UITKOMSTEN DER ELFDE
ALGEMEENE VOLKSTELLING.
MXXNDAG 18 SEPTEMBER 1933
DE MEERDERHEID DER VROUW BIJ
DE PROTESTANTEN.
R. L.
BUITENLANDSCHE STUDENTEN
AAN ONZE UNIVERSITEITEN.
CRISISHEFFING OP OLIËN- EN
VETTEN.
GENERAAL H. NEEB t
BANDOENG, 16 September. (ANETA.)
jJl jErJi - m
R. K. LEERGANGEN TE TILBURG.
HET UNIFORMVERBOD.
A.s. Dinsdag treedt de wet in werking.
BUITENLANDERS AAN ONZE
UNIVERSITEITEN.
TOEPASSING DER STEUN-
REGELING.
De bevoegdheden van het orgaan
voor steunverleening.
Ministerieel schrijven aan B. en W.
van diverse gemeenten.
R K. RIJKSKIESKRING
„DORDRECHT".
Jaarvergadering te Rotterdam.
EEN „STORMER'VKWESTIE.
DRAISfi
e
L-van-WLKENBURG'S-
•iLEVERTR;
-'•LEEUWARDEN-
DISTRIBUTIE VAN MARGARINE.
HET LUTINE VRAAGSTUK.
Concessionarissen gelooven weer
wel in een aanslag.
Krijgt de lieer Beckers nog een kans?
MASSA-ONTSLAG BIJ DE N. T. M.
Het overwicht van den man bij de
onkerkelijken.
Het is een bekend verschijnsel in de de
mografie, dat er aanzienlijk meer mannen
dan vrouwen geboren worden. Zoo zagen
b.v. in Nederland, gedurende het jaar der
volkstelling, 93.957 mannelijke en slechts
88.353 vrouwelijke kinderen het levenslicht.
Tegenover duizend mannelijke stonden
dus negen honderd dertig vrouwelijke jong
geborenen.
Naar men weet is dit mannelijk overwicht
niet blijvend. Immers reeds in het eerste le
vensjaar vallen veel meer jongens dan meis
jes aan den dood ten offer. Zoo stierven er
in 1930 niet minder dan 1013 mannelijke en
slechts 711 vrouwelijke kinderen beneden
het jaar.
De sterfte blijkt dus reeds in het eerste
levensjaar 43 pet. hooger te zijn bij den man
dan bij de vrouw.
Wanneer dit sterfte-surplus in dezelfde
mate voortduurde, dan zouden zeer weinig
heeren der schepping den mannelijken leef
tijd bereiken.
Maar hoewel de verhouding in de volgen
de jaren gunstiger wordt, en er bijv. in den
loop van 1930 en in den leeftijd van 1 tot 2
jaar tegenover 162 meisjes 197 jongens stier
ven (derhalve „slechts" ruim 21 pet. meer)
blijft nog een lange reeks van jaren de sterf
te bij het mannelijk geslacht hooger dan bij
de vrouwelijke sekse, zoodat per slot van
rekening in heel Nederland op 31 December
1930 50.213 meer vrouwen dan mannen wer
den geteld, of op iedere 1000 mannen 1013
vrouwen.
Het ligt voor de hand, dat het vrouwelijk
overwicht vooral in de hoogere leeftijden tot
uiting komt en bij de ongehuwden aanzien
lijker is dan bij gehuwden. Zoo komt het,
dat het grootste verschil wordt waargeno-
men bij de ongehuwden boven 80 jaren, die
in Nederland zijn vertegenwoordigd door
4216 vrouwen en slechts 2289 mannen. Er
zijn dus in deze categorie op iedere 1000
mannen niet minder dan 1838 vrouwen!
Een ander merkwaardig verschijnsel is het
overwicht der vrouwen op het platteland.
Dit overwicht is zoo markant, dat er* vijf
provincies zijn waar het deficit der vrouwen
grooter is dan haar surplus in het Rijk.
Ziehier de verhouding der geslachten in
de elf provincies, de drie grootste steden en
de zes minst volkrijke gemeente-groepen:
Tegenover 1000 mannen staan in:
Noord-Holland 1048 vrouwen
Zuid-Holland 1044
Utrecht 1035
Groningen 1010
Zeeland 998
Friesland 997
Gelderland 986
Noord-Brabant 985
Overijssel 975
Limburg g50
Drente 937
Rotterdam 7039
Amsterdam 1072
Den Haag H76
beneden 500 inw941
van 5011000 inw947
van 10012000 inw943
van 20015000 inw958
van 500110000 inw968
van 1000120000 inw998
Men ziet, dat de minst volkrijke gemeen
ten een overschot aan mannen, de groote
steden daarentegen een surplus aan vrou
wen opleveren en dat in de verschillende
provincies het verhoudingscijfer der ge
slachten wisselt, naar mate zij meer en groo
ter steden omvatten.
De uitleg van dit verschijnsel is reeds
herhaaldelijk gegeven: de groote stad biedt
gelegenheid tot werk en vermaak in allerlei
vormen aan de jonge vrouwen en meisjes
van het platteland. Daarentegen vordert dit
laatste menigvuldige mannenkracht bij den
landbouw-arbeid. En zoo ontstaat een wis
selwerking, die de uiteenloopende samen
stelling der bevolking afdoende verklaart.
Wij hebben dit onderdeel der bevolkings
statistiek breedvoerig uiteengezet, omdat het
verschil in getalsterkte tusschen beide ge
slachten een van de in het oog springende
symptomen is van het verval op godsdien
stig gebied.
Immers uit de resultaten der elfde volks
telling blijkt onmiskenbaar, dat het vrou
welijk overwicht stijgt naarmate de kerk
genootschappen in ledental dalen.
Ziehier ten bewijze van dit feit de ver
houding tusschen het mannelijk en vrouwe
lijk zielental bij de verschillende gezindten.
vrouwen
Op 1000 mannen telt men in 't Rijk 1013
bij de Katholieken1012
bij de Ned. en Waalsch Herv. 1034
bij de Gereformeerden 1051
bij de Christel. Gereformeerden 1075
bij de Israëlieten 1085
bij de Lutheranen 1268
bij de Doopsgezinden 1361
bij de Remonstranten 1501
bij de andere kergenootsch. 1139
bij de onkerkelijken 865
Men ziet, dat alleen de Katholieke Kerk
een normale verhouding tusschen hare man
nelijke en vrouwelijke leden te zien geeft.
Alle andere kerkgenootschappen hebben een
te veel aan vrouwen, waartegenover de on
kerkelijken een belangrijk surplus aan man
nen vertoonen.
Men heeft in dit verschijnsel aanleiding
gevonden om een loflied aan te heffen op
den godsdienstzin der vrouw, in tegenstel
ling met de onverschilligheid van den man.
Maar al zijn wij de laatsten om de de
votie van het vrouwelijk geslacht, die in de
kerkelijke liturgie uitdrukkelijk wordt er
kend, in twijfel te trekken, toch is het een
veeg teeken voor een kerkgenootschap, als
het in toenemende mate door de mannen
wordt verlaten.
Wanneer in breede kringen 't waandenk
beeld veld wint, dat de religieuse praktijk
voor vrouwen en kinderen wellicht nuttig
kan zijn, maar dat de zelfstandig denkende
en handelende man geen behoefte heeft aan
den steun en de hulp van Boven, dan is het
gedaan met de eenheid van gelooven, den
ken, voelen en handelen, die onontbeerlijk
is voor een krachtig en gezond gemeen
schapsleven op bovennatuurlijken grond-
slag.
Wat dan nog overblijft, is een vage, over
gevoelige, in allerlei bijkomstigheden ver-
loopende religiositeit, zich uitend in gebeden
en gezangen, die door hun zoetelijkheid dui
delijk het kenmerk dragen van de zwakke
sekse, waarvoor zij bestemd zijn.
In „la Poétique des Eglises" heeft de on
langs overleden abbé Henri Brémond, deze
kwaal, die vooral in den tijd der romantiek
op den voorgrond trad, op even vrijmoedige
als geestige wijze gehekeld.
En veel meedoogenloozer dan deze fijn
zinnige „académicien", heeft J. B. Huys-
mans in „En Route" en „la Cathédrale" het
verval der stoere godsvrucht van het voor
geslacht tot een weekelijk „piëtisme" ge
brandmerkt.
Zijn felle aanklacht tegen de verwijfde
producten van de religieuse kunst en letter
kunde zijner dagen, moge overdreven zijn,
er schuilt toch ontegenzeggelijk waarheid in
de kern van zijn betoog, dat in Frankrijk
de massa-desertie der mannen uit de Kerk,
oorzaak is geweest van een algemeene ver
flauwing en verslapping in 't bovennatuur
lijke leven.
En nu bespeuren wij vooral bij de Pro-
testantsche kerkgenootschappen hier te lan
de de duidelijke symptomen van dezelfde
kwaal, die in de achttiende en negentiende
eeuw de Katholieke Kerk in Frankrijk zoo
hevig heeft geteisterd.
Ginds stroomt thans. Goddank, nieuw le
ven door het opgroeiend Katholieke ge
slacht. Met de herleving van den liturgi-
schen geest is de mannelijke godsvrucht
weer ontwaakt, en „le renouveau religieux"
bij de jongeren ,met name bij de studeeren-
de jeugd, geeft hoop en moed voor de toe
komst.
Hier te lande daarentegen treft de kwaal
vooral de Hervormde kerkgenootschappen
en speciaal de kleinere onder hen. In me
nigte keeren de Protestantsche mannen de
kerk den rug toe en geven zoodoende aan
leiding tot een vrouwelijk overwicht van 35
tot 50 pet., dat, bij de veelal verwaterde dog
matiek van het Protestantisme, nog veel
noodlottiger werkt dan het in de Katholieke
Kerk ooit gedaan heeft.
En nu wordt weliswaar ook bij onze ge-
loofsgenooten in de groote steden dit veeg
symptoom waargenomen, zoodat men op
1000 Katholieke mannen te Rotterdam 1069,
te Amsterdam 1158 en in Den Haag 1213
vrouwen telt; maar men houde hierbij in
het oog, dat deze wanverhouding alleen te
Amsterdam en Den Haag de stedelijke ge
middelden (zie boven) aanzienlijk overtreft,
en dat zij ruimschoots wordt opgewogen
door het mannelijk overwicht op het Ka
tholieke platteland.
Ook in dit opzicht stemmen derhalve de
uitkomsten der elfde volkstelling tot tevre
denheid en voldoening.
BENOEMINGEN.
Priesters van het II. Hart.
Naar wij vernemen, is alsnog tot professor
aan het juvenaat van de priesters van het H.
Hart te Bergen op Zoom benoemd de zeereerw.
pater dr. H. Dorresteyn.
ZUSTER MA. HERLINDE, f
In het St. Antoniusgasthuis te Utrecht, waar
ze slechts kort werd verpleegd, is overleden
de eerw- zuster Ma. Herlinde (in de wereld
mej. Maria Catharina Smarius), geboren te 1877
te Tilburg, assistent-overste van het R. K. lief
degesticht „Insula Dei" te Arnhem.
AFSCHEID VAN MISSIONARISSEN.
Zondag 24 September zal in de kerk van het
missiehuis te Cadier-en-Keer, met de gebrui
kelijke plechtigheden het afscheidsfeest worden
gehouden van de nieuwe Nederlandsche mis
sionarissen van de Sociëteit der Afrikaansche
Missiën, die naar de missies van Afrika zullen
vertrekken. Dit jaar zullen de plechtigheden
worden bijgewoond door Z. H. Exc. Mgr. Lem-
mens, bisschop van Roermond, die tevens de
missiekruisen zal zegenen en aan de missiona
rissen zal uitreiken. De plechtige afscheids
rede zal gehouden worden door den zeereerw.
pater H. de Greeve S.J.
De plechtigheden beginnen om kwart voor
drie, en de kerk van het missiehuis zal vrij
toegankelijk zijn, zoodat niet alléén familie
leden van de missionarissen, doch ook andere
belangstellenden in de gelegenheid zullen zijn
deze mooie en treffende plechtigheden bij te
Op Zaterdag 16 September 1933 is afgekondigd
de wet van 15 September 1933 (Staatsblad no.
477) tot wijziging van de Hooger Onderwijswet
in zake beperking der toelating van buiten-
landsche studenten tot onze universiteiten.
De wet is gisteren in werking getreden.
De „Vee- en Vleeschhandel" schrijft:
,,In de ochtendbladen van Vrijdag circuleert
een bericht uit het Ned. Weekblad voor Krui
denierswaren, dat spoedig een crisisheffing op
oliën en vetten tegemoet kan worden gezien.
Dit bericht verwekte onrust in de slagers
wereld, daar er ook reeds opnieuw geruchten
gingen, dait men in verband met de hooge prij
zen voor rauwe vetten zou overgaan tot de
opvordering van rauwe vetten en tot centrale
smelting.
Wij vernemen echter, dat voor deze onge
rustheid geen reden behoeft te bestaan, wijl de
crisisheffing wel op oliën zal worden toegepast,
doch niet op vetten, daar gesmolten vet en
reuzel reeds is belast. Ook aan een opvorde
ring van rauwe vetten en centrale smelting
denkt men bij de Crisis-Zuivel-Centrale niet."
DE UITVOER VAN VISCH NAAR
FRANKRIJK.
Reuter seint ons uit Parijs d.d. 16 dezer
Naar officieel wordt medegedeeld is het drie
maandelij ksch contingent, dat gold tot 30 Sept.
voor den invoer van gedroogde, gezouten en
gerookte visch, uitgeput.
STEUN VOOR KIPPEN- EN EENDEN
EIEREN.
Namens den Minister van Economische 'Zaken
maakt de regeerings-commissaris voor de uit
voering van de garantieregeling 1933 ten be
hoeve van de kippen- en eendenhouderij be
kend dat de uitkeering volgens de garantiere
geling voor de week van 18 t.m. 23 September
is vastgesteld op 30 ets per 100 stuks uit te
voeren versche kippeneieren tot een gewicht
van maximum 50 k.g. per 1000 stuks en op 30
ets. per 100 stuks uit te voeren versche eenden
eieren.
Overleden is de oud-generaal-majoor, oud
inspecteur van den Mil. Geneesk. dienst van
het leger in Ned.-Indië, oud-hoogleeraar aan
de Techn. Hoogeschool te Bandoeng, H. M.
Neeb.
OUDHEIDKUNDIGE ONTDEKKINGEN.
De Archeologen die thans bezig zijn uitgra
vingen te doen in de omgeving van Lyon, heb
ben het amphiteater ontdekt, waar de H.H.
Pothinus en Blandina, de eerste Christenen van
Gallië, in 177 werden gemarteld.
De snelle post-Pander, waarmede Itnt. Asjes en Geyesendorfer in recordtijd naar
Indië willen vliegen wordtte Amsterdam afgewerkt.
Opening van het 22e studiejaar.
Verslag 1932—1933.
Het 21e studiejaar der R.K. Leergangen is
Zaterdag geopend met 'n plechtige Hoog
mis in de parochiekerk van den H. Jozef
(Heuvel) opgedragen door den curator den
hoogeerw. heer Mgr. dr. P. J. M. van Gils.
De rector Mgr. dr Th. Goosens, vele docenten
en studenten woonden deze H. Mis bij, aan
welks einde het Veni Creator werd gezongen.
Om kwart over 11 uur had in het audito
rium van het conservatorium der R.K. Leer
gangen een bijeenkomst plaats waarin de rec
tor Mgr. Goossens verslag uitbracht over het
afgeloopen studiejaar.
De totale inschrijvingen bedroegen in 1932-
1933 1036 en wel 615 voor de afd. alg. weten
schappen, 149 voor de academie, 149 voor het
conservatorium, 85 voor het centraal instituut
voor lichamelijke opvoeding, benevens 38 voor
een cursus paramentiek in Eindhoven.
Curussen voor jeugdleiders zijn dit jaar niet
gegeven.
Ook dit jaar herhaalde zich, wat reeds m
de laatste jaren regelmatig geconstateerd was,
n.l. dat de inschrijvingen voor het eerste jaar
zulk hoog percentage vormen. Over de vier af-
deelingen samen bedroeg dat 40 pCt., iets
onder het vorige jaar toen het 411/5 pCt. be
droeg Bij de afdeeling algemeene wetenschap
pen was dit 33 1/5 pCt. bij de academie 45 pCt.:
bij het conservatorium 50 pCt.; bij het C.I.L.C.
43% pCt.
Op allerlei gebied is er nog werk te vinden.
Juist acht dagen geleden is de eerste princi-
pieele Katholieke schriftelijke cursus voor
hoofdakte-opleiding tot stand gekomen.
Volgens opgave in het programmaboek van
dit nieuwe cursusjaar zijn tor 31 December 1932
door cursisten der Leergangen 1205 diploma's
en akten verworven waaronder 577 middelbare
akten, die voor het allergrootste deel niet ver
worven zouden zijn, indien niet de Leergangen
daarvoor de gelegenheid hadden gegeven. In
1932 zelf waren het 45 middelbare akten en 81
andere akten, intotaal dus 126.
Het getal der docenten bedroeg op 31 Augus
tus 1.1. 94. In September 1932 werden benoemd
aan den cursus voor klassieke letteren dr. P.
C. de Brouwer Tilburg en dr. A. Meuwes
te Erp; aan de academie voor machineteekenen:
ir. L. Kool te Tilburg; aan den cursus paedago-
giek A te Amsterdam kapelaan H. van Spanje
en dr. J. van Dael; aan den cursus Staathuis
houdkunde te Heerlen: J. Koelman; aan den
cursus Fransch te Roermond J. Jacobs te Sit-
tard; aan den cursus gemeente-administratie
te Valkenburg F. Cuijpers te Echt (thans Heijt-
huijsen).
In het vorig verslag werd reeds vermeld,
dat het op 1 September 12% jaar geleden was,
dat in Brabant met de opleiding voor het di
ploma gemeente-administratie begonnen werd:
op 1 Juli van dit jaar mocht datzelfde feit her
dacht worden van de cursussen in Limburg,
die 1 Januari 1921 door de Leergangen over
genomen zijn van den Limburgschen bond van
gemeenten en waaraan toen de docenten M.
Lambermon, J. van Sas en Th. Stappers reeds
les gaven. Op 1 Mei was L. Heijmans 12% jaar
als vast ieeraar voor de vioolklassen aan het
conservatorium verbonden: aan de academie
herdacht op 1 April de heer Kerssemakers en
op 1 Aug. de heer P. van Lierop het koperen
jubileum.
Aan den cursus wiskunde te Roermond was
op 1 April de heer Bonekamp 12% jaar werk
zaam aan den cursus aardrijkskunde te Til
burg de heer drs. G. de Vries op 1 Juli, en op
1 Augustus dr. H. Knippenberg aan den cursus
Nederlandsch te Tilburg. Tenslotte zij hierbij
nog vermeld, dat op 1 juli 1.1. ook de rector
zijn 12%-jarig werkzaamheid aan de leergan
gen herdacht.
Vervolgens werd in het verslag op twee be
langrijke zaken gewezen n.l. op den bouw van
een orgel ten dienste van de afdeeling kerk
muziek van het conservatorium.
Een tweede feit van voorname beteekenis is
de zevende R.K. Paedagogische Week, die op
21, 22 en 23 Augustus in Tilburg is gehouden.
Over de bibliotheek vermeldt het verslag
het volgende:
De boekenvoorraad vermeerderde met 619
werken in 792 banden: 191 werken zijn aange
kocht en 428 zijn als geschenk ontvangen. Bij
zondere vermelding verdient de gift, die mgr.
dr. v. Gils bij de viering van zijn 40-jarig
priesterfeest aan de Leergangen geschonken
heeft.
Met een woord van waardeering voor het
voortreffelijke werk, dat de studentenvereni
ging Sint Leonardus dit jaar verricht heeft en
met de bede dat God al het werk, van stu
denten en van docenten, moge zegenen, ein
digde mgr. Goossens het jaarverslag en ver
klaarde het 22e cursusjaar voor geopend.
Hierna had de inzegening plaats van het
nieuwe orgel in het conservatorium en bespe
ling door den heer W. van Kalmthout, directeur
der afdeeling profane muziek.
Naar wij vernemen, zal de wet tot invoering
van het z.g.n. uniform-verbod reeds a.s. Dins
dag in werking treden en zal het dragen van
uniformen en opzichtige onderscheidingsteeke
nen met politieke strekking dan niet meer ge
oorloofd zijn.
Tegen inschrijving van Belgen en
Zuid-Afrikanen geen bezwaar.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen heeft aan de Colleges van Cura
toren der Rijks-Universiteiten en der Tech
nische hoogeschool bericht dat tegen de in
schrijving van studenten van Belgische na
tionaliteit en van hen, d'ie het onderdaan
schap van de Unie van Zuid-Afrika bezitten,
geen bezwaar bestaat.
De minister van sociale zaken heeft aan B.
en W. van dieverse gemeenten een circulaire
gezonden, waarin hij eraan herinnert, dat in
het besluit van den minister van binnenland-
sche zaken van 15 Januari 1932 gesproken
wordt van „het orgaan voor steunverleening".
De minister van sociale zaken geeft thans in
genoemde circulaire nader aan, wat hieron
der dient te worden verstaan en wat tot de
bevoegdheid van dat orgaan behoort.
Als „orgaan voor steunverleening" kan
slechts optreden het college van B.-en W., dan
wel op aanwijzing van dit college de arbeids
beurs (agentschap der arbeidsbemiddeling) of
het bureau voor maatschappelijk hulpbe
toon (burgerlijk armbestuur). Op het orgaan
rust de plicht, de door 's ministers ambtsvoor
ganger of door hemzelf goedgekeurde steun
regeling zoo juist mogelijk toe te passen.
Het orgaan is niet bevoegd, zonder door den
minister verleende machtiging eenigerlei wij
ziging in de bepalingen der steunregeling aan
te brengen.
Voor zoo ver de uitvoering van de steun
regeling niet rechtstreeks door het college van
B en W. geschiedt, is het orgaan uiteraard ver
plicht, zich naar de aanwijzingen van ge
noemd college omtrent de toepassing van de
steunregeling te gedragen, en is het aan B. en
W. verantwoording schuldig van de vervulling
van zijn taak.
Waar het bureau van maatschappelijk hulp
betoon als orgaan optreedt, moet nauwkeurig
worden toegezien, dat de normale taak van
dit bureau en de steunverzorging als twee on
derscheiden takken van dienst optreden en
dat ook de gesteunden dit weten.
In gemeenten met een belangrijk aantal on
dersteunden kan het orgaan voor steunverlee
ning worden bijgestaan dooF een commissie
van advies Daar de verstrekking van steun
uitsluitend geschiedt met gelden van de over
heid dient de uitvoering van de steunregeling
ook dan opgedragen te blijven aan het orgaan
De commissie heeft een adviseerende bevoegd
heid.
Indien de voorzitter eenig advies in strijd
acht met de opvatting der regeering, respec
tievelijk van het college van B. en W., geeft
hij hiervan onverwijld kennis aan het college
van B. en W.
Opdat een spoedige afdoening van zaken
zooveel mogelijk verzekerd zij, dient deze
commissie uit een zoo klein mogelijk aantal
leden te bestaan.
Zij wordt samengesteld door het college van
B. en W. uit welks midden haar voorzitter
wordt aangewezen. Naast den vertegenwoor
diger van het gemeentebestuur zouden in de
commisie vertegenwoordigers van de werk
gevers en van de arbeidersorganisaties zitting
kunnen verkrijgen.
Mocht, doordat ter plaatse verschillende vak-
vereenigingen leden hebben en bij aanwijzing
van een lid-vertegenwoordiger van elke dezer
organisaties de commisie te groot -worden, dan
zouden de plaatselijke vakcentralen elk een
vertegenwoordiger kunnen voordragen. Overi
gens zouden bij toerbeurt een paar vertegen
woordigers van alle plaatselijke vakorganisa
ties gezamenlijk voor de commissie kunnen
worden aangewezen.
Personen, die uitkeering ingevolge de steun
regeling ontvangen, kunnen geen lid der com
missie zijn. Indien een zittend lid der com
missie in die omstandigheden komt te verkee-
ren, geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan
B. en W. Zijn. lidmaatschap der commissie ein
digt op den dag, waarop de steunregeling op
hem van toepassing is geworden.
Indien in de gemeente de samenstelling der
commissie niet aan vorenstaande regelen vol
doet, gelieve de burgemester zoo spoedig mo
gelijk de commissie te reorganiseeren en den
minister de nieuWe samenstelling ter goed
keuring voor te leggen. Bij een en ander dient
er rekening mede gehouden te worden, dat de
commissie slechts een adviseerend lichaam is
en dat de volle verantwoordelijkheid voor de
uitgaven bij het college van B. en W. berust.
KOSTELOOZE RIJWIELPLAATJES VOOR
WERKLOOZEN.
In antwoord op desbetreffende vragen van
het Tweede Kamerlid Wijnkoop deelt minister
Oud het volgende mede:
In het begin van de maand Juli 1933 zijn be
reids maatregelen getroffen om, met ingang
van het nieuwe, 1 Augustus j.l. ingetreden be
lastingjaar, kosteloo;ze rijwielbelastingmerken
te verstrekken aan werkloozen, die kunnen
aantoonen, dat zij hun rijwiel noodig hebben
ter voldoening aan de voorschriften van de
werkloozensteunregeling, doordat zij zich eens
of meermalen per dag aan een bepaald bureau
moeten vervoegen, waardoor zij een afstand
van ten minste een half uur gaans moeten af
leggen, en aan werkloozen. die kunnen aan
nemelijk maken, dat zij hun rijwiel behoeven
voor het zoeken van werk, zoodoende aan losse
arbeiders, die hun rijwiel voor dat doel
einde gebruiken. Dit zelfde geldt ten aanzien
van werkloozen, die in werkverschaffing
arbeid verrichten en in verband met den hier
vóór bedoelden afstand een rijwiel noodig
hebben.
Het vorenstaande kan echter slechts toepas
sing erlangen voor zoover de betrokkenen
hoofd van een gezin zijn en niet in de Rijks
inkomstenbelasting voor het loopende be
lastingjaar zijn of worden aangeslagen, met
dien verstande, dat, indfen het hoofd van
een gezin geen rijwiel noodig heeft, het ook
geldt ten aanzien van een door het hoofd aan
gewezen lid van het gezin, dat evenals het
hoofd zelf, niet in genoemde belasting is of
wordt aangeslagen.
In Hotel-Restaurant „Atlanta" te Rotterdam
heeft de R. K. Rijkskieskring Dordrecht Zater
dagmiddag onder presidium van den heer Th.
P. J. Eisen zijn jaarlijksche vergadering gehou
den, welke goed was bezocht.
De voorzitter opende de vergadering met een
korten terugblik over de Tweede Kamer-ver-
kiezing. Hij liet het licht schijnen over de
economische en geestelijke crisis, waardooi
momenteel de wereld in haar geheel wordt
geteisterd en prees de Partijleiding wegens haar
intens hard werken op velerlei gebied. Met
enthousiaste woorden wees spr. op de kernen,
welke men van plan is te vormen, een resultaat,
dat is bereikt na stage studie, voorlichting en
propaganda. Onze tijd vraagt vernieuwing en
daarmede heeft men wel degelijk rekening te
houden. Activiteit en waakzaamheid zijn gebo
den. Spr. hoopte, dat verscheidene leden zich
zouden opgeven als abonné van 't partij-orgaan.
Na enkele kleine mededeelingen werd het
jaarverslag van den secretaris en den penning
meester goedgekeurd. Wij ontleenen hieraan
het navolgende
Op 1 Januari 1933 telde de Kieskring 12.479
leden, verdeeld over 30 kiesvereenigingen. Op
1 Januari 1932 telde de Kieskring 11.417 leden,
zoodat een vooruitgang van 1062 leden mocht
worden geboekt.
Alsdan werd aan de orde gesteld, de verkie
zing van drie bestuursleden wegens periodieke
aftreding van de heeren Pijleman, Smeets en
van der Werf. De heeren Pijleman en Smeets
stelden zich herkiesbaar, de heer van der Werf
echter niet. De eerst genoemde twee heeren
werden bij acclamatie herkozen. In de plaats
van den heer van der Werf werd bij acclamatie
gekozen de heer ir. de Groot uit Rijswijk.
De heer van der Werf
gehuldigd.
De voorzitter, de heer Eisen, heeft met een
kort, sympathiek woord den aftredenden secre
taris gehuldigd. Gezien zijn leeftijd, aldus onge
veer spr., heeft de heer van der Werf gemeend
zijn functie te moeten neerleggen. Met oprechte
waardeering getuigde spr. van het vele en dik
wijls inspannende werk, dat door den scheiden
den secretaris in den loop der jaren is verricht.
Met de grootste ambitie, oprechte toewijding
heeft de heer van der Werf, een man van
onkreukbaar karakter, zich aan zijn taak ge
geven. Met een klein tastbaar bewijs, in den
vorm van twee boekdeelen, onderstreepte spr.
zijn hooge waardeering. Met applaus werd dit
geschenk door de vergadering begroet.
De heer van der Werf wees op den tijd van
komen en den tijd van gaan. Nu er zoovele
nieuwe gedachten opkomen, achtte spr. den tijd
gekomen zijn functie aan jongere krachten over
te dragen. Spr. dankte voor de hartelijke mede
werking en sprak een wensch uit voor de
toekomst van de R. K. Staatspartij.
De begrooting 1934, sluitend met een bedrag
ad 1434,99, werd goedgekeurd. Op voorstel van
het bestuur werd de contributie verlaagd tot
tien cents.
De kwestie-Zomerdijk.
Bij de verkiezing van vier afgevaardigden
en van vier plaatsvervangers voor den Partij
raad deed de voorzitter de volgende mededee-
ling. Op de lijst van aanbeveling was o. m.
door het bestuur geplaatst de heer Max Zomer
dijk uit Delft. Nadat deze aanbeveling reeds
was opgesteld is het den voorzitter ter oore
gekomen, dat de heer Max Zomerdijk deel uit
maakt van de z.g.n. Stormtroepen. Ofschoon
de voorzitter van bevoegde zijde daaromtrent
zijn inlichtingen heeft gekregen, meende hij er
toch goed aan te doen, teneinde de R. K. Staats
partij niet belachelijk te maken wanneer een
„stormer" zou worden afgevaardigd voor den
Partijraad een schrijven te richten aan den
heer Max Zomerdijk, met het verzoek op de
navolgende vragen een antwoord te geven.
lo. Was het U bekend, en had het uwe in
stemming, dat gij als candidaat voor de Tweede
Kamer zoudt worden aanbevolen door de or
ganisatie der Stormtroepen.
2o. Hebt gij U tijdens of na de verspreiding
der betreffende strooibiljetteh, waarvan ik een
exemplaar hierbij voeg, daartegen verzet, of,
en in welken vorm is zulks door U gewraakt?
3o. Zijt kij bij de Stormtroepen aangesloten;
geeft Gij in eenigen vorm steun aan deze orga
nisatie of haar blad, of sympathiseert gij er
mee?
De heer Max Zomerdijk heeft op dit schrij
ven, aldus de voorzitter o.m. het navolgende
geantwoord.
„Het wil mij voorkomen, dat zelfrespect mij
niet toelaat mij aan een aldus gesteld verhoor
op vraagpunten te onderwerpen. Waar de aan
gelegenheid mij wel voldoende van importan
tie toescheen, om ook de meening van meer
bevoegden dan ik mij zelf acht ten deze te
kennen, heb ik mij met een afschrift van bo
venbedoeld schrijven gewend tot den voorzit
ter van de R. K. Staatspartij mr. C. Goseling".
Omtrent deze kwestie ontspon aich een vrij
uitvoerig debat. Een stem uit de vergadering
meende, dat de voorzitter het recht niet had
dergelijke vragen te stellen. Deze meening
werd echter voor de meerderheid niet onder
steund. De heer Zomerdijk was de opinie toe
gedaan, dat deze materie een principeele uit
spraak behoefde van het Partij-bestuur. Hij
zeide dan ook geen antwoord te zullen geven
op de hem gestelde vragen, wel wilde spr. be
kennen te sympathiseeren met den geest, welke
leeft in de Stormtroepen.
De voorzitter merkte op, dat de Rijkskies
kring „Dordrecht" de afgevaardigde voor den
Partijraad aanwijst en dus moet men precies
weten, wie men voor zich heeft. Spr. besprak
in korte trekken de organisatie van de Stor-
mers en zeide, dat zelfs de kerkelijke Overheid
gewaarschuwd heeft tegen het blad van de
Stormers. De heer Eisen bleef bij zijn meening,
dat de R. K- Staatspartij zich niet die goed
moedige luxe had kunnen permitteeren om een
„stormer" in haar gelederen te zien. Spr. drukte
er zijn spijt over uit dat hij op deze wijze den
heer Max Zomerdijk, die zijn sporen op poli
tiek terrein zoo bijzonder verdiend heeft, moet
voorbij loopen.
Op de aanbeveling van het bestuur werd nu
geplaatst voor den heer Max Zomerdijk uit
Delft, de heer P. van Schijndel uit Dordrecht.
De aanbeveling luidde nu: leden: 1. H. Stule-
meyer, burgemeester te Schiedam; 2. A. J. van
Rest te Poeldijk; 3. P. van Schijndel te Dord
recht; 4. L. J. Duivesteyn te Kwintsheul. Plaats
vervangers de heeren Jos. Verhulst te Delft, A.
A. Hegge te Overschie en J. Barendse te Poel
dijk.
Dit nieuwe gewijzigde advies van het be
stuur werd met groote meerderheid van stem
men aangenomen. Vóór stemden 108. daar tegen
3 op den heer Max Zomerdijk. Met applaus
werd deze uitslag begroet.
De heer Eisen werd bij acclamatie tot voor
zitter herkozen.
Bij de behandeling van ingekomen voorstel
len voor den Partijraad, werd het voorstel van
de Kiesvereeniging- Dordrecht, om onder de
aandacht van de R. K. fractie-leden van de
Eerste en Tweede Kamer te brengen, dat ge
makkelijk groote sommen disponibel gesteld
kunnen worden om den werkloozen werk te
geven en dat een beter stelsel met betrekking
tot de inkomstenbelasting gewenscht is, met
algemeene stemmen verworpen.
Hierna volgde nog een geanimeerde rond
vraag. 1
Reel. 654DGVS 11
Nieuwe regeling met ingang
van 1 October.
De Crisis-Zuivel-Centrale richtte een schrij
ven tot de gemeentebesturen, waaraan wij het
volgende ontleenen
„Met ingang van 1 October a.s. treedt een
nieuwe regeling betreffende de distributie van
onvermengde margarine in werking, waarbij
uitbreiding wordt gegeven aan het aantal per
sonen, dat in aanmerking komt voor genoemde
distributie.
Terwijl tot nu toe aan werklooze of armlastige
hoofden van gezinnen met 5 of meer kinderen
deze margarine werd verstrekt, komen vanaf
1 October 1933 ook de hoofden van gezinnen,
die werkloos of armlastig zijn, met 4 kinderen
hiervoor in aanmerking. Tevens rrj^g deze mar
garine voortaan verstrekt worden ten behoeve
van gezinnen met 4 of meer kinderen, waarvan
de gezinshoofden 3 maanden of langer werkloos
of armlastig zijn en steun ontvangen of bij een
werkverschaffing zijn te werk gesteld. Met
ingang van 1 October 1933 mag echter in afwij
king van den regel, die tot dusver gegolden
heeft, 200 gram per gezinslid per week worden
verstrekt, per gezin afgerond, op pakjes van
Vi K.G. volgens onderstaand schemaeen gezin
van 6 gezinsleden heeft recht op 5 pakjes van
K.G. per week; van 7 heeft recht op 6 pakjes;
een gezin van 8 op 6, van 9 op 7, van 10 op 8,
van 11 op 9, van 12 op 10, van 13 op 10, van 14
op 11, van 15 op 12 en van 16 op 13 pakjes per
week.
Volgens vaststaande bepalingen moeten de
aanvragen worden gericht tot de Crisis-Zuivel-
Centrale. De levering geschiedt ongefrankeerd
van fabriek naar een of meer opgegeven cen
trale punten in de gemeente. Hoeveelheden klei
ner dan 20 K.G. per 14 dagen worden niet
geleverd.
De prijs voor de gemeente bedraagt 40 ets
per K.G. De distributie in de gemeente dient
van uit het sub 2 bedoelde centrale punt te
geschieden, tegen betaling van 44 ets per K.G.
De gemeenten ontvangen dus 4 cent per K.G.
ter tegemoetkoming in de te maken onkosten.
In de wijze van distributie is de gemeente ge
heel vrij; zij kan de margarine dus door een
armbestuur, door winkeliers, of anderszins laten
distribueeren. Indien de distributie door win
keliers geschiedt, adviseert de Centrale hiervoor
zoo mogelijk afwisselend andere winkeliers aan
te wijzen, opdat niet steeds dezelfde winkeliers
van een mogelijke uitbreiding hunner cliënteele
profiteeren. In elk geval mag den consument
geen hoogeren prijs dan 11 ets per half pond pak
in rekening worden gebracht.
In het „Lutine"-vraagstuk schijnt weer
eenige verheldering te komen. Den laatsten
keer schreven wij, dat er eenige duistere
punten in deze zaak waren, die opheldering
behoefden. Bijv. was de bewering van con
cessionarissen, dat de zee den toren Van
Beckers zou hebben vernield, niet geheel
duidelijk, daar het gat in den toren juist aan
dien kant was ontstaan, waar de zee het
minste geweld kon uitoefenen n.l. aan de
landzijde.
Bovendien hield de heer Beckers zoo per
tinent vol, dat hij het slachtoffer was gewor
den van een aanslag op zijn toren, dat men de
zaak ernstig ging bestudeeren. Beckers' be
wering van een aanslag werd nog versterkt,
doordat hij meerdere brieven kon toonen,
waaruit bleek, dat hij verschillende vijanden
had, die er belang bij konden hebben, dat het
werk mislukken zou.
De concessionarissen, de reederijen van de
heeren Doeksen en Dros hebben nu hun eer
ste opvatting, dat de zee hier de bedrijfster
van het kwaad geweest was, laten varen en
gelooven nu ook, dat een aanslag is gepleegd.
Zij overwegen zelfs, nu het mislukken van de
bergingswerkzaamheden volgens hen niet aan
een constructiefout schijnt te liggen, den heer
Beckers in het voorjaar opnieuw een kans te
geven. Daartoe zal dezen winter de toren in
de haven worden hersteld.
Bij het plaatsen in de zee echter denkt men
een andere methode toe te moeten passen, die
sneller het doel zal moeten bereiken.
Men wil n.l. voordat men den toren in het
water laat zakken van te voren reeds een
grooten kuil in den zeebodem zuigen, zoodat
de kegel meteen al een eind in de diepte ver
dwijnt. Hierdoor wordt veel tijd uitgespaard
met het uitpompen van zand en water uit het
inwendige van den kegel. Want het is geble
ken, dat de tijd, die den werkers is toegemeten,
heel erg kostbaar is.
Op het oogenblik heeft de officier van jus
titie te Amsterdam de geheele zaak over den
aanslag in onderzoek. Uit dit onderzoek zal
men kunnen opmaken, hoe de geheele vork
in den steel heeft gezeten.
Op Terschelling is men druk bezig met
het schoonzuigen van het wrak. De duiker
Sperling wordt gereed gehouden om af te
dalen en als diens rapporten gunstig zullen
luiden, zal men met polygrijpers trachten het
wrak bij gedeelten te bergen. Reeds heeft,
naar men ons mededeelde dit zuigen in zoo
verre succes gehad, dat verschillende voor
werpen van de „Lutine" aan de oppervlakte
zijn gebracht.
Negentig personen worden ontslagen,
tachtig in rang teruggesteld.
De directie der Nederl. Tramweg Mij. deelt
aan het „N. v.h. N." mede, dat met ingang
van den winterdienst op 8 October a.s. van
het plm. 600 man sterke personeel, 90 zullen
worden ontslagen en 80 in rang teruggesteld
met verlaging van salaris.
De ontslagenen krijgen geen tegemoetko
ming. De financieele toestand der Mij. laat
zulks niet toe. Bij het ontslag zal zooveel mo
gelijk met de anciënniteit rekening worden
gehouden.
EXAMEN LEIDER(STER) LICHAAMS
OEFENING EN SPORTLEIDER(STER).
Het examen ter verkrijging van het getuig
schrift als leider of leidster in lichaamsoefening
en van dat als sportleider of -leidster zal wor
den afgenomen op 18, 19, 20, 21, 25, 26, 27 en
28 September 1933, op 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11, 12,
13, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 25, 26, 27, 30 en 31
October 1933, op 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 13 en
14 November 1933 te Hilversum, in het gebouw
en op het terrein van het Christelijk Lyceum.
De examens vangen aan om 13.30 uur van
den eenen en eindigen om 12 uur van den daar
op volgenden dag.