nGEZonDtn
OTUKKEn
Zoo warm
C±3
VRIJDAG 7 JULI 1933
DE GROTTUS-MEDAILLE AAN HET
NOBEL-INSTITUUT VOOR
DEN VREDE.
PRODUCTIEVE WERKEN.
DE SOUVEREINE VORST VAN
GELEEN.
DE KATHOLIEKEN ALS TROUWE
LANDGENOOTEN.
GEEN „HEIL" MEER.
Ter béstrijding dér werkloosheid
VERBRUIK VAN RUNDVLEESCH.
GEVAARLIJKE GELDWISSELAARS,
GROOTE BRAND TE OLDENZAAL.
DE INBRAAK IN DE AMSTELSTRAAT
OUDE MAN DOOR AUTOBUS
OVERREDEN.
BRAND AAN BOORD VAN DE
„SONJA".
MASKEREN OP 'T MAASTRICHTSCHE
CARNAVAL.
zoo moe, zoo loom, zoo slap, zoó
lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat,
zoo'n hoofdpijn, zoo'n
neem. zoo'n "Akkertje" en al Uw
klachten zijn verdwenen. De Akkêr-
Cachets kosten slechts 50 cent de
12 sluks en zijn alom verkrijgbaar!
LUTHER EN DE „LUTHERIDEN"
EEN DER OORZAKEN VAN MIS
LUKKING OP SCHOOL.
Uitreiking te Oslo namens de Ned.
Vereeniging voor Volken
bond en Vredei
Men schrijft ons uit Oslo
Maandag had in het gebouw van het Nobel
Instituut voor den Vrede de overhandiging
plaats van de Grotius-medaille, door de Neder
landsche Vereeniging voor Volkenbond en Vre
de in het jaar 1033 aan dit Nobel-Instituut toe
gekend.
Daartoe was het Nobel-Comité uit het Noor'
weegsche Storting, dat telkenjare den Nobel
Vredesprijs toekent en het bestuur voert over
het Nobel Instituut, ih de ruime vergaderzaal
aangekomen. Mede was tegenwoordig de heer
mr. dr. G. A. Scheltus, zaakgelastigde van Ne
derland te Oslo, nevens vertegenwoordigers der
pers.
De algemeen secretaris van de Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede, de héér H. Ch. Gi
J. van der Mandere, door het hoofdbestuur af
gevaardigd teneinde dè medaille met het bljbe-
hoorend diploma te overhandigen, bood déze
met een korte redevoering aan. Hij deed daarin
uitkomen, dat, wanneer Nederland het land van
Grotius wordt geheeten, zulks niet geschiedt
uitsluitend, omdat Grotius in Nederland gebaren
werd, maar omdat in de zeventiende eeuw, toén
dè Nederlanders door hun handel het internatio
nale volk bij uitnemendheid waren, het wèl Van
Nederlandsche zijde was, dat men het bestaan
van het volkenrecht moest ontdekken.
De Grotius-medaille is ingesteld in 1925, het
jaar, dat allerwegen, niet alléén in Nederland,
herdacht werd het feit, dat 300 jaren geleden,
Grótlus' boek, aan hét récht van den oórlög én
den vredê gewijd, verscheen. De Grotius-me
daille is in Noorwegen reeds daarom niet Onbe
kend, Wijl zij te voren in 1030 aan Nansen, in
1932 aan dén bekenden Noofschen volkénfechts-
geléèrdé Chr. L. Lange, dié jaren achtereen
secretaris-géneraal van het Nobel-Instituut IS
geweest, wetd aangeboden. Door spreker werd
hét een opmerkenswaardig fêit gehéétén, dat
déze médaille, aan den schepper van hét volken
recht gewijd, kon worden aangeboden in êèn
plaats, waarvan de naam bezig is een beginsel
en hét meest gezonde internationale beginsel,
te gaan vertegenwoordigen, op economisch
gebied.
Na in 't kórt aan de beteekênis Van Nöbél té
hébben herinnerd, Wees spr. er op, dat niét
zonder bedoeling dit jaar de Grötius-medaillè
aan het Nobel Instituut is toegekend. Immers
honderd jaren geleden werd Alfred Nobel gé
boren, en nog altijd vormt Zijn testament de
grootste schenking, die voor algemeen mensche-
lijke doeleinden is ter beschikking gesteld. Ook
al is het Nobel Instituut, gelijk het te Oslo
bestaat, niet rechtstreeks door Nobel opgericht,
hét komt medé voort uit Zijn testament, dat niet
alleen gelden beschikbaar stelde voor de jaar-
lijksche uitkéering van den prijs, maar ook voor
de deskundige outillage van de lichamen, tot
de prijsverleening geroepen. Mede in dit ver
band wees spr. er op, dat het Nobel Instituut
in zijn bibliotheek aandacht Schenkt aan de
vredesbeweging van lang voor den oorlog, die
voor velen niet bestaat of waarvan Vêlén niet
willen weten.
Namens het Nobel-Comité dankte de voor
zitter, professor Stang, voor de ten deel gevallen
onderscheiding, die op hoogen prijs wordt ge
steld, ook omdat daardoor moreele steun aan
het werk van het Nobel Instituut wordt ver
leend.
Een diner óp de Jachtclub Dronningén besloot
den dag. De hartelijke woorden namens het
Nobel-Comité werden door dén heer mr. dr.
Scheltus beantwoord.
NATIONAAL CRISIS-COMITé.
Het nationaal crisiscomité deelt mede: van
hét kantoor H. J. Vooren, hetwelk de accoun
tantscontrole op de financieele gestie van het
comité uitoefent is de volgende verklaring ont
vangen:
„Blijkens de administratie van het Nationaal
Crisis comité, dié tot en met 31 Mei 1933 door
ons gecontroleerd én accoord bevonden is werd
tot en met genoemden datum ontvangen aan
giften in geld voor A-steun (inclusief rente en
bijzondere baten) 1.440.340.36.
Hiervan is uitgedeeld en betaald voor ver
strekte giften in natura 844.607.15, aan steun
in den vorm van voorschotten stond per 31 Mei
uit 7.275. Aan B-steun werd uitgedeeld in
geld en in giften in natura 946.526.03.
De beschikbare betlaingsmiddelen, alsmede de
onderpanden voor gedeponeerde gelden zijn op
diverse tijdstippen door ons opgenomen en
steeds in overeenstemming bevondèn met de
administratieve verantwoording.
w.g.) OUDSHÖFF.
En de vrijheidigedachte.
Uit êen hoofdartikel Van het orgaan der
liberale Staatspartij „De Vrijheid":
Mr. Knottenbelt heeft indertijd betoogd,
dat gelukkig ook sommige niet vrijzinnige
partijen in veel sterkere mate van libera
lisme doordrenkt zijn dan hun voortdurende
bestrijding van de vrijzinnige gedachte zou
doen vermoeden. Als liberalen en vrijzinnig
democraten thans met antirevolutionairen,
chr.-historischen en Roomsch-Katholieken
schouder aan schouder staan tot afwering
van het nationaal-socialistische gevaar ver
bindt hen een zelfde gevoel. Het is wat de
door ons geciteerde Franschman (Maurice
Lacroix) bestempelde als: mystique du res
pect de l'ame humaine. Wij weten wel, dat
in theorie, de Katholieken in dit opzicht
gansch andere opvattingen huldigen dan de
rechtsche protestanten en de vrijzinnigen,
maar wij weten ook, dat zij Nederlanders
zijn, dat eeuwenlang tallooze Katholieken
zich trouwe landgenooten betoond hebben
en dat men de vrijheidsgedachte evenmin
uit hun ziel kan snijden als uit de onze.
Wij zijn de redactie van „Dé Vrijheid", die
ooit andere noten kraakte over haar Katho
lieke landgenooten, dankbaar voor de erken
ning, vervat in de laatste regels van het citaat,
dewelke wij mede gaarne onderschrijven.
Nochtans met deze reserve, dat de vrijheids
gedachte, die ook ons Katholieken Nederlan
ders in de ziel ligt verankerd, met het „van
liberalisme doordenkt" zijn niet het geringste
heeft uit te staan.
De liefde voor den geboortegrond en de
sterke wil om ons onafhankelijk volksbestaan
tot eiken prijs te handhaven staan met de
ideologie van het liberalisme in geenerlei
contact.
G. P. D. schrijft in „De Vrijheid"
We gaan vooruit
De leider van den kring Den Haag van de
Nationaal-socialistische Beweging in Nederland,
de heer P. E. Storm van 's-Gravesande, deelde
in een ingezonden stukje in „Het Vaderland"
mee, dat de leider ir. Mussert heeft verzocht
afstand te doen van het woord „Heil", om vooral
niets Duitsch over te nemen en daarvoor in de
plaats te stejlen „Hou zee".
Merkwaardig, dat een zoo bij uitstek „natio
nale" beweging na korten tijd tot het inzicht
moet komen, dat zij allerlei vreemde, on-Neder-
landsche dingen heeft ingevoerd.
Dat de leiding in dit heil-looze heil-geroep
geen heil meer ziet, doet ons intusschen ge
noegen.
Als nu ook nog de quasi-militaire uniformen
en de on-Nederlandsche naam verdwijnen, roe
pen wij gaarne mee hoezee 1
HET 700-JARIG BESTAAN VAN ARNHEM-
Het Comité tot herdenking van het 700-
jarig stedelijk bestaan van Arnhem meldt ons:
Op Zaterdag 8 Juli a.s. van 17.5018 uur zal
de voorzitter van het Comité Mr. A. Baron van
Heemstra voor de K. R. O. Huizen Golflengte
293 M. een rede houden over de a.s. herden
kingsfeesten.
Naar de „Telegraaf" meedeelde is dé regee
ring van plan een forsche poging te doen om
tot een gedeeltelijke oplossing van het werk
loosheidsvraagstuk te geraken. Volgens het
blad zouden daartoe tal van groote werken
behooren als:
Inpoldering van den Noordoostelijken Zui
derzeepolder: aanlég van tunnels onder de
Maas te Rotterdam, onder het IJ te Amster
dam, en ondér het Noordzeekanaal té Velzen;
verbetering van de spoorwégtoestanden rond
om Rotterdam en Amsterdam; verbetering van
het vaarwater Groningen—-de Lemmer e.d.
Naaf Wij vernemén staat hét nog lang niét
vast, dat de in de „fél," genöémde werken
inderdaad spoedig zullen worden uitgevoerd.
Met dè uitvoering er van zijn éenigé honderden
millioenen guldens gemoeid. Het goedkoopste
van dezé plannen kost al minstens 30 mil-
lioen. En nu is het de vraag, of de Regèering
zal trachten zooveel mogélijk de budgétaire
eindjes aan elkaar te knoopen door voorzich
tig aan té dóen, of groote werken Zal latèn
uitvoeren, waarvóór als werkverruiming onge
twijfeld veel te zeggen is, maar waardoor het
budget zeer aanzienlijk zwaarder zal worden
belast.
Factoren dié het beïnvloeden.
Mede in Verband mét dè voorgenomen beper
king van den rundveestapel is de vraag van
belang door welke factofen de omvang van
het binnenlandse» verbruik van rundvleesch
(itibegrepen-kalfsvleesch, bevroren rund- en
kalfsvleesch rundvet, enz.) Wófdt bepaald. In
de Nederlandsche Conjunctuur van Juni 1933,
uitgaven van het Centraal Bureau v. d. Statis
tiek, welke zoojuist is verschenen, worden de
resultaten van een desbetreffend onderzoek
gepubliceerd. Het gelukte den loop van het
rundvleesch verbruik met een zeer hoogen graad
van benadering te Verklarên (correlatie coëffi
ciënt van 0.91) uit drie factoren, n.l. den loop
van een representatief inkomen, den loop der
rundvleeschprijzen en den loop der varkens-
vleesehpr ijzer).
Daarbij kón tevens worden vastgesteld in
welke mate bedoelde factoren het rundvlèesch-
vêrbruik beïnvloeden. Het bleek dat een ver-
hooging van een prijs (zooals deze dóór den
dienst der accijnzen wordt gepubliceerd) met
10 pet. een verlaging van het verbruik mét
ongeveer 5 pet. meebrengt; dat een verhoo
ging van het inkomen met 1 pet. een verhoo-
ging van het verbruik met 1.2 k 1.5 pet. veroor
zaakt en dat tenslotte een verhóoging van den
groóthandelsprijs van varkensvleesch met 10
pet. een verhooging van het rundvleeschver-
bruik met 2 pet. pleegt méde te brengen.
Uit een vergelijking met de periode van vóór
den oorlog wordt nog afgeleid dat dê elastici
teit van.het verbruik welke blijkens het boven
staande 0.5 bedraagt voor den oorlog ongeveer
1.2 bedroeg en dus aanmerkelijk minder is ge
worden.
VERDRONKEN
De veehouder J. K. te Groot-Schermer ls,
toen hij in de vroegte op weg was om te gaan
melken, in een sloot geraakt en daaruit leven
loos opgehaald.
NEDERLANDSCHE LANDBOUWWEEK
TE WAGENINGEN.
Dinsdagvoormiddag werd de Groenvoederdag
voortgezet. De heer ir. H. G. A. Leignes Bak
hoven, Leeuwarden, sprak over: De voedering
van kuil voer in de practijk.
De heer dr. C. K. van Daalen, Bilthoven,
sprak over: Ensilage met behulp van zuur in
Nederland.
Hierna werd de Groenvoederdag gesloten
door den heer H. Ruiter te Arnhem. Deze wees
op de beteekenis van den groenvoederbouw als
middel tot besparing van aankoop van dure
buitenlandsche krachtvoeders en tevens als mid
del tot werkverschaffing in de boerderij.
Voorts schetste spr. de ontwikkeling van het
Nationaal Comité voor Voederbouw, het lichaam
ontstaan op initiatief van prof. C. Broekema en
wees op de taak die de regeering zou kunnen
hebben, het werk dezer organisatie financieel
te steunen.
Des namiddags werden voordrachten gehou
den namens de Nederlandsche Genetische Ver
eeniging. Prof. Ir. C. Broekema, Wageningen,
sprak over: Oogstanalyse bij tarwe; de heer dr.
A. L. Hagedoorn, Soesterberg, over: Het ont
staan van landbouwplanten en huisdieren en
de heer dr. P. J. H. van Ginneken, Bergen op
Zoom, over: Het verband tusschen wortelge
wicht en gehalte bij suikerbieten.
DREIGEND CONFLICT AAN DE
SPHINXF ABRIEKEN.
Voorstel van den rijksbemiddelaar.
De Rijksbemiddelaar mr. dr. A. C. Josephus
Jitta, optredend als plaatsvervanger van prof.
mr. P. J. M. Aalberse, heeft een bespreking ge
houden met partijen, betrokken bij het drei
gend conflict in -de aardewerkfabriek ,,De
Sphinx" ten gemeentehuize Maastricht, waarbij
hij het volgende voorstel aan de partijen deed:
De directie garandeert dat de thans aange
kondigde loonsverlaging gedurende zes weken
beperkt zal blijven tot ten hoogste 10 pet.
Ten tweede: gedurende die zes maanden zal
overleg worden gepleegd over een af te sluiten
collectieve arbeidsovereenkomst, b.v. over de
loonen die zullen gelden na zes maanden;
Ten derde: de directie zegt toe ten behoeve
van deze onderhandelingen gegevens te ver
strekken aan de arbeidersorganisaties betref
fende: a. den financieelen toestand van het
bedrijf; b. het verloop van het aantal arbeiders
in verband met de productie; c. de verkoopprij
zen van de stapel aarde.
Partijen zullen voor Zaterdag 15 Juli a.s.
hierover beslissen.
Men meldt ons nog uit Maastricht:
Ten stadhuize te Maastricht hebben Don
derdag besprekingen plaats gehad tusschen
de R. K. en moderne fabrieksarbeldersbonden,
de Sphinx-directie en den rijksbemiddelaar
prof. Josephus Jitta.
De Sphinx-directie hield vast aan hare
loonsverlagingen van 4 tot 38 pCt. der thans
geldende loonen, waartegen de arbeidersbon
den zich bleven verzetten.
Hierop heeft de rijksbemiddelaar een com
promis-voorstel gedaan.
De partijen bleven echter verdeeld en zul
len zich nader beraden.
Bij deze actie zij a 1700 arbeiden betrokken.
POGING TOT MOORD OP ZIJN
GEWEZEN MEISJE.
Het oordeel van den Hoogen Raad.
Er is in ons land een persoon, die art.l der
Grondwet, hetwelk bepaalt, dat het Konink
rijk der Nederlanden het grondgebied van
Nederland, Nederlandsch-ïndië, Suriname en
Curacao omVat, uitlegt in dézen zin, dat hij
desniettemin Souvereln vorst zou zijn van een
gedeelte van het in de Grondwet genoemde
Nederlandsche gebied, hetwelk derhalve niet
meer Nederlandsch gebied zoü mogen genoemd
worden.
Gemelde persoon noemt zich Vorst Van
Geleen, hetwelk naar meening van anderert
integendeel één tot Nederland behoorende Lim-
burgsche gemeente is. Overigens is de vorst
doctor in de rechtswetenschappen én advocaat,
De Souverein Ondervindt niet algemeen den
èérbied, welke hij in verband met zijne be
weerde rechten alom schijnt té verwachten.
Hij werd zelfs gedagvaard voor een kanton
rechter, die, naar zijn oordeel, hem niet be
rechten mag, immers een ten opzichte Van hem,
souvéreihên vofst, buitenlandsche magistraat
is, namelijk een Nederlandsch reehter.
De kantonrechter, die dé zaak te behandelen
kreeg, zetelde in Heerlen en veroordeelde den
beweerdelijk sóuverèin tot een geldboete van
vijftig gulden én vijf en twintig dagen ver
vangende hechtenis, ter zake van het feit, dat
hij als werkgever van een arbeider, voor wien
in zegels moet worden betaald en die de rente-
kaart van den arbeider in bewaring heeft ge
nomen, op dé daartoe gedane vordering dié
rentekaart niet heeft vertoond ami een ambte
naar of béambte, door den Raad van Arbeid
daartoe aangewezen.
De vorst is niet consequent gebléven in zijne
souvereine houding in zóóverre hij beroep
van dit HeerlènsChé vonnis bij de Maastricht-
schè rechtbank instelde, welke rechtbank het
vonnis van den kantonrechter overigens be
vestigde.
De souverein liet het Maastrichtsche vonnis
in kracht van gewijsde gaan en verzocht des-
zelfs herziening bij,den Hoógen Raad der
Nederlanden.
Hij vroeg dit niet eenmaal, dóch eerst op
12 December 1932, vervolgens op Kerstavond
1932, wijders op 30 December 1932, voorts op
3 Januari 1933 en op 6 Januari 1933, op 7
Januari 1933, op 12 Januari 1933, óp 13 Januari
1933, op 14 Januari 1933, op 23 Januari 1933 en
vöorloopig tenslotte op 25 Januari 1933.
Hét kan ons moeilijk verwonderen, dat een
der leden Van den Hoogen Raad, om het nu
maar eens weinig eerbiedig té zeggen, uit zijn
slof schoot en in een juridisch vakblad zijn
misnoegen te kennen gaf over deze wijze van
optreden, zulks in eene beschouwing, welke
de blijkbaar boos géworden hooge rechterlijke
magistraat beëindigt met het volgende:
„Men Vraagt Zich af, of dit nu maar onge
stoord zoo door kan gaan. De wet heeft op de
noodzakelijkheid Vah beperking van gebruik
making van het rechtsmiddel van revisie niet
gerekend, Mén heeft er niet aan gedacht, dat
men daar als het ware eeuwig mee door kan
gaan, hetgeen met andere rechtsmiddelen niét
het geval is. De Hooge Raad heeft geen ander
verweermiddel, dan eenigen tijd te wachten
met het geven van een beslissing. Men voelt
echter, dat hier iets hapert. Men kan hier,
zonder eenige overdrijving van een revisie-
plaag spreken".
Wij kunnen niet anders dan de woorden
van dén Raadsheer onderschrijven, te meer,
waar ons bekend is, dat de Vorst bij elk
revisie-verzoek zich steekt in nieuwe vacht.
Hij noemt zich in 't eene Graaf van Geleen,
in een volgend Graaf van Geleen-Dammer-
seheid, in een ander Heer van Dammerscheid,
elders Graaf van Geleen-Schinnen, in een
nieuw Graaf van Geleen-Schinnen-Dammer-
Scheid en in een ander vertegenwoordiger der
Staten van het Graafschap Geleen-Valken-
burg-Daalhem-'s Hertigenrade.
Alle aanvragen komen echter neer op een
aanval tegen het Maastrichtsche vonnis.
Het strekt den Hoogen Raad tot eere, dat
hij deze, overdreven rij van verzoekschriften
aan zijn Hoog College gericht, op waardige
wijze met een wel overwogen beschikking
heeft beantwoord.
De graaf stélde in alle réquesten, dat hij
ingevolge de bepaling van artikel 8 Neder
landsch wetboek van Strafrecht niet had mo
gen zijn veroordeeld, gelijk de Heerlénschè en
Maastrichtsche rechters deden.
Gemeld art. 8 houdt in, dat de toepasselijk
heid van het Nederlandsche strafrecht wordt
beperkt door de uitzonderingen in het vol
kenrecht erkend.
De zich noemende vorst bracht voorts als
stelling te berde dat het Rijk der Nederlanden
bij tractaat van 's-Gravenhage van 26 Decem
ber 1661 van de heerlijkheden Geleen en
Schinnen in eigendom, Superioriteit en Sou-
vereiniteit voor altijd afstand zou hebben ge
daan aan het Rijk van Spanje.
Wijders stelda hij, dat volgens acte van 2
September 1776 de heerlijkheid Geleen, waar
toe Schinnen behoort tot graafschap zou zijn
Vérheven.
Vervolgens deelde hij den Hoogen Raad
mede, dat het landgoed Dammerscheid, vol
gens acte van 13 Februari 1753 leengoed zou
zijn der heerlijkheid Schinnen.
Zijn bet-overgrootvader zou leengerechtigd
2ijn geweest aan Dammerscheid, terwijl zijn
grootvader volgens vonnis der rechtbank te
Maastricht van 30 Juni 1877 eigenaar zou zijn
geweest van landgoed, gelegen in Dammer
scheid, welke rechten aan Dammerscheid
achtereenvolgens zouden zijn overgegaan op
verzoeker's vader en verzoeker zelve.
Het bovengestelde bevond de verzoeker vol
doende aanleiding om zich te noemen graaf
van Geleen en zich overigens te gedragen als
ware souverein van het, naar zijn weinig be
scheiden inzicht, bestaande vorstendom Ge
leen.
Het moet den vorst onaangenaam getroffen
hebben, dat de Hooge Raad der Nederlanden
in zijn beschikking heeft overwogen, dat geen
spoor van bewijs voor de stellingen is bijge
bracht.
De Hooge Raad verklaarde Zijne zich zelve
noemende hoogheid niet ontvankelijk in zijn
verzoek tot herziening van het Maastrichtsche
vonnis.
Het Maastrichtsche vonnis blijft derhalve
gehandhaafd en de vorst van Geleen zal vijf
tig gulden te storten hebben in de, naar zijn
meening, buitenlandsche Nederlandsche schat
kist.
Moge de gedupeerde vorst het geval niet
gaan aanvoelen als een casus belli en mogen
we gevrijwaard blijven van eene mobilisatie
der Geleensche weermacht, gericht tegen de
Nederlandsche strijdkrachten.
Voorloopig valt zulks niet te vreezen, wijl de
blijkbaar zachtmoedige vorst, zulks ten voor
beeld aan vele machtiger souvereinen, het
zwaard in de scheede latende, integendeel
wederom langs rechtelijken weg zijn belangen
wenscht na te streven.
De tot toorn gebrachte Raadsheer van den
Hoogen Raad schrijft immers, dat behalve de
hierboven opgesomde aanvragen de Graaf nog
meer aanvragen, alle ter bestrijding van het
zelfde Maastrichtsche vonnis tot het Hoog
ste Rechtscollege heeft gericht.
Voortdurend moet de Hooge Raad op deze
telkens nieuwe aanvragen nieuwe beschik
kingen geven, gelijk ook geschiedt.
Moge ons Hoogste Rechtscollege meer ge
neigd zijn de vredige verzoekschriften te be
handelen, dan dat Nederland het gevaar zou
hebben te aanvaarden in oorlog komen met
het vorstendom Geleen. Mr, MEERTENS.
In hooger beroep 5 jaar gevange
nisstraf geëischt.
In hoóger beroep heeft Voor het Haagsch
Gerechtshof terecht gestaan de 29-jarige varens
gezel J. D. te Leiden, thans gedetineerd, die
door de Haagsche rechtbank ter zake van poging
tot moord, op zijn gewezen meisje de dienstbode
S. M„ uit Koudekerk, die destijds in betrekking
was aan den Rijnsbiirgersingel te Leiden is
veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf.
D. had bij zijli kennismaking met dit meisje
een anderen naam opgegeven en, zooals uit het
getuigenverhoor bleek, had hij haar beloofd
haar bij zijn ouders, die te Wassenaar zouden
wonen, ter kennismaking te brehgen. Het meisje
had hieruit opgemaakt, dat het een serieuSe
verkeering zou worden. Op zekeren dag was
zij met D. naar Wassenaar gegaan. Aldaar op
een eenzamen weg in de duinen gekomen, werd
zij door hem aangegrepen en op den grond
geworpen. D. bracht haar de handen bij de
keel, zonder die dicht te knijpen. Het meisje
zeide, toen wel te zijn geschrokken, doch zij
meende dat het een zenuwaanval was, waarop
zij dan ook met D. weer huiswaarts toog. Op
verderen omgang werd evenwel geen prijs meèr
gesteld, zooals zij D, deed weten. Deze liet haar
evenwel niet met rust en schreef haar nog een
brief waarin hij te kennen gaf dat het meisje
met oudejaar niet meer in leven zou zijn, indien
zij nog omgang met anderen zou hebben. Op
den 30sten December vervoegde D. zich op den
Rijnsburgersingel, hem werd door het meisje
opengedaan. Onmiddellijk richtte D. een revol
ver, welke hij had weggenomen van een broer,
die politie-agent is, op het meisje, dat hem
evenwel bij de polsen greep en trachtte hem
het wapen afhandig te maken. Daarbij is een
schot afgegaan, waarvan de kogel in den muur
terecht kwam. Op het gegil van het meisje
bedaarde D., die van haar den raad kreeg heen
te gaan, voor dat de politie zou komen, met de
belofte erbij, dat zij wel weer met hem uit zou
gaan.
Deze verklaringen van het meisje werden
door verdachte gedeeltelijk bestreden. Hij zou
n.l. niet de bedoeling hebben gehad te schieten,
omdat hij, onmiddellijk nadat hij haar zag> van
gedachte veranderd was. Zijn hand met de revol
ver erin zou slap langs het lichaam hebben
gehangen toen het meisje naar het wapen greep.
De procureur-generaal mr. Brants, die het
O. M. waarnam, meende dat de opgelegde straf
in overeenstemming was met den ernst van het
gepleegde feit en concludeerde mitsdien tot
bevestiging van het vonnis.
Mr. Kan, die als pleiter optrad, verzocht voor
zijn cliënt de uiterste clementie.
Arrest 6 Juli 10 uur.
Góede vangst der Bredasche
recherche.
Donderdagmiddag zijn te Breda op hêt kan
toor dér Rotterdamsehe Bankvereehiging door
de Bredasche recherche twee Algerijnen aan
gehouden, verdacht van poging tot oplichting.
De heeren schijnen er hun werk van te mel
ken postkantoren, banken, e.d. te bezoeken,
om daar, rekenend op onvoldoende bedreven
heid van ambtenaren en bedienden, dóór her
haald wisselen verwarring te stichten èn dan
hun slag te slaan. Op 't postka.ntoor té Breda
mislukte échter hun opzet en de beambte
stelde de politie op de hoogte, die wat later
op bovengenoemde bank tot arrestatie over
ging. De aangehoudenen moeten hun werk
zaamheden reeds met succes uitgeoefend
hebben o.a. in Utrecht, Schiedam, Rotterdam
en Tilburg, naar welke plaatsen de aangehou
denen voor verder onderzoek op transport
zijn gesteld. Vermoedelijk heeft de Bredasche
recherche hier een goeden slag geslagen.
Gisternacht te circa drie uur brak brand uit
in de sigarenzaak van B. ter Steege aan de
Markt te Oldenzaal. Reeds spoedig stond het
perceel in lichte laaie. De inwoners moesten
door een zijraampje de woning verlateh, daar
de rook hun den ingang versperde. De brand
weer, Welke zeer spoedig met de motorspuit
aanwezig was had een harden strijd met de
hoog oplaaiende vlammen. Het aangrenzende
café van den heer J. ter Steege was ook spoe
dig ondanks het vele water een prooi der vlam
men. Aan de andere zijde van deze beide per-
ceelen breidde 't vuur zich ook nog uit en moest
het filiaal met woonhuis van de stoomerij Hoek-
serrta, bewoond door Sanderman, het ook ontgel
den en verder de dames-kapzaak met schoenen-
Zaak van den heer Vlaskamp van welk gebouw
de kap verbrandde. Dit perceel heeft enorme
waterschade bekomen. Er werd met acht stra
len water gegeven. De brandweer rukte om zes
uur in.
De schade aan alle p^ceelen wordt door ver
zekering gedekt.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Woensdagavond omstreeks zes uur is brand
uitgebroken in de kapitale boerderij van de
wed. van Kampen aan den Rijksstraatweg
HeeschNijmegen te Oss. De brand greep zeer
Snel om zich heen. De brandweer stond dan ook
machteloos tegen de vuurzee. De boerderij
brandde geheel af. Een hoeveelheid hooi, eénig
vee en landbouwwerktuigen werden een prooi
der vlammen. Verzekering dekt de schade, die
naar schatting 8 a 9 duizend gulden bedraagt,
gedeeltelijk.
BRAND.
Gisternacht heeft een felle brand gewoed In
de pakhuizen van den slager J. P. aan den Alk-
maarsehen straatweg te Beverwijk. In de op
slagplaatsen waren o.a. een groentekar en twee
auto's waarvan een bestelwagen. De bestel-auto
verbrandde. De personen-auto en de groentekar
konden tijdig in veiligheid worden gebracht.
De pakhuizen brandden tot den grond toe af. De
oorzaak is onbekend.
Twee arrestaties.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Tijdens het onderzoek in de zaak Onnes van
Nijenrode heeft de justitie opnieuw een spoor
ontdekt inzake de inbraak, welke tegen het
einde van het vorige jaar bij een juwelier in
de Amstelstraat is gepleegd. Dit heeft er toe
geleid, dat twee personen, waarvan de een ver
dacht wordt van de inbraak, de andere van
he 'hg werden gearresteerd. De buit, die nog
niet terecht is, had een waarde van 2500.
De beide verdachten zullen voor de justitie
worden geleid.
Hij was onmiddellijk dood.
Gisterenavond omstreeks kwart over zeven
heeft in de Rijnstraat te 's-Gravenhage
een droevig ongeval plaats gehad. De onge
veer 70-jarige L., wonende in de Naaldwijk-
schestraat 78 te Voorburg, werd door een
Vios-bus, waarin een groot aantal schoolkin
deren waren gezeten, bij het oversteken van
den rijweg overreden. De oude man werd door
een der wielen over de borstkas gereden en
was onmiddellijk gedood. De kinderen bekwa
men geenerlei letsel. Het lijk van het slacht
offer is door den G.G.D. naar het ziekenhuis
Zuidwal overgebracht
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie),
MARGARINE-PRIJS-
Naar aanleiding van hét ingezonden stuk van
den heer J. H., verzóék ik opname van Hét
volgende:
Dié mijnheer bewijst door zijn schrijven, dat
hij er bittér weinig van weet.
Ik zal me bepalen met dè prijzén óp te gevén
van 192*7 af:
1927 inkoopsprijzen 74 cent per kilo
1928 58
1929 54
193D 54 i»
1931 42
1932 42
én voor hèt niérk- X 34 cent pér kilo, wat döör
mengers bijna niét wérd gebruikt en boven
dien een merk was van de laatste maanden voor
het inwerking treden van de Crisiszuivelwet en
het goed door de mengers verkocht werd vóór
7080 cent pér kilo. Bovendien komt bij boven
staande prijzen nog een verhooging door. het
verplichte vermengen met 15 pet. roomboter
en werdén door vele mengers nog betere kwali
teiten gebruikt, waardoor natuurlijk een hoogere
prijs werd betaald als boven is aangegeven.
In de période waarvan mijnheer J. R. schrijft,
werd de roomboter in den kleinhandel verkocht
voor 85—95 cent per kilo, dus zal hét wèl niet
mogelijk zijn geweest melange of margarine té
verkoopen voor 1.20 per kilo.
Hoogachtend,
G. v. d. W„
Nijiftegen.
(Van rèdactiewegé ingekort. Discussie ge
sloten).
DE ORANJETRÉIN.
Zondag 2 Juli j.l. bracht ik een bezoek aan dén
Öranjetréin, belangstellend als ik was mij op
de hoogtê te stellen wat de Nederlandsche in
dustrie vermag. De diverse artikelen die mij
daar getoond werden, zagen er voortreffelijk uit
en ik kwam tot de conclusie, dat wij voor vele
goederen hét buitenland niet noódig hebben.
Zóo bezocht ik ook een stand waar speelgoed
tentoongesteld was en kocht daar iets, in de
veronderstelling verkeerende het Nederlandsch
fabrikaat gesteund te hebben. Thuis gekomen
bevreemdde het mij, dat op het doosje een
Engelsche naam stond en bij verdere beschou
wing zag ik tót mijn verbazing dat ook het
„British Made" daarop voorkwam. Hoe het mo
gelijk is, dat in dezen Oranjetrem, die toch
beoogt te laten zien tot wat de Nederlandsche
industrie in staat is, goederen verkocht worden
met „British made" erop, begrijp ik niet, en
ik hoop, dat de betrokken heeren organisatoren
maatregelen zullen nemen dat voor deze goede
ren in den Oranjeirein geen réclamé gemaakt
wordt.
Met beleefden dartk vóór dè verleende plaats
ruimte verblijf ik.
Hoogachtend,
NED. FABRIKAAT.
Door de Utrechtsche brandweer
gébluscht.
Gisterenavond om ongeveer kwart óver zes
ls brand Uitgebroken in dé stoomboot „Sonja"
van de reédefij van der Schuyt uit Rotterdam,
welke boot van Utrecht uit dagelijks pleiziér-
tochten maakt langs de Vêcht en die zóo juist,
van eeH dergelijke vaart weèr gemeerd was aan
dé Rijnkade bij de Catharynebrtig te Utrecht.
Personeel van het Jaarbeurs-restaurant ont
dekte het eerst, dat êr rookwolken uit de
kajuit van de boot kwamen.
Terwijl de kêllnêrs in allerijl êèn slang af
rolden, dié in een der zaaltjes van het restau
rant hangt, om bij eventueelen brand irl het
gebouw dienst te kunnen doen, sloegen op de
boot de vlammen reeds naar buiten.
Alhoewel men dadelijk daarop water kon
geven, was het zwakke straaltje, dat te voor
schijn kwam, niet in staat het snel uitbreidende
Vuur tegen te gaan.
Inmiddels was ook de brandweer gewaar
schuwd en spoedig kon men met vier „echte"
stralen op de waterleiding een meer intensie-
ven strijd beginnen. Het duurde evénwel nog
ruim een uur, voordat de hard werkende
brandweer de vlammen meester was.
Naar men vermoedt is het vuur ontstaan in
de kajuit door een brandend oliestel. Daar
deze plek door de brandweerlieden niet was te
naderen en de trek in het schip het vuur he
vig aanwakkerde, waarbij zich veel rook ont
wikkelde, viel het moeilijk hêt vuur in het
hart te grijpen. Ten slotte werden eenige gaten
in het dek gehakt en deze aanval was het einde
van den brand. De schade is vrij groot en
wordt door verzekering gedekt.
Het kantoortje van de V. V. V., waarnaast
het schip ligt, werd door het vuur nog al ge
blakerd. De burgemeester van Utrecht was bij
het blusschingswerk aanwezig.
AKKER
Reel. 4085—5 38
De commissie voor strafverordening
tegen een verbod.
Voor eenigen tijd diende de geestelijkheid der
stad Maastricht aan den raad dier gemeente een
request in tot het uitvaardigen van eén verbod
tot maskeren in het openbaar gedurende het
Carnaval. Vele Katholieke vereenigingen onder
steunden dit verzoek, zoomede de Protestantsche
en Joodsche gemeente.
De raad verwees het request naar de commis
sie voor de strafverordening. Bij de voorafgaan
de besprekingen in den raad werd van S. D. A.
P.-zijde er eveneens op gewezen, dat gedurende
het Maastrichtsche Carnaval inderdaad laakbare
uitspattingen plaats hebben. Een verbod, als
gevraagd, zou in het algemeen wel een preven
tieve uitwerking hebben.
Bij de behandeling van genoemd request in de
commissie van strafverordening hebben de drie
aanwezige leden, de heeren mr. Ch. Vrijens
(Kath.), Loontjens (Kath.) en Veenhof (S. D.
A. P.) zich eenparig verklaard tot het behouden
van den toestand zooals hij is. Een maskeer-
verbod, hoe goed ook bedoeld, zou aan het
Carnaval elke typische sfeer onthouden. Het
vierde lid der commissie, mr. Paul Janssen
(Kath.), was tijdens de bijeenkomst der com
missie in het buitenland.
HUWELIJKSREIS POOR DE LUCHT.
Met het wekelijksche Amsterdam-Batavia-
dienstvliegtuig de „Ijsvogel" gezagvoerder
Geijsendorffer, vertrokken van Schiphol o.m
de heer en mevrouw Schott-Goddard, met be
stemming Batavia.
Aan deze reis zit voor hen een zeer idyllische
zijde, omdat dit hun huwelijksreis is, Zaterdag
j.l. namelijk zijn ze in den echt verbonden. Hun
komt de eer toe, dat zij de eersten zijn, die de
luchtlijn Amsterdam-Batavia voor de huwelijks
reis benutten.
Herdenking in Duitschland
Op 10 November e.k. zullen er 450 jaar vér
streken zijn sedert dien dag, waarop Maartèn
Lüther het iicht dezer wereld voor het eerst
aanschouwde. Deze gebeurtenis zal in allé
DuitsChe plaatsen, waar hij werkte en leéfdè
natuurlijk herdacht worden, het meest, zoo
als van zelf spreekt in Eisleben, zijn geboorte
stad. Maar ook Erfurt, waar hij zoo lang ver
toefde, maakt zich op om hem tè viérén.
in Erfurt bezocht Luther de universiteit. Hiér
aanvaardde hij het geestelijk kleed. Hier wérd
hij tot priester gewijd. Hier hield hij eénige
van zijn meest beduidende preeken. In Erfurf
wórdt in dén loop van den zomer dan ook éen
Lüther-tentoonstelling geopend, welke niet al
leen een beeld van den reformator zal gevén,
maar ook een van het gansche tijdperk, waarin
hij leefde. Vooral de Erfurter hoogéschool,
waarvan Luther eens zei, dat, met haar verge
leken, alle andere soortgelijke instellingen
slechts dorps-a-b-C-scholen waren, zal hier een
groote plaats innemen alsmede de humanisti
sche professoren, welke er eens den roem van
over heel Europa verbreidden. Een andere af-
deeling zal Luther als monnik behandelen, be
nevens zijn reformatiewerk. Weer een andere
zal aan de schoone kunsten uit het refor
matiewerk gewijd zijn, nog een andere aan de
boekdrukkunst uit het omstreden tijdperk, enz.
Zoolang deze tentoonstelling duurt, zal een
fanfare zich eiken dag om zeven uur op het
torenplatform van de Kaufmannskirche latèn
hoeren, in welke Luther op 22 October 1522
een preek hield. Eenige andere godsdienstige
plechtigheden zullen voor de noodige afwisse
ling zorgen. In Erfurt is overigens nog de cel
van het Augustijnenklooster te zien, wélke
Luther van 1505 tot 1507 bewoonde, alsmede de
Universiteit, waar hij van 1501 tot 1505 als stu
dent en van 1508 tot 1511 als docent optrad.
Van uit Erfurt zullen dagelijks expedities
van toeristischên inslag naar de omgéving On
dernomen worden, waarbij hét bezoeken van
Luthèrplaatsën voorzit. Erfurt zélf is óvef de
Kaufmannskerk, over die dér barrevoeters en
met de St. Michaëlskerk door velerlei banden
tnet Luthef verbonden. Er worden nog her-
bêfgêh gêwêzéfi, Waar hij bij zljh véle bezdêkën
aan de stad overnachtte; zijn studentenwoning
en in aen Dom hèt hoogaltaar, waar hij pries
ter werd gewijd. In het raadhuis wordt hét
document bewaard, waarbij dè jonge Ma&rtèn
toegang tot de hoogéschool kreeg en zoo be
staat ook het huis „Zum Schwarzen Horn" nóg,
waar in 1524 Zijn eerste gezangboek gedrukt
werd alsmede ook het bekende humanlsten-
höêkje in de Allèrheiligenstraat.
Van Erfurt worden de excursies Uitgestrekt
naar Eisenach en dén Wai'tburg, naar Schmal
kalden en naar Sotternhem, waar Luther,
tijdens een zwaar onweer, de belofte om mon-
hik té worden, gedaan zou hebben. Naar hét
Erfurter feestcomité té Eisleben bekend ge
maakt heeft, rekent hêt er stellig op. dat Hitier
de Lutherfeesten daar ter Stede met zijn aan
wezigheid zal opluisteren.
De 450ste verjaardag van Luther vestigt dê
aandacht op de „Lutheriden-Vereinigung",
waarin de nakomelingen van den Hervormer
vereenigd zijn. Deze Vereeniging werd in het
jaar 1925, ter gelegenheid van den 400sten ver
jaardag van het huwelijk van Luther, opgericht.
Op 13 en 14 Juni van dit jaar werd te Erfurt
de eerste „Luther-Familiedag" gehouden. Öp
den tweeden Familiedag, welke in 1920 te Eise
nach plaats vond, werden de statuten der Ver
eeniging aanvaard. De Vereeniging wil de on
derlinge betrekkingen tusschen de „Lutheriden"
bevorderen. Zij wil den geest van Luther in
eere houden, het onderzoek van zijn nakome
lingschap voortzetten en een stamboom van
den Hervormer publiceeren. Zij beschouwt het
Voorts als haar plicht noodlijdende leden in hun
Opvoeding te ondersteunen, voor zoover dó
Luther-Stichting te Leipzig daartoe niet in
staat is.
Nog niet zoo heel lang geleden, was men ook
in kringen van geleerden de meening toege
daan, dat heden geen nakomelingan van Luther
meer in leven zijn. Aan den onvermoeiden
arbeid van Ds. Sartorius uit Dunkelshausén,
een afstammeling van den Hervormer, zijn zoo
wel de oprichting der Lutheriden-Vereinigung,
alsook alle ontdekkingen op het gebied van de
nakomelingschap van Luther te danken. Sarto
rius is er in geslaagd de gansche lijst der na
bestaanden van Luther, zónder onderbrekingen
vast te stjellen. De resultaten van zijn onder
zoek 2ijn gepubliceerd. Het door hem uitge
geven „Familienblatt der Lutheriden-Vereini
gung", hetwelk af en toe verschijnt, is de band
tusschen de nakomelingen van Luther.
Het aantal heden nog levende nakomelingen
van Luther bedraagt 876. Hiervan stammen 800
van dr. Paul Luther, den zoon van den Her
vormer, en 76 van Margarete, de dochter van
Martin Luther, die met een heer von Kunheim
getrouwd was. De „Lutheriden" leven heden
verspreid over 153 gemeenten en wel voorna
melijk in hun oude vaderland Thueringen en
Saksen, voorts echter ook in 't overige Duitsch
land en ten slotte in het buitenland. Hier staat
Nederland met 80 Lutheriden aan het hoofd van
de lijst.
Ter gelegenheid van het „Lutherjahr 1933'
hebben zij opnieuw een Familiedag en wel op
17 en 18 Juni in de Lutherstad Eisleben ge
houden.
BRANDEN.
Gisternacht is te Gemert het café van den
heer Lieshout totaal afgebrand. Van den in
boedel kon ongeveer niets gered worden. Oor
zaak onbekend. Verzekering dekt de schade.
Een nieuwe methode.
Het Juni-nummer van „Gezin en School" pu
bliceert de Compensatie-correctie-methode van
Maria J. Krabbe, welke bedoelt ongeweten
lijden op te heffen van kinderen die onverklaar
bare moeite hebben met het leerei. van talen.
Zij constateerde, dat bepaalde moeilijkheden,
die sommige intelligente kinderen hebben bij
het leeren van talen, verwijderde consequenties
zijn van niet-herkend onvermogen, het schrift
woord in zich op te nemen (woordblindheid).
Voor dit onvermogen, dat tot dusver niet te
verhelpen was, vormde zij de Compensatie-cor
rectie-methode, die deze kinderen, hierin onder
richt, in staat stelt als volwaardigen het gewone
taalonderwijs op H. B. S. of Lyceum te volgen
zonder hulp bij huiswerk.