MOEDER DES
VADERLANDS
minimum
LADY OF EUROPE.'
KONINGIN-REGENTES.
GEMALIN VAN KONING
WILLEM III.
KONINGIN-MOEDER.
„THE LOVELIEST OLD
BIJ DEN 75STEN JAARDAG VAN ONZE
KONINGIN-MOEDER.
ding van haar
dochter, die bin
nen een betrek
kelijk korten tijd
bekwaamd en
of uit eigen initiatief, bereid „de payer de sa
personne".
Altijd en overal gaat zij voor met haar vrien
delijk woord en haar Koninklijke daad.
Koningin der weldadigheid wordt zij gepre
zen.
Als het Nederlandsche volk zich spontaan
gedwongen voelt Haar bij haar aftreden als
Regentes een huldeblijk aan te bieden, bepaalt
zij dat het groote kapitaal, dat haar hiervoor
wordt aangeboden zal bestemd worden voor
leniging en verlichting van de kwaal, die haar
volk 't meest teistert, en sticht zij een Sana
torium voor longlijders. Bovendien stelt zij bij
deze gelegenheid haar eigen schoone landgoed
„Oranje-Nassau" te Renkum daarvoor beschik
baar.
En als Haar later uit Oost- en West-Indië in
gelijken vorm een zelfde huldeblijk wordt aan
geboden, bestemt zij andermaal deze gelden
voor de zieken- en leprozenwerpleging in bei
de Koloniën.
Velerlei zijn de zoogenaamde bloemen- en
speldjesdagen geworden, wier opbrengst voor
liefdadige doeleinden wordt besteed, maar bo
ven alles uit gaat het jaarlijksche „Koningin-
Emma-bloempje", dat als den grooten welda
digheidszin van onze Koningin-Moeder sym
boliseert.
Bijna ongemerkt en als bij verrassing is da
Koningin-Moeder nu vijf en zeventig jaar ge
worden, zij heeft zulk een vaste innige plaats
verworven in onze harten, dat wij het leven
van het Nederlandsche volk bijna niet meer
kunnen indenken zonder de permanente edela
verschijning van onze Koningin-Moeder.
Zij is als de incarnatie geworden van het
hoogste Koningsschap.
Bruggen, sluizen, dokken, schepen, kaden,
pleinen, straten, scholen, gestichten, kerken,
zijn genoemd naar Haar gezegenden en alom
geëerbiedigden naam, maar boven alles zal
haar beminde naam onsterfelijk blijven in da
historie van ons vaderland onder den schoon*
sten eeretitel van onze „Koningin-Moeder".
P. HYACINTH HERMANS.
Koningin Emma als Moeder (1883).
Koningin Emma bij het aanvaarden van
het regentschap.
Koningin Emma als grootmoedSK
een stille eeregroet van diep respect en innige
genegenheid.
Dit is een vrouwe, die ól onzen eerbied
vraagt, en eerbied uit zich nooit luidruchtig
Het spel van „de Vader des Vaderlands" be
gon, maar telkens opblikkend naar de ko
ninklijke loge, vroegen wij ons in dankbare
genegenheid af: „is dat niet in waarheid de
Moeder des vaderlands geworden
Zouden wij ons eigenlijk ons vaderland kun
nen voorstellen zonder de eerbiedwaardige en
schoon-decoratieve figuur van onze Koningin-
Moeder
Koningin-Moeder, de Moeder van onze Ko
ningin, maar ook een Koningin, die waarlijk
de moeder is geworden van haar land en volk.
Een, die, toen zij als aanvallige bruid naast
den ouden Koning stond op het kasteel van
Arolsen zich door den Hofprediker, die haar
in den echt verbond, als haar levensleuze de
profetisch-Bijbelsche woorden hoorde voorge
houden „Uw volk is mijn volk".
't Dient dankbaar, tot haar eer en roem, na
meer dan een halve eeuw erkend, het volk van
Willem III is ook het trouwe en geliefde volk
van Koningin Emma geworden.
Prinses van vreemden bloede is zij een echte
Nederlandsche vrouw geworden. Bij haar blij
den intocht in Nederland officieel begroet als
onze „eerste Burgeres", is zij ook werkelijk
gegroeid tot de eerste, meest vereerde vrouw
van ons land.
In haar jeugd bewonderd om haar gratie
en lieftalligheid, in haar vrouw-zijn en moe
derschap geëerd om haar kloekheid en deugd,
in haar grijsheid bemind om haar minzaamheid
en waardige majesteit, een vrouw, waarin het
Koningschap en de moederlijkheid om den
voorrang kampen.
„The loveliest old lady of Europa", prees
haar naar waarheid de Engelsche pers, toen
zij vol belangstelling ettelijke jaren terug een
bezoek bracht aan de tentoonstelling van Hol-
landsche kunst te Londen, waar zij zelf bewon
derd werd als het meest mooie Hollandsche
levende portret.
Een het was op zijn beurt de bekende A.B.K.
die onlangs in een zijner „Oproerige Krabbels"
in de socialistische pers veelzeggend getuigde:
„niemand is ooit op den inval gekomen in ons
land te schimpen op de Koningin-Moeder, die
een verdiende populariteit geniet".
Een vorstin, een regeerster, van hoog wel
bewust plichtsgevoel en ongemeen wijs beleid.
„Gedurende haar bewind als regentes", ge
tuigde de edele dr. de Visser, „is er niet één
daad en één verzuim aan te wijzen, waarop
door den geleerdsten staatsman een aanmer
king zou zijn te maken".
Als Koningin-Moeder uiteraard meer naar
den achtergrond getreden, van het oogenblik
af, dat haar dochter meerderjarig geworden
zelfstandig de regeering in handen nam, is zij
toch Koningin gebleven, zij is contact blijven
houden met haar volk, is haar populariteit niet
getaand, maar heeft aldoor in diepte en om
vang gewonnen.
Moeder des Vaderlands.
Op haar vijf en zeventigsten jaardag mag zij
een gelukkig leven overschouwen, rijk aan da
den en verdiensten, waarvan haar eerbiedwaar
dige verschijning in den zilveren glans van
haar weigedragen ouderdom als de schoone,
decoratieve verbeelding is.
gedaan als zij met geestdrift en hartelijkheid
door haar nieuwe onderdanen werd ontvangen.
De verwachtingen, welke op deze beminne
lijke jonge vrouw gebouwd werden en door den
eersten welkomspreker in haar hoofdstad met
name werden genoemd, zijn later als een profe
tie gebleken. Want 't zijn alle even zoovele
deugden geworden, die Koningin Emma met
recht en eere sieren„Geloof, liefde, opoffering,
toewijding, zelfverloochening, al die gaven en
krachten die den mensch den Engelen gelijk
maken".
't Zijn de woorden van dr. Beynen, wien 't
voorrecht was te beurt gevallen om reeds te
Arolsen de jonge Prinses voor haar komende
taak voor te bereiden.
Zichtbaar gelukkig kwam de grijze Koning
met zijn jonge stralende bruid naar Nederland,
waar Emma van den dag van haar aankomst af
door haar natuurlijke gratie, eenvoud en lief
talligheid aanstonds de algemeene sympathie
wist te winnen. Haar vlugge geest bleek voor
treffelijk toegerust en voorgelicht omtrent de
toestanden en verhoudingen in haar nieuwe
vaderland. Na drie maanden verblijf in ons land
was zij de Nederlandsche taal volkomen machtig.
Maar nauwelijks had zij als Koningin haar
plaats gevonden aan de zijde van haar Ko
ninklijken gemaal, of reeds viel een donkere
schaduw van rouw over haar eerste huwelijks
dagen door den schielijken en onverwachten
dood van 's Konings broer, den zeer gezienen
Prins Hendrik, die als vertegenwoordiger van
den Koning, Groothertog Stadhouder te Luxem
burg was.
Een half jaar later stierf ook 's Konings oudste
zoon, Kroonprins Willem. Voor deze smartelijke
slagen vond de bejaarde Koning troost bij zijn
jonge gade, die hem naar aller waardeering
het leven zeer gelukkig maakte, vooral toen
deze na een eerste huwelijksjaar reeds het
levenslicht schonk aan een Prinsesje, dat wij
zooveel jaren hebben vereerd als Wilhelmientje.
Deze heuglijke gebeurtenis verhoogde niet wei
nig het aanzien van de jonge Koningin, en van
heel het Koningshuis, dat nu meer dan ooit
in aller belangstelling begon te leven.
De Oranjestam leek nu verzekerd, en aller
liefde ging uit naar het teere Koningskind, een
liefde, waarin ook de sympathieke moeder niet
weinig begon te deelen.
Liefde en genegenheid, die nog aan innigheid
toenamen, toen het Prinsesje, klein, nog maar
vier jaar oud, door den dood van Prins Alexan
der, de wettelijke opvolgster werd op den troon
van Oranje.
De moederlijke zorg, waarmede Koningin
Emma het jonge Oranjeprinsesje omringde, liet
niet na een weldoenden indruk te maken op de
Nederlandsche bevolking, die met de jaren de
kloeke Koningin een steeds groeiende vereering
ging toedragen.
Elf jaren lang heeft Koningin Emma den
ouden Koning een zeer gelukkig huwelijks- en
gezinsleven geschonken, hem mede de blijde
voldoening gegeven van de zeer voorspoedige
en veelbelovende ontwikkeling van zijn kleine
dochter, wier opvoeding de even wijze als be
leidvolle Koninklijke moeder grootendeels in
eigen handen wist te houden.
In het laatste jaar van zijn leven werd de
Koning ernstig ziek, zelfs in die mate, dat de
Raad van State er over begon te denken, de
regeering uit 's Konings handen over te nemen,
en meteen een wetsontwerp begon voor te berei
den betreffende een eventueel regentschap.
Een getuigenis van het algemeen vertrouwen,
dat Koningin Emma gedurende het even tien
jarig verblijf hier te lande alom had weten te
verwerven, is wel het feit, dat in November 1890
onder algemeene instemming een wetsontwerp
werd aangenomen, waarbij Koningin Emma
werd benoemd tot Regentes over het Koninkrijk,
eerst gedurende de ziekte van den Koning, en
later voor den tijd der minderjarigheid van
haar dochter.
Nog in dezelfde maand, 23 November 1890,
kwam Koning Willem III te sterven. Het Prin
sesje was toen even tien jaar oud, Koningin
Emma zelve pas 32 jaar.
Geloof, liefde, opoffering, toewijding, zelfver
loochening, al deze deugden en krachten, die
aan de jonge vrouw bij haar komst naar Neder
land werden toegewenscht, heeft zij als Ko
ningin-Regentes op een ongeëvenaarde wijze
mogen inlossen bij de uitoefening van het moei
lijke en zeer verantwoordelijke ambt, dat haar
zoo plotseling op de nog zoo jeugdige schouders
werd gelegd.
Zij had ze geschonken aan den Koning bij
wien zij het laatste jaar niet van zijn ziekbed
was geweken, zij zou ze nog in dubbele mate
geven als Regentes ten bate van het heil van
het land, welks regeering haar werd opgedragen,
en niet minder ook als Voogdes van haar nog
't Was in de laatste jaren voor vóó^ 80 een
somber verschiet voor ons aloude Koningshuis.
Koning Willem III had zijn gemalin Sophia
van Wurtemberg door den dood verloren.
Kroonprins Willem leefde ongehuwd te Parijs
in 'n zeer wankele gezondheid. Ook 's Konings
tweede zoon Prins Alexander werd door een
slepende kwaal met een vroegtijdigen dood be
dreigd.
De bijna zestigjarige Koning besloot een
nieuw huwelijk aan te gaan en zijn keuze bleek
zoowel voor hem zeiven als voor zijn onder
danen een zeer gelukkige te zijn geweest.
De vrouw dezer keuze was Prinses Adelheid
Emma, Wilhelmina, Theresia van Waldeck-
Pyrmont, met wie hij in de eerste dagen van
het jaar 1879 op zeer luisterrijke wijze te Arol
sen zijn huwelijk vierde.
Een dubbele kroon werd de jeugdige prinses,
die pas amper twintig jaren telde, op het hoofd
gedrukt, die van Koninginne der Nederlanden,
en die van Groothertoginne van Luxemburg.
De jonge vorstin werd met evenveel liefde en
vereering door haar landgenooten uitgeleide
minderjarig Koninklijk Kind, dat zij voor de
toekomstige waardigheid had op te voeden.
Het vertrouwen in haar deugd en karakter
had zij zich alreeds bij de natie verworven wat
bleek uit het getuigenis der Kamers dat zij, die
aller harten had gewonnen door de wijze, waar
op zij haar roeping vervult, tot de nieuwe taak,
die haar nu wachtte, kracht zal vinden in de
eenstemmigheid, waarmede regeering en volks
vertegenwoordiging haar het regentschap op
droegen.
Daze verwachting op de jonge en sterke
vrouw gebouwd, is zeker niet ij del gebleken.
Zij, die tot dusver haar vreugde had gevonden
in het stille gezinsleven met een oprecht echte
lijke liefde tot den hoogen gemaal en de moe
derlijke zorg voor het nog zoo jonge kind, zag
zich nu op eenmaal aan het hoofd van de regee
ring geplaatst en meteen voor de taak gesteld
haar kind op te voeden voor de hooge waardig
heid van het koningschap.
En dat in een moeilijken tijd, waarin allerlei
nieuwe stroomingen begonnen te wijzen naar
een algeheele omvorming van staat en maat
schappij.
Alles wat ons in den roman des mceurs van
Ina Boudier-Bakker „de Klop op de deur", zoo
boeiend en overzichtelijk wordt verhaald, be
gon zich ongeveer in te zetten onder het regent
schap van Koningin Emma, economische ont
wikkeling en opbloei, de letterkundige bewe
ging van '80, de strijd om een meer uitgebreid
kiesrecht, een expansie der staatkundige par
tijen, de beginnende vrouwenemancipatie, de
opkomst van het socialisme met al zijn aanvan
kelijke luidruchtigheid.
Geloof schraagde en sterkte de jonge vrouw,
De lachende vorstinne.
wat bleek bij de plechtige beëediging, waar zij
openlijk voor haar zware taak de kracht en
den steun inriep van den Almachtigen
God. Geloof leidde haar ook bij de opvoeding
van haar dochter, een christelijk vorstin zou zij
geven aan haar volk.
En aan dit geloof paarden zich liefde, opoffe
ring, toewijding en zelfverloochening als de
hoofddeugden van haar leven. Onder dit opzicht
teekent zich in het leven en karakter van de
Koningin-Moeder en Regentes een vaste en
sterke lijn af, waarvan zij nooit of nimmer is
afgeweken. Zij onderscheidde zich tevens door
tact, beleid, plichtsgevoel, kennis van zaken,
hooge onpartijdigheid. Steeds heeft zij als Re
gentes zeldzaam tactvol zich voorgehouden, dat
zij alleen de vertegenwoordigster, maar niet de
draagster was van het Koninklijk gezag, dat
wettelijk op haar dochter was overgegaan. Niet
alleen staatsrechtelijk, maar ook persoonlijk,
al bleef zij altijd de leidende moeder, heeft zij
steeds de eer en voorrang gegeven aan haai
koninklijke dochter.
Reeds in de eerste dagen van haar regentes-
seschap, zoo bij de audiënties, die na de uit
vaart des Konings aan de vreemde vorsten en
afgezanten werden verleend, moest op haar na-
drukkelijken wil de kleine tienjarige Koningin
al officieel tegenwoordig zijn.
En wij allen zullen 't ons nog wel herinne
ren. hoe de Koningin-Regentes, als zij met haar
dochter in den loop der jaren de verschillende
deelen des lands bezocht, steeds in houding en
gebaar ten allen tijde het kleine Koninginnetje
als aan het volk voorstelde en haar met opzet
naar voren naar de eerste plaats drong.
Naast de drukke staatszorgen, en dat zijn er
vele geweest, als men bedenkt wat er al gedu
rende het regentesseschap van Emma is voor
gevallen, de Lombok-expeditie, de herziening
der belastingwetten, de kiesrechthervorming,
sociale voorzieningen, kamerontbinding, en per
soonlijke dienstplicht, wijdde zich Koningin Em
ma als ooit geen andere moeder aan de opvoe-
De Koningin-Moeder wordt gehuldigd in het paleis te s-Gravenhage.
uitgerust moest
worden voor de
koninklijke re-
geeringstaak. Ko
ningin Emma leidde niet alleen zelf hare stu
diën, maar waakte ook vooral over de vorming
van haar karakter en persoonlijkheid. En waar
lijk meesterlijk heeft de moeder dit zeer moei
lijk paedagogisch werk gedaan. Een kind op te
voeden, dat weet, dat zij de Koningin is, door
een moeder, die vrijwel alleen staat en door
geen vader wordt gesteund en bijgestaan.
Voor alles gaf zij haar kind, de dochter
heeft 't later bij haar troonsbestijging in een
eerste proclamatie aan haar volk zoo ontroe-
rend-schoon erkend het voorbeeld van een
edele en verheven opvatting der plichten, die
eenmaal op haar zou komen te rusten. Dat
voorbeeld alleen na te volgen was voor de
jeugdige Wilhelmina al een waarborg om ge
lukkig te slagen.
Twee dingen moeten de Koningin-Regentes
groote voldoening hebben gegeven bij de uit
oefening en vervulling van haar zware taak.
En dat is allereerst geweest de voorspoedige
en veelbelovende ontwikkeling van haar doch
ter tot aanstaande Koningin, en de groeiende
verknochtheid van het Nederlandsche volk
voor 't aloude Oranjehuis, dat alleen nog maar
bestond uit twee eenzame Koninginnen, de een,
een nog jeugdige verweduwde vrouw, de an
der nog een aankomend jongmeisje.
Een verknochtheid, die haar hoogtepunt be
reikte bij de kroning van het jonge Koningin
netje, dat als een zeldzaam sprookje van volks
liefde is geworden in de geschiedenis der
eeuwen.
Acht jaren had het regentesseschap van Ko
ningin Emma geduurd en de dag naderde,
waarop de Moeder-Regentes de regeering zou
overdragen aan de meerderjarig geworden
dochter van een land, dat onder haar bestier
gelukkig en welvarend was geworden, en waar
door de liefde en vereering van een volk de
koninklijke troon nergens zoo vast en gecon
solideerd leek als hier.
Toen verscheen in den zomer van 1898 de
schoone afscheidsproclamatie, waaruit de so
bere en hooge taal heel het hart en karakter
sprak van de buitengewone vrouw, die meende
haar taak te hebben vervuld:
„De taak, die mij in 1890 werd toevertrouwd,
is weldra geëindigd. Mij valt het onwaardeer
baar voorrecht ten deel, Mijne Beminde Doch
ter den leeftijd te zien bereiken, waarop zij
naar het voorschrift der Grondwet tot de re
geering wordt geroepen In dagen van smart en
rouw trad ik op als Regentes van het Konink
rijk. Thans schaart zich het geheele Volk in
vreugde om den troon zijner jonge Koningin.
God heeft Mij in deze jaren gesteund. Mijn
dierbaarste wensch is vervuld.
„Aan allen, die mij met raad en daad ter
zijde gestaan en die Mij gesteund hebben door
hunne liefde, breng ik Mijnen dank.
„Moge het ons land met zijne Bezittingen en
Koloniën wel gaan! Het zij groot in alles,
waarin ook een klein Volk groot kan zijn!
„Ik treed af voor de hooge plaats, die Ik in
ons Staatswezen heb bekleed, met den diep
gevoelden wensch, dat op Koningin en Volk,
door de nauwste banden vereenigd, Gods zegen
blijve rusten."
In een reeks van stralend feestelijke dagen
laaide nog eenmaal de oude Oranjeliefde op in
een gloed van geestdrift en uitbundigheid als
ons kalme land nog nimmer had aanschouwd.
Het gold de jonge blonde Koninginne die den
troon besteeg en aan de Regeering trad, maar
niet minder de beminde en vereerde vrouw,
die als de Moeder, Voogdes en Regentes het
dierbare Oranjepand zoo veilig had behoed en
geleid.
Dit moeten wel de schoonste en gezegendste
dagen zijn geweest uit het leven der alom ge
ëerbiedigde vrouw, die toen als Koningin-Re
gentes aftrad om voortaan alleen te zijn de
Koningin-Moeder van haar kind en haar volk
Koningin Emma was toen juist veertig jaar
En nu is Koningin Emma reeds al weer vijf
en dertig jaar onze Koningin-Moeder.
Nadat zij afgetreden was als Koningin Re
gentes is zij weggetrokken uit het Koninklijk
Paleis aan het Noord-Einde en heeft zij haar
intrek genomen in het mooie, voorname en
deftige huis, dat zoo'n heel eigen karakter
draagt precies als de hooge bewoonster zelve,
de vroegere woning van Prins Hendrik, broer
van Willem III.
Het is de lijst, de overhuiving, die zoo wel
om haar venerabele verschijning past. Waar
dig, voornaam, bescheiden, zooals zij zelve is.
En wie in den Haag de statige Lange Voorhout
passeert, vergeet nooit een blik van veneratie
en eerbied te werpen als een stillen groet naar
het Paleis van de Koningin-Moeder.
In dat stille paleis is Koningin Emma de gra-
tieuse oude dame geworden, die door de En-
gelschen zoo juist geprezen werd als the love
liest old lady of Europe.
Thans 75 jaren oud heeft zij ons de kunst
geleerd en het voorbeeld gegeven om met ele
gantie oud te worden.
Als regeerende vorstin is zij nu al meer dan
dertig jaren bescheiden terug getreden, maar
nog altijd regeert zij over de harten van mil-
lioenen harer landgenooten.
Hier is zij werkelijk de Koningin-Moeder ge
worden, niet alleen van het Koninklijk Huis,
maar ook van heel het Nederlandsche volk.
Gelukkige grootmoeder ziet zij ginds in het
Koninklijk Paleis aan 't Noordeinde een beeld
van haar eigen gezegend leven als zich her
halen, een Koningin, een vrouw, die op haar
beurt een dochter heeft op te leiden voor den
haar wachtenden troon.
Haar ervaren en beproefd paedagogisch ta
lent zal daarbij mede dikwijls van beduidenden
invloed zijn geweest.
't Lijkt alsof zij om de zorgen van haar
regeerende Dochter zooveel mogelijk te helpen
verlichten een deel van de representatieve ver
plichtingen van deze heeft overgenomen.
Naar alles in den lande gaat altijd frisch en
levendig Hare hooge belangstelling uit.
Tentoonstellingen, tooneel, concerten, con
gressen, weldadigheidfeesten, alles vraagt
steeds om de aanwezigheid van de beminne
lijke Koningin-Moeder. Haar vriendelijke, in
nemende verschijning wordt daar beschouwd
als een soort van levende fetisch, die het wel
slagen van elke onderneming moet verzekeren.
Ziekenhuizen, stichtingen van barmhartig
heid, instellingen van maatschappelijke nut,
hebben heel haar hart. Altijd is zij, gevraagd
In het begin van deze week, den 2den Augus
tus, bereikt onze geëerbiedigde en beminde
Koningin-Moeder, geboren Prinses Adelheid,
Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck—
Pyrmont, haar gezegende 75ste levensjaar.
Reeds Bilderdijk getuigde van een „gedicht
Uit plicht, gelukt niet licht", maar waar de
plicht ons hier zeker oplegt bij dezen hoogen
feestdag woorden van waardeering en bewon
dering neer te schrijven voor de buitengewone
Vrouw, die onze Koningin-Moeder is, daar wil
len wij aanstonds hieraan toevoegen, dat deze
taak ook gepaard gaat met een gevoel van
dankbare erkentelijkheid en liefde, die dezen
plicht maakt tot een zoeten last.
Toen we in het begin van dit gedenkjaar van
Willem van Oranje's geboorte genoodigd wer
den tot bijwoning van de eerste feestelijke op
voering van „De Vader des Vaderlands" in den
Koninklijken Schouwburg te 's Gravenhage, en
daar op een gegeven moment de eerbiedwaar
dige figuur van onze Koningin-Moeder in een
der loges zagen verschijnen, toen rees heel de
dicht bezette schouwburgzaal spontaan als
één man op om staande een stille groetbuiging
te maken naar de hooge gast.
Ware de Koningin zelve verschenen, of zeker
Prinses Juliana, beiden vertoefden toen in
*t buitenland dan had misschien een klate
rend applaus de vorstelijke vrouwen begroet,
Voor de Koningin-Moeder gold heel symbolisch
Prinses Adelheid, Emma, Wilhelmina,
Theresia van Waldeck Pyrmont tijdens
haar verloving (1878).
Koningin Emma als gemalin van Koning
yillem III (1881).