COÖPERATIE OF CORPORATIE. ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1933 STORMGOMITE. pe yiedzclandsche tandpasta „EIGEN HULPOF ORGANISCHE ORDENING ERNEST MICHEL. Hem is door Mgr Diepen een persoonlijk interdict opgelegd. HET OVERLIJDEN VAN HENRI BOREL. DE OMSTANDIGHEDEN VAN ZIJN BEKEERING. DE MARIALE DAGEN TE TONGERLOO. DE KWESTIE-LEENES. HET STUCADOORS-CONFLICT. DÜITSCIIE SOCIALISTISCHE STRIJD LIEDEREN OVER DEN V.A.R.A.-ZENDER. BOYCOT VAN DUITSCHE GOEDEREN WIJZIGING H. O-WET. Het scheidsgerecht doet uitspraak. OOSTZANERS NAAR DE WERK VERSCHAFFING. FINANCIERING DER INDISCHE PENSIOENEN. DE AARD APPELUIT V OER ENGELAND. NAAK Een gevoelige slag voor onzen export- De bereikte resultaten geven toch nog reden tot tevredenheid. DE FRUITPRIJZEN IN DE BETUWE. II (Slot). Toen in katholiek Nederland de discussie rond het kapitalisme en het „kapitalisme nog levendig was, werd het geldend econo misch systeem herhaaldelijk gekwalificeerd als het stelsel der winsteconomie, waartegen over de vaan der behoeftebevredigingseco nomie diende te worden geheven. Sinds Q. A. onder ons t.a.v. het maatschap pelijk vraagstuk eenigermate een eenheids front heeft geschapen, is de kwalificatie winsteconomie als kenschetsing van het „kapitalisme" verstomd. Echter wordt zij nog met voorliefde door coöperatoren gebezigd om den particulieren handel te disqualifi- ceeren tegenover de verbruikscoöperatie, wier activiteit in de eerste plaats op de behoeftebevrediging wordt gezegd te zijn ge richt. Intusschen is de tegenstelling winstecono mie behoeftebevredingseconomie hier evenzeer misplaatst. Wij laten daar, dat de „winst", die de par ticuliere handel behaalt of niet behaalt het loon moet vertegenwoordigen voor den arbeid van vaak een heel gezin en dat de totale „winst" door de ongebreidelde con currentie vaak amper toereikt om in het levensonderhoud der zelfstandige werkers te voorzien. Wij laten ook daar, dat, waar de ver- bruikscoöDeratie im groszen und ganzen de prijspolitiek van het particuliere bedrijf volgt, het den coöperatoren er juist om be gonnen blijkt te zijn de winst, die het be drijf oplevert, gezamenlijk te incasseeren, zoodat hier met hetzelfde recht van winst economie zou kunnen worden gesproken. De „winsteconomie" als zoodanig is niet het sociale euvel. Het streven naar behartiging der stoffe lijke belangen van zich en zijn gezin als pri maire drijfveer tot economisch handelen is niet de kernfout van het „kapitalisme". Die kernfout is het ontbreken van een concrete juridische maatschappelijke ordening, tot breideling der verschillende individueele winststrevingen. Wat wij van het winststreven te denken hebben, zegt ons „Quadragesimo Anno" „Het is niet verboden, dat zij, die zich toe leggen op de productie van goederen, hun fortuin op eerlijke en rechtschapen wijze vermeerderen; integendeel het is billijk, dat hij, die de gemeenschap een dienst bewijst en haar rijker maakt, zelf ook dienovereen komstig profiteert van de toename der ge meenschappelijke goederen, als dit alles maar gezocht wordt met de verschuldigde onderwerping aan Gods wetten, zonder de rechten van anderen te schenden, en hij ze gebruikt volgens de beginselen van geloof en rede". Het is duidelijk, dat de particuliere pro ductie en handel geen enkele „winst" zou den kunnen maken, als haar producten en prestaties niet door den consument werden gewaardeerd en nuttig geacht tot bevredi ging van zijn behoeften. Het is echter de taak der maatschappelijke ordening, die komen gaat, om aan te vullen wat aan het particuliere winststreven ont- brGPkt Het 'publiekrechtelijk georganiseerde be drijfsleven toegerust met de onmisbare verordenende bevoegdheid om alle bedrijfs- genooten in rechten te kunnen binden heeft onder toeziende leiding der overheid er voor te waken, dat het bedrijf goede pres taties levert tegen rechtvaardigen prijs en dat de activiteit van het bedrijf gericht is op een redelijke en zedelijke behoeftenbe- vrediging voor het volk. Het winststreven der individueele onder nemers als dusdanig zal kunnen en moeten blijven bestaan, evenals de concurrentie, voor het onderhouden waarvan waarlijk niet aan coöperatieve ondernemingen behoefte zal wezen. De middenstand is het volkomen eens met de coöperatieve beweging, dat de winsteco nomie de térm nu toch maar eens geno men als kenschetsing van het geldend econo misch stelsel niet kan blijven bestaan. Zij zal echter haar meester moeten vinden, niet in de verbruikscoöperatie, niet in de samen werking der consumenten, maar in de pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie, in de or dening naar bedrijfsschappen, die de katho lieke maatschappij-beschouwing als de ver lossing uit de huidige maatschappelijke wan- huishouding aanwijst. En nu het voornaamste. De coöperatieve gedachte is algemeen goed of algemeen slecht. Dit lazen wij met in stemming in een der laatste nummers van de Katholieke „Coöperatieve Beweging". De coöperatieve gedachte kan de door voering tot haar uiterste consequentie door staan of zij kan de consequentie niet door staan. De consequentie van de coöperatieve ge dachte is: handel en productie uitsluitend in handen van de samenwerkende verbrui kers. Het is duidelijk, dat de coöperatieve idee deze consequente doorvoering ad absurdum niet verdragen kan. Maar, wat erger is, zóó is ook duidelijk, dat de coöperatieve idee zoo lijnrecht moge lijk in strijd is met de maatschappelijke or deningsgedachte, die de kern vormt der katholieke maatschappijbeschouwing, zoo als zij laatstelijk in Q. A. haar monumentale formuleering heeft gevonden. De coöperatieve beweging streeft de orde ning van handel en productie na door „eigen hulp" van de verbruikers, door overname van de bedrijven, (niet door den staat, maar) door de samenwerkende verbruikers. Quadragesimo Anno wil de ordening van het bedrijfsleven doof de in publiekrechte lijke bedrijfsschappen gegroepeerde bedrijfs takken zelf onder toeziende leidmg van den Tusschen deze beide ordeningsgedachten gaapt een onoverbrugbare kloof, bestaat een onverzoenbare tegenstelling. De verbruikscoöperatie is in wezen mets dan een uiting van in het collectieve over gezet individualisme. t. Aan haar, evenals aan de socialisatie, is de coöperatieve, organische bedrijfsorde- ningsgedachte van de katholieke maat schappijbeschouwing ten eenenmale vreemd. Het is de taak van ons Nederlandsche katholieken, en vooral van onze katholieke sociale organisaties, om deze ordeningsge dachte te verwezenlijken, door publiekrech telijke bedrijfsorganen, toegerust met veror denende bevoegdheid, tot stand te brengen, en te doen functioneeren naar de wetten der sociale rechtvaardigheid. Daarop moet onze sociaal-organisatorische en onze staatkundige activiteit zijn gericht. Gelukkig wordt die taak steeds beter be grepen. „Laten zegt Quadr. Anno de vrije vereenigingen, die nu reeds een sterke positie innemen en zich verheugen mogen in zulke zegenrijke resultaten, de taak op zich nemen, in den zin der christelijke maatschappijleer, de wegbereiders te zijn voor die volmaak tere vereenigingen of „bedrijfsschappen", en deze naar beste vermogen verwe zenlijken". Is hiermede propageering van de coöpe ratiegedachte ideëel te vereenigen De katholieke middenstandsbeweging heeft er nooit aan gedacht en denkt er niet aan de bevoegdheid tot verbruikscoöperatie uit een oogpunt van rechtvaardigheid of van naastenliefde te betwisten, zoolang een waar achtige ordening van het economisch leven het huidige stelsel der stelselloosheid niet heeft vervangen. De katholieke middenstandsbeweging heeft steeds de verbruikscoöperatie ten volle er kend, geëerbiedigd en gewaardeerd als een vruchtbare uiting van den emancipatiewil van den arbeidersstand. Daaraan ontleent zij, nu Q. A. het centrale doelwit voor de katholieke sociale beweging heeft opgesteld, nu de belangstelling en de activiteit der Nederlandsche katholieken op de verwezenlijking van dat doel dient te worden geconcentreerd en, naar steeds meer blijkt, met succes zal worden gecon centreerd het recht, om met de gepaste klem deze ernstige vraag te stellen. Mr. B. „Niet in den storm is de Heer", zegt de heilige Schrift, maar dat verhindert som migen menschen niet in „storm" veel heil te zien. Zoo is nu te Tilburg weer in oprich ting een Landelijk Stormcomité, van welks plannen we den lezer reeds op de hoogte stelden. Men vraagt zich als men van een en ander kennis neemt vooreerst af, waar om de menschen hun activiteit toch niet liever ontplooien in nauw contact met de staatkundige organisatie, welke met haar kernvorming juist de vurige activisten zoekt. Vervolgens bewijst het program alweer, hoezeer er ook in die kernen behoefte aan voorlichting zal bestaan. Daarom behoeft men slechts het program punt voor punt te volgen 1. „Vermindering van het aantal Kamer leden" en „intensiever werk in, de Kamer commissies". Weten de opstellers, wat de Kamerleden werkelijk doen Laten zij b.v. eens de schriftelijke gedachtenwisseling over de Omzetbelasting lezen. Misschien begrijpen zij dan, dat er heel intensief gewerkt moet worden om zulke stukken samen te stellen. Geen „algemeene beschouwingen". Bedoelt men, dat alleen de artikelen der aanhan gige ontwerpen moeten worden besproken Dat er dus alleen over begrootingsposten ge sproken worden zal Maar dat gaat een voudig niet zonder algemeene beschouwin gen. 2. Op welken grond wil men ambtenaren het organisatierecht ontzeggen Als men zou zeggen: actief- of passief kiesrecht, stond de zaak nog anders.'Mag ook een Kamerlid geen voorzitter van de Kamer meer zijn Dit zijn toch twee onderscheiden openbare functies, welke één persoon vervult. Mag een Eerste Kamerlid geen professor meer wezen of rijksadvocaat of rechter Mag iemand niet tegelijk Statenlid en burgemees ter zijn Waarom niet Dit zijn immers zeer dikwijls dingen, welke geheel afhangen van persoonlijke capaciteiten. 3. Bevordering eener nationale econo mische politiek. Accoord; natuurlijk zeggen alle partijen met de hand op 't hart, dat zij deze politiek willen. 4. Hulpverleening aan den noodlijdenden middenstand, toe te passen op denzelfden grondslag als de regeeringshulpverleening aan den landbouwstand. Er is heelemaal geen „grondslag" van steun aan den landbouwstand Er zijn verschil lende, principieel uiteenloopende systemen van steunverleening. Het eene stelsel s.teunt het bedrijf, het andere het individu. Tegen steun aan den middenstand bestaat stellig geen bezwaar als men maar eenigszins toe licht, wat bedoeld wordt en den finan- cieelen kant in 't oog wil vatten. 5. Een indexcijfer bestaat; de loonen er naar regelen, heeft wijlen dr. Nolens al jaren geleden voorgesteld. De zaak kan worden onderzocht, dan zal men ook de moeilijke zijde zien. 6. Invoering eener rijksregeling inzake de bevoegdheid van semi-ambtenaren, waaron der te rekenen alle functionarissen van vak groepen en vereenigingen op economisch en sociaal gebied. Deze aangelegenheid kan misschien in de bedrijfsradenorganisatie geregeld wórden. 7. Instelling van een onpartijdig onder zoek naar het algemeen beheer der gelden van de wettelijke sociale verzekeringen en reorganisatie van den desbetreffenden dienst, in dier voege, dat niet meer het grootst per centage van de opbrengst der bedoelde wet telijke verzekeringen aan de administratie der Raden van Arbeid e.d. wordt verspild Wij teekenen hierbij aan, dat het beheer onder een zeer scherpe controle staat. De be wering, als zou het grootste percentage aan de Raden van Arbeid worden verspild, be rust op fantasie. Hoe komt men. er toch aan 8. Uitbreiding der werkverschaffing met arbeidsverplichting voor alle steuntrekken- den. Accoord, wat de uitbreiding betreft en veel te zeggen voor de verplichting. Maar dan zal heel de steunregeling c.a. moeten worden herzien, tenzij men inflatie wil. 9. Buitenlanders zullen in Nederland slechts dan werkzaam mogen zijn, als hun arbeid niet door Nederlanders kan worden verricht. Veel voor te zeggen, mits men het risico van represailles wel terdege overwegen wil. 10. Afschaffing van vrouwenarbeid bij de openbare ambten en in de industrieele bedrijven. Ambtenaren kunnen niet tot dit Storm comité toetreden. Evenmin kunnen leden zijn van het R. K. Stormcomité, die in de openbare besturen zitting hebben, tevens een bestuursfunctie in dat Comité of in de R. K. Kiesvereenigingen vervullen. Accoord wat de gehuwde vrouwen betreft, voor zoover ze geen kostwinster zijn. Wil men ook aJle ongehuwde vrouwen weren Waar moeten die dan heen De onvereenigbaarheden in de volgende alinea zijn ons weer niet duidelijk. De vraag rijst trouwens of de stellers van het mani fest de beteekenis van hun desiderata door zien. Iedereen wil tegenwoordig regeeren: dat beteekent echter volstrekt niet, dat ieder een nu ook regeeren kan. De meeste men schen zouden beter doen allereerst eigen zaken goed te besturen. Dan volgt van zelf eenige voorzichtigheid bij de beoordeeling van het beleid over de publieke zaak. MGR- C. VAN DER PAS NAAR INDIë TERUG. Z. Exc. Mgr. Clemens van der Pas, van de Orde der Carmelieten, Apostolisch Prefect van Malang, zal Donderdag 7 September a.s., na een half jaar verblijf in het vaderland, weder naar zijn Missiegebied terugkeeren. Met hem vertrekt de Zeereerw. Pater Me thodius Hendriks uit het Carmelietenklooster te Boxmeer, die eveneens in de Missie van Oost- Java werkzaam zal worden gesteld. PATER CORNELIS STIPHOUT S.J- In het Canisius-College te Nijmegen herdenkt op 12 September a.s. de Zeereerw. Pater Corne lls Stiphout S.J. zijn gouden Priesterfeest. Ondanks zijn hooge jaren is hij nog in het bezit van een goede gezondheid en is hij een voorbeeld van opgewektheid, De „St. Jansklokken" bevatten de volgende beschikking van Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch: BISSCHOPPELIJKE BESCHIKKING. Overwegende dat de heer Ernest Michel, wo. nende te Malden, tot nu toe, niettegenstaande Onze herhaalde vermaningen hardnekkig ge weigerd heeft zich te onderwerpen aan de hem bekende wettelijke gevolgen van de veroordee ling van zijn boek, getiteld „Neo Communisten" en opzettelijk geen gebruik heeft willen maken van een hem ter oplossing dezer kwestie aange boden mondeling onderhoud en evenmin van zijn kerkrechtelijke bevoegdheid bij den H. Stoel in beroep te gaan van onze veroordee ling, overwegende dat dezelfde tegen het uitdruk, kelijk verbod hetzelfde verboden boek onver beterd en onveranderd opnieuw in het licht heeft gegeven, dat hij voortgaat ook in andere geschriften dezelfde verderfelijke ideeën als in bovenge noemd verboden boek te verspreiden; zelfs na het bekende herderlijk schrijven van het Ne- derlandsch Episcopaat van 15 Juli 1.1., overwegende, dat hij willens en wetens in gebreke is gebleven de hem op 23 en laatste lijk op 27 Augustus j.l. door Ons opzettelijk aangeboden en aanbevolen gelegenheid door publiceering eener onderteekende „Verklaring van Retractatie", te benutten, om openlijk zijn spijt te betuigen over zijn zware overtredin gen der Kerkelijke Tucht, om de door hem ge geven openbare ergernis te herstellen, en deze publicatie onnoodig te maken, verklaren Wij genoemden Ernest Michel om zijne openbare en hardnekkige weerspannig heid, om de zware ergernis, die hij voortgaat te geven „publiek onwaardig" (publice indig- num) om, waar ook, de H.H. Sacramenten te ontvangen, en verbieden Wij hem, waar ook, tot de H.H. Sacramenten te naderen. Deze verklaring en dit verbod zal van kracht blijven tot zoolang genoemde Ernest Michel openlijk zijn spijt zal hebben betuigd over deze zware overtreding der kerkelijke wet, en de door hem gegeven ergernis naar het oordeel der Kerkelijke Overheid op voldoende wijze zal hebben hersteld. 's-Hertogenbosch, 31 Augustus 1933. De collega's van wijlen Henri Borel aan het Haagsche „Vaderland" zijn niet zeer gelukkig geweest met de berichtgeving betreffende het overlijden van hun vroegeren confrater. Don derdagavond vulden zij eenige mededeelingen in het ochtendblad aan met bijzonderheden over de bekeering van Borel, die een nogal tendentieuzen indruk maken. „Wij stellen er prijs op mede te deelen, zoo heette het in het blad, dat gedurende de lange jaren, dat we met hem samenwerkten, onze indruk steeds is geweest, dat de heer Borel er nimmer over zou denken tot de R. K. Kerk over te gaan, zelfs uit recente gesprekken nog. Maandag j.l. zond de heer Borel ons nog kopij voor de courant, Dinsdag werd ons ge meld, dat hij ziek was, Woensdag dat hij be wusteloos was en in den loop van den nacht, die achter ons ligt, werd ons mededeelmg gedaan van het verscheiden, voorzien van de H. Sacramenten der R. K. Kerk". On-critische en ondeskundige lezers zou den hieruit de conclusie kunnen trekken, dat Henri Borel in bewusteloozen toestand en wel licht buiten zijn wil in de Kerk is opgenomen. Dit is natuurlijk onmogelijk. Over Borel's vroegere houding tegenover den godsdienst en speciaal tegenover ons H. Geloof, behoeven wij thans niet meer te schrijven, maar naar aanleiding van de boven- gesignaleerde berichtgeving hebben wij ons ten overvloede nog even gewend tot pastoor P. van Dorp te Scheveningen, die zooals wij reeds gemeld hebben, Henri Borel in de Ka tholieke Kerk heeft opgenomen en die ons met groote bereidwilligheid eenige inlichtingen gaf. Pastoor van Dorp verklaarde ons uitdruk kelijk, dat de heer Borel, na goede voorberei ding, met volkomen bewustzijn en in vol maakte overgave de Katholieke Kerk is bin nengegaan. De familie en de kunstschilder Antoon van Welic, die getuige van dit alles zijn geweest, zullen dit volkomen onderschrijven. Pastoor van Dorp sprak nog zijn verwonde ring uit over de veronderstelling bij de redac tie van „Het Vaderland", dat hij iemand, die In een toestand zou verkeeren, zooals het blad aangaf, in de Kerk zou opnemen. Het bericht in het „Dgbl. van N.-Brabant", waarin sprake is van een voorwaardelijk H. Doopsel, behoeft voor onze lezers wel geen commentaar. Deze voorwaarden zijn onder deze omstandigheden gebruikelijk, maar zij betref fen niet de persoonlijke instemming en de zui vere intenties van den doopeling, die in ieder geval geheel vrij en nadrukkelijk gebleken moeten zijn. Er zouden over het sterfbed van Henri Borel nog zeer stichtende bijzonderheden gegeven kunnen worden, maar zij zijn van te intiemen aard en daarom wilden wij het thans hierbij laten. (Van een bijzonderen correspondent). Even na de luisterrijke Pontificale Hoogmis gecelebreerd door den HoogEerw. heer dr. H. Lamy, prelaat der abdij, kwamen de deelne mers een laatste maal bijeen voor de slot vergadering. Mgr. Cruysberghs, vice-rector van de Uni versiteit van Leuven, zou al de schoone les sen van deze dagen samenvoegen tot een practische slotsom: de Vorming tot de kuisch- heid. Met zijn bekende welsprekendheid ontwik kelde de gevierde redenaar zijn onderwerp. De christelijke deugd moet aan den mensch soliede motieven geven tot handelen, een ide aal waarmee en waarvoor hij kan sterven. Wat hebben wij van de Virgo virginum te leer? Dat kuischheid een levensideaal is. Maria is het toonbeeld der kuischheid in den niet gehuwden en in den gehuwden staat. Het levensideaal van de maagd Maria. Haar woord „quomodo fiet istud quoniam virum non cognosco" is een verklaring, waarbij met de levensopvatting? der joodsche vrouwen wordt gebroken en waarbij het christelijke maagde lijke ideaal wordt opgebouwd. Vanwaar in Ma ria die opvatting? Uit de volheid van haar genade. Zij wil los van de wereld onverstoord en onverdeeld aan God zijn. Wij priesters, kun nen door ons celibaat Maria's ideaal overne men. De Kerk legt ons op idealisten te zijn van de maagdelijkheid. Het ideaal moeten we aan onze jeugd voorhouden, niet alleen als een „Du solist nicht" maar als iets positiefs: de gave van wat we zijn aan God. Maria is ons uitgangspunt. Het levendoel van de Moeder Maria: „Ecce ancilla Domini" Moeder worden voor_ Maria is dienaresse zijn van God, vol eerbied en oot- moet tegenover Gods plannen. Het messianische moederschap was voor de Israëlitische vrouwen een machtsdroom; voor Maria was het dienst baarheid. Hoe zou Maria immers de volle be teekenis en de volledige gevolgen van haar ja-woord niet hebben ingezien? In ieder moe derschap ligt iets van Maria's moederschap. In onze eeuw waar het materialisme ook het echtelijk leven ontreddert, moeten wij pries ters ons volk, het toonbeeld van Maria voor houden: eerbied en betrouwen hebben, dienst baar zijn in Gods schoonste werk, de voort zetting van het menschelijk geslacht. Dat dubbel ideaal moeten wij ronddragen: Maria de Maagd en Maria de Moeder. Wijzen we steeds zooals het ons Jesus deed op Maria: Fili, ecce Mater tua! Deze gloedvolle rede werd langdurig toe gejuicht. Iedereen betoonde zijn geestdrift en het was werkelijk in aller naam dat de Hoog- eerw. prof. dr. Bittremieux, voorzitter, den Hoogeerw. redenaar bedankte. Zijn dankwoord ging vervolgens tot alle sprekers en bijzonder tot den Hoogeerw. heer Lamy en zijn kloos terlingen om de goede zorgen voor de in richting van de dagen. Heel speciaal vernoem de de eerw. voorzitter mgr. Sweens en de tal rijke Noord-Nederlandsche deelnemers en drukte den wensch uit, dat de verbroedering in Mariale studie en godsvrucht zou blijven stijgen de volgende jaren. De Mariale Dagen zelf werden rijkelijk ge zegend, mogen ze vele vruchten voortbrengen in de zielen der deelnemers en langs hen in de zielen der geloovigen, die hun zijn toe vertrouwd. Onmiddellijke invrijheidstelling verzocht. Naar wij vernemen, heeft mr. E. O. Gold stein den Minister van Justitie verzocht de on middellijke invrijheidstelling te gelasten van zijn cliënt, den heer Is. Leenes. Zooals men zich zal herinneren, werd in December 1932 de ge vangenhouding van den heer Leenes bevolen ter zake van gestelde verduistering, gepleegd op 8 Augustus en voorts ter zake van oplich ting, welke gepleegd zou zijn in het begin van 1932. Bij de dagvaarding voor de terechtzit ting werd aan hem echter alleen verduistering, opTterschillende data gepleegd ten laste gelegd en bij het vonnis der Haagsche rechtbank werd de heer Leenes alleen veroordeeld wegens ver duistering, gepleegd op 26 Januari 1932, terwijl hij van alle andere ten laste gelegde verduis teringen, dus ook die waarvoor zijn gevangen houding was bevolen, werd vrijgesproken, met opheffing te dien aanzien van de voorloopige hechtenis. Mr. Goldstein stelt thans, dat, daar de heer Leenes niet is gedagvaard wegens op lichting binnen 30 dagen na de laatste verlen ging van het te dier zake gegeven bevel tot ge vangenhouding, dat bevel, wat dit feit betreft, daarmede was vervallen. Nu ook de rechtbank ten opzichte van het andere punt de voor loopige hechtenis heeft opgeheven, bestaat er volgens mr. Goldstein geen enkel recht meer, den heer Leenes nog langer vast te houden. Aangezien de advocaat-generaal bij het Haag sche Hof, mr. speyart van Woerden, bij welk Hof de zaak in hooger beroep nog hangende is, het verzoek tot invrijheidstelling heeft ge weigerd, heeft de heer Goldstein zich tot den minister gewend, omdat het wetboek van straf vordering geen rechtsmiddel aan wijst, om bij de rechterlijke instanties de gevraagde invrij heidstelling te verkrijgen. Geen gevaar voor radio-oorlog meent de minister. Op de vragen van den heer Boon, in verband met de radio-uitzending door de V. A. R. A. van programma's van Duitsche strijdliederen door middel van gramaphoonplaten, heeft de heer De Wilde, minister van Binnenlandsche Zaken, geantwoord, dat bij het in gebruik ne men van den Kootwijkzender de V. A. R. A. meende het belang, dat aan die ingebruikne ming ten grondslag lag, te dienen door haar uitzendingen over dezen zender in het Neder landsen, Ifuitseh, Engelsch en Fransch aan te kondigen. Nadat de radio-omroep controle commissie daarop aanmerking had gemaakt, heeft de V. A. R. A. de aankondiging in vreem de talen onmiddellijk gestaakt. Gp grond van deze haar aanvankelijke mee ning is het voorgekomen, dat de V. A. R. A., na aankondiging in de Duitsche taal door mid del van Gramofoonplaten strijdliederen van Duitsche origine heeft uitgezonden. De vraag, of de minister niet van oordeel is, dat de verantwoordelijkheid der regeering zeer is vergroot, nu deze uitzendingen via den re- geeringszender plaats vinden en dat het be schikbaarstellen van dezen zender aan verkeer de uitlegging zal bloot staan, beantwoordt de minister ontkennend, aangezien hetgeen voor uitzending wordt toegelaten niet afhankelijk is van het instrument, waarmede de uitzending geschiedt, doch uitsluitend wordt bepaald door de regelen, gesteld in de wet en de daarop steunende uitvoeringsvoorschriften. In verband met het bovenstaande acht de mi nister de mogelijkheid, dat bovenbedoelde uit zendingen contra-uitzendingen in de Neder landsche taal zouden kunnen uitlokken, zoodat een zeer ongewenschte radio-oorlog zou ont staan, niet aanwezig. Bedoelde strijdliederen waren in het door de V. A. R. A. aan de radio-omroep controle-com missie ingezonden programma aangekondigd als gramofoonmuziek zonder meer. Aangezien voor keuring van programmanummers met een zuiver muzikaal karakter als regel geen aan leiding bestaat, vond controle van de boven bedoelde gramofoonmuziek niet plaats. Toen der commissie gebleken was, dat van deze omstandigheden door de V. A. R. A. het gewraakte gebruik is gemaakt, zijn onverwijld maatregelen getroffen om dergelijke uitzen dingen zonder voorkennis der commissie c. q. zonder haar controle te voorkomen. De minister is van meening, dat voorshands met de door de radio-omroep controle-com missie genomen maatregelen kan worden vol staan. Door de regeering afgekeurd. Op de vragen van den heer Lovink, betref fende het standpunt der regeering terzake van de hier te lande gevoerd wordende propaganda voor boycot van Duitsche goederen heeft de heeft de Graeff, minister van Buitenlandsche Zaken, geantwoord, dat de regeering zich wenscht te bepalen tot de verklaring, dat zij een boycot als bedoeld afkeurt, omdat daardoor zoowel economische belangen van Nederland als de goede verhouding tot een bevriende natie zouden kunnen worden geschaad. Rechtstreek- sche maatregelen tegen boycot van vreemde goederen liggen echter buiten het vermogen der regeering. Men meldt ons uit Amsterdam: Naar aanleiding van de staking in het stuca- doorsbedrijf hebben B. en W. het scheids gerecht voor de bouwvakken uitgenoodigd, zich met deze aangelegenheid bezig te houden en omtrent de rechtmatigheid van deze sta king een uitspraak te doen. Deze uitspraak is thans gevallen en ter kennis van B. en W. gebracht. Zij luidt o.m. als volgt: Aangezien de vertegenwoordigers van de patroonsorganisaties en van de moderne, K.K. en Christ, werkliedenorganisaties reeds te voren door den voorzitter waren gehoord, heeft het scheidsgerecht in de op Woensdag 30 Augustus gehouden zitting, ter bespreking van de staking in het stucadoorsbedrijf, slechts de afd. Amsterdam van de Land. fed. van bouwvakarbeiders en de Amst. vereen, van werkers in het stucadoorsbedrijf opgeroepen, om inlichtingen inzake het conflict te ver strekken. Van beide organisaties waren ver tegenwoordigers verschenen, die verklaarden, dat de staking niet is uitgeroepen door hun organisaties, doch dat het initiatief van de arbeiders zelf is uitgegaan en dat de staking wordt geleid door een stakingscomité. Zij verklaarden echter, dat zij deze staking vol komen goedkeurden en haar steunden. Wat nu het oordeel van het scheidsgerecht aangaat, brengt dit ter kennis van B. en W., dat het, voor zoover het betreft de stakende leden van de organisaties, die partij zijn bij het collectieve arbeidscontract voor het stu cadoorsbedrijf, ook deze staking onrechtmatig acht, daar zij in strijd is met de tarief over eenkomst, die op wensch der regeering is ge sloten. Ten aanzien van de stakende leden van or ganisaties, die niet partij zijn bij de collectieve arbeidsovereenkomst en van ongeorganiseerde stakende stukadoors en opperlieden, zou de staking slechts dan onrechtmatig zijn, indien er een regeling zou bestaan, waardoor collec tieve arbeidsovereenkomsten voor een geheel bedrijf bindend konden worden verklaard en een dergelijke verklaring voor het stucadoors bedrijf was tot stand gekomen. Tegen het gezag gericht. Dit neemt echter niet weg, dat deze staking moet worden beschouwd als een, die tegen het openbaar gezag is gericht. Het scheidsgerecht heeft dan ook ten slotte nog de vraag besproken, of eenige maatregel moest worden getroffen ten aanzien van de stucadoors, die verklaren niet te kunnen wer ken, hetzij doordat zij door het staken der opperlieden geen materialen kunnen krijgen, hetzij doordat zij door molest of bedreiging met molest verhinderd worden te arbeiden. Het meent, dat al op alle manieren moet worden getracht, deze werklieden in pogingen om het werk te hervatten, te steunen en dat overigens de stucadoorspatroons, bij wie zich een dergelijk geval voordoet, dit aanhangig behooren te maken bij de arbitragecommissie, welke is ingesteld krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst voor het stucadoors bedrijf. I DOOS 20 CT-TUBE 55 en 60 CT. 1 De raad besluit tot beëindiging der uitzending. In de Donderdag gehouden spoedvergadering van den raad van Oostzaan is scherpe critiek uitgeoefend op het beleid van B. en W. betref fende het uitzenden van arbeiders naar de rijkswerkverschaffing in den Wieringermeer- polder. Het scheen volgens de verklaringen van den voorzitter geheel tot de competentie van B. en W. te behooren, hetgeen door de S.D.A P.-fractie ten stelligste werd tegenge sproken. B. en W. hadden destijds een toezeg ging gedaan om te zijner tijd met voorstellen tot uitzending te komen, doch zij hebben hier aan geen gevolg gegeven en hebben, zonder een besluit van den raad af te wachten zelf de uitzending ter hand genomen. De heer Krosse (S.D.A.P.) beschuldigde den voorzitter van het verstrekken van verkeerde inlichtingen aan enkele arbeiders, als zou spr's fractie nim mer een tegenvoorstel tot uitzending hebben ingediend. De raad besloot tenslotte met 5 tegen 3 stem men en 2 blanco, de uitzending te doen be ëindigen en B. en W. uit te noodigen, hieraan gevolg te geven. Treedt 4 September in werking. Staatsblad no. 462 bevat het Kon. besluit van den 28sten Augustus 1933, tot vaststelling van het tijdstip, waarop de wet van 7 Augustus 1933 (Staatsblad no. 420) tot wijziging en aan vulling der hooger-onderwijswet, in werking zal treden. De dag der inwerkingtreding is be paald op 4 September 1933, Reel. 7609—5 9 Naar aanleiding van het bericht betreffende den invoer van aardappelen in Engeland ver nemen wij van welingelichte zijde, dat de maat regelen der Engelsche regeering, hoewel niet onverwachts komende, toch onzen reeds zoo zwaar getroffen export opnieuw een gevoeligen slag toebrengen. Nederland is steeds het voornaamste export land voor aardappelen naar Engeland geweest. In de vier maanden September tot en met December 1930 exporteerde Nederland 24 mil- lioen K.G. aardappelen naar Engeland. In 1931 konden wij onzen export in die maanden ver meerderen tot 80 millioen K.G. Toen kwam het Engelsche invoerrecht op aarappelen van 1 pond sterling per ton, waar door onze export over genoemde maanden in 1932 slechts 12 millioen bedroeg. Hoewel 1932 dus reeds een zeer slecht jaar voor onzen export is geweest worden wij thans gecontingenteerd op 60 pet. van de geexporteer- de hoeveelheid in dat ongunstige jaar. Zooals reeds gemeld is mogen wij thans slechts 8 millioen K.G. aardappelen uitvoeren. Toch mogen wij. aldus deelde men ons mede, bij alle bezorgdheid voor de toekomst van onzen export niet ontevreden zijn over het in de huidige omstandigheden bereikte resultaat. Aanvankelijk wenschte de Engelsche regee ring ons slechts een contingent van 4 millioen Kilogram aardappelen toe te staan. Betrokken autoriteiten, waarbij de Neder landsche belangen door den landbouwconsu- lent te Londen dr. Gerritsen werden behartigd, hadden plaats gehad, heeft men ons echter het dubbele van de ons toegedachte hoeveelheid toegestaan. Afgifte van certificaten. De Minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat met ingang van 1 September voor den uitvoer van aardappelen naar Enge land certificaten zullen worden afgegeven. Hiermede is belast de heer mr. L. Niemöller te 's-Gravenhage. Het bedrag ter bestrijding van de kosten, ver bonden aan het afgeven dier certificaten is vastgesteld op 0,05 per 100 K.G. Commissie van onderzoek ingesteld inzake eventueele her ziening. De Minister van Staat, Minister van Koloniën, heeft onder dagteekening van 30 Augustus, ingesteld een commissie, met de opdracht A. een onderzoek in te stellen naar de vraag of in verband met den budgetairen toestand van Nederlandsch-Indië, de geldende stelsels van financiering der pensioenen van het Indi sche overheidspersoneel en der uitkeeringen aan de door dat personeel nagelaten weduwen en weezen herzien dienen te worden en zoo ja, in welken zin B. binnen den kring van haar onderzoek bo vendien te betrekken de verschillende vraag punten, welke rechtstreeks of zijdelings ver band houden met de opdracht sub A. Tot lid en voorzitter van die commissie is benoemd de heer C. W. Bodenhausen, oud-vice- president van den Raad van Ned.-Indië, oud directeur van Financiën in Nederlandsch-Indië. Bepaald is, dat deze commissie, die den naam zal dragen van .Pensioenfinancieringscommis- sie", uit haar midden een lid als secretaris zal aanwijzen, dan wel zich, onder voorbehoud van goedkeuring van den Minister van Koloniën, buiten haar midden een secretaris zal kunnen toevoegen. Tenslotte is aan de commissie opgedragen omtrent de resultaten van haar onderzoek aan den Minister van Koloniën rapport uit te brengen zoo mogelijk vóór 1 Januari 1934, doch in elk geval binnen zes maanden na de dag teekening van dit besluit. NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN IN NEURENBERG. Een gezelschap Nederlandsche journalisten, die een reis van enkele dagen door het Roer gebied hebben gemaakt, zijn, naar Wolff meldt. Donderdag in Neurenberg aangekomen, waar momenteel het partijcongres wordt gehouden van de N.S.D.A.P. Aan het station werden de bezoekers door twee vertegenwoordigers van het ministerie van volksvoorlichting en propaganda verwel komd. Des avonds was er een begroetingsplechtig heid, die in verband met den verjaardag van H. M. de Koningin een bijzonder feestelijk ka rakter droeg. DE BENOEMING VAN CARL FLESCH- Inzake c(e mogelijke benoeming van Carl Flesch aan het conservatorium te Amster dam, deelde de heer Sem Dresden aan V. D. mede, dat er nog geen contact geweest is, tus schen het bestuur van het conservatorium en Carl Flesch. Hoewel de heef Dresden niet wil de beweren, dat hij de benoeming van Carl Flesch niet waarschijnlijk acht, bevinden de onderhandelingen zich niet in een dusdanig stadium, dat men zich aan eenige voorspel ling betreffende het resultaat kan wagen, KON. NED. HOOGOVENS EN STAALFABR. Ertsaanvoer in Augustus j.l. hooger dan in 1932. In de afgeloopen maand werd een hoeveelheid van 46.487 tons ijzererts voor de hoogovens te IJmuiöen aangevoerd. In Augustus van het vorig jaar bedroeg de ertsaanvoer voor dit bedrijf slechts 23.083 tons, dus thans de dubbele hoe veelheid. In de afgeloopen acht maanden be droeg deze aanvoer 295.496 tons tegen 250.902 tons in dezelfde periode van 1932. Geen invloed van de invoerrechten. Men schrijft ons uit de Betuwe: De eerste week na de bekendmaking der rechten, waarmede onze regeering het buiten landsche fruit heeft belast, heeft m de veilings- prijzen van het inlandsch fruit weinig of geen noemenswaardige verandering aangetoond. Wel liepen in den beginne de noteeringen even met eenige centen de hoogte in, maar spoedig trad een reactie in, die de prijzen tot het niveau van de vorige week terug voerde. In de handel zit nog geen schot. Wel doen enkele soorten pruimen, die aan hun eind raken, n goede besomming, maar soorten, waarvan er thans veel in aanvoer komen, bijvoorbeeld Reine Victoria, toonen opnieuw neiging tot zskk6n. Peren noch druiven zijn noemenswaardig in prijs gestegen, zelfs hier en daar tot op of onder het oude peil teruggevallen. Kortom, degene, die van gevoelen was, dat de invloed van de tarieven op buitenlandsche producten direct merkbaar zou worden, schijnt zich tot nu wel vergist te hebben. HEFFING VARKENSVLEESCH. De Minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat de heffing op de binnenlandsche slachting van varkens op den invoer van var- kensvleesch ongewijzigd wordt, verlengd tot 14 Ottober 1933. GEWEIGERDE VERGUNNING VOOR ARBEIDSBEMIDDELING. De minister van sociale zaken heeft vergun ning geweigerd tot het uitoefenen van arbeids bemiddeling met winstoogmerk aan W. A. Bos boom, Valeriusstraat 127, te Amsterdam, voor artisten en musici, uit overweging, dat niet is gebleken, dat aanvrager reeds op den eersten Maart 1929 arbeidsbemiddeling met winstoog merk uitoefende; aan R. van der Hilst, Am- stel 50 te Amsterdam, voor artisten en musici, op grond van dezelfde overweging aan M. van Wildernis, Sluysstraat 76 te Rotterdam, voor artisten en musici, eveneens op grond van de zelfde overweging aan N. Goudsmit, Paleis straat 31, te Amsterdam, voor vrouwelijk dienstpersoneel, reizigers en vertegenwoordi gers, mede op bovengenoemden grond en voorts uit overweging, dat het uitoefenen van arbeids bemiddeling door aanvrager gevaar oplevert voor de belangen van hen, die zijn bemidde ling inriepen aan F. L. F. Dellebare, Sumatra- straat 84III te Amsterdam, voor artisten en aan D. G. H. Wieringa, Ged. Zuiderdiep 28 te Gro ningen, voor beiden uit overweging, dat het uitoefenen van arbeidsbemiddeling door deze aaanvragers gevaar oplevert voor de belangen van hen, die hun arbeidsbemiddeling inroepen. HERFSTDIENST LUCHTLIJN OP ZEELAND. De exploitatie van de binnenlandsche lucht- diensten wordt ook gedurende den herfst voort gezet. Op de Zeeuwsche luchtlijn worden na 4 September ingrijpende veranderingen van kracht. In de eerste plaats vervalt de exploita tie op het traject VlissingenKnocke/Zoute, daar voor deze badplaatsen het seizoen ten ein de lóópt. Op het overblijvende traject tot Vlis singen wordt de uitvoering van den dienst be-, perkt tot Maandag, Donderdag en Zaterdag, met dien verstande, dat op die dagen in een ochtend en een middagdienst in iedere richting is voor zien; des Zaterdags wordt de ochtenddienst naar Zeeland tot na het middaguur verschoven. Deze dienstregeling duurt voort tot en met 18 Sep tember, den geprojecteerden einddatum voor de Zeeuwsche luchtlijn. Echter koestert de K. L. M. het voornemen, dit jaar de exploitatie voort te zetten en de lijn ook gedurende den winter open te houden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3