J
W:
KEIZERIN-KONINGIN ZITA VAN
HABSBURG.
MARIA MONTESSORI.
DE VREES VOOR DEN
RIMPEL.
VEILIG
ZATERDAG 1 JULI 1933
EEN EMINENTE VROUW, DIE IN
HOOG AANZIEN STAAT.
„BABY'S DAGBOEK".
EEN NATIONAAL KAPCONCOURS.
z-Awmm
DENKT AAN VIE VOETEN.
VOOR DE REIS.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
WAT WORDT ER YAN DE
- MODE.
PARIJSCHE MODEPRAATJES.
12 MENU'S VOOR JULI.
rijden kan bij uitzon
dering geen kwaad;
rijden is echter altijd
goed en dus beter I
n.
Maria Montessori
Het fascistische Italië eert zijn groote man
nen. Dat valt niet te ontkennen. Die er iets
bijzonders presteert en het aanzien van het land
buiten de grenzen versterkt, kan op erkente
lijkheid rekenen en de Duce zal dan de eerste
wezen om een woord van lof te doen hooren.
En het fascistische Italië eert niet alleen zijn
groote mannen, maar ook zijn groote vrouwen,
al huldigt het de opvatting, dat de vrouw zich
op den achtergrond dient te houden.
Een eminente vrouw als Maria Montessori
staat er in hoog
aanzien. En het
is weer de Duce,
die zich hier niet
onbetuigd laat.
Evenals hij in
dertijd de hier
te lande vroe
ger welbekende
zangeres en
zangleerares
Gemma Bellon-
cioni in staat
stelde 'n ideaal
van haar leven
te verwerkelij
ken. heeft hij
zorgd, dat Maria
Montessori in
staat was, ten
volle de vruch
ten van haar
prachtig werk te plukken en zij zal nu wel de
laatste zijn-om te zeggen, dat een profeet niet
in eigen land geëerd wordt. Van officieele
zijde althans brengt men haar de eer, die haar
toekomt.
Onder Mussolini's patronage houdt ze elk
Jaar te Rome haar internationale cursussen
over de Montessori-methode en de belangstel
ling van den Duce draagt er het noodige toe
bij, dat de methode ook in Italië steeds meer
wordt gewaardeerd.
Steeds meer gewaardeerd. Want, ondanks de
officieele erkenning is Italië niet het land, waar
Maria Montessori bij uitstek heeft gezegevierd,
waar haar methode van opvoeding het meest
is verbreid.
Ze hoopt nu, dat Italië, haar vaderland en
als rasecht Italiaansche houdt ze daar buiten
gewoon veel van haar in de practijk ook zoo
zal waardeeren als b.v. Engeland doet, dat niet
minder den negen duizend Montessorischolen
heeft.
Het is niet mogelijk in dit vluchtige overzicht
van een zoo rijk en prachtig leven de Montes
sori-methode even nader te beschouwen. Ons
interesseert momenteel trouwens meer de
mensch, de vrouw, de wilskrachtige en zeld
zaam energieke vrouw, die thans ondanks haar
meer dan zestig jaren onvermoeid blijft.
Maria Montessori heeft het lang niet gemak
kelijk gehad. En misschien is ze daardoor juist
gesterkt en gestaald. Dit was ook zoo bij haar
beroemde landgenoote Grazia Deledda, winnares
van den Nobelprijs voor letterkunde.
Ze is uit de Marken afkomstig, de rijke streek
boven Toscane, met steden als Bologna. Daar
woont een krachtig, zelfbewust volk. Speciaal op
het platteland trachten de menschen als het ware
Instinctmatig hun eigenaard te bewaren. Ze heb
ben maar weinig van de z.g. specifiek Italiaan
sche, maar meer Napolitaansche indolentie en
neiging naar het vage. In hun aderen vloeit veel
van het bloed der krachtige Barbaren, die Italië
eens onder den voet hebben geloopen.
Maria Montessori verloochent haar ras niet.
Ze heeft er het sterke en zuivere van. Maar
in haar oogen blinkt vaak het teedere en hu-
_mgne, dat bij de menschen in de Marken diep,
hiéèi diep wegschuilt en zelden door het oog,
dien spielgel van de ziel, weerspiegeld wordt.
Ze trok al vroeg naar Rome. En ze ging er
studeeren, notabene in de geneeskunde. Wat dit
beteekende, kunnen alleen zij beseffen, die eenig
begrip hebben van Italiaansche verhoudingen.
Intusschen mag hier wel even worden opge
merkt, dat juist in Italië, waar de vrouw bijna
altijd op den achtergrond blijft en Mussolini in
zijn gesprekken met Ludwig zonder eenige te
genspraak kon constateeren, dat in het leven
van een sterken man de vrouw geen rol speelt,
eerder nog dan bij ons de vrouw de universiteit
is binnengegaan. Het eenige verschil is, dat ze
er nooit in drommen is heengetrokken.
Nog geen vijf en twintig jaar oud was Maria
klaar voor haar vak. Ze studeerde echter ver
der. Haar levendige inteligentie zag overal een
mogelijkheid tot leeren en meer inzicht krijgen.
Ze doctoreerde ook in de ntauurwetenschap-
pen, letteren en wijsbegeerte en toen ze dertig
jaar oud was. had. ze al op diverse gebieden
wetenschappelijke studies gepubliceerd en ge
noot ze in vakkringen een bijzondere reputatie.
Door haar ethnologische onderzoekingen vestigde
ze haar naam voorgoed. Toen wierp ze zich op
de paedagogie.
Hierbij bepaalde ze zich allerminst tot de
studeerkamer. Ze stond in het volle leven. Daar
in slechts kon ze trouwens bevestiging vinden
voor de ideeën, die in haar begonnen te rijpen.
Maria Montessori ontfermde zich over de
achterlijke en gebrekkige kinderen, die behoor
den tot de bewoners in het krankzinnigengesticht
van Santa Maria della Piëta te Rome.
Ze ontfermde zich over de kinderen als ge
leerde en als vrouw, om niet te zeggen moeder.
Haar begrijpende en liefderijke behandeling
werkte al even weldadig als haar wetenschappe
lijke onderzoekingen en experimenten en, voort
bouwend op de reacties der kinderen en haar
conclusies, ontwikkelde ze een hygiene van den
geest, waaruit later haar methode van zelfop
voeding ontstond.
Deze laatste, de thans wereldberoemde Mon-
fessori-methode, grondde ze op wonderlijke, met
haar beschermelingen opgedane ervaringen. Die
wist ze zoo op te leiden, dat ze de examens
van de lagere school met meer succes passeerden
dan normale kinderen. En dit feit bracht Maria
Montessori de zekerheid, dat de schoolopvoe-
ding der normale kinderen totaal verkeerd was.
Immers, indien gebrekkige en abnormale kinde
ren het onder goede lèiding en door een oor
spronkelijke methode van normale kinderen
konden winnen, lag het voor de hand, dat die
normale kinderen op een verkeerde manier
werden opgevoerd.
In 1906 kreeg dr. Montessori de gelegenheid
haar denkbeelden in practijk te brengen.. Een
groote woningbouwonderneming gaf haar het
toezicht over een in een blok volkswoningen ge
opende school in de volkrijke wijk van San
Lorenzo.
De psychiatrice van grooten naam werd een
eenvoudige onderwijzeres en in haar „Casa dei
Bambini", kinderhuis, bereikte ze de mooiste
resultaten. Koningin Margherita begon zich
voor Maria Montessori's werk te interesseeren,
wat haar mogelijkheden aanmerkelijk vergrootte.
In 1909 verscheen „II metodo della pedagogia
scientifica" en in 1912 „L'autoeducazione nelle
scuole elementare."
Ondanks haar succes bleven haar de teleur
stellingen echter niet bespaard. Toen ze in 1913
haar eersten cursus gaf voor onderwijzeressen,
die haar methode wilden toepassen, had men
haar uit de school gewerkt.
Maar haar cursus werd toch gevolgd door
leerlingen van zeventien verschillende nationa
liteiten, uit alle hoeken van de wereld. En
spoedig werden haar boeken in verschillende
talen vertaald. Thans bestaan er vertalingen van
in twee en twintig landen.
Sinds 1914 vertoeft dr. Montessori bijna steeds
in het buiteenland, waar ze lezingen houdt en
de Montessorischolen inspecteert. Tot in Nigeria
toe zijn Montessorischolen
Mussolini heeft haar in 1924 aan Italië trachten
te binden. Hij stichtte het „Opera Montessori"
waarvan een senator directeur werd. En tege
lijkertijd werd te Rome de „Scuola Montessori"
gesticht, waar Montessori-onderwijzeressen wor
den opgeleid.
Haar internationale cursus te Rome werd door
steun van de Italiaansche regeering een evene
ment. Mussolini is voorzitter van het eere
comité.
Al deze eerbewijzen tellen bij dr. Maria Mon
tessori echter minder, dan het succes van haar
methode. Om die te vervolmaken, werkt ze nog
onvermoeid.
Lieve tante Hellenen,
Even wil ik U melden, dat ik zoo juist van
de pers ben gekomen; ik bedoel natuurlijk
m'n dagboek.
Wilt U 't s.v.p. aan alle Maasbodetante's mede-
deelen?
Da! da!
BABY.
Schat van 'n nicht,
Kind wat maak je ons gelukkig. Wat zullen
de menigte tantes en ooms, al komen de laatsten
er niet rond voor uit (maar leuk vinden ze 't
hoor), blij zijn.
Ik hoop je de volgende week in optima forma
voor te stellen.
Till next week!
TANTE HELLENEN.
Ter gelegenheid van het eerste lustrum der
Haagsche Marcelclub (aangesloten bij de Fede
ratie van Kapperspatroonsvereenigingen) zal op
15, 16, 17 en 18 October a.s. een groote nationale
kapwedstrijd gehouden worden in al de zalen
van den Dierentuin.
Het concours omvat twee af deelingen: voor
de jongeren en voor de geroutineerden in het
vak.
Daarnaast zullen tientallen, vooraanstaande
kappers hors-concours medewerken op een spe-
cialen avond. Uit deze kapsels zal de modelijn
bepaald worden.
In bijna wel alle vrouwenharten, zelfs in dat
van de meest geëmancipeerde, als bijv. de vrou
welijke tandarts, die zonder blikken of blozen
haar knerpende boor drijft in de wankele kies
van haar slachtoffer, leeft de geheime vrees
voor den rimpel.
Is deze vrees, aanvankelijk voor het onbe
kende en onverhoopte, eenmaal werkelijkheid
geworden en groeft zich de eerste lijn in de
blanke huid, dan ontbrandt er meestal een strijd,
even hardnekkig en wanhopig als de worsteling
van den man, die zich langzaam maar zeker
zijn weelderige haardos in den letterlijken zin
van het woord „ontvallen" ziet.
In den kamp tegen den rimpel worden door
sommige dames schitterende successen behaald
met behulp van crème en massage, doch alle
crème van de wereld is toch niet in staat een
gerimpeld gelaat geheel glad te plamuren.
Een Engélsche dame echter, begaan met het
lot van haar strijdende en lijdende medezusters,
heeft haar leven gewijd aan de bestudeering van
dit brandende vraagstuk en is na diepzinnige
gepeinzen tot de volgende conclusie gekomen.
Wilt gij geen rimpels in uw gelaat, verzorg
dan.... uw voeten!
Deze schijnbare tegenstrijdigheid is in het
geheel geen tegenstrijdigheid meer, als gij de
betrokken dame, die zulk een diep inzicht heeft
in de nooden der vrouw bij haar strijd om
gezondheid en schoonheid, eenige oogenblikken
aan het woord laat komen, om haar paradox
wat nader toe te lichten.
De voeten, aldus bedoelde dame, zijn het fun
dament, waarop het geheele menschelijke
lichaam rust. Als aan deze basis een fout
kleeft, wordt al het overige uit zijn verband
gerukt. De heupen en het middel worden in
een positie gebracht, welke uiterst nadeelig
werkt op de sierlijkheid en gratie, welke deze
lichaamsdeelen geëigend zijn het lichaam te ver-
leenen, terwijl tevens het normaal functioneeren
van de voornaamste organen geremd en belem
merd wordt. Dat dit laatste vooral zeer ernstige
gevolgen heeft voor het gelaat en oorzaak is
van het ontstaan van lijnen, rimpels en zelfs
een onderkin, behoeft geen verder betoog. Kort
om, de gebreken van de voeten moeten als voor
naamste oorzaak beschouwd worden van het
zoozeer gevreesde „middelbare-leeftijd-uiterlijk".
Om zoo lang mogelijk een jeugdig uiterlijk
te behouden, aldus het Engelsch orakel, moet
het lichaam steeds zuiver in evenwicht zijn.
Het grootste deel der vrouwen verzorgt haar
schoonheid van het hoofd tot de voeten, het
ware geheim der lichaamsschoonheid ligt
daarentegen juist in het omgekeerde hiervan:
de schoonheid moet opgebouwd worden van de
voeten tot het hoofd.
Het is onmogelijk, een vroolijk gelaat te too-
nen, als de voeten pijn doen. (Een thesis, welke
o.a. een overtuigend bewijs vindt in de alom
bekende geschiedenis van de actrice met de
te nauwe schoentjes, die met zulk een diepe
tragiek haar uiterst tragische rol wist te ver
tolken).
Bind, zoo concludeert dus bedoelde dame,
onverbiddelijk den strijd aan tegen alle ekster-
oogen. Er zijn uitstekende middeien, welke u
in korten tijd en geheel pijnloos van deze plaag
bevrijden. Een beetje gewoon krijt iederen
ochtend op de pijnlijke plekken gesmeerd, zal,
al duurt het wat langer, eveneens uitstekend
helpen. Bij zeer hardnekkige gevallen, is het
't beste een bezoek te brengen aan een pedicure,
die u in korten tijd van het euvel zal afhelpen,
zoodat u weer kunt loopen met een gevoel, alsof
u tien jaar jonger waart geworden.
Gun u ruim den tijd bij het kiezen van een
paar nieuwe schoenen. Haast u met wat u maar
wilt, doch neem daar den tijd voor. Koop geen
daagsche schoenen met te hooge of te smalle
hakken. Zij zullen misschien een paar centi
meter aan uw lengte toevoegen, doch mogelijk
tevens een rimpel op uw gelaat te voorschijn
roepen.
Het uitvoeren van oefeningen is een van de
beste manieren, om de voeten te harden en in
een goede condlte te houden.
Eenigen tijd geleden kwam een bekende dan
seuse op de idee, haar kinderen voetoefeningen
te laten doen op de maat van een populair
wijsje. Deze heilzame oefeningen bleken boven
dien zeer in den smaak der kinderen te vallen.
Hetzelfde kan thuis gedaan worden op de
maat van elk wijsje, dat u toevallig de voor
keur geeft. Ga op den vloer zitten met de beenen
rechtuit en buig de voeten gelijktijdig omlaag
en omhoog, zoover als mogelijk is zonder de
beenen zelf te bewegen. Dit gaat uitstekend op
de maat van iedere populaire wals.
Ga vervolgens in een stoel zitten, kruis het
rechterbeen over de linkerknie en beweeg den
voet, als de wijzers van een horloge, eerst om
hoog, dan zijwaarts omlaag en tenslotte zij
waarts omhoog naar links. Als u dit ongeveer
tienmaal gedaan heeft, herhaalt u de oefening
met de linkervoet.
Een vlugge wandeling rond de kamer, drie
passen gewoon en drie op de teenen, versterkt
niet alleen de enkels, doch maakt ze bovendien
slanker.
Bij warm weer worden de voeten spoediger
moe dan wanneer het koud is. Een vlugge en
prettige methode, om ze weer frlsch te maken,
is het nemen van een voetbad, waarin een hand
vol gewone soda en een paar druppels jodium
zijn opgelost.
Een weinig talkpoeder in de kousen gestrooid
is een uitstekend middel om de voeten koel en
frisch te houden. Hetzelfde effect heeft ook eau
de Cologne, dat, als men de zolen van de voe
ten mede inwrijft, de huid hardt en in goeden
staat houdt voor het maken van lange wande
lingen.
Indien u, aldus besluit de Engelsche dame
haar goede raadgevingen, gelukkig, aantrekke
lijk en gezond wilt zijn, denk dan niet het laatst,
doch het eerst om u voeten.
Witte organdi handschoenen; aan de bin
nenzijde met waschbaar leer afgewerkt.
De reis- en sportmantels
zien er heel sober uit; er
zijn er zelfs, die niet veel
meer van een heerenjas ver
schillen. Tot dit genre be-
hooren' b.v. de modellen, die
van een harig weefsel, in
beige of havanna, zijn ver
vaardigd; men ziet ze dan
met breede revers en cein
tuur en met groote zakken.
Toch kiest men ook graag
wollen stoffen in grisaille
tinten en met zeer ineenge
smolten dessins (vooral met
strepen of ruiten), want men
heeft het liéfh kleuren, die
tegen het stof van den weg
bestand zijn. Als men dan
bang is er wat te somber
uit te zien. moet men een
kleurige sjaal van dunne
wol, tricot of zijde omdoen.
Ofschoon het wit erg teer
is. valt toch niet te verhelen,
dat er dit seizoen In deze
kleur zeer bekoorlijke mo
dellen ontworpen zijn; zij
zijn gemaakt van grove jer
sey fantaisie of losjes gewe
ven wol. Men drage zulk
soort mantels echter bij
voorkeur aan het strand en
in de bergen maar liever
niet gedurende de reis.
Hei eerste model op onze
afbeelding is juist een man
tel van witte wollen eta-
mine. Deze charmante crea
tie is met een soort pelerine
versierd, waaronder de
lange mouw zelfstandig
blijft, zoodat deze mantel
gemakkelijk veranderd kan worden. Zooals men
ziet, wordt hij toegeknoopt.
Verder treft men een wollen reismantel aan,
die al heel erg practisch is; hij is uitgevoerd
in grisaille met groote ruiten „een camaieu".
Heel sportief is hij van groote doorgestikte
revers, een ceintuur en twee groote zakken
voorzien
Geheel rechts staat een raglan-model, dat één
geheel vormt met een japon van dezelfde stof
namelijk niet te donkere grijze wol. De mantel
is met metaal gegarneerd.
Ten slotte wijzen wij er nog op, dat bij al
deze drachten een hoed hoort, die van hetzelfde
uieefsel vervaardigd is.
Een bruin wollen truin: Ik heb een bruin
wollen truitje in een pakje lux gewasschen, het
heeft niet afgegeven, doch is kleurloos gewor
den, klaagt een huisvrouw.
Heel begrijpelijk is ons dit niet. Is er te veel
lux gebruikt, te heet? Iets moet er mankeeren;
of is de wol niet solide gekleurd.
Mocht de bedoeling zijn, dat het truitje vaal
geworden is, probeer het dan nog eens met
houtzeep.
Giet 6 a 8 uur vóór het wasschen kokend wa
ter op 1 ons houtzeep b.v. in een emmer. Laat
het afkoelen, goet 't door een zeef, doe er zoo
noodig wat lauw water bij en laat 't truitje er
e enpaar uur in staan.
Flink naspoelen en in de lucht drogen. Moge
lijk trekt de keur bij, zoo niet laat 't over
verven, knoei niet zelf. Pas bij de houtzeep
op voor wondjes aan de handen.
Vetvlekken: Crêpe georgette is moeilijk te was
schen, het krimpt als 't ware ineen, beter is het
de japon in tetra of linola te spoelen, uit te
drukken .buiten drogen en opstrijken, oppassen
voor vuur en licht. Allerbeste is, de japon te
laten ontvlekken eventueel chemisch doorslaan
ze is dan als nieuw.
Roest: De roestvlekken in de groen satijnen
japon, kunt u voorzichtig behandelen met prop
pen watten gedoopt in citroensap en zout. Geef
zoo ge 't persé zelf wilt doen, de japon een
linola of tetra bad: doch opgepast voor vuur
en licht. Het radicaalste blijft de chemische be
handeling; spaart tijd en ergernis.
Dekens wasschen: Rectificatie. Gaven
Wij de vorige maal o p v e r zoek van eene onzer
abonnée's een huismiddeltje aan Om wollen de
kens een opfrisschertje te geven; het betrof hier
'n geval van olde dekens die men niet gaarne
meer buitenshuis gaf; zoo moeten wij terwille
van de waarheid vandaag 't blaadje omkeeren
en waarschuwen tegen de door ons gepubliceerde
zout methode.
De van ouds berenommeerde firma Zaal
berg Zoon te Leiden was zoo vriendelijk
ons op dit gebied hare zeer gewaardeerde voor
lichting te schenken, die wij gaarne aan onze
lezeressen mededeelen.
Men schrijft ons als volgt:
„Zelfs de beste deken wordt door zoutbehan-
deling vernield.
Op iederen wolvezel komen tientallen schub
ben voor welke bij het vollen der deken in
elkaar pakken.
Door dekens te wasschen met zout, worden
deze teere hoornachtige schubben aangetast en
vallen geleidelijk uit elkaar. De wolvezel ver
liest daardoor iedere veerkracht, waardoor de
deken het uiterlijk van een vilten lap krijgt.
Vanzelfsprekend- wordt de levensduur der
deken hierdoor aanmerkelijk bekort.
Minstens elke twee jaar moet uw deken als
nieuw behandeld worden, volgens een methode
als bij ons reeds in 1770 met de hand werd toe
gepast.
Elk fabrikaat goede wollen deken wordt ge
wasschen, opgewerkt, op maat gebracht en opge-
wold. Te oude dekens krijgen alleen de wasch-
behandeling".
Dus! laten de huisvrouwtjes naar wijzen raad
luisteren en zich voor veel teleurstellingen vrij
waren en niets zelf bederven, daar met geringe
kosten, onze dekens een vernieuwingsproces gun
nen ondergaan.
,.Un homme averti en vout deux."
Wat te zeggen van een vrouw....
Inktvlekken: Een jOng huisvrouwtje vraagt:
hoe verwijder ik inktvlekken uit het laken van
mijn bureautje.
Met'petroleum of spiritus, kunt u deze verwij
deren, voorzichtig telkens een nieuw lapje of
propje watten.
HUISMOEDER.
P a r ij s, 27 Juni 1933.
Nu het zomerseizoen al weer over zijn hoogte
punt heen is, begint de vraag zich weer op te
dringen: wat het met de mode worden zal? Zal
er één verandering
komen in de groote
lijn? En welke van
die vele, aardige
details, waaraan
wij langzaam aan
gewend waren, zul
len nog behouden
blijven?
Voor dit zomer
seizoen zelf zijn
de zorgen feitelijk
al vervlogen. De
lijn is over het
algemeen dezelfde
gebleven, de lengte
van de rokken
bleef onveranderd
evenals de plaats
van de taille. Van
den anderen kant
zijn heel wat aar
dige, practische
ideetjes verwezen
lijkt: o.a. de robes,
die op verschillen
de manieren te
combineeren zijn,
waardoor men vaak
in de gelegenheid
was iets van 'n
vorig seizoen te
gebruiken, of die
aardige petits tail
leurs van soepele
wol of tricot, die
zoo'n jeugdig uiter
lijk geven.
Een ander snufje is nog de terugkeer van de
„deux-pièces", dank zij zeker aan de vele prac
tische diensten, die ze altijd bewezen heeft. Men
completeert zoo'n „deux-pièces" op 't oogenblik
dan graag met een bijpassende petite-cape, zoo
als op het model hierboven weergegeven. Uit
gevoerd in heel dunne wol, licht-grijs, sober
van lijn en zonder onnoodige garneeringen zó'
men van zulk een aardig costuum van den
zomer en zelfs in het najaar nog heel wat ple
zier hebben. Het is ook een practisch avond-
costuum, maar dan kiest men het uit wit toile-
delin, of jersey faconné.
Er valt op het oogenblik dus slechts dit te
zeggen, dat de lijn voorloopig sober blijven zal
en dat de practische zijde, het gemakkelijk dra
gen, een overwegenden invloed op de ontwik
keling van de mode hebben zal.
1. Bruine ragoutsoep.
Kalfsoesters doperwtjes, aardappelen.
Aardbelenbavaroise.
2. Groentesoep.
Gebraden haantjes, compóte van kersen,
aardappelen.
3. Groene haring met toast.
Zoutevisch, worteltjes, peterseliesaus
aardappelen.
Maizenapudding met gestoofde aardbeien.
4. Tomatensoep.
Kalfsfricandeau, peultjes en worteltjes,
aardappelen.
Kersentaart.
5. VarkenscÓteletten, capucijners, aardappelen.
Rödgröd met vanillesaus.
6. Zomererwtensoep.
Slakropjes met gehakt, aardappelen.
Kersen.
7. Vermicellisoep.
Tuinboonen met ham, aardappelen.
Flensjes.
8. Gestoofde paling in een rand van aardappel
puree, gemengde salade.
Broodommelet met jam.
9. Roastbief, andijvie, aardappelen.
Aardbeien met slagroom.
10. Blinde vinken, spercieboonen, aardappelen.
Rijstrand met gestoofde vruchten.
11. Bloemkoolschotel met balletjes gehakt,
kaassaus en hangop.
12. Biefstuk, doperwtjes en worteltjes,
aardappelen.
Aardbeientaartjes.
A ardbeienbavaroise.
400 gram aardbeien, 100 gram suiker, wat
Citroensap, Vs L. slagroom, 1 eiwit, 20 gram
gelatine, 200 gram Bredasche aardbeien.
Spoel een pudding vorm om met het geklopte
eiwit of bestrijk haar van binnen met slaolie.
Wasch de aardbeien en haal het groen er af.
Wrijf ze door een paardeharen of rieten zêef.
Men moet dan ongeveer 3 A 3Vfe d.L. aardbeien
puree hebben. Voeg hierbij wat citroensap (van
een kwart citroen). Los de geweekte gelatine
met de suiker op in een klein beetje water. Doe
dit bij de gezeefde aardbeien. Klop het eiwit
en de room afzonderlijk stijf en vermeng hier
mee de aardbeienpuree. Maak 200 gram kleine
geurige aardbeien, bijvoorbeeld Bredasche,
schoon, en voeg die ook bij de puddingmassa,
zoodra ze goed zijn uitgelekt. Vul de pudding
vorm met de massa wanneer het geleiachtig
begint te worden en de tteele aardbeien niet
meer zakken. Stort de pudding wannéér zé
geheel koud en stijf is geworden en presenteer
er een droog biscuitje of wafeltje bij.
Kersentaart.
1 ons basterd suiker, 1% ons boter, 2 ons
bloem, 1 ei, wat zout. Voor het vulsel: 1 pond
kersen, Vz ons-suiker, wat aardappelmeel.
Doe boter, bloem, suiker, zout en het geklopte
ei in een kom. Kneed het net zoolang tot het
een samenhangende bal wordt. Rol het dan op
een met bloem bestrooide plank of tafel uit tot
een plak van 1 c.M. dikte en iets grooter dan
de platte springvorm waarin de taart gebakken
zal worden. Besmeer dezen vorm met boter en
druk er het deeg stevig in. Snijd het deeg langs
de opstaande kanten gelijk af. Bak dé taart in
een matig warmen oven In een half uurtje gaar.
Laat de taart in den vorm afkoelen, haal hem
er dan uit en vul hem het de gestoofde kersen.
De kersen worden hiertoe gewasschen, van de
stelen ontdaan en al Of niet van de pitten, op
gezet met het aanhangende water en even door
gekookt. Daarna wordt de suiker er door geroerd
en het vocht gebonden met wat aardappelmeel.
M. M.
30
Zita zou In haar zuiver Idealistische poging
van vredesbemiddeling, ondanks haar door
tastend doorzetten, toch wreed gedesillusioneerd
worden meer nog, haar edel puur menschelijk
streven, van alle politiek gespeend, zou haar
later, zelfs door de eigen onderdanen als een
ernstige grief worden toegerekend. En, hoe
vleide zij zich in 't begin nog met een zekere
hoop op succes.
Keizer Karei vond een van zijn trouwste
jeugdvrienden, den Hongaarschen graaf Tamas
Erdödy bereid de vredesboodschap aan Zita's
broers, de prinsen Sixtus en Xaver, die beide
naar Zwitserland als neutraal gebied waren ge
komen, over te brengen. De keizer overhan
digde graaf Tamas twee brieven.
„Geef deze aan mijn broers", zei de Zita, „bui
ten ons drieën, en graaf Czemin, weet niemand
van dit schrijven af. Uw zending dient de zaak
van den vrede. U weet, ik heb geen ander doel
dan een eind te maken aan dezen gruwzamen
menschenmoord".
De eerste onderhandelingen in Zwitserland
zetten hoopvol in. Kort daarop kreeg graaf
Tamas andermaal opdracht om naar Zwitserland
te reizen om Zita's broer over te halen zelve
naar Weenen te komen.
Een hoogst gewichtige, maar gevaarvolle op
dracht voor beide partijen. En werkelijk ge
lukte 't graaf Tamas beide prinsen onder den
naam van de Zwitsersche ingenieurs Bertrand
Weenen binnen te voeren. Sinds het uitbreken
van den oorlog had Zita haar beide broers niet
meer ontmoet en nu kwamen zij heimelijk onder
een valschen naam en als vijandelijke partij
tot feu* y.
Na een langdurig onderhoud met Zita, den
keizer en graaf Czernin hadden beide broers
bij het heengaan het gevoel, dat zij werkelijk
een stap nader tot den vrede waren gekomen.
De keizer van zijn kant zou zijn bondgenooten
bewerken om tot een aannemelijke oplossing te
komen.
Maar het zou hem, noch prins Sixtus gelukken
om de partijen van het voordeel van een spoe-
digen vrede te overtuigen. De leidende Fran-
sche staatslieden beantwoordden de vredesbood
schap van prins Sixtus met een „oorlog tot het
bittere eind
Zita's edele bedoeling werd nu tegen haar
zelf uitgespeeld. De vijandelijke propaganda
ging aan 't werk om de jonge keizerin verdacht
te maken, 't Heette dat zij een dubbele rol
speelde. En deze laster werd niet alleen in het
buitenland gaarne geloofd, maar ook in Oosten
rijk zelf.
De oorlog werd nog in verwoeder tempo voort
gezet. Nood en ellende stegen ten top, honger
en gebrek werden algemeen. In Weenen waren
geen meel en geen kolen meer, het volk vroeg
om vrede en brood. Het leger zelf werd onbe
trouwbaar, de verbonden landen raakten onder
ling verdeeld.
De keizerin wordt openlijk beticht, dat zij
samenzweert tegen haar eigen land, zij is im
mers een vreemde, en haar broers staan in het
vijandelijke kamp. Zij heet een heerschzuchtige
vrouw, die haar zwakken man overheerscht.
Zita krijgt van alles de schuld.
Het wantrouwen jegens haar bereikt het top
punt als graaf Czernin trouweloos in 1918 open
lijk haar vredesbemiddeling in 1917 bekend
maakt. Haar edel streven wordt als een soort
verraad gesignaleerd,
Dan begint in het najaar 1918 overal in de
centrale landen de revolutie te dreigen, in
Oostenrijk niet 't minst.
Het keizerlijk paar wordt den raad gegeven
naar Hongarije uit te wijken, dat was immers
het traditioneel koningstrouwe voik, daar zou
het voorloopig veilig zijn.
Karl en Zita trokken naar Gödöllö, het
koninklijk lustslot bij Boedapest, dat de Hon
garen eens zoo spontaan hadden geschonken aan
hun vereerde keizerin Elisabeth, die bij haar
leven onder hen zoo groote populariteit genoot.
Van hier uit zouden Karl en Zita kunnen be
proeven om den heiligen Stephanskroon nog
voor zich te redden.
Maar 't zou reeds te laat blijken. De 'oude
veete tegen keizer Frans Jozef, dat hij Hon
garije niet graag lijden mocht, en altijd alleen
slechts noodgedwongen daarheen kwam, werd
nu op den jongen keizer Karl gewroken. Eigen
lijk nog meer op Zita.
Buiten hun schuld, verklaart nu Margit Pros-
zimmer, had het jonge keizerlijke paar slechts
zeer korten tijd in Hongarije doorgebracht. De
keizer was steeds aan het hoofdkwartier van
het leger gebonden geweest. Keizerin Zita werd
elk jaar bezwaard met de geboorte van een
kind, dat zij zelve steeds voedde. De plicht
van het moederschap dwong haar zich maan
denlang uit het openbaar leven terug te trekken.
Zij had in haar korte keizerinneleven, vol van
de zorgen om den oorlog, toch eerlijk gerekend
op een komenden tijd, dat zij zich met haar
Hongaarsche onderdanen meer vertrouwd zou
maken.
Werd Zita in Weenen beschuldigd een vrien
din en partijgangster te zijn van de entente,
en een vijandin van Oostenrijk en Habsburg,
in Hongarije werd tegen haar uitgespeeld, dat
zij een uitgesproken antipathie had tegen de
Hongaren.
Troosteloos en bedrukkend was de aankomst
van Karl en Zita in het eens zoo vriendelijke
lustverblijf van keizerin Elisabeth. Geen offi
cieele ontvangst, geen blijde „Eljeni". Soldaten
bewaakten het slot, aan eiken hoek stonden dé
kanonnen en machinegeweren opgesteld. De
zalen en vertrekken waren onverzorgd gemeu
beld en niet verwarmd. Het land, dat het oord
der redding had moeten zijn, deed aan als de
schrik eener eerste verbanning.
Keizerin Zita hield het hoofd hoog en fier,
schuchter en bevreesd drongen de jonge kinde
ren tegen haar aan. Buiten in de parken joel
den de tuchteloos geworden soldaten en deser
teurs. Overal hoorde men in 't wilde schieten,
De trouwe graaf Tamas Erdódy weet niet hoe
hij voor de veiligheid der keizerlijke familie
moet instaan.
In Weenen is onderwijl de republiek uitgeroe
pen. Het tragisch lot der Russische tsarenfamilie
zweeft den bedrukten bewoners van Gödöllö
voor oogen.
Met een onderdrukten snik, om den doodelijk
vermoeiden keizer' in zijn slaap niet te storen,
sluipt Zita weg naar de vertrekken, waar haar
blonde kinderen argeloos sluimeren. Huiverend
van koude gaat de beproefde moeder van bed
tot bed, fluisterend zoete woorden van liefde
en zorg om de kleinen.
Hoe gelukkig zou zij zijn den troon met al
zijn lasten en plichten op te zeggen, zich in
veiligheid te weten, en stil gelukkig met elkaar
te leven.
Terwijl Karl met de vooraanstaande politici
van Hongarije overlegt, hoe land en kroon te
redden, wordt te Weenèn zijn afwezigheid als
een vlucht verklaard. Men eischt, dat hij zal
afdanken. Karl is wel verplicht naar Weenen
terug te keeren. Zonder eenige bescherming
moet hij naar de onzeker geworden hoofdstad.
En daar staat Zita, die voor zich zelf den
harden strijd moet uitvechten tusschen moeder
plicht en vrouwenliefde, naar beide zijden trekt
even sterk haar zorgvolle hart. Het grootste ge
vaar kiest zij aan haar zijde, zij zal met Karl
naar Weenen gaan.
Als vluchtelingen verlaten zij het slot van
Gödöllö, waar de jonge kinderen bedroefd en
angstig moeten achterblijven.
Zwijgend zitten Karl en Zita naast elkaar in
den snel wegschietenden wagen. De bleeke ge
zichtjes der kinderen drukken zich voor 't
laatst tegen het vensterglas van het hooge slot,
de moeder voelt den dood in 't hart. Maar voor
den man naast haar wil zij lachen en moedig
zijn, doch zij vertrouwt haar eigen blik niet,
zij grijpt naar de hand van Karl om die over
haar oogen te leggen. Zij gelooft de eerste proef
in de hoogeschool van het lijden manmoedig te
hebben doorstaan.
De eens zoo feestelijk-uitbundig gekroonde
koning en koningin van Hongarije reden nu door
hun land on hoofdstad, juist twee jaren na hun
giorievollen intocht. En nu mochten zij zich
nog gelukkig rekenen ongedeerd weg te komen.
In den schemer van den vallenden avond ziet
de jonge vrouw met schrik de eerste grijzende
harén aan de bleeke slapen van den dertig
jarigen vorst.
De aankomst in Weenen geeft hun gedachten
een andere wending. Het volk in de straat be
merkt den hofauto, nauwelijks maakt het ruimte,
jouwend en joelend dringt het op. Zita houdt de
hand van den keizer vast omsloten. Waar zul
zij woorden vinden om hem te troosten en moed
in te spreken?
Onderwijl wordt in Hongarije de eenige man.
die volk en koning nog tezamen had kunnen
houden, de edele graaf Tisza, op 31 October
in zijn eigen woning onder de oogen van zijn
vrouw wreedaardig door de communisten ver
moord. In het parlementsgebouw te Boedapest
ziet men heden de zitting uit den voormaligen
zetel van graaf Tisza weggenomen, omdat men
geen Hongaar waardig keurt ooit deze plaats
nog in te nemen. Een zeldzame hulde aan de
nagedachtenis van dezen edelen stsatsrrtan.
De laffe moord op graaf Tisza beteekent voor
Karl en Zita meteen de onmogelijkheid om nog
naar Hongarije terug te keeren. Maar Zita's
kinderen vertoeven nog altijd op Gödöllö, er be
staat geen mogelijkheid om eenig bericht om
trent hun lot te ontvangen.
Keizer Karl wordt te Weenen door vriend en
tegenstander gedrongen om te abdiceeren.
Zita is als bewusteloos van angst over het
onzekere lot van haar Jonge kinderen, en met
een vol opstand en verzet over de krenking en
kwelling haar nobelen en geliefden gemaal aan
gedaan. Bewogen door deernis met de zwaar
gefolterde .moeder waagt een der getrouw ge-
blevenen, hoofdman Valla, het gevaarlijk avon
tuur om met een wagen naar Hongarije te gaat*
en de kinderen te halen.
Zita bidt, zij weet haar kinderen bijna onbe
schermd op den langen landweg door een land
in opstand.
Ook in Weenen breekt het oproer los, met
steenen en stokken gewapend trekt het volk
op naar Schönbrunn. Maar gelukkig zijn er nog
anderen, jongeren en ouderen, die 't nog als
een plicht voelen voor het oude keizershuis op
te komen, en voor de traditie te sterven. De
eene groep na de andere dringt tot den keizer
door. Hij ontvangt ze allen. Hij stelt ze gerust.
Op het volk laten schieten? Hoe zou hij 't ooit
kunnen doen? Nooit.... 1
Generaal Schemua staat voor den monarch.
Tot aan het uitbreken van den oorlog is hij do
militaire chef geweest van den jongen aarts
hertog. Getroffen ziet hij de verandering van
vier jaar. Jong, blozend, overwinningsbewust
is Karl uitgetrokken, nu ziet hij een ontgoochel
den, moegeslagen man. Alleen zijn beminnelijk
heid is gebleven.
Dan openen zich de hooge vleugeldeuren, twee
blondlokkige knapen ijlen naar binnen, juichend
omarmen zij den vader, die hen gelukkig naar
zich toetrekt. De keizerin volgt hen met een
stralenden lach.
„Veel vuur hebben wij onderweg gezien,
pappi, o zooveel vuur en telkens hoorden wij
boem-boem!" zegt opgewonden de jongste der
knapen.
Maar de zesjarige kroonprins Otto legt z'n
hand op broertjes' 'mond en zegt ernstig: „daar
over moeten we niet praten, nietwaar, papi?"
Ginds in Weenen slaat het gepeupel aan 't
plunderen. Het beslissend uur nadert voor Karl
en Zita met rappen slag.
P. HYACINTH HERMANS.