EEN BEWOGEN DAG TE LEIPZIG.
DE BULGAARSCHE AGITATOREN VOOR
HUN RECHTERS
MAANDAG 25 SEPTEMBER 1933
DIMITROFF, DE VOLBLOED-
REV OLUTIONNAIR.
Felle botsingen tusschen rechter
en beklaagde.
VERHOOR DER BULGAREN.
„Geestdriftig vriend van Stalin,
doch geen sovjet-afgezant".
MEDISCH ONDERZOEK VAN
VAN DER LUBBE.
„Beklaagde in een toestand van
actief verzet".
NIEUWE SLAGADEREN VOOR HET
VERKEER.
EEN REDE VAN HITLER.
NIEUWE ATLAS VAN DUITSCHLAND.
FRANKRIJK LEVERDE AAN DUITSCH
LAND MATERIAAL VOOR
BOMMEN.
ZWEDENS VLOOTUITBREIDING.
VREEMDELINGENVERKEER IN
ZWEDEN.
DE PAUS OVER HET
ADVERTENTIEWEZEN.
GEVAREN VAN DE RECLAME, IN
DIENST GESTELD VAN HET
IMMOREELE.
DE „GRAAL" IN ENGELAND.
Belangstelling van kardinaal Bourne.
EEN BRITSCH ATTACHE DOOR NAZIS
GESLAGEN.
JAPANSCH ULTIMATUM.
SPAANSCHE „VERSCHIJNINGEN"
NIET ERKEND.
TWEE MEISJES ONTVOERD TE
BRUSSEL.
Aan Chineeschen generaal.
WRAK VAN DE „NIOBE" TOT
ZINKEN GEBRACHT.
LEIPZIG, 23 September (VAN ONZEN COR
RESPONDENT). Het groote Leipziger proces
begint meer en meer het karakter te krijgen
van een examen in rechtsverdediging, dat het
derde rijk tegenover een scherp toeziende in
ternationale commissie van persorganen af te
leggen heeft.
De beklaagden spelen daarbij de rol van
proefkonijnen, waarop een student in de medi
cijnen zijn vaardigheid in het uitvoeren van
verschillende operaties toonen moet.
Voor de konijnen is zulk een rol erg onaan
genaam, maar deze omstandigheid verhoogt hun
beteekenis toch niet tot die van hoofdpersonen.
Hoofdpersoon blijft de geëxamineerde en dat
is te Leipzig het derde rijk.
Bezien van dit standpunt heeft de geëxami
neerde vandaag, in tegenstelling met gisteren,
geen erg gelukkigen dag gehad. Heden werd
n.l. de eerste tip van den sluier der raadsel
achtigheid opgelicht, waaronder de drie Bul
garen zoo lang verborgen gingen.
De heer Dimitroff werd aan den tand gevoeld
en daarbij bleek al dadelijk en zeer duidelijk,
dat de officier van instructie het hof voor de
onhandelbaarheid van dezen volbloed-revolu-
tionnairen communist gewaarschuwd moet heb
ben.
De beëediging van den Nederlandschen
advocaat mrStomps voor het gerechtshof
te Leipzig.
Heeft de president van het hof, om het caval-
leristisch uit te drukken, van der Lubbe op
trens gereden en daarbij een lankmoedigheid
ontplooid, die iedereen verbaasd deed staan,
dan werd Dimitroff dadelijk op stang genomen.
Dit geschiedde misschien wat al te vroeg. De
president was er kennelijk op uit, het verhoor
niet tot een incident te laten ontaarden en daar
om trad hij van den aanvang af, zeer straf
tegen Dimitroff op.
Hierdoor werden echter juist botsingen uit
gelokt en ontstond algemeen ook de noodlot
tige indruk, dat den aangeklaagde de noodige
vrijheid in zijn verdediging benomen werd.
Een gelukkiger gekozen tactiek had toege
laten, dat de verhandeling zich eerst tot een
ernstig incident had ontwikkeld, waarbij Dimi
troff vast en zeker het ongelijk aan zijn zijde
gehad zou hebben. De president had dan scherp
en straf kunnen ingrijpen en daardoor zou zijn
houding in het vervolg op meer in het oog
springende wijze gerechtvaardigd geweest zijn.
Maar hoe dat zij, Dimitroff staat nu voor zijn
rechters, een heel ander mensch dan de imbe
ciele, versufte van der Lubbe. Middel groot,
forsch van gestalte en met een gezicht vol van
de brutaalste energie. Dat gezicht is versierd
met twee groote roofvogeloogen, welker vonken
door het lange voorarrest eenigszins uitgedoofd
werden.
Windt de beklaagde zich op, dan beginnen
die oogen zelfs vlammen van bijzonder onheil
speilenden gloed te schieten.
Raakte men bij het verhoor van van der
Lubbe eenigszins het spoor bijster, wanneer
men in den doolhof van secten en ondersecten
gevoerd werd, waarin het tamme, Nederland-
sche bolschewisme gesplitst is, dan raakte men
bij eerste kennismaking met het Bulgaarsche
bolschewisme reeds dadelijk zijn evenwicht ge
heel kwijt.
Onmogelijk deze beweging in al haar détails
te volgen. Maar men hoorde toch van aan
slagen op koningen, van kathedralen, die men
in de lucht liet vliegen, van duizenden dood
vonnissen, van officiersrevoluties, van gewapen
de opstanden, enz. enz en uit dien chaos doemt
de figuur van Dimitroff op, welke aan het
hoofd van zijn bloedige bende over de bergen
van Macedonië heengalloppeert, waarschijnlijk
voor geen enkele daad van geweld terugdein
zend.
Tenslotte moet hij de vlucht nemen over die
bloedige grens tusschen Bulgarije en Joego
slavië, die voor ons zelfs geen aardrijkskun
dig begrip meer is.
Dimitroff is in den loop van zijn leven her
haaldelijk veroordeeld geworden. Dan weer
eens tot vijftien, dan weer eens tot twintig jaar
dwangarbeid, waarschijnlijk ook eens ter dood
Hij weet dat zelf niet meer en het kan hem
ook niets schelen. Hij heeft heel andere dingen
te doen. Als vogelvrij verklaard wild opge
jaagd, heeft hij voor valsche namen, voor val-
sche papieren, voor valsche paspoorten te zor
gen, voor geldmiddelen enz., om lange reizen
te ondernemen, die hem van Amsterdam, waar
hij het anti-oorlogscongres bijwoont, naar Mos
kou voeren, van daar weer naar Parijs, dan
naar Brussel, dan weer naar Berlijn.
In deze laatste stad leeft hij altijd onder twee
of drie valsche namen en in verscheidene wonin
gen tegelijkertijd, zonder rust, altijd ageerend,
altijd conspireerend, kuipend en knoeiend.
Daar wordt hij op een goeden avond opge
pakt en sedert dien heeft hij zes maanden ach
ter elkaar, zwaar geboeid in de cel der ver
dachten doorgebracht.
Maar vandaag mag hij dan voor het eerst
aan het woord komen. Hij doet zulks in een
voor hem vreemde taal, doch op een manier,
die dadelijk den geboren redenaar verraadt
Misschien was het zijn doel reeds dadelijk,
een communistische brandrede te houden, we
weten het niet, maar de president gaf hem jam
mer genoeg geen gelegenheid, te derailleeren.
Daarbij derailleerde echter het hof tot op zekere
hoogte zelf, want dezer- indruk wordt toch ge
wekt, als de beklaagde, na een stramme schrob-
beering van den president gekregen te hebben,
het hof opvordert, zich toch te verplaatsen in
den gemoedstoestand van iemand, die zes maan
den lang geboeid in een cel gezeten heeft en
daardoor niet eens de gelegenheid gehad heeft,
om zijn recht naar behooren en vrij te ver
dedigen.
Na Dimitroff komt de student Popoff aan het
woord.
Slank, op het vermagerde af, met opvallend
lange en smalle handen, met een bril en een
tam uiterlijk maakt deze jongeling een geheel
ander figuur dan de krachtmensch Dimitroff.
Het Duitsch is hij niet machtig, zoodat de
tolk telkens moet invallen. Maar redeneeren
kan Popoff als geen andere. Op een vraag, hoe
oud hij is, kan hij desgewenscht met een rede
voering van vier-en-twintig uur lengte ant
woorden. Hij heeft het gelukkig niet gedaan,
maar hij heeft ons, zonder iets bijzonders te
vertellen, toch zoo lang aan de praat gehouden,
dat het half vijf geworden, was, voor we ons
eindelijk in volkomen uitgehongerden toestand
en met een echt Dimitroff-élan, op de koud
geworden lunch konden werpen.
LEIPZIG, 23 September. (W.B.) Bij de voort
zetting van zijn verhoor verklaarde de Bul
gaarsche communist Georgi Dimitroff, dat hij
ten slotte Berlijn als woonplaats had gekozen,
wijl hij daar gemakkelijker zijn incognito
hoopte te kunnen bewaren. Liever had hij wel
iswaar in Moskou gezeten, maar Berlijn was
dichter bij Sofia. Dat bespaarde, bij het orga-
niseeren van zijn campagne, dus tijd en geld.
De voorzitter vraagt beklaagde vervolgens,
hoe hij in Duitschland in zijn onderhoud heeft
voorzien, waarop Dimitroff antwoordt, dat hij
een internationale perscorrespondentie uitgaf
in verschillende talen. Bij zijn reizen hebben
hem zijn vrienden gesteund. Bewijzen en no
tities over dergelijke ondersteuningen heeft hij
niet.
De voorzitter ondervraagt Dimitroff vervol
gens over zijn relaties tot de Duitsche com
munisten.
Beklaagde antwoordt, dat hij weliswaar ver
scheiden Duitsche communisten te Moskou
heeft leeren kennen, wanneer dezen derwaarts
kwamen, om aan de internationale congressen
deel te nemen, maar hij had maar heel zelden,
misschien twee maal, met Duitsche communis
ten over Bulgaarsche aangelegenheden gespro
ken.
VOORZITTER: „Bij uw arrestatie zijn op u
verschillende telefoonnummers gevonden. Een
ervan, waarvan de cijfers in omgekeerde volg
orde waren genoteerd, was het nummer van
den Duitschen communistischen rijksdagafge
vaardigde Stoecker."
DIMITROFF: „Dat is een vergissing".
VOORZITTER: „Wij zullen dat later aan de
hand van getuigenverklaringen uitzoeken.
Waarom hebt ge de volgorde der cijfers ge
wijzigd?"
DIMITROFF: „Ik wilde de menschen, bij
eventueele inbeslagname, niet in ongelegen
heid brengen. Enkele kleine aanteekeningen
heb ik in het Duitsch gemaakt. Had ik het in
het Bulgaarsch gedaan, dan ware men er on
middellijk bij inbeslagname achter gekomen,
dat ik buitenlander was en mij niet bij de po
litie had aangemeld."
De VOORZITTER verwijst dan naar een te
lefoon-adres in het dagboek van Dimitroff, ten
name van „IllneU"; „Als men dat nummer om
keert, krijgt men het telefoonadres der Rus
sische handelsvertegenwoordiging. Wist gij dat
niet?"
DIMITROFF: „Neen".
VOORZITTER: „U is toch gehuwd?"
DIMITROFF: „Mijn vrouw is in Mei j.l. te
Moskou overleden. In de aanklacht staat, dat
ik, hoewel gehuwd, mij als dr. Schasla Schmidt
met een dame heb verloofd en ook gedrukte
verlovingskaarten heb verzonden. Deze bewe
ring is mij in het geheele vooronderzoek onbe
grijpelijk gebleven".
Den beklaagde wordt hierop een gedrukte
kaart voorgelegd, waarop staat: „Verloofd:
Anni Krüger, geboren Matzmann en dr. John
Schasla Schmidt, Potsdam"
De beklaagde DIMITROFF verklaart opge
wonden, dat hij deze kaart voor het eerst ziet.
Hij bestrijdt beslist, dat hij zich verloofd zou
hebben, of dergelijke kaarten laten drukken.
Ondanks de vermaningen van den voorzit
ter praat de beklaagde met steeds toenemende
woede door.
VOORZITTER: „Als u op dezen toon voort
gaat, Dimitroff, onderbreek ik uw verhoor en
zullen wij erover beraadslagen, of u de ver
handeling verder nog wel bijwonen mag. Over
de verlovingskaart zullen we later mevrouw
Krüger als getuige hooren. Hiermede is deze
zaak thans afgehandeld."
DIMITROFF: „Ik zou nog iets over mijn per
soon willen zeggen: Ik ben een geestdriftige
vriend van de sovjet-republiek en van Stalin,
doch ik ben nooit in Duitschland, of een ander
land een afgezant der sovjet-Russische com
munisten geweest. Ik bestrijd deze bewering
der aanklacht."
VOORZITTER: „Tot het afleggen van derge
lijke verklaringen zal ik u later voldoenden
tijd geven. Tot nog toe heeft u verklaard, dat
u door en door communist en een geestdriftig
aanhanger van het communisme is, dat u ech
ter tegen op zichzelf staande terreur is en dat
u beweert niets met den rijksdagbrand te ma
ken te hebben gehad."
DIMITROFF: „Jawel! Mijn eenige schuld, of
onwettige handeling in Duitschland was, dat
ik onaangemeld in Duitschland geleefd heb."
Op een vraag van den „Oberreichsanwalt"
bevestigt Dimitroff, dat hij lid van de execu
tieve commissie der internationale partij was.
Met de Rote Hilfe te Berlijn zou hij geenerlei
betrekkingen onderhouden hebben.
Da VOORZITTER vraagt beklaagde vervol
gens, hoe lang hij de beide andere Bulgaarsche
aangeklaagden kent.
DIMITROFF: „Bij de emigratie uit Joego
slavië, toen ik ook veel andere partijgenooten
heb leeren kennen."
Beklaagde geeft ook toe, dat hij van tijd tot
tijd, sinds November 1932, te Berlijn de beide
medebeklaagden heeft ontmoet.
De VOORZITTER wijst er beklaagde op, dat
dit niet klopt met zijn vroegere uitlatingen,
waarin het heette, dat hij beklaagde Popoff
slechts vluchtig van Moskou kende en dat hij
hem te Berlijn slechts eenmaal voor de arres
tatie heeft gesproken.
Hierna wordt beklaagde door den Berlijn-
schen inspecteur Bauch ondervraagd over zijn
valschen pas. Deze pas stond op naam van
HeJ?*a. Bauch verklaarde, dat hij den pas
onmiddellijk had herkend als afkomstig uit de
roode-valsche passen centrale in Wilmersdorf,
waar men mJ? zóó geraffineerde methoden dit
werk verrichtte, dat de vervalschingen slechts
na een grondig onderzoek te herkennen waren.
Daarna werd nogmaals de vraag besproken,
wanneer Dimitroff met de beide andere be
klaagden in kennis was gekomen, en het bleek,
dat de Bulgaren elkaar niet ia Joego-Slavië,
maar eerst in Moskou haddea ontmoet.
Daarna werd overgegaan tot het verhoor
van beklaagde Popoff.
Popoff wordt gehoord
Popoff is in 1902 in een dorp in Bulgarije
geboren. Zijn vrouw leeft te Moskou.
Beklaagde bekent, dat hij in Bulgarije, in
Juni 1932, wegens zijn lidmaatschap van het
centraal comité der Bulgaarsche communis
tische partij, bij verstek, tot 1214 jaar tucht
huis en 15 jaar eerverlies veroordeeld is.
Aan den gewapenden opstand van 1923 heeft
hij echter niet deelgenomen; hij is daarvoor
ook nimmer vervolgd of veroordeeld. Toen
echter na dezen opstand vele communisten
werden gearresteerd, is hij uit Bulgarije ge
vlucht, wijl hij vreesde, dat men ook hem, als
communist, zou gevangen nemen. Hij heeft
toen een betrekking als handelsbediende te
Weenen aangenomen.
De voorzitter onderbreekt daarna de zitting.
Na een vrij langdurige pauze neemt de Ober
reichsanwalt het woord. Spreker wil even te
rug komen op de bewering van advocaat dr.
Sacky gisteren tijdens de zitting afgelegd, over
zekere berichten in de Rio-pers aangaande de
procesvoering. Sprekers onderzoek heeft hem
ervan overtuigd, dat geen der aanwezige cor
respondenten aan deze berichtgeving debet is.
Hiermede is deze aangelegenheid afgedaan.
Het verhoor van beklaagde Popoff wordt
daarna hervat. Het blijkt, dat Popoff van 1925
tot 1929 in Moskou geweest is. Einde 1929 werd
Popoff tot secretaris der Bulgaarsche commu
nistische jeugd benoemd en keerde hij naar
zijn land terug. Einde October werd hij op een
morgen uit zijn bed gelicht en gearresteerd.
Hij slaagde er echter in te ontvluchten en arri
veerde weer in Moskou.
De VOORZITTER verzoekt beklaagde om
een verklaring, waarom hij bij zijn eerste ver
hoor zijn verleden anders had voorgesteld.
POPOFF: „Ik gevoelde het als een onrecht,
dat ik aangeklaagd werd in verband met een
ontzettende misdaad, als de brandstichting in
den rijksdag is. Ik vreesde, dat ik, indien ik
alles naar waarheid bekende, zou worden uit
geleverd aan de Bulgaarsche autoriteiten, dat
althans mijn verklaringen aan de Bulgaarsche
autoriteiten zouden worden bekend gemaakt,
en ik wilde niet dat de Bulgaarsche politie van
mijn oponthoud in Rusland kennis kreeg."
VOORZITTER: „In de aanklacht wordt be
weerd, en er zijn terzake getuigen, dat ge reeds
vroeger in Berlijn zijt geweest."
POPOFF: „Die beweringen zijn onwaar."
Op een vraag, of beklaagde te Berlijn in
communistische kringen heeft verkeerd, ant
woordt Popoff, dat hij met geen der leidende
persoonlijkheid van politieke partijen in rela-
ti, heeft gestaan en er ook geen kent.
OBERREICHSANWALT: -„Waarom eigenlijk
is Berlijn geschikter dan Moskou, om er óp
amnestie te wachten?"
POPOFF: „Emigranten, die uit Rusland di
rect naar Bulgarije terugkeeren, worden daar
steeds vervolgd. Overigens was mij door de
partij bevolen naar Berlijn te gaan en van hier
uit zorg te dragen voor de ondersteuning van
de Bulgaarsche emigranten.
Hiermede was het verhoor van Popoff ten
einde en werd de zitting tot Maandagvoormid
dag half tien verdaagd.
C. P. H. spreekt Heisig's ver
klaringen tegen.
AMSTERDAM, 23 September. (V. D.) Het
partij-secretariaat van de communistische par
tij Holland deelt het volgende mede:
In de bladen van 22 September komt een ge
lijkluidend verslag voor, omtrent verklaringen,
door den commissaris der Duitsche recherche,
Heisig, te Leipzig afgelegd.
Deze verklaringen zijn op elk belangrijk punt
volledig in strijd met de waarheid.
Hieromtrent verklaart het partijbestuur van
de communistische partij van Holland:
1. Het is niet waar, dat de zoogenaamde „in
ternationale communisten" het programma van
de communistische partij aanhangen, dat zij
integendeel in elk opzicht ten scherpste be
strijden.
2. Het is niet waar, dat van der Lubbe in
de communistische partij Holland een zeker
aanzien heeft verworven. Integendeel stond
van der Lubbe gedurende den tijd, dat hij lid
was van de C. P. H. in voortdurend conflict
met de plaatselijke partijleiding, daar hij zich
aan de politiek van de partij niet wilde on
derwerpen.
3. Van der Lubbe is in April 1931 uit de par
tij getreden, om royement te voorkomen, dat
anders zeker gevolgd zou zijn, wegens zijn
voortdurend overtreden van de partij-politiek.
Daarna is hij niet, zooals de getuigen van
Albada en Vink volgens Heisig zouden heb
ben verklaard, lid van de C. P. H. gebleven, is
ook geen enkele wijze, direct of indirect, met
de C. P. H. in verbinding gebleven, doch heeft
de communistische partij van Holland op tal
van vergaderingen en bij andere gelegenheden
in het openbaar, ten gehoore van vele honder
den arbeiders aangevallen en op fanatieke wij
ze bestreden.
4. Onwaar is, dat op den dag voor 1 Maart
aanteekeningen of papieren van van der Lub
be, van welken aard ook, door, of namens de
C. P. H. zijn weggehaald. Omtrent een ouden
pas is ons niets bekend.
Wat het dagboek van van der Lubbe be
treft, dit is in handen van de zoogenaamde ..in
ternationale communisten", die uitgesproken
en openlijke vijanden van de C. P. H. zijn. Zij
hebben dit dagboek gepubliceerd in een z.g.
„Roodboek", dat dezer dagen verschenen is
en dat van het begin tot het eind gevuld is
met de heftigste aanvallen op de communisti
sche partij en de communistische internationale.
LEIPZIG, 23 September. (H.N.) Na afloop
van de rechtszitting van heden is Van der
Lubbe door den geneeskundige van de gevan
genis dr. Schutz onderzocht. Deze stelde vast,
dat Van der Lubbe in een toestand van actief
verzet en physischen afweer verkeert en ,het
er op aanlegt, om door geheel uitgeput te ra
ken een onderbreking van het proces te ver
krijgen.
Dit stemt geheel overeen met de instructies,
welke aan de leden der communistische partij
voor hun houding voor de rechtbanken gege
ven zijn.
Voorloopig is Van der Lubbe nog in staat,
om het proces te volgen. Indien hij bij zijn
houding blijft volharden, zal overwogen moe
ten worden, of men tot voeding met dwang zal
overgaan.
Van der Lubbe ontvangt In de gevangenis
ziekenkost Zoo werden hem vandaag een
Schnitzel met gebakken aardappelen en groen
te, voorts wijn en een perzik aangeboden, doch
hij weigerde hiervan iets te gebruiken.
Tor gier wijst mr. Hayes af.
LEIPZIG, 22 September. (V.D.) Na de be
ëindiging van de behandeling op den tweeden
dag van het proces tegen de stichters van den
rijksdagbrand interesseerden de vertegenwoor
digers der buitenlandsche bladen zich voor de
vraag, of Torgler niet toch nog den Vrijdag
in Leipzig aangekomen Amerikaanschen advo-
vaat Hayes als verdediger wilde aanvaarden.
Torgler verklaarde, dat dr. Sack, zijn ver
dediger, hem alleen wenschte te verdedigen
en dat hij geen aanleiding had op eenigerlei
wijze ontevreden te zijn over de verdediging
van dr. Sack. Hij heeft volledig vertrouwen in
dr. Sack en heeft derhalve geen reden een
verderen verdediger aan te nemen. Hij voelt
zich door dr. Sack op elke wijze voldoende
verdedigd.
HEDEN EENIGE VERKLARINGEN
TE WACHTEN?
Geen belangstelling voor wat om hem heen
gebeurt
LEIPZIG, 25 September (V.(D.) Volgens mede-
deelingen van zijn verdediger zou v. d. Lubbe
zich gisteren in den gevangenistuin zeer opge
ruimd; hebben gedragen. Als een normaal
krachtig mensch had hij gewandeld en ook
voedsel tot zich genomen.
Als voornaamste bijzonderheid werd echter
medegedeeld, dat hij het voornemen heeft te
kennen gegeven, heden eenige verklaringen
te zullen afleggen.
Ook heden was de belangstelling groot. Van
der Lubbe maakte, toen hij werd binnengeleid
denzelfden indruk als Zaterdag, doodsbleek,
zonder eenige belangstelling voor wat om hem
heen gebeurt.
FRANKFORT A. D. MAIN, 23 September
(H.N.) Rijkskanselier Hitier heeft vanmorgen
te Frankfurt a. d. Main een rede gehouden in
verband met het feit, dat heden met de werk
zaamheden voor den aanleg van een rijksstraat
weg en rijksautoweg tusschen Frankfort en Hei
delberg is begonnen.
Hij zeide, dat men voor het begin
van een geweldig werk staat, waarvan de be
teekenis niet alleen voor het verkeerswezen
doch ook voor het Duitsche economische leven
eerst in latere jaren ten volle gewaardeerd zal
worden.
Thans wordt begonnen met nieuwe slag
aderen voor het verkeer te scheppen. Het werk
had nooit uitgevoerd kunnen worden, indien
het rijkskabinet, de Duitsche rijksbank en de
Duitsche spoorwegen de beteekenis daarvan niet
ten volle hadden ingezien en den wil bezeten
hadden, dit werk te verwezenlijken.
Met dit werk wordt tevens de grootste nood
en het grootste ongeluk, welke in de laatste 15
jaren over Duitschland zijn gekomen bestre
den. De vloek der werkloosheid doemt nog mil-
lioenen menschen tot een onwaardig en onmo
gelijk bestaan en moet verdwijnen. Wij hebben
de natie beloofd, dat wij aan dezen nood een
einde zullen maken. Wij hebben daarvoor vier
jaren gevraagd en zullen deze vier jaren ge
bruiken tot zegen en welzijn van ons Duitsche
volk en in de eerste plaats voor den Duitschen
arbeider.
Wij willen ons volk opvoeden, zoodat het zich
ontworsteld aan den waan, dat de eene stand-
boven den anderen staat, dat slechts intelec-
tueele arbeid is te waardeeren. Iedere arbeid
die noodzakelijk is, adelt den mensch en slechts
één ding, is schande, nX niets bij te dragen tot
het onderhoud van het volk.
Ten slotte stak Hitier de eerste spade in den
grond.
Zonder landengrenzen.
BERLIJN, 23 September. (R.O.) Op een na
tionaal socialistische bijeenkomst te Bayreuth
heeft Schemm, de Beiersche minister van on
derwijs verklaard, dat rijkskanselier Hitler van
plan is een nieuwe atlas van Duitschland uit
te geven, waarin de grenzen van de 16 verschil
lende Duitsche staten niet meer zijn aangetee-
kend.
Voortaan zal er volgens den minister slechts
één rijk zijn, bestaande uit 37 provincies, inge
deeld overeenkomstig de structuur van de'na-
tionaal-socialistische partij.
Zonderlinge spionnage-methoden.
PARIJS,, 23 September. (R.O.) De opzien
barende onthulling is gedaan, dat het bekende
„deuxième bureau" de Fransche spion-
nagedienst aan Duitschland materiaal ge
leverd heeft, teneinde aan hooggeplaatste
Duitsche autoriteiten militaire geheimen te
ontfutselen.
De Fransche spionnagedienst had gedurende
den oorlog een Fransch zakenman, Joseph
Crozier, voor spionnage naar Nederland ge
zonden, waar deze in contact kwam met Albert
Ballin, den grooten Duitschen industrieel, die
oorlogsgoederen voor de Duitsche regeering
kocht.
Crozier kocht een zeepfabriek in Neder
land en teneinde de Fransche belangen beter
te kunnen dienen, liet hij zich op de zwarte
lijst van den Franschen geheimen dienst
plaatsen, als handelaar met den vijand.
De Fransche spionnage-dienst gelastte Cro
zier olie en vetten aan de Duitschers te leve
ren, die deze zeer noodig hadden voor het
vervaardigen van bommen.
Op deze wijze kwam Crozier gemakkelijk
in verbinding met de Duitschers en kreeg in
lichtingen, die voor de geallieerden van groote
waarde waren.
Op zijn zakenreizen in Berlijn vernam hij,
welke de bronnen waren, waarover Duitsch
land beschikte en kreeg inlichtingen over den
duikbootenoorlog en de grootte der kanonnen,
o.a. van de dikke Bertha.
De Duitschers en ook Ballin, kregen nimmer
verdenking tegen Crozier, die zij voor een
landverrader hielden.
De „Gotland' 'van stapel geloopen.
STOCKHOLM, 22 September. (H.N.) Het
eerste moederschip voor vliegtuigen van de
Zweedsche vloot, de „Gotland", is van de
Lindholmen-werf te Gothenburg van stapel
geloopen.
De „Gotland" heeft een waterverplaatsing
van 4.600 ton, een lengte van 400 voet en biedt
ruimte voor 8 watervliegtuigen, waarvoor een
catapultinrichting aan boord is.
Het schip is uitgerust met 6 kanonnen van
15 c.M., 4 afweerkanonnen van 75 m.M., 4 ma
chinegeweren van 25 m.M. en twee torpedo-
lanceerinrichtingen.
De beweegkracht wordt geleverd door twee
de Laval-turbines, elk van 33.000 P.K. Het
schip, dat een snelheid van 27 a 28 knoooen
kan ontwikkelen, biedt ruimte voor 467 man.
De technische installaties bevatten talrijke be
langwekkende nieuwigheden. Het brandblusch-
systeem is tot de uiterste perfectie opgevoerd.
STOCKHOLM, 23 September. (H.N.) In de
jaarlijksche vergadering van de Zweedsche ver-
eeniging voor toeristenverkeer werd meege
deeld, dat het aantal buitenlanders, dit dit jaar
een bezoek aan Zweden heeft gebracht, op
96.859 wordt becijferd, zoodat ondanks den
crisistijd het verkeer met ongeveer 25000 rei
zigers is vooruitgegaan.
Het aantal toeristen bedroeg 64.585, het ove
rige gedeelte werd gevormd door zakenlieden
en reizigers, die op de doorreis waren.
Een waarschuwend voorbeeld.
Men schrijft ons uit Rome:
Van 17 tot 21 September werd, zooals men
weet, eerst hier en tot slot in Milaan het inter
nationale reclame- en perscongres gehouden,
waarheen bijna alle Europeesche naties, even
als Noord-Amerika, deelnemers gezonden had
den.
Als vertegenwoordigers van Nederland na
men aan het congres deel de heeren A. F. J.
Beckers, secretars van het Genootschap voor
Reclame en E. Wolfson, directeur van het „De
venter Dagblad".
De deelnemers aan het congres werden op
het Kapitool door den gouverneur van Rome,
vorst Boncompagni-Ludovisi, ontvangen.
Ook de H. Vader deed hun de eer aan, hen in
audiëntie te ontvangen.
Alle deelnemers werden in de Consistoriezaal
door den pauselijken hoffotograaf gekiekt.
Z. H. de Paus hield een toespraak, waarin hij
blijk gaf, als oud-bibliothecaris met de betee
kenis van advertentiewezen en de publiciteit
zeer goed bekend te zijn.
Met belangstelling had de H. Vader het naar
aanleiding van het congres gepubliceerde werk
over het advertentiewezen betreffende pers,
bioscoop, kunst enz. doorgebladerd.
Het was hem echter opgevallen, dat ééne
zijde van de kwestie daarin niet behandeld
was, n.l. die van verdediging der zeden en
zedelijkheid.
Dit juist echter is een belangrijk gebied en
zou het bijzonder voorwerp van bijzondere
studie moeten zijn. Want het is bekend, dat
zekere elementen het advertentiewezen voor
een werkelijk treurige propaganda gebruiken.
Bedoeld is dat advertentiewezen, hetwelk
zich tegen de moraal richt. Het kan immoreel
zijn wegens het voorwerp, dat aanbevolen
wordt, het kan ook immoreel zijn wegens de
wijze, waarop het adverteeren wordt toegepast.
Om een voorbeeld te noemen: eenige jaren
geleden werd in Nederland een boek geschre
ven, dat zeker niet over de grenzen van het
wel groote en hoog in aanzien staande land van
oorsprong, welks taal immers weinig verspreid
is in de wereld, zou zijn gekomen, wanneer
niet de wijze van adverteeren van het boek het
een vertaling in verschillende talen, en spe
ciaal in het Duitsch en daardoor een versprei
ding bij honderdduizenden had bezorgd. Het
was echter geen goed boek en een Duitscher,
die niet Katholiek is, noch zijn beschouwing
op onze beginselen baseerde, had er zeer juist
van gezegd, dat men dit boek veel beter tot
titel had kunnen geven „Die verkommene Ehe",
dan het opschrift, dat het draagt.
De H. Vader wees verder op het gevaar van
sommige wijzen van adverteeren, waarbij geen
rekening wordt gehouden met Gods geboden
en vermaande zijn toehoorders, nooit een
woord te verkondigen, dat de ondeugd aan
prijst en de deugd belachelijk maakt.
Deze regel moet altijd richtsnoer zijn voor
het advertentiewezen in al zijn uitingen: voor
pers, kunst, bioscoop, industrie enz.
De Paus besloot zijn toespraak met woorden
van Dante en Manzoni, die slechts zulke boe
ken het uitgeven waard achtten, welke het
goede en edele over de wereld helpen ver
spreiden.
Naar de „Catholic Times" meldt, zal de En-
gelsche „Graal", welke door de Nederlaudsche
Graal-beweging in Engeland is ingevoerd, op
Zondag, 29 October, voor het eerst in het pu
bliek optreden in de „Albert Hall" te Londen,
waar door de Graal-leden „Everyman" zal
worden opgevoerd.
De opvoering van „Everyman" zal zoodanig
worden gewijzigd, dat vooral massa-regie,
welke zulk een belangrijke rol speelt in de
Graal-beweging, op den voorgrond zal treden.
De opvoering belooft zoowel een aantrekke
lijk schouwspel als een uitstekende wijze, om
de idealen van de Graal-beweging bij de En-
gelsche katholieken te introduceeren, te wor
den.
Kardinaal Bourne heeft het beschermheer
schap voor deze eerste verschijning van de
„Graal" in het openbaar op zich genomen, ter
wijl het eveneens aan de bemoeiingen van
Zijne Eminentie te danken is, dat de beweging
in Londen reeds een 400-tal leden telt.
De bijeenkomst in de „Albert Hall" op 29
October, aldus merkt de „Catholic Times" ten
slotte nog op, verdient den steun van alle ka
tholieken, want de „Graal" is een beweging
met rijke mogelijkheden voor onze katholieke
meisjes.
De pers verzwijgt het incident.
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
De „Daily Herald", het labour-orgaan, ruimt
de eereplaats heden in aan het volgende:
Mr. C. Hardy, assistent-archivaris aan de
Britsche ambassade te Berlijn, werd j.l. Zater
dag in deze stad aangevallen omdat hij in
gebreke bleef een groep nazis, die met vlaggen
en muziek langs hem trokken, te groeten. De
Britsche diplomaat werd door een nazi die uit
de gelederen stapte op het hoofd geslagen.
Maandag begaf mr. Newton, Britsch zaak
gelastigde te Berlijn, zich namens den nieu
wen ambassadeur, sir Eric Phipps, naar het
Duitsche departement van buitenlandsche
zaken met een formeele klacht.
Na de feiten onderzocht te hebben, drukte de
minister zijn leedwezen uit, en bood formeele
verontschuldigingen aan voor het incident, dat
thans als gesloten beschouwd wordt.
Het blad geeft nog verschillende bijzonde-
heden over het voorval, die evenwel niet be
langrijk genoeg zijn om weer te geven.
In geen ander blad zien wij van het ge
beurde melding gemaakt. Daarentegen is in
het begin der week zeer uitvoerig verslag af
gelegd over een nog veel onbeduidender inci
dent te Herenthals, het Belgische station aan
de Duitsche grens, waar eenige onder geleide
reizende Engelsche schooljongens, die met een
swastika op hun borst uit Duitschland aan
kwamen, gedwongen werden op eigen kosten
naar Aken terug te keeren, om vervolgens
zonder het Duitsche insigne opnieuw België
binnen te trekken.
Door bisschop gesignaleerd als uitingen
van den geest van kwaad
en bedrog.
Hardnekkige ongehoorzaamheid en
klaarblijkelijk verzet in 't spel.
In verband met de gebeurtenissen te Beau»
raing en Banneux is het van belang te vermel
den, welke houding de bisschop van Vitoria
(Spanje) heeft aangenomen tegenover vermeen
de bovennatuurlijke gebeurtenissen, die zich in
het in zijn diocees gelegen Esquioga hebben
afgespeeld.
Bedoelde gebeurtenissen zijn door ons reeds
sinds twee jaren uit Katholieke Spaansche
bladen bekend, die er aanvankelijk uitvoerig
over schreven, maar later, naar 'het schijnt op
een wenk der kerkelijke overheid, zich van be
richtgeving over die voorvallen hebben ont
houden.
Met enkele woorden hebben wij indertijd van
de gebeurtenissen gewag gemaakt, die ons reeds
van den aanvang af verdacht voorkwamen
zoodat wij de uitgebreide verslagen, die langen'
tijd achtereen in de Spaansche pers over die
voorvallen verschenen hebben gelaten, voor
wat zij waren.
Zooveel reden als er toen was tot voorzich
tige terughoudendheid,«zooveel te meer reden
nog is er thans om de aandacht te vestigen op
de houding van Z. H. Exc. den bisschop van
Vitoria.
Van niet-Katholieke zijde en helaas zelfs
van Katholieken kant hoort men maar al te
gemakkelijk de bewering verkondigen, als zou
de kerkelijke overheid, ofschoon zich terughou
dend betoonend als het gaat om officieele er
kenning van op het eerste gezicht als boven
natuurlijk te duiden feiten, indirect eventueele
pelgrimages aanmoedigen, omdat daardoor
voordeelen, niet alleen „propagandistische",
maar ook materieele, te behalen zouden zijn.
De houding van den bisschop van Vitoria is
een eclatante weerlegging van deze verdacht
making. In het volgens onze tegenstanders „on
beschaafde" en van „religieus fanatisme" door-
deesemde „donkere Spanje" grijpt de Katho
lieke kerkelijke overheid in evenzeer als
ze dit in elk ander land zou doen, ook in Bel
gië zoodra komt vast te staan, dat beweerde
bovennatuurlijke gebeurtenissen een bovenna
tuurlijken oorsprong missen. En zij doet dit op
strenge en doeltreffende wijze, zooals blijkt uit
het reeds aangekondigde schrijven, door den
bisschop van Vitoria, Z. H. Exc. mgr. dr. Mu-
gica, in het „Boletin Oficial del Obispado de
Vitoria", gepubliceerd over de „vermeende bo
vennatuurlijke gebeurtenissen te Esquioga".
Uit dit schrijven, waarvan thans de volledige
tekst voor ons ligt, ontleenen wij het volgende:
„Wij willen uw aandacht vestigen op het
geen reeds meer dan twee jaar gebeurt en ge
zegd wordt te gebeuren op het veld van An-
duaga te Esquioga.
Gesproken wordt van verschijningen der H.
Maagd, welke duizenden malen en door tal van
personen rondom zijn gezien, over veelvuldige
openbaringen der H. Maagd, over voorspellin
gen, welke zij gedaan zou hebben, over ge
vallen van extase, stigmatisatie, openbaring van
geheimen, enz.
Na de noodige waarnemingen te hebben ge
daan en alle antecedenten, waarover wij be
schikken, te hebben bestudeerd en na te voren
een speciale commissie van toezicht te hebben
gehoord, verklaren wij dat geen enkele aan
wijzing bewezen is aanwezig te zijn, welke toe
laat een bovennatuurlijk karakter toe te schrij
ven aan hetgeen te Esquioga gebeurt, maar dat
zich op velerlei wijze aldaar de geest van
kwaad en bedrog geopenbaard heeft, zonder
dat dit beteekent, dat wij kwade trouw willen
toeschrijven aan allen, die bij Esquioga betrok
ken zijn, noch in bepaalde gevallen den samen
loop van natuurlijke oorzaken, welke op een
abnormale manie werken, ontkennen.
De eigenaardige kenmerken van de ver
schijnselen te Esquioga welke geenszins zijn
toe te schrijven aan een goddelijke en boven
natuurlijke inwerking buiten beschouwing
latend, wijzen wij in het bijzonder op de hard
nekkige ongehoorzaamheid en het klaarblijke
lijk verzet van eenigen der z.g, „zieners" en
van eenige personen, die zich tot hun bescher
mers en tot propagandisten van de vermeende
bovennatuurlijkheid van Esquioga hebben ge
maakt.
Daar onze officieele interventie in dezen niet
langer kan uitblijven, verbieden wij den ver
koop en het bezit van fotó's, beelden, boeken,
brochures enz., welke den indruk bedoelen te
wekken, dat de verschijnselen te Esquioga van
bovennatuurlijken aard zijn. Ook verbieden
wij den z.g. zieners zich naar het veld van
Aduana te begeven en v.'D manen de geloovi-
gen, die zich tot dus vel nog naar genoemde
plaats begaven, aan, dit in het vervolg na te
laten en aldus een blijk te geven van gehoor
zaamheid."
Naar Dusseldorf gebracht.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons
d.d. gisteren:
Dezer dagen verdwenen twee jongemeisjes
uit haar ouderlijke woning te Brussel.
Enkele dagen later kregen de ouders bericht,
dat zij zich in Dusseldorf bevonden. Zij vertel
den, dat zij te Brussel door twee personen tot
het maken van een auto-tocht in de omgeving
werden uitgenoodigd. Men reed echter ineens
met haar door naar Maastricht, waar een der
mannen uitstapte en de chauffeur haar naar
Dusseldorf meenam, waar zij door de politie
werden gearresteerd, omdat zij niet in het be
zit van een paspoort waren en tot vijftien da
gen hechtenis werden veroordeeld.
De politie te Brussel, die sceptisch staat te
genover deze lezing van het geval, heeft een
onderzoek ingesteld.
Massa-ontvoering in de Pentsjaab.
SIMLA, 23 September. (R.O.) Naar eerst
thans bekend wordt, zijn tijdens de groote jaar
markt te Kurushetra in de Pentsjaab, welke
samenviel met de volledige zonsverduistering,
twintig meisjes ontvoerd.
De politie, die op de reusachtige menschen-
menigte geen toezicht kon houden, vermoedt,
dat sommige der ontvoerders Mohammedanen
zijn.
Anderen zijn leden van georganiseerde ben
den, die hun slachtoffers verkoopen in distric
ten, waar vrouwen schaarsch zijn.
Het aantal ontvoeringen bij dergelijke gele
genheden is altijd groot geweest, doch was de
laatste jaren door het toezicht der politie aan
zienlijk verminderd
PEKING, 23 September. (R.O.) Volgens een
bericht uit Chineesche bron heeft een Japan-
sche militaire vliegmachine boven de stad
pamfletten uitgeworpen, welke een ultimatum
inhouden aan generaal Fang Tsjen Woe, aan
wien de eisch wordt gesteld, voor 26 Septem
ber zijn troepen terug te trekken naar het Zui
den buiten de gedemilitariseerde zone.
Ey weigering zouden de noodige maatrege
len worden genomen.
Hierbij dient opgemerkt, dat de Chineesche
regeering Fang beschouwt als een feitelijken
BERLIJN, 22 September (V.D.) De D.A.Z.
meldt uit Kiel: Het wrak van het zeilschool-
schip, „Niobe", dat in Juli van het vorige jaar
het slachtoffer is geworden van een storm, doch
dat later gelicht is en naar Kiel werd gesleept
is dezer dagen ter hoogte van Pillau in tegen
woordigheid van de geheele Duitsche vloot
tot zinken gebracht. De torpedoboot „Leopard"
vuurde op het verankerde wrak een torpors
ai Het wrak zaak in 10 miniiMt