UITKOMSTEN DER ELFDE ALGEMEENE VOLKSTELLING. MXXNDAG 18 SEPTEMBER 1933 DE MEERDERHEID DER VROUW BIJ DE PROTESTANTEN. R. L. BUITENLANDSCHE STUDENTEN AAN ONZE UNIVERSITEITEN. CRISISHEFFING OP OLIËN- EN VETTEN. GENERAAL H. NEEB t BANDOENG, 16 September. (ANETA.) jJl jErJi - m R. K. LEERGANGEN TE TILBURG. HET UNIFORMVERBOD. A.s. Dinsdag treedt de wet in werking. BUITENLANDERS AAN ONZE UNIVERSITEITEN. TOEPASSING DER STEUN- REGELING. De bevoegdheden van het orgaan voor steunverleening. Ministerieel schrijven aan B. en W. van diverse gemeenten. R K. RIJKSKIESKRING „DORDRECHT". Jaarvergadering te Rotterdam. EEN „STORMER'VKWESTIE. DRAISfi e L-van-WLKENBURG'S- •iLEVERTR; -'•LEEUWARDEN- DISTRIBUTIE VAN MARGARINE. HET LUTINE VRAAGSTUK. Concessionarissen gelooven weer wel in een aanslag. Krijgt de lieer Beckers nog een kans? MASSA-ONTSLAG BIJ DE N. T. M. Het overwicht van den man bij de onkerkelijken. Het is een bekend verschijnsel in de de mografie, dat er aanzienlijk meer mannen dan vrouwen geboren worden. Zoo zagen b.v. in Nederland, gedurende het jaar der volkstelling, 93.957 mannelijke en slechts 88.353 vrouwelijke kinderen het levenslicht. Tegenover duizend mannelijke stonden dus negen honderd dertig vrouwelijke jong geborenen. Naar men weet is dit mannelijk overwicht niet blijvend. Immers reeds in het eerste le vensjaar vallen veel meer jongens dan meis jes aan den dood ten offer. Zoo stierven er in 1930 niet minder dan 1013 mannelijke en slechts 711 vrouwelijke kinderen beneden het jaar. De sterfte blijkt dus reeds in het eerste levensjaar 43 pet. hooger te zijn bij den man dan bij de vrouw. Wanneer dit sterfte-surplus in dezelfde mate voortduurde, dan zouden zeer weinig heeren der schepping den mannelijken leef tijd bereiken. Maar hoewel de verhouding in de volgen de jaren gunstiger wordt, en er bijv. in den loop van 1930 en in den leeftijd van 1 tot 2 jaar tegenover 162 meisjes 197 jongens stier ven (derhalve „slechts" ruim 21 pet. meer) blijft nog een lange reeks van jaren de sterf te bij het mannelijk geslacht hooger dan bij de vrouwelijke sekse, zoodat per slot van rekening in heel Nederland op 31 December 1930 50.213 meer vrouwen dan mannen wer den geteld, of op iedere 1000 mannen 1013 vrouwen. Het ligt voor de hand, dat het vrouwelijk overwicht vooral in de hoogere leeftijden tot uiting komt en bij de ongehuwden aanzien lijker is dan bij gehuwden. Zoo komt het, dat het grootste verschil wordt waargeno- men bij de ongehuwden boven 80 jaren, die in Nederland zijn vertegenwoordigd door 4216 vrouwen en slechts 2289 mannen. Er zijn dus in deze categorie op iedere 1000 mannen niet minder dan 1838 vrouwen! Een ander merkwaardig verschijnsel is het overwicht der vrouwen op het platteland. Dit overwicht is zoo markant, dat er* vijf provincies zijn waar het deficit der vrouwen grooter is dan haar surplus in het Rijk. Ziehier de verhouding der geslachten in de elf provincies, de drie grootste steden en de zes minst volkrijke gemeente-groepen: Tegenover 1000 mannen staan in: Noord-Holland 1048 vrouwen Zuid-Holland 1044 Utrecht 1035 Groningen 1010 Zeeland 998 Friesland 997 Gelderland 986 Noord-Brabant 985 Overijssel 975 Limburg g50 Drente 937 Rotterdam 7039 Amsterdam 1072 Den Haag H76 beneden 500 inw941 van 5011000 inw947 van 10012000 inw943 van 20015000 inw958 van 500110000 inw968 van 1000120000 inw998 Men ziet, dat de minst volkrijke gemeen ten een overschot aan mannen, de groote steden daarentegen een surplus aan vrou wen opleveren en dat in de verschillende provincies het verhoudingscijfer der ge slachten wisselt, naar mate zij meer en groo ter steden omvatten. De uitleg van dit verschijnsel is reeds herhaaldelijk gegeven: de groote stad biedt gelegenheid tot werk en vermaak in allerlei vormen aan de jonge vrouwen en meisjes van het platteland. Daarentegen vordert dit laatste menigvuldige mannenkracht bij den landbouw-arbeid. En zoo ontstaat een wis selwerking, die de uiteenloopende samen stelling der bevolking afdoende verklaart. Wij hebben dit onderdeel der bevolkings statistiek breedvoerig uiteengezet, omdat het verschil in getalsterkte tusschen beide ge slachten een van de in het oog springende symptomen is van het verval op godsdien stig gebied. Immers uit de resultaten der elfde volks telling blijkt onmiskenbaar, dat het vrou welijk overwicht stijgt naarmate de kerk genootschappen in ledental dalen. Ziehier ten bewijze van dit feit de ver houding tusschen het mannelijk en vrouwe lijk zielental bij de verschillende gezindten. vrouwen Op 1000 mannen telt men in 't Rijk 1013 bij de Katholieken1012 bij de Ned. en Waalsch Herv. 1034 bij de Gereformeerden 1051 bij de Christel. Gereformeerden 1075 bij de Israëlieten 1085 bij de Lutheranen 1268 bij de Doopsgezinden 1361 bij de Remonstranten 1501 bij de andere kergenootsch. 1139 bij de onkerkelijken 865 Men ziet, dat alleen de Katholieke Kerk een normale verhouding tusschen hare man nelijke en vrouwelijke leden te zien geeft. Alle andere kerkgenootschappen hebben een te veel aan vrouwen, waartegenover de on kerkelijken een belangrijk surplus aan man nen vertoonen. Men heeft in dit verschijnsel aanleiding gevonden om een loflied aan te heffen op den godsdienstzin der vrouw, in tegenstel ling met de onverschilligheid van den man. Maar al zijn wij de laatsten om de de votie van het vrouwelijk geslacht, die in de kerkelijke liturgie uitdrukkelijk wordt er kend, in twijfel te trekken, toch is het een veeg teeken voor een kerkgenootschap, als het in toenemende mate door de mannen wordt verlaten. Wanneer in breede kringen 't waandenk beeld veld wint, dat de religieuse praktijk voor vrouwen en kinderen wellicht nuttig kan zijn, maar dat de zelfstandig denkende en handelende man geen behoefte heeft aan den steun en de hulp van Boven, dan is het gedaan met de eenheid van gelooven, den ken, voelen en handelen, die onontbeerlijk is voor een krachtig en gezond gemeen schapsleven op bovennatuurlijken grond- slag. Wat dan nog overblijft, is een vage, over gevoelige, in allerlei bijkomstigheden ver- loopende religiositeit, zich uitend in gebeden en gezangen, die door hun zoetelijkheid dui delijk het kenmerk dragen van de zwakke sekse, waarvoor zij bestemd zijn. In „la Poétique des Eglises" heeft de on langs overleden abbé Henri Brémond, deze kwaal, die vooral in den tijd der romantiek op den voorgrond trad, op even vrijmoedige als geestige wijze gehekeld. En veel meedoogenloozer dan deze fijn zinnige „académicien", heeft J. B. Huys- mans in „En Route" en „la Cathédrale" het verval der stoere godsvrucht van het voor geslacht tot een weekelijk „piëtisme" ge brandmerkt. Zijn felle aanklacht tegen de verwijfde producten van de religieuse kunst en letter kunde zijner dagen, moge overdreven zijn, er schuilt toch ontegenzeggelijk waarheid in de kern van zijn betoog, dat in Frankrijk de massa-desertie der mannen uit de Kerk, oorzaak is geweest van een algemeene ver flauwing en verslapping in 't bovennatuur lijke leven. En nu bespeuren wij vooral bij de Pro- testantsche kerkgenootschappen hier te lan de de duidelijke symptomen van dezelfde kwaal, die in de achttiende en negentiende eeuw de Katholieke Kerk in Frankrijk zoo hevig heeft geteisterd. Ginds stroomt thans. Goddank, nieuw le ven door het opgroeiend Katholieke ge slacht. Met de herleving van den liturgi- schen geest is de mannelijke godsvrucht weer ontwaakt, en „le renouveau religieux" bij de jongeren ,met name bij de studeeren- de jeugd, geeft hoop en moed voor de toe komst. Hier te lande daarentegen treft de kwaal vooral de Hervormde kerkgenootschappen en speciaal de kleinere onder hen. In me nigte keeren de Protestantsche mannen de kerk den rug toe en geven zoodoende aan leiding tot een vrouwelijk overwicht van 35 tot 50 pet., dat, bij de veelal verwaterde dog matiek van het Protestantisme, nog veel noodlottiger werkt dan het in de Katholieke Kerk ooit gedaan heeft. En nu wordt weliswaar ook bij onze ge- loofsgenooten in de groote steden dit veeg symptoom waargenomen, zoodat men op 1000 Katholieke mannen te Rotterdam 1069, te Amsterdam 1158 en in Den Haag 1213 vrouwen telt; maar men houde hierbij in het oog, dat deze wanverhouding alleen te Amsterdam en Den Haag de stedelijke ge middelden (zie boven) aanzienlijk overtreft, en dat zij ruimschoots wordt opgewogen door het mannelijk overwicht op het Ka tholieke platteland. Ook in dit opzicht stemmen derhalve de uitkomsten der elfde volkstelling tot tevre denheid en voldoening. BENOEMINGEN. Priesters van het II. Hart. Naar wij vernemen, is alsnog tot professor aan het juvenaat van de priesters van het H. Hart te Bergen op Zoom benoemd de zeereerw. pater dr. H. Dorresteyn. ZUSTER MA. HERLINDE, f In het St. Antoniusgasthuis te Utrecht, waar ze slechts kort werd verpleegd, is overleden de eerw- zuster Ma. Herlinde (in de wereld mej. Maria Catharina Smarius), geboren te 1877 te Tilburg, assistent-overste van het R. K. lief degesticht „Insula Dei" te Arnhem. AFSCHEID VAN MISSIONARISSEN. Zondag 24 September zal in de kerk van het missiehuis te Cadier-en-Keer, met de gebrui kelijke plechtigheden het afscheidsfeest worden gehouden van de nieuwe Nederlandsche mis sionarissen van de Sociëteit der Afrikaansche Missiën, die naar de missies van Afrika zullen vertrekken. Dit jaar zullen de plechtigheden worden bijgewoond door Z. H. Exc. Mgr. Lem- mens, bisschop van Roermond, die tevens de missiekruisen zal zegenen en aan de missiona rissen zal uitreiken. De plechtige afscheids rede zal gehouden worden door den zeereerw. pater H. de Greeve S.J. De plechtigheden beginnen om kwart voor drie, en de kerk van het missiehuis zal vrij toegankelijk zijn, zoodat niet alléén familie leden van de missionarissen, doch ook andere belangstellenden in de gelegenheid zullen zijn deze mooie en treffende plechtigheden bij te Op Zaterdag 16 September 1933 is afgekondigd de wet van 15 September 1933 (Staatsblad no. 477) tot wijziging van de Hooger Onderwijswet in zake beperking der toelating van buiten- landsche studenten tot onze universiteiten. De wet is gisteren in werking getreden. De „Vee- en Vleeschhandel" schrijft: ,,In de ochtendbladen van Vrijdag circuleert een bericht uit het Ned. Weekblad voor Krui denierswaren, dat spoedig een crisisheffing op oliën en vetten tegemoet kan worden gezien. Dit bericht verwekte onrust in de slagers wereld, daar er ook reeds opnieuw geruchten gingen, dait men in verband met de hooge prij zen voor rauwe vetten zou overgaan tot de opvordering van rauwe vetten en tot centrale smelting. Wij vernemen echter, dat voor deze onge rustheid geen reden behoeft te bestaan, wijl de crisisheffing wel op oliën zal worden toegepast, doch niet op vetten, daar gesmolten vet en reuzel reeds is belast. Ook aan een opvorde ring van rauwe vetten en centrale smelting denkt men bij de Crisis-Zuivel-Centrale niet." DE UITVOER VAN VISCH NAAR FRANKRIJK. Reuter seint ons uit Parijs d.d. 16 dezer Naar officieel wordt medegedeeld is het drie maandelij ksch contingent, dat gold tot 30 Sept. voor den invoer van gedroogde, gezouten en gerookte visch, uitgeput. STEUN VOOR KIPPEN- EN EENDEN EIEREN. Namens den Minister van Economische 'Zaken maakt de regeerings-commissaris voor de uit voering van de garantieregeling 1933 ten be hoeve van de kippen- en eendenhouderij be kend dat de uitkeering volgens de garantiere geling voor de week van 18 t.m. 23 September is vastgesteld op 30 ets per 100 stuks uit te voeren versche kippeneieren tot een gewicht van maximum 50 k.g. per 1000 stuks en op 30 ets. per 100 stuks uit te voeren versche eenden eieren. Overleden is de oud-generaal-majoor, oud inspecteur van den Mil. Geneesk. dienst van het leger in Ned.-Indië, oud-hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool te Bandoeng, H. M. Neeb. OUDHEIDKUNDIGE ONTDEKKINGEN. De Archeologen die thans bezig zijn uitgra vingen te doen in de omgeving van Lyon, heb ben het amphiteater ontdekt, waar de H.H. Pothinus en Blandina, de eerste Christenen van Gallië, in 177 werden gemarteld. De snelle post-Pander, waarmede Itnt. Asjes en Geyesendorfer in recordtijd naar Indië willen vliegen wordtte Amsterdam afgewerkt. Opening van het 22e studiejaar. Verslag 1932—1933. Het 21e studiejaar der R.K. Leergangen is Zaterdag geopend met 'n plechtige Hoog mis in de parochiekerk van den H. Jozef (Heuvel) opgedragen door den curator den hoogeerw. heer Mgr. dr. P. J. M. van Gils. De rector Mgr. dr Th. Goosens, vele docenten en studenten woonden deze H. Mis bij, aan welks einde het Veni Creator werd gezongen. Om kwart over 11 uur had in het audito rium van het conservatorium der R.K. Leer gangen een bijeenkomst plaats waarin de rec tor Mgr. Goossens verslag uitbracht over het afgeloopen studiejaar. De totale inschrijvingen bedroegen in 1932- 1933 1036 en wel 615 voor de afd. alg. weten schappen, 149 voor de academie, 149 voor het conservatorium, 85 voor het centraal instituut voor lichamelijke opvoeding, benevens 38 voor een cursus paramentiek in Eindhoven. Curussen voor jeugdleiders zijn dit jaar niet gegeven. Ook dit jaar herhaalde zich, wat reeds m de laatste jaren regelmatig geconstateerd was, n.l. dat de inschrijvingen voor het eerste jaar zulk hoog percentage vormen. Over de vier af- deelingen samen bedroeg dat 40 pCt., iets onder het vorige jaar toen het 411/5 pCt. be droeg Bij de afdeeling algemeene wetenschap pen was dit 33 1/5 pCt. bij de academie 45 pCt.: bij het conservatorium 50 pCt.; bij het C.I.L.C. 43% pCt. Op allerlei gebied is er nog werk te vinden. Juist acht dagen geleden is de eerste princi- pieele Katholieke schriftelijke cursus voor hoofdakte-opleiding tot stand gekomen. Volgens opgave in het programmaboek van dit nieuwe cursusjaar zijn tor 31 December 1932 door cursisten der Leergangen 1205 diploma's en akten verworven waaronder 577 middelbare akten, die voor het allergrootste deel niet ver worven zouden zijn, indien niet de Leergangen daarvoor de gelegenheid hadden gegeven. In 1932 zelf waren het 45 middelbare akten en 81 andere akten, intotaal dus 126. Het getal der docenten bedroeg op 31 Augus tus 1.1. 94. In September 1932 werden benoemd aan den cursus voor klassieke letteren dr. P. C. de Brouwer Tilburg en dr. A. Meuwes te Erp; aan de academie voor machineteekenen: ir. L. Kool te Tilburg; aan den cursus paedago- giek A te Amsterdam kapelaan H. van Spanje en dr. J. van Dael; aan den cursus Staathuis houdkunde te Heerlen: J. Koelman; aan den cursus Fransch te Roermond J. Jacobs te Sit- tard; aan den cursus gemeente-administratie te Valkenburg F. Cuijpers te Echt (thans Heijt- huijsen). In het vorig verslag werd reeds vermeld, dat het op 1 September 12% jaar geleden was, dat in Brabant met de opleiding voor het di ploma gemeente-administratie begonnen werd: op 1 Juli van dit jaar mocht datzelfde feit her dacht worden van de cursussen in Limburg, die 1 Januari 1921 door de Leergangen over genomen zijn van den Limburgschen bond van gemeenten en waaraan toen de docenten M. Lambermon, J. van Sas en Th. Stappers reeds les gaven. Op 1 Mei was L. Heijmans 12% jaar als vast ieeraar voor de vioolklassen aan het conservatorium verbonden: aan de academie herdacht op 1 April de heer Kerssemakers en op 1 Aug. de heer P. van Lierop het koperen jubileum. Aan den cursus wiskunde te Roermond was op 1 April de heer Bonekamp 12% jaar werk zaam aan den cursus aardrijkskunde te Til burg de heer drs. G. de Vries op 1 Juli, en op 1 Augustus dr. H. Knippenberg aan den cursus Nederlandsch te Tilburg. Tenslotte zij hierbij nog vermeld, dat op 1 juli 1.1. ook de rector zijn 12%-jarig werkzaamheid aan de leergan gen herdacht. Vervolgens werd in het verslag op twee be langrijke zaken gewezen n.l. op den bouw van een orgel ten dienste van de afdeeling kerk muziek van het conservatorium. Een tweede feit van voorname beteekenis is de zevende R.K. Paedagogische Week, die op 21, 22 en 23 Augustus in Tilburg is gehouden. Over de bibliotheek vermeldt het verslag het volgende: De boekenvoorraad vermeerderde met 619 werken in 792 banden: 191 werken zijn aange kocht en 428 zijn als geschenk ontvangen. Bij zondere vermelding verdient de gift, die mgr. dr. v. Gils bij de viering van zijn 40-jarig priesterfeest aan de Leergangen geschonken heeft. Met een woord van waardeering voor het voortreffelijke werk, dat de studentenvereni ging Sint Leonardus dit jaar verricht heeft en met de bede dat God al het werk, van stu denten en van docenten, moge zegenen, ein digde mgr. Goossens het jaarverslag en ver klaarde het 22e cursusjaar voor geopend. Hierna had de inzegening plaats van het nieuwe orgel in het conservatorium en bespe ling door den heer W. van Kalmthout, directeur der afdeeling profane muziek. Naar wij vernemen, zal de wet tot invoering van het z.g.n. uniform-verbod reeds a.s. Dins dag in werking treden en zal het dragen van uniformen en opzichtige onderscheidingsteeke nen met politieke strekking dan niet meer ge oorloofd zijn. Tegen inschrijving van Belgen en Zuid-Afrikanen geen bezwaar. De Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen heeft aan de Colleges van Cura toren der Rijks-Universiteiten en der Tech nische hoogeschool bericht dat tegen de in schrijving van studenten van Belgische na tionaliteit en van hen, d'ie het onderdaan schap van de Unie van Zuid-Afrika bezitten, geen bezwaar bestaat. De minister van sociale zaken heeft aan B. en W. van dieverse gemeenten een circulaire gezonden, waarin hij eraan herinnert, dat in het besluit van den minister van binnenland- sche zaken van 15 Januari 1932 gesproken wordt van „het orgaan voor steunverleening". De minister van sociale zaken geeft thans in genoemde circulaire nader aan, wat hieron der dient te worden verstaan en wat tot de bevoegdheid van dat orgaan behoort. Als „orgaan voor steunverleening" kan slechts optreden het college van B.-en W., dan wel op aanwijzing van dit college de arbeids beurs (agentschap der arbeidsbemiddeling) of het bureau voor maatschappelijk hulpbe toon (burgerlijk armbestuur). Op het orgaan rust de plicht, de door 's ministers ambtsvoor ganger of door hemzelf goedgekeurde steun regeling zoo juist mogelijk toe te passen. Het orgaan is niet bevoegd, zonder door den minister verleende machtiging eenigerlei wij ziging in de bepalingen der steunregeling aan te brengen. Voor zoo ver de uitvoering van de steun regeling niet rechtstreeks door het college van B en W. geschiedt, is het orgaan uiteraard ver plicht, zich naar de aanwijzingen van ge noemd college omtrent de toepassing van de steunregeling te gedragen, en is het aan B. en W. verantwoording schuldig van de vervulling van zijn taak. Waar het bureau van maatschappelijk hulp betoon als orgaan optreedt, moet nauwkeurig worden toegezien, dat de normale taak van dit bureau en de steunverzorging als twee on derscheiden takken van dienst optreden en dat ook de gesteunden dit weten. In gemeenten met een belangrijk aantal on dersteunden kan het orgaan voor steunverlee ning worden bijgestaan dooF een commissie van advies Daar de verstrekking van steun uitsluitend geschiedt met gelden van de over heid dient de uitvoering van de steunregeling ook dan opgedragen te blijven aan het orgaan De commissie heeft een adviseerende bevoegd heid. Indien de voorzitter eenig advies in strijd acht met de opvatting der regeering, respec tievelijk van het college van B. en W., geeft hij hiervan onverwijld kennis aan het college van B. en W. Opdat een spoedige afdoening van zaken zooveel mogelijk verzekerd zij, dient deze commissie uit een zoo klein mogelijk aantal leden te bestaan. Zij wordt samengesteld door het college van B. en W. uit welks midden haar voorzitter wordt aangewezen. Naast den vertegenwoor diger van het gemeentebestuur zouden in de commisie vertegenwoordigers van de werk gevers en van de arbeidersorganisaties zitting kunnen verkrijgen. Mocht, doordat ter plaatse verschillende vak- vereenigingen leden hebben en bij aanwijzing van een lid-vertegenwoordiger van elke dezer organisaties de commisie te groot -worden, dan zouden de plaatselijke vakcentralen elk een vertegenwoordiger kunnen voordragen. Overi gens zouden bij toerbeurt een paar vertegen woordigers van alle plaatselijke vakorganisa ties gezamenlijk voor de commissie kunnen worden aangewezen. Personen, die uitkeering ingevolge de steun regeling ontvangen, kunnen geen lid der com missie zijn. Indien een zittend lid der com missie in die omstandigheden komt te verkee- ren, geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan B. en W. Zijn. lidmaatschap der commissie ein digt op den dag, waarop de steunregeling op hem van toepassing is geworden. Indien in de gemeente de samenstelling der commissie niet aan vorenstaande regelen vol doet, gelieve de burgemester zoo spoedig mo gelijk de commissie te reorganiseeren en den minister de nieuWe samenstelling ter goed keuring voor te leggen. Bij een en ander dient er rekening mede gehouden te worden, dat de commissie slechts een adviseerend lichaam is en dat de volle verantwoordelijkheid voor de uitgaven bij het college van B. en W. berust. KOSTELOOZE RIJWIELPLAATJES VOOR WERKLOOZEN. In antwoord op desbetreffende vragen van het Tweede Kamerlid Wijnkoop deelt minister Oud het volgende mede: In het begin van de maand Juli 1933 zijn be reids maatregelen getroffen om, met ingang van het nieuwe, 1 Augustus j.l. ingetreden be lastingjaar, kosteloo;ze rijwielbelastingmerken te verstrekken aan werkloozen, die kunnen aantoonen, dat zij hun rijwiel noodig hebben ter voldoening aan de voorschriften van de werkloozensteunregeling, doordat zij zich eens of meermalen per dag aan een bepaald bureau moeten vervoegen, waardoor zij een afstand van ten minste een half uur gaans moeten af leggen, en aan werkloozen. die kunnen aan nemelijk maken, dat zij hun rijwiel behoeven voor het zoeken van werk, zoodoende aan losse arbeiders, die hun rijwiel voor dat doel einde gebruiken. Dit zelfde geldt ten aanzien van werkloozen, die in werkverschaffing arbeid verrichten en in verband met den hier vóór bedoelden afstand een rijwiel noodig hebben. Het vorenstaande kan echter slechts toepas sing erlangen voor zoover de betrokkenen hoofd van een gezin zijn en niet in de Rijks inkomstenbelasting voor het loopende be lastingjaar zijn of worden aangeslagen, met dien verstande, dat, indfen het hoofd van een gezin geen rijwiel noodig heeft, het ook geldt ten aanzien van een door het hoofd aan gewezen lid van het gezin, dat evenals het hoofd zelf, niet in genoemde belasting is of wordt aangeslagen. In Hotel-Restaurant „Atlanta" te Rotterdam heeft de R. K. Rijkskieskring Dordrecht Zater dagmiddag onder presidium van den heer Th. P. J. Eisen zijn jaarlijksche vergadering gehou den, welke goed was bezocht. De voorzitter opende de vergadering met een korten terugblik over de Tweede Kamer-ver- kiezing. Hij liet het licht schijnen over de economische en geestelijke crisis, waardooi momenteel de wereld in haar geheel wordt geteisterd en prees de Partijleiding wegens haar intens hard werken op velerlei gebied. Met enthousiaste woorden wees spr. op de kernen, welke men van plan is te vormen, een resultaat, dat is bereikt na stage studie, voorlichting en propaganda. Onze tijd vraagt vernieuwing en daarmede heeft men wel degelijk rekening te houden. Activiteit en waakzaamheid zijn gebo den. Spr. hoopte, dat verscheidene leden zich zouden opgeven als abonné van 't partij-orgaan. Na enkele kleine mededeelingen werd het jaarverslag van den secretaris en den penning meester goedgekeurd. Wij ontleenen hieraan het navolgende Op 1 Januari 1933 telde de Kieskring 12.479 leden, verdeeld over 30 kiesvereenigingen. Op 1 Januari 1932 telde de Kieskring 11.417 leden, zoodat een vooruitgang van 1062 leden mocht worden geboekt. Alsdan werd aan de orde gesteld, de verkie zing van drie bestuursleden wegens periodieke aftreding van de heeren Pijleman, Smeets en van der Werf. De heeren Pijleman en Smeets stelden zich herkiesbaar, de heer van der Werf echter niet. De eerst genoemde twee heeren werden bij acclamatie herkozen. In de plaats van den heer van der Werf werd bij acclamatie gekozen de heer ir. de Groot uit Rijswijk. De heer van der Werf gehuldigd. De voorzitter, de heer Eisen, heeft met een kort, sympathiek woord den aftredenden secre taris gehuldigd. Gezien zijn leeftijd, aldus onge veer spr., heeft de heer van der Werf gemeend zijn functie te moeten neerleggen. Met oprechte waardeering getuigde spr. van het vele en dik wijls inspannende werk, dat door den scheiden den secretaris in den loop der jaren is verricht. Met de grootste ambitie, oprechte toewijding heeft de heer van der Werf, een man van onkreukbaar karakter, zich aan zijn taak ge geven. Met een klein tastbaar bewijs, in den vorm van twee boekdeelen, onderstreepte spr. zijn hooge waardeering. Met applaus werd dit geschenk door de vergadering begroet. De heer van der Werf wees op den tijd van komen en den tijd van gaan. Nu er zoovele nieuwe gedachten opkomen, achtte spr. den tijd gekomen zijn functie aan jongere krachten over te dragen. Spr. dankte voor de hartelijke mede werking en sprak een wensch uit voor de toekomst van de R. K. Staatspartij. De begrooting 1934, sluitend met een bedrag ad 1434,99, werd goedgekeurd. Op voorstel van het bestuur werd de contributie verlaagd tot tien cents. De kwestie-Zomerdijk. Bij de verkiezing van vier afgevaardigden en van vier plaatsvervangers voor den Partij raad deed de voorzitter de volgende mededee- ling. Op de lijst van aanbeveling was o. m. door het bestuur geplaatst de heer Max Zomer dijk uit Delft. Nadat deze aanbeveling reeds was opgesteld is het den voorzitter ter oore gekomen, dat de heer Max Zomerdijk deel uit maakt van de z.g.n. Stormtroepen. Ofschoon de voorzitter van bevoegde zijde daaromtrent zijn inlichtingen heeft gekregen, meende hij er toch goed aan te doen, teneinde de R. K. Staats partij niet belachelijk te maken wanneer een „stormer" zou worden afgevaardigd voor den Partijraad een schrijven te richten aan den heer Max Zomerdijk, met het verzoek op de navolgende vragen een antwoord te geven. lo. Was het U bekend, en had het uwe in stemming, dat gij als candidaat voor de Tweede Kamer zoudt worden aanbevolen door de or ganisatie der Stormtroepen. 2o. Hebt gij U tijdens of na de verspreiding der betreffende strooibiljetteh, waarvan ik een exemplaar hierbij voeg, daartegen verzet, of, en in welken vorm is zulks door U gewraakt? 3o. Zijt kij bij de Stormtroepen aangesloten; geeft Gij in eenigen vorm steun aan deze orga nisatie of haar blad, of sympathiseert gij er mee? De heer Max Zomerdijk heeft op dit schrij ven, aldus de voorzitter o.m. het navolgende geantwoord. „Het wil mij voorkomen, dat zelfrespect mij niet toelaat mij aan een aldus gesteld verhoor op vraagpunten te onderwerpen. Waar de aan gelegenheid mij wel voldoende van importan tie toescheen, om ook de meening van meer bevoegden dan ik mij zelf acht ten deze te kennen, heb ik mij met een afschrift van bo venbedoeld schrijven gewend tot den voorzit ter van de R. K. Staatspartij mr. C. Goseling". Omtrent deze kwestie ontspon aich een vrij uitvoerig debat. Een stem uit de vergadering meende, dat de voorzitter het recht niet had dergelijke vragen te stellen. Deze meening werd echter voor de meerderheid niet onder steund. De heer Zomerdijk was de opinie toe gedaan, dat deze materie een principeele uit spraak behoefde van het Partij-bestuur. Hij zeide dan ook geen antwoord te zullen geven op de hem gestelde vragen, wel wilde spr. be kennen te sympathiseeren met den geest, welke leeft in de Stormtroepen. De voorzitter merkte op, dat de Rijkskies kring „Dordrecht" de afgevaardigde voor den Partijraad aanwijst en dus moet men precies weten, wie men voor zich heeft. Spr. besprak in korte trekken de organisatie van de Stor- mers en zeide, dat zelfs de kerkelijke Overheid gewaarschuwd heeft tegen het blad van de Stormers. De heer Eisen bleef bij zijn meening, dat de R. K- Staatspartij zich niet die goed moedige luxe had kunnen permitteeren om een „stormer" in haar gelederen te zien. Spr. drukte er zijn spijt over uit dat hij op deze wijze den heer Max Zomerdijk, die zijn sporen op poli tiek terrein zoo bijzonder verdiend heeft, moet voorbij loopen. Op de aanbeveling van het bestuur werd nu geplaatst voor den heer Max Zomerdijk uit Delft, de heer P. van Schijndel uit Dordrecht. De aanbeveling luidde nu: leden: 1. H. Stule- meyer, burgemeester te Schiedam; 2. A. J. van Rest te Poeldijk; 3. P. van Schijndel te Dord recht; 4. L. J. Duivesteyn te Kwintsheul. Plaats vervangers de heeren Jos. Verhulst te Delft, A. A. Hegge te Overschie en J. Barendse te Poel dijk. Dit nieuwe gewijzigde advies van het be stuur werd met groote meerderheid van stem men aangenomen. Vóór stemden 108. daar tegen 3 op den heer Max Zomerdijk. Met applaus werd deze uitslag begroet. De heer Eisen werd bij acclamatie tot voor zitter herkozen. Bij de behandeling van ingekomen voorstel len voor den Partijraad, werd het voorstel van de Kiesvereeniging- Dordrecht, om onder de aandacht van de R. K. fractie-leden van de Eerste en Tweede Kamer te brengen, dat ge makkelijk groote sommen disponibel gesteld kunnen worden om den werkloozen werk te geven en dat een beter stelsel met betrekking tot de inkomstenbelasting gewenscht is, met algemeene stemmen verworpen. Hierna volgde nog een geanimeerde rond vraag. 1 Reel. 654DGVS 11 Nieuwe regeling met ingang van 1 October. De Crisis-Zuivel-Centrale richtte een schrij ven tot de gemeentebesturen, waaraan wij het volgende ontleenen „Met ingang van 1 October a.s. treedt een nieuwe regeling betreffende de distributie van onvermengde margarine in werking, waarbij uitbreiding wordt gegeven aan het aantal per sonen, dat in aanmerking komt voor genoemde distributie. Terwijl tot nu toe aan werklooze of armlastige hoofden van gezinnen met 5 of meer kinderen deze margarine werd verstrekt, komen vanaf 1 October 1933 ook de hoofden van gezinnen, die werkloos of armlastig zijn, met 4 kinderen hiervoor in aanmerking. Tevens rrj^g deze mar garine voortaan verstrekt worden ten behoeve van gezinnen met 4 of meer kinderen, waarvan de gezinshoofden 3 maanden of langer werkloos of armlastig zijn en steun ontvangen of bij een werkverschaffing zijn te werk gesteld. Met ingang van 1 October 1933 mag echter in afwij king van den regel, die tot dusver gegolden heeft, 200 gram per gezinslid per week worden verstrekt, per gezin afgerond, op pakjes van Vi K.G. volgens onderstaand schemaeen gezin van 6 gezinsleden heeft recht op 5 pakjes van K.G. per week; van 7 heeft recht op 6 pakjes; een gezin van 8 op 6, van 9 op 7, van 10 op 8, van 11 op 9, van 12 op 10, van 13 op 10, van 14 op 11, van 15 op 12 en van 16 op 13 pakjes per week. Volgens vaststaande bepalingen moeten de aanvragen worden gericht tot de Crisis-Zuivel- Centrale. De levering geschiedt ongefrankeerd van fabriek naar een of meer opgegeven cen trale punten in de gemeente. Hoeveelheden klei ner dan 20 K.G. per 14 dagen worden niet geleverd. De prijs voor de gemeente bedraagt 40 ets per K.G. De distributie in de gemeente dient van uit het sub 2 bedoelde centrale punt te geschieden, tegen betaling van 44 ets per K.G. De gemeenten ontvangen dus 4 cent per K.G. ter tegemoetkoming in de te maken onkosten. In de wijze van distributie is de gemeente ge heel vrij; zij kan de margarine dus door een armbestuur, door winkeliers, of anderszins laten distribueeren. Indien de distributie door win keliers geschiedt, adviseert de Centrale hiervoor zoo mogelijk afwisselend andere winkeliers aan te wijzen, opdat niet steeds dezelfde winkeliers van een mogelijke uitbreiding hunner cliënteele profiteeren. In elk geval mag den consument geen hoogeren prijs dan 11 ets per half pond pak in rekening worden gebracht. In het „Lutine"-vraagstuk schijnt weer eenige verheldering te komen. Den laatsten keer schreven wij, dat er eenige duistere punten in deze zaak waren, die opheldering behoefden. Bijv. was de bewering van con cessionarissen, dat de zee den toren Van Beckers zou hebben vernield, niet geheel duidelijk, daar het gat in den toren juist aan dien kant was ontstaan, waar de zee het minste geweld kon uitoefenen n.l. aan de landzijde. Bovendien hield de heer Beckers zoo per tinent vol, dat hij het slachtoffer was gewor den van een aanslag op zijn toren, dat men de zaak ernstig ging bestudeeren. Beckers' be wering van een aanslag werd nog versterkt, doordat hij meerdere brieven kon toonen, waaruit bleek, dat hij verschillende vijanden had, die er belang bij konden hebben, dat het werk mislukken zou. De concessionarissen, de reederijen van de heeren Doeksen en Dros hebben nu hun eer ste opvatting, dat de zee hier de bedrijfster van het kwaad geweest was, laten varen en gelooven nu ook, dat een aanslag is gepleegd. Zij overwegen zelfs, nu het mislukken van de bergingswerkzaamheden volgens hen niet aan een constructiefout schijnt te liggen, den heer Beckers in het voorjaar opnieuw een kans te geven. Daartoe zal dezen winter de toren in de haven worden hersteld. Bij het plaatsen in de zee echter denkt men een andere methode toe te moeten passen, die sneller het doel zal moeten bereiken. Men wil n.l. voordat men den toren in het water laat zakken van te voren reeds een grooten kuil in den zeebodem zuigen, zoodat de kegel meteen al een eind in de diepte ver dwijnt. Hierdoor wordt veel tijd uitgespaard met het uitpompen van zand en water uit het inwendige van den kegel. Want het is geble ken, dat de tijd, die den werkers is toegemeten, heel erg kostbaar is. Op het oogenblik heeft de officier van jus titie te Amsterdam de geheele zaak over den aanslag in onderzoek. Uit dit onderzoek zal men kunnen opmaken, hoe de geheele vork in den steel heeft gezeten. Op Terschelling is men druk bezig met het schoonzuigen van het wrak. De duiker Sperling wordt gereed gehouden om af te dalen en als diens rapporten gunstig zullen luiden, zal men met polygrijpers trachten het wrak bij gedeelten te bergen. Reeds heeft, naar men ons mededeelde dit zuigen in zoo verre succes gehad, dat verschillende voor werpen van de „Lutine" aan de oppervlakte zijn gebracht. Negentig personen worden ontslagen, tachtig in rang teruggesteld. De directie der Nederl. Tramweg Mij. deelt aan het „N. v.h. N." mede, dat met ingang van den winterdienst op 8 October a.s. van het plm. 600 man sterke personeel, 90 zullen worden ontslagen en 80 in rang teruggesteld met verlaging van salaris. De ontslagenen krijgen geen tegemoetko ming. De financieele toestand der Mij. laat zulks niet toe. Bij het ontslag zal zooveel mo gelijk met de anciënniteit rekening worden gehouden. EXAMEN LEIDER(STER) LICHAAMS OEFENING EN SPORTLEIDER(STER). Het examen ter verkrijging van het getuig schrift als leider of leidster in lichaamsoefening en van dat als sportleider of -leidster zal wor den afgenomen op 18, 19, 20, 21, 25, 26, 27 en 28 September 1933, op 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 25, 26, 27, 30 en 31 October 1933, op 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 13 en 14 November 1933 te Hilversum, in het gebouw en op het terrein van het Christelijk Lyceum. De examens vangen aan om 13.30 uur van den eenen en eindigen om 12 uur van den daar op volgenden dag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3