BIJ 'N MERKWAARDIG EEUWFEEST. mmh voornaamste figuren aan het graf van de H. Maagd. fWerk uit het midden der €en be?oefe aan be atrtm Bier re ber Penebictiinen Een gedeelte van den refter met liet groote fresco. ie ossen scherpe voren van welvaart in den stuggen grond. Van een heuvelpad daveren een zestal forsche paarden naar beneden. De land man volgt hen in snellen pas. Rechtstreeks loo- pen de vurige dieren zij kennen den weg van lederen dag naar een plas in het meer effen land. Dartel baden zij zich, zwemmen in het koele water, plassen er in rond. Even kijkt de landman naar de voorbijschietende auto. Een bezoeker voor de abdij, weet hij. „L'Abbaye Saint Pierre de Solesmes". Een wereld van historie. Een boek in steen gegrift. Een boek, waarvan de bladzijden getuigen van Fransche wetenschap, Fransche en vooral chris telijke cultuur, van lijden en vervolging ter- wille van het vredelievende Christus-symbool, dat de H. Benedictus zijn volgelingen oplegde als doel ter bereiking van den eeuwigen vrede In den hemel. Onder de omlijsting van een rijzig bergvia- duct zien wij voor het eerst bij de kromming van den weg de abbaye de Solesmes. Hoog rijst zij omhoog vanuit de Sarthe, die reeds eeuwen lang aan haar voet stroomt. Machtig rust haar granieten voet in de rivier. Machtig vangt het water de weerkaatsing op der buchtmuren, waaraan de tand van den tijd en den haat van ongodsdienstige en godsdienst- hatende landsbestuurders tevergeefs geknaagd hebben. Toch overheerscht de abdij niet. Haar proporties zijn van een wondere architectoni- Deze maand wordt te Solesmes het eeuwfeest gevierd van de restaura tie van de abbaye Saint Pierre en van het herstel van de orde van Sint Benedictus in Frankrijk. Een eeuwfeestviering die ook voor ons land van de allergrootste beteekenis is, omdat de abdij van S0les7n.es de bakermat is van de Nederlandsche Benedictijnen. Eenige kilometers van Sablé, waarheen ons de express ParisNazaire in een vijftal uren langs het heerlijke Chartres en langs Le Mans had gebracht, ligt Solesmes, de bakermat der Fran sche volgelingen van St. Benedictus, die ook in ons land in de abdij Sint Paulus hun gezegend contemplatief leven leiden, van zingen, bidden, werken en wetenschap ter wille van den vrede en de liefde Gods. Het is een heerlijke reis van Sablé af. Langs de oevers van de Sarthe reed de auto. De groene boorden dezer rivier zijn van een zeldzame be koring. Zij kronkelt zich met haar mooie stroom versnellingen door een heuvellandschap, dat de bedding der rivier rust gunt in een wonder mooie vallei. In de hardsteen-groeven der heuvelwanden klinkt de klop der vele mannen en vele vrou wen, die in den moeizamen arbeid een bestaan Vinden. Op de glooiende akkerlanden trekken te Solesmes. restauratiewerk voort. Onder zijn invloed werden artistieke werken uitgevoerd, die thans nog de bewondering opwek ken van kunstenaars uit de geheele wereld. Het zijn de zoogenaamde Saints de Soles mes. Opgericht werden vijf le- vensgroote tafereelen. De laat ste H. Communie van de H. Maagd, uitgereikt door Chris tus Zeiven de begrafenis van Mariade hemelvaart van Maria de zegepraal van Ma ria en de wedervinding van Jesus in den tempel. Beelden heerlijk van conceptie, een gebed in steen, edel van lijn en gehouwen met het kinder lijk geloof en de rustige over tuiging dier eeuwen, die op wekken tot gebed en die tevens volmaakte voorbeelden zijn van een vroeg-eeuwsche toegewijde beeldhouwkunst. Zij nemen een allereerste plaats in onder het erfdeel der zuivere Fransche kunst. Solesmes doorleefde in die dagen een tijdperk van grooten bloei. In 1562 hadden de Hugenoten „le sepulcre de Notre Seigneur" in de kathedraal van Mans verwoest. Eenzelfde lot hadden zij .toegekend aan de „Saints de Solesmes". Een horde ver- woesters trachtte de piorij van Solesmes bin nen te dringen. Zij werden door de monniken, bijgestaan door de bewoners van Solesmes, ver dreven. Dertig jaar later herhaalde zich een soortgelijk feit. De protestantsche kapitein Lan- debry deed de beroemde klokken van Solesmes naar Sablé vervoeren. De verwarde toestanden in Frankrijk hadden langzamerhand van Solesmes niet alleen een klooster zonder voorgeschreven regel, maar ook zonder monniken gemaakt, totdat in Novem ber 1664 de congregatie van Sint Maurus er werd gevestigd. Deze congregatie is bekend ge worden door de uitgave der Kerkvaders en door de historische onderzoekingen, ingesteld door haar leden. Twee vleugels van de .pude priorij getuigen nog van dit tijdperk. Zij zijn gebouwd In den Stijl der ^auristen: klassiek en zuiver-Fransch met haar regelmatige gevels en breed? (rontons. Opheffing der orden. Ojv J3 Februari 1790 decreteerde f/t „Assem blee cjjpstituante" de opheffing van de kloos terorden. In 1791 moesten de monniken van Solesmes vluchten. Hun prior, Dom de Sageon, De ingang van de abdij. weigerde de „serment la constitution civile du clergé". Hij werd gevangen genomen en stierf kort daarop. Het klooster werd in het open baar verkocht. Gelukkig werden de relikwieën van den heiligen Bonifacius, Maximus en de H. Doorn gered. Een tijdperk van grooten strijd volgde. Op 6 brumaire an XII (29 October 1803) werd een „decret prefectoral" uitgevaardigd, dat be sliste: „que les statues existantes dans l'anciene église des ci-devants religieux bénédictins de Solesmes en seraient retirées et transportées au Mans, „dat de beeldhouwwerken bestaande in de oude kerk van de voormalige Benedictijn- sche religieusen van Solesmes er uit gehaald en naar Mans overgebracht zouden worden". De strijd om deze beroemde beelden duurde jaren, doch werd gewonnen door de Benedictijnen: de beelden bleven. Dom Gueranger. De religieusen, die de Fransche revolutie had den doorleden, hadden al te veel droefheid, al te veel ellende, vervolging en onderdrukking verduurd; hun regels, samengesteld door man nen Gods, waren verzwakt door al te groot en bovenmenschelijk lijden. Men moest terug naar den ouden geest. Er moest een nieuwe Godsgezant komen om het Benedictijnsche le ven in Frankrijk te herstellen en tevens den waren Benedictus-geest te verspreiden over vele landen van de wereld. Want de geest van Benedictus en zijn tweelingzuster mocht niet verloren gaan. Hij moest heerschen, rust en kalmte en vrede en liefde verspreiden in onze eeuw, die opgeschroefd wordt door politieke tendenzen, vermechaniseering, conflicten, bot singen en materieele zorgen, die afvoeren van God en leiden naar verwarring. Een van de geliefkoosde wandelingen van den knaap Prosper Guéranger was van Sablé naar Solesmes langs de oevers van de heer lijke Sarthe. 4 April 1805 werd hij te Sablé geboren. Hij volgde zijn studies, hoe simpel is deze levensbeschrijving in het groot-se minarie van Mans. Als sub-diaken vervulde hij reeds het ambt van secretaris van den bisschop van Mans, mgr. de la Myre-Mory. Op jeugdi gen leeftijd werd hij kanunnik van Mans. In 1831 verliet hij Parijs om zich definitief te Mans te vestigen, op zeKeren dag verbleef hij bij ssa familis Hij wandeld» dea K.M. langen weg langs de heerlijke boorden der Sarthe, naar Solesmes. Dit was zijn levensweg, die hem voerde naar het herstel van het Benedictijnsche le ven in Frankrijk en ver daarbuiten. De toenmalige bezitters der abdij, het was in 1841 wilden de abdij verkoopen en zelfs afbreken. Op dezen gedenkwaardigen wandel tocht ontstond het verlangen bij Dom Gueran ger om de gebouwen te koopen en er een nieuw kloosterleven te beginnen met een groep jonge priesters, die hij voor zijn idee hoopte te win nen. Helaas, daartoe had hij het voor dien tijd enorme bedrag van 40.000 francs noodig. Doch de ware apostel versaagt niet. Hij bedelde, hij vroeg bij vrienden, kennissen en familie. Met de nederigheid en de overtuiging van Bene dictus hield hij de hand op. Oorspronkelijk zonder resultaat. In October Het groote orgel in de abdijkerk. 1832 begon men met de afbraak van Solesmes. Dom Gueranger hernieuwde, onderstreepte zijn bede. Solesmes moest bewaard worden. De hei ligen van Solesmes moesten helpen. Zij hielpen. De Benedictijnsche Orde was gered. 14 December 1832 kon de afbraak van de abdij tot stand worden gebracht. Op 11 Juli 1833 had de plechtige inwijding van het nieuwe klooster plaats. In deze maand Juli zal, zooals wij in de abbaye Saint Pierre de Solesmes mochten ver nemen, de viering plaats hebben van de res tauratie van deze abdij door Dom Gueranger. Een eeuwfeest, dat met bij zonderen luister zal worden gevierd, omdat deze viering tevens be treft de restauratie van de orde van Sint Bene dictus in Frankrijk. Een viering, die ook voor ons land van de allergrootste beteekenis is, om dat de Benedictijnen in ons land het licht der wetenschap, der kunst en van de liturgie zoo wijd-uit hebben laten stralen. Financieel ondersteund door goede Fransche Katholieken nam Dom Gueranger 13 December 1832 bezit van de kerk en de priorij van So- lasmes Met een uiterst kleine gemeenschap wil de hij het Benedictijnsche leven herstellen: een leven van gebed, van het liturgische gebed en een leven van wetenschappelijken arbeid. Elke kloosterling moest zijn krachten wijden aan een speciale taak. Het klooster werd inderdaad een alma mater onder de bescherming der Alma Mater, die een zoo heerlijke vertolking- in-steen gevonden heeft onder de Saints de Solesmes. In 1836 verscheen van zijn hand, met mede werking van de geheele communauté „les Ori- gines de l'Eglise romaine". 1 September 1837 werd Solesmes door Paus Gregorius XVI verheven tot abdij. Dom Gueran ger werd geconsacreerd tot abt van Solesmes. De naam van de nieuwe Congregatie was „Congregation de France l'Ordre de Saint Benoit". 31 October daaropvolgend droeg Dom Gueranger als abt zijn eerste pontificale H. Mis in de abdij op. Het abbatiaal bestuur van Dom Gueranger duurde 38 jaar en groot en veelvuldig waren de werken, die in dien tijd werden verricht. De priorij van Solesmes was in de XVIIIe eeuw gerestaureerd voor een tien tal monniken. Dom Gueranger deed haar ver bouwen voor een zestigtal monniken. In 1868begon hij met den bouw van het nieuwe koor in de abdijkerk. Dit koor, door een gesmeed ijzeren hek afge sloten van de rest der kerk, is architecto nisch zeer fraai. Hooge blanke zuilen torsen de zacht gebogen gewelven, waaronder dat merkwaardige licht van den dag valt, getemperd door de hooge ramen, zooals men dat aantreft in de oude kathedralen. In dit koor werden de oude koorbanken geplaatst, die zijn gebeeld houwd in den tijd van prior Jean Bougler. Onder het bestuur van Dom Gueranger wer den verschillende abdijen van de Benedictijnen in Frankrijk gesticht. In 1866 werd door mgr. Fillion het klooster Sainte Cecile gebouwd, de tegenwoordige abdij der Benedictenessen van Solesmes. Groot was de bloei van de Fransche Bene dictijnen. Van zoo overwegenden invloed was hun bestaan voor het geestelijk en cultureele leven over de geheele Katholieke wereld, dat Paus Piux IX in zijn breve „Decebat prefecto" op 29 Maart 1875 van deze beteekenis gewaag de. „Prosper Gueranger, zoo schreef daarin Z. H., gij hebt in dit religieuse leven getoond een instrument van fle Voorzienigheid te zijn, aan Frankrijk geschonken, om de verwoeste Fransche Orden te herstellen en om aan ieder haar groote noodzakelijkheid voor oogen te voeren." Op 30 Januari 1875 stierf Dom Gueranger. Wij bezochten bij ons bezoek aan Solesmes het graf: een broeder leidde ons in de crypte onder de kerk, waar het eenvoudige graf rust van dezen grooten Benedictijnschen monnik. Aan den voet van een altaar, waarop eiken dag door een der monniken een H. Mis wordt op gedragen, bevindt zich een donker marmeren tombe, waarin het Benedictijnsche „Pax", het „teeken der hope" en de woorden Dom Prosper Gueranger gegrift zijn. Nieuwe vervolging. Als abt werd hij opgevolgd door Dom Char les Couturier, wiens stoffelijk overschot even eens in genoemde crypte rust. Als leerling van zijn grooten meester zette hij het gezegende kloosterwerk der abdijen van Sint Pierre en Sainte Cecile te Solesmes voort. 29 Maart 1880 bedreigden de decreten tegen de kloosterlingen het bestaan van Solesmes. 6 November 1880 werd de communauté van Saint Pierre uit het klooster verdreven. De abt en de kloosterlingen, die weigerden te vertrekken moesten er „manu militari" uit gezet worden. Korten tijd daarop keerden zij terug, doch wederom verdreef hen het geweld der macht. Zij kregen een onderdak in de kas- teelen in de omgeving te Juigné, Chesnais en Lortière. In 1882 vereenigden zij zich in de woningen van het dorpje Solesmes. De H.H. Officies wer den opgedragen in de parochiekerk en op de feestdagen in de kerk van Sainte Cecile. In 1887 konden de monniken weer bezit ne men, weliswaar niet van de abdij maar wel van de zijgebouwen. Dom Delatte. Vaak ziet men in de gangen der abdij van Solesmes of in de kerk de prachtige figuur van een monnik, gezeten in een rolstoel. Het gezicht vol berusting om lichamelijk lijden, de trek ken edel en getuigend van grooten geest. Het is de beroemde abt Dom Delatte, die Dom Cou turier, welke in 1890 stierf, is opgevolgd. De wet op de Associations verdreef de mon niken van Sint Benedictus weer uit Frankrijk. De monniken trokken naar Wight. Stichting van de abdijen Saint Paul en Notre Dame te Oosterhout volgde. In 1922 konden de Bene fiet terras van de abdij langs den oeveij van de Sarthe. dictijnen hun abdij te Solesmes weer be- trekken. Aangezien Dom Delatte lijdend is, droeg hij het bestuur over aan den tegenwoordigen abt, Dom Germain Cozien. Dom Delatte leeft thans naast hem in de abdij, waar hij als een vadej in groote eere is. Het leven der Benedictijnen kenmerkt zicK vooral door den regel, dat niet het individueel^ leven doch de kloostergemeenschap doorslag» gevend is. Rust en eenzaamheid leeft in da Benedictijnsche kloosters, overgave aan God, onderdrukking van de passie in de vereen» ging met Gods wil. Naast de H. Mis en da koorgezangen neemt de liturgie en wetenschap een belangrijke plaats in in het leven van deo Benedictijner monnik. Standaardwerken op het terrein van de bij» bel-wetenschap, het kanoniek recht, theologie, kerkhistorie, kerkgeschiedenis zagen het licht in de abdij te Solesmes. Vandaar verbreiddQ zich de Gregoriaansche kerkmuziek een gees telijk genot van den allereersten rang die daar te hooren vertolken over de Katholieke wereld. Hieronder volgt een korte, zeer onvolledige opgave van eenige standaardwerken, die te So lesmes het licht zagen: l'Année liturgique van Dom Guéranger. l'Institution liturgique van Dom Guéranger, De Melodies gregoriennes van Dom Fothie* hebben den grondslag gelegd voor de hervorm de kerkmuziek. Paleographie muslcale van Dom Mocquereau, „Le Memoire sur la question de l'immaculée Conception de la trés Sainte Vierge", „De la monarchie pontificale" en „De Deo uno et da Deo trino" van Dom Delatte. Dom Paquelin, dom Le Bouvier, dom B run et, dom Pitra, dom l'Huillier, dom Berengier, dorp Heurtebize, dom Le Bannier zijn eenige def vele namen van geleerden, die vanuit Solesmea hun licht der wetenschap stralen lieten. 1: Rechts boven: de abdijgezien onder de brug die de Sarthe overspant. Midden: de H. Maagd aan Christus' graf en rechts orsdor &U lor- or- és Moeder Gods; dssm beelden behooren tot de beroemde Saints de Solesmes, volmaakte voorbeelden t'flJj Sffi WPff eemvsche toegewijde beel dhouwkunst. Links onder; de ^afdttefzacJ^ De abdij van St. Pierre, die zich als een rots aan den oever der Sarthe verheft. Onder: Dom Gueranger, de groote lier- nieuwer van Solesmes' abdij. Rechts: het beeld van Sint Pieter. sche schoonheid, die zich volmaakt aanpast aan het landschap, het heuvelland van Juigné. De stijl van dezen abdij-burcht is niet juist te definieeren. Als een rots verheft hij zich, een rots van bijna niet te evenaren iorsche lij nen, die even doen denken aan het paleis der Pausen te Avignon. Als een geheiligde burcht van blauwig graniet. En toch, wel een be wijs voor de architectonische schoonheid van deze abdij over het bouwwerk ligt de als het ware onaardsche rust van schoonheid, die men ook vindt in de heuvels, in de bosschen, in de velden en de rivier de Sarthe, die stroomt door dit mooie land, waar de populierqn met hun altijd ruischend lied den zang der vogels begeleiden. Onder de muren der abdij is het kleine dorp. Solesmes opgebouwd, want de abdij is Solesmes en Solesmes is de abdij. Hier eenige dagen als gast te kunnen door brengen, is een waarachtige geestelijke en in- tellectueele retraite. Gast zijn der Benedictij nen, is ontvangen worden met de gastvrijheid der eerste Christenen, die in den gast Chris tus zeiven zagen. Zoo waren wij te Solesmes door père hospi- tier spoedig binnengeleid in dit leven van chris telijk communisme in God en door toevallige relaties met de abdijen „Notre Dame" en „Sint Paulus" te Oosterhout, waren wij leden van deze familie, opgenomen in de rust en zekerheid van de communauté, die in de schoonheid en verhevenheid der liturgie God zoekt en dient. En liturgie, die in alles wordt gevolgd, in de koorgebeden, in de H. Mis, de vespers, de com pleten. Haar verleden. De abbaye de Solesmes heeft een merkwaar dig historisch verleden, waarvan helaas, veel verloren is gegaan. In de Xle eeuw zag Frankrijk, vooral onder Paus Gregorius VII, vele abdijen op zijn bo dem verrijzen. In dit tijdperk schonk een Heer van Sablé, Geoffroy le Vieux, aan de abbaye de Ia Couture, een kerk en klooster, die hij te Solesmes, aan de boorden der Sarthe had doen bouwen. Klooster en kerk waren toegewijd aan den H. Petrus. In 1096 trok Paus Urbanus II op zijn predik- tocht door Frankrijk door Solesmes en vertoef de vermoedelijk eenigen tijd in de abdij. In de overgebleven oude geschriften over de abdij zijn groote hiaten, zoodat uit de Xlle en XlIIe eeuw zeer weinig over de stichting is bewaard gebleven. In 1425 werd Mans door de Engelschen in genomen en deze datum was fataal ook voor Solesmes. De monniken werden verdreven en het klooster in brand gestoken. In de abdijkerk is dit nog te bemerken. De muren zijn van de Xle, de gewelven van de XVe eeuw. Sinds 1470 werd begonnen met het herstel der gewelven. De kapel in het rechter-transept was sinds de Xlle eeuw toegewijd aan het H. Kruis. Vooral de prioren Guillaume Cheminart en Jean Boug ler dienen in verband met het herstel der abdij te worden genoemd. Prior Cheminart was het, die het klooster in het bezit stelde van een kostbare relikwie: een kristallen tube, gedragen door verguld zilveren engelen, die een doorn van de Doornenkroon bevat. Zijn opvolger, prior Jean Bóugler, zette het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 5