nGEZonDtn OTUKKEn Zoo warm C±3 VRIJDAG 7 JULI 1933 DE GROTTUS-MEDAILLE AAN HET NOBEL-INSTITUUT VOOR DEN VREDE. PRODUCTIEVE WERKEN. DE SOUVEREINE VORST VAN GELEEN. DE KATHOLIEKEN ALS TROUWE LANDGENOOTEN. GEEN „HEIL" MEER. Ter béstrijding dér werkloosheid VERBRUIK VAN RUNDVLEESCH. GEVAARLIJKE GELDWISSELAARS, GROOTE BRAND TE OLDENZAAL. DE INBRAAK IN DE AMSTELSTRAAT OUDE MAN DOOR AUTOBUS OVERREDEN. BRAND AAN BOORD VAN DE „SONJA". MASKEREN OP 'T MAASTRICHTSCHE CARNAVAL. zoo moe, zoo loom, zoo slap, zoó lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat, zoo'n hoofdpijn, zoo'n neem. zoo'n "Akkertje" en al Uw klachten zijn verdwenen. De Akkêr- Cachets kosten slechts 50 cent de 12 sluks en zijn alom verkrijgbaar! LUTHER EN DE „LUTHERIDEN" EEN DER OORZAKEN VAN MIS LUKKING OP SCHOOL. Uitreiking te Oslo namens de Ned. Vereeniging voor Volken bond en Vredei Men schrijft ons uit Oslo Maandag had in het gebouw van het Nobel Instituut voor den Vrede de overhandiging plaats van de Grotius-medaille, door de Neder landsche Vereeniging voor Volkenbond en Vre de in het jaar 1033 aan dit Nobel-Instituut toe gekend. Daartoe was het Nobel-Comité uit het Noor' weegsche Storting, dat telkenjare den Nobel Vredesprijs toekent en het bestuur voert over het Nobel Instituut, ih de ruime vergaderzaal aangekomen. Mede was tegenwoordig de heer mr. dr. G. A. Scheltus, zaakgelastigde van Ne derland te Oslo, nevens vertegenwoordigers der pers. De algemeen secretaris van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, de héér H. Ch. Gi J. van der Mandere, door het hoofdbestuur af gevaardigd teneinde dè medaille met het bljbe- hoorend diploma te overhandigen, bood déze met een korte redevoering aan. Hij deed daarin uitkomen, dat, wanneer Nederland het land van Grotius wordt geheeten, zulks niet geschiedt uitsluitend, omdat Grotius in Nederland gebaren werd, maar omdat in de zeventiende eeuw, toén dè Nederlanders door hun handel het internatio nale volk bij uitnemendheid waren, het wèl Van Nederlandsche zijde was, dat men het bestaan van het volkenrecht moest ontdekken. De Grotius-medaille is ingesteld in 1925, het jaar, dat allerwegen, niet alléén in Nederland, herdacht werd het feit, dat 300 jaren geleden, Grótlus' boek, aan hét récht van den oórlög én den vredê gewijd, verscheen. De Grotius-me daille is in Noorwegen reeds daarom niet Onbe kend, Wijl zij te voren in 1030 aan Nansen, in 1932 aan dén bekenden Noofschen volkénfechts- geléèrdé Chr. L. Lange, dié jaren achtereen secretaris-géneraal van het Nobel-Instituut IS geweest, wetd aangeboden. Door spreker werd hét een opmerkenswaardig fêit gehéétén, dat déze médaille, aan den schepper van hét volken recht gewijd, kon worden aangeboden in êèn plaats, waarvan de naam bezig is een beginsel en hét meest gezonde internationale beginsel, te gaan vertegenwoordigen, op economisch gebied. Na in 't kórt aan de beteekênis Van Nöbél té hébben herinnerd, Wees spr. er op, dat niét zonder bedoeling dit jaar de Grötius-medaillè aan het Nobel Instituut is toegekend. Immers honderd jaren geleden werd Alfred Nobel gé boren, en nog altijd vormt Zijn testament de grootste schenking, die voor algemeen mensche- lijke doeleinden is ter beschikking gesteld. Ook al is het Nobel Instituut, gelijk het te Oslo bestaat, niet rechtstreeks door Nobel opgericht, hét komt medé voort uit Zijn testament, dat niet alleen gelden beschikbaar stelde voor de jaar- lijksche uitkéering van den prijs, maar ook voor de deskundige outillage van de lichamen, tot de prijsverleening geroepen. Mede in dit ver band wees spr. er op, dat het Nobel Instituut in zijn bibliotheek aandacht Schenkt aan de vredesbeweging van lang voor den oorlog, die voor velen niet bestaat of waarvan Vêlén niet willen weten. Namens het Nobel-Comité dankte de voor zitter, professor Stang, voor de ten deel gevallen onderscheiding, die op hoogen prijs wordt ge steld, ook omdat daardoor moreele steun aan het werk van het Nobel Instituut wordt ver leend. Een diner óp de Jachtclub Dronningén besloot den dag. De hartelijke woorden namens het Nobel-Comité werden door dén heer mr. dr. Scheltus beantwoord. NATIONAAL CRISIS-COMITé. Het nationaal crisiscomité deelt mede: van hét kantoor H. J. Vooren, hetwelk de accoun tantscontrole op de financieele gestie van het comité uitoefent is de volgende verklaring ont vangen: „Blijkens de administratie van het Nationaal Crisis comité, dié tot en met 31 Mei 1933 door ons gecontroleerd én accoord bevonden is werd tot en met genoemden datum ontvangen aan giften in geld voor A-steun (inclusief rente en bijzondere baten) 1.440.340.36. Hiervan is uitgedeeld en betaald voor ver strekte giften in natura 844.607.15, aan steun in den vorm van voorschotten stond per 31 Mei uit 7.275. Aan B-steun werd uitgedeeld in geld en in giften in natura 946.526.03. De beschikbare betlaingsmiddelen, alsmede de onderpanden voor gedeponeerde gelden zijn op diverse tijdstippen door ons opgenomen en steeds in overeenstemming bevondèn met de administratieve verantwoording. w.g.) OUDSHÖFF. En de vrijheidigedachte. Uit êen hoofdartikel Van het orgaan der liberale Staatspartij „De Vrijheid": Mr. Knottenbelt heeft indertijd betoogd, dat gelukkig ook sommige niet vrijzinnige partijen in veel sterkere mate van libera lisme doordrenkt zijn dan hun voortdurende bestrijding van de vrijzinnige gedachte zou doen vermoeden. Als liberalen en vrijzinnig democraten thans met antirevolutionairen, chr.-historischen en Roomsch-Katholieken schouder aan schouder staan tot afwering van het nationaal-socialistische gevaar ver bindt hen een zelfde gevoel. Het is wat de door ons geciteerde Franschman (Maurice Lacroix) bestempelde als: mystique du res pect de l'ame humaine. Wij weten wel, dat in theorie, de Katholieken in dit opzicht gansch andere opvattingen huldigen dan de rechtsche protestanten en de vrijzinnigen, maar wij weten ook, dat zij Nederlanders zijn, dat eeuwenlang tallooze Katholieken zich trouwe landgenooten betoond hebben en dat men de vrijheidsgedachte evenmin uit hun ziel kan snijden als uit de onze. Wij zijn de redactie van „Dé Vrijheid", die ooit andere noten kraakte over haar Katho lieke landgenooten, dankbaar voor de erken ning, vervat in de laatste regels van het citaat, dewelke wij mede gaarne onderschrijven. Nochtans met deze reserve, dat de vrijheids gedachte, die ook ons Katholieken Nederlan ders in de ziel ligt verankerd, met het „van liberalisme doordenkt" zijn niet het geringste heeft uit te staan. De liefde voor den geboortegrond en de sterke wil om ons onafhankelijk volksbestaan tot eiken prijs te handhaven staan met de ideologie van het liberalisme in geenerlei contact. G. P. D. schrijft in „De Vrijheid" We gaan vooruit De leider van den kring Den Haag van de Nationaal-socialistische Beweging in Nederland, de heer P. E. Storm van 's-Gravesande, deelde in een ingezonden stukje in „Het Vaderland" mee, dat de leider ir. Mussert heeft verzocht afstand te doen van het woord „Heil", om vooral niets Duitsch over te nemen en daarvoor in de plaats te stejlen „Hou zee". Merkwaardig, dat een zoo bij uitstek „natio nale" beweging na korten tijd tot het inzicht moet komen, dat zij allerlei vreemde, on-Neder- landsche dingen heeft ingevoerd. Dat de leiding in dit heil-looze heil-geroep geen heil meer ziet, doet ons intusschen ge noegen. Als nu ook nog de quasi-militaire uniformen en de on-Nederlandsche naam verdwijnen, roe pen wij gaarne mee hoezee 1 HET 700-JARIG BESTAAN VAN ARNHEM- Het Comité tot herdenking van het 700- jarig stedelijk bestaan van Arnhem meldt ons: Op Zaterdag 8 Juli a.s. van 17.5018 uur zal de voorzitter van het Comité Mr. A. Baron van Heemstra voor de K. R. O. Huizen Golflengte 293 M. een rede houden over de a.s. herden kingsfeesten. Naar de „Telegraaf" meedeelde is dé regee ring van plan een forsche poging te doen om tot een gedeeltelijke oplossing van het werk loosheidsvraagstuk te geraken. Volgens het blad zouden daartoe tal van groote werken behooren als: Inpoldering van den Noordoostelijken Zui derzeepolder: aanlég van tunnels onder de Maas te Rotterdam, onder het IJ te Amster dam, en ondér het Noordzeekanaal té Velzen; verbetering van de spoorwégtoestanden rond om Rotterdam en Amsterdam; verbetering van het vaarwater Groningen—-de Lemmer e.d. Naaf Wij vernemén staat hét nog lang niét vast, dat de in de „fél," genöémde werken inderdaad spoedig zullen worden uitgevoerd. Met dè uitvoering er van zijn éenigé honderden millioenen guldens gemoeid. Het goedkoopste van dezé plannen kost al minstens 30 mil- lioen. En nu is het de vraag, of de Regèering zal trachten zooveel mogélijk de budgétaire eindjes aan elkaar te knoopen door voorzich tig aan té dóen, of groote werken Zal latèn uitvoeren, waarvóór als werkverruiming onge twijfeld veel te zeggen is, maar waardoor het budget zeer aanzienlijk zwaarder zal worden belast. Factoren dié het beïnvloeden. Mede in Verband mét dè voorgenomen beper king van den rundveestapel is de vraag van belang door welke factofen de omvang van het binnenlandse» verbruik van rundvleesch (itibegrepen-kalfsvleesch, bevroren rund- en kalfsvleesch rundvet, enz.) Wófdt bepaald. In de Nederlandsche Conjunctuur van Juni 1933, uitgaven van het Centraal Bureau v. d. Statis tiek, welke zoojuist is verschenen, worden de resultaten van een desbetreffend onderzoek gepubliceerd. Het gelukte den loop van het rundvleesch verbruik met een zeer hoogen graad van benadering te Verklarên (correlatie coëffi ciënt van 0.91) uit drie factoren, n.l. den loop van een representatief inkomen, den loop der rundvleeschprijzen en den loop der varkens- vleesehpr ijzer). Daarbij kón tevens worden vastgesteld in welke mate bedoelde factoren het rundvlèesch- vêrbruik beïnvloeden. Het bleek dat een ver- hooging van een prijs (zooals deze dóór den dienst der accijnzen wordt gepubliceerd) met 10 pet. een verlaging van het verbruik mét ongeveer 5 pet. meebrengt; dat een verhoo ging van het inkomen met 1 pet. een verhoo- ging van het verbruik met 1.2 k 1.5 pet. veroor zaakt en dat tenslotte een verhóoging van den groóthandelsprijs van varkensvleesch met 10 pet. een verhooging van het rundvleeschver- bruik met 2 pet. pleegt méde te brengen. Uit een vergelijking met de periode van vóór den oorlog wordt nog afgeleid dat dê elastici teit van.het verbruik welke blijkens het boven staande 0.5 bedraagt voor den oorlog ongeveer 1.2 bedroeg en dus aanmerkelijk minder is ge worden. VERDRONKEN De veehouder J. K. te Groot-Schermer ls, toen hij in de vroegte op weg was om te gaan melken, in een sloot geraakt en daaruit leven loos opgehaald. NEDERLANDSCHE LANDBOUWWEEK TE WAGENINGEN. Dinsdagvoormiddag werd de Groenvoederdag voortgezet. De heer ir. H. G. A. Leignes Bak hoven, Leeuwarden, sprak over: De voedering van kuil voer in de practijk. De heer dr. C. K. van Daalen, Bilthoven, sprak over: Ensilage met behulp van zuur in Nederland. Hierna werd de Groenvoederdag gesloten door den heer H. Ruiter te Arnhem. Deze wees op de beteekenis van den groenvoederbouw als middel tot besparing van aankoop van dure buitenlandsche krachtvoeders en tevens als mid del tot werkverschaffing in de boerderij. Voorts schetste spr. de ontwikkeling van het Nationaal Comité voor Voederbouw, het lichaam ontstaan op initiatief van prof. C. Broekema en wees op de taak die de regeering zou kunnen hebben, het werk dezer organisatie financieel te steunen. Des namiddags werden voordrachten gehou den namens de Nederlandsche Genetische Ver eeniging. Prof. Ir. C. Broekema, Wageningen, sprak over: Oogstanalyse bij tarwe; de heer dr. A. L. Hagedoorn, Soesterberg, over: Het ont staan van landbouwplanten en huisdieren en de heer dr. P. J. H. van Ginneken, Bergen op Zoom, over: Het verband tusschen wortelge wicht en gehalte bij suikerbieten. DREIGEND CONFLICT AAN DE SPHINXF ABRIEKEN. Voorstel van den rijksbemiddelaar. De Rijksbemiddelaar mr. dr. A. C. Josephus Jitta, optredend als plaatsvervanger van prof. mr. P. J. M. Aalberse, heeft een bespreking ge houden met partijen, betrokken bij het drei gend conflict in -de aardewerkfabriek ,,De Sphinx" ten gemeentehuize Maastricht, waarbij hij het volgende voorstel aan de partijen deed: De directie garandeert dat de thans aange kondigde loonsverlaging gedurende zes weken beperkt zal blijven tot ten hoogste 10 pet. Ten tweede: gedurende die zes maanden zal overleg worden gepleegd over een af te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst, b.v. over de loonen die zullen gelden na zes maanden; Ten derde: de directie zegt toe ten behoeve van deze onderhandelingen gegevens te ver strekken aan de arbeidersorganisaties betref fende: a. den financieelen toestand van het bedrijf; b. het verloop van het aantal arbeiders in verband met de productie; c. de verkoopprij zen van de stapel aarde. Partijen zullen voor Zaterdag 15 Juli a.s. hierover beslissen. Men meldt ons nog uit Maastricht: Ten stadhuize te Maastricht hebben Don derdag besprekingen plaats gehad tusschen de R. K. en moderne fabrieksarbeldersbonden, de Sphinx-directie en den rijksbemiddelaar prof. Josephus Jitta. De Sphinx-directie hield vast aan hare loonsverlagingen van 4 tot 38 pCt. der thans geldende loonen, waartegen de arbeidersbon den zich bleven verzetten. Hierop heeft de rijksbemiddelaar een com promis-voorstel gedaan. De partijen bleven echter verdeeld en zul len zich nader beraden. Bij deze actie zij a 1700 arbeiden betrokken. POGING TOT MOORD OP ZIJN GEWEZEN MEISJE. Het oordeel van den Hoogen Raad. Er is in ons land een persoon, die art.l der Grondwet, hetwelk bepaalt, dat het Konink rijk der Nederlanden het grondgebied van Nederland, Nederlandsch-ïndië, Suriname en Curacao omVat, uitlegt in dézen zin, dat hij desniettemin Souvereln vorst zou zijn van een gedeelte van het in de Grondwet genoemde Nederlandsche gebied, hetwelk derhalve niet meer Nederlandsch gebied zoü mogen genoemd worden. Gemelde persoon noemt zich Vorst Van Geleen, hetwelk naar meening van anderert integendeel één tot Nederland behoorende Lim- burgsche gemeente is. Overigens is de vorst doctor in de rechtswetenschappen én advocaat, De Souverein Ondervindt niet algemeen den èérbied, welke hij in verband met zijne be weerde rechten alom schijnt té verwachten. Hij werd zelfs gedagvaard voor een kanton rechter, die, naar zijn oordeel, hem niet be rechten mag, immers een ten opzichte Van hem, souvéreihên vofst, buitenlandsche magistraat is, namelijk een Nederlandsch reehter. De kantonrechter, die dé zaak te behandelen kreeg, zetelde in Heerlen en veroordeelde den beweerdelijk sóuverèin tot een geldboete van vijftig gulden én vijf en twintig dagen ver vangende hechtenis, ter zake van het feit, dat hij als werkgever van een arbeider, voor wien in zegels moet worden betaald en die de rente- kaart van den arbeider in bewaring heeft ge nomen, op dé daartoe gedane vordering dié rentekaart niet heeft vertoond ami een ambte naar of béambte, door den Raad van Arbeid daartoe aangewezen. De vorst is niet consequent gebléven in zijne souvereine houding in zóóverre hij beroep van dit HeerlènsChé vonnis bij de Maastricht- schè rechtbank instelde, welke rechtbank het vonnis van den kantonrechter overigens be vestigde. De souverein liet het Maastrichtsche vonnis in kracht van gewijsde gaan en verzocht des- zelfs herziening bij,den Hoógen Raad der Nederlanden. Hij vroeg dit niet eenmaal, dóch eerst op 12 December 1932, vervolgens op Kerstavond 1932, wijders op 30 December 1932, voorts op 3 Januari 1933 en op 6 Januari 1933, op 7 Januari 1933, op 12 Januari 1933, óp 13 Januari 1933, op 14 Januari 1933, op 23 Januari 1933 en vöorloopig tenslotte op 25 Januari 1933. Hét kan ons moeilijk verwonderen, dat een der leden Van den Hoogen Raad, om het nu maar eens weinig eerbiedig té zeggen, uit zijn slof schoot en in een juridisch vakblad zijn misnoegen te kennen gaf over deze wijze van optreden, zulks in eene beschouwing, welke de blijkbaar boos géworden hooge rechterlijke magistraat beëindigt met het volgende: „Men Vraagt Zich af, of dit nu maar onge stoord zoo door kan gaan. De wet heeft op de noodzakelijkheid Vah beperking van gebruik making van het rechtsmiddel van revisie niet gerekend, Mén heeft er niet aan gedacht, dat men daar als het ware eeuwig mee door kan gaan, hetgeen met andere rechtsmiddelen niét het geval is. De Hooge Raad heeft geen ander verweermiddel, dan eenigen tijd te wachten met het geven van een beslissing. Men voelt echter, dat hier iets hapert. Men kan hier, zonder eenige overdrijving van een revisie- plaag spreken". Wij kunnen niet anders dan de woorden van dén Raadsheer onderschrijven, te meer, waar ons bekend is, dat de Vorst bij elk revisie-verzoek zich steekt in nieuwe vacht. Hij noemt zich in 't eene Graaf van Geleen, in een volgend Graaf van Geleen-Dammer- seheid, in een ander Heer van Dammerscheid, elders Graaf van Geleen-Schinnen, in een nieuw Graaf van Geleen-Schinnen-Dammer- Scheid en in een ander vertegenwoordiger der Staten van het Graafschap Geleen-Valken- burg-Daalhem-'s Hertigenrade. Alle aanvragen komen echter neer op een aanval tegen het Maastrichtsche vonnis. Het strekt den Hoogen Raad tot eere, dat hij deze, overdreven rij van verzoekschriften aan zijn Hoog College gericht, op waardige wijze met een wel overwogen beschikking heeft beantwoord. De graaf stélde in alle réquesten, dat hij ingevolge de bepaling van artikel 8 Neder landsch wetboek van Strafrecht niet had mo gen zijn veroordeeld, gelijk de Heerlénschè en Maastrichtsche rechters deden. Gemeld art. 8 houdt in, dat de toepasselijk heid van het Nederlandsche strafrecht wordt beperkt door de uitzonderingen in het vol kenrecht erkend. De zich noemende vorst bracht voorts als stelling te berde dat het Rijk der Nederlanden bij tractaat van 's-Gravenhage van 26 Decem ber 1661 van de heerlijkheden Geleen en Schinnen in eigendom, Superioriteit en Sou- vereiniteit voor altijd afstand zou hebben ge daan aan het Rijk van Spanje. Wijders stelda hij, dat volgens acte van 2 September 1776 de heerlijkheid Geleen, waar toe Schinnen behoort tot graafschap zou zijn Vérheven. Vervolgens deelde hij den Hoogen Raad mede, dat het landgoed Dammerscheid, vol gens acte van 13 Februari 1753 leengoed zou zijn der heerlijkheid Schinnen. Zijn bet-overgrootvader zou leengerechtigd 2ijn geweest aan Dammerscheid, terwijl zijn grootvader volgens vonnis der rechtbank te Maastricht van 30 Juni 1877 eigenaar zou zijn geweest van landgoed, gelegen in Dammer scheid, welke rechten aan Dammerscheid achtereenvolgens zouden zijn overgegaan op verzoeker's vader en verzoeker zelve. Het bovengestelde bevond de verzoeker vol doende aanleiding om zich te noemen graaf van Geleen en zich overigens te gedragen als ware souverein van het, naar zijn weinig be scheiden inzicht, bestaande vorstendom Ge leen. Het moet den vorst onaangenaam getroffen hebben, dat de Hooge Raad der Nederlanden in zijn beschikking heeft overwogen, dat geen spoor van bewijs voor de stellingen is bijge bracht. De Hooge Raad verklaarde Zijne zich zelve noemende hoogheid niet ontvankelijk in zijn verzoek tot herziening van het Maastrichtsche vonnis. Het Maastrichtsche vonnis blijft derhalve gehandhaafd en de vorst van Geleen zal vijf tig gulden te storten hebben in de, naar zijn meening, buitenlandsche Nederlandsche schat kist. Moge de gedupeerde vorst het geval niet gaan aanvoelen als een casus belli en mogen we gevrijwaard blijven van eene mobilisatie der Geleensche weermacht, gericht tegen de Nederlandsche strijdkrachten. Voorloopig valt zulks niet te vreezen, wijl de blijkbaar zachtmoedige vorst, zulks ten voor beeld aan vele machtiger souvereinen, het zwaard in de scheede latende, integendeel wederom langs rechtelijken weg zijn belangen wenscht na te streven. De tot toorn gebrachte Raadsheer van den Hoogen Raad schrijft immers, dat behalve de hierboven opgesomde aanvragen de Graaf nog meer aanvragen, alle ter bestrijding van het zelfde Maastrichtsche vonnis tot het Hoog ste Rechtscollege heeft gericht. Voortdurend moet de Hooge Raad op deze telkens nieuwe aanvragen nieuwe beschik kingen geven, gelijk ook geschiedt. Moge ons Hoogste Rechtscollege meer ge neigd zijn de vredige verzoekschriften te be handelen, dan dat Nederland het gevaar zou hebben te aanvaarden in oorlog komen met het vorstendom Geleen. Mr, MEERTENS. In hooger beroep 5 jaar gevange nisstraf geëischt. In hoóger beroep heeft Voor het Haagsch Gerechtshof terecht gestaan de 29-jarige varens gezel J. D. te Leiden, thans gedetineerd, die door de Haagsche rechtbank ter zake van poging tot moord, op zijn gewezen meisje de dienstbode S. M„ uit Koudekerk, die destijds in betrekking was aan den Rijnsbiirgersingel te Leiden is veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. D. had bij zijli kennismaking met dit meisje een anderen naam opgegeven en, zooals uit het getuigenverhoor bleek, had hij haar beloofd haar bij zijn ouders, die te Wassenaar zouden wonen, ter kennismaking te brehgen. Het meisje had hieruit opgemaakt, dat het een serieuSe verkeering zou worden. Op zekeren dag was zij met D. naar Wassenaar gegaan. Aldaar op een eenzamen weg in de duinen gekomen, werd zij door hem aangegrepen en op den grond geworpen. D. bracht haar de handen bij de keel, zonder die dicht te knijpen. Het meisje zeide, toen wel te zijn geschrokken, doch zij meende dat het een zenuwaanval was, waarop zij dan ook met D. weer huiswaarts toog. Op verderen omgang werd evenwel geen prijs meèr gesteld, zooals zij D, deed weten. Deze liet haar evenwel niet met rust en schreef haar nog een brief waarin hij te kennen gaf dat het meisje met oudejaar niet meer in leven zou zijn, indien zij nog omgang met anderen zou hebben. Op den 30sten December vervoegde D. zich op den Rijnsburgersingel, hem werd door het meisje opengedaan. Onmiddellijk richtte D. een revol ver, welke hij had weggenomen van een broer, die politie-agent is, op het meisje, dat hem evenwel bij de polsen greep en trachtte hem het wapen afhandig te maken. Daarbij is een schot afgegaan, waarvan de kogel in den muur terecht kwam. Op het gegil van het meisje bedaarde D., die van haar den raad kreeg heen te gaan, voor dat de politie zou komen, met de belofte erbij, dat zij wel weer met hem uit zou gaan. Deze verklaringen van het meisje werden door verdachte gedeeltelijk bestreden. Hij zou n.l. niet de bedoeling hebben gehad te schieten, omdat hij, onmiddellijk nadat hij haar zag> van gedachte veranderd was. Zijn hand met de revol ver erin zou slap langs het lichaam hebben gehangen toen het meisje naar het wapen greep. De procureur-generaal mr. Brants, die het O. M. waarnam, meende dat de opgelegde straf in overeenstemming was met den ernst van het gepleegde feit en concludeerde mitsdien tot bevestiging van het vonnis. Mr. Kan, die als pleiter optrad, verzocht voor zijn cliënt de uiterste clementie. Arrest 6 Juli 10 uur. Góede vangst der Bredasche recherche. Donderdagmiddag zijn te Breda op hêt kan toor dér Rotterdamsehe Bankvereehiging door de Bredasche recherche twee Algerijnen aan gehouden, verdacht van poging tot oplichting. De heeren schijnen er hun werk van te mel ken postkantoren, banken, e.d. te bezoeken, om daar, rekenend op onvoldoende bedreven heid van ambtenaren en bedienden, dóór her haald wisselen verwarring te stichten èn dan hun slag te slaan. Op 't postka.ntoor té Breda mislukte échter hun opzet en de beambte stelde de politie op de hoogte, die wat later op bovengenoemde bank tot arrestatie over ging. De aangehoudenen moeten hun werk zaamheden reeds met succes uitgeoefend hebben o.a. in Utrecht, Schiedam, Rotterdam en Tilburg, naar welke plaatsen de aangehou denen voor verder onderzoek op transport zijn gesteld. Vermoedelijk heeft de Bredasche recherche hier een goeden slag geslagen. Gisternacht te circa drie uur brak brand uit in de sigarenzaak van B. ter Steege aan de Markt te Oldenzaal. Reeds spoedig stond het perceel in lichte laaie. De inwoners moesten door een zijraampje de woning verlateh, daar de rook hun den ingang versperde. De brand weer, Welke zeer spoedig met de motorspuit aanwezig was had een harden strijd met de hoog oplaaiende vlammen. Het aangrenzende café van den heer J. ter Steege was ook spoe dig ondanks het vele water een prooi der vlam men. Aan de andere zijde van deze beide per- ceelen breidde 't vuur zich ook nog uit en moest het filiaal met woonhuis van de stoomerij Hoek- serrta, bewoond door Sanderman, het ook ontgel den en verder de dames-kapzaak met schoenen- Zaak van den heer Vlaskamp van welk gebouw de kap verbrandde. Dit perceel heeft enorme waterschade bekomen. Er werd met acht stra len water gegeven. De brandweer rukte om zes uur in. De schade aan alle p^ceelen wordt door ver zekering gedekt. BOERDERIJ AFGEBRAND. Woensdagavond omstreeks zes uur is brand uitgebroken in de kapitale boerderij van de wed. van Kampen aan den Rijksstraatweg HeeschNijmegen te Oss. De brand greep zeer Snel om zich heen. De brandweer stond dan ook machteloos tegen de vuurzee. De boerderij brandde geheel af. Een hoeveelheid hooi, eénig vee en landbouwwerktuigen werden een prooi der vlammen. Verzekering dekt de schade, die naar schatting 8 a 9 duizend gulden bedraagt, gedeeltelijk. BRAND. Gisternacht heeft een felle brand gewoed In de pakhuizen van den slager J. P. aan den Alk- maarsehen straatweg te Beverwijk. In de op slagplaatsen waren o.a. een groentekar en twee auto's waarvan een bestelwagen. De bestel-auto verbrandde. De personen-auto en de groentekar konden tijdig in veiligheid worden gebracht. De pakhuizen brandden tot den grond toe af. De oorzaak is onbekend. Twee arrestaties. Men meldt ons uit Amsterdam: Tijdens het onderzoek in de zaak Onnes van Nijenrode heeft de justitie opnieuw een spoor ontdekt inzake de inbraak, welke tegen het einde van het vorige jaar bij een juwelier in de Amstelstraat is gepleegd. Dit heeft er toe geleid, dat twee personen, waarvan de een ver dacht wordt van de inbraak, de andere van he 'hg werden gearresteerd. De buit, die nog niet terecht is, had een waarde van 2500. De beide verdachten zullen voor de justitie worden geleid. Hij was onmiddellijk dood. Gisterenavond omstreeks kwart over zeven heeft in de Rijnstraat te 's-Gravenhage een droevig ongeval plaats gehad. De onge veer 70-jarige L., wonende in de Naaldwijk- schestraat 78 te Voorburg, werd door een Vios-bus, waarin een groot aantal schoolkin deren waren gezeten, bij het oversteken van den rijweg overreden. De oude man werd door een der wielen over de borstkas gereden en was onmiddellijk gedood. De kinderen bekwa men geenerlei letsel. Het lijk van het slacht offer is door den G.G.D. naar het ziekenhuis Zuidwal overgebracht (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie), MARGARINE-PRIJS- Naar aanleiding van hét ingezonden stuk van den heer J. H., verzóék ik opname van Hét volgende: Dié mijnheer bewijst door zijn schrijven, dat hij er bittér weinig van weet. Ik zal me bepalen met dè prijzén óp te gevén van 192*7 af: 1927 inkoopsprijzen 74 cent per kilo 1928 58 1929 54 193D 54 i» 1931 42 1932 42 én voor hèt niérk- X 34 cent pér kilo, wat döör mengers bijna niét wérd gebruikt en boven dien een merk was van de laatste maanden voor het inwerking treden van de Crisiszuivelwet en het goed door de mengers verkocht werd vóór 7080 cent pér kilo. Bovendien komt bij boven staande prijzen nog een verhooging door. het verplichte vermengen met 15 pet. roomboter en werdén door vele mengers nog betere kwali teiten gebruikt, waardoor natuurlijk een hoogere prijs werd betaald als boven is aangegeven. In de période waarvan mijnheer J. R. schrijft, werd de roomboter in den kleinhandel verkocht voor 85—95 cent per kilo, dus zal hét wèl niet mogelijk zijn geweest melange of margarine té verkoopen voor 1.20 per kilo. Hoogachtend, G. v. d. W„ Nijiftegen. (Van rèdactiewegé ingekort. Discussie ge sloten). DE ORANJETRÉIN. Zondag 2 Juli j.l. bracht ik een bezoek aan dén Öranjetréin, belangstellend als ik was mij op de hoogtê te stellen wat de Nederlandsche in dustrie vermag. De diverse artikelen die mij daar getoond werden, zagen er voortreffelijk uit en ik kwam tot de conclusie, dat wij voor vele goederen hét buitenland niet noódig hebben. Zóo bezocht ik ook een stand waar speelgoed tentoongesteld was en kocht daar iets, in de veronderstelling verkeerende het Nederlandsch fabrikaat gesteund te hebben. Thuis gekomen bevreemdde het mij, dat op het doosje een Engelsche naam stond en bij verdere beschou wing zag ik tót mijn verbazing dat ook het „British Made" daarop voorkwam. Hoe het mo gelijk is, dat in dezen Oranjetrem, die toch beoogt te laten zien tot wat de Nederlandsche industrie in staat is, goederen verkocht worden met „British made" erop, begrijp ik niet, en ik hoop, dat de betrokken heeren organisatoren maatregelen zullen nemen dat voor deze goede ren in den Oranjeirein geen réclamé gemaakt wordt. Met beleefden dartk vóór dè verleende plaats ruimte verblijf ik. Hoogachtend, NED. FABRIKAAT. Door de Utrechtsche brandweer gébluscht. Gisterenavond om ongeveer kwart óver zes ls brand Uitgebroken in dé stoomboot „Sonja" van de reédefij van der Schuyt uit Rotterdam, welke boot van Utrecht uit dagelijks pleiziér- tochten maakt langs de Vêcht en die zóo juist, van eeH dergelijke vaart weèr gemeerd was aan dé Rijnkade bij de Catharynebrtig te Utrecht. Personeel van het Jaarbeurs-restaurant ont dekte het eerst, dat êr rookwolken uit de kajuit van de boot kwamen. Terwijl de kêllnêrs in allerijl êèn slang af rolden, dié in een der zaaltjes van het restau rant hangt, om bij eventueelen brand irl het gebouw dienst te kunnen doen, sloegen op de boot de vlammen reeds naar buiten. Alhoewel men dadelijk daarop water kon geven, was het zwakke straaltje, dat te voor schijn kwam, niet in staat het snel uitbreidende Vuur tegen te gaan. Inmiddels was ook de brandweer gewaar schuwd en spoedig kon men met vier „echte" stralen op de waterleiding een meer intensie- ven strijd beginnen. Het duurde evénwel nog ruim een uur, voordat de hard werkende brandweer de vlammen meester was. Naar men vermoedt is het vuur ontstaan in de kajuit door een brandend oliestel. Daar deze plek door de brandweerlieden niet was te naderen en de trek in het schip het vuur he vig aanwakkerde, waarbij zich veel rook ont wikkelde, viel het moeilijk hêt vuur in het hart te grijpen. Ten slotte werden eenige gaten in het dek gehakt en deze aanval was het einde van den brand. De schade is vrij groot en wordt door verzekering gedekt. Het kantoortje van de V. V. V., waarnaast het schip ligt, werd door het vuur nog al ge blakerd. De burgemeester van Utrecht was bij het blusschingswerk aanwezig. AKKER Reel. 4085—5 38 De commissie voor strafverordening tegen een verbod. Voor eenigen tijd diende de geestelijkheid der stad Maastricht aan den raad dier gemeente een request in tot het uitvaardigen van eén verbod tot maskeren in het openbaar gedurende het Carnaval. Vele Katholieke vereenigingen onder steunden dit verzoek, zoomede de Protestantsche en Joodsche gemeente. De raad verwees het request naar de commis sie voor de strafverordening. Bij de voorafgaan de besprekingen in den raad werd van S. D. A. P.-zijde er eveneens op gewezen, dat gedurende het Maastrichtsche Carnaval inderdaad laakbare uitspattingen plaats hebben. Een verbod, als gevraagd, zou in het algemeen wel een preven tieve uitwerking hebben. Bij de behandeling van genoemd request in de commissie van strafverordening hebben de drie aanwezige leden, de heeren mr. Ch. Vrijens (Kath.), Loontjens (Kath.) en Veenhof (S. D. A. P.) zich eenparig verklaard tot het behouden van den toestand zooals hij is. Een maskeer- verbod, hoe goed ook bedoeld, zou aan het Carnaval elke typische sfeer onthouden. Het vierde lid der commissie, mr. Paul Janssen (Kath.), was tijdens de bijeenkomst der com missie in het buitenland. HUWELIJKSREIS POOR DE LUCHT. Met het wekelijksche Amsterdam-Batavia- dienstvliegtuig de „Ijsvogel" gezagvoerder Geijsendorffer, vertrokken van Schiphol o.m de heer en mevrouw Schott-Goddard, met be stemming Batavia. Aan deze reis zit voor hen een zeer idyllische zijde, omdat dit hun huwelijksreis is, Zaterdag j.l. namelijk zijn ze in den echt verbonden. Hun komt de eer toe, dat zij de eersten zijn, die de luchtlijn Amsterdam-Batavia voor de huwelijks reis benutten. Herdenking in Duitschland Op 10 November e.k. zullen er 450 jaar vér streken zijn sedert dien dag, waarop Maartèn Lüther het iicht dezer wereld voor het eerst aanschouwde. Deze gebeurtenis zal in allé DuitsChe plaatsen, waar hij werkte en leéfdè natuurlijk herdacht worden, het meest, zoo als van zelf spreekt in Eisleben, zijn geboorte stad. Maar ook Erfurt, waar hij zoo lang ver toefde, maakt zich op om hem tè viérén. in Erfurt bezocht Luther de universiteit. Hiér aanvaardde hij het geestelijk kleed. Hier wérd hij tot priester gewijd. Hier hield hij eénige van zijn meest beduidende preeken. In Erfurf wórdt in dén loop van den zomer dan ook éen Lüther-tentoonstelling geopend, welke niet al leen een beeld van den reformator zal gevén, maar ook een van het gansche tijdperk, waarin hij leefde. Vooral de Erfurter hoogéschool, waarvan Luther eens zei, dat, met haar verge leken, alle andere soortgelijke instellingen slechts dorps-a-b-C-scholen waren, zal hier een groote plaats innemen alsmede de humanisti sche professoren, welke er eens den roem van over heel Europa verbreidden. Een andere af- deeling zal Luther als monnik behandelen, be nevens zijn reformatiewerk. Weer een andere zal aan de schoone kunsten uit het refor matiewerk gewijd zijn, nog een andere aan de boekdrukkunst uit het omstreden tijdperk, enz. Zoolang deze tentoonstelling duurt, zal een fanfare zich eiken dag om zeven uur op het torenplatform van de Kaufmannskirche latèn hoeren, in welke Luther op 22 October 1522 een preek hield. Eenige andere godsdienstige plechtigheden zullen voor de noodige afwisse ling zorgen. In Erfurt is overigens nog de cel van het Augustijnenklooster te zien, wélke Luther van 1505 tot 1507 bewoonde, alsmede de Universiteit, waar hij van 1501 tot 1505 als stu dent en van 1508 tot 1511 als docent optrad. Van uit Erfurt zullen dagelijks expedities van toeristischên inslag naar de omgéving On dernomen worden, waarbij hét bezoeken van Luthèrplaatsën voorzit. Erfurt zélf is óvef de Kaufmannskerk, over die dér barrevoeters en met de St. Michaëlskerk door velerlei banden tnet Luthef verbonden. Er worden nog her- bêfgêh gêwêzéfi, Waar hij bij zljh véle bezdêkën aan de stad overnachtte; zijn studentenwoning en in aen Dom hèt hoogaltaar, waar hij pries ter werd gewijd. In het raadhuis wordt hét document bewaard, waarbij dè jonge Ma&rtèn toegang tot de hoogéschool kreeg en zoo be staat ook het huis „Zum Schwarzen Horn" nóg, waar in 1524 Zijn eerste gezangboek gedrukt werd alsmede ook het bekende humanlsten- höêkje in de Allèrheiligenstraat. Van Erfurt worden de excursies Uitgestrekt naar Eisenach en dén Wai'tburg, naar Schmal kalden en naar Sotternhem, waar Luther, tijdens een zwaar onweer, de belofte om mon- hik té worden, gedaan zou hebben. Naar hét Erfurter feestcomité té Eisleben bekend ge maakt heeft, rekent hêt er stellig op. dat Hitier de Lutherfeesten daar ter Stede met zijn aan wezigheid zal opluisteren. De 450ste verjaardag van Luther vestigt dê aandacht op de „Lutheriden-Vereinigung", waarin de nakomelingen van den Hervormer vereenigd zijn. Deze Vereeniging werd in het jaar 1925, ter gelegenheid van den 400sten ver jaardag van het huwelijk van Luther, opgericht. Op 13 en 14 Juni van dit jaar werd te Erfurt de eerste „Luther-Familiedag" gehouden. Öp den tweeden Familiedag, welke in 1920 te Eise nach plaats vond, werden de statuten der Ver eeniging aanvaard. De Vereeniging wil de on derlinge betrekkingen tusschen de „Lutheriden" bevorderen. Zij wil den geest van Luther in eere houden, het onderzoek van zijn nakome lingschap voortzetten en een stamboom van den Hervormer publiceeren. Zij beschouwt het Voorts als haar plicht noodlijdende leden in hun Opvoeding te ondersteunen, voor zoover dó Luther-Stichting te Leipzig daartoe niet in staat is. Nog niet zoo heel lang geleden, was men ook in kringen van geleerden de meening toege daan, dat heden geen nakomelingan van Luther meer in leven zijn. Aan den onvermoeiden arbeid van Ds. Sartorius uit Dunkelshausén, een afstammeling van den Hervormer, zijn zoo wel de oprichting der Lutheriden-Vereinigung, alsook alle ontdekkingen op het gebied van de nakomelingschap van Luther te danken. Sarto rius is er in geslaagd de gansche lijst der na bestaanden van Luther, zónder onderbrekingen vast te stjellen. De resultaten van zijn onder zoek 2ijn gepubliceerd. Het door hem uitge geven „Familienblatt der Lutheriden-Vereini gung", hetwelk af en toe verschijnt, is de band tusschen de nakomelingen van Luther. Het aantal heden nog levende nakomelingen van Luther bedraagt 876. Hiervan stammen 800 van dr. Paul Luther, den zoon van den Her vormer, en 76 van Margarete, de dochter van Martin Luther, die met een heer von Kunheim getrouwd was. De „Lutheriden" leven heden verspreid over 153 gemeenten en wel voorna melijk in hun oude vaderland Thueringen en Saksen, voorts echter ook in 't overige Duitsch land en ten slotte in het buitenland. Hier staat Nederland met 80 Lutheriden aan het hoofd van de lijst. Ter gelegenheid van het „Lutherjahr 1933' hebben zij opnieuw een Familiedag en wel op 17 en 18 Juni in de Lutherstad Eisleben ge houden. BRANDEN. Gisternacht is te Gemert het café van den heer Lieshout totaal afgebrand. Van den in boedel kon ongeveer niets gered worden. Oor zaak onbekend. Verzekering dekt de schade. Een nieuwe methode. Het Juni-nummer van „Gezin en School" pu bliceert de Compensatie-correctie-methode van Maria J. Krabbe, welke bedoelt ongeweten lijden op te heffen van kinderen die onverklaar bare moeite hebben met het leerei. van talen. Zij constateerde, dat bepaalde moeilijkheden, die sommige intelligente kinderen hebben bij het leeren van talen, verwijderde consequenties zijn van niet-herkend onvermogen, het schrift woord in zich op te nemen (woordblindheid). Voor dit onvermogen, dat tot dusver niet te verhelpen was, vormde zij de Compensatie-cor rectie-methode, die deze kinderen, hierin onder richt, in staat stelt als volwaardigen het gewone taalonderwijs op H. B. S. of Lyceum te volgen zonder hulp bij huiswerk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4