h HET HUWELIJK. DE OOSTERSCHE VROUW ALS ECHTGENOOTE. f li ti li li f! EEN DRAMA TIJDENS DE RESTAURATIE. HANDWERKRUBRIEK. ZATERDAG 22 JULI 19& MOEILIJKER DAN EEN KANTOOR BAANTJE. I KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. IN ISRAëL. BLOUSE EN ROK. SERVETTEN-VOUWEN. i a. PlG f FkG.U FiG.il FKa.iJ, LEVENSKRISTALLEN. 4 Tallooze moderne jongemeisjes, die met meer of minder vaardigheid zich op kantoor of atelier door het leven slaan, beschouwen het huwelijk zien er op neer. zouden wij haast zeggen als een loopbaan, welke niet voldoende is, om een ,,intellectueele:' vrouw te bevredigen. Dat het huwelijk echter allesbehalve een sinecure is, ondervinden de meesten pas, als zij eenmaal den grooten stap hebben gedaan en tot de ontdekking komen, dat de huishouding heusch zichzelf niet bestuurt. Een typisch voorbeeld hiervan geeft de brief, •welken dezer dagen een jong getrouwd vrouwtje zond aan de redactrice van het vrouwenhoekje eener bekende Engelsche krant. „Voordat ik getrouwd was", aldus schrijft be doelde jonge vrouw, „was ik op een kantoor en had in het geheel geen ondervinding van huis houden. Ik trok er mij tijdens mijn verloving echter niets van aan, daar ik van meening was, dat het besturen van een huishouding een baantje was, dat de eerste de beste kon doen. Ik vond het evenwel lang zoo gemakkelijk niet. In den eersten tijd van mijn huwelijk kocht ik te veel voedsel en er gingen groote hoeveel heden verloren. Thans koop ik, wat we precies iederen dag noodig hebben met het gevolg, dat ik steeds te kort kom. Gisterenavond bracht mijn man onverwacht een vriend mee te dinee- ren. Er was niet genoeg eten in huis en hij werd boos. Vanmorgen lachte hij er niet om, zooals tevoren en hij ging naar zijn werk, mij zoo ontmoedigd achterlatend, dat ik niets beters wist dan u eens om raad te vragen. Hoe kan iemand het in 's hemelsnaam zoo inrichten, dat men allen omstandigheden het hoofd kan bieden? Op het kantoor beschouwde men mij als een goede kracht en ik ben er zeker van, dat ik, als ik er had gebleven, promotie zou hebben gemaakt. Denkt u, dat ik verkeerd heb gedaan met te trouwen?" De redactrice, aan wie dit vrij pessimistische epistel gericht was, meent de laatste vraag ont kennend te kunnen beantwoorden, doch acht het een fout, om te huwen zonder zich voor dezen levensstaat vóór te bereiden. Het huwelijk is van meer belang, dan eenige andere levensstaat en toch is het een „loopbaan", welke zonder eenige voorbereiding, zonder na denken, bijna met lichtzinnigheid, gekozen kan worden. De schrijfster van den brief vraagt, hoe het komt, dat zij, die op het kantoor zoo'n succes had, zoo ongelukkig is in haar huishouden en in antwoord hierop neemt de redactrice beide levensstaten nauwkeurig onder de loupe. Neem bijvoorbeeld, aldus schrijft zij, den eersten dag in het leven van een kantoormeisje. Alles is vreemd voor haar en zij weet niets van de kantoorroutine. Er wordt echter terstond iemand aangewezen, om haar te helpen, haar aan haar collega's voor te stellen en haar te wijzen, wat zij te doen heeft. Van het oogenblik af, dat het nieuwe meisje op het kantoor komt, wordt zij een deel van een organisatie, welke als op geoliede raderen loopt. Ieder uur van haar dag is bezet, elk oogenblik gevuld. Er wordt geen tijd vermorst, er is geen zenuwachtig gehaast van het eene werkje naar het andere. De meest effectieve manier om het werk te doen, is door deskundigen bestudeerd en zij moet leeren alles op die be paalde manier te doen en anders moet zij heen gaan. Indien het bijvoorbeeld haar taak is brieven te ordenen, dan moet zij dat ordelijk, accuraat en systematisch doen. Is haar taak de kas te be- tjegren, dan wordt haar gewezen, hoe dat te doen en later moet zij haar kasstaat overleggen, welke fnoet kloppenprecies. Zij kan niet tot haar chef zeggen, zooals later wellicht tot haar man: „Maar, liefste, ik weet heusch niet Waar het geld gebleven is Indien zij fouten maakt, of zich vergist, zullen haar collega's haar helpen, tot zij slag van het werk gekregen heeft en zelfs, als ze wat slor dig is, zal het methodische kantoorleven spoe dig een zekeren zin voor orde en regelmaat in haar kweeken. Neem nu daarentegen den eersten dag in het leven van een getrouwd vrouwtje. Veronder stel, dat zij, evenals bedoeld kantoormeisje, zelfs niet de elementaire beginselen van het huishou den heeft geleerd. Er is niemand om haar in te lichten. Is zij gelukkig, dan heeft zij een moeder, zuster of vriendin, tot wie zij zich bij moeilijkheden wenden kan. Doch heel vaak heeft zij niemand, die haar helpen kan. Het bestelde huisraad wordt zonder meer door den leveran cier afgeleverd. Zij heeft een paar kamers, eenige tafels en stoelen, een keuken, wat voedsel en er is een man, voor wien gekookt moet worden. Hij zal minstens rekenen op drie maaltijden per dag en verwachten, dat zijn zuur verdiende geld verstandig wordt besteed. Met dit alles kan de jonge vrouw doen, wat zij wil, doch het resul taat van haar pogen moet zijn: een gezellig „home". Geen wonder, dat zoovele jonge vrouwen wel eens bij de pakken neerzitten en in de bitter heid van haar ontgoocheling in tranen uitbarsten. In het nieuwe huis bestaat er geen routine, is er geen bepaalde methode van werken, door deskundigen vastgesteld, is er geen voorgangster, die zegt, hoe en wat er gedaan moet worden. Van de jonge vrouw wordt verwacht, dat zij alles instinctief weet: hoe met meiden om te gaan. hoe te koken en schoon te maken, menu's op te maken, geld goed te besteden, mensohen bezig te houden, zich uit de schuld te houden en steeds in het bezit te zijn van geld, hoe zich op wonderbaarlijke wijgt van een gedachteloos meisje te veranderen in een goede moeder als er een baby komt, hoe steeds opgewekt en char mant te zijn, zoodat haar man haar steeds blijft liefhebben. Wie zegt, dat het huwelijk „oninteressant" en „gemakkelijk" is, vergist zich zeer. Er is genoeg in het huwelijk en in het moederschap, om zelfs de meest intellectueele vrouw volkomen te be vredigen en „gemakkelijk" is het heelemaal niet. Integendeel, het zou veel beter zijn, om de meisjes, .die op goed geluk in het huwelijks bootje stappen, vaak met zulke hoog gespannen verwachtingen, wat meer te helpen en voor hun toekomstige taak voor te bereiden. In iedere stad en zelfs in ieder grooter dorp, behoorde eigenlijk een leerschool voor verloofde meisjes te worden opgericht. Men is niet verantwoord met de opmerking, dat zij wel „door ondervin ding zullen leeren". Ondervinding is vaak een harde leermeesteres en het zou jammer zijn, als de meisjes alle ambitie verloren zouden hebben tegen den tijd, dat zij geleerd hebben hun huis en hun leven op de juiste wijze in te richten. Goed huishouden moet gedaan worden volgens dezelfde methode als op het kantoor: door or ganisatie. Indien een vrouw geen dienstmeisje heeft, moet zij leeren haar bestaan te vereenvoudigen en dingen na te laten, welke veel werk geven. Het is niet practisch of economisch „niets in huis" te hebben. Indien de menu's eens per week worden opgemaakt, kan het benoodigde in eens besteld worden bij den groentenboer of den slager, die iederen dag de vereischte ingrediën ten bezorgen. Sommige levensmiddelen, welke niet aan bederf onderhevig zijn, kunnen in groo- tere hoeveelheden goedkooper worden ingekocht. Een goed voorziene provisie-kast laat een huis vrouw nooit in den steek. Zeer aan te raden voor een meisje, dat trouwen gaat, is het nemen van kook- en huishoudles, terwijl een met zorg aan geschaft kookboek ruim zijn geld zal opbrengen. Ook de moeite van het geregeld lezen der wekelijksche vrouwenpagina zal ruimschoots beloond worden, want nergens kan men zulke nuttige en praktische ideeën aantreffen als juist op de vrouwenpagina van het moderne dagblad. Zwart en wit. Een mantel met witte en zwarte ruiten, gegarneerd met een col van zwart fluweel. Het ceintuur is van zuiart fluweel met kristallen gesp. Wit vilten hoedje. Een wit vilten kinder- hoed is gemakkelijk te reinigen, Onze A'damsche huismoeder hale wat mag nesia of arrowroot. Hiermede wrijve men door middel van een nagelborsteltje de hoed in. Dit neemt alle vlekken van regen of stof weg; daar na wrijft men den hoed in met een beetje koud water tot niet al te dik papje gemaakt Men wrijft tot de hoed geheel wit is. Dan in de zon hangen te drogen en daarna flink af kloppen. Ook kan men den hoed met zemelen reinigen. Met een borstel flink schuieren. Een hoeveelheid van 20 c. zemelen is vol doende voor alle vilthoeder. van een groote familie en voor jaren. Badkamermatten. De Apeldoornsche lezeres welke haar nieuw badkamermatten van kurk gaarne friesch en mooi houdt, raden wij aan deze met een lauw zeepsopje af te doen. De houten lijst met witte was nawrijven. Witte tuinmeubelen. Uit Arnhem bereikt ons de vraag: „Hoe houd ik onze nieuwe witte tuin meubelen 't beste? 't Is niet vuil, doch telkens smoezelig, vol vingertjes van de kinderen". Een weinig bekend en toch uitstekend mid del, is om witgeschilderde meubelen af te nemen piet een weinig melk. De verf heeft niet te lijden en alles olijtt els nieuw. Schoentjes verven. Voor het zelf verven van schoentjes bestaat een goed product, n.l. de Mellaverf. Deze verf beschikt over alle kwaliteiten welke noodig zijn voor een grondige behandeling en is bij den verfhandel verkrijgbaar. Vraag vooral er eene handleiding bij, daar deze zeer interes sant en leerzaam is. „Mella" kan voor schoentjes, tasschen, leeren jassen enz. gebruikt worden. Rooklucht. Een jong vrouwtje moppert over die ellendige rooklucht, die permanent op man- liefs studeerkamer hangt. Kom mevrouwtje, niet zoo somber; zet eens 's avonds, vóór dat men de kamer vërlaat, een schaal met water in 't vertrek op tafel. Den volgenden morgen is de rooklucht zoo goed als verdwenen. Even nog flink ventileeren en 't is in orde. Bij verjaardag of Sint Nicolaas verrast u den heer gemaal maar eens met 'n „Lampe Berger", die niet meer zoo duur is en geheel afdoende werkt. Japansch lakwerk. Vanuit Den Haag bereikt ons de klacht over zeildoek dat gaat kleven. Afwasschen helpt niet, met was inwrijven ook niet, wat te doen? Het spijt ons, maar 't is een feit, dat zeildoek dat gaat kleven, het einde nabij is. Daar is niets aan te doen, dan een nieuwe bekleeding op den stoel te maken; of zoo dit niet convenieert er van aardige cretonne of namaak handweefstof een overtrek je of kussen op ma ken HUISMOEDER. Gevraagde recepten. Mevrouw H. te A. vraagt om een recept voor kersen op brandewijn en voor morellen op brandewijn. 1 K.G. kersen of morellen, 250 gram kandij of kandij-gruis, L. water, L. brandewijn. Bereiding: Kook de kandij met het water tot een dikke suikerstroop, voeg hier de vruchten bij (niet koken) en doe de massa, als ze wat afgekoeld is, in een goed schoongemaakte stop- flesch en giet er dan de brandewijn op. Laat dit, voor het te gebruiken, minstens eenige weken staan. Deze vruchten zijn vrij slap, wit men ze ster ker, neem dan minder water, maar meer bran dewijn en kandij. Mevrouw P. te N. Het sap van boschbessen kunt u op dezelfde manier behandelen als bes sensap; dus de vruchten uitpersen, het sap op koken en in uitgezwavelde flesschen, die goed gesloten worden (bij voorkeur lakken) bewaren. Mejufrouw M. te R. Het is mij niet recht duidelijk of U met het inmaken van aalbessen bedoeld, bessensap of gelei. Is het bessensap, volgt U dan de methode, zooals hierboven is aangegeven en dan is gisten uitgesloten. Bedoelt U echter gelei of jam, neemt U dan wel de goede hoeveelheid suiker, namelijk van het gewicht van het sap aan suiker? U sluit de potjes toch ook goed met paraffine af? Mevrouw S te V. wil aardbeien confijten en wecken. Het confijten van vruchten is zeer tijdroovend en geeft niet gemakkelijk goede resultaten. Het komt hierop neer, dat men bijvoorbeeld 1 pond suiker in V* L. water oplost en in laat koken tot op een zekere dikte; daarin worden de vruchten dan één voor één gedoopt (wat men het beste doet, door de vrucht op een stopnaald te steken) en ze dan te laten opdrogen. Aardbeien wecken in een weckketel, doet men op de volgende manier: Doe de vruchten in de glazen en vul ze bij met een suikeroplossing (200 gram suiker op 1 L. water) tot ongeveer twee vingers breed onder den rand, zet ze in den ketel, verhit ze langzaam tot op 80 graden en laat ze 10 a 15 minuten op deze temperatuur blijven. Men kan de aardbeien ook eersi met suiker vermengd op een warme plaats zetten, tot het sap is uitgeloopen en de vruchten geslonken zijn De vruchten blijven dan gaaf en de glazen zijn gemakkelijker te vullen en blijven na het wecken voller. M. M. Voor de vacantie! Een sweater van grijze dentelle-de-laine met groene en roode pastilles van Angora-wol. De das eveneens van Angora, groen en rood. (Slot). Al dadelijk in haar huwelijk leerde Georgine, dat het voor een meisje uit legitimistische kringen nog niet zoo makkelijk was de vrouw te zijn van een Bonapartist. Zoolang het Na poleon voor den wind ging legden de konings- gezinden zich bij den toestand neer, maar toen de krijgskans keerde en heel Europa den strijd begon tegen den keizer, schepten de legitimisten moed en begonnen openlijk over hun verlan gens te spreken. De la Bédoyère had heel zijn leven het keizer rijk gediend en, zonder dat hij zich bijzonder aan den persoon van den keizer gehecht had, was hij er van overtuigd, dat Napoleon nood zakelijk was voor Frankrijks grootheid. Geor gine wilde haar man niet ontstemmen door openlijk haar blijdschap te toonen, toen Napo leon verslagen werd en de vijand Frankrijk binnenrukte. Zij zag alleen maar, dat de vreemde legers Louis XVIII op den troon kwamen zetten, die hem rechtmatig toekwam. Bédoyère, daaren tegen kon niet verdragen, dat vreemde legers in het land werden getolereerd. Elkaar begrij pen was dus buitengesloten. Alles wat hij in die dagen zag, moest Bé doyère prikkelen en, toen Napoleon zich in Fontainebleau terug trok, voegde hij zich bij hem. Zijn ridderlijke natuur was diep veront waardigd over de houding van tal van wapen makers, die zich van de verslagene afkeerden en zich haastten den nieuwen koning hun op wachting te maken. Iets dergelijks was hem onmogelijk, hoewel hij heel goed begreep, dat zijn houding zijn schoonfamilie diep moest grie ven. De Chastellux wisten inderdaad niet wat met Charles aan te vangen, vooral niet, toen hij hen schreef zijn ontslag uit het leger genomen te hebben en hun zijn plan om naar het buitenland te gaan, meedeelde. Oogenblikkelijk kregen ze spijt den heethoofd in hun familie te hebben op genomen, maar daar viel nu eenmaal niets aan te veranderen. Hem loslaten wilden ze niet, het familiegevoel uit die dagen liet dat niet toe. Brief op brief werd naar Fontainebleau ge stuurd met het resultaat, dat Bédoyère, nadat Napoleon afstand gedaan had van den troon, naar Parijs terugkwam. Nog diep verontwaardigd over de manier, waarop de maarschalken en de meeste der gene raals Napoleon in Fontainebleau behandeld had den, kwam Bédoyère te Parijs aan. Daar vond hij de stad vol vlaggen en feestelijkheid voor de terugkomst der Bourbons. De vreugde der Chas tellux was getemperd door het overlijden van hun vader, die den intocht van zijn geliefden koning niet meer mocht aanschouwen. De dood van zijn schoonvader, dien hij graag mocht, was eigenlijk 't eenige onderwerp, waarover hij vrijuit met Georgine kon praten, zonder dat de jonge menschen bevreesd hoefden te zijn, el kaar te kwetsen. Verder kon Charles geen stap buitenshuis zetten, of hij ergerde zich aan de vreemde soldaten. Kwam thuis bezoek, dan werd er uitsluitend gesproker -- „nos prin ces", die, eindelijk, teruggekomen waren. Geor gine wist niet goed, hoe zich te houden en Charles wenschte „nos princes" èn schoon familie èn kennissen naar het verst verwijderde gedeelte van den aardbol. De Chastellux gingen natuurlijk hun opwach ting maken in de Tuilerieën. Het viel iedereen op, dat Bédoyère hen niet vergezelde. Natuur lijk werd al heel gauw druk gefluisterd en ge praat en het duurde nfet lang, of men zag Bé doyère er toe in staat het snoodste complot te smeden De familie zag maar één uitweg om aan die praatjes en aan Charles' melancholie een einde te maken: hij moest weer dienst nemen. En tegen zijn wil vroegen ze een regiment voor hem en, voordat hij het zelf wist, was Bédoyère tot kolonel van het zevende regiment benoemd. De geboorte van zijn zoon Georges deed er meer dan wat ook toe om Bédoyère voorloopig te kalmeej-en. Hij had niets liever gewild dan in Parijs bij moeder en zoon te blijven, en her haaldelijk moest de familie er op aandringen, dat hij zich bij zijn regiment in Chambéry zou voegen. Excuus om langer in de hocfedstad te blijven was er niet, vrouw en kind maakten het best en zoo was Charles wel gedwongen zich op weg te begeven. Nauwelijks op de plaats van bestemming aan gekomen en nog niet eens heelemaal geïnstal leerd. bracht de tijding van de landing van Napoleon, die Elba verlaten had, groote be roering. De gouverneur van Chambéry kreeg bevel een brigade uit te sturen om Bonaparte tegen te houden. Tot die brigade behoorden ook twee bataillons van Bédoyère. Zonder eenig enthou siasme ging Bédoyère op weg. Eerst geloofde hij het nieuws niet eens, maar, toen meer be richten inkwamen, moest hij wel aannemen, dat de keizer in slechts enkele uren Grenoble, waar hij naar toe had moeten gaan, genaderd zou zijn. Wat ging er op dat oogenblik in Bédoyère om? Precies heeft nooit iemand het geweten. Maar een feit is het, dat hij zich met zijn troepje bij den keizer voegde. Andere regimenten volgden. Den 20sten Maart 1815 kwam Napoleon te Parijs aan. Van alle kan ten kwamen de Bonapartisten Bédoyère er mee geluk wenschen, dat hij de eerste was geweest, die zich bij den keizer had gevoegd. Maar allen gaf hij ten antwoord, dat hij het alleen had ge daan, omdat hij meende zijn vaderland er een dienst mee te bewijzen, maar dat hij heel goed begreep, dat hij er zijn huwelijksgeluk mee ten offer had gebracht. Georgine inderdaad wist niet wat te doen. Ze keurde het gedrag van haar man af, ze vond het afschuwelijk, dat de gehate Bonaparte terug was gekomen en aan de gezichten van al haar fami lieleden zag ze maar al te goed, hoe in haar kring over Charles' handelwijze werd gedacht. Veel tijd om alles rustig te overdenken werd haar niet gelaten, want de gebeurtenissen volgden elkaar met verbijsterende snelheid op. De slag bij Waterloo bracht voor goed een ein de aan Napoleon's macht en zette Bédoyère in een hachelijken toestand. Hij begreep zelf heel goed, dat hij gearresteerd zou worden, als Louis XVIII en de vreemde legers weer in Parijs zou den zijn en toch kon hij maar niet besluiten te vluchten. Het duurde dagen, voor dat Georgine door voortdurend bidden en smeeken hem er eindelijk toe bewegen kon Parijs te verlaten. Eenmaal buiten het bereik van de justitie hoopte de familie Chastellux op den langen duur de zaak te sussen. Natuurlijk stond Bédoyère's naam op de lijst van hen, die tijdens de „cent jours" posten hadden aangenomen van Napoleon. Hij werd zelfs dadelijk onder Ney gezet! Georgine was dan ook dankbaar, dat haar man gevlucht was. Onmiddellijk gevaar bestond er zoodoende niet voor hem, meende ze. Dat was buiten het wispelturige, onbesuisde karakter van Charles gerekend! Het land verlaten, zonder eigenlijk goed te weten, waar zich te vestigen, leek Bédoyère te hard. Nog één keer wilde hij vrouw en kind om helzen en, zonder zich lang te bedenken, nam hij de diligence naar Parijs. Het ongeluk wilde, dat zich in het voertuig een commissaris van politie bevond en het was voor dezen handigen man een makkelijk werkje Char les uit te hooren. Met zijn groote argeloosheid dacht deze, dat hij door zich in burgerkleeren te steken onkenbaar had gemaakt en dat hij, als hij zijn naam maar niet zei, overal vrij door zou komen. Heel gauw zag hij in zich vergist te heb ben, want nauwelijks in Parijs aangekomen werd hij gearresteerd. Ook in Israël bestond vanouds het gebruik, dat de dochter uitgehuwelijkt werd door haar vader, of, bij ontstentenis van den vader, door een broer, die zijn vader was opgevolgd als hoofd van het huisgezin. Maar toch schijnen de meisjes hier van ouds meer gelegenheid gehad te hebben om zelf ook een woordje mee te spreken in deze hoogst gewichtige aangelegen heid. Dat merken we reeds in de geschiedenis der patriarchen. Wanneer de dienaar van Abra- hamm Rebekka tot vrouw verlangt voor Izaak, onderhandelt hij daarover met haar broeder Laban. Maar anderzijds geeft hij zijn meester duidelijkte verstaan, dat het meisje wel eens bezwaren zou kunnen hebben en dat in zulk een geval het voorgenomen huwelijk niet door gaan zou. En vóór de zaak definitief geregeld wordt, vraagt men dan ook eerst uitdrukkelijk hare toestemming. De zakelijke kant van de huwelijkstransactie vertoont in Israël nagenoeg hetzelfde aspect,, dat we nu reeds kennen uit Babel en Assyrië. Ook bij de Israëlieten heeft de bruidegom aan den vader van de bruid een soort van koopprijs, den z.g. „mohar", te betalen. Deze „mohar" kan, blijkens de bekende geschiedenis van den aarts vader Jacob, vervangen worden door in dienst van de familie der bruid verrichten arbeid. In bepaalde gevallen ook wel door een dapper wapenfeit. In het boek der Rechters, I 12, belooft Kaleb zijn dochter tot vrouw aan dengene, die een stad innemen zal. Koning Saul belooft zijn dochter tot vrouw aan hem,, die Goliath ver slaan zal. Als de jonge David zich beklaagt, dat hij niet rijk genoeg is om den „mohar" voor een koningsdochter op te brengen, wordt hem van 'skonings wege te verstaan gegeven, dat hij in plaats daarvan volstaan kan met het dooden van een honderdtal Philistijnen. Anderzijds stelde de vader van de bruid er een eer in zijne dochter niet met ledige handen te laten vertrekken uit het ouderlijk huis. •Voor name lieden gaven aan hunne dochters zelfs eigendom in land mede ten huwelijk. In ieder geval kreeg de toekomstige huismoeder uit het vaderlijk bezit allicht een paar slavinnen mede. In de geschiedenissen der aartsvaders zien we, dat zulke slavinnen door de vrouwen zelf aan den man soms als echtgenooten van onderge schikten rang werden voorgedragen. Jacob be schikte zoodoende over vier vrouwen. Want ook in Israël bestond vanouds de poly gamie, en daarnaast de echtscheidingofschoon „niet van den beginne", zooals Christus later uitdrukkelijk deed opmerken (vgl. Matth. XIX, 19). De tijden waren nog niet rijp voor de definitieve opheffing, maar wel vinden we in de oud-testamentische wetgeving een streven om deze beide zaken te beperken. Zoo wordt b.v. in de Deuteronomium-wetgeving den ko ning uitdrukkelijk op het hart gedrukt om niet al te veel vrouwen te nemen. Het boek van Leviticus verbiedt den man gelijktijdig twee zusters tot vrouwen te hebben. In de praktijk schijnen de Israëlieten er ook gewoonlijk niet meer dan twee vrouwen op na gehouden te hebben (vgl. Deut. XXI, 15). En vooral onder de minder bedeelde klassen moet ook het huwe lijk met één enkele vrouw niet zeldzaam zijn voorgekomen. Nadat de Joden uit de Babylonische balling schap teruggekeerd waren, schijnt de polygamie 'in Israël meer en meer verminderd te zijn. In het Nieuwe Testament wordt zij nergens meer vermeld. En zoo dikwijls daar van gehuwde per sonen sprake is, krijgt men onwillekeurig den indruk, dat 't over monogame huwelijken gaat. Flavius Josephus, die in het begin der tweede eeuw van onze jaartelling de geschiedenis der Joden in het Griesch beschreef voor een inter nationaal publiek, schijnt met het wettelijk nog steeds bestaande instituut der veelwijverij bij zijn volk, wel iets of wat verlegen te zijn. De rabbijnen echter, hielden nog lang vast aan de oude theorie. Zij stonden in beginsel aan een particulier vier of vijf, aan een. koning zelfs achttien vrouwen toe. Eerst in de middeleeuwen werd de polygamie officieel afgeschaft verklaard. Volgens de Israëlietische wetgeving, zooals die is vastgelegd in het boek Deuteronomium, kon echtscheiding op initiatief van den man plaats hebben, en wel wanneer de man iets „walge lijks" in zijn vrouw vond (Deut. XXIV, 1). Deze uitdrukking is nogal vaag, en de latere wetgeleerden waren het dan ook over de inter pretatie van dezen term volstrekt niet eens. De juristen van de strengere school wilden deze uitdrukking uitsluitend verstaan van ontrouw der echtgenoote. Maar daarnaast stonden andere, véél breedere, uitleggingen. Zooals we zien uit het evangelie, was het ten tijde van Onzen Zaligmaker nog steeds een actueel vraagstuk, of een man zijn vrouw mocht wegzenden „om welke reden dan ook", vgl. Matth. XIX, 3. Met het afnemen der polygamie bij de Joden na de ballingschap schijnt het aantal echtscheidingen veeleer op onrustbarende wijze te zijn toegeno men. Een profeet, Malachias, had zich echter reeds zeer duidelijk tegen die veelvuldige echtschei dingen uitgesproken, vgl. Mal. II 1416. En reeds de deuteronomische wetgeving bevat ver schillende bepalingen, die althans de praktijk der echtscheiding minder gemakkelijk trachtten te maken. Vooreerst moet zij altijd bij schrifte lijke oorkonde geschieden. Deze .bepaling be oogde klaarblijkelijk het beletten van overijlde besluiten in deze hachelijke zaak. Was de ge scheiden vrouw eenmaal met een anderen man in het huwelijk getreden, dan kon de eerste man haar nooit meer terugnemen, zelfs niet met goedvinden van den tweeden echtgenoot. Men had zich dus te wachten voor een onberaden stap,- waarover men later spijt zou kunnen ge voelen. Vervolgens waren er door den wet gever ook enkele gevallen, vastgelegd, waarin den man het recht op een echtscheiding eens voor altijd ontnomen werd, vgl. Deut. XXII, 19 en 29. Echtscheiding op initiatief van de vrouw schijnt in Israël volkomen onbekend geweest te zijn. Geen enkele wet spreekt ervan. De echt scheiding, zooals Israël die kende, bestond uit sluitend in een „verstooten" of een „wegzenden" van de vrouw door den man. De Joodsche ge schiedschrijver Flavius Josephus weet slechts één enkel feit te vermelden van een echtschei ding op initiatief van de vrouw. Het betrof een prinses Salome uit de koninklijke familie van Herodes, dus uit een dynastie, waarin tamelijk heidensche levensopvattingen heerschten. Ook in de joodsche militaire kolonie van Elephan tine in Egypte kon echtscheiding door de vrouw worden aangevraagd. Maar in echt-joodsche om geving was men met dergelijke nieuwigheden volstrekt niet ingenomen. In het spel der mode is op het oogenblik de „verdeelde japon" troef. Naar het schijnt, zeer tot genoegen van de modieuze vrouw, die deze „verdèeling" van de gestalte op hoogen prijs stelt, omdat deze laatste op die manier boven aan zeer verkort maar in de rokpartij juist erg verlengd wordt, hetgeen den indruk van slank heid ten zeerste versterkt. Natuurlijk is die verdeeling in tweeën slechts schijnbaar, want al deze japonnen worden feitelijk in eens gemaakt, aangezien slechts dan een keurige pasvorm gewaarborgd kan worden. Wanneer wij het tweede model op onze af beelding bekijken, dan zien wij tot één japon vereenigd: een overlangs in het midden met een rij knoopen gegarneerden, natuurkleurigen linnen rok en een leuke bont gestreepte blouse met vleugelmouwen een toilet dus, dat niet al leen op warme dagen in de stad gedragen kan worden, maar evenzeer in den vacantietijd, vooral echter als men Zondags naar een of an dere badplaats trekt, een prettig kleedingstuk is. Op dit gebied combineert men graag geheel verschillende stoffen. Hierdoor kan men econo mischer dan anders werken. Bovendien zijn er nu allerlei origineele ideeën uit te voeren. Nog voorradige resten krijgen aldus een geschikte bestemming. Voor de nieuwe reiskleeding zoekt men het niet alleen in het combineeren van verschillende weefsels, maar ook in de keuze der kleuren. In het algemeen worden rok en mantel in dezelfde grondtint gehouden, dus op elkaar afgestemd; men denke eventueel aan een, in zandkleur en bruin, scheef gestreepten rok en een pélerine-mantel van halve lengte in daarbij passende grondkleur. (Laatste model). Het kazak-vormig bovenstuk van zoo'n reis toilet moet echter, ter wille van het contrast, in een levendige kleur uitgevoerd worden. In ons geval dus zou men bij de bruinzandkleu- rige strepen een donker-groen of korenblauw, misschien ook een papaver-rood bovenstuk, kunnen kiezen. Met het oog op het warme weer dat vooral op reis eenig ongemak kan veroor zaken, dient men bij voorkeur een luchtig ge weven, poreuze stof te nemen. Dat het middagtoilet niet achteloos aan de mode van de „verdeelde japon" voorbijgaat, ligt voor de hand, want onze dames zullen het er over eens zijn, dat een mooie zijde-soort en een origineele coupe juist hier een fijn ef fect te weeg kunnen brengen. Een donkere, scheef geknipte, dus eenigszins klokkende zijden rok met een bont, zijden bo venstuk, korte pofmouwen en een jasje, waar van de mouwen iets korter zijn dan die van het bovenstuk, geeft het leven aan een kleeding stuk, dat men vaak en zeer gaarne zal dragen (Model Ij. Natuurlijk „verdeelt" men ook bij de gezel- schapskleeding een grooteren stijl. De bijzon dere. aandacht verdienen hier de z.g. zonne- plooi-rokken en die lichte, nauw om den hals sluitende, van halve mouwen voorziene kanten lijfjes, waarbij een breede, op zij vastgemaakte lakzijden ceintuur een smaakvollen overgang vormt. Een hoed met breede randen in de kleur van het kant en gegarneerd met het materiaal van de ceintuur, zal heel chique staan. Als één man trokken de Chartellux partij voor Bédoyère. Ze vergaten, hoe onaangenaam zijn gedrag voor hem geweest was, ze dachten er niet meer aan, hoe ze zijn handelwijze altijd veroor deeld hadden, ze voelden het als hun duren plicht hem bij te staan. Familie, relaties, allen, wie ze maar bereiken konden en die in staat zouden zijn iets voor Bédoyère te doen, werden door hen aangeklampt. Veel hoop bleef hun niet. Had 'Louis XVIII niet gezegd, dat hij hoopte, dat een weigering aan de familie Chastellux hem bespaard zou blijven, want dat het hem niet mogelijk was gratie te verleenen. Het geval Bédoyère toch werd een partijstrijd en de regeering van Louis XVIII stond nog niet sterk genoeg, om een besluit te nemen, dat de legitimisten tegen haar op zou jagen. Ook de vreemde vorsten drongen op een veroordeeling aan. De Chastellux begrepen dan ook al heel gauw, dat Charles zijn onbesuisde daad met den dood zou moeten bekoopen. Ze deden, wat ze konden om Georgine. moed in te spreken. Deze liet zi.ch van een kant kijken, dien men nog niet van haar kende. Verlegen en weifelachtig van natuur was Geor gine gewend zich dadelijk angstig terug te trek ken, als. zich moeilijkheden voordeden. Maar door de omstandigheden had haar karakter zich ontplooid, ze toonde èen kordaatheid en een doortastendheid, die men niet van haar ver wacht had. Ze bezocht allen, van wie ze maar eenigszins hulp kon verwachten. Ze drong tot Louis XVIII door, ze schreef rechts en links maar alles te vergeefs. Bédoyère werd veroordeeld en terecht ge steld. Na zijn dood draaide de publieke opinie om en bijna had men hem als slachtoffer van de legitimisten voorgesteld en het den koning kwa lijk genomen, dat hij geen gratie verleend had. Men vergat maar al te makkelijk, dat Louis XVIII niet vrij was geweest en gedreven werd door zijn omgeving, die het Bédoyère niet ver gaf door zijn handelwijze het grootste gedeelte van het leger meegevoerd te hebben. Georgine bleef ontroostbaar, heel haar geluk zocht ze bij haar jongen. Ze werd heel oud, ruim tachtig jaar. Ook haar verder leven bleef niet van verdriet verschoond, want ze overleefde haar zoon en een van haar kleinzoons. Op Père Lachaise is het graf van Bédoyère en zijn vrouw te vinden. Het grafmonument toont een schreiende vrouw met een kind i",^e armen. En aan den achterkant, om mogelijke manifestaties te voorkomen, zijn de volgende woorden ingebeiteld: „De liefde voor mijn zoon heeft me alleen de kracht gegeven in het leven te blijven, en hij is me voorafgegaan." Daar rust Charles de La Bedoyère, die Napo leon bijviel, toen iedereen zich van hem afkeer de, en zijn vrouw, de zachte, stille Georgine de Chastellux. No. 2. Leg den onderrand van 't servet onge veer 'n handbreedte onder den bovenrand (fig. 6). Leg daarna de verkregen vouw er weer een even grooten afstand onder (fig. 7). Vouw nu het servet in plooien van ongeveer 2 vingers breedte en strijk die er goed in. Houd nu het servet met de eene hand 'n eindje van den kant af vast en buig het korte einde aan weerszijden uit, druk dit vast op het bord of wel steek het ondereind in 'n glas en buig den waaier om den rand van het glas heen (fig. 8). FI6.& Op verzoek van een abonnée, volgen hier eenige eenvoudige manieren om servetten te vouwen, ter versiering van een gedekte tafel No, 1. Hiervoor heeft men niet een vierkant servet noodig wat in de meeste gevallen echter wel noodig is. Vouw het servet in vieren (fig. 1), daarna de smalle kanten naar binnen (fig. 2). Vouw vol gens de aangegeven stippellijn hoek a op punt b en hoek c op punt d. Men heeft nu fig. 3 verkregen. Draai het servet om, zoodat de kant, die op tafel lag, nu boven ligt en sla het dubbel volgens de stippellijn (fig. 4). Leg het rond, laat de punten eruit komen en schuif de hoeken vast in elkaar (fig. 5) en zet het recht overeind op het bord. Men kan er een broodje in doen. FI6.I FIG.2 FIGli No. 3. Neem hiervoor een vierkant servet, sla het dubbel en de hoeken a en b om (fig. 9). Sla daarna den onderrand halverwege over den gevormden driehoek heen (fig. 10). Sla de hoeken e en d op dezelfde wijze om (fig. 11) en leg daar weer den onderrand f op. Vouw daarna den nieu wen onderrand g (fig. 12) halverwege om. Steek de beide uiteinden van dezen rand van achteren in elkaar (fig. 13). FfG.tO No. 4. (De Hanekam). Vouw een vierkant servet in vieren, dan volgens de diagonaal (fig. 14) in tweeën. Vouw nu de zijkanten b. b. zóó om, dat zij langs de middellijn a (fig. 15) komen te vallen (fig. 16). Vouw de onderste punten langs de stippellijn, zoodat zij er onder komen te vallen. Vouw daarna het geheel in de helft langs de lijn cd, waardoor men fig. 17 ver krijgt. Trek nu de bladen er één voor één uit, zie fig. 18 en zet de servet op het bord. Wanneer ge iemand uw vertrouwen schenken wilt, bedenk en overweeg dan wel de zwaarte van den last, dien gij gedeeltelijk afschudt maar den ander wilt opleggen. Overtuig u wel gron dig of dezer schouders sterk genoeg zijn uw last te dragen en niet al te spoedig daarvan een deel op derden zullen wentelen, waardoor het leed dubbel zwaar tot u terug zal keeren. Men spreekt zooveel over moederschap. Ieder kan een soort van moederschap uitoefenen, in zorg en hulpe voor de gemeenschap; in offer bereid zijn ten algemeenen nutte.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4