Uüm Mr. BODMIN'S KORTE BROEK. DINSDAG 12 SEPTEMBER 1933 „DE STANDENKWESTIE EN WIJ KATHOLIEKEN". Inleiding van Prof. Dr. Weve O.P. CONCENTRATIE VAN ELECTRICI- TEITSPRODUCTIE. BENOEMINGEN. Paters Redemptoristen. JAN NIELAND. DE MOORDAANSLAG IN HET HAAGSCHE BOSCH, DRIE KINDEREN IN EEN BAKFIETS TE WATER. VRACHTAUTO DOOR DE TRAM GEGREPEN. MEISJE ONDER EEN AUTO GERAAKT EN GEDOOD. AUTO IN EEN SLOOT. MOTOR RIJDT OP EEN VRACHT AUTO DE VECHTPARTIJ TE PEIZE. NEGENTIG VARKENS VERBRAND. MOTOR TEGEN AUTO GEREDEN. DE OVERVAL IN DE MARETAK STRAAT. Laffe aanranding van een winkelierster. TRAGISCH ONGEVAL. EEN GOEDE VANGST. DADERS VOOR HET HAAGSCHE GERECHTSHOF. Op den uitkijk Daarna stond terecht K., die ontkende op den uitkijk te hebben gestaan. Verd. zeide, dat het oorspronkelijk plan geweest was om in een confectiemagazijn aan de Brielsche Laan te opereeren. Ook de vorigen dag is K. meege gaan, doch hij wist niets van een plan tot, be- rooving af. De president wees K. er op, dat hij aan D. een zakdoek heeft afgestaan en dat hij terdege wist waartoe die moest dienen. Medeplichtig Dezer dagen hebben wij verslag gegeven van de jaarvergadering van de Apologetische Ver- eeniging „Petrus Canisius", waarin wij in 't kort hebben aangestipt dat Prof. Dr. F. A. Weve O.P., hoogleeraar aan de R. K. Handelshooge- school te Tilburg een rede hield over „De Stan denkwestie en Wij Katholieken". Van deze in leiding, welke in extenso zal worden opge nomen in „Apologetisch Leven" volgt hier een uittreksel: Na erop gewezen te hebben in hoeveel ver schillende beteekenissen het woord „Stand" genomen wn»dt, verklaarde spr. het hier te verstaan i» de beteekenis eener groep van personen die ongeveer dezelfde cultuurgoede ren gemeen hebben. Een dergelijke groepee ring valt niet samen met de indeeling der maatschappij naar de verschillende beroepen; zij doorsnijdt de beroepen, maar staat niette min met het min of meer leidend karakter der onderscheidene functies in verband. Het be treft een consequentie van iemands werkzaam-' heid t.o.v. het maatschappelijk geheel, wat verder in bijzonderheden werd uitgewerkt. Ook zette spr. uiteen de rol van het bezit met betrekking tot den stand en wel in dien zin dat het bezit instrument is of moet zijn ter uitoefening van meer leidinggevende functies en ter bereiking aan een hooger cultuurpeil. Zoo leert ook St. Thomas dat de rijken een hooge plaats of stand innemen doordat en voor zooverre zij in staat zijn nuttig werkzaam te zijn. In onze samenleving schijnt ter bepaling van den stand sterker de nadruk op het bezit te vallen dan op de functie, maar als men de maatschappij dynamisch beziet, herneemt de functie de voornaamste plaats en spr. meende dat dit feit en de bewegelijkheid van de Stan den die hierdoor gegeven is, door ons dienen te worden toegejuicht; het is een kracht ter vernieuwing en tot vooruitgang. Na deze principieele uiteenzetting ging spr. in den breede na, welke eischen het Stands leven stelt, welke niet. Voorzoover er schei ding en afstand moeten bestaan dienen deze beperkt te blijven tot ten eerste uiterlijke conventies en ten tweede den maatschappelij- ken omgang. Zij mogen nooit voortkomen uit inwendige gevoelens; en dus nooit tot een hin derlijk optreden leiden en zij mogen samen werking op andere terreinen geenszins uit sluiten; uit het een en ander werden verschil lende consequenties afgeleid. Verder moeten wij ons altijd ervan bewust zijn dat er veel meer aan alle menschen ge meen is, dan dat er verschilpunten tusschen hen bestaan en spr. toonde aan dat het stands leven van deze eenvoudige waarheid geens zins doordrongen is. Op meerdere excessen beiderzijds werd gewezen maar vooral werd uitdrukkelijk betoogd, dat op dit punt de chris telijke charitas een allervoornaamste rol dient te vervullen; ook de dienstbodenvraag werd aangeroerd. Vervolgens stelt ook de Christelijke oot moed z'n eischen naar beide zijden en spr. bracht het gebrek hieraan o.a. in verband met het streven naar uiterlijkheid en opzichtelijk- heid, zoo kenmerkend voor onzen tijd. Waar achtige beschaving zal altijd naar eenvoud zoeken, omdat zij juist oog heeft voor hetgeen qualitatief hooger staat en voor de juiste even- maat. Juist de godsdienst doet zooveel motie ven aan de hand ter versterking van het steeds meer veldwinnend streven onzer dagen naar grooter versobering, natuurlijker leefwijze en meer waarachtigheid en echtheid. Maar vooral zal het Christendom zijn invloed moeten doen gelden ter bereiking van een juister evenwicht tusschen de standen. Hier weidde spr. uit over het verschil van stand en klasse, over de eischen der sociale encyclie ken tot ontproletariseering der onderste klas sen en tot betrachting der sociale rechtvaar digheid, waarbij hij tevens het streven der jongeren ter sprake bracht, die met zooveel hartstocht en als een apostolaat de verwezen lijking van het pauselijk program eischen. DE SALARISKORTING VOOR HET RIJKSPERSONEEL. Zaterdag heeft te Amsterdam onder voor zitterschap van ir. N. G. de Voogt een buiten gewone vergadering plaats gehad van de Cen trale van Hoogere Rijksambtenaren, voorna melijk ter bespreking van de plannen der Regeering tot verdere korting op de salarissen van het Rijkspersoneel. Van 36 der 47 aange sloten vereenigingen waren» vertegenwoordi gers aanwezig. Onder handgeklap werd aangenomen het voorstel van den voorzitter, om aan H. M. de Koningin een telegram van gelukwensch te zenden naar aanleiding van Haar regeerings- jubileum. Bij de bespreking van de plannen der Re geering ten aanzien der Rijkssalarissen kwam een algemeene, sterke tegenzin tegen het denkbeeld een verdere korting tot uiting. Men wees op de herhaalde verlagingen die reeds tot stand zijn gekomen, en op het feit dat de sedert 1918 in de bezoldigingsregeling gebrach te nivelleering grootendeels is blijven bestaan. Ofschoon de financieele moeilijkhedêTi voor welke de Regeering staat niet voorbij werden gezien, achtte men verdere verlaging thans voorbarig; eensdeels omdat verscheidene, zoo wel reeds tot stand gekomen als ophanden zijnde, Regeeringsmaatregelen de strekking hebben van verhooging der kosten van levens onderhoud, anderdeels omdat de verhouding van de bezoldiging van het Rijkspersoneel tot die van ambtenaren in dienst van andere open bare lichamen nog in studie is bij de com missie-Schouten. De vergadering gaf tenslotte aan het bestuur machtiging om bij de behandeling van de korting in het georganiseedr overleg naar be vind van zaken te handelen. AUTOBEDEVAART NAAR DOKKUM. Zondag werd de tweede autobedevaart voor de Noordelijke provinciën gehouden naar de martelplaats van St. Bonifatius. Tegen halftien kwamen de deelnemers samen op den Rijksstraatweg naar Groningen bij het kruispunt Quatrebras, waarna gezamen lijk doorgereden werd naar Dokkum. Op het martelveld werd om half elf de H. Mis opge dragen, waaronder predikatie van den zeer- eerw. heer pastoor J. Tepe, benoemd pastoor te Huizum. Na deze H. Mis bestond in de parochiekerk gelegenheid tot relequievereering, waarna des middags op het veld een plechtig Lof werd gecelebreerd. De predikatie werd gehouden door den weleerw. kapelaan S. Bouwhuis van Leeuwarden. Na afloop van deze plechtigheden bestond er gelegenheid om de auto's te laten zegenen. EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN. De Koninklijke Nationale Bond voor Red dingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken „Het Oranje Kruis" wijst wederom op het wen- schelijke van het volgen van cursussen in het verleenen van eerste hulp bij ongelukken. De Kon. Nat. Bond „Het Oranje Kruis" ver strekt voor dergelijke cursussen leermiddelen en zorgt voor het afnemen van het examen na den tweeden herhalingscursus. De organisatie van den cursus zelf berust bij de plaatselijke vereeniging, die hierbij de algemeene regelen moet volgen. De directeur van het Centraal Bureau van het Oranje Kruis, dr. P. H. van Roojen (West zijde 93, Zaandam, tel. 4000) is steeds bereid ®lle nader gewenschte inlichtingen te geven. Meer dan 40 millioen onnoodig uit gegeven door gemis aan samenwerking Men schrijït ons: In het tijdschrift „Electro-Techniek" van 30 Augustus j.l. komt een buitengewoon belang wekkende beschouwing voor over de wensche- lijkheid van koppeling der electrische centralen in Nederland. Er wordt op gewezen, dat reeds in 1904 de eerste Staatscommissie inzake het electriciteits- vraagstuk in het leven werd geroepen doch dat eerst thans, bijna 30 jaren later, het door deze commissie gedane voorstel tot instelling van een Electriciteitsraad is verwezenlijkt, welk college echter, blijkens de van allerwegen los gekomen critiek, in zijn huidige samenstelling geenszins beantwoordt, aan de verwachtingen vrelke men van de instelling van een zoodanig instituut had gekoesterd. In de zeer goed gedocumenteerde en van uit voerig cijfermateriaal voorziene beschouwingen wordt er voorts op gewezen, dat in tegenstel ling met vrijwel alle andere West Europeesche landen, Nederland bijna geen koppéllijnen be zit. Op grond van uitvoerige besprekingen zijn de volgende conclusies gebaseerd: 1. Hoe kleiner het aantal productie-eenhe den wordt gekozen om een zekere belasting te dekken, des te grooter dus de eenheden, des te lager de kosten per K.W. der geïnstalleerde productie-eenheid. 2. Hoe grooter de productie-eenheden wor den in verhouding tot een zeker te dekken be lasting, des te duurder wordt de totale reserve. 3. Hoe goedkooper de totale reserve, des te eerder kan men overgaan hieraan uitbreiding te geven boven den minimumeisch van 1 tur bine in staande reserve, dus des te veiliger wordt het productiebedrijf. De beschouwingen, welke hierop in het ar tikel volgen en die eveneens door verschillende tabellen worden gestaafd, leiden tot de slotsom, dat door een doelmatige koppeling met behoud nochtans van de zelfstandigheid der tegenwoor dige centralen, niet slechts een groote bespa ring in aanlegkapitaal kan worden verkregen, doch in twee richtingen de veiligheid der stroomlevering kon worden verhoogd, name lijk: a. grootere reserve in beschikbare produc tiemiddelen; b. voeding van twee zijden van verschillen de voedinglijnen, welke tot koppellijnen zijn gepromoveerd. Het artikel sluit daarna met de ontstellende conclusie, dat indien vroegtijdig de koppeling der centralen doelbewust ter hand was geno men, een besparing op de aanlegkosten van de geïnstalleerde centrale capaciteit hier te lande van 43 millioen zou zijn verkregen. Deze cijfers toonen aan welk groot econo misch belang voor ons land er in is gelegen, niet op denzelfden weg te blijven voortgaan en hoe wenschelijk het is door meer algemeene richting te geven aan de ontwikkeling van de electriciteitsvoorziening van ons land, deze zoo spoedig mogelijk in meer economische banen te leiden. Naar we vernemen is pater E. Beusen C.ss.R. verplaatst van Rotterdam naar het St. Alphon- sus-retraitenhuis te Amersfoort; pater F. Rich ter C.ss.R. van Wittem naar 's-Bosch; pater J. Kandelaers C.ss.R. van Roermond naar Wit tem, en pater N. Grond C.ss.R., pater H. Hel- mer C.ss.R. en pater J. Peters C.ss.R. van Nij megen naar Rotterdam. HET VROEG ROOIEN VAN GLADIOLUS KNOLLEN. Daar gebleken is, dat het vroegtijdig rooien van gladiolenknollen het werkzaamste middel is om de aantasting dezer knollen door verschil lende ziekten (hardrot, droogrot en schurft) en vooral oo de toeneming van deze ziekten gedu rende den winter te voorkomen, dringt de in specteur, hoofd van den Plantenziektenkundi- gen dienst te Wageningen, N. v. Poeteren er bij alle gladiolenkweekers ten sterkste op aan, dit middel algemeen toe te passen. Zooals bekend is, heeft de gezondheidstoe stand onzer gladiolen in het buitenland de laat ste jaren meermalen aanleiding gegeven tot op merkingen. Ten einde de moeilijkheden, die de uitvoerhandel ondervindt, niet nog meer te ver- grooten, moet alles gedaan worden, om de aan tasting der knollen door de hierbovengenoemde ziekten te voorkomen; daarvoor is vroegtijdig, d.w.z. omtrent midden September of uiterlijk in de tweede helft van die maand rooien, nood zakelijk. Hieraan kan worden toegevoegd, dat voor zichtige behandeling der knollen bij het rooien en tijdens het vervoer den goeden invloed van het vroeg rooien nog kan bevorderen. OUD-BURGEMEESTER R- M. v. d- BERG VAN SAPAROEA Te Zutphen is op 73-jarigen leeftijd over leden de heer Robertus Marius van den Berg van Saparoea, oud-burgemeester der gemeente Vreeswijk. Naar wij vernemen, heeft de heer Jan Nieland ontslag gepomen als organist van het concert gebouw. Hij heeft zich echter bereid verklaard, indien dit noodig mocht blijken, de functie nog tijdelijk te vervullen. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad heeft gisteren geconcludeerd tot verwerping van het beroep van C. v. T.t die door het Ge rechtshof te 's-Hage in hooger beroep is ver oordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf met ter beschikkingstelling van de regeering wegens poging tot moord, gepleegd op een meisje in het Ilaagsche Bosch door middel van een scheermes. Arrest 9 October. Maandagmorgen werd de vrachtauto van de firma S. uit Westzaam bij het passeeren van den tramoverweg bij de van Leydenstraat aan de Kon. Wilh.laan te Voorburg door de blauwe tram komende uit de richting Den Haag gegre pen. De botsing was hevig, zoodat het een ge luk mag heeten, dat de auto alleen, bij het achtergedeelte werd aangereden. Persoonlijke ongelukken vielen niet voor, doch de tram ontspoorde, terwijl een der wielen van den zwaar met hout beladen vrachtauto tot aan de as in den grond was gedrukt. Het duurde ongeveer een uur voordat de trambaan weer vrij was. Men mjeldt ons uit Leeuwarden: Maandagmorgen om 10 uur is het driejarig meisje van den schipper van Houten bij het spelen onder de auto van den heer N. W. uit Huizum geraakt en gedood. De chauffeur heeft van het ongeluk niets bemerkt. Een onderzoek wordt ingesteld. Kranige Italiaansche zeeman redt hen. Een ongeluk, dat dank zij het heldhaftig op treden van den Italiaanschenzeeman Michel Zerpadis wonderlijk goed is afgeloopen bracht gisteravond den O.Z. Achterb.wal te A'dam in rep en roer. Een 11-jarig jongetje kwam met een bakfiets de Bathaniestraat uitrijden. Hij wilde de O.Z. Achterburgwal oprijden. In de bak voor aan de fiets zaten drie kleine meisjes tusschen 6 en 9 jaar. De jongen verloor de macht over het stuur, waarschijnlijk omdat het gewicht in de bak te zwaar was, zoodat hij den draai niet kon nemen en recht het kwalijk riekende grachtwater inreed. De jongen wist nog op het laatste moment van de fiets te springen, die met de drie meisjes in het water verdween. Juist op dat oogenblik pas seerde de Italiaansche zeeman Zerpadis, die zonder zich een oogenblik te bedenken in het water sprong en de drie kinderen weldra op het droge wist te brengen. Een van de kin deren, die nogal water binnen had gekregen, werd naar een der ziekenhuizen overgebracht, terwijl ook de kloeke redder in het Binnen gasthuis moest worden opgenomen. Zijn toestand is redelijk wel. Even na de redding verspreidde zich in de buurt het gerucht, dat er niet drie, doch vier kinderen in de bakfiets hadden gezeten. Onder groote belangstelling en medeleven van de buurtbewoners ging de politie aan het dreg gen. Tot eindelijk het jongetje weer op kwam dagen, dat aanvankelijk was weggeloopen. Hij stelde de dreggende agenten gerust met de mededeeling, dat er maar drie kinderen in de bakfiets hadden gezeten. Hierna keerde de rust onder de grachtbewoners terug. Chauffeur levensgevaarlijk-, drie andere inzittenden zeer ernstig gewond. Gistermorgen omstreeks half twaalf had 'n ernstig auto-ongeluk plaats op den straatweg tusschen de Bilt en Utrecht. Nabij de uitspan ning „Carlton" geraakte een personen-auto door onbekenden oorzaak van den weg in den sloot. De auto, welke uit Zeist kwam, werd be stuurd door den chauffeur v. L. terwijl tevens in den auto gezeten waren de heer en mevrouw v. d. Brink uit Zeist met hun zoontje. Hoewel onmiddellijk hulp aanwezig was, duur. de het geruimen tijd voor de vier slachtoffers uit den wagen waren bevrijd, De chauffeur werd levensgevaarlijk gewond, terwijl de drie andere inzittenden eveneens zware verwondin gen hadden bekomen. Ze zijn naar de Rijks kliniek per ziekenauto overgebracht. De politie heeft de oorzaak van het ongeluk nog niet opgehelderd. Gevolgen van een familieveete. Naar wij vernemen is bij het door de gemeen- te-po!itie en rijksveldwacht te Peize ingestelde onderzoek gebleken, dat de daders, vader en zoon K., na het bezoeken van het zomerfeest de gebroeders Kok zijn gevolgd tot den tol te Peizerpol. Na een korte woordenwisseling heeft vader K., J. Kok met een mes in het hart gestoken, waardoor de dood onmiddellijk in trad. Terwijl een vriend der gebroeders Kok naar het dorp snelde om hulp te halen, hebben vader en zoon K. den anderen Kok aangevallen en hem eveneens eenige steken toegebracht. Zijn toestand was gisterenavond echter vooruit gaande. Ook een der gebroeders Kok heeft tijdens de vechtpartij een mes getrokken en daarmee vader K. gewond. Na verbonden te zijn, is deze in het gemeentehuis te Peize opgesloten, terwijl de zoon K. naar het gemeentehuis te Roden is overgebracht. Het vermoeden bestaat dat onder de K.'s een veete is ontstaan. Beiden drijven een houthandel en leefden al eenigen tijd met elkaar in onmin. Te Brandwijk brak gisterenmiddag om vijf uur brand uit in de groote landbouwschuur van C. Muilwijk. Hoewel de brandweer van Molenaarsgraaf spoedig ter plaatse was kon men niet voorkomen, dat de schuur een prooi der vlammen werd. Ruim 90 varkens kwamen in de vlammen om. De motorrijder op slag gedood. Zondagmiddag omstreeks één uur heeft op den Rijksstraatweg bij de melkfabriek „Hol- landia" te Hazerswoude een aanrijding plaats gehad met doodelijken afloop. De melkrijder V. uit Aardam kwam met zijn auto, langzaam achteruit rijdende, het hek van de fabriek uit, waarbij hij signalen gaf. Op dat moment naderde uit de richting Leiden met groote snelheid een motorrijder, die waar schijnlijk de auto niet tijdig bemerkte en er in volle vaart opvloog. De motor schoot onder de auto waardoor de bestuurder, de 25-jarige C. K. uit Katwijk tusschen auto en motor be kneld raakte. De man brak den nekwervel en was op slag dood. Het stoffelijk overschot is naar het lijkenhuisje overgebracht. De auto werd in beslag genomen. Gisterenmorgen omstreeks 8 uur begaf de 20-jarige J. J. Woudstra uit Steggerda zich per motor op den rijksweg richting Heerenveen. Terwijl hij bezig was met een koffer, welke achter op den bagagedrager was bevestigd, verloor hij het stuur en botste in volle vaart tegen een uit tegenovergestelde richting ko mende auto van de firma Scheepstra te Leeuwarden. Met ernstige verwondingen werd W. opgenomen. Dr. Baarda uit Wolvega, die spoedig ter plaatse was, gelastte overbrenging naar het ziekenhuis te Heerenveen, zijn toe stand is hoogst zorgwekkend. DOOR EEN AUTO AANGEREDEN. Te Mierlo-Hout werd Zondagavond een fietser, zekere v. L. uit. Stiphout door een taxi, welke slechts één licht voerde, aangereden. De man werd zeer ernstig aan het hoofd gewond. BEEN AFGEKNELD. I Te Spijk (Gron.) is, bij werkzaamheden met de dorschmachine, de 15-jarige zoon van den heer P. door de machine gegrepen. Een been werd hem afgekneld. De jongeman is in het Acad. Ziekenhuis te Groningen opgenomen. Zijn toestand is zorgwekkend. Het was nog vroeg in het seizoen, en, toen miss Chester met haar ouders in het kleine, doch voorname boarding house aan de Parade van Paignton aankwam, bevond zich daar nog slechts één gast. Mr. Bodmin was een niet meer zoo heel jonge man, en, wanneer zijn welig haar niet zoo licht-blond geweest was, zou men de zil veren draden bij de slapen gemakkelijker ont dekt hebben. Maar lichamelijk bezat hij de jeugd, die zoo menig Angelsaks tot na den middelbaren leef tijd behoudt. Lang, slank en blozend maakte hij vóór alles een indruk van sportiviteit. Bij nadere kennismaking evenwel werd het duide lijk, dat hij minstens twee maal de twintig jaren telde, die men hem van achteren be zien gaf. Hij deed zich ook niet jonger of jeugdiger vcor dan hij was, en, toen hij op den tweedon dag na haar aankomst terloops tot miss Chester zeide, dat hij haar vader kon zijn, dacht zij ten onrechte, dat hij schertste. Het is waar, dat hij overdreef, en wel iets sterker dan hij vermoedde, want miss Chester was jong, maar tocii eenige jaren minder jong dan hij had kunnen zijn. Terwijl de uiterlijke jeugd van mr. Bodmin, die een jongen, scheen vergeleken bij haar ge- poseerden, grauw-geknevelden vader, miss Chester bekoorde, waren de soliditeit, de ernst, die bij zijn jaren pasten, voor haar niet minder aantrekkelijk. Zij was een van die levenslustige meisjes, dre groot behagen scheppen in het gezelschap van jonge mannen, inaar die toch boven alies den vrouwelijken drang naar be scherming in zich voelen. Zij wist, dat zij haar liefde niet zou kunnen schenken aan een jon gen man, even onbeholpen en even egoïstisch als zij zelf; de man van haar keus zou stoer en solide moeten zijn een man van de we reld, geen opgeschoten jongen. Zij zou zich veilig bij hem moeten voelen,' veilig in itder opzicht, gelijk zij zich veilig voelde bij haar vader. Aan rijpheid zou hij jeugd en energie moeten paren. Betty Chester had nooit een man ontmoet, die haar ideaal zóó nabij kwam als mr. Bod min, maar deze scheen door de aankomst der jeugdige schoone in het minst niet uit zijn evenwicht te zijn geraakt. Hij had zich reeds spoedig bij da familie Chester aangesloten, maar had voor de jonge dame niet meer atten ties dan voor haar nog knappe, doch zeer ge poseerde mama. Het feit, dat hij en mr. Ches ter beroepsgenooten bleken te zijn de een was advocaat te Exeter, de ander te Leeds bracht een vriendschappelijke verstandhouding tusschen de beide heeren teweeg, en zoowel aan het strand als in de lounge waren zij vaak in zoo lange gesprekken gewikkeld, dat Betty zich verontachtzaarad achtte. Het weer was slecht; een gure oostenwind beukte reeds drie dagen achtereen de rood bruine rotsen, en ofschoon Betty eenmaal haar badcostuum had aangetrokken, had zij de zee niet veroorloofd tot boven haar enkels te komen. Den derden dag kwamen er nieuwe gasten. Eén hunner trok meer in het bijzonder Betty's aandacht. Hij was ook een niet meer zoo heel jonge jongeman, kleiner van stuk dan mr. Bodmin, maar opvallend knap van uiterlijk en bijna jongensachtig van gestalte. Zij maakte kennis met hem door mr. Bodmin die als oud ste gast den plicht meende te hebben zfch over alleenloopende nieuw aangekomenen te ont fermen. „Is mr. Aylesbury ook ongetrouwd vroeg zij later op den dag aan mr. Bodmin, en zij voelde, dat de toestand gecompliceerd voor haar begon te worden, toen hij bevestigend antwoordde. Den volgenden morgen had er een groote gebeurtenis plaats. Mr. Aylesbury verscheen aan het ontbijt in khaki „shorts" en khaki hemd een uitrusting, waarvoor jonge man nen van zes tot vijf-en-twintig in Engelsche badplaatsen een voorkeur aan den dag begon nen te leggen. Mr. Aylesbury zag er in zijn korte padvindersbroek uitstekend uit. Mr. Bodmin ging eenigszins formeel ge kleed. Zijn grootste buitensporigheid had tot nu toe uit een grijs flanellen broek en gèèn vest bestaan. De sportiviteit zijner gestalte werd zeker niet door zijn kleeding geaccen tueerd. Betty vroeg zich af, of hij niet al te veel van het soliede, en al te weinig van het jeugdige had. Dit was des te noodlottiger omdat mr. Bod min langzamerhand meer attentie begon te wijden aan Betty dan aan haar mama. Hij bracht eerstgenoemde niet meer nadrukkelijk onder het oog, dat hij haar vader kon zijn. Maar een paar dagen later verscheen hij aan het ontbijt met een open kraag en een cricket jasje. Betty vond, dat het hem goed stond, maar mr. Aylesbury had zijn khaki-short weer aan, terwijl het geheim van mr. Bodmin's beenen nog steeds door een paar flanellen broekspijpen bewaard werd. Dienzelfden avond werd er in de stille lounge een vreemd gesprek gevoerd. Mr. Bodmin had heel eerbiedig en heel toe gewijd en heel mannelijk een vraag gesteld aan Betty Chester. En Betty Chester had geaarzeld. „John" zóó ver was zij reeds „John", had zij eindelijk gestameld, „waarom ben je niet sportiever 7" Hij had flauw geglimlacht. „John, ik houd van jeugd, van durf in nerlijk en uiterlijk „Betty, denk je dat ik niet En toen had zij de ergerlijke dwaasheid gezegd: „Waarom draag je niet, evenals mr. Ayles bury, „shorts" wanneer het goed weer is Het staat zoo sportief". Hij had die imbéciliteit niet beantwoord met den honenden schaterlach, dien zij verdiende. Opnieuw had hij flauw geglimlacht flauw en medelijdend. Had hij medelijden met zich zelf of met haar Toen had hij gezegd: „Betty, ik zal shorts dragen alleen voor jou". Den morgen na dit gesprek was hij uitge gaan, en een kwartier later thuis gekomen met een pakje in zijn hand. „Betty", had bij gezegd, „kom om elf uur in de launge. Alle anderen zijn dan naar het strand". Zij had het pakje opgemerkt, en zegevierend gelachen. Om elf uur trad zij de lounge binnen. Mr. Bodmin zat aan een tafeltje te rooken en een kop koffie te drinken. „Betty", zei hij, opstaande Bij ingeving voelde zij, dat hij iets onge woons ging zeggen. Zij keek hem bijna ang stig aan. „Betty, ik ben geen jonge man meer. Wij, die door den oorlog gegaan zijn, hebben onze jeugd achter ons. Wij rekenen niet op toe gevendheid, zelfs niet van de jonge vrouwen". Hij trad op haar toe, haar met zijn weemoe dige oogen teeder en 'toch verwijtend aan kijkend. Uit den linkerpijp van zijn khakibroek stak zijn kunstbeen. B. (NADRUK VERBODEN). BEZUINIGING BIJ HET MIDDELBAAR ONDERWIJS (Ingezonden.) De minister is voornemens om het aantal leerlingen voor klassesplitsing geëischt te verhoogen. De eerste drie klassen eener H.B.S. mochten vroeger gesplitst worden bij 26 leer lingen. Terecht was men van oordeel, dat men aan 26 leerlingen in een klas geen degelijk onder wijs kan geven. Daarna werd de norm 31 leer lingen, en nu zal het volgens de laatste Ukase 36 of meer worden. Waar een economische afdeeling bestaat wordt de eisch gesteld, dat het aantal leerlin gen in de vierde klassen samen minstens 27 be draagt. Is dit aantal kleiner dan 27, dan wordt de economische afdeeling opgeheven. Dit alles wijst er op, dat er een snerpende wind van bezuiniging waait. Men vraagt er niet naar, of het mogelijk is aan 34 leerlingen middelbaar onderwijs te geven. Men vraagt er niet naar, of onderwijs daar door slechts een etiket wordt op een behande ling der jeugd, waarvoor de ware naam dres suur is. De leeraar, in casu den opvoeder heeft te zorgen, dat de hem toevertrouwde leer lingen zich een zeker aantal kundigheden eigen maken, beter ware gezegd, hij dresseere de jeugd zoo, totdat ze een zeker minimum van kunstjes door en door kennen, die ze bij even tueel examen vertoonen. Zijn de deskundigen tevreden, dan worden ze gediplomeerd. Dit is verwording van het onderwijs. De leeraar, die niet in staat is ware geestes- vorming te geven (de klas is te groot) zal daar hij allereerst in een klas van 35 de orde moet handhaven, zijn toevlucht nemen tot het geest en energie verlammende dicteeren. Hij dikteert de klas suf, dan is er vanzelf orde,, althans uiterlijk. De schijn is gered en de eer van den pedagoog; want hij geeft blijk orde te kunnen houden. Hij dikteert dus en giet de leerlingen met zijn eigen geleerdheid als weerlooze recipiënten vol: Het onderwijs is uniform, eentonig, bijna machinaal. Straks krijgen we de grammofoon en de luidspreker. Alle leerlingen krijgen even veel: er wordt niet naar gevraagd, of ze het kunnen slikken en verteren. De leerling rea geert op deze wetenschap-inspuiting met totale versuffing en de gesteldheid tot alles bereid. Er is dus orde, gelijk ik zeide, dit is uiter lijke orde, het is een orde, geschapen ten koste van elke zelfbewuste werking van het ontwa kend denkvermogen van den leerling. Dit denk vermogen ontwaakt dan ook niet, maar ver kwijnt in den sluimer der versuffende inertie. We kweeken op die manier een inert en wil loos geslacht. Dit geslacht kan men moeilijk meer noemen de hoop van hét vaderland; Het vaderland zal niets dan last krijgen van een jeugd, die opgevoed wordt in versuffing en inertie. En toch zal de leeraar, ondanks zijn voorne mens en zijn heerlijk idealisme, tenslotte dien kant uitgaan: min of meer zal hij tot de mecha- niseering van het onderwijs gedwongen wor den; want als hij inderdaad zou beproeven eenigszins wetenschappelijk en degelijk onder wijs te geven aan 35 leerlingen (straks wordt het 45, waarom ook niet?) dan verliest hij de macht over zijn leerlingen: de klas wordt dan onder den verderfelijken invloed der dommen (de meerderheid in zulke klas) een bende, wier eenig oogmerk is hun ijverigen pedagoog zoo snel en zoo afdoend mogelijk in een zenuwin richting te brengen, waar zijn wetenschap on schadelijk is. Dus de leeraar past zich uit zucht tot zelf behoud zooveel mogelijk aan. Hij meent, dat zijn taak volbracht is, wanneer hij de aan zijn zorgen toevertrouwden op een zeker minimum stel vragen gedresseerd heeft, zoodat zij eventueel ondervraagd dit is geëxamineerd ook door deskundige deskundi gen op de examenvragen met de ingegoten antwoorden reageeren. Wat zal het gevolg zijn of kunnen zijn van dezen bezuinigingsmaatregel van den minister? De leeraren zullen in de verleiding komen, om ook candidaten die anders zeker afgewezen zouden zijn tot de le klas toe te laten, om zoodoende de klas gesplitst te krijgen, hetgeen voor hen die evenals de timmermansknecht per uur betaald worden zooveel mogelijk behoud van uren en dus van salaris beteekent. Dan echter is het resultaat dezer bezuiniging: lo.) degradeering van het onderwijs tot den rang van dressuur; 2o.) geen bezuiniging; 3o.) daar het gevaar bestaat dat de onderwijs menschen er op uit zijn om de klas gesplitst te krijgen, zal het aantal studeerenden nog meer toenemen. Het aantal afgestudeerden en gediplomeerden die dan op een beperkt aantal baantjes worden losgelaten, zal nog meer stijgen. Ik vraag: Is het dan zoo moeilijk in Neder land om een maatregel te bedenken, die wer kelijk bezuinigt zonder schade van het onder wijs? We weten allen: Er zijn teveel gediplo meerden. De fabrieken, H. B. S„ Middelbare School, Gymnasium, Handelsschool, Lyceum enz. (hoeveel zijn er van elk soort) produceeren maar altijd door intellectueelen. Nog geen tien percent krijgt 'n behoorlijk gesalarieerd baantje geplaatst mogen worden. Het middelbaar on derwijs is toch bedoeld voor de meer begaafden. Men komt door dezen maatregel tot een klein maar uitstekend aantal leerlingen, welke, een maal gediplomeerd, een kans in het leven krij gen. Zoodoende krijgt men een klein aantal leeraren: Dus over het geheel een daling der ond er wij sui tga ven. Wellicht zijn er heel wat leeraren van 55 of 60 jaar, die op wachtgeld willen gaan. Hun plaatsen worden niet meer vervuld. Leeraren op de plaats A, die weinig lesuren hebben, laat men ook lesgeven op plaats B. Zoo krijgt men bezuiniging en schept de mo gelijkheid om werkelijk onderwijs te geven. AUDIVI. Zesjarig knaapje verdronken, Een tragisch ongeluk heeft gisteren plaats gevonden op 't Zeeburgerpad te A'dam bij het abattoir. Het 6-jarige jongetje H. J. Mens, wiens moeder kort geleden was overleden, logeerde bij een oom in de Molukkenstraat. Hij speelde met eenige vriendjes op de balken van de brug bij het abattoir en raakte te water. Ofschoon drie voorbijgangers nog poogden het knaapje te redden door zich te water te begeven, mocht dit geen resultaat hebben. Toen de jongen ein delijk op het droge was gebracht, bleek hij reeds te zijn overleden. Een uur lang heeft men tevergeefs nog kunstmatige ademhaling toege past. Het lijkje is door den G. G. en G. D. naar een gasthuis vervoerd. Diefstallen in de mijnstreek opgehelderd. De Duitscher, die in den nacht van Vrijdag op Zaterdag inbraak heeft gepleegd in de pa rochiekerk te Heerlerbaan heeft bekend ook schuldig te zijn aan de inbraken in het klooster der Paters Franciscanen aan de Laanderstraat te Heerlen in het klooster der paters te Nieuw Einde, in de paterskerk te Brummen en in school te Amstenrade. OP VRIJE VOETEN GESTELD. Eén der vier arbeiders, die te Winschoten terzake vermoedelijke brandstichting in Ra demakers Matrassenfabriek was aangehouden, is op vrije voeten gesteld. Op 8 Mei j.l. kwamen bij de winkelierster J. E. L. in de Meretakstraat te Rotterdam twee mannen binnen, waarvan er een vroeg om een duimstok te mogen zien. Juffrouw L. toonde een exemplaar, doch die voldeed niet, waarop zij het in de étalage wilde terugleggen. Plotse ling werd zij door een van de mannen vastge grepen en werd haar de keel dichtgeknepen. Desniettegenstaande kon zij nog gillen waarop de mannen met nog een derde die op den uit kijk stond, wegvluchtten. Feeds den vorigen dag waren 2 mannen in den winkel geweest, die nogal vreemd deden, toen zij een schroefoo" kochten. Het lag in hun bedoeling geld uit de kassa weg te nemen. De Rotterdamscbe Rechtbank heeft ter zake de 22-jarige betonwerker L. D., de 26-jarige bankwerker G. C. K. en de 22-jarige M. van C. ieder veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Berouwvol In hooger beroep stonden gisteren de drie verdachten afzonderlijk terecht voor het Haag- sche Hof. Het eerst stond terecht D„ die zeide ernstig berouw over zijn misdrijf te hebben. Nadat de aangevallen winkelierster mej. L. en de echtgenoote van verdachte waren ge hoord, nam de adv.-gen. mr. baron Speyart van Woerden requisitoir. Z. E. A. zeide dat beroo- vingen als deze vroeger sporadisch voorkwa men, thans zijn zij aan de orde van den dag. Dergelijke misdrijven zijn niet het gevolg van een plotselingen impuls. Neen, zij worden vol gens een vooraf weloverwogen plan uitgevoerd. Alleen heel slechte menschen kunnen zoo iets uitdenken en volvoeren. Spr. achtte daarom de opgelegde straf te licht en vroeg verzwa ring daarvan tot 4 jaar. Mr. O. H. Sap, betoogde dat den verdachte, die oprecht berouw heeft, nog een kans moet worden gegeven en verzocht een voorw. straf met strenge voorwaarden. De president mr. Jellinghano heeft daarop den verd. nog eens gewezen op de gevolgen, welke zijn misdrijf had kunnen hebben. Door dat de verdachte C. was weggeloopen, aldus mr. J. hebt gij ook niet gedurfd. Had hij U daarentegen aangemoedigd, dan zou de vrouw er misschien het leven bij hebben ingeschoten en dan stond je hier als moordenaar. Als getuige werd o.m. gehoord de verdachte D., die verklaarde dat K„ te voren kennis van de plannen droeg. Deze bleef bij zijn ontken- tenis. De advocaat-generaal, requireerde op de zelfde gronden tegen K. vier jaar gevangenis straf. Mr. T. Tekenbroek pleitte clementie, daar K. niet de uitlokker van het misdrijf zal zijn. Op de derde plaats stond terecht de 22-jarige M. van C„ die zeide ten onrechte te zijn ver oordeeld. Door den verdediger Mr. Chr. A. de Vries waren 6 getuigen a décharge gedagvaard. Pres. tot verd.: Als U niet schuldig is, wat ging U dan in den winkel doen, ook den vori- den dag? Verd. We zouden samen iets gaan koopen. Adv. gen.: Eén schroefoog. Verdachte gaf een lezing van het geval, dat hierop neerkwam dat hij samen met D. den winkel is binnengegaan, en dat hij toen be merkte dat deze zoo vreemd deed. Ook de juffrouw deed zenuwachtig en verdachte kreeg een onbehaaglijk gevoel. K. zeide toen alarm te hebben gemaakt. Pres: Waarom maakte U alarm? Verd.: Toen ik zag wat D. deed ben ik hem nageloopen en heb geroepen „houdt hem". Met K. is hij terug gegaan om te zien wat D. ge daan had. Volgens dezen verdachte zou ook K. onschuldig zijn. Pres.: en die zakdoek die in uw bezit is ge vonden? Verd.: Ja, we halen wel eens sigaretten uit eikaars zakken. Misschien heb ik die zakdoek er uit gehaald en vergeten ze terug te geven. Pres. U is als eens eerder veroordeeld wegens diefstal in vereeniging in 1932. Ook in deze zaak werd juffrouw L. gehoord, wie door mr. de Vries verschillende vragen werden gesteld omtrent de herkenning van verdachte door getuige. De president achtte eenige dezer vragen als niet ter zake, wijl zij met de schuld van verdachte niets uitstaande hadden.. Ook in deze zaak werd de verdachte D. ge hoord, die zeide aanvankelijk alle schuld op zich te hebben genomen. Later heeft hij alle verklaringen naar waarheid afgelegd. Getuige bevestigde zijn verklaringen bij den rechter-commissaris en voor de rechtbank afge legd. Incident. De president merkte gedurende dit verhoor op, dat de verdediger zijn vragen tot getuige met „Dus" inleidde en hij noemde zulks sug- gereeren. Nog werd gehoord de verdachte K., die zeide, dat hij aan v. C. een zakdoek had gegeven om die in den mond van de vrouw te stoppen, v. C. was op 7 Mei ook in den winkel geweest en had er zijn spijt over uitgedrukt dat de overval niet gelukt was, want zoo zeide v. C. er was een bak vol met guldens en rijks daalders. Op de vraag van Mr. de Vries, wie het plan verzonnen had, antwoordde getuige, dat dit plan van den verdachte was. Getuige is op aangifte van den verdachte gearresteerd. Als de verdediger den getuige de vraag stelde of hetgeen hij nu verklaarde de waarheid was, zei de president „verwacht U nu dat de ge tuige die onder eede staat zal zeggen: ik heb het allemaal gelogen, omdat ik zoo boos op je ben". Verdachte bleef zijn schuld ontkennen. D. had hem reeds eerder voorgesteld om een zoontje uit het eerste huwelijk van dien vrouw te ontvoeren, maar verd, had geweigerd. President: Omdat dat je niets opbracht? Verd.: Neen, ik wilde er niet mee te maken hebben. Na vérhoor van eenige familieleden en ken nissen van dezen verdachte die van Belgische nationaliteit is, betoogde de adv.-generaal, dat verd. slechts eenige ondergeschikte zaken toe gaf, doch op verschillende punten liegt. Ver dachte is niet het ongelukkig slachtoffer van D. en K. In tegenstelling met de anderen is de houding van dezen verdachte laf. Ook voor hem requireerde spr. 4 jaar gevangenisstraf. Mr. de Vries wees er op dat verd. die naar de Militaire School te Brussel wilde, geen enkel motief had om dit misdrijf te helpen plegen. Geldgebrek zooals de anderen had hij niet. Verdachte is steeds blijven ontkennen en plei ter meent ook dat deze verdachte niet schul dig is aan het hem ten laste gelegde. Pleiter becriticeerde de splitsing van deze zaak in drie zaken, teneinde 2 verdachten tegen zijn cliënt te kunnen hooren en noemde deze split sing ongeoorloofd. Pleiter wil geen clementie pleiten, doch waar hier geen bewijs is verzocht pleiter vrijspraak. Het Hof zal over 14 dagen arrest wijzen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 8