N ATïONA A L-SOCIALISME ALS
WERELDBESCHOUWING.
AMBTENAREN ONDER DEFENSIE EN
HET LIDMAATSCHAP DER S.D.A.P.
VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933
II
Een vriend yan Hitler, Dr. Georg Schott,
ONTSLAG WEGENS ONGESCHIKT.
HEID BIJ DEN TOPOGRA-
FISCHEN DIENST.
De zaak-Voordewind voor het
ambtenarengerecht.
CRISISHEFFING OP OLIËN EN
VETTEN.
Ook voorraden erdoor getroffen
1 OCTOBER HEFFING OP SUIKER
DE OPENING VAN DE STATEN-
GENERAAL.
GOUVERNEUR VAN SLOBBE.
UITVOER VAN VISCH NAAR
FRANKRIJK.
WEER EEN.
MISLEIDEND.
OPLEIDING VAN KWEEKELINGEN.
WEREN VAN VREEMDE STUDENTEN
AAN ONZE UNIVERSITEITEN.
Tirj-i
li
Duidelijker den Hitier, spreken Gottfried
reder en Alfred Rosenberg, wier hier ge
citeerde geschriften door I-Iitler zijn gelezen
en goedgekeurd voor ze werden uitgegeven.
Wij doelen op Feder's „Das Program der
N. S. D. A. P. und seine weltanschauliche
Gruadlagen", waarvan bereids de 22e druk
verscheen, en Alfred Rosenberg's „Der
Mythos des 20. Jahrhunderts". 3. Auf. 1932,
en „Das Wesensgefüge des Nationalsozialis-
nius", 120e duizendtal, 1932.
Feder onderwerpt in het hoofdstuk „Kul-
turpolitik", de Kerk aan een scherpe kri
tiek. Dan verklaart hij: „Men moet wel en
zorgvuldig onderscheiden tusschen de in
nerlijke geestelijke kern van het Chris
tendom en de veelvuldige uitwassen van
zijn wereldlijken verschijningsvorm". En
dan schrijft hij:
„Gewis zal eens ook het Duitsche volk
een vorm vinden voor zijn Godserkenning,
zijn Godsleven, zooals dat zijn noordsch
bloeddeel verlangt; gewis zal eerst dan de
drieëenheid van bloed, van geloof en van
Staat volkomen zijn. Van de grootste betee-
kenis zal dan blijken te zijn ook op dit ge
bied het bewustworden van de noordsche
gedachte."
Pater Nötges (blz. 46) noemt dit „de ver
dringing van het kruis door het hakenkruis,
de opstanding van het germaansche heiden
dom uit het graf van het Christendom in
Hitler-uniform".
Rosenberg spreekt in verband met het
reeds geciteerde art. 24 van het Partijpro
gram van „waarborging van het germaansch-
christelijk leven". En dan schrijft hij:
„De gedachte, die alleen in staat is,
alle standen en confessies in het Duitsche
volk tot eenheid te brengen, is de nieuwe
en toch oeroude volksche wereldbeschou
wing, stoelend op den slechts gehavenden
Duitschen gemeenschapsgeest. Deze wereld
beschouwing heet heden ten dage Nationaal-
Socialisme".
In zijn andere geschriften toont Rosen
berg thans Hitler's rechterhand en hoofd
redacteur van het officieel partij-dagblad de
„Völkischer Beobachter, Zentralorgan der
Nationalsozialistischen Deutschen Arbeiter-
partei", zich een fel anti-katholiek, jazelfs
anti-christen.
Zoo schreef hij in zijn boek over Cham
berlain: „De valschelijk christelijk genoem
de Kerken beschouwen het historisch bewijs,
als zou Jesus de voorspelde Messias zijn, in
allen ernst nog thans voor een noodzakelijk
bestanddeel van een Europeesch geloof". De
onzin, dien ze daarover in hun preeken laten
hooren, doen de haren te berge rijzen, meent
hij. En in zijn meest bekende boek „Der
Mythos" schreef hij. „Een einddoel was eens
de verchristelijking der wereld en haar ver
lossing door den weerkeerenden Christus.
Als een ander einddoel verscheen de droom
van de humaniseering der menschheid. Beide
idealen zijn begraven geworden, niettegen
staande juist thans de eene als de andere
oen steeds meer zich fanatiseerende priester
schap en aanhangerskring vindt. Dat zijn
verstarringsverschijnselen, niet meer levend
leven. Een geloof, dat in de ziel stierf, is
niet meer uit den doode op te wekken „De
christelijke kerk eigende zich de Perzische
idee van een wereldvredesvorst toe, zij het
°°k misvormd door de Joodsche Messias-
gedachte". „Erfzondeleer is voor een volk
met ongebroken ras-karakter een onver
staanbaarheid". „Het zondegevoel is een
noodzakelijk nevenverschijnsel van de bast
aardeering". „Leerconcilies, inquisitie en
brandstapels in te voeren met het doel de
zielen te vernietigen, bleef aan de Kerk
in haar paulinisch-augustijnschen vorm
voorbehouden De germaansche wereld
heeft zich echter steeds tegen dit syrisch
wezen verzet". „De groote persoonlijkheid
van Christus, hoe zij ook moge geweest zijn,
werd terstond na zijn dood met al het ge
wicht van het voor-aziatische, joodsche en
afrikaansche leven beladen en versmolten".
„Christus vertoont een merkwaardig innige
verhouding tusschen abstracte geestelijk
heid en demonische toovenarij". „Thans ont
waakt een nieuw geloof, met het bloed ook
het goddelijk wezen des menschen te ver
dedigen. Het met het klaarste weten ver
bonden geloof, dat het noordsche bloed dat
mysterie biedt, hetwelk de oude sacramen
ten vervangen en overwonnen heeft". „Het
Noordsche westen moet tenslotte uitko
men op den beslissenden strijd en de uit
schakeling der Roomsche Kerk als vreemd
aan de soort". „Met de vertelling van het
uitdrijven van booze geesten uit de zwijnen
door Jesus kleeft tot heden syrische magie aan
het Christendom; hel en hemelvaart, helle
vuur en hellestraffen werden voortaan
christelijke wetenschap". „De geloofsbelij
denis van Nicea met meerderheid van stem
men door monniken vastgesteld, de leerstel
lingen tot stand gekomen op roovers-syno-
den, waarop men met stokslagen religieuse
vragen besliste, zijn dood en innerlijk on
waar". „De kerkelijke Jahwe is nu dood,
zooals Wotan voor 1500 jaren". Rome is een
vijandelijke macht. De Kerk drijft machts
politiek met behulp der liefde. „Een herder
en een kudde", dat is woordelijk opgevat de
duidelijkste oorlogsverklaring aan den ger-
maanschen geest geweest. De noordsche
mensch moet met het systeem der Kerk „op
den duur in het zwaarste geestelijk conflict
komen". Eerst wanneer men het systeem der
Kerk „bewust principieel afwijst is de weg
vrij voor echte Germaansche kuituur en
echten bij bloed en soort passenden geloofs
vorm". „De benutting van het eenmaal ge
kweekte geloof aan Jesus Christus voor de
machtspolitiek van een zich zelf vergodde-
lijkenden priesterbond maakt evenzoo het
wezen van Rome uit, gelijk het onder ande
ren naam het wezen der priesters-politici
in Babyion en Etrurië geweest is". Sinds 2000
jaren komt het eeuwige bloed aller rassen
en volken in opstand tegen de unitarische
strevingen van Rome. De onfeilbaarheidsver
klaring is: „het opgeven van de eer van den
enkeling, van de volken, van de rassen ten
gunste van de aanspraak op heerschappij
van een zichzelf tot God verklarende pries
termaatschappij". De Roomsche en Protes-
tantsche kerken zijn een negatief christen
dom, „dat aan de organische krachten van
een noordsche-ras-volk in den weg staat,
plaats moet maken, en zich in den zin van
een germaansch Christendom moet omvor
men." De ziel moet vrij zijn van alle dog
ma's, kerken, Pausen. „De mythus van de
plaatsbekleeding van God, kan geen ras of
natie als juist erkennen. Men wil liefde en
deemoed tegenover den Paus; dat is de in
het wezen van den Roomschen mythus lig
gende ontkenning van de persoonlijkheid,
als de hoogste uiting van een ras". Het
Christendom is „voor Rome slechts middel,
om de zielen aan den Paus te binden". De
Paus is de almachtige medicijnman. De Isis-
Maria-vereering is religieuse hysterie. Het
Vaticaansche concilie was eerloos. Enz. enz.
enz.
Ziedaar Rosenberg, de geestelijke leider
van den Leider Hitier, en zijn rechterhand.
Beoogt hij een Los-van-Rome-beweging
onder het teeken van het Hakenkruis?
Is Hitier het, in zijn hart, met Rosenberg
eens? Ziedaar de werkelijk benauwende
vraag.
schreef op blz. 165 van zijn boek thans
in den officieelen Parteiverlag verkrijgbaar
„Volksbuch vom Hitier": „Het joodsche
verraad heeft hij (Hitler) in elk geval nog
vermogen te onderkennen. Tot de gedachte,
dat de duivel in den monstrans kruipt en van
daar uit het kinderlijk geloovige volk be
driegt, is hij niet in staat. Was hij niet in
staat, tot hem het leven ook deze harde
waarheid bijgebracht heeft. Welke ziele-
smart hem, den eerlijken katholiek
deze beleving moge gekost hebben, daar
over is geen verder woord van noode."
En Hitier duldt, dat dit boek van zijn vriend
in den officieelen Parteiverlag verkocht
wordt!
Dr. Arthur Dinter, nadat hij uit de N. S.
D. A. P. gestooten was, schreef in zijn tijd
schrift „Das Geistchristentum" (Jan. 1929),
dat Hitier den Katholieken godsdienst „voor
kras bijgeloof hield".
In de Sept.-Oct.-aflevering 1930 deelt hij
een en ander mede uit besprekingen, die hij
van Dec. 1925 tot Oct. 1928 met Hitier hield
„over de vraag van een systematische be
strijding van de joodsch-roomsche kerk".
Hitler was het met hem eens geweest, „dat
de strijd tegen de Pauskerk alleen succes
kon hebben, als van binnen uit haar macht
verwoest werd". Maar, zoo meende hij„wan
neer men den strijd tegen Rome op deze
wijde grondslagen stellen wilde, dan moest
men tijd hebben. Hij echter had geen tijd.
Hij moest in drie, hoogstens vijf, jaren aan
de macht zijn, indien anderen hem niet voor
zouden komenOm dit doel te bereiken,
kon hij 't bij de Katholieke Kerk niet ver
bruien, want deze is in Duitschland een ont
zaglijke macht. Veel meer was noodig, de
Katholieke Kerk, en vooral den Paus, voor
de volksche beweging te winnen. Men moest
den Paus op de handigste wijze tegen de
Beiersche Volkspartij en het Centrum uit
spelen, altijd weer erop wijzen, dat Centrum
en Beiersche Volkspartij de belangen der
Katholieke Kerk door hun samengaan met
de Sociaal-democratie blijvend met voeten
traden. De politiek der Partij moest zóó ge
voerd worden, dat de Duitsche Katholieken
de overtuiging kregen, dat de katholieke
belangen bij de Nationaal-Socialisten beter
geborgen zijn dan bij het Centrum en de
Beiersche Volkspartij, dat is de zekerste
weg, om deze beide partijen op zij te schui
ven."
Dinter legde er daarbij nog den nadruk
op, dat „ook Alfred Rosenberg, de geeste
lijke voedstervader van Adolf Hitler", in
zijn boek, „dat naar Hitler's meening, die
hij in zijn te München gehouden redevoering
openlijk uitsprak, het meest beteekenende
boek dezer eeuw was, tegen het Katholieke
bijgeloof te velde getrokken was".
En in de volgende aflevering van,, Das Geist
christentum" (Nov.-Dec. 1930) vertelde Dr.
Dinter, dat op den laatsten Leidersdag der
N. S. D. A. P. te Weimar, welken hij, Dinter,
als fractieleider der Thüringsche Nationaal
Socialisten voor twee jaren (dus in 1928)
meegemaakt had, „zijn toenmalige eisch, den
strijd tegen Rome op te nemen", door Hitier,
die* „zooals hij ook onomwonden toegeeft,
ook slechts naam-katholiek is", met de vol
gende verklaring afgewezen werd: „Als ik
eenmaal tot de macht gekomen ben, zal de
Katholieke Kerk niet te lachen hebben; maar
om de macht te verkrijgen, kan ik haar hulp
niet ontberen".
Het is begrijpelijk, dat deze publicaties in
Duitischland groot opzien wekten, en in de
Centrumspers druk gecommentarieerd wer
den.
Maar alle drie de keeren heeft Hitier er
het stilzwijgen op bewaard.
Natuurlijk, dat hij met een uitgestooten
partijgenoot niet in polemiek wilde treden,
daar kan men in komen. Maar waarom liet
hij, ter geruststelling van de Katholieken,
geen korte maar besliste tegenspraak publi-
ceeren?
Pater Nötges is daarom van meening, dat
de mededeelingen van dr. Dinter zakelijk
juist waren.
Maar dan krijgt daardoor Hitler's verze
kering thans nog weer eens herhaald, dat
het Nationaal-Socialisme niet is een partij,
noch ook maar een beweging, maar een we
reldbeschouwing, wel bijzondere beteekenis.
En deze beteekenis wordt nog grooter, wan
neer wij thans nader zullen zien, wat de
grondslag dezer wereldbeschouwing is,
niet het christelijk geloof, maar: een rasse-
theorie, die in haar practische uitwerking
rechtdraads in strijd in met het Christendom,
hetzij geloovig Protestantisme, hetzij Katho
licisme.
WAAR VERMOEDELIJK HEDEN EEN EIND AAN KOMT. Als de nieuwe verkeersbrug over het Merwedekanaal ingebruik wordt genomen
BENOEMINGEN
Priesters van het H. Hart van Jesus.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
op verzoek van den Hoogeerw. Pater Provin
ciaal der Priesters van het H. Hart eervol ont
slag verleend aan den Weleerw. Pater J. v. d.
Laarschot als president-directeur en aan den
Weleerw. Pater C. Knell als directeur van het
Sint Franciscus Liefdewerk te Rotterdam en
heeft benoemd tot president-directeur van het
Sint Franciscus Liefdewerk aldaar den Zeer-
eerw. Pater H. Nieland, rector van het Klooster
aan den Walenburgerweg, en tot directeuren
van het St. Franciscus Liefdewerk afd. Schie-
damsche Singel den Weleerw. zeergel. Pater
dr. G. van ïersel, en van de afd. Vijverhofstraat
den Weleerw. Pater J. v. d. Vegt.
De Hoogeerw. Pater Provinciaal der Priesters
van het H. Hart heeft benoemd
tot rector van het Voogdij gesticht te Heer (L.)
den Zeereerw. Pater J. v. d. Laarschottot
leeraren aan het Juvenaat te Bergen op Zoom
R. R. P. P. C. Hoffmann en L. Leblanc, tot
Oeconoom R. P. J- Martens en tot administrator
R. P. R. Lamers tot leeraren aan het Missie
huis „Christus Koning" te Helmond R. R. P. P.
C. Knell en A. Weterman; tot leeraar aan het
Juvenaat te Lanaeken (België) R. p. w. ten
Vaarwerk tot assistent aan de rectoraatskerk
te Maastricht R. P. H. Graattot administrator
aan de Missieprocuur te Rotterdam R. p. J. de
Groot.
JEUGDWERK IN HET BISDOM HAARLEM
„St. Bavo" vermeldt thans de benoeming van
den weleerw. zeergel. heer A. Vollaerts, leeraar
te „Hageveld" tot directeur van het vrouwelijk
jeugdwferk in het bisdom Haarlem en tot lid
van den diocesanen jeugdraad.
ZIELZORG AAN BOORD
Met het m.s. Tajandoen van de Stoomvaart
Maatschappij „Nederland" zal een Pater Fran
ciscaan op 26 dezer de reis naar Batavia aan
vaarden.
E. HELDER t.
Te Zwolle is na een korte ongesteldheid op
81-jarigen leeftijd overleden de heer E. Hel
der, oprichter der N. V. Zwolsche Biscuitsfa-
briek voorheen E. Helder en Co.
ALFRED SUTRO f
De bekende dramaturg Alfred Sutro, is te
Londen op 70-jarigen leeftijd aan een longont
steking overleden.
Donderdag is in openbare zitting van het
ambtenarengerecht te 's Gravenhage behan
deld de zaak van H. Voordewind, wegens on
geschiktheid eervol ontslagen als graveur bij
den topografischen dienst.
Voorzitter van het gerecht was mr. H. van
Haeringen; leden waren mr. Th. G. Donner en
dr. W. L. M. de Both; als griffier fungeerde
mr. C. J. F. Caljé. Gemachtigde van den heer
Voordewind was mr. Mendels; voor het rijk
trad op mr. Telders, landsadvocaat. De heer
Van Hengel was getuige-deskundige.
De voorzitter vroeg, of de heer Voordewind
lid der S. D. A. P. was, toen hem de tweede ver
klaring werd voorgelegd, en of hij lid was van
den Centralen Nederlandschen Ambtenaars-
Bond, aangesloten bij het N. V. V.
De heer Voordewind antwoordde bevestigend
en zei op een andere vraag, dat hij wel ver
moedde, dat de minister zou begrijpen, dat hij
lid was der S. D. A. P., toen hij weigerde, de
verklaring te teekenen, dat hij geen lid was
der S. D. A. P. Voorts heeft spr. wel verklaard,
dat hij niet was aangesloten bij een groep
van personen, welke eischen stelt aan de leden
die tegen de plichten van een dienaar van
den staat ingaan. Deze verklaring kon hij in
volle gerustheid onderteekenen, al achtte hij
ze overbodig. Spr. had immers een ambtseed
afgelegd en was gebonden aan geheimhouding.
De verklaring, niet aangesloten te zijn bij groe
pen, tegen de plichten van ambtenaren ingaan
de. kon hij onderteekenen, maar niet die, waar
in stond, dat hij geen lid was der S. D. A. P.
Dat was een te ver gaande beperking van zijn
vrijheid.
De voorzitter zeide, dat de S. D. A. P. zich
in de moeilijke dagen van de muiterij bij de
marine niet achter de regeering stelde, maar
dit was de heer Voordewind niet met den voor
zitter eens.
De heer Van Hengel, wnd. directeur van den
topografischen dienst, verklaarde, dat Voorde
wind zaalchef was over graveurs en zelf ook
als graveur werkte. Een deel der militaire
kaarten was geheim. Voordewind had daar wel
mee te doen
Na de desbetreffende order van den minis
ter heeft get. aan alle leden van zijn personeel
op 24 April een verklaring voorgelegd, die
Voordewind niet heeft geteekend, wat get. den
minister heeft meegedeeld. Get. heeft den mi
nister geschreven, dat Voordewind naar zijn
indruk uit idealistische overwegingen lid was
der S. D. A. P.
Op een vraag van den landsadvocaat deelde
get.-desk. mee, dat het de bedoeling is, bij mo
bilisatie het geheele leger van kaarten te voor
zien in de mate, waarin de regeering dit noo
dig oordeelt. Echter zijn er geheime kaarten,
die het publiek niet krijgen kan en waarop
forten voorkomen. Voordewind had toegang
tot alle kaarten.
Mr. Mendels besprak o.m. de bepalingen
van de ambtenarenwet nopens ontslag, dat kan
geschieden op grond van ongeschiktheid we
gens ziels- of lichaamsgebreken of wegens
andere redenen. Pl.'s grief is, dat in dit geval
een bevoegdheid is toegepast, voor een doel,
waarvoor de bevoegdheid kennelijk niet is ge
geven. Het heeft nooit gelegen in de bedoe
ling van den wetgever en van den samenstel
ler van het ambtenarenreglement om in het
onderhavige geval te doen besluiten tot onge
schiktheid als reden van ontslag.
De wnd. directeur van den topografischen
dienst heeft den minister geschreven, dat Voor
dewind als zaalchef het gezag hoog hield, en
de wnd. directeur heeft den minister verzocht,
maatregelen tegen Voordewind zoo clement
mogelijk te nemen. Men doet geen eed jegens
S. D. A. P. en C. N. A. B. Men kan door een
papiertje toetreden en ontslag nemen. Besluit
de S. D. A. P. iets, waarmee, men zich niet kan
vereenigen, dan kan men volstaan met zijn lid
maatschap op te zeggen. En Voordewind is,
naar de wnd. directeur zelf verklaarde, lid der
S. D. A. P. uit idealistische overwegingen.
En hoe kan men verklaren, zich ook in de
toekomst niet bij de S. D. A. P. te zullen aan
sluiten Wat zal gebeuren, als over eenigen
tijd b.v. bezwaren tegen de S. D. A. P., die
men nu zegt te koesteren, vervallen, als er een
her-oriënteering plaats heeft bij de S. D. A. P.
in den geest van minister Deckers (Gelach.)
Spr. hoopt het overigens niet te beleven. (Vroo-
lijkheid.) De heer Van Hengel heeft jegens den
minister te hoog opgegeven van Voordewind's
bekwaamheid en heeft zijn heengaan een ver
lies voor den topografischen dienst genoemd.
Maar de minister verklaart hem ongeschikt,
omdat hij geen verklaring onderteekent, die
zijn vereenigingsrecht aantast. Dit is zuiver dé-
tournement de pouvoir.
Op grond van art. 50 is Voordewind niet ont
slagen. Hij is ontslagen wegens ongeschikt
heid. Als hier sprake was van een gedraging,
gevaarlijk voor de veiligheid van den staat, als
bedoeld in art. 50, had Voordewind niet eer
vol ontslagen, maar gestraft moeten zijn. Maar
dan zou de minister ook hebben moeten aan-
toonen, dat het lidmaatschap der S. D. A. P.
de veiligheid van den staat in gevaar brengt.
Dien weg heeft men niet aangedurfd.
De minister had krachtens art. 93 behoo-
ren te zeggen „Om die cn die reden heb ik
den grond van ongeschiktheid aanwezig ge
acht". Spr. betoogt voorts, dat de minister op
eigen houtje geen redenen tot ontslag er bij
mag maken. Aan het departement is men wel
eens wat voreilig. Dit blijkt uit het feit, dat
na dit ontslag het ambtenarenreglement is aan
gevuld met een art. 97 b, bepalende, dat een
ambtenaar kan worden ontslagen op grond van
zijn lidmaatschap van een vereeniging, waar
van de voorzitter van den ministerraad heeft
verklaard, dat haar doeleinden een behoor
lijke plichtsvervulling van den ambtenaar in
gevaar brengen.
Het reglement op de krijgstucht bepaalt, dat
het op grond van zijn zeer bijzondere positie
aan een militair verboden is, zich aan te slui
ten bij groepen, waarvan de minister van de
strijd met de belangen van de krijgstucht zijn.
Maar als voor den militair een dergelijke be
paling nauwkeurig is gestipuleerd, mag dan
voor een burgerlijk ambtenaar, voor wien zulk
een bepaling destijds niet bestond, om die re
den een ontslag „mir nichts, dir nichts" gege
ven worden Hier is machtusurpatie geschied.
Politieke overwegingen mogen hier geen
rol spelen. Zakelijk moet de kwestie beoordeeld
worden. Zooals het nu is gegaan, is het ont
slag gegeven op geheel onvoldoende motieven.
Betoog van den lands
advocaat.
De landsadvocaat mr. Telders betwist niet,
dat de ambtenaar flink is geweest, maar ook
de directeur en de minister zijn flink geweest.
Zij hebben volkomen open kaart gespeeld.
PI. stelt de vraag, of, als de Kroon een ambte
naar wegens ongeschiktheid ontslaat, het aan
gaat, dat het ambtenarengerecht wel tot ge
schiktheid besluit en de ambtenaar hersteld
wordt in zijn dienst, onder leiding der regee
ring, die de verantwoordelijkheid draagt. Is
hier geen „Doppel Administration" Gaat het
aan, dat het ambtenarengerecht op eigen
initiatief weer een onderzoek naar de geschikt
heid van den ambtenaar instelt PI. betoogt
dat, hoe uitgestrekt de administratieve recht
spraak moge zijn, bepaalde punten nooit aan
den administratieven rechter ter beslissing zul
len kunnen worden overgelaten. Het betreft
punten als orde en goede zeden, de veiligheid
van den staat, enz. Tot deze punten behoort
ook de beoordeeling van iemands bekwaam
heid of geschiktheid voor zijn ambt. Dit is een
zaak van „freies Ermessen" van den staat.
Gaat het gerecht in op den eisch van partij,
dat beoordeeld wordt, of het ontslag recht dan
wel onrecht is, dan neme men in aanmerking,
dat de grondwet bepaalt ten aanzien van de
verantwoordelijkheid der regeering voor de
verdediging van het grondgebied des rijks. Ieder
in dienst der verdediging moet zich met toe
wijding aan die taak geven. Voor het perso
neel van den topografischen dienst kan geen
uitzondering worden gemaakt. Zijn taak bij
mobilisatie is bijzonder belangrijk. De minis
ter van defensie kan in dit groote werktuig
geen ambtenaren dulden, die van meening
zijn, dat in voorkomende gevallen niet de re
geering, maar de S. D. A. P. de noodzakelijk
heid van bepaalde maatregelen, de wensche-
lijkheid van mobilisatie moet beoordeelen. Nu
hebben wij het geval van een man, die zich
door zijn lidmaatschap van de S. D. A. P. nog
andere banden heeft aangelegd dan die van
een ambtenaar. Deze banden kunnen hem in
moeilijke oogenblikken in de pijnlijkste con
flicten brengen. Men kan van den minister
van defensie niet vergen, dat hij een onderdeel
in dienst houdt, dat niet onder alle omstandig
heden volkomen betrouwbaar is.
Tactisch is het een meesterzet van mr. Men
dels om het politieke terrein te mijden. Was
hij er wel op gekomen, dan had hij moeten
bewijzen, dat men met een lid der S.D.A.P.
in den dienst hetzelfde kan doen als met
andere ambtenaren. Mr. Mendels heeft ge
vraagd, waarom men zich nu druk maakt over
een toestand, dien wij altijd hebben gehad.
Maar na de gebeurtenissen op de vloot is
gebleken, dat leiders der S.D.A.P. zich niet
ontzien een der ernstigste misdaden tegen den
staat, muiterij, goed te praten, althans niet af
te keuren. Dit was de beteekenis van den te
rugslag der gebeurtenissen op de vloot hier te
lande. Later heeft de S.D.A.P. zich ertoe be
paald, haar misdraging goed te praten en het
recht der regeering, om met geweld de orde
te herstellen, te miskennen.
Mr. Mendels heeft gevraagd, waarom de
minister op een tweede verklaring (geen lid
der (S.D.A.P.) prijs stelde na de eerste ver
klaring (geen lid van groepen met doeleinden,
strijdig met den ambtenaarsplicht.) Volgens
den ambtenaar pleegt de S.D.A.P. geen hande
lingen, strijdig met dien plicht. Maar nu zegt
de minister: „Niet gij hebt dit te beoordeelen.
Ik beoordeel het!" Vandaar de tweede verkla
ring. Overigens was het de ambtenaar, die ze
formuleerde, niet de minister.
Voor 22 Mei 1933 was de bevoegdheid van
den minister om een ambtenaar te ontslaan
wegens de bekende reden, betrekkelijk vrij en
na 22 Mei '33 is hij gebonden aan de regelen
op dit punt, in het Ambtenarenreglement op
genomen. De heer Mendels stelle het niet voor,
alsof de bevoegdheid voor 22 Mei niet bestond.
Dit is geheel onjuist. De zaak is, dat zij na
22 Mei in het geschreven recht is overgegaan.
Dit moet men ook fii aanmerking nemen bij
de beoordeeling van mr. Mendels' argument
ten aanzien van het reglement op de krijgs
tucht.
Ten slotte betoogt pl., dat het geen onrecht
is, als de minister, die verantwoordelijk is,
den militair ambtenaar, lid der S.D.A.P., on
geschikt acht en hem ontslaat.
Na repliek wordt de uitspraak bepaald op
26 September 's morgens om 10 uur.
Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers
waren" met zekerheid zegt te vernemen, kan
spoedig een crisisheffing op oliën en vetten
worden tegemoetgezien. De hoegrootheid dezer
heffing is nog niet bekend. Alleen kan het
blad mededeelen, dat het geen doel heeft voor
raden van deze artikelen op te doen, daar ook
deze onder de heffing zullen vallen en op ont
duiking door niet aangeven van voorraden
strenge straffen zullen worden gesteld.
Het blad verneemt tevens met vrij groote
zekerheid, dat met ingang van 1 October een
crisisheffing op suiker is te verwachten.
Het bedrag ligt vermoedelijk tusschen 5 en
7 gulden per 100 Kg.
Evenals bij vroegere regelingen zullen voor
raden tot 500 Kg. van navordering worden
vrijgesteld.
Wat deze laatste heffing betreft verwijzen
wij naar hetgeen wij verleden week Maandag
daaromtrent meldden.
Omdat de heffing, teneinde een bietenprijs
van 11 mogelijk te maken, 14 5 16 millioen
zal moeten opbrengen berekenden wij, dat zij
ruim 7 gulden per honderd Kg. zal moeten
bedragen.
Toegang tot de Ridderzaal.
De voorzitter van de Vereenigde Vergadering
der Staten-Generaal, die tot opening van de
zitting 19331934 op Dinsdag 19 Sepember 1933
zal worden gehouden in de Ridderzaal op het
Binnenhof, deelt mede:
le. dat behalve zij, die ambtshalve recht
van toegang hebben, niemand zal worden toe
gelaten, tenzij voorzien van eene toegangs
kaart. Ten einde de strikte handhaving dezer
bepaling te bevorderen, zal deze kaart bij den
daarop aangeduiden ingang van het gebouw
moeten worden vertoond aan de zich aldaar
bevindende ambtenaren van politie, die zullen
worden bijgestaan door boden der Eerste en
der Tweede Kamer;
2e. dat hun, die op hunne toegangskaart tot
het gebouw zijn toegelaten, verzocht wordt
zich bij hunne komst in de Ridderzaal zonder
verwijl naar de voor hen bestemde plaatsen
te begeven en hunne plaats niet te verlaten
vóórdat de vergadering door den voorzitter
is gesloten;
3e. dat de toegang tot het gebouw geopend
is van 11 uur des voormiddags af;
4e. dat de toegang voor genoodigden na 12
uur zal gesloten worden;
5e. dat voor het publiek een bepaald aantal
plaatsen beschikbaar is op de tribune;
6e dat, aangezien de overigens nog beschik
bare ruimte het niet toelaat, verzoeken om toe
gangskaarten voor de bovengenoemde Veree
nigde Vergadering onmogelijk kunnen worden
ingewilligd;
7 e. dat alle doorloopende en andere kaar
ten, afgegeven tot toegang voor de vergaderin
gen van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, voor de vermelde Veree
nigde Vergadering niet geldig zijn.
Deze mededeelingen strekken o.m. tot ant
woord op de verzoeken van particulieren om
toegangskaarten, mondeling en schrifelijk bij
het bureau der vergadering ingekomen.
De met verlof zijnde Gouverneur van Cura
cao, de heer Van Slobbe, heeft gedurende zijn
verblijf hier te lande zijn intrek genomen in
pension Becht, Laan Copes van Cattenburch
66, 's-Gravenhage.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
nogmaals op gevestigd, dat van 1 October 1933
af de uitvoer naar Frankrijk met inbegrip van
het Saargebied in beperkte mate zal zijn toe
gestaan van gedroogde, gezouten of gerookte
visch, andere dan kabeljauw, schelvisch, klip-
«visch, stokvisch, haring en heilbot.
Aanvragen moeten, onder mededeeling van
de reeds eerder in de dagbladen vermelde gege
vens aan den inspecteur der visscherijen, be
last met de afgrifte van certificaten, Heeren
gracht 2 te 's-Gravenhage, worden gericht.
Aanvragen moeten ingediend worden vóór
18 September, daar ze anders niet meer in be
handeling kunnen worden genomen.
De minister van Economische Zaken heeft
met betrekking tot den uitvoer naar Frankrijk
van gedroogde, gezouten of gerookte visch, an
dere dan kabeljauw, schelvisch, klip visch, ha
ring en heilbot het in het K. B. van 14 Augus
tus j.l. tot regeling van den uitvoer naar Frank
rijk bedoelde tijdvak bepaald op 1 Januari
19311 Januari 1933.
Met ingang van 1 October zullen certificaten
daarvoor worden afgegeven, waarmede is be
last de heer W. J. Janssen, inspecteur der vis
scherijen te 's-Gravenhage.
BOYCOTPROPAGANDA IN SPOORWEG
STATION.
ORANJE-DINSDAG.
Woensdagavond vergaderde het initiatief-Co
mité „Oranje-Dinsdag" onder leiding van den
heer F. K. Lotgering, voorzitter van het uit
voerend comité van het Nationaal Huldigings-
defilé. Daar reeds van vele zijden aanvragen tot
deelneming aan dit Nationaal Huldebetoon op
Dinsdag 19 Sept. in den Haag zijn binnengeko
men en de tijd van voorbereiding zeer kort is,
heeft het comité besloten, dat alle opgaven voor
deelneming over het Bespreekbureau „Tavo",
Muntplein 6, Amsterdam (tel. 35677) zullen
gaan. Dit bureau regelt tevens het vervoer van
en naar Den Haag. Opgaven worden aan dit
bureau zoo spoedig mogelijk ingewacht.
fensie heeft verklaard, dat haar doeleinden in aan kankerstudie.
VORONOFF GAAT ZICH AAN KANKER
STUDIE WIJDEN.
BOEDAPEST, 13 September (V.D.) De be
kende geleerde Voronoff, vooral bekend door
zijn „verjongingskuur" gaat zich thans wijden
Er is een nieuw weekblad verschenen, waar
aan o.a. enkele journalisten alsmede ir. Nieu-
wenhuis, de directeur van de Rotterdamsche
tram, meewerken.
„Het Nederlandsche volk" heet het orgaan,
dat zich aandient als „onafhankelijk algemeen
politiek en economisch weekblad". De redactie
wil meer eenheid. Vandaar natuurlijk het
aparte orgaan met eigen wenschen. De inlei
dende beschouwing verkondigt o.a.:
Men zal verder doelbewust hebben te kie
zen tusschen de communistische en de vrije
gemeenschap. Een tusschenweg, zooals velen
zich voorstellen, achten wij onbestaanbaar.
De „vrije gemeenschap" is natuurlijk de oude
liberale, welke de heer Nieuwenhuis zoo dui
delijk verdedigde in het propagandageschrift
Het Loonvraagstuk", waarop onlangs te Delft
de doctorstitel werd behaald.
Niets nieuws en.... uit den tijd!
„Moeten wij in zaken onze geloofsgenoot en
begunstigen vraagt Ds. Lingbeek in zijn
orgaan, dat voortdurend een advertentie
rubriek van „protestantsche" zaken heeft.
Natuurlijk zegt de predikant, want anders
gaat ons protestantsche volk ten onder en hij
verwijst naar de voorschriften van Mgr. den
Aartsbisschop inzake de uitvoering van bouw
werken.
Wij vinden deze vergelijking misleidend. De
heer Lingbeek weet zeer goed, dat deze voor
schriften gelden voor bouwwerken van ka
tholieke kerkbesturen. Vindt hij het niet voor
de hand liggend, dat deze bij voorkeur ge
gund worden aan Katholieken, die immers
ook voor eigen kerken moeten offeren? Wij
vragen toch den protestanten geen geld voor
den bouw onzer kerken enspecifiek pro
testantsche bouwwerken worden toch zeker
niet bij voorkeur aan Katholieken gegund.
Wij vinden dit laatste niet erg, maar laat
de heer Lingbeek dan ook ons redelijk stand
punt billijken
OPLEIDING VAN ORGANISTEN.
Aan de R. K. Leergangen te Tilburg.
Het Bossche Diocesaan Bestuur van de St.
Gregorius-Vereeniging vraagt nog eens speciaal
de aandacht voor de R. K. Kerkmuziekschool
te Utrecht, maar tevens voor de cursussen tot
behaling van het Organisten-diploma A en B
aan de Kerkmuzikale afdeeling van het Con
servatorium der R. K. Leergangen te Tilburg,
welke instelling onlangs in het bezit gekomen
is van een volledig, modern toegerust elec-
trisch kerk-orgel, waardoor het mogelijk is ge
worden het practisch gedeelte van de opleiding
nog grondiger te verzorgen dan voorheen. De
lessen zoowel voor diploma A als B zijn zoo
veel mogelijk op Woensdag n.m. gesteld om de
deelname ïe vergemakkelijken.
De cursus voor diploma B, waarvoor verder-
gevorderden zich kunnen aanmelden en waar
van de examens aanmerkelijk zwaarder zullen
zijn dan voor diploma A, is na het gereed
komen van het nieuwe orgel, thans voor het
eerst georganiseerd.
Degenen, welke het diploma B behalen, zul
len de aangewezen personen zijn, om later als
orgelleeraar mede te werken tot verhooging
van het muzikale peil der organisten in het
bisdom.
Inlichtingen omtrent de nieuwe cursussen,
die in September aanvangen, worden gaarne
verstrekt door W. Kerssemakers, Seminarie
St. Michiels-Gestel.
OV
Vergoeding voor de oefening
in de praktijk.
Zooals bekend heeft de Minister van Onder
wijs de beschikking, houdende vaststelling van
de Regelen voor de belooning van de onderwij
zers aan scholen voor gewoon lager onderwijs,
belast met de oefening in de practijk van het
lesgeven der leerlingen van Rijkskweekscholen
en van door het Rijk gesubsidieerde kweek-
scholen voor onderwijzers en (of) onderwijze
ressen, ingetrokken. Het Tweede Kamerlid, de
heer Thijssen, vraagt nu den Minister of vol
gens zijn oordeel thans een behoorlijke ver
zorging van de practijkoefening onzer aan
staande onderwijzers en onderwijzeressen ver
zekerd is.
Zoo niet, kan de Minister dan mededeelen
of een andere regeling van de bedoelde be
looning bij hem in overweging is. Zoo ja, is
dan de Minister van oordeel, dat voor het
extra-werk der betrokken onderwijzers geen
financieele vergoeding noodig is, doordat deze
onderwijzers tot dit werk te verplichten zijn,
eenvoudig door de aanwijzing hunner school,
op grond van Art. 5 van het K. B. van 23 Aug.
1933, no. 455, of van Art. 24 van het K. B. van
denzelfden datum, no. 456
Het asylrecht ei9cht geen voorrang
boven landgenooten.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot
aanvulling van de hooger onderwijswet.
Naar aanleiding van de daarin geopperde be
zwaren zegt de Minister in de Memorie van
antwoord dat hij een wanverhouding ziet tus
schen den eenvoudigen aard der ontworpen
regeling en de principiëele bestrijding. Ieder
heeft moeten waarnemen, dat plotseling opge
komen voorvallen in het buitenland een onver-,
wachte toestrooming van vreemdelingen in
Nederland hebben veroorzaakt. Onder deze
vreemdelingen verlangen velen plaatsing aan
onze inrichtingen van hooger onderwijs. De wet
laat niet toe, hun opneming te regelen. Wie
zich aanmeldt, moet worden ingeschreven. Aan
onderdeelen van verschillende inrichtingen is
plaatsgebrek. Dit zou ernstiger gaan nijpen
door toestrooming van vreemdelingen. Voor
het normale aantal studenten zou het volgen
der lessen worden bemoeilijkt, voor het surplus
onmogelijk gemaakt. Een middel tot selectie
geeft de wet niet. De plaats van Nederlanders
zou worden bezet door vreemdelingen. De re
geering is verplicht, den Nederlanders den
voorrang te verzekeren, zoo lang het niet mo
gelijk is, doelmatige voorzieningen te treffen
om een grooter aantal studeerenden op te ne-
De Chef van den Dienst van het Vervoer der
Ned. Spoorwegen heeft, naar aanleiding van
het feit, dat het is voorgekomen, dat in een
der stationswachtkamers strooibiljetten, be
vattende een opwekking tot boycot van Duit
sche voortbrengselen zijn neergelegd, ter ken
nis van het personeel gebracht, dat dergelijke
pamfletten en ook andere geschriften met po-
litieken inhoud nimmer in de stations mogen
worden toegelaten. De stationschefs moeten
hierop nauwlettend toezien en zulke lectuur
onverwijld doen verwijderen.
RADIONACHTVORSTBERICHTEN.
Van 18 September 1933 af zullen tot nadere
aankondiging nachtvorstverwachtingen worden
geseind door het station van het K. N. M. I. te
De Bilt (P. I. M.).
Deze berichten worden uitgezonden op de
golflengte 1470 m te 15.45 en 21 uur Amster-
damschen zomertijd (in het laatste geval na
het gewone avondweerbericht). Van 9 October
af geschiedt de uitzending te 15.45 en 20 uur
Amsterdamschen tijd.
men.
Het stellen van deze bevoegdheid moest uit
den aard der zaak spoedwerk zijn. Een excep-
tioneele maatregel als deze moet niet worden
genomen, voordat uit de waarneming der fei
ten de noodzakelijkheid is gebleken. En na de
inschrijving van een toevloed zou de maat
regel te laat zijn gekomen.
Het asylrecht, dat inhoudt, dat in Neder
land rechtsbescherming is verzekerd aan vreem
delingen, wien die bescherming in eigen land
is onthouden, laat het wetsontwerp intact. De
gastvrijheid eischt geen voorrang in alles bo
ven landgenooten. De minister maakt zich
voorts geen oogenblik ongerust, dat zijn juiste
argumentatie in den vreemde een ongewensch-
ten indruk zal maken.
Tegen hier ingeburgerde personen zal de
maatregel niet werken.
De adresseerende hoogleeraren geven toe,
dat een maatregel, om voorrang te verleenen
aan Nederlanders boven de toegestroomde
vreemdelingen, gerechtvaardigd is. Iets anders
beoogt het wetsontwerp niet. Het adres waf
overbodig.