelen komen, waarop steeds veel belang
stelling geconcentreerd is. Inderdaad is het
werk van den gestichts-arts dan ook wel wat
begrensd.
Van de vele dingen, die de zorg voor de gees
telijke volksgezondheid moet omvatten, noemde
spr. o.a. de materieele zorg voor het kind, voor
lichting, sport en jeugdwerk, bestrijding der
gevaren van dans, bioscoop, overdreven sport,
e.d., strijd tegen sommige funeste fabriekswerk-
thodes en tegen de gevolgen der werkloosheid,
huwelijksvoorlichting, etc. Spr. sloot met te
wijzen op Freud, die de heele kwestie als een
sexueel probleem wil zien.
Misdaad en recht.
Prof. mr. W. Pompe, hoogleeraar in het Straf
recht te Utrecht hield vervolgens een inleiding
over „Misdaad, recht en de geestelijke volks
gezondheid".
Wat is het wezen van den mensch?, aldus
vroeg spr. zich af. Het wezen van den mensch
is dat hij redelijk en dus vrij is. De taak van de
overheid is daarom het algemeen welzijn te
behartigen, voorzoover de menschen dit zelf
niet voldoende kunnen. De jurist heeft zich
daarbij te laten voorlichten door deskundigen
en in het onderhavige geval is het de psychia
ter, die hem van voorlichting moet dienen.
Een goede wettelijke regeling is in het leven
geroepen, n.l. de psychopatenwet, die minder
generaliseert dan de wet gewoonlijk doet en
die als belangrijkste bepaling de beschikbaar
stelling heeft mogelijk gemaakt. Hierbij heeft
de psychiater een adviseerende en de jurist een
beslissende stem en natuurlijk kan men zich
weer afvragen of deze verhouding juist is. In
derdaad is het noodzakelijk, dat de jurist de
beslissing in handen houdt, omdat er voor hem
een eigen taak blijft. Het gaat immers om maat
regelen, die met overheidsdwang worden ge
nomen. Er zijn tegenstrijdige belangen, n.l. de
vrijheid van den mensch en de openbare orde.
En het kan derhalve alleen de jurist zijn, die
beslist of de ter beschikkingstelling gerecht
vaardigd wordt door het gevaar, dat anders zou
bestaan voor de openbare orde. De bepaling der
tijdelijke en zelfs voorwaardelijke interneering
heeft de zaak inmidels veel makkelijker ge
maakt.
In antwoord op een desbetreffende vraag
zeide spr. dat de wet de volle mogelijkheid
openlaat van plaatsing van katholieken in ka
tholieke gestichten.
Hiermede sloot de ochtendzitting.
Dank aan de Federatie
namens den Aartsbisschop
De middagzitting opende met een korte toe
spraak van den Vicaris-Generaal van het Aarts
bisdom, Mgr. D. Huurderman. Namens Z. H.
Exc. Mgr. J. H. G. Jansen Aartsbisschop van
Utrecht bracht spr. dank voor alles wat de fe
deratie in de afgeloopen tien jaar van haar be
staan heeft gepresteerd. Mgr. heeft mij opge
dragen, aldus spr. U geluk te wenschen, met
wat werd bereikt en zijn beste wenschen uit
te spreken voor de toekomst. Het tienjarig be
staan is terecht een feestdag. Gods zegen is met
U geweest. Gij zijt gegroeid op den bodem
van de Christelijke Charitas tot een groot werk.
Moge spoedig de tijd komen, dat, zooals reeds
in Breda, iedere parochie in Nederland een af-
deeling telt van het Wit-Gele-Kruis.
De organisatie.
Nadat mgr. Huurdeman de vergadering had
verlaten, sprak dr. L. A. Veeger uit Schalkwijk
over de organisatie van de geestelijke gezond
heidszorg. Samenvattend wat spr. over de or
ganisatie van de zorg voor de geestelijke volks
gezondheid zeide, ontleenen wij daaraan het
volgende:
De organisatie behoort te geschieden naar 't
voorbeeld en in verband met de sociale hygië
nische organisaties en wel provincie-gewijze.
Iedere provincie moet in districten worden
verdeeld aan het hoofd waarvan een districts
consultatie-bureau moet komen met een dis
tricts-arts en een districts-huisbezoekster. De
zorg kan niet tot het volk komen door de krank-
zinnigengesti chten.
Een speciale of langere opleiding voor de
wijkverpleegsters achtte spr. niet noodig. Tot
provincie en gemeente wende men zich om
subsidies. De bestuurders daarvan zullen inzien,
dat men met de bedragen, daaraan besteed, een
bres zal schieten in de zeer hooge bedragen,
die thans voor de krankzinnigenverpleging war
en uitgegeven.
Speciaal wees spr. op de noodzakelijkheid het
christelijk gezin in eere te herstellen.
Laten wij, aldus dr. Veeger, in de overtui
ging van de waarde van ons christendom samen
werken aan den wederopbouw van een geor
dende maatschappij. Laten wij bij ons zelf be
ginnen en door een diep geloof hooger wijding
geven aan ons werk.
In antwoord op een opmerking van dr. Barn
hoorn zeide spreker daarom geen speciale op
leiding voor wijkverpleegsters noodig te achten,
omdat deze niet zelfstandig, maar onder leiding
van deskundigen alleen opsporend en propagan
distisch werk doen.
Paedologisch instituut.
Ten slotte deed prof. dr. Th. Rutten uit Nij
megen eenige mededeelingen over een paedo
logisch instituut, dat zal worden opgericht.
Dit instituut werkt op denzelfden weg als
de zorg voor de geestelijke volksgezondheid.
Het stelt zich ten doel de bestudeering van de
vraagstukken van de opvoedingsmiddelen voor
kinderen, bij wie de gewone middelen falen.
Aan dit instituut wordt verbonden een inter
naat voor jongens, die niet voldoen aan de
eischen van het lager onderwijs, maar die zich
in de maatschappij toch zullen kunnen redden,
alsmede een inrichting voor gebrekkige kin
deren.
Tusschen deze instellingen en het instituut zal
natuurlijk contact bestaan, maar hoe innig dit
contact ook moge zijn, (spr. zeide dit later nog
maals in verband met een gemaakte opmerking)
het Paedologisch instituut zal geheel zelfstandig
blijven en het belang van allen dienen. Ook met
andere instellingen zal er dus contact zijn.
De taak van het instituut zal zijn: Weten
schappelijk onderzoek, theoretische voorlich
ting, consultatief behandelen van bepaalde ge
vallen en doceeren. Het instituut zal naast een
bibliotheek, collegezalen en onderzoekkamers,
ook een opname-af deeling krijgen. Het aantal
opnamen is evenwel beperkt en kinderen wor
den niet langer opgenomen dan noodig is voor
het opmaken van een opvoedingsplan.
Ter viering van het 20-jarig bestaan van het
vliegkamp te Soesterberg hebben heden zestig
militaire vliegmachines een groote vlucht in
groepsverband over een deel van Nederland
gemaakt. De geheele vlucht stond onder lei
ding van den commandant van de Mil. Lucht-
vaartafdeeling te Soesterberg, luitenant-kolo
nel van Santen.
Het was niet wel mogelijk dat de 60 vlieg
tuigen tegelijk van Soesterberg starten en daar
om is een goep van Waalhaven, een tweede
groep van Schiphol en een derde groep van
Soesterberg gestart.
Dit was de eerste maal dat onze militaire lucht
macht met zoo'n groot aantal machines tegelijk
manoeuvreerde. Naar men ons mededeelt, was
het grootste aantal tot nu toe veertig.
Een vliegrecord.
Donderdagavond landde op Schiphol het
Indië-vliegtuig der K.L.M., gezagvoerder Par-
mentier. Twee Engelsche passagiers stapten
over in het K.L.M.-vliegtuig naar Londen.
Toen ze daar aankwamen om half tien des
avonds, hadden zij een record gemaakt, want
zij waren in drie dagen tijds van Britsch-Indië
naar Londen gevlogen. Dien morgen waren zij
in Athene ingestapt, den morgen tevoren in
Bagdad en den morgen daarvoor in Karachi.
De passagiers waren, ondanks deze geforceerde
vluchten, zeer opgewekt en onvermoeid.
De spoed was noodig geworden, omdat ge
zagvoerder Parmentier te Karachi ongesteld
was geworden en gedwongen werd gedurende
twee dagen het bed te houden. Van deze twee
dagen heeft hij er één weten in te halen.
Dezelfde gezagvoerder heeft indertijd een
zelfde kranige prestatie geleverd toen hij on
verwacht moest invallen voor een toestel, dat
in Siam tengevolge van weersomstandigheden
averij had gekregen. Hij haalde toen op den
afstand Batavia-Amsterdam twee dagen in en
kwam aan op denzelfden dag, waarop het met
averij stilstaande vliegtuig het eindpunt had
moeten bereiken.
OPLEIDING TOT BESTUURDER VAN
VERKEERSVLIEGTUIGEN.
Voor 1933 zullen acht jongelieden in de gele
genheid worden gesteld om als adspirantbestuur-
der van verkeersvliegtuigen aan de kweek
school voor de zeevaart te Amsterdam de op
leiding te volgen.
Tevens worden vier plaatsen als reserve-ad-
spirantbestuurder van verkeersvliegtuigen
opgesteld.
De Oehoe (uitreis) is uit Rangoon vertrok
ken en te Alorstar geland.
De Havik (thuisreis) is van Rangoon vertrok
ken en te Calcutta geland.
LUIT. TER ZEE BOZUWA NAAR INDIë-
De luitenant ter zee der le klasse, G. C. Bo-
zuwa, die, zooals gemeld is, op 15 Juli a.s. af
treedt als adjudant van den Minister van De
fensie en voor den zeedienst in Nederlandsch-
Indië is bestemd, zal 23 Augustus a.s. met het
stoomschip „Marnix" naar Indië vertrekken.
NAAR DE MISSIE.
Op 7 Juli a.s. zullen drie paters Missionarissen
van de H. Familie, Moederhuis te Grave, naar
de Missie op Oost-Borneo vertrekken. Het zijn
de eerw. paters P. Arts, P. Leeferink en P. Ro-
mijn en de eerw. broeder Damianus. Zij ver
trekken per s.s. „Indrapoera" vanaf Marseille.
CHR. PERSONEEL IN PUBLIEREN
DIENST.
De Ned. Chr. bond van personeel in publie-
ken dienst bestond 24 Juni j.L 25 jaren. Ter
herdenking van dit feit hebben de heeren W.
van der Have, P. J. van Mullem en P. L. v. d.
Voorde in opdracht van het bondsbestuur een
algemeen overzicht samengesteld. De drukkerij
„Edecea" te Hoorn zorgde voor de zeer te lo
ven uitgave van het bijzonder royaal uitge
voerde boekwerk, waarin heel de historie de
zer organisatie en vau loaai acties is bijeenge
bracht,
Exterieur van het nieuwe St. Agneshuis
van de R K. Vereeniging tot bescherming
van jonge meisjes, dat gisteren te Bussurn
geopend werd.
Hr. Ms. JOHAN MAURITS VAN NASSAU.
Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau", onder
bevel van luitenant ter zee le klasse W. v. d.
Donker, is Donderdag uit Nieuwediep vertrok
ken ter aanvaarding van is reis. naar Curasao.
Moeilijke restauratie van het dak van de
bekende oude kerk te Groningen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr.
J. A. de Wilde, heeft Vrijdagmiddag aan zijn
Departement de Commissie, die tot taak zal
hebben de normen vast te stellen, welke mede
met het oog op de huidige bijzondere tijdsom
standigheden door het centraal gezag behooren
te worden aangelegd bij de beoordeeling van de
bezoldiging (in den ruimsten zin genomen) van
het personeel in dienst van provinciën, ge
meenten, waterschappen, veenschappen en
veenpolders met een rede geïnstalleerd. Spr.
wees er op, dat de autonomie der lagere cor
poraties niet een begrip is, dat voor alle tijden
vaststaathet wijzigt zich en moet zich wij
zigen naarmate de taak der publieke lichamen
en hun onderlinge verhouding verandert en
andere denkbeelden zich baan breken ten aan
zien van de grenzen van de bevoegdheidssfe
ren van het Rijk en zijn samenstellende deelen.
De autonomie is een fundamenteel element
in onze staatsinrichting en een levenwekken
de kracht, doordat de plaatselijk verschillende
toestanden tot hun recht kunnen komen en het
meeleven en meewerken der locale gemeen
schappen er door bevorderd wordt. Maar de
autonomie verliest haar aantrekkelijkheid, in
dien zij het aanzijn geeft aan zoodanige ver
schillen in locale regeling, dat zij den toets der
redelijkheid niet kunnen doorstaan en in bree-
den kring als onrecht worden gevoeld.
Dit nu is het geval met de bezoldigingen van
het overheidspersoneel. Niet alleen tusschen
het Rijkspersoneel en dat van de andere pu
bliekrechtelijke lichamen, ook tusschen het per
soneel van de deelen onderling bestaan niet
sporadisch, maar zoo veelvuldig dat correctie
noodzakelijk is ontoelaatbare verschillen.
Het Koninklijk vernietigingsrecht en zelfs het
goedkeuringsrecht van de Kroon zijn onmach
tig gebleken om een behoorlijke gelijkvormig
heid op het bezoldigingsgebied te verzekeren.
Artikel 126 der Ambtenarenwet 1929 gaf in dit
opzicht aan het hooger gezag wel een krach
tiger wapen, maar toch in menig opzicht niet
krachtig genoeg om het beoogde doel te be
reiken. De Regeering is daarom te rade ge
gaan, ook in deze leemte te voorzien en de
zoozeer gewenschte gelijkvormigheid te be
vorderen. Een daartoe strekkend ontwerp van
wet heeft spr.'s departement reeds verlaten en
zal, naar verwacht mag worden nog in den
loop van dezen zomer de Tweede Kamer der
Sta ten-Generaal bereiken.
„Wil echter het wapen", zoo ging de Minis
ter verder, „dat daarmede de Regeering krijgt,
niet leiden tot een stelselloos ingrijpen, dat den
stempel van willekeur draagt, dan moet het
centraal gezag de bezoldigingsregelen van de
lagere organen kunnen toetsen aan normen,
die met groote zaakkennis zijn opgesteld. Dit
is de taak, die U" aldus de Minister, „wacht.
Gij zult daahbij worden terzijde gestaan door
een bureau, dat op het gebied van de salariee-
ring van overheidspersoneel zijn sporen ver
diend heeft onder de deskundige leiding van
zijn directeur, die Uw secretaris zal zijn.
Wil uw arbeid, vooral in dezen moeilijken
tijd, vruchten kunnen dragen, dan moet hij
worden volbracht in een snel tempo, en in het
diep besef, dat iedere dag van onberekenbaar
gewicht kan zijn voor de toekomst van ons
volk. Voor het eind van het jaar moet de Re
geering daarom in het bezit zijn van Uw voor
stellen. Teneinde echter zoo spoedig mogelijk
de grootste excessen ten deze te kunnen af
snijden, is het wenschelijk dat, naar gelang
onderdeelen door U zijn vastgesteld, de resul
taten mij worden ter hand gesteld.
Ik heb U thans in groote lijnen Uw taak ge
schetst. In het vertrouwen dat gij, mijne Hee
ren, met Gods hulp Uw arbeid in 's lands be
lang volbrengen zult, geef ik in Uw vertrouwde
hand, Mijnheer de Voorzitter, de leiding van
de beraadslagingen dezer Commissie over."
De Voorzitter der Commissie, het Tweede
Kamerlid, de heer J. Schouten, beantwoordde
's Ministers rede.
Door de Kon. Nederlandsche Automobiel
club is een adres gericht aan den Raad van
Ministers, waarin adressante, na een uitvoerige
uiteenzetting, tot het volgende schema komt
voor de inrichting van een ontwerp van den
Rij ksverkeersdienst:
1. Reglementeerende en Wegenaanleggende
dienst.. Het Departement van Waterstaat.
Dit Departement stelle, voor zooveel moge
lijk, alle verkeersvoorschriften vast, geldende
voor het geheele Rijk, geldende zoowel buiten
als binnen de bebouwde kommen van gemeen
ten en laat zich daarbij adviseeren door 2 af-
deelingen: eene wegtechnische afdeeling, waar
in zitting hebben vertegenwoordigers van Rijks-
en Provinciale wegbeheerders; eene verkeers
technische afdeeling, waarin zoo noodig
zitting zouden kunnen hebben naast degenen,
daartoe aangewezen door het Departement van
Waterstaat, één (enkele) vertegenwoordiger(s)
van de reeds bestaande, technische- en ver
keersdiensten van de groote Gemeenten,
diensten, welke immers reeds over een zeer be
langrijke hoeveelheid materiaal beschikken.
2. Controleerende dienst. Het Departement
van Justitie, dat als beschikkende over de Po
litie, het beste tot het uitoefenen van controle
in staat is.
Tusschen beide diensten behoort dan een
werkschema te worden opgesteld, waardoor
snelle en afdoende samenwerking wordt ver
kregen.
Voorts brengt requestrante nog het volgende
onder de aandacht van den Raad van Ministers:
Bij de beraadslagingen over de begrooting
van het Departement van Waterstaat van het
vorige jaar, werd door den Minister van Water
staat de toezegging gedaan, dat een verkeers-
inspectie in het leven zou worden geroepen:
te betwijfelen valt of een verkeersinspectie, die
in wezen politie-toezicht insluit, wel onder het
Departement van Waterstaat behoort te ressor
teeren.
Requestrante vertrouwt, dat afgezien van het
vraagstuk onder welk Departement zij behoort
te ressorteeren, het instellen van een derge
lijke inspectie niet zal beteekenen het instellen
van een nieuw korps politie-ambtenaren; een
korps, dat vele reeds bestaande politie-korp-
sen weder met één zou uitbreiden, waardoor de
verkeers-onzekerheid zeer zeker in belangrijke
mate zou worden vergroot en dat een deel van
het werk der reeds bestaande Rijks-politie
korpsen zou overnemen, een en ander tot na
deel der bestaande korpsen, waardoor allicht
naijver en concurrentie in de hand zouden wor
den gewerkt.
Bij de beraadslagingen over de begrooting van
het Departement van Waterstaat 1933 is in de
Memorie van Antwoord door Zijne Excellentie
den Minister van Waterstaat de mededeeling
gedaan, dat voor zoover het instellen van
een verkeers-inspectie niet tot de bemoeiingen
van den Minister van Justitie behoort een
bijzondere regeling deze zaak betreffende
werd voorbereid.
Requestrante vertrouwt, dat deze regeling
niet in dier voege zal tot stand komen, dat de
bekostiging van deze politie-diensten ten laste
van het Departement van Waterstaat zal wor
den gebracht, daar deze kosten in dat gevaj niet
anders dan uit het Wegenfonds zouden kun
nen worden bestreden.
Het Wegenfonds is immers gesticht ter verbe
tering van de wegen des lands; is er daaren
tegen meer politie-toezicht noodig, dan be
hoort zulks te blijken uit de begrooting van het
Departement van Justitie.
Tenslotte wijst requestrante nog op het navol
gende:
Terwijl in alle ons omringende landen de poli
tie op den weg te herkennen is aan een bepaald
model van uniform, komt een weggebruiker in
Nederland beambten van politie tegen, gekleed
in de meest uiteenloopende soorten van unifor
men
Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid, dat
bestuurders van voertuigen en rijwielen door
in burger gekleede ambtenaren der Invoerrech
ten en accijnzen worden aangehouden, wan
neer hetzij een vlaggetje in de kleuren rood,
wit en blauw wordt opgehouden, voorzien van
het woord „Douane", hetzij een stok met een
twee of driekleurig schijfje of voorzien van
een verguld leeuwtje aan het uiteinde wordt
opgehouden.
Requestrante is van oordeel dat het zeer wen
schelijk zoude zijn dat in de uiterlijke ver
schijning der met het toezicht op de wegen
belaste ambtenaren de noodige uniformiteit
worde gebracht.
De thans heerschende onzekerheid op het
gebied van het verkeerstoezicht, deed reques
trante besluiten zich met dit verzoekschrift tot
U te wenden. Requestrante meent dat het weg
nemen dezer onzekerheid een eisch is van groote
urgentie. Zij vertrouwt dat de door haar hier
boven aanbevolen centralisatie in staat zal zijn
de dringend noodige verbetering in deze materie
te brengen en verzoekt u door dezen het daar
heen te leiden dat door centralisatie als boven
bedoeld gezegde onzekerheid beëindigd worde.
De inzittenden lichte kwetsuren
hekomen.