COÖPERATIE OF CORPORATIE.
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1933
STORMGOMITE.
pe yiedzclandsche tandpasta
„EIGEN HULPOF ORGANISCHE
ORDENING
ERNEST MICHEL.
Hem is door Mgr Diepen een
persoonlijk interdict
opgelegd.
HET OVERLIJDEN VAN
HENRI BOREL.
DE OMSTANDIGHEDEN VAN
ZIJN BEKEERING.
DE MARIALE DAGEN TE
TONGERLOO.
DE KWESTIE-LEENES.
HET STUCADOORS-CONFLICT.
DÜITSCIIE SOCIALISTISCHE STRIJD
LIEDEREN OVER DEN
V.A.R.A.-ZENDER.
BOYCOT VAN DUITSCHE GOEDEREN
WIJZIGING H. O-WET.
Het scheidsgerecht doet uitspraak.
OOSTZANERS NAAR DE WERK
VERSCHAFFING.
FINANCIERING DER INDISCHE
PENSIOENEN.
DE
AARD APPELUIT V OER
ENGELAND.
NAAK
Een gevoelige slag voor onzen
export-
De bereikte resultaten geven toch
nog reden tot tevredenheid.
DE FRUITPRIJZEN IN DE BETUWE.
II (Slot).
Toen in katholiek Nederland de discussie
rond het kapitalisme en het „kapitalisme
nog levendig was, werd het geldend econo
misch systeem herhaaldelijk gekwalificeerd
als het stelsel der winsteconomie, waartegen
over de vaan der behoeftebevredigingseco
nomie diende te worden geheven.
Sinds Q. A. onder ons t.a.v. het maatschap
pelijk vraagstuk eenigermate een eenheids
front heeft geschapen, is de kwalificatie
winsteconomie als kenschetsing van het
„kapitalisme" verstomd. Echter wordt zij nog
met voorliefde door coöperatoren gebezigd
om den particulieren handel te disqualifi-
ceeren tegenover de verbruikscoöperatie,
wier activiteit in de eerste plaats op de
behoeftebevrediging wordt gezegd te zijn ge
richt.
Intusschen is de tegenstelling winstecono
mie behoeftebevredingseconomie hier
evenzeer misplaatst.
Wij laten daar, dat de „winst", die de par
ticuliere handel behaalt of niet behaalt
het loon moet vertegenwoordigen voor
den arbeid van vaak een heel gezin en dat
de totale „winst" door de ongebreidelde con
currentie vaak amper toereikt om in het
levensonderhoud der zelfstandige werkers te
voorzien.
Wij laten ook daar, dat, waar de ver-
bruikscoöDeratie im groszen und ganzen de
prijspolitiek van het particuliere bedrijf
volgt, het den coöperatoren er juist om be
gonnen blijkt te zijn de winst, die het be
drijf oplevert, gezamenlijk te incasseeren,
zoodat hier met hetzelfde recht van winst
economie zou kunnen worden gesproken.
De „winsteconomie" als zoodanig is niet
het sociale euvel.
Het streven naar behartiging der stoffe
lijke belangen van zich en zijn gezin als pri
maire drijfveer tot economisch handelen is
niet de kernfout van het „kapitalisme". Die
kernfout is het ontbreken van een concrete
juridische maatschappelijke ordening, tot
breideling der verschillende individueele
winststrevingen.
Wat wij van het winststreven te denken
hebben, zegt ons „Quadragesimo Anno" „Het
is niet verboden, dat zij, die zich toe
leggen op de productie van goederen, hun
fortuin op eerlijke en rechtschapen wijze
vermeerderen; integendeel het is billijk, dat
hij, die de gemeenschap een dienst bewijst
en haar rijker maakt, zelf ook dienovereen
komstig profiteert van de toename der ge
meenschappelijke goederen, als dit alles
maar gezocht wordt met de verschuldigde
onderwerping aan Gods wetten, zonder de
rechten van anderen te schenden, en hij ze
gebruikt volgens de beginselen van geloof
en rede".
Het is duidelijk, dat de particuliere pro
ductie en handel geen enkele „winst" zou
den kunnen maken, als haar producten en
prestaties niet door den consument werden
gewaardeerd en nuttig geacht tot bevredi
ging van zijn behoeften.
Het is echter de taak der maatschappelijke
ordening, die komen gaat, om aan te vullen
wat aan het particuliere winststreven ont-
brGPkt
Het 'publiekrechtelijk georganiseerde be
drijfsleven toegerust met de onmisbare
verordenende bevoegdheid om alle bedrijfs-
genooten in rechten te kunnen binden
heeft onder toeziende leiding der overheid
er voor te waken, dat het bedrijf goede pres
taties levert tegen rechtvaardigen prijs en
dat de activiteit van het bedrijf gericht is
op een redelijke en zedelijke behoeftenbe-
vrediging voor het volk.
Het winststreven der individueele onder
nemers als dusdanig zal kunnen en moeten
blijven bestaan, evenals de concurrentie,
voor het onderhouden waarvan waarlijk niet
aan coöperatieve ondernemingen behoefte
zal wezen.
De middenstand is het volkomen eens met
de coöperatieve beweging, dat de winsteco
nomie de térm nu toch maar eens geno
men als kenschetsing van het geldend econo
misch stelsel niet kan blijven bestaan. Zij
zal echter haar meester moeten vinden, niet
in de verbruikscoöperatie, niet in de samen
werking der consumenten, maar in de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie, in de or
dening naar bedrijfsschappen, die de katho
lieke maatschappij-beschouwing als de ver
lossing uit de huidige maatschappelijke wan-
huishouding aanwijst.
En nu het voornaamste.
De coöperatieve gedachte is algemeen goed
of algemeen slecht. Dit lazen wij met in
stemming in een der laatste nummers van
de Katholieke „Coöperatieve Beweging".
De coöperatieve gedachte kan de door
voering tot haar uiterste consequentie door
staan of zij kan de consequentie niet door
staan.
De consequentie van de coöperatieve ge
dachte is: handel en productie uitsluitend
in handen van de samenwerkende verbrui
kers.
Het is duidelijk, dat de coöperatieve idee
deze consequente doorvoering ad absurdum
niet verdragen kan.
Maar, wat erger is, zóó is ook duidelijk,
dat de coöperatieve idee zoo lijnrecht moge
lijk in strijd is met de maatschappelijke or
deningsgedachte, die de kern vormt der
katholieke maatschappijbeschouwing, zoo
als zij laatstelijk in Q. A. haar monumentale
formuleering heeft gevonden.
De coöperatieve beweging streeft de orde
ning van handel en productie na door „eigen
hulp" van de verbruikers, door overname
van de bedrijven, (niet door den staat, maar)
door de samenwerkende verbruikers.
Quadragesimo Anno wil de ordening van
het bedrijfsleven doof de in publiekrechte
lijke bedrijfsschappen gegroepeerde bedrijfs
takken zelf onder toeziende leidmg van den
Tusschen deze beide ordeningsgedachten
gaapt een onoverbrugbare kloof, bestaat een
onverzoenbare tegenstelling.
De verbruikscoöperatie is in wezen mets
dan een uiting van in het collectieve over
gezet individualisme. t.
Aan haar, evenals aan de socialisatie, is
de coöperatieve, organische bedrijfsorde-
ningsgedachte van de katholieke maat
schappijbeschouwing ten eenenmale vreemd.
Het is de taak van ons Nederlandsche
katholieken, en vooral van onze katholieke
sociale organisaties, om deze ordeningsge
dachte te verwezenlijken, door publiekrech
telijke bedrijfsorganen, toegerust met veror
denende bevoegdheid, tot stand te brengen,
en te doen functioneeren naar de wetten der
sociale rechtvaardigheid.
Daarop moet onze sociaal-organisatorische
en onze staatkundige activiteit zijn gericht.
Gelukkig wordt die taak steeds beter be
grepen.
„Laten zegt Quadr. Anno de vrije
vereenigingen, die nu reeds een sterke positie
innemen en zich verheugen mogen in zulke
zegenrijke resultaten, de taak op zich nemen,
in den zin der christelijke maatschappijleer,
de wegbereiders te zijn voor die volmaak
tere vereenigingen of „bedrijfsschappen",
en deze naar beste vermogen verwe
zenlijken".
Is hiermede propageering van de coöpe
ratiegedachte ideëel te vereenigen
De katholieke middenstandsbeweging heeft
er nooit aan gedacht en denkt er niet aan
de bevoegdheid tot verbruikscoöperatie
uit een oogpunt van rechtvaardigheid of van
naastenliefde te betwisten, zoolang een waar
achtige ordening van het economisch leven
het huidige stelsel der stelselloosheid niet
heeft vervangen.
De katholieke middenstandsbeweging heeft
steeds de verbruikscoöperatie ten volle er
kend, geëerbiedigd en gewaardeerd als een
vruchtbare uiting van den emancipatiewil
van den arbeidersstand.
Daaraan ontleent zij, nu Q. A. het centrale
doelwit voor de katholieke sociale beweging
heeft opgesteld, nu de belangstelling en de
activiteit der Nederlandsche katholieken op
de verwezenlijking van dat doel dient te
worden geconcentreerd en, naar steeds
meer blijkt, met succes zal worden gecon
centreerd het recht, om met de gepaste
klem deze ernstige vraag te stellen.
Mr. B.
„Niet in den storm is de Heer", zegt de
heilige Schrift, maar dat verhindert som
migen menschen niet in „storm" veel heil
te zien. Zoo is nu te Tilburg weer in oprich
ting een Landelijk Stormcomité, van welks
plannen we den lezer reeds op de hoogte
stelden.
Men vraagt zich als men van een en
ander kennis neemt vooreerst af, waar
om de menschen hun activiteit toch niet
liever ontplooien in nauw contact met de
staatkundige organisatie, welke met haar
kernvorming juist de vurige activisten zoekt.
Vervolgens bewijst het program alweer,
hoezeer er ook in die kernen behoefte aan
voorlichting zal bestaan. Daarom behoeft
men slechts het program punt voor punt te
volgen
1. „Vermindering van het aantal Kamer
leden" en „intensiever werk in, de Kamer
commissies". Weten de opstellers, wat de
Kamerleden werkelijk doen Laten zij b.v.
eens de schriftelijke gedachtenwisseling over
de Omzetbelasting lezen. Misschien begrijpen
zij dan, dat er heel intensief gewerkt moet
worden om zulke stukken samen te stellen.
Geen „algemeene beschouwingen". Bedoelt
men, dat alleen de artikelen der aanhan
gige ontwerpen moeten worden besproken
Dat er dus alleen over begrootingsposten ge
sproken worden zal Maar dat gaat een
voudig niet zonder algemeene beschouwin
gen.
2. Op welken grond wil men ambtenaren
het organisatierecht ontzeggen Als men zou
zeggen: actief- of passief kiesrecht, stond de
zaak nog anders.'Mag ook een Kamerlid
geen voorzitter van de Kamer meer zijn
Dit zijn toch twee onderscheiden openbare
functies, welke één persoon vervult. Mag
een Eerste Kamerlid geen professor meer
wezen of rijksadvocaat of rechter Mag
iemand niet tegelijk Statenlid en burgemees
ter zijn Waarom niet Dit zijn immers zeer
dikwijls dingen, welke geheel afhangen van
persoonlijke capaciteiten.
3. Bevordering eener nationale econo
mische politiek. Accoord; natuurlijk zeggen
alle partijen met de hand op 't hart, dat zij
deze politiek willen.
4. Hulpverleening aan den noodlijdenden
middenstand, toe te passen op denzelfden
grondslag als de regeeringshulpverleening
aan den landbouwstand.
Er is heelemaal geen „grondslag" van steun
aan den landbouwstand Er zijn verschil
lende, principieel uiteenloopende systemen
van steunverleening. Het eene stelsel s.teunt
het bedrijf, het andere het individu. Tegen
steun aan den middenstand bestaat stellig
geen bezwaar als men maar eenigszins toe
licht, wat bedoeld wordt en den finan-
cieelen kant in 't oog wil vatten.
5. Een indexcijfer bestaat; de loonen er
naar regelen, heeft wijlen dr. Nolens al jaren
geleden voorgesteld. De zaak kan worden
onderzocht, dan zal men ook de moeilijke
zijde zien.
6. Invoering eener rijksregeling inzake de
bevoegdheid van semi-ambtenaren, waaron
der te rekenen alle functionarissen van vak
groepen en vereenigingen op economisch en
sociaal gebied.
Deze aangelegenheid kan misschien in de
bedrijfsradenorganisatie geregeld wórden.
7. Instelling van een onpartijdig onder
zoek naar het algemeen beheer der gelden
van de wettelijke sociale verzekeringen en
reorganisatie van den desbetreffenden dienst,
in dier voege, dat niet meer het grootst per
centage van de opbrengst der bedoelde wet
telijke verzekeringen aan de administratie
der Raden van Arbeid e.d. wordt verspild
Wij teekenen hierbij aan, dat het beheer
onder een zeer scherpe controle staat. De be
wering, als zou het grootste percentage aan
de Raden van Arbeid worden verspild, be
rust op fantasie. Hoe komt men. er toch aan
8. Uitbreiding der werkverschaffing met
arbeidsverplichting voor alle steuntrekken-
den.
Accoord, wat de uitbreiding betreft en
veel te zeggen voor de verplichting. Maar
dan zal heel de steunregeling c.a. moeten
worden herzien, tenzij men inflatie wil.
9. Buitenlanders zullen in Nederland
slechts dan werkzaam mogen zijn, als hun
arbeid niet door Nederlanders kan worden
verricht.
Veel voor te zeggen, mits men het risico
van represailles wel terdege overwegen wil.
10. Afschaffing van vrouwenarbeid bij
de openbare ambten en in de industrieele
bedrijven.
Ambtenaren kunnen niet tot dit Storm
comité toetreden. Evenmin kunnen leden
zijn van het R. K. Stormcomité, die in de
openbare besturen zitting hebben, tevens een
bestuursfunctie in dat Comité of in de R. K.
Kiesvereenigingen vervullen.
Accoord wat de gehuwde vrouwen betreft,
voor zoover ze geen kostwinster zijn. Wil
men ook aJle ongehuwde vrouwen weren
Waar moeten die dan heen
De onvereenigbaarheden in de volgende
alinea zijn ons weer niet duidelijk. De vraag
rijst trouwens of de stellers van het mani
fest de beteekenis van hun desiderata door
zien. Iedereen wil tegenwoordig regeeren:
dat beteekent echter volstrekt niet, dat ieder
een nu ook regeeren kan. De meeste men
schen zouden beter doen allereerst eigen
zaken goed te besturen. Dan volgt van zelf
eenige voorzichtigheid bij de beoordeeling
van het beleid over de publieke zaak.
MGR- C. VAN DER PAS NAAR INDIë
TERUG.
Z. Exc. Mgr. Clemens van der Pas, van de
Orde der Carmelieten, Apostolisch Prefect van
Malang, zal Donderdag 7 September a.s., na een
half jaar verblijf in het vaderland, weder naar
zijn Missiegebied terugkeeren.
Met hem vertrekt de Zeereerw. Pater Me
thodius Hendriks uit het Carmelietenklooster
te Boxmeer, die eveneens in de Missie van Oost-
Java werkzaam zal worden gesteld.
PATER CORNELIS STIPHOUT S.J-
In het Canisius-College te Nijmegen herdenkt
op 12 September a.s. de Zeereerw. Pater Corne
lls Stiphout S.J. zijn gouden Priesterfeest.
Ondanks zijn hooge jaren is hij nog in het
bezit van een goede gezondheid en is hij een
voorbeeld van opgewektheid,
De „St. Jansklokken" bevatten de volgende
beschikking van Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen,
bisschop van 's-Hertogenbosch:
BISSCHOPPELIJKE BESCHIKKING.
Overwegende dat de heer Ernest Michel, wo.
nende te Malden, tot nu toe, niettegenstaande
Onze herhaalde vermaningen hardnekkig ge
weigerd heeft zich te onderwerpen aan de hem
bekende wettelijke gevolgen van de veroordee
ling van zijn boek, getiteld „Neo Communisten"
en opzettelijk geen gebruik heeft willen maken
van een hem ter oplossing dezer kwestie aange
boden mondeling onderhoud en evenmin van
zijn kerkrechtelijke bevoegdheid bij den H.
Stoel in beroep te gaan van onze veroordee
ling,
overwegende dat dezelfde tegen het uitdruk,
kelijk verbod hetzelfde verboden boek onver
beterd en onveranderd opnieuw in het licht
heeft gegeven,
dat hij voortgaat ook in andere geschriften
dezelfde verderfelijke ideeën als in bovenge
noemd verboden boek te verspreiden; zelfs na
het bekende herderlijk schrijven van het Ne-
derlandsch Episcopaat van 15 Juli 1.1.,
overwegende, dat hij willens en wetens in
gebreke is gebleven de hem op 23 en laatste
lijk op 27 Augustus j.l. door Ons opzettelijk
aangeboden en aanbevolen gelegenheid door
publiceering eener onderteekende „Verklaring
van Retractatie", te benutten, om openlijk zijn
spijt te betuigen over zijn zware overtredin
gen der Kerkelijke Tucht, om de door hem ge
geven openbare ergernis te herstellen, en deze
publicatie onnoodig te maken,
verklaren Wij genoemden Ernest Michel om
zijne openbare en hardnekkige weerspannig
heid, om de zware ergernis, die hij voortgaat
te geven „publiek onwaardig" (publice indig-
num) om, waar ook, de H.H. Sacramenten te
ontvangen, en verbieden Wij hem, waar ook,
tot de H.H. Sacramenten te naderen.
Deze verklaring en dit verbod zal van kracht
blijven tot zoolang genoemde Ernest Michel
openlijk zijn spijt zal hebben betuigd over deze
zware overtreding der kerkelijke wet, en de
door hem gegeven ergernis naar het oordeel
der Kerkelijke Overheid op voldoende wijze
zal hebben hersteld.
's-Hertogenbosch, 31 Augustus 1933.
De collega's van wijlen Henri Borel aan het
Haagsche „Vaderland" zijn niet zeer gelukkig
geweest met de berichtgeving betreffende het
overlijden van hun vroegeren confrater. Don
derdagavond vulden zij eenige mededeelingen
in het ochtendblad aan met bijzonderheden
over de bekeering van Borel, die een nogal
tendentieuzen indruk maken.
„Wij stellen er prijs op mede te deelen, zoo
heette het in het blad, dat gedurende de lange
jaren, dat we met hem samenwerkten, onze
indruk steeds is geweest, dat de heer Borel er
nimmer over zou denken tot de R. K. Kerk
over te gaan, zelfs uit recente gesprekken nog.
Maandag j.l. zond de heer Borel ons nog
kopij voor de courant, Dinsdag werd ons ge
meld, dat hij ziek was, Woensdag dat hij be
wusteloos was en in den loop van den nacht,
die achter ons ligt, werd ons mededeelmg
gedaan van het verscheiden, voorzien van de
H. Sacramenten der R. K. Kerk".
On-critische en ondeskundige lezers zou
den hieruit de conclusie kunnen trekken, dat
Henri Borel in bewusteloozen toestand en wel
licht buiten zijn wil in de Kerk is opgenomen.
Dit is natuurlijk onmogelijk.
Over Borel's vroegere houding tegenover
den godsdienst en speciaal tegenover ons
H. Geloof, behoeven wij thans niet meer te
schrijven, maar naar aanleiding van de boven-
gesignaleerde berichtgeving hebben wij ons
ten overvloede nog even gewend tot pastoor
P. van Dorp te Scheveningen, die zooals wij
reeds gemeld hebben, Henri Borel in de Ka
tholieke Kerk heeft opgenomen en die ons met
groote bereidwilligheid eenige inlichtingen
gaf.
Pastoor van Dorp verklaarde ons uitdruk
kelijk, dat de heer Borel, na goede voorberei
ding, met volkomen bewustzijn en in vol
maakte overgave de Katholieke Kerk is bin
nengegaan.
De familie en de kunstschilder Antoon van
Welic, die getuige van dit alles zijn geweest,
zullen dit volkomen onderschrijven.
Pastoor van Dorp sprak nog zijn verwonde
ring uit over de veronderstelling bij de redac
tie van „Het Vaderland", dat hij iemand, die
In een toestand zou verkeeren, zooals het blad
aangaf, in de Kerk zou opnemen.
Het bericht in het „Dgbl. van N.-Brabant",
waarin sprake is van een voorwaardelijk H.
Doopsel, behoeft voor onze lezers wel geen
commentaar. Deze voorwaarden zijn onder deze
omstandigheden gebruikelijk, maar zij betref
fen niet de persoonlijke instemming en de zui
vere intenties van den doopeling, die in ieder
geval geheel vrij en nadrukkelijk gebleken
moeten zijn.
Er zouden over het sterfbed van Henri Borel
nog zeer stichtende bijzonderheden gegeven
kunnen worden, maar zij zijn van te intiemen
aard en daarom wilden wij het thans hierbij
laten.
(Van een bijzonderen correspondent).
Even na de luisterrijke Pontificale Hoogmis
gecelebreerd door den HoogEerw. heer dr. H.
Lamy, prelaat der abdij, kwamen de deelne
mers een laatste maal bijeen voor de slot
vergadering.
Mgr. Cruysberghs, vice-rector van de Uni
versiteit van Leuven, zou al de schoone les
sen van deze dagen samenvoegen tot een
practische slotsom: de Vorming tot de kuisch-
heid.
Met zijn bekende welsprekendheid ontwik
kelde de gevierde redenaar zijn onderwerp.
De christelijke deugd moet aan den mensch
soliede motieven geven tot handelen, een ide
aal waarmee en waarvoor hij kan sterven.
Wat hebben wij van de Virgo virginum te
leer? Dat kuischheid een levensideaal is. Maria
is het toonbeeld der kuischheid in den niet
gehuwden en in den gehuwden staat.
Het levensideaal van de maagd Maria. Haar
woord „quomodo fiet istud quoniam virum non
cognosco" is een verklaring, waarbij met de
levensopvatting? der joodsche vrouwen wordt
gebroken en waarbij het christelijke maagde
lijke ideaal wordt opgebouwd. Vanwaar in Ma
ria die opvatting? Uit de volheid van haar
genade. Zij wil los van de wereld onverstoord
en onverdeeld aan God zijn. Wij priesters, kun
nen door ons celibaat Maria's ideaal overne
men. De Kerk legt ons op idealisten te zijn
van de maagdelijkheid. Het ideaal moeten we
aan onze jeugd voorhouden, niet alleen als
een „Du solist nicht" maar als iets positiefs:
de gave van wat we zijn aan God. Maria is
ons uitgangspunt.
Het levendoel van de Moeder Maria: „Ecce
ancilla Domini" Moeder worden voor_ Maria
is dienaresse zijn van God, vol eerbied en oot-
moet tegenover Gods plannen. Het messianische
moederschap was voor de Israëlitische vrouwen
een machtsdroom; voor Maria was het dienst
baarheid. Hoe zou Maria immers de volle be
teekenis en de volledige gevolgen van haar
ja-woord niet hebben ingezien? In ieder moe
derschap ligt iets van Maria's moederschap.
In onze eeuw waar het materialisme ook het
echtelijk leven ontreddert, moeten wij pries
ters ons volk, het toonbeeld van Maria voor
houden: eerbied en betrouwen hebben, dienst
baar zijn in Gods schoonste werk, de voort
zetting van het menschelijk geslacht.
Dat dubbel ideaal moeten wij ronddragen:
Maria de Maagd en Maria de Moeder. Wijzen
we steeds zooals het ons Jesus deed op Maria:
Fili, ecce Mater tua!
Deze gloedvolle rede werd langdurig toe
gejuicht. Iedereen betoonde zijn geestdrift en
het was werkelijk in aller naam dat de Hoog-
eerw. prof. dr. Bittremieux, voorzitter, den
Hoogeerw. redenaar bedankte. Zijn dankwoord
ging vervolgens tot alle sprekers en bijzonder
tot den Hoogeerw. heer Lamy en zijn kloos
terlingen om de goede zorgen voor de in
richting van de dagen. Heel speciaal vernoem
de de eerw. voorzitter mgr. Sweens en de tal
rijke Noord-Nederlandsche deelnemers en
drukte den wensch uit, dat de verbroedering
in Mariale studie en godsvrucht zou blijven
stijgen de volgende jaren.
De Mariale Dagen zelf werden rijkelijk ge
zegend, mogen ze vele vruchten voortbrengen
in de zielen der deelnemers en langs hen in
de zielen der geloovigen, die hun zijn toe
vertrouwd.
Onmiddellijke invrijheidstelling
verzocht.
Naar wij vernemen, heeft mr. E. O. Gold
stein den Minister van Justitie verzocht de on
middellijke invrijheidstelling te gelasten van
zijn cliënt, den heer Is. Leenes. Zooals men zich
zal herinneren, werd in December 1932 de ge
vangenhouding van den heer Leenes bevolen
ter zake van gestelde verduistering, gepleegd
op 8 Augustus en voorts ter zake van oplich
ting, welke gepleegd zou zijn in het begin van
1932. Bij de dagvaarding voor de terechtzit
ting werd aan hem echter alleen verduistering,
opTterschillende data gepleegd ten laste gelegd
en bij het vonnis der Haagsche rechtbank werd
de heer Leenes alleen veroordeeld wegens ver
duistering, gepleegd op 26 Januari 1932, terwijl
hij van alle andere ten laste gelegde verduis
teringen, dus ook die waarvoor zijn gevangen
houding was bevolen, werd vrijgesproken, met
opheffing te dien aanzien van de voorloopige
hechtenis. Mr. Goldstein stelt thans, dat, daar
de heer Leenes niet is gedagvaard wegens op
lichting binnen 30 dagen na de laatste verlen
ging van het te dier zake gegeven bevel tot ge
vangenhouding, dat bevel, wat dit feit betreft,
daarmede was vervallen. Nu ook de rechtbank
ten opzichte van het andere punt de voor
loopige hechtenis heeft opgeheven, bestaat er
volgens mr. Goldstein geen enkel recht meer,
den heer Leenes nog langer vast te houden.
Aangezien de advocaat-generaal bij het Haag
sche Hof, mr. speyart van Woerden, bij welk
Hof de zaak in hooger beroep nog hangende
is, het verzoek tot invrijheidstelling heeft ge
weigerd, heeft de heer Goldstein zich tot den
minister gewend, omdat het wetboek van straf
vordering geen rechtsmiddel aan wijst, om bij
de rechterlijke instanties de gevraagde invrij
heidstelling te verkrijgen.
Geen gevaar voor radio-oorlog
meent de minister.
Op de vragen van den heer Boon, in verband
met de radio-uitzending door de V. A. R. A.
van programma's van Duitsche strijdliederen
door middel van gramaphoonplaten, heeft de
heer De Wilde, minister van Binnenlandsche
Zaken, geantwoord, dat bij het in gebruik ne
men van den Kootwijkzender de V. A. R. A.
meende het belang, dat aan die ingebruikne
ming ten grondslag lag, te dienen door haar
uitzendingen over dezen zender in het Neder
landsen, Ifuitseh, Engelsch en Fransch aan te
kondigen. Nadat de radio-omroep controle
commissie daarop aanmerking had gemaakt,
heeft de V. A. R. A. de aankondiging in vreem
de talen onmiddellijk gestaakt.
Gp grond van deze haar aanvankelijke mee
ning is het voorgekomen, dat de V. A. R. A.,
na aankondiging in de Duitsche taal door mid
del van Gramofoonplaten strijdliederen van
Duitsche origine heeft uitgezonden.
De vraag, of de minister niet van oordeel is,
dat de verantwoordelijkheid der regeering zeer
is vergroot, nu deze uitzendingen via den re-
geeringszender plaats vinden en dat het be
schikbaarstellen van dezen zender aan verkeer
de uitlegging zal bloot staan, beantwoordt de
minister ontkennend, aangezien hetgeen voor
uitzending wordt toegelaten niet afhankelijk is
van het instrument, waarmede de uitzending
geschiedt, doch uitsluitend wordt bepaald door
de regelen, gesteld in de wet en de daarop
steunende uitvoeringsvoorschriften.
In verband met het bovenstaande acht de mi
nister de mogelijkheid, dat bovenbedoelde uit
zendingen contra-uitzendingen in de Neder
landsche taal zouden kunnen uitlokken, zoodat
een zeer ongewenschte radio-oorlog zou ont
staan, niet aanwezig.
Bedoelde strijdliederen waren in het door de
V. A. R. A. aan de radio-omroep controle-com
missie ingezonden programma aangekondigd
als gramofoonmuziek zonder meer. Aangezien
voor keuring van programmanummers met een
zuiver muzikaal karakter als regel geen aan
leiding bestaat, vond controle van de boven
bedoelde gramofoonmuziek niet plaats.
Toen der commissie gebleken was, dat van
deze omstandigheden door de V. A. R. A. het
gewraakte gebruik is gemaakt, zijn onverwijld
maatregelen getroffen om dergelijke uitzen
dingen zonder voorkennis der commissie c. q.
zonder haar controle te voorkomen.
De minister is van meening, dat voorshands
met de door de radio-omroep controle-com
missie genomen maatregelen kan worden vol
staan.
Door de regeering afgekeurd.
Op de vragen van den heer Lovink, betref
fende het standpunt der regeering terzake van
de hier te lande gevoerd wordende propaganda
voor boycot van Duitsche goederen heeft de
heeft de Graeff, minister van Buitenlandsche
Zaken, geantwoord, dat de regeering zich
wenscht te bepalen tot de verklaring, dat zij
een boycot als bedoeld afkeurt, omdat daardoor
zoowel economische belangen van Nederland
als de goede verhouding tot een bevriende natie
zouden kunnen worden geschaad. Rechtstreek-
sche maatregelen tegen boycot van vreemde
goederen liggen echter buiten het vermogen der
regeering.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Naar aanleiding van de staking in het stuca-
doorsbedrijf hebben B. en W. het scheids
gerecht voor de bouwvakken uitgenoodigd,
zich met deze aangelegenheid bezig te houden
en omtrent de rechtmatigheid van deze sta
king een uitspraak te doen. Deze uitspraak
is thans gevallen en ter kennis van B. en W.
gebracht. Zij luidt o.m. als volgt:
Aangezien de vertegenwoordigers van de
patroonsorganisaties en van de moderne, K.K.
en Christ, werkliedenorganisaties reeds te
voren door den voorzitter waren gehoord,
heeft het scheidsgerecht in de op Woensdag
30 Augustus gehouden zitting, ter bespreking
van de staking in het stucadoorsbedrijf, slechts
de afd. Amsterdam van de Land. fed. van
bouwvakarbeiders en de Amst. vereen, van
werkers in het stucadoorsbedrijf opgeroepen,
om inlichtingen inzake het conflict te ver
strekken. Van beide organisaties waren ver
tegenwoordigers verschenen, die verklaarden,
dat de staking niet is uitgeroepen door hun
organisaties, doch dat het initiatief van de
arbeiders zelf is uitgegaan en dat de staking
wordt geleid door een stakingscomité. Zij
verklaarden echter, dat zij deze staking vol
komen goedkeurden en haar steunden.
Wat nu het oordeel van het scheidsgerecht
aangaat, brengt dit ter kennis van B. en W.,
dat het, voor zoover het betreft de stakende
leden van de organisaties, die partij zijn bij
het collectieve arbeidscontract voor het stu
cadoorsbedrijf, ook deze staking onrechtmatig
acht, daar zij in strijd is met de tarief over
eenkomst, die op wensch der regeering is ge
sloten.
Ten aanzien van de stakende leden van or
ganisaties, die niet partij zijn bij de collectieve
arbeidsovereenkomst en van ongeorganiseerde
stakende stukadoors en opperlieden, zou de
staking slechts dan onrechtmatig zijn, indien
er een regeling zou bestaan, waardoor collec
tieve arbeidsovereenkomsten voor een geheel
bedrijf bindend konden worden verklaard en
een dergelijke verklaring voor het stucadoors
bedrijf was tot stand gekomen.
Tegen het gezag gericht.
Dit neemt echter niet weg, dat deze staking
moet worden beschouwd als een, die tegen
het openbaar gezag is gericht.
Het scheidsgerecht heeft dan ook ten slotte
nog de vraag besproken, of eenige maatregel
moest worden getroffen ten aanzien van de
stucadoors, die verklaren niet te kunnen wer
ken, hetzij doordat zij door het staken der
opperlieden geen materialen kunnen krijgen,
hetzij doordat zij door molest of bedreiging
met molest verhinderd worden te arbeiden.
Het meent, dat al op alle manieren moet
worden getracht, deze werklieden in pogingen
om het werk te hervatten, te steunen en dat
overigens de stucadoorspatroons, bij wie zich
een dergelijk geval voordoet, dit aanhangig
behooren te maken bij de arbitragecommissie,
welke is ingesteld krachtens de collectieve
arbeidsovereenkomst voor het stucadoors
bedrijf.
I DOOS 20 CT-TUBE 55 en 60 CT. 1
De raad besluit tot beëindiging der
uitzending.
In de Donderdag gehouden spoedvergadering
van den raad van Oostzaan is scherpe critiek
uitgeoefend op het beleid van B. en W. betref
fende het uitzenden van arbeiders naar de
rijkswerkverschaffing in den Wieringermeer-
polder. Het scheen volgens de verklaringen
van den voorzitter geheel tot de competentie
van B. en W. te behooren, hetgeen door de
S.D.A P.-fractie ten stelligste werd tegenge
sproken. B. en W. hadden destijds een toezeg
ging gedaan om te zijner tijd met voorstellen
tot uitzending te komen, doch zij hebben hier
aan geen gevolg gegeven en hebben, zonder
een besluit van den raad af te wachten zelf
de uitzending ter hand genomen. De heer
Krosse (S.D.A.P.) beschuldigde den voorzitter
van het verstrekken van verkeerde inlichtingen
aan enkele arbeiders, als zou spr's fractie nim
mer een tegenvoorstel tot uitzending hebben
ingediend.
De raad besloot tenslotte met 5 tegen 3 stem
men en 2 blanco, de uitzending te doen be
ëindigen en B. en W. uit te noodigen, hieraan
gevolg te geven.
Treedt 4 September in werking.
Staatsblad no. 462 bevat het Kon. besluit van
den 28sten Augustus 1933, tot vaststelling van
het tijdstip, waarop de wet van 7 Augustus
1933 (Staatsblad no. 420) tot wijziging en aan
vulling der hooger-onderwijswet, in werking
zal treden. De dag der inwerkingtreding is be
paald op 4 September 1933,
Reel. 7609—5 9
Naar aanleiding van het bericht betreffende
den invoer van aardappelen in Engeland ver
nemen wij van welingelichte zijde, dat de maat
regelen der Engelsche regeering, hoewel niet
onverwachts komende, toch onzen reeds zoo
zwaar getroffen export opnieuw een gevoeligen
slag toebrengen.
Nederland is steeds het voornaamste export
land voor aardappelen naar Engeland geweest.
In de vier maanden September tot en met
December 1930 exporteerde Nederland 24 mil-
lioen K.G. aardappelen naar Engeland. In 1931
konden wij onzen export in die maanden ver
meerderen tot 80 millioen K.G.
Toen kwam het Engelsche invoerrecht op
aarappelen van 1 pond sterling per ton, waar
door onze export over genoemde maanden in
1932 slechts 12 millioen bedroeg.
Hoewel 1932 dus reeds een zeer slecht jaar
voor onzen export is geweest worden wij thans
gecontingenteerd op 60 pet. van de geexporteer-
de hoeveelheid in dat ongunstige jaar.
Zooals reeds gemeld is mogen wij thans
slechts 8 millioen K.G. aardappelen uitvoeren.
Toch mogen wij. aldus deelde men ons mede,
bij alle bezorgdheid voor de toekomst van
onzen export niet ontevreden zijn over het in
de huidige omstandigheden bereikte resultaat.
Aanvankelijk wenschte de Engelsche regee
ring ons slechts een contingent van 4 millioen
Kilogram aardappelen toe te staan.
Betrokken autoriteiten, waarbij de Neder
landsche belangen door den landbouwconsu-
lent te Londen dr. Gerritsen werden behartigd,
hadden plaats gehad, heeft men ons echter het
dubbele van de ons toegedachte hoeveelheid
toegestaan.
Afgifte van certificaten.
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald, dat met ingang van 1 September
voor den uitvoer van aardappelen naar Enge
land certificaten zullen worden afgegeven.
Hiermede is belast de heer mr. L. Niemöller
te 's-Gravenhage.
Het bedrag ter bestrijding van de kosten, ver
bonden aan het afgeven dier certificaten is
vastgesteld op 0,05 per 100 K.G.
Commissie van onderzoek ingesteld
inzake eventueele her
ziening.
De Minister van Staat, Minister van Koloniën,
heeft onder dagteekening van 30 Augustus,
ingesteld een commissie, met de opdracht
A. een onderzoek in te stellen naar de vraag
of in verband met den budgetairen toestand
van Nederlandsch-Indië, de geldende stelsels
van financiering der pensioenen van het Indi
sche overheidspersoneel en der uitkeeringen
aan de door dat personeel nagelaten weduwen
en weezen herzien dienen te worden en zoo ja,
in welken zin
B. binnen den kring van haar onderzoek bo
vendien te betrekken de verschillende vraag
punten, welke rechtstreeks of zijdelings ver
band houden met de opdracht sub A.
Tot lid en voorzitter van die commissie is
benoemd de heer C. W. Bodenhausen, oud-vice-
president van den Raad van Ned.-Indië, oud
directeur van Financiën in Nederlandsch-Indië.
Bepaald is, dat deze commissie, die den naam
zal dragen van .Pensioenfinancieringscommis-
sie", uit haar midden een lid als secretaris zal
aanwijzen, dan wel zich, onder voorbehoud van
goedkeuring van den Minister van Koloniën,
buiten haar midden een secretaris zal kunnen
toevoegen.
Tenslotte is aan de commissie opgedragen
omtrent de resultaten van haar onderzoek aan
den Minister van Koloniën rapport uit te
brengen zoo mogelijk vóór 1 Januari 1934, doch
in elk geval binnen zes maanden na de dag
teekening van dit besluit.
NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN IN
NEURENBERG.
Een gezelschap Nederlandsche journalisten,
die een reis van enkele dagen door het Roer
gebied hebben gemaakt, zijn, naar Wolff meldt.
Donderdag in Neurenberg aangekomen, waar
momenteel het partijcongres wordt gehouden
van de N.S.D.A.P.
Aan het station werden de bezoekers door
twee vertegenwoordigers van het ministerie
van volksvoorlichting en propaganda verwel
komd.
Des avonds was er een begroetingsplechtig
heid, die in verband met den verjaardag van
H. M. de Koningin een bijzonder feestelijk ka
rakter droeg.
DE BENOEMING VAN CARL FLESCH-
Inzake c(e mogelijke benoeming van Carl
Flesch aan het conservatorium te Amster
dam, deelde de heer Sem Dresden aan V. D.
mede, dat er nog geen contact geweest is, tus
schen het bestuur van het conservatorium en
Carl Flesch. Hoewel de heef Dresden niet wil
de beweren, dat hij de benoeming van Carl
Flesch niet waarschijnlijk acht, bevinden de
onderhandelingen zich niet in een dusdanig
stadium, dat men zich aan eenige voorspel
ling betreffende het resultaat kan wagen,
KON. NED. HOOGOVENS EN STAALFABR.
Ertsaanvoer in Augustus j.l. hooger dan
in 1932.
In de afgeloopen maand werd een hoeveelheid
van 46.487 tons ijzererts voor de hoogovens te
IJmuiöen aangevoerd. In Augustus van het vorig
jaar bedroeg de ertsaanvoer voor dit bedrijf
slechts 23.083 tons, dus thans de dubbele hoe
veelheid. In de afgeloopen acht maanden be
droeg deze aanvoer 295.496 tons tegen 250.902
tons in dezelfde periode van 1932.
Geen invloed van de invoerrechten.
Men schrijft ons uit de Betuwe:
De eerste week na de bekendmaking der
rechten, waarmede onze regeering het buiten
landsche fruit heeft belast, heeft m de veilings-
prijzen van het inlandsch fruit weinig of geen
noemenswaardige verandering aangetoond. Wel
liepen in den beginne de noteeringen even
met eenige centen de hoogte in, maar spoedig
trad een reactie in, die de prijzen tot het
niveau van de vorige week terug voerde. In
de handel zit nog geen schot. Wel doen enkele
soorten pruimen, die aan hun eind raken, n
goede besomming, maar soorten, waarvan er
thans veel in aanvoer komen, bijvoorbeeld
Reine Victoria, toonen opnieuw neiging tot
zskk6n.
Peren noch druiven zijn noemenswaardig
in prijs gestegen, zelfs hier en daar tot op of
onder het oude peil teruggevallen.
Kortom, degene, die van gevoelen was, dat
de invloed van de tarieven op buitenlandsche
producten direct merkbaar zou worden, schijnt
zich tot nu wel vergist te hebben.
HEFFING VARKENSVLEESCH.
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald, dat de heffing op de binnenlandsche
slachting van varkens op den invoer van var-
kensvleesch ongewijzigd wordt, verlengd tot
14 Ottober 1933.
GEWEIGERDE VERGUNNING VOOR
ARBEIDSBEMIDDELING.
De minister van sociale zaken heeft vergun
ning geweigerd tot het uitoefenen van arbeids
bemiddeling met winstoogmerk aan W. A. Bos
boom, Valeriusstraat 127, te Amsterdam, voor
artisten en musici, uit overweging, dat niet is
gebleken, dat aanvrager reeds op den eersten
Maart 1929 arbeidsbemiddeling met winstoog
merk uitoefende; aan R. van der Hilst, Am-
stel 50 te Amsterdam, voor artisten en musici,
op grond van dezelfde overweging aan M. van
Wildernis, Sluysstraat 76 te Rotterdam, voor
artisten en musici, eveneens op grond van de
zelfde overweging aan N. Goudsmit, Paleis
straat 31, te Amsterdam, voor vrouwelijk
dienstpersoneel, reizigers en vertegenwoordi
gers, mede op bovengenoemden grond en voorts
uit overweging, dat het uitoefenen van arbeids
bemiddeling door aanvrager gevaar oplevert
voor de belangen van hen, die zijn bemidde
ling inriepen aan F. L. F. Dellebare, Sumatra-
straat 84III te Amsterdam, voor artisten en aan
D. G. H. Wieringa, Ged. Zuiderdiep 28 te Gro
ningen, voor beiden uit overweging, dat het
uitoefenen van arbeidsbemiddeling door deze
aaanvragers gevaar oplevert voor de belangen
van hen, die hun arbeidsbemiddeling inroepen.
HERFSTDIENST LUCHTLIJN
OP ZEELAND.
De exploitatie van de binnenlandsche lucht-
diensten wordt ook gedurende den herfst voort
gezet. Op de Zeeuwsche luchtlijn worden na 4
September ingrijpende veranderingen van
kracht. In de eerste plaats vervalt de exploita
tie op het traject VlissingenKnocke/Zoute,
daar voor deze badplaatsen het seizoen ten ein
de lóópt. Op het overblijvende traject tot Vlis
singen wordt de uitvoering van den dienst be-,
perkt tot Maandag, Donderdag en Zaterdag, met
dien verstande, dat op die dagen in een ochtend
en een middagdienst in iedere richting is voor
zien; des Zaterdags wordt de ochtenddienst naar
Zeeland tot na het middaguur verschoven. Deze
dienstregeling duurt voort tot en met 18 Sep
tember, den geprojecteerden einddatum voor
de Zeeuwsche luchtlijn. Echter koestert de K. L.
M. het voornemen, dit jaar de exploitatie voort
te zetten en de lijn ook gedurende den winter
open te houden.