NEDERLANDSCHE COMMENTAAR OP „QUADRAGESIMO ANNO". MAANDAG 21 AUGUSTUS 1933 DE OPVATTINGEN VAN ONZE JONGE MEISJES. BEZUINIGING OP ONDERTOS- UITGAVEN. De opheffing van lagere scholen. Minister Marcliant en het overleg met de Staten-Generaal. DE KERNVORMING IN DE R. K. STAATSPARTIJ VERHOOGING INVOERRECHTEN. OVERGANG NAAR DE AANVULLINGS RESERVE. FATHER W. TEN BRINK. PATER J. MUYSER. ROND DE „LUTINE' DE WERKZAAMHEDEN IN DEN TOREN. DE INVASIE VAN BRUINHEMDEN TE NIJMEGEN. CRISIS-WERKLOOSHEIDSWET BOYCOT VAN DUITSCHE GOEDEREN DE BRAND IN HOTEL VELSEREND. MET HET HOOFD IN EEN PIN GEVALLEN. VAN EEN STEIGER GESTORT. EXAMEN TEEKENEN M- O. VAN EEN HOOGTE VAN ZES METER GEVALLEN. KINDJE VAN EEN TAFEL GEVALLEN MOTORRIJDER BIJ BOTSING GEDOOD. VERDRONKEN. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Ruim dertig jaar geleden verscheen het inmiddels ter ziele gegane „Katholiek Sociaal Weekblad" en van waarde blijft het woord, dat Schaepman bij die gelegenheid in zijn „Chronica" schreef. Hij wees daar op het gevaar van „de gemakkelijkheid waarmede men in de katholieke sociologie, die een harde en moeilijke wetenschap is, zich zou overgeven aan den lust tot ijle algemeenheden en tot ijdele rhetorica". „Mijn tijdgenooten en ik hebben Vrij wat aan sociale rhetorica gedaan. Maar wat in die dagen gelden kon, geldt nu niet meer. Er zijn andere dingen aan de orde en die andere dingen vorderen een anderen stijl. De Iyrisch-rhetorische voordrachten hebben haar tijd gehad.... De organisatie der maatschappij is zoo al niet het eenige, dan toch het overheerschende belang van onzen dag". De woorden konden vandaag zijn,ge schreven en lijken ons de beste inleiding bij de aankondiging van een werk, waarmee de Franciscaansche lector der sociologie te Maastricht ons heeft verrast en verrijkt. Een grappig en van zelfingenomenheid niet geheel vrij gezegde wil, dat de Fran- schen over encyclieken prachtig oreeren, dat de Duitschers ze grondig commentarieeren en dat de Nederlanders ze met heiligen hartstocht practiseeren. Na pater Cassianus' boek kan men ons de eer niet meer be twisten, ook het commentarieeren te ver staan. De geleerde schrijver heeft de ruimte genofhen in de reeks der wetenschappelijke publicaties van zijn ordes-provincie. Niet minder dan drie deelen, zegge-een duizend bladzijden van groot formaat, zal zijn uitleg der pauselijke encycliek beslaan in de „Collectanea Franciscana Neerlandica". Daarbij verzinkt het eerste deeltje van de „Biblioteca delP Unione cattolica per le Scienze Sociale", initiatief van den Mila- neeschen hoogleeraar Gemelli, O.F.M. in het niet. Velen zullen zichzelf afvragen: Is er be slist zoo'n groote uitleg noodig En denken, dat het een offer is om zoo'n turf door te nemen. Maar lezend, bemerkt men pas, welk een uitleg er in werkelijkheid noodig is en het verder lezen kost stellig geen moeite, want de stof is zoo behandeld, dat verveling is uitgesloten. Wat den lezer wel kan overkomen, is zoo nu en dan de behoefte om een vraagteeken en zelfs een uitroepteeken te zetten. Want hoe een placieden indruk dit boek uit de kloostercel ook maakt, het is ge laden; en zonder opzettelijk te polemiseeren, ja, ondanks de blijkbaar vooropgezette zelf- beheersching tegenover afwijkende opinies, laat de schrijver zoo nu en dan,'haast onge merkt en bij kleinigheden, zijn eigen op vattingen duidelijk blijken. Maar hij heeft begrepen, dat de kwestieuze knoopen op dit terrein met geen sabelhouwen worden doorgehakt en probeert te overtuigen met behulp van een materiaal zóó rijk als men schier nergens aldus bijeen vindt Quack heeft terecht opgemerkt ,dat Leo XIII, toen hij „Rerum Novarum" uitvaar digde, slechts het accoord greep der ver schillende stemmen, die van de Kerk uit in de laatste tientallen jaren waren opge gaan. Men kan hetzelfde zeggen van „Quadragesimo Anno". Deze encycliek heeft definitief beslist, dat er een nieuwe sociale en economische orde tot stand moet komen; dat het liberale individualisme voor een or dening naar beroepsstanden moet wijken, dat de arbeider uit den. proletariërs-toe stand moet worden bevrijd, dat de vrou wenarbeid funest is en dat het consortium- en monopolie-wezen een gevaar beteekent. Afgewezen is zoowel de richting-Orel als de socialistische oplossing; de ordening naar beroepsstanden moet het ideaal zijn. Maar nu schijnt juist deze oplossing weer nieu wen strijd te brengen. Universalisme of so- lidarisme wordt het dilemma en tegenover elkaar staan een Spann met zijn „totali- teits-idee" en de inmiddels reeds van zijn katheder verjaagde D. von Hildebrand. Voor wie dieper ziet, is het de oude strijd tus- schen de scholastieke wijsbegeerte en het Duitsche idealisme. Tegen dezen achtergrond moet men het tafereel zien, dat pater Cassianus Hentzen ons reeds in deel I van zijn commentaar ontvouwt. Darf';begrijpt men zoowel de door hem behandelde stof als de gevolgde methode en dan wordt ook de encycliek pas helder. Niet, dat men behoeft te zweren bij elk onderdeel van dezen commentaar. Maar hij heeft de verdienste werkelijk een serieuze commentaar te willen zijn. Er is wel eens gezegd, dat de beste ver klaringen van encyclieken, evenals van de heilige Boeken, de goede vertalingen zijn. Maar laat ons gelooven, dat „getrouwe vertalingen alles behalve kinderspel zijn. Sommigen meenen, dat als elk Latijnsch woord zijn goed Nederlandsch equivalent krijgt, de zaak in orde is. Maar de makers onzer woordenboeken, die op de klassieken gebaseerd zijn, kunnen niet altijd den weg wijzen in de lange Latijnsche perioden met grammaticale vormen, welke wij feitelijk niet meer kennen. Dit is de eerste verdienste van pater Cassianus' boek: 't leert ons met eerbied den tekst naderen van een document, dat niet het dictaat van een of anderen professor of would-be wereldhervormer is, maar dat ons de meening geeft van ons aller Vader, het Opperhoofd der Katholieke Kerk. Verder zet het boek ons dan uiteen, wat de Paus leert over de liberale oeconomie zijn aanklacht „is hard en blijft hard1 (blz. 14) over de eigendoms-kwestie en het vraagstuk der verhouding van kapitaal en arbeid (blz. 24), over de „radicale" rich ting (aandacht verdient; wat de commentator zegt op blz. 238239), over het solidarisme, over de interventie van den Staat, over de verhouding van „Q. A." tot „R. N.", over het erfrecht, over eigendomsverwerving terwijl dan van veel belang is, wat dr. Hentzen in het midden brerigt over de sociale rechtvaardigheid qua talis en niet minder zijn uiteenzetting over de vraag, of het nu werkelijk zulk een verdienste is voor den particulier om uit zijn overvloed kapitaal ter beschikking te stellen voor meer loonen- de arbeidsgelegenheid. Het boek van pater dr. Hentzen is een ware mijn voor degenen, die studeeren wil len en het is onmisbaar voor degenen, die een leidende plaats innemen in ons publieke leven, dat beroerd wordt door een geweldige hervormingsdrift en dat juist daarom zulk een behoefte heeft aan principieele voor lichting. Dr. Hentzen weet en herinnert er ons aan, „dat er nog ontzaglijk veel te studeeren en vooral ook te doen blijft" (blz. 87). En wij zouden in dit oogenblik, nu „Q. A." veel studie heeft samengevat, den klemtoon willen leggen op het doen. „Commentaar op Quadragesimo Anno", door dr. Cassianus Hentzen, O.F.M. N.V. Teulings' Uitg.-Mij., Den Bosch. Eerste deel. 5.90). De „Avondpost" zet haar campagne tegen de zedenverwildering voort met het signaleeren van diverse feiten. De opvattingen zoo schrijft de liberale re dactie van vele onzer jonge meisjes zijn grondig bedorven. Wij noemen enkele ons mee gedeelde feiten. Een jonge-dame gaat met eenige jongeman nen acht dagen in een zeilboot er op uft. Thuis komen zij in dien tusschentijd nietzij blijven dag en nacht aan boord. Als hier .geen onge paste dingen gebeuren, dan is er toch in ieder geval gezondigd tegen den goeden smaak, te gen de welvoeglijkheid, en dan beseft deze jonge-dame niet, dat zij gevaar loopt haar fat soenlijken naam blijvend te schaden. En dit geval staat niet op-zich-zelfherhaaldelijk ko men dingen van dezen aard dezer dagen voor. Eén der jongelieden zei tegen een oudere, die hem op het verkeerde van bovenstaande wees „Het kan geen kwaad, want wij zijn met z'n drieënDat dit niet afdoende is, bewijst een ons met naam en toenaaam gezonden mede- deeling omtrent de Kaagweek, waarin iemand ons schrijft persoonlijk meer dan één geval ge constateerd te hebben, waarbij „sportieve" jon gedames achtereenvolgens verscheidene jonge lieden ontvingenvoor verdere mededeeling Is een dagblad ongeschikt. Ook uit het studentenleven werden ons ver bijsterende gevallen medegedeeld, waarop wij hier echter niet verder ingaan. Gevallen ook van meisjes-studenten, die, zelfs tegenover ouders, ronduit bepaalde ver houdingen toegeven, en zich over droefheid en verontwaardiging verbazen, omdat het „zoo erg" niet is, zoolang ze maar zorgen, dat er geen gevolgen zijn. NED- ARBEIDERS IN DUITSCHLAND EN DE NAZI'S. Door den heer Sneevliet zijn aan den minis ter van Buitenlandsche Zaken de volgende vra gen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat van Ne- derlandsche arbeiders .woonachtig in Neder land en werkende in Rheine, Gronau, Nord- horn, Emstadten en andere plaatsen in .Duitsch- land wordt gevorderd, dat zij op straffe van ontslag zich hebben aan te sluiten bij nationaal- socialistische organisaties (de N.S.B.O.) 2. Is de minister bereid stappen te onderne men bij de Duitsche regeering, die ertoe kun nen leiden, dat aan dezen onrechtmatigen dwang op Nederlandsche arbeiders een einde wordt gemaakt? UITVOER VAN PAPIER NAAR FRANKRIJK In verband met de regeling van uitvoer van papier naar Frankrijk, heeft de Minister van Economische Zaken het bedrag ter bestrijding van de kosten aan de afgifte der certificaten verbonden, vastgesteld op 1.per 100 K.G. DE INTERNEERING AAN DEN BOVEN- DIGOEL. Door den heer Sneevliet zijn aan den minister van Koloniën verschillende gegevens gevraagd betreffende de interneering van het bannelin genkamp aan den Boven-Digoel. Mej. Groeneweg heeft onlangs aan minister Marchant o.m. gevraagd of het hem bekend was, dat de circulaire betreffende opheffing van openbare scholen, op 20 Juli 1.1. vanwege het Departement, verzonden aan verschillende burgemeesters, groote onrust heeft gewekt en twijfel heeft doen rijzen aan de juistheid van 's Ministers opvatting omtrent het karakter van de openbare school, die niet alleen is het onderwijsinstituut voor haar principieele voor standers, maar ook de school is voor hen, die geen gelegenheid ter plaatse vinden voor bij zonder onderwijs naar eigen beginselen. Voorts stelde zij vragen betreffende overleg met de volksvertegenwoórdiging omtrent eventueele verdere bezuinigingsmaatregelen voor het onderwijs. Mr. Marchant heeft hierop thans het volgen de geantwoord. Het is den ondergeteekende bekend, dat de bedoelde circulaire hier en daar onrust heeft gewekt. Dit is bij het nemen van maatregelen tot beperking van uitgaven voor het onderwijs verklaarbaar, doch veelal onvermijdelijk. De circulaire kan geen redelijken grond geven tot twijfel aan de juistheid van de opvatting, die de ondergeteekende huldigt ten aanzien van het in de vraag aangegeven tweeledige doel van de openbare school. De ondergeteekende heeft de noodige maat regelen genomen om onvoldoend doordachte onherroepelijke besluiten te voorkomen en aan belanghebbenden alle gelegenheid te bieden om hun bezwaren te zijner kennis te brengen. Te werk te gaan bij overrompeling is zijn voor nemen niet geweest. De ondergeteekende blijft prijs stellen op zoo ruim mogelijke gelegenheid tot verant woording van zijn beleid aan de Staten-Gene raal. Het nemen van verdere maatregelen kan hij echter niet altijd uitstellen, totdat hij ter zake van voorafgaande maatregelen verant woording zal hebben afgelegd. Uitstel van en kele maanden, somtijds zelfs van enkele weken, nadat hij zijn besluit heeft genomen, zou uit stel beteekenen van de noodige beperking der uitgaven voor een jaar. En die beperking is in hooge mate urgent. Zij dringt ernstiger bij den dag. Juist de zorg voor ons onderwijs houdt den ondergeteekende van deze urgentie steeds doordrongen. Wie talmt met de beperking, ver oorzaakt ongelukken. Voor het plegen van overleg met de Staten- Generaal zal ruimschoots gelegenheid zijn bij de gedachtenwisseling over de voorstellen van wet, die reeds bij de Tweede Kamer zijn inge diend en die zullen volgen. TAAK EN WERKWIJZE DER KERNEN Terzake deze nieuwe actie, waarover wij Zaterdag uitvoerig berichtten, wordt in een aparte bijlage) afzonderlijk gehandeld over oprichting en samenstelling, taak en werkwijze van de kernen. Daaraan ontleenen wij nog, dat de kringbesluren de vorming der kernen zelf rechtstreeks moeten bevorderen. Allereerst zorge men voor een geschikten kernleider. De leiding kan, overal waar dat nuttig en noodig is, in handen worden gelegd ook van personen, die tot dusverre geen deel uitmaakten van het bestuur eener plaatselijke partijafdeeling. Hoofdzaak is, dat men ten volle verzekerd zij van de toewijding, de bekwaam heid de werkkracht en den werklust van den kernleider. In het algemeen moet men vooral ook nieuwe werkers in de kernen betrekken. Natuurlijk zijn de huidige leiders niet achter te stellen, nog veel minder uit te sluiten, maar het welsla gen der kernvorming eischt de aantrekking van nieuwe, frissche krachten. De plaatselijke afdeelingsleiding moet in de kern vertegenwoordigd zijn. Het aantal leden van de kernen hangt af van de plaatselijke omstandigheden. Ook een kern van drie of vijf actieve partijleden kan een krachtig steunpunt vormen. Men zorge echter, dat de grootte van de kern dusdanig worde gehouden, dat de werkzaamheid als kern mo gelijk blijft. De oprichting van kernen kan overal worden bevorderd, waar de Kringbestu- ren het nuttig achten. Plaatsen van vestiging. Het Dagelijksch Bestuur heeft echter vast gesteld, dat in de na te noemen plaatsen de vorming van kernen moet worden ter hand ge nomen en door de kringbesturen bevorderd: Limburg (14): Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond, Venlo, Weert, Hoensbroek, Kerk- rade, Geleen, Brunssum, Susteren, Echt, Gen nep, Gulpen. Utrecht (6): Utrecht, Amersfoort, Wijk bij Duurstede, Baarn, Zeist, Driebergen-Rij senburg. Tilburg (13): Tilburg, Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom, Oosterhout, Dongen, Ouden bosch, Boxtel, Geertruidenberg, Oisterwijk, Zevenbergen, Steenbergen, Kaatsheuvel-iLoon op Zand. ..Zeeland (4): Middelburg, Vlissingen, Hulst, Goes. R. K. H. (11): Den Bosch, Oss, Waalwijk, Eindhoven, Helmond, Valkenswaard, Cuyk, Boxmeer, Grave, Geldrop, Vught. Rotterdam (1). 's-Gravenhage (1.) Amsterdam (1). Gelderland (13): Arnhem, Nijmegen, Zutfen, Apeldoorn, Doetinchem, Druten, Tiel, Wychen, Culemborg, Wageningen, Lichtenvoorde, Zeve naar, Eist. Leiden (8): Leiden, Gouda, Lisse, Hillegom, Woerden, Sassenheim, Alphen a. d. Rijn, Bode graven. Dordrecht (6): Schiedam, Delft, Dordrecht, Hillegersberg, Naaldwijk, Rijswijk (Z.-H.) Drenthe (4): Assen, Coevorden, Klaziena- veen, Emmer-Compascuum. Haarlem (9): Haarlem, Velsen, Beverwijk, IJmuiden, Bloemendaal, Hilversum, Bussum, Weesp, Amstelveen. Groningen (3): Groningen, Winschoten en Stadskanaal. Helder (9): Alkmaar, Den Helder, Purme- rend, Zaandam, Wervershoef, Enkhuizen, Hoorn Medemblik, Schagen. Friesland (6): Leeuwarden, Sneek, Bolsward, Harlingen, Franeker, Heerenveen. Overijsel (7): Zwolle, Deventer, Enschedé, Oldenzaal, Hengelo, Almelo, Lonneker. Haar taak. De taak der kernen is allereerst, om voor zich zelf tot eigen bezit te maken de gezonde gedachten op algemeen staatkundig gebied (studie), en het juiste inzicht omtrent concrete politieke maatregelen en vraagstukken (docu mentatie). Dit materiaal hebben zij naar plaatselijke be hoeften te bewerken en door te geven, ook in dezen zin, dat zij de gezonde gedachten en het juiste inzicht bij de massa ingang doen vin den. Hier ligt haar taak van gestadige politieke propaganda, die wel te onderscheiden is van de propaganda bij gelegenheid eener verkie zing. Ten aanzien van elk dezer onderdeelen, geeft de Partijleiding, door middel van het partij maandblad, afzonderlijke circulaires, korte vlugschriften, enz. het noodige materiaal. W erkwijze. Vóór 1 October 1933 moet van elke kern de oprichtingsvergadering hebben plaats gehad. Vóór 1 November 1933 moet een plan wor den opgesteld voor regeling der eigen werk zaamheid, naar behoefte gedifferentieerd voor leden, die zich meer speciaal met het bewer ken van studie- en voorlichtingsmateriaal zul len bezig houden, en die zich meer in het bij zonder aan de politieke propaganda zullen wij den. Het is echter niet de bedoeling, dat de kern daartoe wordt gesplitst. De kern moet in samenwerking van allen, naar talenten en aan leg, als één geheel blijven werken. Zij moet vooral niet zijn een vergaderend en pratend college, maar een keurtroep van actieve wer kers. In het plan der eigen werkzaamheid moet worden opgenomen de behandeling van de stof en van de lessen van den Amersfoortschen Ka derdag volgens de gegevens in de nummers 7 en 8 Jaargang 2. van het Maandblad „De R, K. Staatspartij". Ook moet vóór 1 November 1933 van de kern een krachtig initiatief uitgaan voor een actie, om op afdoende en snelle wijze den lezers kring van het partijblad sterk uit te breiden. Behalve tot versterking van het eigen werk van de kern, zal de arbeid der eerste maanden tenslotte moeten leiden tot goed voorbereide openbare vergaderingen, door de plaatselijke afdeelingen der Partij te beleggen na Kerstmis in de maand Januari 1934, op alle plaatsen waar kernen bestaan. Het werk van de R. K. Staatspartij in zijn grondslagen en in de concrete toepassing zal daar moeten worden belicht. 0 BATAVIA, 19 Augustus. (ANETA). Bij den Volksraad is ingediend een wetsont werp tot verhooging der invoerrechten. Voorgesteld wordt de weelde-artikelen te belasten met 20 pet., plus 50 opcenten, terwijl voor alle andere artikelen gestreefd wordt naar nivelleering op basis van een grondtarief van 12 pet. plus 50 opcenten. De datum van inwerkingtreding is nog niet vastgesteld. De minister van Defensie heeft een circulaire aan de burgemeesters gezonden, waarin o.a. het volgende wordt medegedeeld: Behoudens onvoorziene omstandigheden, zul len op 1 October 1933 naar de aanvullingsreserve overgaan: a. de gewone dienstplichtigen der landmacht, behoorende tot de lichting 1918, met uitzondering van hen, die de eerste oefening met een andere lichting hebben beëindigd; b. de gewone dienstplichtigen der landmacht van andere lichtingen, die met de lichting 1918 de eerste oefening hebben beëindigd, met uitzonde ring van hen, die reeds eerder naar de aan vullingsreserve zijn overgegaan. De tot de aanvullingsreserve behoorende dienstplichtigen zullen in geval van mobilisatie eerst behoeven op te komen, wanneer zij daartoe bij afzonderlijke openbare of persoonlijke ken nisgeving worden opgeroepen. De rijksgoederen, verstrekt aan de dienst plichtigen, die op genoemden datum naar be doelde reserve overgaan, zullen met uit zondering van haarkam, roskam en spons in October 1933 moeten worden ingeleverd. Blijkt bij de inlevering, dat er goederen ontbreken of dat deze niet in den vereischten staat verkeeren, dan stelt de dienstplichtige, wien het aangaat, zich o.a. aan bestraffing bloot. Nader zal aan belanghebbenden worden be kend gemaakt, wanneer en waar de inlevering moet plaats hebben. Gouden priester-jubileum van een oud-missionaris van de Roodhuiden. In alle stilte is Zaterdag in de Trappistenabdi. O. L. Vrouw van Koningshoeven te Tilburg de dag voorbijgegaan van het gouden priester feest van den zeereerw. Father W. N. A. A. ten Brink, oud-missionaris der Roodhuiden, oud-pastoor van Meridian (Mississippi) en eere kanunnik van het bisdom Natschez. De oud-missionaris is een der priesters uit het bisdom Haarlem, die gehoor gaven aan den oproep van wijlen mgr. F. Janssens, bisschop van Natschez, om onder de Indianenstammen in Noord-Amerika het H. Geloof te gaan ver kondigen. Verscheidene jaren heeft de thans jubileeren- de priester met vrucht onder de Indianen ge werkt, waar hij het missieveld uitbreidde, dat door Father Bekkers onder zulke moeilijke omstandigheden was ontgonnen. Achtereenvolgens zag Father ten Brink zich daarna benoemd tot pastoor van Watervalley, Seranton en Meridian. In 1906 ving zijn pasto raat in laatstgenoemde plaats aan, waar hij nadien twee scholen stichtte en zijn St. Pa- tricks-parochie steeds in bloei zag toenemen Om zijn groote verdiensten werd hij tot eere kanunnik van het bisdom benoemd, doch het harde werk had te veel van zijn krachten ge vergd, zoodat hij tot herstel van gezondheid in 1923 naar Nederland terugkeerde. Nog altijd dacht hij naar zijn geliefde parochie te zullen teruggaan, maar wijl volledig herstel uitbleef, vroeg hij tenslotte ontslag om daarna zijn otium cum dignitate te gaan doorbrengen in de Trap pistenabdij te Tilburg. Ruim zes jaar heeft Father ten Brink hier thans reeds als gast- doorgebracht. Hier mag hij nu zijn gouden priesterfeest beleven, dat Woensdag a.s. door een plechtige Hoogmis doch overigens met monastieken eenvoud zal worden gevierd. Twaalf en een half jaar missionaris onder de Kopten. Pater J. Muyser, missionaris der Kopten te Fakous (Egypte) van de Sociëteit der Afri- kaansche Missiën te Lyon (hier te lande het missiehuis van Cadier en Keer, Limburg) vierde zijn 12%-jarig priesterfeest. Dergelijke jubilea mogen dan al frequent voorkomen en gevoeglijk onbesproken blij ven, nu het geldt het herdenken van een twaalf-en-een-half <jaar onafgebroken moei- zamen missie-arbeid in een moordend klimaat, geheel alleen staande voor een missionnee- ringsveld met de uitgestrektheid van meer dan een Nederlandsch bisdom en met den geringen uiterlijken troost van slechts enkele bekeeringen onder de schismatieken en mo hammedanen, en ten slotte steeds kampend met zware financieele zorgen is een woord van bewondering èn een gelukwensch toch wel zeker op zijn plaats. Temeer nog, omdat Pater Muyser naast deze practische zielzorg de gelegenheid vond om ten dienste van het volk, waaronder hij werk te, wetenschappelijken arbeid te verrichten. Om het Koptische volk de lijnrechte af stammelingen der oude Egyptenaren beter te leeren begrijpen en bij henzelf het besef van hun grootsch verleden weer op te wek ken, legde hij zich bijzonder toe op de studie van oud-Egyptische en Koptische kunst en historie; zoo verscheen o.m. van zijn hand in het afgeloopen jaar een studie in het Arabisch over de beteekenis van Champollion's ont dekking van het hiëroglyphenschrift, ter ge legenheid van dienst lOOen sterfdag, waarover in de buitenlandsche pers zeer waardeerend- werd geoordeeld en waarvoor Pater Muyser de gelukwenschen en bewondering van Koning Fouad van Egypte persoonlijk in ontvangst mocht nemen. Tijdens zijn verblijf in Neder land publiceerde hij een Nederlandsche ver taling van de Misliturgie volgens Koptischen ritus. Een korte vermelding van dit 12% -jarig, rijke priesterleven vormt tevens een welkome aanleiding om bij de vrienden en weldoeners, die Pater Muyser zich bij zijn lezingen en per soonlijke bezoeken tijdens zijn verblijf in het vaderland verwierf, hem en zijn werk weer eens in de herinnering op te roepen. PATER BONIFACIUS GROOT f Na een ziekte van slechts enkele dagen, over leed Vrijdagmiddag, zooals we reeds eerder in ons Blad meldden, om 1 uur in het zieken huis op het Kasteel te Boxmeer de Zeer.Eerw. Pater Bonifacius Groot, van de Orde der Car- melieten. Met hem is heengegaan een verdienstelijk priester, een echte zoon van den Carmel, aan wien Boxmeer veel verschuldigd is. Bijna geheel zijn lange priesterlijke leven heeft Pater Groot in Boxmeer doorgebracht, alwaar hij circa 40 jaren als Kapelaan werk zaam was. Te Oss is hij werkzaam geweest als Sub-prior en meerdere malen zag hij zich gekozen als Definitor of Procurator. Naast zijn gewone Parochie-werkzaamheden was de overledene tot voor enkele jaren de buitengewoon ijverige directeur der H. Familie. Het sociale leven was aan Pater Bonifacius ook niet vreemd, al liet hij 't werken hiervoor in de latere jaren ook gaarne aan jongere krach ten over. Hij heeft gestaan aan de wieg van den Volksbond te Boxmeer, later aan die van de vakorganisatie. Langen tijd was hij een ijverig Adviseur, naar wiens adviezen men gaarne luisterde. NIEUW SIlDDEL TEGEN HOOIKOORTS. Deze ziekte, waaraan vele menschen in den zomer lijden, wordt met tal van middelen inwendige, uitwendige, inspuitingen, vaccinen van stuifmeelextraten, enz. behandeld. Het al- gemeene resultaat is, dat slechts een derde der behandelde patiënten er baat bij vindt. Nu heeft een Amerikaansche geleerde, prof. Beek man uit Milwaukee, een middel gevonden, dat even eenvoudig als goedkoop is. Het bestaat uit een drank, die op 100 gram gedestilleerd water 2% gram salpeterzuur en 11% gram zout zuur bevat. Daarvan moet na eiken maaltijd één theelepeltje in een glas water gedronken worden. Het middel smaakt aangenaam zuur, zonder brandenden bijsmaak. Wie het wil be proeven, moet een recept van den dokter heb ben, daar het anders in de apotheek niet mag afgegeven worden. Volgens de berichten maakt het middel in Amerika, waar hooikoorts veel voorkomt, grooten opgang wegens de goede resultaten, die er in vele gevallen mede worden verkregen. (De dokter in huis) DE MAN ONDER HET BED. Op 3 Augustus van dit jaar merkte de heer J. de Leeuw, wonende aan de Albrechtlaan te Bussum, dat een man zich toegang tot zijn woning had verschaft. Hij ontdekte den man in zijn slaapkamer, onder het bed. Hij had eenig geld uit een portemonnaie in de huiskamer gestolen. Hij wist te vluchten, doch werd, na een wilde achtervolging, gegrepen. De Amsterdamsche rechtbank veroordeelde den man, zekeren J. v. d. W„ Vrijdag tot zes maanden gevangenisstraf, waarvan twee maan den voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het O. M. haci zes maanden gerequireerd. Achttien millioen goud als de wind maar uit het Oosten gaat waaien. Terschelling, 19 Aug. 1933. c In de haven ligt de „Neptunus" onder stoom. We zullen weer uitvaren naar het „Lutine"- terrein. Men is druk in de weer, om de platte schuit, welke aan den in zee staanden toren gemeerd zal worden, aan de „Neptunus" vast te maken, een werkje, dat weldra geschied is. Spoedig zijn we de haven weer uit en dansen op de hooge golven naar de plaats waar het goud nog moet rusten. De toren staat nog steeds onverwrikt in den hevigen stroom, de schuit wordt eraan vast gemaakt, en weldra gaan de mannen langs een touwladder, die van den cylinder afhangt, omhoog en verdwij nen stuk voor stuk over den rand. Het derde verlengstuk van den toren heeft men maar thuis gelaten, want daar kun je bij zoo'n zee toch niets mee beginnen. Dat hangt in een bok, die uit twee deelen bestaat, hetgeen natuurlijk een geschommel van je wel'ste geeft. De man nen in den toren hebben den motor aangezet en zijn met zuigen begonnen. Langzaam zakt de zuigbuis in de diepte en staat weldra op den roestklomp, waaronder de begeerde schat van 18 millioen nog moet rusten. Slechts 9 meters scheiden den duiker van dit enorme be drag en toch is het zoo geweldig moeilijk erbij te komen. Een waar kapitaal is opgegaan in de voorbereidende werkzaamheden, die getuig den van veel moed der bergingsmaatschap pijen, gepaard aan een ontzettend geduld. Vijf uur lang blijven de mannen in den toren werkzaam en keeren dan naar de „Neptunus" terug. Het anker wordt gehieuwd, de schroef begint te wentelen. Langzaam draaien we bij den lichter, die met een tros aan onzen schel penzuiger wordt bevestigd. En dan koersen we weer naar de „Brandaris". Ook dezen dag is men niets verder gekomen en men zal dienen af te wachten, tot de wind weer uit het Oosten waait. Dan vaart men met den bok uit, waarin het derde gedeelte van den toren hangt en als men erin is geslaagd, dit op het in zee staande gedeelte te bevestigen, zoo vertelt men ons, kan men flink aanpak ken en behoeft men geen rekening te houden met het weer. Dan zal de toren als alles mee loopt spoedig op het wrak staan. Het kan dus kort of het kan lang duren. Al les hangt af, van wat de Bilt seint. Om strenge maatregelen gevraagd. Door mevrouw BakkerNort zijn aan den minister van Binnenlandsche Zaken de vol gende vragen gesteld: 1. Is de minister niet van oordeel, dat een politieke optocht van Nederlandsche Nationaal- Socialisten, vergezeld door Duitsche geestver wanten in uniform, zooals onlangs is gehou den van de Nederlandsche grens naar een ver gaderlokaal in Nijmegen, in strijd is met de regeeringscirculaires die hieromtrent zijn uit gegaan aan de hoofden der Gemeenten? 2. En acht de Minister het niet noodig in dezen streng op te treden opdat herhaling in de toekomst zooveel mogelijk vermeden wordt? Benoeming Commissie van Advies. Naar de „R. K. Werkgever" meedeelt heeft de voorzitter van den Hoogen Raad van Ar beid benoemd tot voorzitter, leden en plaats vervangend lid van de Commissie, welke aan den Raad prae-advies zal uitbrengen omtrent het voor-ontwerp van wet, houdende wettelijke regelen inzake het erkennen en subsidieeren van vereenigingen met werkloozenkas en de instelling van een Crisis-werkloosheidfonds: Lid en voorzitter: H. de Bordes. Leden en plaatsvervangend lid: F. L. van der Bom (Chr. Werkg. Ver.); H. J. van den Born (N.V.V.); Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden (Verb. Ned. Werkg); (plvv. Mr. B. C. Slote- maker); Prof. Mr. P. S. Gerbrandy; Mr. J. Gerritsz; J. Haverkamp (Chr. Boeren- en Tuin- dersbond)Mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar (R.K. Midd. bond); J. J. Jeronimus (N. V.C.); Dr. L. G. Kortenhorst (Alg. R. K. Werk geversver.); K. Kruithof (C.N.V.); Mr. H. J. Morren; Mr. Dr. J. J. M. Noback (Centraal Overleg); J. Th. Nijkamp (R.K.W.V.); M. I. Roodveldt (N.A.S.); Mr. Dr. A. L. Scholtens; Prof. Dr. J. A. Veraart; Ir. R. A. Verwey en F. van de Walle (N.V.V.). Naar het regeeringsstandpunt gevraagd. Door den heer Lovink is aan den minister van Binnenlandsche Zaken gevraagd, of het de regeering bekend is dat hier te lande reeds sedert eenigen tijd propaganda wordt gemaakt voor een boycot van Duitsche goederen en zoo je, of de regeering dan vrijheid vindt om eenige inlichtingen te geven over haar standpunt met betrekking tot zulke propaganda. NATRIUMLICHT OP DEN AFSLUITDIJK? De weg over den 30 K.M. langen Afsluitdijk van Wieringen naar Friesland is nog niet verlicht. De „N.R.Ct." verneemt, dat het in de bedoeling van de regeering ligt, om een na- trium-verlichting te doen aanleggen, als al thans de daartoe nog uit te werken projecten bevredigend worden geacht; een opdracht aan Philips tot het ontwerpen van een plan zou reeds door het Bureau van Wegen ver betering te 's-Gravenhage zijn verstrekt. GARANTIEREGELING KIPPEN- EN EENDENHOUDERIJ. Namens den Minister van Economische Zaken maakt de regeeringscommissaris voor de uit voering van de garantieregeling 1933 ten be hoeve van de kippen- en eendenhouderij be kend, dat de verliezen voor den pluimveehou der op de kleinere kippeneieren tot een ge wicht van ten hoogste 55 kg. per 1000 stuks voor de week van 21 t/m. 26 Aug. gedeeltelijk worden overgenomen, ten bedrage van 30 cent per 100 stuks uitgevoerde kleinere eieren. Voor eendeneieren is het bedrag op 30 cents per 100 stuks vastgesteld. DE BRAND TE DALEN. Omtrent den brand van de drie boerderijen te Dalen meldt men ons nog, dat men de boer derij van de gezusters Caspers, welke ook door het vuur aangetast werd, heeft weten te be houden. Alle drie boerderijen waren verzekerd. De schade aan gebouwen, inboedel, graan en hooi wordt geschat op ongeveer 80.000. Eigenaar in arrest gesteld. De officier van Justitie te Haarlem heeft een langdurig onderzoek ingesteld naar de oorzaak van den brand in hotel Velserend te Santpoort, in den nacht van Donderdag op Vrijdag. Het gevolg is geweest, dat de eigenaar van het hotel Zaterdag in voorloopig arrest is ge steld en in het huis van bewaring is opgeslo ten. Slachtoffer aan de gevolgen bezweken. Zaterdagmorgen toen de echtgenoote van den bloemist A. V., uit Swalmen de varkens wilde gaan voeren, gleed zij in het hok uit, waar door zij met het hoofd in 'een houten pin terecht kwam. De pen, drong de ongelukkige juist boven het rechteroog in het hoofd, Aanvankelijk meende men dat het oog ernstig gekwetst was, waartoe men de vrouw naar Het R.K. zieken huis te Venlo overbracht. Bij onderzoek bleek, dat het oog slechts weinig had geleden, doch dat de pin zoo diep in het hoofd was gedron gen dat de hersenen waren geraakt. Na voorzien te zijn van de laatste H.H. Sa cramenten is het slachtoffer spoedig daarna overleden. De mondelinge examens voor de acte teeke nen M. O. (Ma) zullen aanvangen op Dinsdag 22 Augustus, des voormiddags 9 uur in het ge bouw der Academie van Beeldende Kunsten (in gang Foortgebouw Heerengracht) te 's-Graven hage. Zij zullen in elk geval worden voortge zet tot en met Zaterdag 26 Augustus. Bouwvakarbeider levensgevaarlijk gewond. Zaterdagmorgen is te Tegelen de bouwvak arbeider H. S., uit Blerick, die werkzaam was bij den nieuwbouw van een sigarenfabriek van een zeven meter hoogen steiger gevallen. De man kwam op een hoop metselsteenen te recht. Met zware inwendige kneuzingen en ruggegraatkwdlsuren is hij opgenomen en naar het R.K. ziekenhuis te Tegelen overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. Te Roermond viel de arbeider Hamelink van den zes meter hoogen aan den oever der Maas staanden grinmolen van de Wegenbouw- maatschappij „Betume". Hij bekwam levens gevaarlijke inwendige kneuzingen. De onge lukkige werd naar het ziekenhuis overge bracht. Aan de gevolgen overleden. Een 1%-jarig kind van den heer M. te Mierlo viel van een tafel en bekwam een schedelbreuk, aan de gevolgen waarvan het kind is overleden. Zaterdagmiddag is te Onstwedde de heer K. Senema, bouwkundig opzichter te Musselka- naal, met zijn motor in botsing gekomen met een groote expeditie-auto. Den heer Sennema werd de korstkas ingedrukt. De dood trad on middellijk in. HET DRAMA TE NIEUWKOOP De toestand van den 22-jarigen Van der W. te Nieuwkoop, is, naar de Leidsche Crt. meldt, vooruitgaande. Hoewel het levensgevaar van den patiënt thans geweken is, bestaat toch ech ter groote kans, dat ook het tweede oog niet gered zal kunnen worden. Men verzoekt aan het blad mede te deelen, dat de getroffene v. d. W. nooit wegens stroopen geverbaliseerd werd. Te Kantens is het 6-jarig zoontje van den heer K. Berghuis, vermoedelijk bij het spelen in het Boterdiep geraakt. Na een uur dreggen werd het lijkje opgevischt. De kunstmatige ademhaling bleef zonder resultaat. Zaterdagavond is 't 15-jarig zoontje van den heer G. v. B. in het zwembad te Sliedrecht verdronken. Men meldt ons uit Giessendam: Zaterdagmiddag is 't 10-jarig zoontje van de wed. de J. in de Merwede verdronken. Het lijkje is opgehaald. Het zevenjarig zoontje van schipper A. J. de Bruyn, te Maastricht, geraakte Vrijdagmid dag te water. Ofschoon spoedig hulp aanwezig was, kon slechts het lijkje worden opgehaald. In het ziekenhuis St. Joanna te Goes is de 27 jarige landbouwer J. Boonman uit Schore Zaterdagmorgen overleden aan de verwondin gen, die hij Woensdag j.l. bekwam toen hij met zijn motorrijwiel tegen een vrachtauto aan reed. SCHULD AAN BRAND? In verband met den brand in de boerenbe- huizing van de Wed. Kroon te Sappemeer, staande in het Westeinde te Zuidbroek, is, na dat door het parket te Winschoten ter plaatse een onderzoek was ingesteld, de kostganger H. R. aangehouden als verdacht van schuld aan brand. PARATYPHUS TE HAARLEM. In Haarlem heeft zich een geval van paraty- phus voorgedaan in een gezin van vier perso nen wonende aan de Zomervaart aldaar. De patiënten zijn naar de barakken overge bracht. De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst te Haarlem is van meening, dat de besmetting vermoedelijk is opgedaan te Rotterdam, waar het gezin de vorige week eenige vacantiedagen heeft doorgebracht. HET KAMPEEREN TE BERGEN (N H.) VERBODEN. In de gemeenteraadsvergadering van Bergen (N.H.) kwam aan de orde een voorstel van B. en W., om de politieverordening aan te vul len met een bepaling, die het kampeeren, het houden van spreekkoren op den openbaren weg verbiedt en tevens verbiedt personen na te roepen of uit te jouwen. De directe aanlei ding van dit voorstel is het optreden van een aantal kampeerders uit een uit 700 personen bestaand kinderkampement uit communistische kringen, dat 10 dagen op een weiland buiten Bergen, onder leiding van het Amsterdamsche raadslid Seegers vertoefd heeft. Deze kampeer ders hadden in het dorp enkele terrasbezoekers voor kapitalisten uitgescholden en lieten bij tij en ontij de Internationale hooren. Dr. Hemelrijk sprak zich uit tegen een alge heel verbod teneinde de rustige kampeerders niet te weren; groote kampementen, zooals hetgeen deze week in Bergen was, wil spr. echter weren, omdat zij overlast bezorgen; daarvoor is elders in dit land gelegenheid. De heer Zeiler noemde het een groot economisch belang en zei, dat Bergen de kip met de gou den eieren slacht, als het de kampeerders toe laat; het zou de ondergang van Bergen zijn. Met 8 tegen 2 stemmen, werd het voorstel van B. en W. aangenomen; tegen de S.D.A.P, leden dr. Hemelrijk en Den Das.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3