J W: KEIZERIN-KONINGIN ZITA VAN HABSBURG. MARIA MONTESSORI. DE VREES VOOR DEN RIMPEL. VEILIG ZATERDAG 1 JULI 1933 EEN EMINENTE VROUW, DIE IN HOOG AANZIEN STAAT. „BABY'S DAGBOEK". EEN NATIONAAL KAPCONCOURS. z-Awmm DENKT AAN VIE VOETEN. VOOR DE REIS. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. WAT WORDT ER YAN DE - MODE. PARIJSCHE MODEPRAATJES. 12 MENU'S VOOR JULI. rijden kan bij uitzon dering geen kwaad; rijden is echter altijd goed en dus beter I n. Maria Montessori Het fascistische Italië eert zijn groote man nen. Dat valt niet te ontkennen. Die er iets bijzonders presteert en het aanzien van het land buiten de grenzen versterkt, kan op erkente lijkheid rekenen en de Duce zal dan de eerste wezen om een woord van lof te doen hooren. En het fascistische Italië eert niet alleen zijn groote mannen, maar ook zijn groote vrouwen, al huldigt het de opvatting, dat de vrouw zich op den achtergrond dient te houden. Een eminente vrouw als Maria Montessori staat er in hoog aanzien. En het is weer de Duce, die zich hier niet onbetuigd laat. Evenals hij in dertijd de hier te lande vroe ger welbekende zangeres en zangleerares Gemma Bellon- cioni in staat stelde 'n ideaal van haar leven te verwerkelij ken. heeft hij zorgd, dat Maria Montessori in staat was, ten volle de vruch ten van haar prachtig werk te plukken en zij zal nu wel de laatste zijn-om te zeggen, dat een profeet niet in eigen land geëerd wordt. Van officieele zijde althans brengt men haar de eer, die haar toekomt. Onder Mussolini's patronage houdt ze elk Jaar te Rome haar internationale cursussen over de Montessori-methode en de belangstel ling van den Duce draagt er het noodige toe bij, dat de methode ook in Italië steeds meer wordt gewaardeerd. Steeds meer gewaardeerd. Want, ondanks de officieele erkenning is Italië niet het land, waar Maria Montessori bij uitstek heeft gezegevierd, waar haar methode van opvoeding het meest is verbreid. Ze hoopt nu, dat Italië, haar vaderland en als rasecht Italiaansche houdt ze daar buiten gewoon veel van haar in de practijk ook zoo zal waardeeren als b.v. Engeland doet, dat niet minder den negen duizend Montessorischolen heeft. Het is niet mogelijk in dit vluchtige overzicht van een zoo rijk en prachtig leven de Montes sori-methode even nader te beschouwen. Ons interesseert momenteel trouwens meer de mensch, de vrouw, de wilskrachtige en zeld zaam energieke vrouw, die thans ondanks haar meer dan zestig jaren onvermoeid blijft. Maria Montessori heeft het lang niet gemak kelijk gehad. En misschien is ze daardoor juist gesterkt en gestaald. Dit was ook zoo bij haar beroemde landgenoote Grazia Deledda, winnares van den Nobelprijs voor letterkunde. Ze is uit de Marken afkomstig, de rijke streek boven Toscane, met steden als Bologna. Daar woont een krachtig, zelfbewust volk. Speciaal op het platteland trachten de menschen als het ware Instinctmatig hun eigenaard te bewaren. Ze heb ben maar weinig van de z.g. specifiek Italiaan sche, maar meer Napolitaansche indolentie en neiging naar het vage. In hun aderen vloeit veel van het bloed der krachtige Barbaren, die Italië eens onder den voet hebben geloopen. Maria Montessori verloochent haar ras niet. Ze heeft er het sterke en zuivere van. Maar in haar oogen blinkt vaak het teedere en hu- _mgne, dat bij de menschen in de Marken diep, hiéèi diep wegschuilt en zelden door het oog, dien spielgel van de ziel, weerspiegeld wordt. Ze trok al vroeg naar Rome. En ze ging er studeeren, notabene in de geneeskunde. Wat dit beteekende, kunnen alleen zij beseffen, die eenig begrip hebben van Italiaansche verhoudingen. Intusschen mag hier wel even worden opge merkt, dat juist in Italië, waar de vrouw bijna altijd op den achtergrond blijft en Mussolini in zijn gesprekken met Ludwig zonder eenige te genspraak kon constateeren, dat in het leven van een sterken man de vrouw geen rol speelt, eerder nog dan bij ons de vrouw de universiteit is binnengegaan. Het eenige verschil is, dat ze er nooit in drommen is heengetrokken. Nog geen vijf en twintig jaar oud was Maria klaar voor haar vak. Ze studeerde echter ver der. Haar levendige inteligentie zag overal een mogelijkheid tot leeren en meer inzicht krijgen. Ze doctoreerde ook in de ntauurwetenschap- pen, letteren en wijsbegeerte en toen ze dertig jaar oud was. had. ze al op diverse gebieden wetenschappelijke studies gepubliceerd en ge noot ze in vakkringen een bijzondere reputatie. Door haar ethnologische onderzoekingen vestigde ze haar naam voorgoed. Toen wierp ze zich op de paedagogie. Hierbij bepaalde ze zich allerminst tot de studeerkamer. Ze stond in het volle leven. Daar in slechts kon ze trouwens bevestiging vinden voor de ideeën, die in haar begonnen te rijpen. Maria Montessori ontfermde zich over de achterlijke en gebrekkige kinderen, die behoor den tot de bewoners in het krankzinnigengesticht van Santa Maria della Piëta te Rome. Ze ontfermde zich over de kinderen als ge leerde en als vrouw, om niet te zeggen moeder. Haar begrijpende en liefderijke behandeling werkte al even weldadig als haar wetenschappe lijke onderzoekingen en experimenten en, voort bouwend op de reacties der kinderen en haar conclusies, ontwikkelde ze een hygiene van den geest, waaruit later haar methode van zelfop voeding ontstond. Deze laatste, de thans wereldberoemde Mon- fessori-methode, grondde ze op wonderlijke, met haar beschermelingen opgedane ervaringen. Die wist ze zoo op te leiden, dat ze de examens van de lagere school met meer succes passeerden dan normale kinderen. En dit feit bracht Maria Montessori de zekerheid, dat de schoolopvoe- ding der normale kinderen totaal verkeerd was. Immers, indien gebrekkige en abnormale kinde ren het onder goede lèiding en door een oor spronkelijke methode van normale kinderen konden winnen, lag het voor de hand, dat die normale kinderen op een verkeerde manier werden opgevoerd. In 1906 kreeg dr. Montessori de gelegenheid haar denkbeelden in practijk te brengen.. Een groote woningbouwonderneming gaf haar het toezicht over een in een blok volkswoningen ge opende school in de volkrijke wijk van San Lorenzo. De psychiatrice van grooten naam werd een eenvoudige onderwijzeres en in haar „Casa dei Bambini", kinderhuis, bereikte ze de mooiste resultaten. Koningin Margherita begon zich voor Maria Montessori's werk te interesseeren, wat haar mogelijkheden aanmerkelijk vergrootte. In 1909 verscheen „II metodo della pedagogia scientifica" en in 1912 „L'autoeducazione nelle scuole elementare." Ondanks haar succes bleven haar de teleur stellingen echter niet bespaard. Toen ze in 1913 haar eersten cursus gaf voor onderwijzeressen, die haar methode wilden toepassen, had men haar uit de school gewerkt. Maar haar cursus werd toch gevolgd door leerlingen van zeventien verschillende nationa liteiten, uit alle hoeken van de wereld. En spoedig werden haar boeken in verschillende talen vertaald. Thans bestaan er vertalingen van in twee en twintig landen. Sinds 1914 vertoeft dr. Montessori bijna steeds in het buiteenland, waar ze lezingen houdt en de Montessorischolen inspecteert. Tot in Nigeria toe zijn Montessorischolen Mussolini heeft haar in 1924 aan Italië trachten te binden. Hij stichtte het „Opera Montessori" waarvan een senator directeur werd. En tege lijkertijd werd te Rome de „Scuola Montessori" gesticht, waar Montessori-onderwijzeressen wor den opgeleid. Haar internationale cursus te Rome werd door steun van de Italiaansche regeering een evene ment. Mussolini is voorzitter van het eere comité. Al deze eerbewijzen tellen bij dr. Maria Mon tessori echter minder, dan het succes van haar methode. Om die te vervolmaken, werkt ze nog onvermoeid. Lieve tante Hellenen, Even wil ik U melden, dat ik zoo juist van de pers ben gekomen; ik bedoel natuurlijk m'n dagboek. Wilt U 't s.v.p. aan alle Maasbodetante's mede- deelen? Da! da! BABY. Schat van 'n nicht, Kind wat maak je ons gelukkig. Wat zullen de menigte tantes en ooms, al komen de laatsten er niet rond voor uit (maar leuk vinden ze 't hoor), blij zijn. Ik hoop je de volgende week in optima forma voor te stellen. Till next week! TANTE HELLENEN. Ter gelegenheid van het eerste lustrum der Haagsche Marcelclub (aangesloten bij de Fede ratie van Kapperspatroonsvereenigingen) zal op 15, 16, 17 en 18 October a.s. een groote nationale kapwedstrijd gehouden worden in al de zalen van den Dierentuin. Het concours omvat twee af deelingen: voor de jongeren en voor de geroutineerden in het vak. Daarnaast zullen tientallen, vooraanstaande kappers hors-concours medewerken op een spe- cialen avond. Uit deze kapsels zal de modelijn bepaald worden. In bijna wel alle vrouwenharten, zelfs in dat van de meest geëmancipeerde, als bijv. de vrou welijke tandarts, die zonder blikken of blozen haar knerpende boor drijft in de wankele kies van haar slachtoffer, leeft de geheime vrees voor den rimpel. Is deze vrees, aanvankelijk voor het onbe kende en onverhoopte, eenmaal werkelijkheid geworden en groeft zich de eerste lijn in de blanke huid, dan ontbrandt er meestal een strijd, even hardnekkig en wanhopig als de worsteling van den man, die zich langzaam maar zeker zijn weelderige haardos in den letterlijken zin van het woord „ontvallen" ziet. In den kamp tegen den rimpel worden door sommige dames schitterende successen behaald met behulp van crème en massage, doch alle crème van de wereld is toch niet in staat een gerimpeld gelaat geheel glad te plamuren. Een Engélsche dame echter, begaan met het lot van haar strijdende en lijdende medezusters, heeft haar leven gewijd aan de bestudeering van dit brandende vraagstuk en is na diepzinnige gepeinzen tot de volgende conclusie gekomen. Wilt gij geen rimpels in uw gelaat, verzorg dan.... uw voeten! Deze schijnbare tegenstrijdigheid is in het geheel geen tegenstrijdigheid meer, als gij de betrokken dame, die zulk een diep inzicht heeft in de nooden der vrouw bij haar strijd om gezondheid en schoonheid, eenige oogenblikken aan het woord laat komen, om haar paradox wat nader toe te lichten. De voeten, aldus bedoelde dame, zijn het fun dament, waarop het geheele menschelijke lichaam rust. Als aan deze basis een fout kleeft, wordt al het overige uit zijn verband gerukt. De heupen en het middel worden in een positie gebracht, welke uiterst nadeelig werkt op de sierlijkheid en gratie, welke deze lichaamsdeelen geëigend zijn het lichaam te ver- leenen, terwijl tevens het normaal functioneeren van de voornaamste organen geremd en belem merd wordt. Dat dit laatste vooral zeer ernstige gevolgen heeft voor het gelaat en oorzaak is van het ontstaan van lijnen, rimpels en zelfs een onderkin, behoeft geen verder betoog. Kort om, de gebreken van de voeten moeten als voor naamste oorzaak beschouwd worden van het zoozeer gevreesde „middelbare-leeftijd-uiterlijk". Om zoo lang mogelijk een jeugdig uiterlijk te behouden, aldus het Engelsch orakel, moet het lichaam steeds zuiver in evenwicht zijn. Het grootste deel der vrouwen verzorgt haar schoonheid van het hoofd tot de voeten, het ware geheim der lichaamsschoonheid ligt daarentegen juist in het omgekeerde hiervan: de schoonheid moet opgebouwd worden van de voeten tot het hoofd. Het is onmogelijk, een vroolijk gelaat te too- nen, als de voeten pijn doen. (Een thesis, welke o.a. een overtuigend bewijs vindt in de alom bekende geschiedenis van de actrice met de te nauwe schoentjes, die met zulk een diepe tragiek haar uiterst tragische rol wist te ver tolken). Bind, zoo concludeert dus bedoelde dame, onverbiddelijk den strijd aan tegen alle ekster- oogen. Er zijn uitstekende middeien, welke u in korten tijd en geheel pijnloos van deze plaag bevrijden. Een beetje gewoon krijt iederen ochtend op de pijnlijke plekken gesmeerd, zal, al duurt het wat langer, eveneens uitstekend helpen. Bij zeer hardnekkige gevallen, is het 't beste een bezoek te brengen aan een pedicure, die u in korten tijd van het euvel zal afhelpen, zoodat u weer kunt loopen met een gevoel, alsof u tien jaar jonger waart geworden. Gun u ruim den tijd bij het kiezen van een paar nieuwe schoenen. Haast u met wat u maar wilt, doch neem daar den tijd voor. Koop geen daagsche schoenen met te hooge of te smalle hakken. Zij zullen misschien een paar centi meter aan uw lengte toevoegen, doch mogelijk tevens een rimpel op uw gelaat te voorschijn roepen. Het uitvoeren van oefeningen is een van de beste manieren, om de voeten te harden en in een goede condlte te houden. Eenigen tijd geleden kwam een bekende dan seuse op de idee, haar kinderen voetoefeningen te laten doen op de maat van een populair wijsje. Deze heilzame oefeningen bleken boven dien zeer in den smaak der kinderen te vallen. Hetzelfde kan thuis gedaan worden op de maat van elk wijsje, dat u toevallig de voor keur geeft. Ga op den vloer zitten met de beenen rechtuit en buig de voeten gelijktijdig omlaag en omhoog, zoover als mogelijk is zonder de beenen zelf te bewegen. Dit gaat uitstekend op de maat van iedere populaire wals. Ga vervolgens in een stoel zitten, kruis het rechterbeen over de linkerknie en beweeg den voet, als de wijzers van een horloge, eerst om hoog, dan zijwaarts omlaag en tenslotte zij waarts omhoog naar links. Als u dit ongeveer tienmaal gedaan heeft, herhaalt u de oefening met de linkervoet. Een vlugge wandeling rond de kamer, drie passen gewoon en drie op de teenen, versterkt niet alleen de enkels, doch maakt ze bovendien slanker. Bij warm weer worden de voeten spoediger moe dan wanneer het koud is. Een vlugge en prettige methode, om ze weer frlsch te maken, is het nemen van een voetbad, waarin een hand vol gewone soda en een paar druppels jodium zijn opgelost. Een weinig talkpoeder in de kousen gestrooid is een uitstekend middel om de voeten koel en frisch te houden. Hetzelfde effect heeft ook eau de Cologne, dat, als men de zolen van de voe ten mede inwrijft, de huid hardt en in goeden staat houdt voor het maken van lange wande lingen. Indien u, aldus besluit de Engelsche dame haar goede raadgevingen, gelukkig, aantrekke lijk en gezond wilt zijn, denk dan niet het laatst, doch het eerst om u voeten. Witte organdi handschoenen; aan de bin nenzijde met waschbaar leer afgewerkt. De reis- en sportmantels zien er heel sober uit; er zijn er zelfs, die niet veel meer van een heerenjas ver schillen. Tot dit genre be- hooren' b.v. de modellen, die van een harig weefsel, in beige of havanna, zijn ver vaardigd; men ziet ze dan met breede revers en cein tuur en met groote zakken. Toch kiest men ook graag wollen stoffen in grisaille tinten en met zeer ineenge smolten dessins (vooral met strepen of ruiten), want men heeft het liéfh kleuren, die tegen het stof van den weg bestand zijn. Als men dan bang is er wat te somber uit te zien. moet men een kleurige sjaal van dunne wol, tricot of zijde omdoen. Ofschoon het wit erg teer is. valt toch niet te verhelen, dat er dit seizoen In deze kleur zeer bekoorlijke mo dellen ontworpen zijn; zij zijn gemaakt van grove jer sey fantaisie of losjes gewe ven wol. Men drage zulk soort mantels echter bij voorkeur aan het strand en in de bergen maar liever niet gedurende de reis. Hei eerste model op onze afbeelding is juist een man tel van witte wollen eta- mine. Deze charmante crea tie is met een soort pelerine versierd, waaronder de lange mouw zelfstandig blijft, zoodat deze mantel gemakkelijk veranderd kan worden. Zooals men ziet, wordt hij toegeknoopt. Verder treft men een wollen reismantel aan, die al heel erg practisch is; hij is uitgevoerd in grisaille met groote ruiten „een camaieu". Heel sportief is hij van groote doorgestikte revers, een ceintuur en twee groote zakken voorzien Geheel rechts staat een raglan-model, dat één geheel vormt met een japon van dezelfde stof namelijk niet te donkere grijze wol. De mantel is met metaal gegarneerd. Ten slotte wijzen wij er nog op, dat bij al deze drachten een hoed hoort, die van hetzelfde uieefsel vervaardigd is. Een bruin wollen truin: Ik heb een bruin wollen truitje in een pakje lux gewasschen, het heeft niet afgegeven, doch is kleurloos gewor den, klaagt een huisvrouw. Heel begrijpelijk is ons dit niet. Is er te veel lux gebruikt, te heet? Iets moet er mankeeren; of is de wol niet solide gekleurd. Mocht de bedoeling zijn, dat het truitje vaal geworden is, probeer het dan nog eens met houtzeep. Giet 6 a 8 uur vóór het wasschen kokend wa ter op 1 ons houtzeep b.v. in een emmer. Laat het afkoelen, goet 't door een zeef, doe er zoo noodig wat lauw water bij en laat 't truitje er e enpaar uur in staan. Flink naspoelen en in de lucht drogen. Moge lijk trekt de keur bij, zoo niet laat 't over verven, knoei niet zelf. Pas bij de houtzeep op voor wondjes aan de handen. Vetvlekken: Crêpe georgette is moeilijk te was schen, het krimpt als 't ware ineen, beter is het de japon in tetra of linola te spoelen, uit te drukken .buiten drogen en opstrijken, oppassen voor vuur en licht. Allerbeste is, de japon te laten ontvlekken eventueel chemisch doorslaan ze is dan als nieuw. Roest: De roestvlekken in de groen satijnen japon, kunt u voorzichtig behandelen met prop pen watten gedoopt in citroensap en zout. Geef zoo ge 't persé zelf wilt doen, de japon een linola of tetra bad: doch opgepast voor vuur en licht. Het radicaalste blijft de chemische be handeling; spaart tijd en ergernis. Dekens wasschen: Rectificatie. Gaven Wij de vorige maal o p v e r zoek van eene onzer abonnée's een huismiddeltje aan Om wollen de kens een opfrisschertje te geven; het betrof hier 'n geval van olde dekens die men niet gaarne meer buitenshuis gaf; zoo moeten wij terwille van de waarheid vandaag 't blaadje omkeeren en waarschuwen tegen de door ons gepubliceerde zout methode. De van ouds berenommeerde firma Zaal berg Zoon te Leiden was zoo vriendelijk ons op dit gebied hare zeer gewaardeerde voor lichting te schenken, die wij gaarne aan onze lezeressen mededeelen. Men schrijft ons als volgt: „Zelfs de beste deken wordt door zoutbehan- deling vernield. Op iederen wolvezel komen tientallen schub ben voor welke bij het vollen der deken in elkaar pakken. Door dekens te wasschen met zout, worden deze teere hoornachtige schubben aangetast en vallen geleidelijk uit elkaar. De wolvezel ver liest daardoor iedere veerkracht, waardoor de deken het uiterlijk van een vilten lap krijgt. Vanzelfsprekend- wordt de levensduur der deken hierdoor aanmerkelijk bekort. Minstens elke twee jaar moet uw deken als nieuw behandeld worden, volgens een methode als bij ons reeds in 1770 met de hand werd toe gepast. Elk fabrikaat goede wollen deken wordt ge wasschen, opgewerkt, op maat gebracht en opge- wold. Te oude dekens krijgen alleen de wasch- behandeling". Dus! laten de huisvrouwtjes naar wijzen raad luisteren en zich voor veel teleurstellingen vrij waren en niets zelf bederven, daar met geringe kosten, onze dekens een vernieuwingsproces gun nen ondergaan. ,.Un homme averti en vout deux." Wat te zeggen van een vrouw.... Inktvlekken: Een jOng huisvrouwtje vraagt: hoe verwijder ik inktvlekken uit het laken van mijn bureautje. Met'petroleum of spiritus, kunt u deze verwij deren, voorzichtig telkens een nieuw lapje of propje watten. HUISMOEDER. P a r ij s, 27 Juni 1933. Nu het zomerseizoen al weer over zijn hoogte punt heen is, begint de vraag zich weer op te dringen: wat het met de mode worden zal? Zal er één verandering komen in de groote lijn? En welke van die vele, aardige details, waaraan wij langzaam aan gewend waren, zul len nog behouden blijven? Voor dit zomer seizoen zelf zijn de zorgen feitelijk al vervlogen. De lijn is over het algemeen dezelfde gebleven, de lengte van de rokken bleef onveranderd evenals de plaats van de taille. Van den anderen kant zijn heel wat aar dige, practische ideetjes verwezen lijkt: o.a. de robes, die op verschillen de manieren te combineeren zijn, waardoor men vaak in de gelegenheid was iets van 'n vorig seizoen te gebruiken, of die aardige petits tail leurs van soepele wol of tricot, die zoo'n jeugdig uiter lijk geven. Een ander snufje is nog de terugkeer van de „deux-pièces", dank zij zeker aan de vele prac tische diensten, die ze altijd bewezen heeft. Men completeert zoo'n „deux-pièces" op 't oogenblik dan graag met een bijpassende petite-cape, zoo als op het model hierboven weergegeven. Uit gevoerd in heel dunne wol, licht-grijs, sober van lijn en zonder onnoodige garneeringen zó' men van zulk een aardig costuum van den zomer en zelfs in het najaar nog heel wat ple zier hebben. Het is ook een practisch avond- costuum, maar dan kiest men het uit wit toile- delin, of jersey faconné. Er valt op het oogenblik dus slechts dit te zeggen, dat de lijn voorloopig sober blijven zal en dat de practische zijde, het gemakkelijk dra gen, een overwegenden invloed op de ontwik keling van de mode hebben zal. 1. Bruine ragoutsoep. Kalfsoesters doperwtjes, aardappelen. Aardbelenbavaroise. 2. Groentesoep. Gebraden haantjes, compóte van kersen, aardappelen. 3. Groene haring met toast. Zoutevisch, worteltjes, peterseliesaus aardappelen. Maizenapudding met gestoofde aardbeien. 4. Tomatensoep. Kalfsfricandeau, peultjes en worteltjes, aardappelen. Kersentaart. 5. VarkenscÓteletten, capucijners, aardappelen. Rödgröd met vanillesaus. 6. Zomererwtensoep. Slakropjes met gehakt, aardappelen. Kersen. 7. Vermicellisoep. Tuinboonen met ham, aardappelen. Flensjes. 8. Gestoofde paling in een rand van aardappel puree, gemengde salade. Broodommelet met jam. 9. Roastbief, andijvie, aardappelen. Aardbeien met slagroom. 10. Blinde vinken, spercieboonen, aardappelen. Rijstrand met gestoofde vruchten. 11. Bloemkoolschotel met balletjes gehakt, kaassaus en hangop. 12. Biefstuk, doperwtjes en worteltjes, aardappelen. Aardbeientaartjes. A ardbeienbavaroise. 400 gram aardbeien, 100 gram suiker, wat Citroensap, Vs L. slagroom, 1 eiwit, 20 gram gelatine, 200 gram Bredasche aardbeien. Spoel een pudding vorm om met het geklopte eiwit of bestrijk haar van binnen met slaolie. Wasch de aardbeien en haal het groen er af. Wrijf ze door een paardeharen of rieten zêef. Men moet dan ongeveer 3 A 3Vfe d.L. aardbeien puree hebben. Voeg hierbij wat citroensap (van een kwart citroen). Los de geweekte gelatine met de suiker op in een klein beetje water. Doe dit bij de gezeefde aardbeien. Klop het eiwit en de room afzonderlijk stijf en vermeng hier mee de aardbeienpuree. Maak 200 gram kleine geurige aardbeien, bijvoorbeeld Bredasche, schoon, en voeg die ook bij de puddingmassa, zoodra ze goed zijn uitgelekt. Vul de pudding vorm met de massa wanneer het geleiachtig begint te worden en de tteele aardbeien niet meer zakken. Stort de pudding wannéér zé geheel koud en stijf is geworden en presenteer er een droog biscuitje of wafeltje bij. Kersentaart. 1 ons basterd suiker, 1% ons boter, 2 ons bloem, 1 ei, wat zout. Voor het vulsel: 1 pond kersen, Vz ons-suiker, wat aardappelmeel. Doe boter, bloem, suiker, zout en het geklopte ei in een kom. Kneed het net zoolang tot het een samenhangende bal wordt. Rol het dan op een met bloem bestrooide plank of tafel uit tot een plak van 1 c.M. dikte en iets grooter dan de platte springvorm waarin de taart gebakken zal worden. Besmeer dezen vorm met boter en druk er het deeg stevig in. Snijd het deeg langs de opstaande kanten gelijk af. Bak dé taart in een matig warmen oven In een half uurtje gaar. Laat de taart in den vorm afkoelen, haal hem er dan uit en vul hem het de gestoofde kersen. De kersen worden hiertoe gewasschen, van de stelen ontdaan en al Of niet van de pitten, op gezet met het aanhangende water en even door gekookt. Daarna wordt de suiker er door geroerd en het vocht gebonden met wat aardappelmeel. M. M. 30 Zita zou In haar zuiver Idealistische poging van vredesbemiddeling, ondanks haar door tastend doorzetten, toch wreed gedesillusioneerd worden meer nog, haar edel puur menschelijk streven, van alle politiek gespeend, zou haar later, zelfs door de eigen onderdanen als een ernstige grief worden toegerekend. En, hoe vleide zij zich in 't begin nog met een zekere hoop op succes. Keizer Karei vond een van zijn trouwste jeugdvrienden, den Hongaarschen graaf Tamas Erdödy bereid de vredesboodschap aan Zita's broers, de prinsen Sixtus en Xaver, die beide naar Zwitserland als neutraal gebied waren ge komen, over te brengen. De keizer overhan digde graaf Tamas twee brieven. „Geef deze aan mijn broers", zei de Zita, „bui ten ons drieën, en graaf Czemin, weet niemand van dit schrijven af. Uw zending dient de zaak van den vrede. U weet, ik heb geen ander doel dan een eind te maken aan dezen gruwzamen menschenmoord". De eerste onderhandelingen in Zwitserland zetten hoopvol in. Kort daarop kreeg graaf Tamas andermaal opdracht om naar Zwitserland te reizen om Zita's broer over te halen zelve naar Weenen te komen. Een hoogst gewichtige, maar gevaarvolle op dracht voor beide partijen. En werkelijk ge lukte 't graaf Tamas beide prinsen onder den naam van de Zwitsersche ingenieurs Bertrand Weenen binnen te voeren. Sinds het uitbreken van den oorlog had Zita haar beide broers niet meer ontmoet en nu kwamen zij heimelijk onder een valschen naam en als vijandelijke partij tot feu* y. Na een langdurig onderhoud met Zita, den keizer en graaf Czernin hadden beide broers bij het heengaan het gevoel, dat zij werkelijk een stap nader tot den vrede waren gekomen. De keizer van zijn kant zou zijn bondgenooten bewerken om tot een aannemelijke oplossing te komen. Maar het zou hem, noch prins Sixtus gelukken om de partijen van het voordeel van een spoe- digen vrede te overtuigen. De leidende Fran- sche staatslieden beantwoordden de vredesbood schap van prins Sixtus met een „oorlog tot het bittere eind Zita's edele bedoeling werd nu tegen haar zelf uitgespeeld. De vijandelijke propaganda ging aan 't werk om de jonge keizerin verdacht te maken, 't Heette dat zij een dubbele rol speelde. En deze laster werd niet alleen in het buitenland gaarne geloofd, maar ook in Oosten rijk zelf. De oorlog werd nog in verwoeder tempo voort gezet. Nood en ellende stegen ten top, honger en gebrek werden algemeen. In Weenen waren geen meel en geen kolen meer, het volk vroeg om vrede en brood. Het leger zelf werd onbe trouwbaar, de verbonden landen raakten onder ling verdeeld. De keizerin wordt openlijk beticht, dat zij samenzweert tegen haar eigen land, zij is im mers een vreemde, en haar broers staan in het vijandelijke kamp. Zij heet een heerschzuchtige vrouw, die haar zwakken man overheerscht. Zita krijgt van alles de schuld. Het wantrouwen jegens haar bereikt het top punt als graaf Czernin trouweloos in 1918 open lijk haar vredesbemiddeling in 1917 bekend maakt. Haar edel streven wordt als een soort verraad gesignaleerd, Dan begint in het najaar 1918 overal in de centrale landen de revolutie te dreigen, in Oostenrijk niet 't minst. Het keizerlijk paar wordt den raad gegeven naar Hongarije uit te wijken, dat was immers het traditioneel koningstrouwe voik, daar zou het voorloopig veilig zijn. Karl en Zita trokken naar Gödöllö, het koninklijk lustslot bij Boedapest, dat de Hon garen eens zoo spontaan hadden geschonken aan hun vereerde keizerin Elisabeth, die bij haar leven onder hen zoo groote populariteit genoot. Van hier uit zouden Karl en Zita kunnen be proeven om den heiligen Stephanskroon nog voor zich te redden. Maar 't zou reeds te laat blijken. De 'oude veete tegen keizer Frans Jozef, dat hij Hon garije niet graag lijden mocht, en altijd alleen slechts noodgedwongen daarheen kwam, werd nu op den jongen keizer Karl gewroken. Eigen lijk nog meer op Zita. Buiten hun schuld, verklaart nu Margit Pros- zimmer, had het jonge keizerlijke paar slechts zeer korten tijd in Hongarije doorgebracht. De keizer was steeds aan het hoofdkwartier van het leger gebonden geweest. Keizerin Zita werd elk jaar bezwaard met de geboorte van een kind, dat zij zelve steeds voedde. De plicht van het moederschap dwong haar zich maan denlang uit het openbaar leven terug te trekken. Zij had in haar korte keizerinneleven, vol van de zorgen om den oorlog, toch eerlijk gerekend op een komenden tijd, dat zij zich met haar Hongaarsche onderdanen meer vertrouwd zou maken. Werd Zita in Weenen beschuldigd een vrien din en partijgangster te zijn van de entente, en een vijandin van Oostenrijk en Habsburg, in Hongarije werd tegen haar uitgespeeld, dat zij een uitgesproken antipathie had tegen de Hongaren. Troosteloos en bedrukkend was de aankomst van Karl en Zita in het eens zoo vriendelijke lustverblijf van keizerin Elisabeth. Geen offi cieele ontvangst, geen blijde „Eljeni". Soldaten bewaakten het slot, aan eiken hoek stonden dé kanonnen en machinegeweren opgesteld. De zalen en vertrekken waren onverzorgd gemeu beld en niet verwarmd. Het land, dat het oord der redding had moeten zijn, deed aan als de schrik eener eerste verbanning. Keizerin Zita hield het hoofd hoog en fier, schuchter en bevreesd drongen de jonge kinde ren tegen haar aan. Buiten in de parken joel den de tuchteloos geworden soldaten en deser teurs. Overal hoorde men in 't wilde schieten, De trouwe graaf Tamas Erdódy weet niet hoe hij voor de veiligheid der keizerlijke familie moet instaan. In Weenen is onderwijl de republiek uitgeroe pen. Het tragisch lot der Russische tsarenfamilie zweeft den bedrukten bewoners van Gödöllö voor oogen. Met een onderdrukten snik, om den doodelijk vermoeiden keizer' in zijn slaap niet te storen, sluipt Zita weg naar de vertrekken, waar haar blonde kinderen argeloos sluimeren. Huiverend van koude gaat de beproefde moeder van bed tot bed, fluisterend zoete woorden van liefde en zorg om de kleinen. Hoe gelukkig zou zij zijn den troon met al zijn lasten en plichten op te zeggen, zich in veiligheid te weten, en stil gelukkig met elkaar te leven. Terwijl Karl met de vooraanstaande politici van Hongarije overlegt, hoe land en kroon te redden, wordt te Weenèn zijn afwezigheid als een vlucht verklaard. Men eischt, dat hij zal afdanken. Karl is wel verplicht naar Weenen terug te keeren. Zonder eenige bescherming moet hij naar de onzeker geworden hoofdstad. En daar staat Zita, die voor zich zelf den harden strijd moet uitvechten tusschen moeder plicht en vrouwenliefde, naar beide zijden trekt even sterk haar zorgvolle hart. Het grootste ge vaar kiest zij aan haar zijde, zij zal met Karl naar Weenen gaan. Als vluchtelingen verlaten zij het slot van Gödöllö, waar de jonge kinderen bedroefd en angstig moeten achterblijven. Zwijgend zitten Karl en Zita naast elkaar in den snel wegschietenden wagen. De bleeke ge zichtjes der kinderen drukken zich voor 't laatst tegen het vensterglas van het hooge slot, de moeder voelt den dood in 't hart. Maar voor den man naast haar wil zij lachen en moedig zijn, doch zij vertrouwt haar eigen blik niet, zij grijpt naar de hand van Karl om die over haar oogen te leggen. Zij gelooft de eerste proef in de hoogeschool van het lijden manmoedig te hebben doorstaan. De eens zoo feestelijk-uitbundig gekroonde koning en koningin van Hongarije reden nu door hun land on hoofdstad, juist twee jaren na hun giorievollen intocht. En nu mochten zij zich nog gelukkig rekenen ongedeerd weg te komen. In den schemer van den vallenden avond ziet de jonge vrouw met schrik de eerste grijzende harén aan de bleeke slapen van den dertig jarigen vorst. De aankomst in Weenen geeft hun gedachten een andere wending. Het volk in de straat be merkt den hofauto, nauwelijks maakt het ruimte, jouwend en joelend dringt het op. Zita houdt de hand van den keizer vast omsloten. Waar zul zij woorden vinden om hem te troosten en moed in te spreken? Onderwijl wordt in Hongarije de eenige man. die volk en koning nog tezamen had kunnen houden, de edele graaf Tisza, op 31 October in zijn eigen woning onder de oogen van zijn vrouw wreedaardig door de communisten ver moord. In het parlementsgebouw te Boedapest ziet men heden de zitting uit den voormaligen zetel van graaf Tisza weggenomen, omdat men geen Hongaar waardig keurt ooit deze plaats nog in te nemen. Een zeldzame hulde aan de nagedachtenis van dezen edelen stsatsrrtan. De laffe moord op graaf Tisza beteekent voor Karl en Zita meteen de onmogelijkheid om nog naar Hongarije terug te keeren. Maar Zita's kinderen vertoeven nog altijd op Gödöllö, er be staat geen mogelijkheid om eenig bericht om trent hun lot te ontvangen. Keizer Karl wordt te Weenen door vriend en tegenstander gedrongen om te abdiceeren. Zita is als bewusteloos van angst over het onzekere lot van haar Jonge kinderen, en met een vol opstand en verzet over de krenking en kwelling haar nobelen en geliefden gemaal aan gedaan. Bewogen door deernis met de zwaar gefolterde .moeder waagt een der getrouw ge- blevenen, hoofdman Valla, het gevaarlijk avon tuur om met een wagen naar Hongarije te gaat* en de kinderen te halen. Zita bidt, zij weet haar kinderen bijna onbe schermd op den langen landweg door een land in opstand. Ook in Weenen breekt het oproer los, met steenen en stokken gewapend trekt het volk op naar Schönbrunn. Maar gelukkig zijn er nog anderen, jongeren en ouderen, die 't nog als een plicht voelen voor het oude keizershuis op te komen, en voor de traditie te sterven. De eene groep na de andere dringt tot den keizer door. Hij ontvangt ze allen. Hij stelt ze gerust. Op het volk laten schieten? Hoe zou hij 't ooit kunnen doen? Nooit.... 1 Generaal Schemua staat voor den monarch. Tot aan het uitbreken van den oorlog is hij do militaire chef geweest van den jongen aarts hertog. Getroffen ziet hij de verandering van vier jaar. Jong, blozend, overwinningsbewust is Karl uitgetrokken, nu ziet hij een ontgoochel den, moegeslagen man. Alleen zijn beminnelijk heid is gebleven. Dan openen zich de hooge vleugeldeuren, twee blondlokkige knapen ijlen naar binnen, juichend omarmen zij den vader, die hen gelukkig naar zich toetrekt. De keizerin volgt hen met een stralenden lach. „Veel vuur hebben wij onderweg gezien, pappi, o zooveel vuur en telkens hoorden wij boem-boem!" zegt opgewonden de jongste der knapen. Maar de zesjarige kroonprins Otto legt z'n hand op broertjes' 'mond en zegt ernstig: „daar over moeten we niet praten, nietwaar, papi?" Ginds in Weenen slaat het gepeupel aan 't plunderen. Het beslissend uur nadert voor Karl en Zita met rappen slag. P. HYACINTH HERMANS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4