POLITIEORGANISATIE.
WAPENSCHOUW DER KATHOLIEKE
JONGE MIDDENSTANDERS.
DINSDAG 11 JULI 1933
BONDSDAG DER K. J. M. V. IN HET
BISDOM HAARLEM.
NEDERLANDSCHE HANDELS-
HOOGÉSCHOOL.
SANEERING BLOEMBOLLEN-
BEDRIJF.
HET ZWEEDSCHE HOUTVLOT
AANGEKOMEN.
JUBILEUM PROF. NOYONS.
VERBETERING VAN DEN
RECHERCHE-DIENST GEWENSCHT.
En zonder kostenvermindering mogelijk.
Op het laatste congres der Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten (Juni t.t.)
is het politie-vraagstuk aan de orde ge-
weest. De meening was algemeen, dat er m
de grootere steden van een politie-vraag-
stuk feitelijk geen sprake is. De discussie
liep dan ook eigenlijk alleen over de politie
op het platteland en in de kleme steden.
Het lijkt mij toe, dat de debatten geens-
zins hebben aangetoond, dat er op het plat
teland thans van een brandend politie-
vraagstuk kan worden gesproken, in dien
zin, dat de regeering bij de vele kwesties,
die' zij heeft op te lossen, ook nog de rege
ling van de politie zelf moet aanvatten; ik
kan tenminste de noodzakelijkheid daarvan
niet zien.
O zeker, een politie-vraagstuk is er altijd
geweest, maar de reden waarom dit den
laatsten tijd meer op den voorgrond is ge
komen, moet vooral gezocht worden in het
rapport der Staatscommissie-Weiter, die de
politie tot een onderwerp van bezuiniging
heeft willen maken. Zooals bekend, advi
seerde deze Staatscommissie om de rijks-
veldwacht en de gemeente-politie (behalve
in een 70-tal gemeenten) te vervangen door
een z.g. gewestelijke politie.
Er zijn tegen dat denkbeeld reeds veel
bezwaren geopperd, o.a. in een vlot geschre
ven brochure van den heer Beaumont, bur
gemeester van Gendringen. Ik geloof dat
dit gedeelte van het rapport der commissie-
Weiter niet erg doordacht is; wanneer de
commissie den tijd had kunnen nemen om
eens te onderzoeken wat er bijv. in vele
kleine steden aan het politiewezen zooal
vast zit, dan zou zij zeker tot de conclusie
zijn gekomen, dat haar schatting van het
aantal gemeenten waar een eigen politie
korps onmisbaar is, met 70 veel te laag is
geschat. Ik acht het dan ook niet aan twijfel
onderhevig, dat de voorgestelde reorganisa
tie in plaats van op een bezuiniging, op een
kostenvermeerdering zou uitloopen. Het is
daarom te hopen, dat deze voorstellen veilig
in de archieven worden weggestopt, en dat
meteen eventueele voornemens om de ge-
heele politie onder het departement van
Justitie te brengen (waarover den laatsten
tijd nogal veel geruchten gaan), worden op
geborgen. De gemeenten voelen zich, ook
voor wat haar politie-taak betreft, veiliger
onder de schutse van Binnenlandsche Za
ken.
Valt er dan aan de organisatie van de
plattelandspolitie niets te verbeteren? On-
getwijfeld. Maar er is de laatste jaren al
heel wat vooruitgang te boeken. Veel zorg
is er besteed aan de theoretische en practi-
sche opleiding, en het oude, soms lachwek
kende type van een dorpsveldwachter of
koddebeier, wordt bijna nergens meer aan
getroffen. De tegenwoordige gemeente-veld
wachter en de stadsagent dwingen door hun
correct optreden respect af en zijn voor hun
taak van handhaver van wet en openbare
orde zeer goed berekend.
Men kan echter van den recherche-dienst
nog niet zeggen dat hij perfect is; daaraan
ontbreekt nog wel het een en ander, en dat
laat zich in tijden, waarin de misdadigheid
zich uitbreidt, te meer gevoelen. De recher
che is een tak van den politiedienst, die
Rieer dan gewone wetenschappelijke vor
ming vereischt; het spreekt vanzelf dat van
den doorsnee-veldwachter niet is te ver
wachten, dat hij daarvoor de noodige op
leiding in voldoende mate heeft genoten.
En toch is dit een zeer voornaam punt. Bij
herhaling is er dan ook van verschillende
zijden op aangedrongen dat van hooger-
hand centrale recherche-diensten zouden
worden ingesteld, die, beschikkende over
centrale laboratoria, in een uitgebreid ge
bied zouden moeten optreden bij de be
strijding van de misdadigheid. Wat verlangd
werd, zou evenwel veel kosten meebrengen,
en het is duidelijk ,dat van vervulling de
zer wenschen dan ook in dezen tijd geen
sprake is.
Maar er is een andere weg, om het zoo
gewenschte doel te bereiken. Het vorig jaar
heb ik bij de behandeling van de rijksbe-
grooting voor 1933 in de Tweede Kamer
het denkbeeld ontwikkeld om langs den
weg der samenwerking tusschen kleine ste
delijke en plattelandsgemeenten tot een
goede organisatie der recherche te komen;
ik ben van meening, dat het op den weg
der regeering ligt, aandrang op de gemeen
tebesturen uit te oefenen om tot zoodanige
samenwerking te komen.
Waarom zouden een paar, m het recher
che-vak opgeleide politie-ambtenaren met
hun diensten kunnen verleenen in een ta
melijk uitgebreid gebied? Indien deze amb
tenaren, beschikkend over een telefonische
verbinding met alle samenwerkende ge
in eenten, en over een motorfiets, hun dien
sten zouden verleenen ten behoeve van een
bepaald rayon, dan zou daarmee m.i. in de
behoefte aan de noodige onderzoekingsamb
tenaren zijn voorzien, terwijl het kostenbe-
zwaar al uiterst miniem zou zijn. Het zou
meer een kwestie zijn van juiste keuze en
van opleiding, dan van uitbreiding van per
soneel.
Om de uitvoerbaarheid van dit denkbeeld
grooter te maken, zou de regeering kunnen
overgaan tot uitbreiding van het aantal
commissarissen van politie. Maar dat zal
geld kosten!, zoo denkt men onwillekeurig.
Ik zie dat echter niet in. Waarom zou bijv.
de aanstelling van een inspecteur of hoofd
inspecteur, die in zijn gemeente als chef van
dienst optreedt, tot commissaris van politie,
steeds salarisverhooging moeten meebren
gen?
Aanstelling van een commissaris in een
gemeente waar thans de politie-leiding be
rust bij een inspecteur onder opper-leiding
van den burgemeester, heeft verschillende
voordeelen. In de eerste plaats kan de titu
laris als hulp-officier van justitie zelfstan
dig optreden; hij beschikt over de noodige
bevoegdheden daartoe, kan rechtstreeks al
lerlei kwesties met de justitie afwerken,
enz. Een deel van de verantwoordelijkheid
die thans bij den burgemeester rust, gaat
over op den commissaris, hetgeen deze niet
anders dan aangenaam kan vinden; grooter
verantwoordelijkheid prikkelt tot activiteit
en tot studie. Voor de leiding van de
recherche in een gebied van eenige gemeen-
1 ten zou hij de aangewezen functionaris zijn.
De benoeming door de Kroon opent de
mogelijkheid van een gemakkelijker over
plaatsing naar een andere gemeente uit een
oogpunt van dienstbelang.
Wie het groote belang voelt van een stevig
en geregeld contact tusschen de verschillen
de organen van politie met het oog op
eventueele binnenlandsche woelingen, zal
moeten erkennen dat aan die eischen heel
wat beter is tegemoet te komen, indien de
hier ontwikkelde denkbeelden werkelijkheid
zouden zijn.
Nu is het evident dat er een aantal min
of meer belangrijke gemeenten overblijven
waar de aanstelling van een commissaris
van politie minder voor de hand liggend
zou zijn. Daar zou echter de aanwijzing van
den inspecteur tot hulp-officier van justitie
baat kunnen geven; uiteraard zou zoo'n aan
wijzing slechts op verzoek van den burge
meester moeten geschieden. Hoezeer hier
door de taak van den burgemeester verlicht
zou worden, zal aan insiders zonder nadere
verklaring wel duidelijk zijn. In de huidige
omstandigheden heeft menig burgemeester
zijn handen al vol door de economische en
financieele zorgen zijner gemeente en met
de behartiging der sociale en cultureele be
langen der ingezetenen; ook dat behoeft
geen nader betoog. Niettemin dwingt zijn
verantwoordelijkheid den burgemeester, zich
ook van de politie-taak volledig op de
hoogte te stellen en te houden; daarvoor is
specialiseering noodig, want niemand zal
wel durven tegenspreken dat de politietaak
een vak op zich zelf is- Onnoodig te zeggen,
dat in menige gemeente aan die speciali
seering veel ontbreken moet, wil de burge
meester zich van zijn andere uitgebreide
werkzaamheden naar behooren kwijten. Of
het een, of het ander moet er onder lijden.
En nu kan de burgemeester wel in naam,
voor het oog van het publiek, de verant
woordelijke leider zijn, in de practische be
oefening is hij te zeer aangewezen op den
chef van dienst. Waarom dan aan dezen
niet de bevoegdheden gegeven, die aan het
politie-ambt vastzitten
Practische ervaring van eenige jaren heeft
mij geleerd, hoezeer het èn voor de overige
werkzaamheden èn voor de politie in een
gemeente van belang is, dat degene die de
dagelijksche leiding van de politie heeft,
tevens fungeert als hulpofficier van justitie
en de noodige zelfstandigheid heeft. Aan
den invloed van den burgemeester op de
politie-zaken doet dit niets tekort.
Ik resumeer: er valt zeker aan de politie
nog wel wat te verbeteren. Brandend is
het vraagstuk niet. Wie het wil oplossen in
den geest van het rapport-Weiter, en daar
van bezuiniging verwacht, zal bedrogen uit
komen. Verbetering zonder kostenvermeer
dering op het eenige zwakke punt, de
recherche, kan echter zeer wel bereikt wor
den door samenwerking, en daarom is aan
sporing van de gemeentebesturen in die
richting, door de regeering, om verschillen
de redenen gewenscht. De mogelijkheid van
goed functioneerende centrale recherche
diensten kan vooral bevorderd worden door
aanstelling van meer commissarissen van
politie en ook door de aanwijzing van
politie-inspecteurs tot hulp-officier van
justitie. Voor het zoo dringend noodige con
tact met de hoogere autoriteiten, met het
oog op binnenlandsche woelingen, zou een
en ander vooral ook van groot nut zijn.
KEESTRA.
Het schenken van het traditionecle hier
op het iaarf eest 'der, Halloren te Halle,
Naschrift: De opmerkzame lezer zal
zich misschien herinneren, dat deze be
schouwingen eenigszins afwijken van het
geen wij zelf vroeger als wenschelijk naar
voren brachten. Dit behoefde er ons in-
tusschen niet van te weerhouden, om ook
den heer Keestra gelegenheid te geven van
zijn inzicht te doen blijken. Wellicht bestaat
er voor ons aanleiding om later zelf nog
eens op dit onderwerp terug te komen.
DOMENICO SAVIO.
Reuter seint ons uit Rome:
Ter gelegenheid van de voorlezing van het
decreet betreffende de heldhaftigheid der
deugden van den jongen Salesianer, D. Savio,
die in 1857 op 15-jarigen leeftijd is gestorven,
na een bewonderenswaardige deugdenbeoefe-
ning, hield Z.H. de Paus een rede, waarin hij
de glorie van Savio van hoog belang noemde,
juist op dit oogenblik, waarop de jeugd in
alle landen aan verderfelijke propaganda is
blootgesteld, ook van hen, die misbruik ma
ken van den vooruitgang der wetenschap.
KLOOSTERJUBILé.
1 Augustus a.s. hoopt de EerW. Broeder Va-
lentinus te Oudenbosch den dag te herden-
den, waarop hij 40 jaar geleden zijn intrede
deed in het Instituut „St. Louis" aldaar.
8STE NATIONALE ST. BONIFATIUS-
BEDEVAAR NAAR DOKKUM.
Aan de 8ste Nationale St. Bonifatius-bede-
vaart naar Dokkum op Zondag en Maandag 6
en 7 Augustus a.s., zal behalve Z. H. Exc. de
Aartsbisschop van Utrecht Mgr. J. h. g. Jan
sen, ook deelnemen de Apostolische prefect van
Malang, Mgr. P. C. v. d. Pas, O. Carm. die tijde
lijk in Nederland vertoeft.
Tevens zullen de in Friesland geboren pries
ters, seculieren en regulieren wier bedevaart in
1924 de inzet is geweest van de herleving der
St. Bonifatiusdevotie, in groep deze bedevaart
meemaken.
PASTOOR J. ZWART.
De Hoogeerw. heer pastoor J. Zwart van
Zaandam is Zondag in het St. Jan's ziekenhuis
aldaar opgenomen ter observatie en om eeni-
gen tijd absolute rust te kunnen nemen. Over
vermoeidheid van den bejaarden herder is aan
leiding van dit advies van den dokter.
PROMOTIES VAN NED. MINDER
BROEDERS TE LEUVEN.
Den lOden Juli promoveerde aan de Katho
lieke Universiteit te Leuven tot Doctor in de
Godgeleerdheid: Pater Apollinaris van Leeu
wen, geb. te Hoofddorp. Zijn dissertatie droeg
don titel: „De Geloofsnormen bij Occam".
Tot Bacalaureus in de Godgeleerdheid pro
moveerde Pater Hilarinu* van Rooy, geb. te
Megen
Bondsdag van de KJ. M. V. te s-GravenhageEen groep deelnemers passeert de
Pletterijkade.
Een dag vol jeugdig enthousiasme.
In de groote zaal van den Dierentuin te
's Gravenhage heeft Zondag de Katholieke
Jonge Middenstands-Vereeniging in het bis
dom Haarlem haar derden bondsdag gehouden.
Om half elf begon de intocht met de vele
mooie vaandels, terwijl een symphonieconcert
onder leiding van den heer van Leeuwen voor
goede muziek zorgde.
De voorzitter der Haagsche afdeeling de heer
Ben Terheyden sprak om elf uur een kort
hartelijk woord van welkom.
Openingswoord bondsvoor
zitter.
Met den K. J. M. V.-groet opende daarop de
bondsvoorzitter de heer A. Lohman den der
den bondsdag en verwelkomde de aanwezigen,
vooral de leden der Nationale Contactcommis
sie, de moderatoren en andere trouwe vrien
den.
In Noordwijkerhout werd op den bestuur
dersdag de taak der K. J. M. V. besproken. Ook
den leden moet de taak der K. J. M. V. klaar
voor oogen staan. De moderator is onze weg
wijze^ dien wij volgen. Actie moet ons voeren
tot ons doel. Wij moeten iets kunnen laten
zien, dat toont, dat wij voor onze vereeniging
wat offeren willen. In dit verband huldigde
spr. de Haagsche afdeeling, een der mooiste
van het bisdom.
Onze tijd vraagt godsdienstige actie. Wij zijn
lid van een katholieke vereeniging om onzen
godsdienst te ontwikkelen. Wij zijn een sociale
vereeniging tevens. Over enkele jaren moeten
wij jonge middenstanders werken in den mid
denstand. Dan moeten wij klaar zijn, gevormd
door de K. J. M. V.
Aan rector Timp bracht de bondsvoorzitter
onder luid applaus hulde voor zijn slaven en
zwoegen als de alles stimuleerende bonds-
moderator, wien spr. vroeg thans het bonds-
vaandel te wijden.
V aandelwijding.
Alvorens dit te doen memoreerde rector
Timp de gewaardeerde actie van „Katholiek
Leven" uit Rotterdam, welke vereeniging de
inzameling voor een bondsvaandel bij de af-
deelingen hield. Hij wees op de eenvoudige
symboliek van het vaandel, een leeuw, die een
kruis draagt en werkte in een kort geestdriiftig
woord uit dat de K. J. M. V.'ers leeuwen moe
ten zijn, overal 't Kruis ronddragend en hun
daden onder 't kruis stellend.
Na de plechtige wijding zong men vol vuur
het bondslied.
Rede kapelaan v. Alphen.
Vervolgens was het woord aan den modera
tor van de Haagsche afdeeling. Kapelaan W.
C. C. M. van Alphen, die een rede hield getiteld
„Vaar naar het diepe". De geest van het Evan
gelie en de geest van de wereld voeren een
hevigen strijd. De wereld is vastgeloopen, om
dat de mensch God uit de maatschappij heeft
gestooten. Alleen het Christendom kan redding
brengen. Het lot der wereld is in onze handen:
de K. J. M. V. is gemotiveerd. Naar verdieping
zij ons streven gericht; wij zijn de voorloopers
van een nieuw tijdperk. De tijd is even prach
tig als moeilijk. Wij moeten in onze organi
satie een apostolaat zien. De K. J. M. V. moet
de kinderjaren van het organisatieleven over
slaan en meteen aanpakken. De pioniers ver
dienen een eeresaluut. De resultaten van de
eerste drie jaar zijn overbluffend.
Nu komt de vaart naar het diepe. Willen wij
niet wanhopen aan de toekomst, dan moeten
wij 'n jeugd hebben, die walgt van al wat mid
delmatig is, een jeugd vol van de almachtige
geestdrift, die niet terugdeinst voor een offer,
die werelden kan omscheppen. De offergedacht
onverbrekelijk verbonden aan den geest van
apostolaat moet onafscheidelijk onze daden
leiden. Geen hoerastemming moeten wij heb
ben, deze is verkeerd.
Wat de wereld ontbreekt, zijn menschen,
levende en werkende menschen, waarin ab
stracte beginselen tot concrete voorbeelden zijn
geworden. Zulke menschen willen en kunnen
de organisaties vormen. Zulke menschen
vormt de K. J. M. V.
Vaar naar het diepe: liet diep godsdienstige.
Er wordt veel gesproken van den sterken man.
Een sterke man kunnen wij allen zijn. De mid
delen om sterke mannen te vormen heeft de
K. J. M. V. voor het grijpen: de veelvuldige H.
Communie en het retraitewerk, de graadme
ters. Boven het preeken, boven het schrijven
gaat het doen. Sterke mannen worden gevormd
aan de communiebank, karakters worden daar
gekweeka. Leekenapostelen, menschenvisschers
moeten wij zijn door een diepe beleving van
onze Katholieke beginselen.
De élan van de Christelijke naastenliefde
moet onze organisatie drijven.
Vaar naar het diepe: sociale verdieping, in
stelling op de encycliek „Quadragesimo Anno",
een offensief op alle sociale quaesties, is een
noodzakelijkheid, een opgelegde plicht tot
daden. Op dit offensief moet juist de K. J.
M. V. zich instellen.
Hoe funest de liberale beginselen werken en
nawerken blijkt uit de tegenwerking van de
sociale wetten. Het is onmogelijk godsdienst
en economie te scheiden.
Godsdienstige en sociale verdieping behoo
ren parallel te loopen, zij kunnen niet bezien
worden buiten de cathechismus. De mentali
teit moet veranderen. Vele jonge middenstan
ders moeten omgebakken worden. Het is hoog
tijd dat wij Katholiek gaan doen.
De gemeenschapsgedachte zien wij het best
verwezenlijkt door beroepsstanden en bedrijfs
organisatie. Als de K. J. M. V. zorgt voor het
contact, dan zal God den stroom wel leveren. De
stoffelijke behoeftebevrediging moet onderge
schikt zijn aan de geestelijke behoef teverde-
diging.
Omdat wij katholiek zijn, en K. J. M. V.,
moeten wij ons sterk verzetten tegen fascisme
en nationalisme, die alles willen gleichschal-
ten. Onze taak als Katholiek is een vertrou-
wenspost. Daarom betuigt de K. J, M, V.
adhaesie aan mgr. Poels, die verleden Zondag
een onverbiddelijken strijd tegen het nationaal
socialisme en wilde spr. er aan toevoegen fas
cisme, aankondigde.
Vaar naar het diepe: het diepe van de
geestdrift. Alles is voor den aanval gereed.
K. J. M. V., hou zee. (applaus).
Voor deze gloedvolle programrede zegde de
bondsvoorzitter hartelijk dank.
Aan Z. H. Exc. den Bisschop van Haarlem
werd een telegram van hulde en aanhankelijk
heid gezonden. Vervolgens sprak de bondsvoor
zitter een opwekkend woord voor de retraite
en de Rome-reis, waarna hij wees op den oriën
tatiecursus voor jongelieden, die lid van de
K. J. M. V. willen worden.
Na de lunch was het woord aan ir. L. J. M.
Feber.
Rede ir. Feber.
Wanneer men ouder wordt, wordt men ge
steld voor de opgave om zich te leeren oriën-
teeren in een nieuwen tijd, ten opzichte van
nieuwe problemen, om te leeren begrijpen de
psyche, de gesteldheid van het jonge geslacht.
Waar het gevaar dreigt onvruchtbaar te wor
den, daar is het een voorrecht in contact te
komen en te blijven met het opkomend ge
slacht. Met een brandende liefde kunnen wij
onze taak niet verrichten; een helder verstand
en een bezielend geloof zijn noodig om te
slagen. Wij zijn hier om ons te bezinnen over
den tijd, waarin wij leven, man voor man, wat
hij met zijn talenten voor de vervulling der
Katholieken taak verrichten kan.
Wat kunnen wij als middenstanders doen om
te trachten te komen uit dezen tijd van nood.
De geschiedenis zal deze periode kenmerken
als die van den ondergang van het kapitalis
me, vastgeloopen in den strik van zijn eigen
slechtheid. De tegenspraak in het kapitialis-
me is, dat eenerzijds een producent zooveel
mogelijk aan zich zelf, zoo min mogelijk aan
den arbeider die de massa vormt geeft
en daartegenin van de massie (van die arbei
ders dus) de grootst mogelijke koppkracht
vraagt. Crisissen zal men houden zoolang
werkgever en arbeider zich afhouden van God
en zijn geboden, afzijdig blijven voor de waar
schuwende woorden, vervat in de Pauselijke
encyclieken.
Quadragesimo Anno" is een vademecum
voor den zakenman. De middenstand, het tus-
schenapparaat tusschen werkgever en arbei
der moet de schokken opvangen van het vi-
geerende systeem. Aan dezen middenstand
worden de hoogste zakelijke en zedelijke
eischen gesteld. De opgave is tweevoudig:
vooreerst den leden een uitmuntende vakoplei
ding verstrekken en vervolgens den leden bij
brengen dat zij een katholieke practijk en een
katholiek geloof moeten beleven, de primaire
beteekenis van de zedelijke waarden bijbren
gen, dat ook in het zakenleven de leer der
rechtvaardige verdeeling moet worden gevolgd.
Er wordt wel eens gesmaald op den midden
stand, maar de K. J. M. V. zal toonen, dat de
middenstand de mooiste stand is, fier op de
beleving van haar katholieke beginselen
(applaus).
Na een korte pauze zegde een 50-tal leden
van de Haagsche afdeeling in spreekkoor, on
der leiding van den heer Ben Terheyden, met
orkestbegeleiding het K. J. M. V.-program op
tekst van Jan Meeuwsen. Een ovationeel ap
plaus viel den vertolkers ten deel.
Meerdere sprekers
Dan sprak de bondsmoderator, rector Timp
nog een woord. De jonge middenstand wil zijn
een der beste compagnieën uit het leger van
den grooten Koning. Christusdragers willen
we zijn, heel ons leven lang.Laat de derde
bondsdag geen comedie zijn. Er moet bezie
ling uitgaan van U allen. Er zijn nog honder
den jonge middenstanders, die er niet aan
denken met ons mee te leven. Held moeten
wij zijn, anders redden wij niet de ontredderde
wereld. Toont door uw voorbeeld apostelen te
willen zijn.
Helden als het moet", zegt het spreekkoor.
Het moet, dus: Helden!
Geestdriftig heeft men daarop het bondslied
aan.
De bondsvoorzitter dankte in zijn slotwoord
allen, die aan dezen bondsdag hadden mee
gewerkt. Met recht mocht de heer Lohman
gewagen van een prachtdag. In de welgevulde
zaal had de firma P. B. van Moorsel tusschen
de vaandels en stadswapens der afdeelingen
tapijten gehangen. Het R. K. Philharmonisch
orkest leverde tusschen de agendapunten on
der leiding van den heer W. J. A. van Leeuwen
voortreffelijke muzikale opluistering. Een ver
heugende belangstelling leverden de genoodig-
den: wethouder Quant van den Haag, mr. Van
Hellenberg Hubar, directeur van het Nationaal
en mr. Bach, directeur van het diocesaan Han-
zebureau, voorzitter Dresmé van de Haagsche
Hanze, voorzitter Sleyffers van de R. K. Ban
ketbakkers, de heer Van Rest, hoofdbestuurs
lid der Haarlemsche Hanze, de heer Dhondt,
voorzitter der Haagsche R. K. Onderwijzers,
de heer van Heyst namens de R. K. Jonge
Werkgevers, de heer Verkley namens de L. T.
B., de Graal, directeur van den Berg, modera
tor der Aartsdiocesane K. J. M. V., pater Dolle
O.F.M. namens de St. Jozefsgezellen, en de R.
K. Sportvereeniging Graaf Willem II".
Sluitingslof.
In optocht met de ontplooide vaandels trok
men na de sluiting naar de kerk aan den
Boschkant, waar rector Timp met assistentie
van de Rotterdamsche moderatoren pater Lau-
rianus O. M. Cap en pater van Rijn O. P. een
plechtig lof voor de K. J. M. V.'ers hield.
Benoeming buitengewoon hooglceraar.
Benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in
de statistiek aan de Ned. Handelshoogesehool te
Rotterdam dr. J.. Tinbergen, te 's-Gravenhage,
Voorwaarden voor export
vergunningen.
VOOR KLEIN- EN GROOTHANDEL.
De minister van Economische zaken maakt
bekend, dat in het vervolg om bloembollen te
kunnen exorteeren, men moet aangesloten zijn
bij de Nederlandsche Bloembolleneacportcen-
trale, gevestigd te Haarlem, Wilhelminastraat
41. De aanvraagformulieren zijn binnenkort
verkrijgbaar. Intusschen kan men zich schrif
telijk opgeven aan het bureau van de Cen
trale, Wilhelminastraat 41.
Om als aangeslotene erkend te worden, moet
men kunnen aantoonen, dat men in de zes
maanden voorafgaande aan den datum van op
richting der Nederlandsche Bloembollenexpor-
teurscentrale 13 Juni 1933 den verkoop
van Nederlandsche bloembollen als bedrijf
heeft uitgeoefend. Telers-exporteurs moeten
om als aangeslotene te worden erkend, eerst
bij de Nederlandsche Bloembollencentrale zijn
aangesloten.
Vergunningen voor den export zullen wor
den verstrekt onder de volgende voorwaarden:
Wat den kleinhandel betreft
Dat verkocht is voor minstens de volgende
vastgestelde minimum-exportprij zen.
Hyacinten: Toppers bf eerste grootte 18 c.m.
en op 13.voor potcultuur of tweede grootte
16/18 c.m. 8.bedding of derde grootte
14/16 c.m. 5.50, miniatuur 13 c.m. 4.
Tulpen: A enkele en dubbele, in soorten
3.in rommel op kleur 2.B. Darwin
en alle andere late tulpensoorten: in soorten
2.50; in rommel op kleur 1.75.
Narcissen: in soorten, trompetten 4.
kortkroningen 3.in rommel resp. 2.50 en
2.voor verwildering resp. 2.
Wat Europa en Noord-Afrika betreft zijn
de onkosten van aflevering inclusief invoer
rechten ter plaatse van bestelling in deze prij
zen begrepen. Voor alle andere landen gelden
deze prijzen voor franco aflevering ter plaatse
exclusief invoerrechten. Voor kleinhandel-or
ders, welke franco pakhuis in Holland wor
den verkocht, kunnen deze prijzen met 15 pet.
worden verminderd.
Wat den groothandel betreft
Dat verkocht is voor minstens de volgende
vastgestelde minimum-exportprijzen:
Hyacinthen: maat 19 c.m., prijs 9.18
c.m. 7.50; 17 c.m. 6.25; 16 c.m. 5.15 c.m.
4.50; 14 c.m. 3.50; 13 c.m. 2.75.
Tulpen: 1. Vroege enkele en dubbele 12 c.m.
en op 2.10; 11/12 c.m. 1.40; 10/11 c.m. ƒ1.10.
2. Darwin en alle andere late tulpen zift 12
en op 1.60; zift 11 1.10; zift 10 0.75.
Narcissen: 1. soorten welke groote bollen
voortbrengen: dubbelneus I 2.40; II 1.50;
rond 1 1.25; II 0.60; per ton 15 ct. per K.G.
2. soorten welke kleine bollen voortbrengen:
dubbelneus I 1.50; II 0.80; rond I 0.40; II
0.25; per ton 18 ct. per K.G.
Welke prijzen gelden voor verkoop franco
pakhuis in Holland of franco Hollandsche ha
ven.
3e. Aan in het buitenland gevestigde groot-
handelaars-wederverkoopers, naar door het
bestuur met name te noemen, kan op voor
melde minimum-prijzen een korting van 5 pet.
worden toegestaan.
Een exportheffing van 3 pet. naar de waar
de, voorkomende op de volgens voorschriften
opgemaakte faktuur zal worden geïnd ten
behoeve van de saneering van het bloembol-
lenbedrijf.
De aandacht van de aangeslotenen wordt
erop gevestigd dat alleen die bollen in aan
merking komen voor een exportvergunning,
welke gekweekt zijn door aangeslotenen bij
de Ned. Bloembollenkweekerscentrale te Haar
lem en voorzoover niet afkomstig van den
exptfrteur, niet gekocht zijn beneden de daar
voor vastgestelde binnenlandsche minimium-
prijzen.
Voorts, dat elke aangeslotene:
a. individueel aansprakelijk is voor de juist
heid der verschillende opgaven omtrent ver
koop en export van bloembollen;
b. nauwgezet in acht heeft te nemen de Re-
geeringsmaatregelen en de besluiten van het-
bestuur met betrekking tot de saneering van 't
bloembollenbedrijf van alles heeft na te laten,
wat tegen die maatregelen ingaat;
c. cautie moet stellen indien het bestuur
zulks noodig acht, o.m. in verband met de be
langen der aangeslotenen bij in het buiten
land gevestigde bloembollenbedrijven.
Ontheffing van de hier genoemde regelen
'kan volgens nader te stellen regelen door of
vanwege den minister worden gegeven, op
aanvraag bij het bestuur der Bloembollen
exportcentrale.
Het niet behoorlijk nakomen van de boven
genoemde verplichtingen zal worden gestraft
op grond van de statutaire bepalingen van de
Bloembollenexporteurscentrale.
DE CRISIS IN DE RIJNVAART.
De Centrale Rijnvaartcommissie is op 5 Juli
1933 in buitengewone zitting bijeengekomen om
te beraadslagen over maatregelen, die zouden
kunnen genomen worden tot verweer tegen de
crisis in de Rijnvaart.
Bij de commissie is op 21 Juni een voorstel
ingediend door de Duitsche delegatie, die on
der den invloed van de plannen van een groot
aantal reederijen en particuliere schippers, een
verzachting van de crisis zoekt in een alge-
meene vermindering van de vervoerscapaciteit
der Rijnschepen In den loop der zitting heeft
de Nederlandsche delegatie amendementen in
gediend van dezelfde strekking en uitgaand van
dezelfde, gedachten.
De commissie heeft die teksten uitvoerig be
studeerd en heeft tenslotte 'n ontwerp-conven-
tie opgesteld die onverwijld zal worden voor
gelegd aan de regeeringen van de Staten, die
in de commissie zijn vertegenwoordigd.
Men heeft het plan, een nadere bijeenkomst
te houden om kennis te nemen van de antwoor
den der regeeringen.
Tijdèns haar bestudeering is de commissie er
toe overgegaan een resolutie te nemen, waarbij
zij de meest ernstige aandacht van de regeerin
gen vraagt voor de noodzakelijkheid, om te
juister tijd herziening ter zake van spoorweg
tarieven te treffen, ten einde te vermijden, dat
de voorgenomen maatregelen tot vermindering
der vervoerscapacieit een verscherping in
plaats van een verzachting der crisis tenge
volge zouden hébben.
50-JARIG BESTAAN NEDERL.
JOURNALISTEN-KRING.
In de Zaterdag j.l. gehouden bestuursver
gadering van den Nederlandschen Journalis
ten Kring zijn de plannen voor de herdenking
van het 50-jarig bestaan der vereeniging defi
nitief vastgesteld.
De herdenking zal plaats hebben op Zater
dag 14 October a.s. te 's Gravenhage en op
Zaterdag 21 October te Amsterdam.
De herdenking te 's Gravenhage zal bestaan
uit een receptie en een officieelen feestmaal
tijd.
Bij de herdenking te Amsterdam zal de
Kring officieel ontvangen worden door het
Gemeentebestuur der hoofdstad. Des middags
heeft een algemeene vergadering plaats. Des
avonds heeft in het Amstel-Hotel een feeste
lijke bijeenkomst plaats.
DE REIS IS GOED VERLOOPETS.
1200 K.M. over de Noordzee.
Men meldt ons uit Amsterdam
Gistermorgen vroeg is het groote houtvlot,
dat uit Zweden onderweg was, naar Neder
land te IJmuiden aangekomen en na geschut
te zijn naar Zaandam doorgesleept, waar het
omstreeks half elf is gearriveerd.
Met een boot, welke ons door de haven
autoriteiten ter beschikking was gesteld zijn
wij naar Zaandam gevaren, om dit ongewone
transport te bezichtigen. Het was ongewoon
druk op het Noordzeekanaal met motorbootjes
waarmede belangstellenden enbelanghebben
den naar de Zaandamsche haven voeren.
En toen wij voorbij de Hembrug de monding
van de Zaandamsche haven naderden, was
het vlot reeds naar binnen. Voor de haven lag
nog de Zweedsche sleepboot, Prins Berna-
dotte", die het vlot over zee veilig naar Zaan
dam heeft gebracht. De „Bernadotte" had de
tros gegooid en de bemanning hing over de
reeling uit te rusten van de doorstane ver
moeienissen. De booten, die passeerden, brach
ten met hun sirenes een groet voor de Zweed
sche vlag en voor den „prins" met zijn beman
ning, die dit moeilijke en gevaarlijke werk er
zoo kranig heeft afgebracht.
In het voorste gedeelte van de haven lag het
vlot, dat vol belangstelling geïnspecteerd werd
door den inspecteur voor de scheepvaart, den
heer C. A. G. van der Boven en den haven
meester van Zaandam.
Van boven leek het eenigszins op de romp
van een onderzeeër, maar verder had het niets
met een schip gemeen.
Van den scheepsneus, die er volgens de ge
ruchten, welke er voor de komst van het vlot
de ronde deden, zou aanzitten, was niets te
zien. Het was een vlot zooals ieder ander, een
gevaarte van geweldige boomstammen, sparren
en dennen, alleen was het grooter dan een
vlot meestal is en dan was het bijeen gesjord
met een enorm aantal zware kettingen.
Aan die kettingen is het wel voornamelijk te
danken, dat het vlot heelhuids is overgekomen
en niet door de zee is uit elkaargeslagen op
deze reis van acht- a negenhonderd mijl. Voor
de manier, waarop het vlot gespord was, had
den de deskundigen dan ook alle respect.
Het vlot, dat 90 M. lang en 9 M. breed is en
een diepgang heeft van 19 voet, bestaat uit een
groot aantal deelen, die zich voor een groot
deel onder water bevinden. Die deelen zijn af
zonderlijk met kettingen bijeengesjord en alle
te zamen zijn weer aan elkaar gebonden door
groote kettingen, welke op een afstand van 1 a
iy2 meter van elkaar in de breedte om het
geheele vlot heenloopen. Bovendien loopen er
in de lengte kettingen om het vlot, die met
dwarskettingen verbonden zijn. Op deze over-
langsche kettingen is de sleeptros bevestigd,
zoodat het vlot de kracht van het sleepen over
zijn geheelen omvang verdeeld kreeg.
Nadat we het vlot bezichtigd hadden hebben
wij kapitein Nordin van de „Bernadotte" op
gezocht om naar zijn reisavonturen te vragen.
Van avonturen kon de kapitein niets vertel
len, want de geheele reis is zonder incidenten
van eenige beteekenis verloopen. Toch had de
kapitein schoon genoeg van zijn reis gekregen,
want de zorg voor de talrijke risico's, die het
transport telkens bedreigden, te ontloopen,
had hem menigen slapeloozen nacht bezorgd. De
onkosten waren ook niet meegevallen. Dat be
gon al met de assurantie, die wegens de nieuw
heid van dit transport een premie eischte van
10 van de verzekerde waarde. Sleepboothulp
onderweg was buitengewoon duur. Alleen een
sleepboot, die tijdens de voort door het Noord-
Oost-Zeekanaal voor het sturen achter het vlot
moest worden vastgemaakt, kostte ƒ450.
Toch vervulde het welslagen van de reis ka
pitein Nordin met veel trots. Hij heeft er al 40
dienstjaren op zitten als kapitein van een zee
sleepboot. Vooral tusschen Zweden en Lenin
grad voer hij vaak en ook langs de Zweedsche
kust. Maar zoo'n lange reis maakte hij nog
nooit.
Op 31 Mei vertrok het convooi uit Nodmaling
in Finland zoodat de reis dus 1 maand en 10
dagen heeft geduurd. Men heeft slechts weinig
oponthoud gehad. Het weer was gunstig. Al
leen achter Bomholm heeft men drie dagen
voor ander gelegen wegens hooge zeeen. Ver
der heeft het convooi twee dagen noodig ge
had om het Noord-Ooostzee kanaal te pas-
seeren en heeft het twe dagen in Holtenau en
drie dagen in Brunsbuttel gelegen.
Voor den tocht over de Noordzee heeft de
Bernadotte die 400 P.K. sterk is assistentie ge
kregen van de Duitsche sleepboot „Heros", met
800 P.K. aan boord en achter deze 1200 P.K.
schoot het vlot vlug op door de woelige Noord
zee. De „Heros" is bij IJmuiden teruggekeerd.
Drie sleepbooten van Goedkoop hebben het
vloot door het Noordzee-kanaal geholpen.
Het vlot werd op een 270 meter lange tros
gesleept. Deze tros was van staaldraad met een
zware z.g. manilla erop. Het vlot zelf was niet
bemand.
Bij IJmuiden In het gezicht van de haven is
't gistermorgen bijna mis gegaan. De kapitein
had geen loods genomen en 't vlot liep op de
pier vast. Het had gelukkig niets te beteeke-
nen. Een sleepboot van Wijsmuller heeft het
gevaarte weer vlot geduwd. En nu was het
convooi dan veilig in de Zaandamsche haven.
Kapitein Nordin is tevreden en pakt er een
welverdienden zeemansoorlam op.
Ter gelegenheid van het vijf en twintig-jarig
doctorsjubileum van prof. dr. A. K. M. Noyons
had zich een comtié van huldiging gevormd,
waarin zitting hadden prof. A. A. Hij mans van
den Bergh, voorz., dr. J. Jongbloed, secr., prol
Bouckaert uit Leuven; prof. dr. L. Bouman,
Utrecht; minister van Cauwelaert, Antwerpen;
prof. Grijns, Wageningen, prof. Heymans, Gent,
prof. dr. F. H. Quix, prof. dr. W. E. Ringer, de
heer van Spanje en prof. dr. H. J. M. Weve,
allen uit Utrecht; de heer P. J. v. d. Leeuw,
praeses van de medische faculteit van het
Utrechtsch Studenten Corps en de heer A. W.
Goedhart, praeses van de medische faculteit van
Unitas.
Een openbare huldiging was door prof.
Noyons van de hand gewezen. Gisterenmorgen
echter is de jubilaris in het Physiologisch La
boratorium door het voltallige wetenschappe
lijke en technische personeel ontvangen. De
conservator van het laboratorium, dr. Jongbloed,
heeft daarbij woorden van gelukwensch ge
sproken.
In het namiddaguur vond ten huize van den
jubilaris een ontvangst plaats, waarbij het vol
tallige Comité aanwezig was. Prof. Hijmans v.d.
Bergh heeft prof. Noyons in een redevoering
gehuldigd en bood een voor dezen tijd belang
rijke som gelds aan, om dit voor een weten
schappelijk doel aan te wenden.
De receptie werd bezocht door bijna alle
hoogleeren van de medische faculteit, den pre
sident-curator, de medische faculteiten van het
U.S.C. en Unitas, vertegenwoordigers van de
R.K. Studentenver. „Veritas", waarvan prof.
Noyons eere-voorzitter is, en van den senaat van
het U.S.C., tegenwoordige en oud-assistenten,
een deputatie van het technisch personeel van
het laboratorium en vele vrienden en belangstel
lenden uit Nederland en België.
Des avonds had in „De Stichtsche Heuvel" te
Amersfoort een intieme maaltijd plaats, waar
een veertigtal gasten aanzat.
Gemeld wordt dat prof. dr. A. K. M. Noyons
van de Rijksuniversiteit te Utrecht is benoemd
tot socio-onorario door de Societa italiana dt
Biologia Sperimentale.