a NIEUWE DUITSCHE BOERENPOLITIEK ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1933 HUBERMAN EN HET DERDE RIJK. KOELTE IN DE TROPEN. BUITENLANDSCHE POLITIEK HUGENBERG OF DARRE. RENTABILITEIT IS NIET PRIMAIR." ITALIË EN DE ONTWAPENING. PRUISENS STAATSRAAD. PRUISEN IN FEESTSTEMMING. GOERING OVER VERLEDEN EN TOEKOMST. IERLAND. BOYCOT ENGELSCHE BIEREN. Von Neurath voor vertegenwoordigers (der vreemde pers. FEESTEN EN CONFEFRENTIES TE SINAIA. HEIT ASTRALE LICHAAM Een reünie van vorsten en staatslieden. WERK TE GENEVE. PETER CORNELIUS. OOME JAN --v..— Ji Hij acht zich in geweten verplicht Duitschland te mijden. De dirigent Furtwangler heeft naar aanlei ding van het streven der Puitsche regeering om kunstenaars „naar de prestatie" te beoordee- len aan den violist Bronislaw Huberman ge vraagd zijn standpunt te bepalen. Huberman, die Jood is, antwoordde met een brief, dien wij in het „Alg. Hdbl." afgedrukt vinden en waar wij het volgende aan ontleenen: „In de „Wiederaufrichtung des Leistungs- prinzips in der Kunst" is volstrekt niet de kunst in het algemeen, noch zelfs alleen de muziek betrokken. Men wil uitsluitend het naar verhouding beperkt gebied van het concert weer open stellen voor de „werkelijke kun stenaars", die de zalen moeten vullen. En aangezien het concertbedrijf van eenig belang hand in hand gaat met groote internationale publiciteit, terwijl de onderzoeker, de leeraar slechts bij buitengewone gelegenheden met de resultaten van zijn arbeid in het openbaar komt, zouden de enkele optredende buitenland- sche, resp. Joodsche musici, voor de geheele wereld als bewijs moeten dienen, dat het met de cultuurbeoefening in Duitschland volmaakt in orde is. rn werkelijkheid zou echter de Duit- sche „Gründlichkeit" steeds nieuwe definities over raszuiverheid ten opzichte van de nog on rijpe leerlingen in de kunst, op de scholen, in de laboratoria, enz. in practijk brengen. Ik weet, dat u, waarde vriend, zoo'n effect even zeer tegen de borst zou stuiten als het meeren- deel der Duitsche concertbezoekers. Het probleem heeft echter ook een mensche- lijk-ethischen kant. Ik zou het muciseeren wil len omschrijven als een soort artistiek**' pro jectie van het beste, het kostbaarste in deö mensch. Kan men dit sublimeeringsproces, dat een volledige overgave vereischt, verwachten van een kunstenaar, die zijn besef van eigen waarde met de voeten getreden gevoelt en offi cieel tot een paria wordt gedegradeerd; van een kunstenaar, wien de geaccrediteerde behoeders der Duitsche cultuur met zorgzame verdoeze ling van de thans vrijwel vaststaande half- Joodsche afstamming van Richard Wagner eenerzijds, van de historische rol van een Men delssohn, Anton Rubinstein, Hermann Levi, Joseph Joachim, enz. anderzijds, in naam van het ras de bekwaamheid tot begrijpen van de „zuiver Duitsche" muziek ontzeggen? U poogt mij te overtuigen met er een be roep op te doen „dat iemand ermee moet be ginnen, den scheidenden muur door te bre ken". Ja indien er slechts sprake was van een muur in de concertzaal! Maar het vraag stuk van een meer of minder zuivere vertol king van een vioolconcert Is slechts een der vele en, de hemel weet, niet de belangrijk ste kanten, waarachter het eigenlijk pro bleem schuil gaat. In werkelijkheid is er niet sprake van vioolconcerten, ook niet enkel van Joden; hier heeft men te doen met de ten koste van bloed en goed verworven resultaten onzer voorvaderen, met de elementaire be ginselen onzer Europeesche cultuur: de vrij heid der persoonlijkheid en hare onvoorwaar delijke, van alle banden van kaste en ras be vrijde verantwoordelijkheid! En of deze resul taten weer de heerschappij zullen verkrijgen dat hangt niet af van den enkeling, die als eerste „den scheidenden muur doorbreekt" doch, evenals vroeger, van den gewetens drang der gemeenschap die, wanneer zij eens is ontwaakt, de haar tegenwerkende krachten met natuurgeweld als papieren muurtjes zal stuk slaan." In de „Times" deelt Huberman nog mee, dat ook Pablo Casals, Alfred Cortot, Wladimir Horowitz, Yehudi Menuhin en Arthur Schna- bel geweigerd hebben, in Duitschland op te treden. Nieuw systeem centrale koeling. Door „Het Prijsvragenfonds" der Technische Hoogeschool te Bandoeng werd een prijsvraag uitgeschreven, open voor internationale mede dinging, luidende: Verlangd wordt een antwoord op de vraag: „Op welke wijze zouden de be zwaren van hooge temperaturen en groote vochtigheid in de tropen voor woon- en werk ruimten kunnen worden verminderd Het antwoord van ir. G. Ferguson, adviseerend ingenieur te Vught, waarin ten aanzien van dit speciaal voor de tropen 200 belangrijke onder werp geheel nieuwe gezichtspunten worden ge opend, verwierf de bekroning. In „De Ingenieur" is een verkorte omschrij ving opgenomen van het bekroonde antwoord, belangwekkend zoowel voor vaklieden als leeken. Lettend op de manier, waarop het mensche- lijk lichaam zelf reageert op uiterlijke omstan digheden en zelf tracht storende invloeden te compenseeren, is schrijver bij de uitwerking van het gestelde koel-technische probleem uit gegaan van den wensch, de natuur zooveel mogelijk te helpen, op den weg, dien zij zelf inslaat: de oplossing is niet gezocht in een aan merkelijke verlaging der luchttemperatuur, maar in hoofdzaak in een sterke verlaging van den vochtigheidsgraad en verhooging van de lucht- snelheid, zoodat meegewerkt wordt aan het overwinnen van den grooten hinderpaal: de weerstand tegen warmte-overgang van de huid naar de omringende lucht. Aangetoond worden de groote koeltechnlsche voordeelen van drogen van lucht, In tegen stelling met koelen van lucht; ook In verband met de in de tropen heerschende leefwijze. In bijzonderheden wordt behandeld de prac- tische toepassing van bevordering van warmte- overgang door drogen van lucht met behulp van een koelmachine en daarvoor passende constructie-vormen ontworpen. B.j het door den schrijver uitgewerkte systeem ontstaat een groot verschil in warmte-inhoud tusschen de vertreklucht en de buitenlucht, die voor luchtverversching permanent toegevoerd moet worden, zooals blijkt uit de gegeven koude- berekening. Een nieuwe Werkwijze wordt ontwikkeld voor warm te-uitwisseling tusschen de twee lucht soorten, die slechts weinig in temperatuur van elkaar verschillen, waardoor de groote natuur lijke verliezen, aan luchtverversching inhaerent. goeddeels geëlimineerd worden. Een bijzondere vorm van regenerator is afgebeeld, met draaien de schuif voor luchtstroomregeling, ten ge- bruike bij uitvoering van genoemde werkwijze. De alleen-uitvoeringsrechten voor toepassing van deze werkwijze, naar hiervoor aangevraag de octrooien, zijn afgestaan aan de Hollandsche Ingenieurs-Maatschappij „Holima", Amsterdam, dochter-onderneming van de Machinefabriek Gebr. Stork Co. N.V., Hengelo. De verhandeling beperkt zich, overeenkomstig de formuleering van de gestelde prijsvraag, tot de toepassing van koeling voor woningen en kantoren. Zooals van zelf spreekt, is het uitge werkte systeem even goed van toepassing op andere verblijfplaatsen van menschen. zooals voor theaters, bioscopen, ziekenhuizen, restau rants, vergaderzalen, schepen en treinen. Door deze constructie wordt het benoodigde koelvermogen sterk verminderd en worden de bedrijfskosten evenredig verlaagd, waardoor de toepassingsmogelijkheid belangrijk wordt uit gebreid. J 4' TTT- V i: HOOGLAND-DEMONSTRATIES. De En gelsche koning en koningin woonden demonstraties van dansen en liederen bij in het Prinses Royal Park van Braemar. ROME, 15 September (R.O.) Het bericht, vol gens hetwelk de Italiaansche regeering Parijs een nieuw ontwapeningsplan zou hebben voor gelegd, dat een periode van internationale con trole op de bewapening goedkeurt, echter in een anderen vorm dan den door Frankrijk voorgestelden, wordt hier tegengesproken. (Van onzen correspondent.) BERLIJN, 12 September 1933. Het is menschelijk verklaarbaar, maar het is tevens te betreuren, dat het buitenland steeds nog veel meer aandacht over heeft voor de sensationeele overdrijvingen en de uitspattin gen, welke het Derde Rijk als een zure erfenis uit de Leger-des-Heilsperiode van het opko mende nationale socialisme overgenomen heeft, dan aan de opbouwende plannen, welke in den schoot der tegenwoordige Duitsche dictatuur uitgewerkt worden. Velen keken zelfs verbaasd op, wanneer men gezegde dictatuur met zoo iets als constructieve dingen in verband brengt, want zij zijn eerlijk overtuigd, dat de nazi's, gelijk de beeldenstormers van weleer, als een wervelwind opgekomen zijn om alles af te breken, wat zij op hun pad ontmoeten en daarna voor immer weer te verdwijnen. Maar dat is toch niet waar. De nazi's voeren meer in hun mars dan een beetje Wodan en een beetje jodenboycot en het is zelfs levendig te hopen, dat een groot deel van dat meerdere in gezonden lijve uit dien mars te voorschijn zal komen. Eerst wanneer dat geschied is, kan men zich een uiteindelijk oordeel over een aantal daden en halfdaden veroorloven, waar van men momenteel de getuige is, maar in af wachting daarvan kan men reeds met een gerust geweten sommige brokken van het nationaal-socialistisch beheer als een lichtend voorbeeld in de aandacht van anderen aan bevelen. Dat geldt in het bijzonder van de reorgani satie van alles, wat met het landmanswezen in verband haat. D< tegenwoordige Duitsche boerenpolitiek is koen, oorspronkelijk en revo lt: itonnair in de beste beteekenis des woords. Zij rekent met eer. lang tijdperk, dat in land- Ri s opzicht niet gelukkig was, met een vaste 11 ad greep af en opent een heel nieuw hoofd- idk. Het liberalism* en het kapitalisme gaat zij nergens zóó fel te lijf als op het platteland maar, wel verre van daar een hopeloozen chaos te ontketenen, treft zij er maatregelen, welke ondanks hun voorloopige onoverzichtbaarheid toch het allerbeste van de toekomst doen hopen, vooral ook vanwege de zware slagen aan het materialisme, weike er onder de hand door in uitgedeeld worden. Wanneer men een helder beeld wil maken van de len; en de breedte des revo- lutionnairen karakl s, dat de tegenwoordige reorganisatie' van h agrarische wezen aan kleeft, kan men niet beter doen dan een ver gelijking te trekken tusschen den man van gisteren, Hugenberg, en den man van vandaag, Darré. Hugenberg, die veelal als conservatief ver sleten werd, was het type van het liberalistische kapitalisme in zijn allerslechtste en brutaalste Vleeschwording. Hij zal ook wel als de laatste der mohikanen in zijn soort zijn en dat is toe te juichen. Hugenberg heeft nog maar zeer kort geleden de taak op zich genomen den Duitsclien landbouw te saneeren. Daarbij nam hij een potlood en een stuk papier ter hand en toen ging het er op los. Hij ging een bouw optrekken, waarvan de steenen uit de prijzen bestonden, Welke de koerslijsten voor kaas, tarwe, kunstmest, spek aangaven. Hij rekende met hypotheken en renten, met landbouw machines. Hij trok ook levende waar ln het geding, zooals varkens en koeien. Maar één ding bleef bij hem totaal en Volkomen buiten spel, te weten, de boer zelf. De bouw van Hugenberg staat nog overeind, maar gisteren heeft zijn opvolger, Darré, er de grondvesten toch onder uit getrokken. Deze man heeft een speech gehouden, waarin de ge heel en al revolutionnaire stelling opgezet werd, dat de landbouw niet rendabel hoeft te zijn. Is ze het, dan ls dat zeer prettig. Maar de zorg voor haar rentabiliteit is niet primair. De boer is primair. En om niét misverstaan te worden, voegde de minister er nog aan toe, dat elk land een leger onderhoudt zonder zich er over te bekommeren, dat dit niet rendabel is. Zoo zal het in de toekomst ook met het landbouwbedrijf gaan, echter dan met dit ver schil, dat een leger een noodzakelijk kwaad is en blijft, maar dat de boeren tot het zout der aarde gemaakt zullen worden, tot den trots der gezamenlijke natie en tot de bron, waaruit de gemeenschap altijd door onuitputtelijke krathten zal kunnen putten. In de soms wel wat vage tale des dags, wordt dit schoone streven door de stelling vertolkt, dat de boeren in den vervolge geen beroep meer uit zullen oefenen, maar een stand zullen vormen. Men doet wel deze leuze ter zijde te leggen, want zij kan als sleutel gelden op veel, dat men in de naaste toekomst op het Duitsche platte land zal zien geschieden. De leuze zelf wortelt in idealen van de edel ste variëteit, die bovendien ook iets nuchters over zich hebben, hetgeen met idealen niet i nmer het geval schijht te wezen. Men gaat van de stelling uit, dat een natie een kern gezonde en stevige ruggegraat moet hebben op straffe anders te gaan hinken en tenslotte in elkaar te tuimelen. Het zijn de boeren hu, die aangewezen worden, deze ruggegraat te vór men. De boer wordt om zoo te zeggen in hoofd beroep (een woord, dat men overigens niet meer mag gebruiken) ik zeg de boer wordt in hoofdberoep ruggegraat, terwijl hij ln zljh vrijen tijd koeien melkt. In deze schildering van de nieuwe Situatie Steekt eene bewuste overdrijving, maar deze wordt expres^elijk gé- maakt om te onderstrepen, hoe enorm veel waarde aan het onstoffelijke ip den boeren stand gehecht gaat worden. ZefiSst te over drijven kan men daarentegen wel zeggen, dat de boer als mensch voortaan de hoofdschotel van het landmanswezen zal uitmaken en dat de prijzen van de melk en de rogge eerst in de tweede plaats komen. Tot nu kwamen deze prijzen op de eerste plaats en telde de bcsr in het geheel niet mee. Het spreekt van zelf, dat de heer Darré naar de oude Germanen teruggreep om zijn inzich ten te verstevigen. Hij ontwikkelde, van de nevelen des verledens uitgaande, een historisch overzicht van den boerenstand in Duitschland, dat, zoo het misschien den toets der critiek niet in elk opzicht kon verdragen, toch het voordeel had op het geding te passen als een deksel op een doosje. En dat was de hoofdzaak. In den beginne dan vormde het boerenbedrijf een stand van vrije eigengeërfde heereii. Hierin kwamen in den loop der tijden allerlei wijzi gingen, welke tenslotte daarop uitdraaiden, dat het houden van een boerderij een beroep werd, dat van geen ander meer te onderschei den viel. Grootelijks heeft op dit gebied het Romeinsche recht gezondigd, door den grond vérkoopbaar te maken als elk ander voorwerp. Toen kwam graaf Hardenberg, het werk van den rijksridder Von Stein uit elkaar peuteren en om de maat vol te meten verscheen ten slotte het liberalisme, dat den stand der boeren den nekslag gaf en de leden ervan tot paupers en proletariërs reduceerde. Maar nu is ineens als een reddende Sint George, Hitler van achter den horizon te Voor schijn gesprongen en nu zal het maar luttel tijds meer duren, of de geboeide agrarische jonkvrouw zal weer in volle vrijheid en luister door de Duitsche gouwen rondwaren. Aan een fundamenteele omwerking van het bestaande recht en aan de schepping van een apart boe- renrecht wordt gewerkt. De boerderijen zijn. tot een soort fidei-commissies verklaard. Zij zullen in materieelen zin hetzelfde gaan wor den, wat de families in het onstoffelijke be- teekenen; de cellen, waaruit de gemeenschap opgebouwd is. Onlangs zijn interessante becij feringen uitgewerkt, maar nog niet definitief aangenomen, betrekking hebbend op de opper vlakte, welke een boerenhofstede moet beslaan om aan haar toekomstige taak te beantwoor den. De lichamelijke, en vooral ook de geeste lijke opvoeding van den boer, buiten het vak onderwijs om, is een aangelegenheid, die nog in de windselen ligt, maar die tot oplossing gebracht moet worden, want men kan het niet te duidelijk en niet te vaak herhalen de boer is in eerste instantie niet meer daar om koeien te melken. Hij is de bron der zedelijke sterkte der natie geworden. Daarom wordt nu de rentabiliteit van het boerenbedrijf als van secundair belang afge stempeld, maar hierbij worden aan het revo- litionnaire toch enge grenzen getrokken. Want de schuldenlast, dien de boeren op het oogen- blik nog te dragen hebben, moet op een of andere wijze afgelost worden. De rechtbanken, die allerlei kwesties over de erfböerderijen te beslissen krijgen, werden in den loop der vorige week ten getale van eene goede 900 voor het grondgebied van Pruisen opgericht. De rollen, waarin de erfböerderijen ingeschreven worden, werden ook geconstitueerd. Merkwaardig en zeer hoopvol klinkt ook, wat de staatsraad Melnberg, na den minister Darré nog ten gehoore bracht. Met onversaagdheid pakte deze heer de delicate kwestie van het groot-grondbezit aan. En met de meest uitge sproken onomwondenheid verklaarde hij nu eindelijk en ten lange leste, blijkbaar in naam der regeering, dat het grootgrondbezit hoe genaamd niets van de tegenwoordige dictatuur te vreezen heeft. Echter huldigt hij wel de z.g. bolsjewistische plannen van dr. Brüning, d.w.z. failliete landgoederen zullen niet met de schaarsche penningen van den belasting betaler gesaneerd worden, om twee jaar later toch weer bankroet te gaan. Deze goederen staan voor de verdeeling, maar met dien ver stande, dat de landheer zijn kasteel met om geving als erfboerderij zal behouden, wanneer zulks tenminste eenigszins mogelijk is. Deze verklaring is Van zeer aanzienlijk gewicht in de beschavingsgeschiedenis van Westelijk Europa, want zij beteekent een breuk met een der plompste vernietigingsdaden der Fransche revolutie, de opheffing der fideicommissies, der latifuhdien, der majoraten, enz. Reeds toen Hindenburg verleden week Lange- nau toegewezen kreeg, werden er zinnen uit gesproken, die het vermoeden wettigden, dat de dictatuur êen hélder besef heeft van de be teekenis, die een goed gefundeerde landadel voor de gansche gemeenschap kan hebben. Deze beteekenis is ongeveer dezelfde als die van een stand van eigengeërfde boeren. Zij is er slechts de verfijnde uitgave van. Vormt de boeren stand als het ware de gewone troepen in den opmarsch naar de hoogtepunten der beschaving, dan is de landadel met de garde te vergelijken. Doel en wezen is gelijk, maar zoo de massa onontbeerlijk is, dan is een keurcorps toch ook een goed ding. Heel dit omvormen van het platteland, dit terugvoeren der boeren van een beroep naar een stand, verkeert nog in zwevenden toestand. Blunders, groote en kleihe, zullen zeer zekér nóg gemaakt worden. Het is echter raadzaam zich daar niet kippig op te staren en ze zeker niet als bron van Schadefreude te gébruiken. Raadzaam is de onstoffelijke essentie van deze beweging te benaderen en te onderzoeken in hoeverre men er zijn voordeel mee kan doen UITBREIDING DER SLAAPZIEKTE IN AMERIKA. WASHINGTON. 15 September. (R. O.) De slaapziekte in Missouri breidt Zich Uit. Te Inde pendence worden zes nieuwe gevallen gemeld verder Vier gevallen te Newark in New-Jersey. Het aantal Sterfgevallen te St. Louis bedraagt 135, te Kansas City 26. BERLIJN, 15 September. (H. N.) Ter gele genheid van de eerste zitting van den nieuwen Pruisischen staatsraad is van alle openbare ge bouwen de vlag uitgestoken. Vanmorgen om 8 uur vond voor het Pruisische ministerie van hinherilandschê zaken en vlaggenparade der politie plaats. Dé straten, waardoor de stoet zal trekken, zijn één vlaggenzee, waarbij in ver band met de gebeurtenis de Pruisische zwart witte vlag vooral op den voorgrond treedt,. In en om het staatsraadgebouw was de belang stelling eveneens zeer groot. Van de aanwezige staatsraden waren de meesten in de uniform, der nationaal-socialisteh gekleed. Generaal-veldmaarschalk von Macken- sen was in uniform der doodskoppenhuzaren, generaal Lintzmann in burger. De Pruisische landsbisschop in zijn rooden bisschopsmantel trok zeer de aandacht. Het diplomatieke corps, o.w. de Pauselijke nuntius, was reeds vröeg in de zaal aanwezig. Talrijke vaandels waren in de zaal opgesteld. De stoet, waarin de leden van den staatsraad naar de aula trokken, vond van de zijde van het publiek veel belangstel ling. De vergadering werd door minister-presi dent Göring met een rede geopend, waarin hij op de hooge beteekenis van deze zitting wees. Om de beteekenis van dezen dag nog meet te doen uitkomen, heeft Göring bevel gegeven, dat de nieuwe candidaten van de Pruisische Schupo in de aula beëedigd en ook du nieuwe vaandals vandaag ingewijd zullen werden. Naar een uitvoerig Wolff-telegram over de rede van Goering rneldt, begon de minister president met een woord van welkom aan allen, die door hun tegenwoordigheid de ,;Staatsakt" plouisferden. Spreker wees vervolgens op de feeststem ming, waarmede deze opening van den staats raad gepaard ging. De beteekenis daarvan zou wel niemand ontgaan. Ook het „systeem" van vroeger had dergelijke „Staatsakte", maar het volk nam er geen deel aan, maar nu juicht alles, omdat men weet, dat Duitschland her leeft, omdat'het weer een overwinningsdag is van de nationaal-sociaiistische revolutie, omdat, óók uiterlijk, het parlementarisme gestorven en vernietigd is. Toen de revolutie eenige maanden geleden dor gansch Duitschland bruiste, begon zij met de vernietiging van het verschrikkelijk systeem van het verleden, het systeem van hel parlementarisme en pacifisme, dat het volk steeds dieper en dieper in den afgrond drong. Deze dag is een keerpunt in ons staatsleven, want ook uiterlijk kan nu de wereld ervaren, dat het Duitsche rijk zijn staatsgrondwet vol komen gewijzigd heeft. Het gaat niet aan, dat eén meerderheid de beslissing heeft over een volk en het leidt; in do wereldgeschiedenis zijn het steeds enkelingen of minderheden geweest, die over de geschiedenis van een natie hebben beslist. En had Duitschland altijd parlementen gehad, dan zou het Duitsche volk thans niet meer bestaan. De groote beteekenis van dezen dag ls dus, dat in plaats van het staatsorganisme, dat op den Duitschen bodem van het westelijk parle mentarisme was gegroeid, thans een staatslei ding wordt ingesteld, welke Germaansch en dus zuiver nationaal-socialistisch is. ZWEDEN WENSCHT NIEUWE OORLOGS SCHEPEN. STOCKHOLM, 15September. (H. N.) Het ministerie van de landsverdediging heeft een crediet van 17 millioen kronen aangevraagd voor aanbouw van nieuwe oorlogsschepen. Het plan is, 4 aviso's en 2 duikbooten te bouwen. In de toelichting tot het voorstel wordt erop géwezeh, dat de aanbouw van deze schepen er ook toe zal bijdragen, om de werkloosheid te bestrijden. LONDEN, 15 September. (H.N.) Naar de bladen melden, wordt in Ierland een boycot campagne tegen Engelsche biereh gevoerd. Te Dublin hadden gisterenavond acht overvallen plaats op café's, waar Engelsche bieren getapt werden. Een groep bewapende mannen heeft oök tusschen Dublin en Dundalk een goederen trein aangehouden en vaten met Engelsch bier uit den trein gehaald en stuk geslagen. BERLIJN, 15 September. (W.B.) De rijks minister van buitenlandsche zaken, Frhr. von Neurath ontving heden de vertegenwoordigers der buitenlandsche pers te Berlijn in hotel Kaiserhof. Ook dr. Goebbels was aanwezig. De minister besprak den buitenlands-poli- tieken toestand. Daarbij roerde hij den stand der ontwapeningskwestie aan, die volgens hem uiterst scpeptisch moet stemmen. Zekere tee kenen schijnen er op te wijzen, dat de bereid willigheid der zwaarbewapende staten om hun ontwapeningsverplichtingen te vervullen thans geringer is dan ooit. Von Neurath sprak verder over de vrees voor oorlog. Slechts in het buitenland spreekt men van oorlog, in Duitschland denkt niemand aan oorlogsverwikkelingen. Duitschland ver langt veiligheid en gelijkheid van rechten. Het wenscht niets anders, dan zijn onafhankelijk heid te bewaren en zijn grenzen te bescher men. Het Duitsche volk weet, niet het minst uit de ervaringen van den na-oorlogstijd, dat de oorlog ook den overwinnaar geen waar nut geen blijvend voordeel Wrengt. Men moet het ontwapeningsprobleem zelf ter hand nemen. Er is tenslotte slechts één alter natief: verwezenlijking der gelijkberechtiging, of ineenstorting van de heele ontwapenings idee. Vervolgens behandelde von. Neurath de Duitsch-Oostenrijksche betrekkingen. Niemand kan van ons verwachten, aldus de minister, dat wij de ontwikkeling der dingen in Oostenrijk onverschillig aanzien. De rijksregeering denkt er niet aan, zich in de binnenlandsche poli tieke verhoudingen van Oostenrijk te mengen. Wij moeten echter eischen, dat zonder recht ondernomen inmengingen van andere landen in de aangelegenheden, tusschen Duitschland en Oostenrijk behandeld, achterwege blijven. Alsdan roerde von Neurath de Jodenkwestie aan. Het buitenland zal, aldus spreker, ophou den het oor to ïsenen aan de leugenberichten van Duitsche emigranten. Men zal het Duitsch land van heden leeren kennen, gelijk het wer kelijk is. Over samenwerking met andere landen spre kende, zeide von Neurath ervan overtuigd te zijn, dat Duitschlands vriendschappelijke be trekkingen met sovjet-Rusland zich verder zullen ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor d« verhouding van Duitschland jegens al de an dere landen, die van goeden wil zijn. Zoo zal in het buitenland eindelijk algemeen de opvatting van Mussolini instemming vin den, die hij in zijn rede over het viermogend- heden-pact uitsprak: „Duitschland is daar in het hart van Europa met zijn geweldige bevolking van 65 millioen menschen, met zijn geschiedenis, zijn cultuur, zijn noodzakelijkheen. Een waarlijk Europee sche politiek met het doel: vestiging van den vrede kan men niet zonder en nog minder tegen Duitschland voeren". BELGRADO, 15 September. (R. O.) Koning Alexander van Joegoslavië zal in gezelschap van koningin Maria en kroonprins Peter, bin nenkort een bezoek brengen aan Roemenië. Zij zullen op 25 September te Boekarest aan komen, In verband met de herdenkingsfeesten van den bouw van het Pelesjkasteel te Sinaia, het koninklijk paleis, waar kroonprins Michael geboren is. Alle leden van het huis van Coburg zijn bij deze feesten uitgenoodigd. De Joegoslavische minister van buitenland sche zaken, Jevtitsj, zal de koninklijke familie vergezellen. In verband hiermede, zal, zooals reeds ge meld, waarschijnlijk een gelegenheid worden gevonden voor deministers van buitenland sche zaken der kleine entente-staten, om te vergaderen en de buitenlandsche politiek te bespréken. Koning Alexander en koning Carol zullen eveneens verscheidene aangelegenheden, hun landen betreffende, bespreken. De V. B.-commissie voor financieele zaken GENEVE, 15 September. (V.D.) De perma nente volkenbondscommissie voor financieele aangelegenheden zal Maandag 18 September a.s. bijeenkomen onder voorzitterschap van den Belgischen financieelen expert Janssen ter bestudeering van den financieelen toestand van Roemenië, Hongarije, Griekenland, Oos tenrijk en Bulgarije. Bijzondere moeilijkheden doen zich voor bij de onderhandelingen met de Roemeensche re geering, aangezien het in Januari tusschen den volkenbondsraad en de Roemeensche regee ring gesloten verdrag Inzake de technische sa menwerking voor de saneering van den Roe- meenschen financieelen toestand wegens mee- ningsverschillen, over den persoon van den financieelen expert tot nu toe nog niet van kracht kon worden. Voorts zullen de sedert langen tijd gevoerde en in een impasse geraakte onderhandelingen der Roemeensche regeering met de bezitters van Roemeensche staatsleeningpapieren be sproken worden, aangezien de groep particu liere crediteuren van Roemenië de eenzijdige transfermaatregelen der Roemeensche regee ring van de hand wijst. Op 23 September zal het 150 Jaar geleden zijn, dat te Diisseldorp de schilder Peter von Cornelius werd geboren. Van 1819 tot 1824 is hij directeur van de Academie der Kuhsten ln zijn geboortestad geweest. Ter gelegenheid van den 150stén verjaardag van zijn geboorte, wordt te Dusseldorp een groote tentoonstelling zijner werken gehouden. Ook handschriften en andere herinneringen aan den kunstenaar zijn op deze tentoonstelling vereenigd. Wie met één voet op den bodem der waarheid stonden De theosofen zijn een beetje uit de mode ge raakt maar toen zulks nog niet het geval was, hoorde men wel eens van een z.g. astraal lichaam spreken. In sommige hunner kringen geloofde men n.l. dat de mensch uit meer dan één lichaam samen was gesteld. Een was er makkelijk met de zintuigen waar te nemen maar er was nog een tweede, het astrale, dat een weinig meer volume dan het tastbare had en er dientengevolge een klein beetje buiten uit stak. Slechts bijzonder begenadigden kon den met dat tweede lichaam voeling krijgen en de rest wist niet beter te doen dan er om te glimlachen. Maar het ziet er naar uit, dat deze rest onge lijk had. De wetenschap begint tot het vermoe den over te hellen, dat de pleitbezorgers van de astraliteit tenminste met één voet op den bodem der waarheid stonden. En zulks nog wel om redenen, die tegenwoordig van dubbele actualiteit zijn, wijl zij verstens iets met stralen te doen hebben en tweedens met biologie, met twee dingen dus, die aan de orde van den dag zijn. De wetenschap heeft deze dingen zelfs ook reeds aan elkaar gekoppeld en spreekt van biologische stralen en de semi-wetenschap weet over deze geheimzinnige nieuwigheid be reids zeer sensationeele zaken te vertellen. Met deze laatste behoort men echter op zijn hoede te zijn; maar intusschen kan men toch al wel als vaststaand aannemen, dat er er gens in het menschelijke lichaam een electri- sche centrale bestaat, die golven uitzendt. Heel veel meer is van deze aangelegenheid nog niet te vertellen, althans niet met het accent der zekerheid. Men stelt de aanwezigheid van gol ven vast maar men kent noch hun bron, noch hun lengte noch hun kracht. Lakhovski, die in Parijs arbeidt en zich intensief met de kwestie bezig houdt in de hoop er de kanker mee te kunnen uitroeien, meent, dat elke electrische lichaamsdeel een electro-magnetisch golven- veld vertegenwoordigt, dat op het oogenblik van den dood uitbluscht. Dr. Rajewski in Amerika meent vast gesteld te hebben, dat de biologische stralen uit gol ven bestaan, die in ultraviolet ongeveer tus schen de 0.0002 en de 0.0003 m.M. inliggen. Zij zijn dus te vergelijken met die stralen, welke ons des zomers verbranden' en die ook mee werken den opbouw van vitamine. Deze stralen steken om zoo te zeggen buiten het lichaam uit, zij het dan slechts een bitter klein beetje, maar meer is er toch ook niet noodig om contact met de theosofen tot stand te bren gen. Veel kracht hebben deze stralen overigens ook niet. Er zou b v. de electric iteit van 16 millioen menschen noodig zijn om een peertje aan het gloeien te brengen. Maar de professor Otto Rahn, die bacterio loog van zijn vak is, heeft van zijn kant toch vast gesteld, dat het menschelijk bloed van tijd tot tijd uitstralingen van voldoende for maat bewerkstelligt om allerlei microben en ziektekiemen te dooden. De linkerhand zendt sterker stralen uit dan de rechter. Kankerge zwellen zijn bijzonder krachtig maar daarente gen beschikt het bloed van kankerlijders over geen stralen. Niet verkwikkende cijfers in Pruisen De cijfers, welke Oome Jan ons voorzet zijn niet verkwikkend maar wel leerzaam. Oome Jan is in Pruisen, zooal niet een staatsambte naar dan toch een officieele staatsinstelling, die onder controle van de staatsbank staat, welke, gelijk bekend, den naam van Seehandlung voert. Sedert 1926 is de Pruisische Bank van lee ning van jaar tot jaar actiever geworden. Wil men weten wanneer de crisis zich eigenlijk voor het eerst deed voelen dan sla men de boeken van de bank van leening open. Wil men haar fluctuaties voet voor voet volgen, men kan zulks onmogelijk beter doen dan aan de hand der gegevens van den lommerd. 1926 sloot in Pruisen met ruim 55.999 beleende panden. Dit getal zal van nu af op den 31sten December van elk vqlgend jaar hooger zijn. Gelijkmatig en onverwurwbaar gaat het de lucht in totdat het ultimo 1932 bijna verdub beld was en op 102.000 stond. Tegen deze pan den was een som van 3.74 millioen mark uit geleend terwijl de waarde ervan op 5.86 mil lioen geschat werd. Hoeveel menschen in 1932 aan de poorten van de bank van leening aanklopten, meldt de ge schiedenis gelukkig niet. Wel, dat er 218.901 personen geholpen werden met een som van bijna 8 millioen mark. Trekt men hiervan de ingeloste panden en voorschotten af, dan komt men per einde December op de hooger gegeven eindcijfers. Geldopnemers moeten hun beroep opgeven en dat wordt dan later ook in de sta tistiek verwerkt. Deze brengt dan soms ver rassende dingen aan den dag. Het, blijkt b.v. dat in 1932 aan de rijksweer en de politie meer dan 600.000 mark uitgeleend werden dat is dus bijna 10 pet. van den ganscnen omzet. Muzi kanten, artisten, tooneelspelers. enz. kregen slechts 480.000 mark toebedeeld, waarschijnlijk ■niet wijl het deze categorie van personen zoo naar den vleeze gaat maar wijl zij niets meer bezitten, dat nog als onderpand kan dienen. Artsen, advocaten, tandendokters, hadden blijk baar nog een beetje minder dan de kunste naars of hadden minder noodig. Zij namen al thans slechts 430.000 mark op. 44.000 kooplie den, boeren en andere leden van een vrij be roep wendden zich in het afgeloopen jaar tot de Bank van Leening. Alsmede ook 54.000 ren teniers en lieden zonder beroep. 13.000 dienst meisjes. ziekenverple ers, hauffeurs, enz. Geheel en al zielig zijn de cijfers, die betrek king hebben op de Uitgeleende sommen. Er werden 5000 transacties gesloten, waarin bedra gen van minder dan 3 mark gemoeid waren. 28.000 lagen tusschen de 3 en de 5 mark. De meeste leeningen, en wel 55.000 stuks, lagen tusschen de 12 en de 20 mark. 166 staken echter tot boven de 1000 merk uit. Wanneer men be denkt. dat schier al deze leeners, dat al hurt onderpanden, de aflossing dor voorschotten, enz. enz. in zeeën van tranen gebaad gaan dan hoeft men niet over veel fantasie te beschik ken om het zijne te denken bij het doorbladeren, van de cijfers, die Oome Jan ons bij geregelde tusschenpoozen te lezen geeft. VpOR DE AUTORITEITEN, die te Weenen het bevrijdings-jubileum vierden, hield het Bondsleger een défilé; onder bevinden zich Kardinaal La Fontaine, Kardinaal Verdier, President Miklas en dr. Dollfuss, de autoriteiten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 2