a
NIEUWE DUITSCHE BOERENPOLITIEK
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1933
HUBERMAN EN HET DERDE RIJK.
KOELTE IN DE TROPEN.
BUITENLANDSCHE POLITIEK
HUGENBERG OF DARRE.
RENTABILITEIT IS NIET
PRIMAIR."
ITALIË EN DE ONTWAPENING.
PRUISENS STAATSRAAD.
PRUISEN IN FEESTSTEMMING.
GOERING OVER VERLEDEN EN
TOEKOMST.
IERLAND. BOYCOT ENGELSCHE
BIEREN.
Von Neurath voor vertegenwoordigers
(der vreemde pers.
FEESTEN EN CONFEFRENTIES
TE SINAIA.
HEIT ASTRALE LICHAAM
Een reünie van vorsten en
staatslieden.
WERK TE GENEVE.
PETER CORNELIUS.
OOME JAN
--v..— Ji
Hij acht zich in geweten verplicht
Duitschland te mijden.
De dirigent Furtwangler heeft naar aanlei
ding van het streven der Puitsche regeering om
kunstenaars „naar de prestatie" te beoordee-
len aan den violist Bronislaw Huberman ge
vraagd zijn standpunt te bepalen.
Huberman, die Jood is, antwoordde met een
brief, dien wij in het „Alg. Hdbl." afgedrukt
vinden en waar wij het volgende aan ontleenen:
„In de „Wiederaufrichtung des Leistungs-
prinzips in der Kunst" is volstrekt niet de
kunst in het algemeen, noch zelfs alleen de
muziek betrokken. Men wil uitsluitend het naar
verhouding beperkt gebied van het concert
weer open stellen voor de „werkelijke kun
stenaars", die de zalen moeten vullen. En
aangezien het concertbedrijf van eenig belang
hand in hand gaat met groote internationale
publiciteit, terwijl de onderzoeker, de leeraar
slechts bij buitengewone gelegenheden met de
resultaten van zijn arbeid in het openbaar
komt, zouden de enkele optredende buitenland-
sche, resp. Joodsche musici, voor de geheele
wereld als bewijs moeten dienen, dat het met
de cultuurbeoefening in Duitschland volmaakt
in orde is. rn werkelijkheid zou echter de Duit-
sche „Gründlichkeit" steeds nieuwe definities
over raszuiverheid ten opzichte van de nog on
rijpe leerlingen in de kunst, op de scholen, in
de laboratoria, enz. in practijk brengen. Ik
weet, dat u, waarde vriend, zoo'n effect even
zeer tegen de borst zou stuiten als het meeren-
deel der Duitsche concertbezoekers.
Het probleem heeft echter ook een mensche-
lijk-ethischen kant. Ik zou het muciseeren wil
len omschrijven als een soort artistiek**' pro
jectie van het beste, het kostbaarste in deö
mensch. Kan men dit sublimeeringsproces, dat
een volledige overgave vereischt, verwachten
van een kunstenaar, die zijn besef van eigen
waarde met de voeten getreden gevoelt en offi
cieel tot een paria wordt gedegradeerd; van een
kunstenaar, wien de geaccrediteerde behoeders
der Duitsche cultuur met zorgzame verdoeze
ling van de thans vrijwel vaststaande half-
Joodsche afstamming van Richard Wagner
eenerzijds, van de historische rol van een Men
delssohn, Anton Rubinstein, Hermann Levi,
Joseph Joachim, enz. anderzijds, in naam van
het ras de bekwaamheid tot begrijpen van
de „zuiver Duitsche" muziek ontzeggen?
U poogt mij te overtuigen met er een be
roep op te doen „dat iemand ermee moet be
ginnen, den scheidenden muur door te bre
ken". Ja indien er slechts sprake was van
een muur in de concertzaal! Maar het vraag
stuk van een meer of minder zuivere vertol
king van een vioolconcert Is slechts een der
vele en, de hemel weet, niet de belangrijk
ste kanten, waarachter het eigenlijk pro
bleem schuil gaat. In werkelijkheid is er niet
sprake van vioolconcerten, ook niet enkel van
Joden; hier heeft men te doen met de ten
koste van bloed en goed verworven resultaten
onzer voorvaderen, met de elementaire be
ginselen onzer Europeesche cultuur: de vrij
heid der persoonlijkheid en hare onvoorwaar
delijke, van alle banden van kaste en ras be
vrijde verantwoordelijkheid! En of deze resul
taten weer de heerschappij zullen verkrijgen
dat hangt niet af van den enkeling, die als
eerste „den scheidenden muur doorbreekt"
doch, evenals vroeger, van den gewetens
drang der gemeenschap die, wanneer zij eens
is ontwaakt, de haar tegenwerkende krachten
met natuurgeweld als papieren muurtjes zal
stuk slaan."
In de „Times" deelt Huberman nog mee, dat
ook Pablo Casals, Alfred Cortot, Wladimir
Horowitz, Yehudi Menuhin en Arthur Schna-
bel geweigerd hebben, in Duitschland op te
treden.
Nieuw systeem centrale koeling.
Door „Het Prijsvragenfonds" der Technische
Hoogeschool te Bandoeng werd een prijsvraag
uitgeschreven, open voor internationale mede
dinging, luidende: Verlangd wordt een antwoord
op de vraag: „Op welke wijze zouden de be
zwaren van hooge temperaturen en groote
vochtigheid in de tropen voor woon- en werk
ruimten kunnen worden verminderd
Het antwoord van ir. G. Ferguson, adviseerend
ingenieur te Vught, waarin ten aanzien van dit
speciaal voor de tropen 200 belangrijke onder
werp geheel nieuwe gezichtspunten worden ge
opend, verwierf de bekroning.
In „De Ingenieur" is een verkorte omschrij
ving opgenomen van het bekroonde antwoord,
belangwekkend zoowel voor vaklieden als
leeken.
Lettend op de manier, waarop het mensche-
lijk lichaam zelf reageert op uiterlijke omstan
digheden en zelf tracht storende invloeden te
compenseeren, is schrijver bij de uitwerking
van het gestelde koel-technische probleem uit
gegaan van den wensch, de natuur zooveel
mogelijk te helpen, op den weg, dien zij zelf
inslaat: de oplossing is niet gezocht in een aan
merkelijke verlaging der luchttemperatuur, maar
in hoofdzaak in een sterke verlaging van den
vochtigheidsgraad en verhooging van de lucht-
snelheid, zoodat meegewerkt wordt aan het
overwinnen van den grooten hinderpaal: de
weerstand tegen warmte-overgang van de huid
naar de omringende lucht.
Aangetoond worden de groote koeltechnlsche
voordeelen van drogen van lucht, In tegen
stelling met koelen van lucht; ook In verband
met de in de tropen heerschende leefwijze.
In bijzonderheden wordt behandeld de prac-
tische toepassing van bevordering van warmte-
overgang door drogen van lucht met behulp
van een koelmachine en daarvoor passende
constructie-vormen ontworpen.
B.j het door den schrijver uitgewerkte systeem
ontstaat een groot verschil in warmte-inhoud
tusschen de vertreklucht en de buitenlucht, die
voor luchtverversching permanent toegevoerd
moet worden, zooals blijkt uit de gegeven koude-
berekening.
Een nieuwe Werkwijze wordt ontwikkeld voor
warm te-uitwisseling tusschen de twee lucht
soorten, die slechts weinig in temperatuur van
elkaar verschillen, waardoor de groote natuur
lijke verliezen, aan luchtverversching inhaerent.
goeddeels geëlimineerd worden. Een bijzondere
vorm van regenerator is afgebeeld, met draaien
de schuif voor luchtstroomregeling, ten ge-
bruike bij uitvoering van genoemde werkwijze.
De alleen-uitvoeringsrechten voor toepassing
van deze werkwijze, naar hiervoor aangevraag
de octrooien, zijn afgestaan aan de Hollandsche
Ingenieurs-Maatschappij „Holima", Amsterdam,
dochter-onderneming van de Machinefabriek
Gebr. Stork Co. N.V., Hengelo.
De verhandeling beperkt zich, overeenkomstig
de formuleering van de gestelde prijsvraag, tot
de toepassing van koeling voor woningen en
kantoren. Zooals van zelf spreekt, is het uitge
werkte systeem even goed van toepassing op
andere verblijfplaatsen van menschen. zooals
voor theaters, bioscopen, ziekenhuizen, restau
rants, vergaderzalen, schepen en treinen.
Door deze constructie wordt het benoodigde
koelvermogen sterk verminderd en worden de
bedrijfskosten evenredig verlaagd, waardoor de
toepassingsmogelijkheid belangrijk wordt uit
gebreid.
J 4'
TTT-
V i:
HOOGLAND-DEMONSTRATIES. De En gelsche koning en koningin woonden demonstraties van dansen en liederen bij in het
Prinses Royal Park van Braemar.
ROME, 15 September (R.O.) Het bericht, vol
gens hetwelk de Italiaansche regeering Parijs
een nieuw ontwapeningsplan zou hebben voor
gelegd, dat een periode van internationale con
trole op de bewapening goedkeurt, echter in
een anderen vorm dan den door Frankrijk
voorgestelden, wordt hier tegengesproken.
(Van onzen correspondent.)
BERLIJN, 12 September 1933.
Het is menschelijk verklaarbaar, maar het
is tevens te betreuren, dat het buitenland steeds
nog veel meer aandacht over heeft voor de
sensationeele overdrijvingen en de uitspattin
gen, welke het Derde Rijk als een zure erfenis
uit de Leger-des-Heilsperiode van het opko
mende nationale socialisme overgenomen heeft,
dan aan de opbouwende plannen, welke in den
schoot der tegenwoordige Duitsche dictatuur
uitgewerkt worden. Velen keken zelfs verbaasd
op, wanneer men gezegde dictatuur met zoo
iets als constructieve dingen in verband brengt,
want zij zijn eerlijk overtuigd, dat de nazi's,
gelijk de beeldenstormers van weleer, als een
wervelwind opgekomen zijn om alles af te
breken, wat zij op hun pad ontmoeten en
daarna voor immer weer te verdwijnen.
Maar dat is toch niet waar. De nazi's voeren
meer in hun mars dan een beetje Wodan en
een beetje jodenboycot en het is zelfs levendig
te hopen, dat een groot deel van dat meerdere
in gezonden lijve uit dien mars te voorschijn
zal komen. Eerst wanneer dat geschied is, kan
men zich een uiteindelijk oordeel over een
aantal daden en halfdaden veroorloven, waar
van men momenteel de getuige is, maar in af
wachting daarvan kan men reeds met een
gerust geweten sommige brokken van het
nationaal-socialistisch beheer als een lichtend
voorbeeld in de aandacht van anderen aan
bevelen.
Dat geldt in het bijzonder van de reorgani
satie van alles, wat met het landmanswezen
in verband haat. D< tegenwoordige Duitsche
boerenpolitiek is koen, oorspronkelijk en revo
lt: itonnair in de beste beteekenis des woords.
Zij rekent met eer. lang tijdperk, dat in land-
Ri s opzicht niet gelukkig was, met een vaste
11 ad greep af en opent een heel nieuw hoofd-
idk. Het liberalism* en het kapitalisme gaat
zij nergens zóó fel te lijf als op het platteland
maar, wel verre van daar een hopeloozen chaos
te ontketenen, treft zij er maatregelen, welke
ondanks hun voorloopige onoverzichtbaarheid
toch het allerbeste van de toekomst doen
hopen, vooral ook vanwege de zware slagen
aan het materialisme, weike er onder de hand
door in uitgedeeld worden.
Wanneer men een helder beeld wil
maken van de len; en de breedte des revo-
lutionnairen karakl s, dat de tegenwoordige
reorganisatie' van h agrarische wezen aan
kleeft, kan men niet beter doen dan een ver
gelijking te trekken tusschen den man van
gisteren, Hugenberg, en den man van vandaag,
Darré.
Hugenberg, die veelal als conservatief ver
sleten werd, was het type van het liberalistische
kapitalisme in zijn allerslechtste en brutaalste
Vleeschwording. Hij zal ook wel als de laatste
der mohikanen in zijn soort zijn en dat is toe
te juichen. Hugenberg heeft nog maar zeer
kort geleden de taak op zich genomen den
Duitsclien landbouw te saneeren. Daarbij nam
hij een potlood en een stuk papier ter hand
en toen ging het er op los. Hij ging een bouw
optrekken, waarvan de steenen uit de prijzen
bestonden, Welke de koerslijsten voor kaas,
tarwe, kunstmest, spek aangaven. Hij rekende
met hypotheken en renten, met landbouw
machines. Hij trok ook levende waar ln het
geding, zooals varkens en koeien. Maar één ding
bleef bij hem totaal en Volkomen buiten spel,
te weten, de boer zelf.
De bouw van Hugenberg staat nog overeind,
maar gisteren heeft zijn opvolger, Darré, er
de grondvesten toch onder uit getrokken. Deze
man heeft een speech gehouden, waarin de ge
heel en al revolutionnaire stelling opgezet
werd, dat de landbouw niet rendabel hoeft te
zijn. Is ze het, dan ls dat zeer prettig. Maar
de zorg voor haar rentabiliteit is niet primair.
De boer is primair. En om niét misverstaan te
worden, voegde de minister er nog aan toe,
dat elk land een leger onderhoudt zonder zich
er over te bekommeren, dat dit niet rendabel
is. Zoo zal het in de toekomst ook met het
landbouwbedrijf gaan, echter dan met dit ver
schil, dat een leger een noodzakelijk kwaad
is en blijft, maar dat de boeren tot het zout
der aarde gemaakt zullen worden, tot den trots
der gezamenlijke natie en tot de bron, waaruit
de gemeenschap altijd door onuitputtelijke
krathten zal kunnen putten. In de soms wel
wat vage tale des dags, wordt dit schoone
streven door de stelling vertolkt, dat de boeren
in den vervolge geen beroep meer uit zullen
oefenen, maar een stand zullen vormen. Men
doet wel deze leuze ter zijde te leggen, want
zij kan als sleutel gelden op veel, dat men in
de naaste toekomst op het Duitsche platte
land zal zien geschieden.
De leuze zelf wortelt in idealen van de edel
ste variëteit, die bovendien ook iets nuchters
over zich hebben, hetgeen met idealen niet
i nmer het geval schijht te wezen. Men gaat
van de stelling uit, dat een natie een kern
gezonde en stevige ruggegraat moet hebben op
straffe anders te gaan hinken en tenslotte in
elkaar te tuimelen. Het zijn de boeren hu, die
aangewezen worden, deze ruggegraat te vór
men. De boer wordt om zoo te zeggen in hoofd
beroep (een woord, dat men overigens niet
meer mag gebruiken) ik zeg de boer wordt
in hoofdberoep ruggegraat, terwijl hij ln zljh
vrijen tijd koeien melkt. In deze schildering
van de nieuwe Situatie Steekt eene bewuste
overdrijving, maar deze wordt expres^elijk gé-
maakt om te onderstrepen, hoe enorm veel
waarde aan het onstoffelijke ip den boeren
stand gehecht gaat worden. ZefiSst te over
drijven kan men daarentegen wel zeggen, dat
de boer als mensch voortaan de hoofdschotel
van het landmanswezen zal uitmaken en dat
de prijzen van de melk en de rogge eerst in de
tweede plaats komen. Tot nu kwamen deze
prijzen op de eerste plaats en telde de bcsr in
het geheel niet mee.
Het spreekt van zelf, dat de heer Darré naar
de oude Germanen teruggreep om zijn inzich
ten te verstevigen. Hij ontwikkelde, van de
nevelen des verledens uitgaande, een historisch
overzicht van den boerenstand in Duitschland,
dat, zoo het misschien den toets der critiek niet
in elk opzicht kon verdragen, toch het voordeel
had op het geding te passen als een deksel
op een doosje. En dat was de hoofdzaak. In
den beginne dan vormde het boerenbedrijf een
stand van vrije eigengeërfde heereii. Hierin
kwamen in den loop der tijden allerlei wijzi
gingen, welke tenslotte daarop uitdraaiden,
dat het houden van een boerderij een beroep
werd, dat van geen ander meer te onderschei
den viel. Grootelijks heeft op dit gebied het
Romeinsche recht gezondigd, door den grond
vérkoopbaar te maken als elk ander voorwerp.
Toen kwam graaf Hardenberg, het werk van
den rijksridder Von Stein uit elkaar peuteren
en om de maat vol te meten verscheen ten
slotte het liberalisme, dat den stand der boeren
den nekslag gaf en de leden ervan tot paupers
en proletariërs reduceerde.
Maar nu is ineens als een reddende Sint
George, Hitler van achter den horizon te Voor
schijn gesprongen en nu zal het maar luttel
tijds meer duren, of de geboeide agrarische
jonkvrouw zal weer in volle vrijheid en luister
door de Duitsche gouwen rondwaren. Aan een
fundamenteele omwerking van het bestaande
recht en aan de schepping van een apart boe-
renrecht wordt gewerkt. De boerderijen zijn.
tot een soort fidei-commissies verklaard. Zij
zullen in materieelen zin hetzelfde gaan wor
den, wat de families in het onstoffelijke be-
teekenen; de cellen, waaruit de gemeenschap
opgebouwd is. Onlangs zijn interessante becij
feringen uitgewerkt, maar nog niet definitief
aangenomen, betrekking hebbend op de opper
vlakte, welke een boerenhofstede moet beslaan
om aan haar toekomstige taak te beantwoor
den. De lichamelijke, en vooral ook de geeste
lijke opvoeding van den boer, buiten het vak
onderwijs om, is een aangelegenheid, die nog
in de windselen ligt, maar die tot oplossing
gebracht moet worden, want men kan het niet
te duidelijk en niet te vaak herhalen de
boer is in eerste instantie niet meer daar om
koeien te melken. Hij is de bron der zedelijke
sterkte der natie geworden.
Daarom wordt nu de rentabiliteit van het
boerenbedrijf als van secundair belang afge
stempeld, maar hierbij worden aan het revo-
litionnaire toch enge grenzen getrokken. Want
de schuldenlast, dien de boeren op het oogen-
blik nog te dragen hebben, moet op een of
andere wijze afgelost worden. De rechtbanken,
die allerlei kwesties over de erfböerderijen te
beslissen krijgen, werden in den loop der vorige
week ten getale van eene goede 900 voor het
grondgebied van Pruisen opgericht. De rollen,
waarin de erfböerderijen ingeschreven worden,
werden ook geconstitueerd.
Merkwaardig en zeer hoopvol klinkt ook, wat
de staatsraad Melnberg, na den minister Darré
nog ten gehoore bracht. Met onversaagdheid
pakte deze heer de delicate kwestie van het
groot-grondbezit aan. En met de meest uitge
sproken onomwondenheid verklaarde hij nu
eindelijk en ten lange leste, blijkbaar in naam
der regeering, dat het grootgrondbezit hoe
genaamd niets van de tegenwoordige dictatuur
te vreezen heeft. Echter huldigt hij wel de
z.g. bolsjewistische plannen van dr. Brüning,
d.w.z. failliete landgoederen zullen niet met
de schaarsche penningen van den belasting
betaler gesaneerd worden, om twee jaar later
toch weer bankroet te gaan. Deze goederen
staan voor de verdeeling, maar met dien ver
stande, dat de landheer zijn kasteel met om
geving als erfboerderij zal behouden, wanneer
zulks tenminste eenigszins mogelijk is. Deze
verklaring is Van zeer aanzienlijk gewicht in
de beschavingsgeschiedenis van Westelijk
Europa, want zij beteekent een breuk met een
der plompste vernietigingsdaden der Fransche
revolutie, de opheffing der fideicommissies, der
latifuhdien, der majoraten, enz.
Reeds toen Hindenburg verleden week Lange-
nau toegewezen kreeg, werden er zinnen uit
gesproken, die het vermoeden wettigden, dat
de dictatuur êen hélder besef heeft van de be
teekenis, die een goed gefundeerde landadel
voor de gansche gemeenschap kan hebben. Deze
beteekenis is ongeveer dezelfde als die van een
stand van eigengeërfde boeren. Zij is er slechts
de verfijnde uitgave van. Vormt de boeren
stand als het ware de gewone troepen in den
opmarsch naar de hoogtepunten der beschaving,
dan is de landadel met de garde te vergelijken.
Doel en wezen is gelijk, maar zoo de massa
onontbeerlijk is, dan is een keurcorps toch ook
een goed ding.
Heel dit omvormen van het platteland, dit
terugvoeren der boeren van een beroep naar
een stand, verkeert nog in zwevenden toestand.
Blunders, groote en kleihe, zullen zeer zekér
nóg gemaakt worden. Het is echter raadzaam
zich daar niet kippig op te staren en ze zeker
niet als bron van Schadefreude te gébruiken.
Raadzaam is de onstoffelijke essentie van deze
beweging te benaderen en te onderzoeken in
hoeverre men er zijn voordeel mee kan doen
UITBREIDING DER SLAAPZIEKTE IN
AMERIKA.
WASHINGTON. 15 September. (R. O.) De
slaapziekte in Missouri breidt Zich Uit. Te Inde
pendence worden zes nieuwe gevallen gemeld
verder Vier gevallen te Newark in New-Jersey.
Het aantal Sterfgevallen te St. Louis bedraagt
135, te Kansas City 26.
BERLIJN, 15 September. (H. N.) Ter gele
genheid van de eerste zitting van den nieuwen
Pruisischen staatsraad is van alle openbare ge
bouwen de vlag uitgestoken. Vanmorgen om 8
uur vond voor het Pruisische ministerie van
hinherilandschê zaken en vlaggenparade der
politie plaats. Dé straten, waardoor de stoet zal
trekken, zijn één vlaggenzee, waarbij in ver
band met de gebeurtenis de Pruisische zwart
witte vlag vooral op den voorgrond treedt,. In
en om het staatsraadgebouw was de belang
stelling eveneens zeer groot.
Van de aanwezige staatsraden waren de
meesten in de uniform, der nationaal-socialisteh
gekleed. Generaal-veldmaarschalk von Macken-
sen was in uniform der doodskoppenhuzaren,
generaal Lintzmann in burger. De Pruisische
landsbisschop in zijn rooden bisschopsmantel
trok zeer de aandacht. Het diplomatieke corps,
o.w. de Pauselijke nuntius, was reeds vröeg in
de zaal aanwezig. Talrijke vaandels waren in
de zaal opgesteld. De stoet, waarin de leden
van den staatsraad naar de aula trokken, vond
van de zijde van het publiek veel belangstel
ling. De vergadering werd door minister-presi
dent Göring met een rede geopend, waarin hij
op de hooge beteekenis van deze zitting wees.
Om de beteekenis van dezen dag nog meet
te doen uitkomen, heeft Göring bevel gegeven,
dat de nieuwe candidaten van de Pruisische
Schupo in de aula beëedigd en ook du nieuwe
vaandals vandaag ingewijd zullen werden.
Naar een uitvoerig Wolff-telegram over de
rede van Goering rneldt, begon de minister
president met een woord van welkom aan
allen, die door hun tegenwoordigheid de
,;Staatsakt" plouisferden.
Spreker wees vervolgens op de feeststem
ming, waarmede deze opening van den staats
raad gepaard ging. De beteekenis daarvan zou
wel niemand ontgaan. Ook het „systeem" van
vroeger had dergelijke „Staatsakte", maar het
volk nam er geen deel aan, maar nu juicht
alles, omdat men weet, dat Duitschland her
leeft, omdat'het weer een overwinningsdag is
van de nationaal-sociaiistische revolutie, omdat,
óók uiterlijk, het parlementarisme gestorven
en vernietigd is.
Toen de revolutie eenige maanden geleden
dor gansch Duitschland bruiste, begon zij
met de vernietiging van het verschrikkelijk
systeem van het verleden, het systeem van hel
parlementarisme en pacifisme, dat het volk
steeds dieper en dieper in den afgrond drong.
Deze dag is een keerpunt in ons staatsleven,
want ook uiterlijk kan nu de wereld ervaren,
dat het Duitsche rijk zijn staatsgrondwet vol
komen gewijzigd heeft. Het gaat niet aan, dat
eén meerderheid de beslissing heeft over een
volk en het leidt; in do wereldgeschiedenis zijn
het steeds enkelingen of minderheden geweest,
die over de geschiedenis van een natie hebben
beslist. En had Duitschland altijd parlementen
gehad, dan zou het Duitsche volk thans niet
meer bestaan.
De groote beteekenis van dezen dag ls dus,
dat in plaats van het staatsorganisme, dat op
den Duitschen bodem van het westelijk parle
mentarisme was gegroeid, thans een staatslei
ding wordt ingesteld, welke Germaansch en
dus zuiver nationaal-socialistisch is.
ZWEDEN WENSCHT NIEUWE OORLOGS
SCHEPEN.
STOCKHOLM, 15September. (H. N.) Het
ministerie van de landsverdediging heeft een
crediet van 17 millioen kronen aangevraagd
voor aanbouw van nieuwe oorlogsschepen. Het
plan is, 4 aviso's en 2 duikbooten te bouwen.
In de toelichting tot het voorstel wordt erop
géwezeh, dat de aanbouw van deze schepen er
ook toe zal bijdragen, om de werkloosheid te
bestrijden.
LONDEN, 15 September. (H.N.) Naar de
bladen melden, wordt in Ierland een boycot
campagne tegen Engelsche biereh gevoerd. Te
Dublin hadden gisterenavond acht overvallen
plaats op café's, waar Engelsche bieren getapt
werden. Een groep bewapende mannen heeft
oök tusschen Dublin en Dundalk een goederen
trein aangehouden en vaten met Engelsch bier
uit den trein gehaald en stuk geslagen.
BERLIJN, 15 September. (W.B.) De rijks
minister van buitenlandsche zaken, Frhr. von
Neurath ontving heden de vertegenwoordigers
der buitenlandsche pers te Berlijn in hotel
Kaiserhof. Ook dr. Goebbels was aanwezig.
De minister besprak den buitenlands-poli-
tieken toestand. Daarbij roerde hij den stand
der ontwapeningskwestie aan, die volgens hem
uiterst scpeptisch moet stemmen. Zekere tee
kenen schijnen er op te wijzen, dat de bereid
willigheid der zwaarbewapende staten om hun
ontwapeningsverplichtingen te vervullen thans
geringer is dan ooit.
Von Neurath sprak verder over de vrees
voor oorlog. Slechts in het buitenland spreekt
men van oorlog, in Duitschland denkt niemand
aan oorlogsverwikkelingen. Duitschland ver
langt veiligheid en gelijkheid van rechten. Het
wenscht niets anders, dan zijn onafhankelijk
heid te bewaren en zijn grenzen te bescher
men. Het Duitsche volk weet, niet het minst
uit de ervaringen van den na-oorlogstijd, dat
de oorlog ook den overwinnaar geen waar nut
geen blijvend voordeel Wrengt.
Men moet het ontwapeningsprobleem zelf ter
hand nemen. Er is tenslotte slechts één alter
natief: verwezenlijking der gelijkberechtiging,
of ineenstorting van de heele ontwapenings
idee.
Vervolgens behandelde von. Neurath de
Duitsch-Oostenrijksche betrekkingen. Niemand
kan van ons verwachten, aldus de minister, dat
wij de ontwikkeling der dingen in Oostenrijk
onverschillig aanzien. De rijksregeering denkt
er niet aan, zich in de binnenlandsche poli
tieke verhoudingen van Oostenrijk te mengen.
Wij moeten echter eischen, dat zonder recht
ondernomen inmengingen van andere landen
in de aangelegenheden, tusschen Duitschland
en Oostenrijk behandeld, achterwege blijven.
Alsdan roerde von Neurath de Jodenkwestie
aan. Het buitenland zal, aldus spreker, ophou
den het oor to ïsenen aan de leugenberichten
van Duitsche emigranten. Men zal het Duitsch
land van heden leeren kennen, gelijk het wer
kelijk is.
Over samenwerking met andere landen spre
kende, zeide von Neurath ervan overtuigd te
zijn, dat Duitschlands vriendschappelijke be
trekkingen met sovjet-Rusland zich verder
zullen ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor d«
verhouding van Duitschland jegens al de an
dere landen, die van goeden wil zijn.
Zoo zal in het buitenland eindelijk algemeen
de opvatting van Mussolini instemming vin
den, die hij in zijn rede over het viermogend-
heden-pact uitsprak:
„Duitschland is daar in het hart van Europa
met zijn geweldige bevolking van 65 millioen
menschen, met zijn geschiedenis, zijn cultuur,
zijn noodzakelijkheen. Een waarlijk Europee
sche politiek met het doel: vestiging van den
vrede kan men niet zonder en nog minder
tegen Duitschland voeren".
BELGRADO, 15 September. (R. O.) Koning
Alexander van Joegoslavië zal in gezelschap
van koningin Maria en kroonprins Peter, bin
nenkort een bezoek brengen aan Roemenië.
Zij zullen op 25 September te Boekarest aan
komen, In verband met de herdenkingsfeesten
van den bouw van het Pelesjkasteel te Sinaia,
het koninklijk paleis, waar kroonprins Michael
geboren is.
Alle leden van het huis van Coburg zijn bij
deze feesten uitgenoodigd.
De Joegoslavische minister van buitenland
sche zaken, Jevtitsj, zal de koninklijke familie
vergezellen.
In verband hiermede, zal, zooals reeds ge
meld, waarschijnlijk een gelegenheid worden
gevonden voor deministers van buitenland
sche zaken der kleine entente-staten, om te
vergaderen en de buitenlandsche politiek te
bespréken.
Koning Alexander en koning Carol zullen
eveneens verscheidene aangelegenheden, hun
landen betreffende, bespreken.
De V. B.-commissie voor financieele zaken
GENEVE, 15 September. (V.D.) De perma
nente volkenbondscommissie voor financieele
aangelegenheden zal Maandag 18 September
a.s. bijeenkomen onder voorzitterschap van
den Belgischen financieelen expert Janssen ter
bestudeering van den financieelen toestand
van Roemenië, Hongarije, Griekenland, Oos
tenrijk en Bulgarije.
Bijzondere moeilijkheden doen zich voor bij
de onderhandelingen met de Roemeensche re
geering, aangezien het in Januari tusschen den
volkenbondsraad en de Roemeensche regee
ring gesloten verdrag Inzake de technische sa
menwerking voor de saneering van den Roe-
meenschen financieelen toestand wegens mee-
ningsverschillen, over den persoon van den
financieelen expert tot nu toe nog niet van
kracht kon worden.
Voorts zullen de sedert langen tijd gevoerde
en in een impasse geraakte onderhandelingen
der Roemeensche regeering met de bezitters
van Roemeensche staatsleeningpapieren be
sproken worden, aangezien de groep particu
liere crediteuren van Roemenië de eenzijdige
transfermaatregelen der Roemeensche regee
ring van de hand wijst.
Op 23 September zal het 150 Jaar geleden
zijn, dat te Diisseldorp de schilder Peter von
Cornelius werd geboren. Van 1819 tot 1824 is
hij directeur van de Academie der Kuhsten ln
zijn geboortestad geweest.
Ter gelegenheid van den 150stén verjaardag
van zijn geboorte, wordt te Dusseldorp een
groote tentoonstelling zijner werken gehouden.
Ook handschriften en andere herinneringen
aan den kunstenaar zijn op deze tentoonstelling
vereenigd.
Wie met één voet op den bodem der
waarheid stonden
De theosofen zijn een beetje uit de mode ge
raakt maar toen zulks nog niet het geval was,
hoorde men wel eens van een z.g. astraal
lichaam spreken. In sommige hunner kringen
geloofde men n.l. dat de mensch uit meer dan
één lichaam samen was gesteld. Een was er
makkelijk met de zintuigen waar te nemen
maar er was nog een tweede, het astrale, dat
een weinig meer volume dan het tastbare had
en er dientengevolge een klein beetje buiten
uit stak. Slechts bijzonder begenadigden kon
den met dat tweede lichaam voeling krijgen
en de rest wist niet beter te doen dan er om te
glimlachen.
Maar het ziet er naar uit, dat deze rest onge
lijk had. De wetenschap begint tot het vermoe
den over te hellen, dat de pleitbezorgers van
de astraliteit tenminste met één voet op den
bodem der waarheid stonden. En zulks nog wel
om redenen, die tegenwoordig van dubbele
actualiteit zijn, wijl zij verstens iets met stralen
te doen hebben en tweedens met biologie, met
twee dingen dus, die aan de orde van den dag
zijn. De wetenschap heeft deze dingen zelfs
ook reeds aan elkaar gekoppeld en spreekt van
biologische stralen en de semi-wetenschap
weet over deze geheimzinnige nieuwigheid be
reids zeer sensationeele zaken te vertellen.
Met deze laatste behoort men echter op zijn
hoede te zijn; maar intusschen kan men toch
al wel als vaststaand aannemen, dat er er
gens in het menschelijke lichaam een electri-
sche centrale bestaat, die golven uitzendt. Heel
veel meer is van deze aangelegenheid nog niet
te vertellen, althans niet met het accent der
zekerheid. Men stelt de aanwezigheid van gol
ven vast maar men kent noch hun bron, noch
hun lengte noch hun kracht. Lakhovski, die in
Parijs arbeidt en zich intensief met de kwestie
bezig houdt in de hoop er de kanker mee te
kunnen uitroeien, meent, dat elke electrische
lichaamsdeel een electro-magnetisch golven-
veld vertegenwoordigt, dat op het oogenblik
van den dood uitbluscht.
Dr. Rajewski in Amerika meent vast gesteld
te hebben, dat de biologische stralen uit gol
ven bestaan, die in ultraviolet ongeveer tus
schen de 0.0002 en de 0.0003 m.M. inliggen. Zij
zijn dus te vergelijken met die stralen, welke
ons des zomers verbranden' en die ook mee
werken den opbouw van vitamine. Deze
stralen steken om zoo te zeggen buiten het
lichaam uit, zij het dan slechts een bitter klein
beetje, maar meer is er toch ook niet noodig
om contact met de theosofen tot stand te bren
gen. Veel kracht hebben deze stralen overigens
ook niet. Er zou b v. de electric iteit van 16
millioen menschen noodig zijn om een peertje
aan het gloeien te brengen.
Maar de professor Otto Rahn, die bacterio
loog van zijn vak is, heeft van zijn kant toch
vast gesteld, dat het menschelijk bloed van
tijd tot tijd uitstralingen van voldoende for
maat bewerkstelligt om allerlei microben en
ziektekiemen te dooden. De linkerhand zendt
sterker stralen uit dan de rechter. Kankerge
zwellen zijn bijzonder krachtig maar daarente
gen beschikt het bloed van kankerlijders over
geen stralen.
Niet verkwikkende cijfers in Pruisen
De cijfers, welke Oome Jan ons voorzet zijn
niet verkwikkend maar wel leerzaam. Oome
Jan is in Pruisen, zooal niet een staatsambte
naar dan toch een officieele staatsinstelling, die
onder controle van de staatsbank staat, welke,
gelijk bekend, den naam van Seehandlung
voert.
Sedert 1926 is de Pruisische Bank van lee
ning van jaar tot jaar actiever geworden. Wil
men weten wanneer de crisis zich eigenlijk
voor het eerst deed voelen dan sla men de
boeken van de bank van leening open. Wil men
haar fluctuaties voet voor voet volgen, men
kan zulks onmogelijk beter doen dan aan de
hand der gegevens van den lommerd. 1926
sloot in Pruisen met ruim 55.999 beleende
panden. Dit getal zal van nu af op den 31sten
December van elk vqlgend jaar hooger zijn.
Gelijkmatig en onverwurwbaar gaat het de
lucht in totdat het ultimo 1932 bijna verdub
beld was en op 102.000 stond. Tegen deze pan
den was een som van 3.74 millioen mark uit
geleend terwijl de waarde ervan op 5.86 mil
lioen geschat werd.
Hoeveel menschen in 1932 aan de poorten van
de bank van leening aanklopten, meldt de ge
schiedenis gelukkig niet. Wel, dat er 218.901
personen geholpen werden met een som van
bijna 8 millioen mark. Trekt men hiervan de
ingeloste panden en voorschotten af, dan komt
men per einde December op de hooger gegeven
eindcijfers. Geldopnemers moeten hun beroep
opgeven en dat wordt dan later ook in de sta
tistiek verwerkt. Deze brengt dan soms ver
rassende dingen aan den dag. Het, blijkt b.v.
dat in 1932 aan de rijksweer en de politie meer
dan 600.000 mark uitgeleend werden dat is dus
bijna 10 pet. van den ganscnen omzet. Muzi
kanten, artisten, tooneelspelers. enz. kregen
slechts 480.000 mark toebedeeld, waarschijnlijk
■niet wijl het deze categorie van personen zoo
naar den vleeze gaat maar wijl zij niets meer
bezitten, dat nog als onderpand kan dienen.
Artsen, advocaten, tandendokters, hadden blijk
baar nog een beetje minder dan de kunste
naars of hadden minder noodig. Zij namen al
thans slechts 430.000 mark op. 44.000 kooplie
den, boeren en andere leden van een vrij be
roep wendden zich in het afgeloopen jaar tot
de Bank van Leening. Alsmede ook 54.000 ren
teniers en lieden zonder beroep. 13.000 dienst
meisjes. ziekenverple ers, hauffeurs, enz.
Geheel en al zielig zijn de cijfers, die betrek
king hebben op de Uitgeleende sommen. Er
werden 5000 transacties gesloten, waarin bedra
gen van minder dan 3 mark gemoeid waren.
28.000 lagen tusschen de 3 en de 5 mark. De
meeste leeningen, en wel 55.000 stuks, lagen
tusschen de 12 en de 20 mark. 166 staken echter
tot boven de 1000 merk uit. Wanneer men be
denkt. dat schier al deze leeners, dat al hurt
onderpanden, de aflossing dor voorschotten,
enz. enz. in zeeën van tranen gebaad gaan dan
hoeft men niet over veel fantasie te beschik
ken om het zijne te denken bij het doorbladeren,
van de cijfers, die Oome Jan ons bij geregelde
tusschenpoozen te lezen geeft.
VpOR DE AUTORITEITEN, die te Weenen het bevrijdings-jubileum vierden, hield het Bondsleger een défilé; onder
bevinden zich Kardinaal La Fontaine, Kardinaal Verdier, President Miklas en dr. Dollfuss,
de autoriteiten