N ATïONA A L-SOCIALISME ALS WERELDBESCHOUWING. AMBTENAREN ONDER DEFENSIE EN HET LIDMAATSCHAP DER S.D.A.P. VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933 II Een vriend yan Hitler, Dr. Georg Schott, ONTSLAG WEGENS ONGESCHIKT. HEID BIJ DEN TOPOGRA- FISCHEN DIENST. De zaak-Voordewind voor het ambtenarengerecht. CRISISHEFFING OP OLIËN EN VETTEN. Ook voorraden erdoor getroffen 1 OCTOBER HEFFING OP SUIKER DE OPENING VAN DE STATEN- GENERAAL. GOUVERNEUR VAN SLOBBE. UITVOER VAN VISCH NAAR FRANKRIJK. WEER EEN. MISLEIDEND. OPLEIDING VAN KWEEKELINGEN. WEREN VAN VREEMDE STUDENTEN AAN ONZE UNIVERSITEITEN. Tirj-i li Duidelijker den Hitier, spreken Gottfried reder en Alfred Rosenberg, wier hier ge citeerde geschriften door I-Iitler zijn gelezen en goedgekeurd voor ze werden uitgegeven. Wij doelen op Feder's „Das Program der N. S. D. A. P. und seine weltanschauliche Gruadlagen", waarvan bereids de 22e druk verscheen, en Alfred Rosenberg's „Der Mythos des 20. Jahrhunderts". 3. Auf. 1932, en „Das Wesensgefüge des Nationalsozialis- nius", 120e duizendtal, 1932. Feder onderwerpt in het hoofdstuk „Kul- turpolitik", de Kerk aan een scherpe kri tiek. Dan verklaart hij: „Men moet wel en zorgvuldig onderscheiden tusschen de in nerlijke geestelijke kern van het Chris tendom en de veelvuldige uitwassen van zijn wereldlijken verschijningsvorm". En dan schrijft hij: „Gewis zal eens ook het Duitsche volk een vorm vinden voor zijn Godserkenning, zijn Godsleven, zooals dat zijn noordsch bloeddeel verlangt; gewis zal eerst dan de drieëenheid van bloed, van geloof en van Staat volkomen zijn. Van de grootste betee- kenis zal dan blijken te zijn ook op dit ge bied het bewustworden van de noordsche gedachte." Pater Nötges (blz. 46) noemt dit „de ver dringing van het kruis door het hakenkruis, de opstanding van het germaansche heiden dom uit het graf van het Christendom in Hitler-uniform". Rosenberg spreekt in verband met het reeds geciteerde art. 24 van het Partijpro gram van „waarborging van het germaansch- christelijk leven". En dan schrijft hij: „De gedachte, die alleen in staat is, alle standen en confessies in het Duitsche volk tot eenheid te brengen, is de nieuwe en toch oeroude volksche wereldbeschou wing, stoelend op den slechts gehavenden Duitschen gemeenschapsgeest. Deze wereld beschouwing heet heden ten dage Nationaal- Socialisme". In zijn andere geschriften toont Rosen berg thans Hitler's rechterhand en hoofd redacteur van het officieel partij-dagblad de „Völkischer Beobachter, Zentralorgan der Nationalsozialistischen Deutschen Arbeiter- partei", zich een fel anti-katholiek, jazelfs anti-christen. Zoo schreef hij in zijn boek over Cham berlain: „De valschelijk christelijk genoem de Kerken beschouwen het historisch bewijs, als zou Jesus de voorspelde Messias zijn, in allen ernst nog thans voor een noodzakelijk bestanddeel van een Europeesch geloof". De onzin, dien ze daarover in hun preeken laten hooren, doen de haren te berge rijzen, meent hij. En in zijn meest bekende boek „Der Mythos" schreef hij. „Een einddoel was eens de verchristelijking der wereld en haar ver lossing door den weerkeerenden Christus. Als een ander einddoel verscheen de droom van de humaniseering der menschheid. Beide idealen zijn begraven geworden, niettegen staande juist thans de eene als de andere oen steeds meer zich fanatiseerende priester schap en aanhangerskring vindt. Dat zijn verstarringsverschijnselen, niet meer levend leven. Een geloof, dat in de ziel stierf, is niet meer uit den doode op te wekken „De christelijke kerk eigende zich de Perzische idee van een wereldvredesvorst toe, zij het °°k misvormd door de Joodsche Messias- gedachte". „Erfzondeleer is voor een volk met ongebroken ras-karakter een onver staanbaarheid". „Het zondegevoel is een noodzakelijk nevenverschijnsel van de bast aardeering". „Leerconcilies, inquisitie en brandstapels in te voeren met het doel de zielen te vernietigen, bleef aan de Kerk in haar paulinisch-augustijnschen vorm voorbehouden De germaansche wereld heeft zich echter steeds tegen dit syrisch wezen verzet". „De groote persoonlijkheid van Christus, hoe zij ook moge geweest zijn, werd terstond na zijn dood met al het ge wicht van het voor-aziatische, joodsche en afrikaansche leven beladen en versmolten". „Christus vertoont een merkwaardig innige verhouding tusschen abstracte geestelijk heid en demonische toovenarij". „Thans ont waakt een nieuw geloof, met het bloed ook het goddelijk wezen des menschen te ver dedigen. Het met het klaarste weten ver bonden geloof, dat het noordsche bloed dat mysterie biedt, hetwelk de oude sacramen ten vervangen en overwonnen heeft". „Het Noordsche westen moet tenslotte uitko men op den beslissenden strijd en de uit schakeling der Roomsche Kerk als vreemd aan de soort". „Met de vertelling van het uitdrijven van booze geesten uit de zwijnen door Jesus kleeft tot heden syrische magie aan het Christendom; hel en hemelvaart, helle vuur en hellestraffen werden voortaan christelijke wetenschap". „De geloofsbelij denis van Nicea met meerderheid van stem men door monniken vastgesteld, de leerstel lingen tot stand gekomen op roovers-syno- den, waarop men met stokslagen religieuse vragen besliste, zijn dood en innerlijk on waar". „De kerkelijke Jahwe is nu dood, zooals Wotan voor 1500 jaren". Rome is een vijandelijke macht. De Kerk drijft machts politiek met behulp der liefde. „Een herder en een kudde", dat is woordelijk opgevat de duidelijkste oorlogsverklaring aan den ger- maanschen geest geweest. De noordsche mensch moet met het systeem der Kerk „op den duur in het zwaarste geestelijk conflict komen". Eerst wanneer men het systeem der Kerk „bewust principieel afwijst is de weg vrij voor echte Germaansche kuituur en echten bij bloed en soort passenden geloofs vorm". „De benutting van het eenmaal ge kweekte geloof aan Jesus Christus voor de machtspolitiek van een zich zelf vergodde- lijkenden priesterbond maakt evenzoo het wezen van Rome uit, gelijk het onder ande ren naam het wezen der priesters-politici in Babyion en Etrurië geweest is". Sinds 2000 jaren komt het eeuwige bloed aller rassen en volken in opstand tegen de unitarische strevingen van Rome. De onfeilbaarheidsver klaring is: „het opgeven van de eer van den enkeling, van de volken, van de rassen ten gunste van de aanspraak op heerschappij van een zichzelf tot God verklarende pries termaatschappij". De Roomsche en Protes- tantsche kerken zijn een negatief christen dom, „dat aan de organische krachten van een noordsche-ras-volk in den weg staat, plaats moet maken, en zich in den zin van een germaansch Christendom moet omvor men." De ziel moet vrij zijn van alle dog ma's, kerken, Pausen. „De mythus van de plaatsbekleeding van God, kan geen ras of natie als juist erkennen. Men wil liefde en deemoed tegenover den Paus; dat is de in het wezen van den Roomschen mythus lig gende ontkenning van de persoonlijkheid, als de hoogste uiting van een ras". Het Christendom is „voor Rome slechts middel, om de zielen aan den Paus te binden". De Paus is de almachtige medicijnman. De Isis- Maria-vereering is religieuse hysterie. Het Vaticaansche concilie was eerloos. Enz. enz. enz. Ziedaar Rosenberg, de geestelijke leider van den Leider Hitier, en zijn rechterhand. Beoogt hij een Los-van-Rome-beweging onder het teeken van het Hakenkruis? Is Hitier het, in zijn hart, met Rosenberg eens? Ziedaar de werkelijk benauwende vraag. schreef op blz. 165 van zijn boek thans in den officieelen Parteiverlag verkrijgbaar „Volksbuch vom Hitier": „Het joodsche verraad heeft hij (Hitler) in elk geval nog vermogen te onderkennen. Tot de gedachte, dat de duivel in den monstrans kruipt en van daar uit het kinderlijk geloovige volk be driegt, is hij niet in staat. Was hij niet in staat, tot hem het leven ook deze harde waarheid bijgebracht heeft. Welke ziele- smart hem, den eerlijken katholiek deze beleving moge gekost hebben, daar over is geen verder woord van noode." En Hitier duldt, dat dit boek van zijn vriend in den officieelen Parteiverlag verkocht wordt! Dr. Arthur Dinter, nadat hij uit de N. S. D. A. P. gestooten was, schreef in zijn tijd schrift „Das Geistchristentum" (Jan. 1929), dat Hitier den Katholieken godsdienst „voor kras bijgeloof hield". In de Sept.-Oct.-aflevering 1930 deelt hij een en ander mede uit besprekingen, die hij van Dec. 1925 tot Oct. 1928 met Hitier hield „over de vraag van een systematische be strijding van de joodsch-roomsche kerk". Hitler was het met hem eens geweest, „dat de strijd tegen de Pauskerk alleen succes kon hebben, als van binnen uit haar macht verwoest werd". Maar, zoo meende hij„wan neer men den strijd tegen Rome op deze wijde grondslagen stellen wilde, dan moest men tijd hebben. Hij echter had geen tijd. Hij moest in drie, hoogstens vijf, jaren aan de macht zijn, indien anderen hem niet voor zouden komenOm dit doel te bereiken, kon hij 't bij de Katholieke Kerk niet ver bruien, want deze is in Duitschland een ont zaglijke macht. Veel meer was noodig, de Katholieke Kerk, en vooral den Paus, voor de volksche beweging te winnen. Men moest den Paus op de handigste wijze tegen de Beiersche Volkspartij en het Centrum uit spelen, altijd weer erop wijzen, dat Centrum en Beiersche Volkspartij de belangen der Katholieke Kerk door hun samengaan met de Sociaal-democratie blijvend met voeten traden. De politiek der Partij moest zóó ge voerd worden, dat de Duitsche Katholieken de overtuiging kregen, dat de katholieke belangen bij de Nationaal-Socialisten beter geborgen zijn dan bij het Centrum en de Beiersche Volkspartij, dat is de zekerste weg, om deze beide partijen op zij te schui ven." Dinter legde er daarbij nog den nadruk op, dat „ook Alfred Rosenberg, de geeste lijke voedstervader van Adolf Hitler", in zijn boek, „dat naar Hitler's meening, die hij in zijn te München gehouden redevoering openlijk uitsprak, het meest beteekenende boek dezer eeuw was, tegen het Katholieke bijgeloof te velde getrokken was". En in de volgende aflevering van,, Das Geist christentum" (Nov.-Dec. 1930) vertelde Dr. Dinter, dat op den laatsten Leidersdag der N. S. D. A. P. te Weimar, welken hij, Dinter, als fractieleider der Thüringsche Nationaal Socialisten voor twee jaren (dus in 1928) meegemaakt had, „zijn toenmalige eisch, den strijd tegen Rome op te nemen", door Hitier, die* „zooals hij ook onomwonden toegeeft, ook slechts naam-katholiek is", met de vol gende verklaring afgewezen werd: „Als ik eenmaal tot de macht gekomen ben, zal de Katholieke Kerk niet te lachen hebben; maar om de macht te verkrijgen, kan ik haar hulp niet ontberen". Het is begrijpelijk, dat deze publicaties in Duitischland groot opzien wekten, en in de Centrumspers druk gecommentarieerd wer den. Maar alle drie de keeren heeft Hitier er het stilzwijgen op bewaard. Natuurlijk, dat hij met een uitgestooten partijgenoot niet in polemiek wilde treden, daar kan men in komen. Maar waarom liet hij, ter geruststelling van de Katholieken, geen korte maar besliste tegenspraak publi- ceeren? Pater Nötges is daarom van meening, dat de mededeelingen van dr. Dinter zakelijk juist waren. Maar dan krijgt daardoor Hitler's verze kering thans nog weer eens herhaald, dat het Nationaal-Socialisme niet is een partij, noch ook maar een beweging, maar een we reldbeschouwing, wel bijzondere beteekenis. En deze beteekenis wordt nog grooter, wan neer wij thans nader zullen zien, wat de grondslag dezer wereldbeschouwing is, niet het christelijk geloof, maar: een rasse- theorie, die in haar practische uitwerking rechtdraads in strijd in met het Christendom, hetzij geloovig Protestantisme, hetzij Katho licisme. WAAR VERMOEDELIJK HEDEN EEN EIND AAN KOMT. Als de nieuwe verkeersbrug over het Merwedekanaal ingebruik wordt genomen BENOEMINGEN Priesters van het H. Hart van Jesus. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft op verzoek van den Hoogeerw. Pater Provin ciaal der Priesters van het H. Hart eervol ont slag verleend aan den Weleerw. Pater J. v. d. Laarschot als president-directeur en aan den Weleerw. Pater C. Knell als directeur van het Sint Franciscus Liefdewerk te Rotterdam en heeft benoemd tot president-directeur van het Sint Franciscus Liefdewerk aldaar den Zeer- eerw. Pater H. Nieland, rector van het Klooster aan den Walenburgerweg, en tot directeuren van het St. Franciscus Liefdewerk afd. Schie- damsche Singel den Weleerw. zeergel. Pater dr. G. van ïersel, en van de afd. Vijverhofstraat den Weleerw. Pater J. v. d. Vegt. De Hoogeerw. Pater Provinciaal der Priesters van het H. Hart heeft benoemd tot rector van het Voogdij gesticht te Heer (L.) den Zeereerw. Pater J. v. d. Laarschottot leeraren aan het Juvenaat te Bergen op Zoom R. R. P. P. C. Hoffmann en L. Leblanc, tot Oeconoom R. P. J- Martens en tot administrator R. P. R. Lamers tot leeraren aan het Missie huis „Christus Koning" te Helmond R. R. P. P. C. Knell en A. Weterman; tot leeraar aan het Juvenaat te Lanaeken (België) R. p. w. ten Vaarwerk tot assistent aan de rectoraatskerk te Maastricht R. P. H. Graattot administrator aan de Missieprocuur te Rotterdam R. p. J. de Groot. JEUGDWERK IN HET BISDOM HAARLEM „St. Bavo" vermeldt thans de benoeming van den weleerw. zeergel. heer A. Vollaerts, leeraar te „Hageveld" tot directeur van het vrouwelijk jeugdwferk in het bisdom Haarlem en tot lid van den diocesanen jeugdraad. ZIELZORG AAN BOORD Met het m.s. Tajandoen van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" zal een Pater Fran ciscaan op 26 dezer de reis naar Batavia aan vaarden. E. HELDER t. Te Zwolle is na een korte ongesteldheid op 81-jarigen leeftijd overleden de heer E. Hel der, oprichter der N. V. Zwolsche Biscuitsfa- briek voorheen E. Helder en Co. ALFRED SUTRO f De bekende dramaturg Alfred Sutro, is te Londen op 70-jarigen leeftijd aan een longont steking overleden. Donderdag is in openbare zitting van het ambtenarengerecht te 's Gravenhage behan deld de zaak van H. Voordewind, wegens on geschiktheid eervol ontslagen als graveur bij den topografischen dienst. Voorzitter van het gerecht was mr. H. van Haeringen; leden waren mr. Th. G. Donner en dr. W. L. M. de Both; als griffier fungeerde mr. C. J. F. Caljé. Gemachtigde van den heer Voordewind was mr. Mendels; voor het rijk trad op mr. Telders, landsadvocaat. De heer Van Hengel was getuige-deskundige. De voorzitter vroeg, of de heer Voordewind lid der S. D. A. P. was, toen hem de tweede ver klaring werd voorgelegd, en of hij lid was van den Centralen Nederlandschen Ambtenaars- Bond, aangesloten bij het N. V. V. De heer Voordewind antwoordde bevestigend en zei op een andere vraag, dat hij wel ver moedde, dat de minister zou begrijpen, dat hij lid was der S. D. A. P., toen hij weigerde, de verklaring te teekenen, dat hij geen lid was der S. D. A. P. Voorts heeft spr. wel verklaard, dat hij niet was aangesloten bij een groep van personen, welke eischen stelt aan de leden die tegen de plichten van een dienaar van den staat ingaan. Deze verklaring kon hij in volle gerustheid onderteekenen, al achtte hij ze overbodig. Spr. had immers een ambtseed afgelegd en was gebonden aan geheimhouding. De verklaring, niet aangesloten te zijn bij groe pen, tegen de plichten van ambtenaren ingaan de. kon hij onderteekenen, maar niet die, waar in stond, dat hij geen lid was der S. D. A. P. Dat was een te ver gaande beperking van zijn vrijheid. De voorzitter zeide, dat de S. D. A. P. zich in de moeilijke dagen van de muiterij bij de marine niet achter de regeering stelde, maar dit was de heer Voordewind niet met den voor zitter eens. De heer Van Hengel, wnd. directeur van den topografischen dienst, verklaarde, dat Voorde wind zaalchef was over graveurs en zelf ook als graveur werkte. Een deel der militaire kaarten was geheim. Voordewind had daar wel mee te doen Na de desbetreffende order van den minis ter heeft get. aan alle leden van zijn personeel op 24 April een verklaring voorgelegd, die Voordewind niet heeft geteekend, wat get. den minister heeft meegedeeld. Get. heeft den mi nister geschreven, dat Voordewind naar zijn indruk uit idealistische overwegingen lid was der S. D. A. P. Op een vraag van den landsadvocaat deelde get.-desk. mee, dat het de bedoeling is, bij mo bilisatie het geheele leger van kaarten te voor zien in de mate, waarin de regeering dit noo dig oordeelt. Echter zijn er geheime kaarten, die het publiek niet krijgen kan en waarop forten voorkomen. Voordewind had toegang tot alle kaarten. Mr. Mendels besprak o.m. de bepalingen van de ambtenarenwet nopens ontslag, dat kan geschieden op grond van ongeschiktheid we gens ziels- of lichaamsgebreken of wegens andere redenen. Pl.'s grief is, dat in dit geval een bevoegdheid is toegepast, voor een doel, waarvoor de bevoegdheid kennelijk niet is ge geven. Het heeft nooit gelegen in de bedoe ling van den wetgever en van den samenstel ler van het ambtenarenreglement om in het onderhavige geval te doen besluiten tot onge schiktheid als reden van ontslag. De wnd. directeur van den topografischen dienst heeft den minister geschreven, dat Voor dewind als zaalchef het gezag hoog hield, en de wnd. directeur heeft den minister verzocht, maatregelen tegen Voordewind zoo clement mogelijk te nemen. Men doet geen eed jegens S. D. A. P. en C. N. A. B. Men kan door een papiertje toetreden en ontslag nemen. Besluit de S. D. A. P. iets, waarmee, men zich niet kan vereenigen, dan kan men volstaan met zijn lid maatschap op te zeggen. En Voordewind is, naar de wnd. directeur zelf verklaarde, lid der S. D. A. P. uit idealistische overwegingen. En hoe kan men verklaren, zich ook in de toekomst niet bij de S. D. A. P. te zullen aan sluiten Wat zal gebeuren, als over eenigen tijd b.v. bezwaren tegen de S. D. A. P., die men nu zegt te koesteren, vervallen, als er een her-oriënteering plaats heeft bij de S. D. A. P. in den geest van minister Deckers (Gelach.) Spr. hoopt het overigens niet te beleven. (Vroo- lijkheid.) De heer Van Hengel heeft jegens den minister te hoog opgegeven van Voordewind's bekwaamheid en heeft zijn heengaan een ver lies voor den topografischen dienst genoemd. Maar de minister verklaart hem ongeschikt, omdat hij geen verklaring onderteekent, die zijn vereenigingsrecht aantast. Dit is zuiver dé- tournement de pouvoir. Op grond van art. 50 is Voordewind niet ont slagen. Hij is ontslagen wegens ongeschikt heid. Als hier sprake was van een gedraging, gevaarlijk voor de veiligheid van den staat, als bedoeld in art. 50, had Voordewind niet eer vol ontslagen, maar gestraft moeten zijn. Maar dan zou de minister ook hebben moeten aan- toonen, dat het lidmaatschap der S. D. A. P. de veiligheid van den staat in gevaar brengt. Dien weg heeft men niet aangedurfd. De minister had krachtens art. 93 behoo- ren te zeggen „Om die cn die reden heb ik den grond van ongeschiktheid aanwezig ge acht". Spr. betoogt voorts, dat de minister op eigen houtje geen redenen tot ontslag er bij mag maken. Aan het departement is men wel eens wat voreilig. Dit blijkt uit het feit, dat na dit ontslag het ambtenarenreglement is aan gevuld met een art. 97 b, bepalende, dat een ambtenaar kan worden ontslagen op grond van zijn lidmaatschap van een vereeniging, waar van de voorzitter van den ministerraad heeft verklaard, dat haar doeleinden een behoor lijke plichtsvervulling van den ambtenaar in gevaar brengen. Het reglement op de krijgstucht bepaalt, dat het op grond van zijn zeer bijzondere positie aan een militair verboden is, zich aan te slui ten bij groepen, waarvan de minister van de strijd met de belangen van de krijgstucht zijn. Maar als voor den militair een dergelijke be paling nauwkeurig is gestipuleerd, mag dan voor een burgerlijk ambtenaar, voor wien zulk een bepaling destijds niet bestond, om die re den een ontslag „mir nichts, dir nichts" gege ven worden Hier is machtusurpatie geschied. Politieke overwegingen mogen hier geen rol spelen. Zakelijk moet de kwestie beoordeeld worden. Zooals het nu is gegaan, is het ont slag gegeven op geheel onvoldoende motieven. Betoog van den lands advocaat. De landsadvocaat mr. Telders betwist niet, dat de ambtenaar flink is geweest, maar ook de directeur en de minister zijn flink geweest. Zij hebben volkomen open kaart gespeeld. PI. stelt de vraag, of, als de Kroon een ambte naar wegens ongeschiktheid ontslaat, het aan gaat, dat het ambtenarengerecht wel tot ge schiktheid besluit en de ambtenaar hersteld wordt in zijn dienst, onder leiding der regee ring, die de verantwoordelijkheid draagt. Is hier geen „Doppel Administration" Gaat het aan, dat het ambtenarengerecht op eigen initiatief weer een onderzoek naar de geschikt heid van den ambtenaar instelt PI. betoogt dat, hoe uitgestrekt de administratieve recht spraak moge zijn, bepaalde punten nooit aan den administratieven rechter ter beslissing zul len kunnen worden overgelaten. Het betreft punten als orde en goede zeden, de veiligheid van den staat, enz. Tot deze punten behoort ook de beoordeeling van iemands bekwaam heid of geschiktheid voor zijn ambt. Dit is een zaak van „freies Ermessen" van den staat. Gaat het gerecht in op den eisch van partij, dat beoordeeld wordt, of het ontslag recht dan wel onrecht is, dan neme men in aanmerking, dat de grondwet bepaalt ten aanzien van de verantwoordelijkheid der regeering voor de verdediging van het grondgebied des rijks. Ieder in dienst der verdediging moet zich met toe wijding aan die taak geven. Voor het perso neel van den topografischen dienst kan geen uitzondering worden gemaakt. Zijn taak bij mobilisatie is bijzonder belangrijk. De minis ter van defensie kan in dit groote werktuig geen ambtenaren dulden, die van meening zijn, dat in voorkomende gevallen niet de re geering, maar de S. D. A. P. de noodzakelijk heid van bepaalde maatregelen, de wensche- lijkheid van mobilisatie moet beoordeelen. Nu hebben wij het geval van een man, die zich door zijn lidmaatschap van de S. D. A. P. nog andere banden heeft aangelegd dan die van een ambtenaar. Deze banden kunnen hem in moeilijke oogenblikken in de pijnlijkste con flicten brengen. Men kan van den minister van defensie niet vergen, dat hij een onderdeel in dienst houdt, dat niet onder alle omstandig heden volkomen betrouwbaar is. Tactisch is het een meesterzet van mr. Men dels om het politieke terrein te mijden. Was hij er wel op gekomen, dan had hij moeten bewijzen, dat men met een lid der S.D.A.P. in den dienst hetzelfde kan doen als met andere ambtenaren. Mr. Mendels heeft ge vraagd, waarom men zich nu druk maakt over een toestand, dien wij altijd hebben gehad. Maar na de gebeurtenissen op de vloot is gebleken, dat leiders der S.D.A.P. zich niet ontzien een der ernstigste misdaden tegen den staat, muiterij, goed te praten, althans niet af te keuren. Dit was de beteekenis van den te rugslag der gebeurtenissen op de vloot hier te lande. Later heeft de S.D.A.P. zich ertoe be paald, haar misdraging goed te praten en het recht der regeering, om met geweld de orde te herstellen, te miskennen. Mr. Mendels heeft gevraagd, waarom de minister op een tweede verklaring (geen lid der (S.D.A.P.) prijs stelde na de eerste ver klaring (geen lid van groepen met doeleinden, strijdig met den ambtenaarsplicht.) Volgens den ambtenaar pleegt de S.D.A.P. geen hande lingen, strijdig met dien plicht. Maar nu zegt de minister: „Niet gij hebt dit te beoordeelen. Ik beoordeel het!" Vandaar de tweede verkla ring. Overigens was het de ambtenaar, die ze formuleerde, niet de minister. Voor 22 Mei 1933 was de bevoegdheid van den minister om een ambtenaar te ontslaan wegens de bekende reden, betrekkelijk vrij en na 22 Mei '33 is hij gebonden aan de regelen op dit punt, in het Ambtenarenreglement op genomen. De heer Mendels stelle het niet voor, alsof de bevoegdheid voor 22 Mei niet bestond. Dit is geheel onjuist. De zaak is, dat zij na 22 Mei in het geschreven recht is overgegaan. Dit moet men ook fii aanmerking nemen bij de beoordeeling van mr. Mendels' argument ten aanzien van het reglement op de krijgs tucht. Ten slotte betoogt pl., dat het geen onrecht is, als de minister, die verantwoordelijk is, den militair ambtenaar, lid der S.D.A.P., on geschikt acht en hem ontslaat. Na repliek wordt de uitspraak bepaald op 26 September 's morgens om 10 uur. Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers waren" met zekerheid zegt te vernemen, kan spoedig een crisisheffing op oliën en vetten worden tegemoetgezien. De hoegrootheid dezer heffing is nog niet bekend. Alleen kan het blad mededeelen, dat het geen doel heeft voor raden van deze artikelen op te doen, daar ook deze onder de heffing zullen vallen en op ont duiking door niet aangeven van voorraden strenge straffen zullen worden gesteld. Het blad verneemt tevens met vrij groote zekerheid, dat met ingang van 1 October een crisisheffing op suiker is te verwachten. Het bedrag ligt vermoedelijk tusschen 5 en 7 gulden per 100 Kg. Evenals bij vroegere regelingen zullen voor raden tot 500 Kg. van navordering worden vrijgesteld. Wat deze laatste heffing betreft verwijzen wij naar hetgeen wij verleden week Maandag daaromtrent meldden. Omdat de heffing, teneinde een bietenprijs van 11 mogelijk te maken, 14 5 16 millioen zal moeten opbrengen berekenden wij, dat zij ruim 7 gulden per honderd Kg. zal moeten bedragen. Toegang tot de Ridderzaal. De voorzitter van de Vereenigde Vergadering der Staten-Generaal, die tot opening van de zitting 19331934 op Dinsdag 19 Sepember 1933 zal worden gehouden in de Ridderzaal op het Binnenhof, deelt mede: le. dat behalve zij, die ambtshalve recht van toegang hebben, niemand zal worden toe gelaten, tenzij voorzien van eene toegangs kaart. Ten einde de strikte handhaving dezer bepaling te bevorderen, zal deze kaart bij den daarop aangeduiden ingang van het gebouw moeten worden vertoond aan de zich aldaar bevindende ambtenaren van politie, die zullen worden bijgestaan door boden der Eerste en der Tweede Kamer; 2e. dat hun, die op hunne toegangskaart tot het gebouw zijn toegelaten, verzocht wordt zich bij hunne komst in de Ridderzaal zonder verwijl naar de voor hen bestemde plaatsen te begeven en hunne plaats niet te verlaten vóórdat de vergadering door den voorzitter is gesloten; 3e. dat de toegang tot het gebouw geopend is van 11 uur des voormiddags af; 4e. dat de toegang voor genoodigden na 12 uur zal gesloten worden; 5e. dat voor het publiek een bepaald aantal plaatsen beschikbaar is op de tribune; 6e dat, aangezien de overigens nog beschik bare ruimte het niet toelaat, verzoeken om toe gangskaarten voor de bovengenoemde Veree nigde Vergadering onmogelijk kunnen worden ingewilligd; 7 e. dat alle doorloopende en andere kaar ten, afgegeven tot toegang voor de vergaderin gen van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor de vermelde Veree nigde Vergadering niet geldig zijn. Deze mededeelingen strekken o.m. tot ant woord op de verzoeken van particulieren om toegangskaarten, mondeling en schrifelijk bij het bureau der vergadering ingekomen. De met verlof zijnde Gouverneur van Cura cao, de heer Van Slobbe, heeft gedurende zijn verblijf hier te lande zijn intrek genomen in pension Becht, Laan Copes van Cattenburch 66, 's-Gravenhage. De aandacht van belanghebbenden wordt er nogmaals op gevestigd, dat van 1 October 1933 af de uitvoer naar Frankrijk met inbegrip van het Saargebied in beperkte mate zal zijn toe gestaan van gedroogde, gezouten of gerookte visch, andere dan kabeljauw, schelvisch, klip- «visch, stokvisch, haring en heilbot. Aanvragen moeten, onder mededeeling van de reeds eerder in de dagbladen vermelde gege vens aan den inspecteur der visscherijen, be last met de afgrifte van certificaten, Heeren gracht 2 te 's-Gravenhage, worden gericht. Aanvragen moeten ingediend worden vóór 18 September, daar ze anders niet meer in be handeling kunnen worden genomen. De minister van Economische Zaken heeft met betrekking tot den uitvoer naar Frankrijk van gedroogde, gezouten of gerookte visch, an dere dan kabeljauw, schelvisch, klip visch, ha ring en heilbot het in het K. B. van 14 Augus tus j.l. tot regeling van den uitvoer naar Frank rijk bedoelde tijdvak bepaald op 1 Januari 19311 Januari 1933. Met ingang van 1 October zullen certificaten daarvoor worden afgegeven, waarmede is be last de heer W. J. Janssen, inspecteur der vis scherijen te 's-Gravenhage. BOYCOTPROPAGANDA IN SPOORWEG STATION. ORANJE-DINSDAG. Woensdagavond vergaderde het initiatief-Co mité „Oranje-Dinsdag" onder leiding van den heer F. K. Lotgering, voorzitter van het uit voerend comité van het Nationaal Huldigings- defilé. Daar reeds van vele zijden aanvragen tot deelneming aan dit Nationaal Huldebetoon op Dinsdag 19 Sept. in den Haag zijn binnengeko men en de tijd van voorbereiding zeer kort is, heeft het comité besloten, dat alle opgaven voor deelneming over het Bespreekbureau „Tavo", Muntplein 6, Amsterdam (tel. 35677) zullen gaan. Dit bureau regelt tevens het vervoer van en naar Den Haag. Opgaven worden aan dit bureau zoo spoedig mogelijk ingewacht. fensie heeft verklaard, dat haar doeleinden in aan kankerstudie. VORONOFF GAAT ZICH AAN KANKER STUDIE WIJDEN. BOEDAPEST, 13 September (V.D.) De be kende geleerde Voronoff, vooral bekend door zijn „verjongingskuur" gaat zich thans wijden Er is een nieuw weekblad verschenen, waar aan o.a. enkele journalisten alsmede ir. Nieu- wenhuis, de directeur van de Rotterdamsche tram, meewerken. „Het Nederlandsche volk" heet het orgaan, dat zich aandient als „onafhankelijk algemeen politiek en economisch weekblad". De redactie wil meer eenheid. Vandaar natuurlijk het aparte orgaan met eigen wenschen. De inlei dende beschouwing verkondigt o.a.: Men zal verder doelbewust hebben te kie zen tusschen de communistische en de vrije gemeenschap. Een tusschenweg, zooals velen zich voorstellen, achten wij onbestaanbaar. De „vrije gemeenschap" is natuurlijk de oude liberale, welke de heer Nieuwenhuis zoo dui delijk verdedigde in het propagandageschrift Het Loonvraagstuk", waarop onlangs te Delft de doctorstitel werd behaald. Niets nieuws en.... uit den tijd! „Moeten wij in zaken onze geloofsgenoot en begunstigen vraagt Ds. Lingbeek in zijn orgaan, dat voortdurend een advertentie rubriek van „protestantsche" zaken heeft. Natuurlijk zegt de predikant, want anders gaat ons protestantsche volk ten onder en hij verwijst naar de voorschriften van Mgr. den Aartsbisschop inzake de uitvoering van bouw werken. Wij vinden deze vergelijking misleidend. De heer Lingbeek weet zeer goed, dat deze voor schriften gelden voor bouwwerken van ka tholieke kerkbesturen. Vindt hij het niet voor de hand liggend, dat deze bij voorkeur ge gund worden aan Katholieken, die immers ook voor eigen kerken moeten offeren? Wij vragen toch den protestanten geen geld voor den bouw onzer kerken enspecifiek pro testantsche bouwwerken worden toch zeker niet bij voorkeur aan Katholieken gegund. Wij vinden dit laatste niet erg, maar laat de heer Lingbeek dan ook ons redelijk stand punt billijken OPLEIDING VAN ORGANISTEN. Aan de R. K. Leergangen te Tilburg. Het Bossche Diocesaan Bestuur van de St. Gregorius-Vereeniging vraagt nog eens speciaal de aandacht voor de R. K. Kerkmuziekschool te Utrecht, maar tevens voor de cursussen tot behaling van het Organisten-diploma A en B aan de Kerkmuzikale afdeeling van het Con servatorium der R. K. Leergangen te Tilburg, welke instelling onlangs in het bezit gekomen is van een volledig, modern toegerust elec- trisch kerk-orgel, waardoor het mogelijk is ge worden het practisch gedeelte van de opleiding nog grondiger te verzorgen dan voorheen. De lessen zoowel voor diploma A als B zijn zoo veel mogelijk op Woensdag n.m. gesteld om de deelname ïe vergemakkelijken. De cursus voor diploma B, waarvoor verder- gevorderden zich kunnen aanmelden en waar van de examens aanmerkelijk zwaarder zullen zijn dan voor diploma A, is na het gereed komen van het nieuwe orgel, thans voor het eerst georganiseerd. Degenen, welke het diploma B behalen, zul len de aangewezen personen zijn, om later als orgelleeraar mede te werken tot verhooging van het muzikale peil der organisten in het bisdom. Inlichtingen omtrent de nieuwe cursussen, die in September aanvangen, worden gaarne verstrekt door W. Kerssemakers, Seminarie St. Michiels-Gestel. OV Vergoeding voor de oefening in de praktijk. Zooals bekend heeft de Minister van Onder wijs de beschikking, houdende vaststelling van de Regelen voor de belooning van de onderwij zers aan scholen voor gewoon lager onderwijs, belast met de oefening in de practijk van het lesgeven der leerlingen van Rijkskweekscholen en van door het Rijk gesubsidieerde kweek- scholen voor onderwijzers en (of) onderwijze ressen, ingetrokken. Het Tweede Kamerlid, de heer Thijssen, vraagt nu den Minister of vol gens zijn oordeel thans een behoorlijke ver zorging van de practijkoefening onzer aan staande onderwijzers en onderwijzeressen ver zekerd is. Zoo niet, kan de Minister dan mededeelen of een andere regeling van de bedoelde be looning bij hem in overweging is. Zoo ja, is dan de Minister van oordeel, dat voor het extra-werk der betrokken onderwijzers geen financieele vergoeding noodig is, doordat deze onderwijzers tot dit werk te verplichten zijn, eenvoudig door de aanwijzing hunner school, op grond van Art. 5 van het K. B. van 23 Aug. 1933, no. 455, of van Art. 24 van het K. B. van denzelfden datum, no. 456 Het asylrecht ei9cht geen voorrang boven landgenooten. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot aanvulling van de hooger onderwijswet. Naar aanleiding van de daarin geopperde be zwaren zegt de Minister in de Memorie van antwoord dat hij een wanverhouding ziet tus schen den eenvoudigen aard der ontworpen regeling en de principiëele bestrijding. Ieder heeft moeten waarnemen, dat plotseling opge komen voorvallen in het buitenland een onver-, wachte toestrooming van vreemdelingen in Nederland hebben veroorzaakt. Onder deze vreemdelingen verlangen velen plaatsing aan onze inrichtingen van hooger onderwijs. De wet laat niet toe, hun opneming te regelen. Wie zich aanmeldt, moet worden ingeschreven. Aan onderdeelen van verschillende inrichtingen is plaatsgebrek. Dit zou ernstiger gaan nijpen door toestrooming van vreemdelingen. Voor het normale aantal studenten zou het volgen der lessen worden bemoeilijkt, voor het surplus onmogelijk gemaakt. Een middel tot selectie geeft de wet niet. De plaats van Nederlanders zou worden bezet door vreemdelingen. De re geering is verplicht, den Nederlanders den voorrang te verzekeren, zoo lang het niet mo gelijk is, doelmatige voorzieningen te treffen om een grooter aantal studeerenden op te ne- De Chef van den Dienst van het Vervoer der Ned. Spoorwegen heeft, naar aanleiding van het feit, dat het is voorgekomen, dat in een der stationswachtkamers strooibiljetten, be vattende een opwekking tot boycot van Duit sche voortbrengselen zijn neergelegd, ter ken nis van het personeel gebracht, dat dergelijke pamfletten en ook andere geschriften met po- litieken inhoud nimmer in de stations mogen worden toegelaten. De stationschefs moeten hierop nauwlettend toezien en zulke lectuur onverwijld doen verwijderen. RADIONACHTVORSTBERICHTEN. Van 18 September 1933 af zullen tot nadere aankondiging nachtvorstverwachtingen worden geseind door het station van het K. N. M. I. te De Bilt (P. I. M.). Deze berichten worden uitgezonden op de golflengte 1470 m te 15.45 en 21 uur Amster- damschen zomertijd (in het laatste geval na het gewone avondweerbericht). Van 9 October af geschiedt de uitzending te 15.45 en 20 uur Amsterdamschen tijd. men. Het stellen van deze bevoegdheid moest uit den aard der zaak spoedwerk zijn. Een excep- tioneele maatregel als deze moet niet worden genomen, voordat uit de waarneming der fei ten de noodzakelijkheid is gebleken. En na de inschrijving van een toevloed zou de maat regel te laat zijn gekomen. Het asylrecht, dat inhoudt, dat in Neder land rechtsbescherming is verzekerd aan vreem delingen, wien die bescherming in eigen land is onthouden, laat het wetsontwerp intact. De gastvrijheid eischt geen voorrang in alles bo ven landgenooten. De minister maakt zich voorts geen oogenblik ongerust, dat zijn juiste argumentatie in den vreemde een ongewensch- ten indruk zal maken. Tegen hier ingeburgerde personen zal de maatregel niet werken. De adresseerende hoogleeraren geven toe, dat een maatregel, om voorrang te verleenen aan Nederlanders boven de toegestroomde vreemdelingen, gerechtvaardigd is. Iets anders beoogt het wetsontwerp niet. Het adres waf overbodig.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3