P
HET DUITSCHE NAT.-SOCIALISME.
DINSDAG 26 SEPTEMBER 1938
BISSCHOPPELIJK SCHRIJVEN OVER DE
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT.
EN ZIJN RASSEN-THEORIE.
DE „CUSTODIA Dl TERRA SANTA'
De eeuwfeesten te Assisi.
AFSCHEID VAN MISSIONARISSEN.
PROF. P. EHRENFEST t
KATHOLIEK DEMOCRATISCHE
PARTIJ.
DE HISTORIE VAN 'N VERLATEN
MOTORBOOT.
Het slot van een „drama op zee".
Amsterdammer, die zijn nachtrust in
zijn woning, duur moest betalen.
HET MUIDER DRAMA.
PROF. DR. J. W. MOLL f.
TEKORT AAN RAUW VET.
UITVOER VAN KOUDBLOED-
PAARDEN.
DE AARTSBISCHOP EN DE
BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND.
BELANGSTELLING IN HET
BUITENLAND.
DE STUCADOORSSTAKING
ANIMO VOOR FILMSTER.
INDISCHE POSTVLUCHTEN.
STOOMTRAM „MAAS EN WAAL"
VERKOCHT
III (Slot).
In ziin reeds meermalen geciteerd artikel
in de „Germania" van 31 Dec. 1930, schreef
kardinaal Bertram, Aartsbisschop van Bres-
lau, o.m. dit
„Dwalingen zijn het, die in eenzijdige ver
heerlijking van het ras tot verachting van
de Goddelijke openbaring leiden. Het gaat
daarbij niet meer om politieke vraagstukken,
maar om een godsdienstig waandenkbeeld,
dat met vaste kracht bestreden moet wor
den. Daarom het volgende
„Wij katholieke Christenen kennen geen
rassengodsdienst, maar alleen Christus' we-
reldbeheerschende Openbaring, die voor alle
volken denzelfden geloofsschat, dezelfde ge
boden en heilsinstellingen gebracht heeft.
Moge ieder volk en iedere stam al het edele
voor zijn eigen aard in dit Rijk van Koning
Christus vol en algeheel tot ontplooiing bren
gen. UitstekendMaar nooit ofte nimmer
kan rasseneigenaard over welke der waar
heden en geboden van Christus ten gericht
zitten. Van elk volk is het hoogste goed de
totale inhoud van de eeuwige waarheden,
welke Christus in het hart van Zijne Bruid,
de katholieke Kerk, geborgen heeft onder
den Goddelijken waarborg van het zegel des
H. Geestes, die haar voor eeuwig is toege
zegd".
Wij kunnen onze slotopmerkingen over de
rassen-theorie, welke aan de nationaal-soci-
alistische wereldbeschouwing ten grondslag
ligt, niet beter aanvangen dan met deze ver
wijzing naar dit krachtige woord van den
grijzen kardinaal, waarin zoo klaar het ka
tholieke standpunt werd uiteengezet.
De aanvaarding van deze rassentheorie en
hare toepassing op het staatkundig en maat
schappelijke leven, moet hare aanhangers
noodzakelijk in botsing doen komen met de
Christelijke Zedenwet. Pater Nötges (blz.
155) drukt dit weer zeer scherp uit, als hij
schrijft: „Dit is nu de heidensch-revolution-
naire daad van het Nationaal-Socialisme,
dat het deze zedelijke orde verwerpt". En
hij citeert dan het, zacht uitgedrukt, aller
zonderlingste woord van den van-huis-uit
katholieken Hitier: „Wij willen geen anderen
God hebben, dan slechts Duitschland alleen",
waarop P. Nötges het brandmerk drukt: „een
godslastering, vol objectieve godloosheid en
Godsvijandigheid". En hoezeer ook Hitier -
zelf afdwaalde van den weg der christelijke
zedelijke orde, bleek overtuigend, toen hij
op 20 April 1923 op de vraag: „waarom zijn
wij antisemieten dit waarlijk verbijsterend
antwoord gaf: „Men zegt, dat wij inhumaan
zijn Maar wanneer wij Duitschland redden,
dan hebben wij de grootste daad ter wereld
volbracht. Men zegt, dat wij onrecht doen
Maar wanneer wij Duitschland redden, dan
hebben wij het grootste onrecht ter wereld
hersteld. Men zegt, dat wij onzedelijk zijn
Maar wanneer ons Volk gered wordt, dan
hebben wij den weg voor de zedelijkheid
weer vrij gemaakt". (Von Kursell, „Adolf
Hitiers Reden", blz. 70).
Hitier kent slechts een einddoel: bloed en
ras gelijk hij ook maar één „erfzonde dezer
wereld" kent: „de zonde tegen bloed en ras".
(„Mein Kampf" blz. 272).
En in den door Hitier goedgekeurden com
mentaar op het Partijprogram, door Rosen
berg uitgegeven, verklaart deze: De „ras
idee" of „de idee van den echten volksstaat
is thans de laatste maatstaf van ons geheele
aardsche handelen". (Rosenberg, „Wesen,
Grundsatze etc." blz. 12). En verder: „Zede
lijkheid heeft als eenigen grondslag het ras
en is niet abstract katholiek Duitsche
zede is Germaansch levensgevoel, waaraan
zich het christendom heeft aangepast, waar
mee het zich verbroederd heeft. Plicht van
iederen Duitscher en daarom van den Duit-
schen Staat is het derhalve, de eigen-aardige
zede en zedelijkheid te verzorgen en, waar
deze niet inachtgenomen wordt, haar weder
om door te zetten. Diensvolgens moet door
den Staat bij de erkenning van zedelijke en
godsdienstige genootschappen voorop gesteld
worden, dat de zedelijke beginselen der be
treffende genootschappen niet met het Duit
sche zedelijke en maatschappelijke gevoel in
strijd zijn", (t.a.p. blz. 44).
Hoe staat bijv. het Nationaal-Socialisme
tegen de christelijke wet der liefde
Zie Rosenberg's belangrijkste boek: „Der
Mythos des 20. Jahrhunderts", )3. Aufl. Mün-
chen, 1932, blz. 101-204).
Daarin schreef hij: „Beschermde het Ge
loof de hoogste karakter-waarden, dan was
het echt en goed, in welke vormen van men-
schelijk zielsverlangen het dan ook gehuld
mocht zijn. Deed het dat niet, onderdrukte
het trotsche eigenwaarden, dan moest het
in het innerlijke der Germanen als ver-
derfbrengend ondervonden worden. Twee
woorden zijn het nu vooral waarin zich sinds
weldra twee duizend jaren de geheele tegen
stelling tusschen kerk en ras dogma
en Raraktertrots openbaart: liefde en eer".
Voor het noordsche ras is het zielen-, staten-
en kultuurvormende motief „allereerst het
begrip van eer en de ide.e van den met haar
onafscheidelijk verbonden, uit het bewust
zijn der innerlijke vrijheid stammenden-
plicht. Op het oogenblik echter, waarin lief-
h en. Medelijden op den voorgrond komen,
,ret tijdperk van het rassen-volksche
tureele verval". Een opstijgen van
Vo, 's dan weder te verwachten,
d_f noordsche ziel na hare ontaar-
teliJke liefde weer „begint
in haar centrum, het eerbewustzijn
naar buiten te werken". „Het ideaal der
naastenliefde moet by de idee der nationale
eer onvoorwaardelijk ten achter gesteld wor
den (blz. o/u;.
En zei Hitler-zelf niet op 10 April 1923-
„Tot de bevrijding behoort hoogmoed, wil'
trots, haat, haat en veel haat (v. Kursell'
blz. 53).
Er is in dit alles wel een scherpe tegen
stelling met den Heiland, die aan het kruis
bad voor Zijn vijandenHet antwoord zal
wel zijn, dat dit niet was „de Duitsche
Christus".
Hoe staat dan het Nationaal-Socialisme
tegenover de rechtvaardigheid
Het stelt macht boven recht. Het belang
van het ras is beslissend over alles. Het
arische, germaansche, Duitsche ras mag en
moet opeischen, wat voor hetzelve nuttig en
noodzakelijk is. Rosenberg leert: macht gaat
boven moraal, maar tenslotte zijn beide on
veranderlijk uitvloeisel van de voor-heer
schappij van het volksche recht". „Recht is
een dienend,- niet een beheerschend lid in
den totalen bouw van een volk". „Recht en
politiek zijn slechts twee verschillende uitin
gen van eenzelfden waarde van het ras".
„Recht is voor ons enkel en alleen, wat de
Duitsche eer dient". („Der Mythos", blz,
538-556).
Hitler is van meening, dat „de hoogstaan
de mensch (Ariër) zich de wereld in een
omvang verovert en onderwerpt, die hem
tot alleenheerscher dezer aarde maakt". Vol
gens hem is het behoud der kuituur gebon
den aan de ijzeren wet der noodzakelijkheid
en van het recht op zegepraal der besten en
sterkeren". De ras-wetten leiden tot deze
zegepraal. („Mein Kampf". blz. 315-317).
„Als veroveraar onderwierp (de Ariër) aan
zich de lagere menschen en regelde dan
dezer practische werkzaamheid onder zijn
bevel, naar zijn wil en voor zijn doelein
den". (blz. 324). „Duldt nooit het ontstaan
van twee continentale machten in Europa.
Ziet in elke poging aan de Duitsche grenzen
een tweede militaire macht te organiseeren,
al is het maar in den vorm van het oprich
ten van een Staat, die een militaire macht
zou kunnen bezitten, een aanval tegen
Duitschland, en zie daarin niet alleen het
recht, maar den plicht, met alle middelen,
zelfs met gebruikmaking van wapengeweld,
het ontstaan van zulk een staat te verhin
deren, respectievelijk hem als hij reeds ont
staan is, weer neer te slaan", (blz. 754).
Wie even de kaart van Europa beziet, be
grijpt, wat dit in Hitler's mond beteekent.
Ook dit: „Wij, Nationaal-Socialisten, moeten
onwrikbaar aan onze buitenlandsch-politie-
ke doeleinden vasthouden, n.l. aan het Duit
sche volk den hem noodigen grond op deze
aarde verzekeren. En deze actie is de eenige,
die voor God en voor onze Duitsche nakome
lingschap het inzetten van het bloed gerecht
vaardigd doet schijnen". Daarin ligt „geen
schending van heilige menschenrechten".
„Want geen volk bezit op deze aarde ook
maar één vierkanten meter grond op hooge-
ren wensch of krachtens hooger recht
Staatsgrenzen worden door menschen ge
maakt en door menschen veranderd
Gelijk onze voorvaderen den grond, waarop
wij heden leven, niet van den Hemel ten ge
schenke hebben gekregen, maar met het
inzetten van hun leven hebben moeten ver
overen, zoo zal ook ons in de toekomst de
grond en daarmee het leven voor ons volk
niet door volksche genade worden toege
wezen, maar alleen door het geweld van het
zegevierend zwaard" (blz. 739 evg.).
Wat dit alles voor de toekomst te betee-
kenen heeft, zal duidelijk zijn.
Zoo schuilt in de absolute aanvaarding
van de rassen-theorie als grondslag van de
nationaal - socialistische wereldbeschouwing
niet alleen een ernstig gevaar voor gods
dienst en zedelijkheid, maar ook voor den
vrede in Europa.
Een der bijzondere toepassingen van de
eenmaal aanvaarde rassen-theorie door het
Nationaal-Socialisme, is het anti-semitisme.
Men schrijft ons uit Rome:
Den 24sten September j.l. begon te Assisi de
plechtige viering van het eeuwfeest van de z.g.
„Cusstodia di Terra Santa".
De feesten, welke onder auspiciën staan van
het internationale genootschap voor St. Fran-
ciscusstudien begonnen met een groote processie
naar de Porziuncola-kerk waar de H. Fran-
ciscus eenmaal het besluit nam, door zijn jon
geren het H. Land te laten bewaken.
Den 30sten September heeft een groote bij
eenkomst van de Maltezer-ridders en van de
ridders van het H. Graf plaats, waarop een der
Maltezer-ridders in opdracht van den Groot
meester de geschiedenis der orde bespreken
zal, terwijl een Franciscaan een conferentie zal
houden over de Martelaren zijner orde in het
H. Land.
Treffendé plechtigheid te Cadier en Keer.
Zondag had in het Missiehuis der Afrikaan-
sche Missiën te Cadier-en-Keer het afscheid
plaats van de naar de Afrikaansche Missiën
vertrekkende missionarissen.
Z. H. Exc. Mgr. dr. G. Lemmens, Bisschop
van Roermond, zegende en reikte met assis
tentie van den Hoogeerw. heer Schoenmaeckers,
Deken van Wijk en van den Hoogeerw. Pater
dr. Monzen, Provinciaal, de missiekruisen uit.
De afscheidsrede werd gehouden door den
Zeereerw. Pater H. de Greeve S.J. Een tref
fend oogenblik was 't, toen de missionarissen:
de Eerw. paters J. Rothof, Herzig, W. Tilly,
Bastiaens, J. van Doeswijk, J. v. d. Kooy, C.
Bodewes, A. de Kok, J. Mulders, P. Meeuwen
oord, G. Rymert, J. Waterreus, H. Severiens en
de eerw. Broeder Hypolytus Nadorst, op de
altaartreden van hunne familie en belangstel
lenden afscheid namen.
De nieuwe missionarissen gaven na het
Lof, met Pontificale assistentie, aan de aanwe
zigen hun gezamenlijken zegen.
NAAR DE MISSIE.
De Eerw. Sr. Leonardo, Religieuse van het
Gez. J. M. J., in de wereld mej. Smit, geboor
tig uit Den Bosch), die leerares is geweest aan
de R.-K. Huishoudschool te Culemborg, heeft
„Mariakroon" verlaten om zich binnenkort naar
de. Missie te begeven, met bestemming voor
een nieuwe statie te Soekaboemi, N.-I.
Naar wij vernemen, is gisteren in den na
middag plotseling te Amsterdam overleden
Prof. P.Ehrenfest, hoogleeraar in de theore
tische natuurkunde aan de Universiteit te Lei
den. Een bijzonder tragische omstandigheid is
dat de hoogleeraar, die een groot vriend was
van prof. Einstein, overleed in een inrichting
waarin hij zijn zoontje, dat daar ter verpleging
was opgen'omen, had bezocht.
De onthulling van een monument, nabij
Soissons opgericht voor hen, die in de
loopgraven het leven lieten.
Congres te 's-Gravenhage.
Te 's-Gravenhage is in de zalen van den
Dierentuin Zaterdag en Zondag het eerste con
gres van de Katholiek Democratische Partij
gehouden.
In de huishoudelijke vergadering is het pro
gram aangenomen, dat dezer dagen gepubli
ceerd zal worden.
Rede partijsecretaris.
In de openbare zitting van het congres, welke
Zondagmiddag plaats vond en waarbij een
duizendtal leden aanwezig was, voerde het
eerst de partijsecretaris, de heer C. D. Wesse-
ling het woord, die, aanvangend, constateerde,
dat° de fusie tusschen Katholiek Democrati-
schen Bond en R. K. Volkspartij thans een
feit is. Bij uw actie, aldus spr., zult ge te hoo-
ren krijgen, dat wij eigenlijk renegaten zijn.
Spr. «erwerpt dat woord: Wij zijn zelfs geen
politieke renegaten. In de R. K. Staatspartij
heeft spr. steeds geijverd voor de ontwikkeling
van de democratische gedachte.
De „Stormers" doen nu eigenlijk nog eens
over een systeem, dat wij 15 jaar geleden ver
laten hebben: de St. Michaëlclub. Een poging
van prof. Veraart om een behoorlijk democra
tisch program te krijgen is niet eens in behan
deling genomen. Wij zijn nu met ons sociaal-
economisch program de Staatspartij met haar
studie-commissie vóór.
Wij zijn geen ontevredenen. Nederland moet
aan ons zien, dat een politieke katholieke een
heid wel mogelijk is. Hebben wij ooit een
politieke eenheid gelrad? Of moet men den
politieken kaderdag van Amersfoort daarvoor
aanzien?
Een politiek op ethisch-religieus standpunt
is een onmogelijkheid gebleken. Op politiek
gebied kan men er niet mee uit zich katholiek
te organiseeren, omdat men katholiek is. In
dezen tijd moet de politiek slechts rusten op
sociaal economische tegenstellingen. Wij zullen
het werk inzake de bedrijfsradenwet van minis
ter Verschuur niet kleineeren, maar men ver
gat er den naam van den auteur, prof. Veraart,
op te drukken. Spr. kantte zich vervolgens
tegen fascisme en nationaal-socialisme. Tegen
over den dwangstaat van het buitenland stel
len wij onze Nederlandsche vrijheid.
Bij de verkiezingen bleek reeds tien pet.
van het millioen stemmen der R. K. Staats
partij verloren te zijn gegaan. Als wij binnen
drie maanden nieuwe verkiezingen zouden
hebben, zou duidelijk uitkomen, dat die 10 pet.
minstens met dertig pet. zou zijn toegenomen
en wij een fractie van 3, 4 of 5 democraten
naar het Binnenhof zouden sturen.
Wij willen in Nederland een nieuwe maat
schappij vestigen, gegrond op sociale recht
vaardigheid en Christelijke naastenliefde. Wij
respecteeren ieder, die met goede bedoelingen
voor de sociale orde heeft geijverd.
Daarop was het woord aan prof. Veraart.
Rede prof. Veraart.
Deze wees eerst op de geweldige beteekenis
van dezen tijd, waarin een jong geslacht, stre
vend naar een geordend economisch leven, zich
verzet tegen het stuiptrekkend hoog-kapita-
lisme, een kapitalisme, dat zich verweert met
geweldige kracht en met machtsmiddelen,
welke doorwerken tot in de H. Kerk toe. An
derzijds laat het communisme zich gelden. Ten
slotte is er een internationale tegenwerking in de
gelederen der katholieken, waarvan een groot
deel nog niets begrijpt van de geweldige be
weging van het rijk van den arbeid en haar
niet aan kan en niet aandurft.
Het katholicisme heeft hier een reusachtige
taak. Pius XI predikt de orde der publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie als een geheel
van regelingen, waaraan onverwijld moet wor
den begonnen. Nog vele katholieken hebben
deze gedachte nog niet in zich opgenomen. Een
zelfde geschiedenis als in de jaren na „Rerum
Novarum" herhaalt zich. Nooit was het meer
de tijd van een staatkundige eenheid der katho
lieken hier te lande dan thans, met als voor
naamste taak: de opbouw van de sociaal-
economische orde. Evenwel laat de genoemde
tegepwerking in de rijen der katholieken zich
met alle kracht gelden.
Wij willen die eenheid niet tot eiken prijs.
Wij willen haar, wanneer de katholieken wil
len komen tot een democratisch eenheidsfront.
Men tracht de eenheid der Nederlandsche
katholieken te verbinden aan de R. K. Staats
partij, die een staatkundige ruïne is, waarop
de ytilen zich nestelen. Voor onze staatkundige
gedachte willen wij een nieuw gebouw hebben.
De R.-K. Staatspartij gaf, om één ding te noe
men, haar steun aan alle maatregelen, welke
meer lasten legden op het groote gezin. Ons
crisisprogram werd in de partijraadsvergade
ring in Haarlem verworpen. Nu zien wij, hoe
in de troonrede allerlei door ons verdedigde
denkbeelden, welke werden afgewezen, thans
genomen worden om voorstellen van practische
politiek te zijn. Gedwongen door anderen, be
gint men thans te begrijpen, wat er voor goeds
in geweest is.
Zij, die iets verwacht hebben van de demo
cratische ministers in het kabinet-Colijn, zijn
bedrogen uitgekomen. Ziet hoe er bezuinigd
wordt en opnieuw geheven en tijdelijke hef
fingen worden voortgezet. Wat wordt onder
nomen voor den middenstand en voor de bevei
liging der rechtspositie van de arbeiders?
Als wij het toejuichen, dat onze afgevaar
digde tegen de omzetbelasting stemde, dan
vraagt men ons: Hoe komen wij aan andere
heffingen? De cijfers staan ter beschikking aan
minister Oud:
Geheel rekening gehouden met de daling van
het belastbaar inkomen, geheel rekening ge
houden met een veel beteren kinderaftrek, zou
het alleen reeds mogelijk zijn uit de inkom
stenbelasting een hooger bedrag te halen, zon
der onverdedigbaar hooge tarieven, dat hon
derd tot honderdzestig millioen ligt boven het
bedrag, dat in 1932, door inkomsten-, vermo
gens-, verdedigings-, gemeentefondsbelasting en
de opcenten daarop, werd verkregen! Maar dan
moet men aandurven 30 van de inkomens
van 10 tot 20.000 gulden, na een beteren kin-
derenaftrek dan thans! Maar dan moet men
ook aandurven krachtige maatregelen tegen
kapitaalvlucht!
Door haar houding bij de kabinetsformatie
is de Staatspartij volledig verantwoordelijk
voor den gang van zaken. De eenige oplossing
het democratische program-ministerie, heeft zij
nooit gewild.
Telkens is men zoo verschrikt door de crisis,
dat men alles tot betere tijden uitstelt, en als
de betere tijden er zijn, zegt men: „Ieder heeft
toch zijn brood 1
Na de pauze werden korte opwekkende rede
voeringen gehouden door afgevaardigden uit
Amsterdam, Roosendaal, Hengelo, Rotterdam,
Haarlem (die het anti-militairisme propageer
de: „Geen man en geen cent!"), Tilburg, Lei
den, Amsterdam en Den Haag.
Omstreeks vijf uur sloot prof. Veraart het
congres, waar het vaak zeer geestdriftig toe
ging.
Door Enkhuizer visschers werd zooals we
reeds mededeelden Zaterdagmorgen even ten
Noorden van Enkhuizen op het strand een mo
torboot verlaten gevonden. Men vreesde dat
er een ernstig ongeluk was gebeurd en de op
varende, de heer Casteleyn uit Amsterdam, om
het leven was gekomen. Later bleek dat de
heer Casteleyn niet was verdronken. De heer
Casteleyn deelde het volgende mede:
Vrijdagmiddag was hij met de bewuste mo
torboot uit Enkhuizen vertrokken om naar
Stavoren over te steken en vandaar verder te
varen naar Leeuwarden, waar hij de boot
moest afleveren. Hij vertrok ongeveer gelijk
met de spoorboot en bleef daarachter aan
varen. Ongeveer halverwege Enkhuizen-Sta
voren, haperde er iets aan de schroef. De heer
Casteleyn besloot toen naar Enkhuizen terug
te keeren. Het was al donker toen hij de kust
naderde en hij zette het scheepje even ten
Noorden van Enkhuizen op het strand.
Aanvankelijk was hij van plan in de boot te
blijven slapen en den volgenden morgen naar
een werf te gaan. Hij kwam echter op zijn voor
nemen terug en ging naar Amsterdam om in
zijn woning rustig te slapen.
Zaterdagmorgen keerde hij naar Enkhuizen
terug om de boot ter reparatie naar een werf
te brengen. Tot zijn niet geringe verbazing was
het vaartuig verdwenen. Hij hoorde al heel
spoedig dat de boot door twee visschers was
weggehaald en naar de strandvonderij gebracht
Deze stelde den burgemeester van het vinden
van het scheepje in kennis en deelde het ook de
politie mede. Deze informeerde verder, hoorde
dat de heer Casteleyn naar zee was vertrokken
en zoo kwam het verhaal in de wereld, dat
vermoedelijk een ongeluk zou zijn gebeurd.
Nu moet u niet denken, dat de autoriteiten
mij de boot terug gaven.
De visschers hadden het vaartuig onbeheerd
gevonden, het gegeven aan de strandvonderij,
dus kwam hun een derde van de "opbrengst bij
verkoop toe. De boot behoorde volgens de wet
verkocht te worden. De burgemeester en de
politie waren na eenig onderhandelen bereid de
boot wel vrij te geven als de beide visschers,
die haar hadden gevonden, geen bezwaar
maakten.
Ook deze visschers hadden geen bezwaar
mits.de heer Casteleyn over de brug kwam.
Zij zouden met tachtig gulden genoegen nemen
en de heer Casteleyn heeft dat bedrag moeten
betalen om zijn eigendom terug te krijgen.
De autoriteiten in Enkhuizen waren van
oordeel, dat als het niet zulke fatsoenlijke vis
schers waren geweest, het den heer Casteleyn
veel meer had kunnen kosten. De boot ligt
thans ter reparatie op een werf te Enkhuizen.
In den ouderdom van 82 jaar is te Groningen
overleden Prof. dr. J. W. Mol], oud-hoogleer
aar in de botanie van de Rijksuniversiteit te
Groningen.
een A. N. w. BROOS.
In verband met het gouden jubileum van
den A. N. W. B. werd in overleg met het hoofd
bestuur door de rozenkweekerij „Hollandia",
v. h. G. A. H. Buisman Zoon N.V. te Heerde
(Veluwe) een te Saverne bekroonde roos ge
noemd de „A. N. W. B.-roos",
Vergiftiging van den hond een daad
van buitenstaanders
Zooals men weet is ten huize van den Mui-
derbergschen strandfotograaf I. het cadaver
van den hond in beslag genomen, op vermoe
den, dat deze door het eten van vergiftigde
paling is gestorven.
Het onderzoek in deze zaak is nog niet ge
ëindigd, zoo vertelde de verdediger van I.,
mr. dr. Benno J. Stokvis aan Vaz Dias. De
verhouding tusschen den fotograaf en zijn
vrouw was zeer goed, en mevr. I. denkt dan
ook geen oogenblik aan een poging tot ver
giftiging, door haar man gepleegd. De vrouw
had aangifte gedaan, omdat zij vermoedde,
dat de hond, die zeer gevreesd was in de buurt,
door buitenstaanders was vergiftigd. Daar
komt nog bij, dat I. op den dag van dé schiet
partij zelf van de paling heeft gegeten. De
hond is eenigen tijd ziek geweest en werd be
handeld door den veearts ter Beek. Ook deze
is van oordeel, dat de vergiftiging door bui
tenstaanders is gepleegd.
Mevr. I. heeft de overtuiging, dat haar man
oorspronkelijk niet is uitgegaan om zijn ge
welddaad te plegen. Hij had thuis gezegd, dat
hij een uurtje naar de raadsvergadering ging.
Hij had zelfs zijn vrouw en zoon verzocht, hem
mét de auto te komen afhalen, omdat hij in
de tram niet met zijn vijanden samen naar
Muiderberg terug wilde reizen. Dat haar man
revolvers had, was mevr. I. onbekend; hij
heeft ze gekocht in Kleef, waar hij omdat
hij aan suikerziekte leed zoo nu en dan
heen ging om een kuur te doen.
Naar de meening van den verdediger heeft
I. in een angstpsychose gehandeld, het schijnt,
zoo zeide mr. Stokvis wel vast te staan,
dat men het den fotograaf jarenlang lastig
heeft gemaakt te Muiderberg.
In een brief aan zijn raadsman schreef verd.
uit het Huis van Bewaring:
„Door angst, angst, angst gedreven, is het
vreeselijke gebeurd; de geregelde vervolgingen
van de laatste jaren hebben het zijne er toe
bijgedragen en ik ben mijn bezinning kwijt
geraakt
Mr. Stokvis toonde nog verschillende be
seheiden, waarin een legio aantal data was
opgeteekend van gevallen, waarin men den
fotograaf zou hebben beleedigd. Hij had hier
van sedert tijden aanteekening gehouden.
Het vooronderzoek in deze zaak is nog niet
geëindigd, de resultaten van het scheikundig
onderzoek zijn nog niet vastgesteld.
Als officier in de zaak treedt op mr. D.
Reilingh. Als rechter-commissaris mr. W. J.
Spreij.
Maatregelen ter voorkoming overwogen.
Op de vragen van den heer van der Sluis be
treffende het nemen van maatregelen van re-
geeringswege tot verkrijgbaar stelling in vol
doende mate en tegen billijken prijs van rauw
rund- en varkensvet, heeft minister Verschuur
thans het volgende geantwoord:
Door het prijsregelend optreden ten aanzien
van de overige vetten, ten gevolge waarvan
de rauwe vetten naar erhouding het meest
goedkoop zijn, is inderdaad een groote vraag
naar rauw vet ontstaan. Rauw vet wordt thans
voor doeleinden gebruikt, waarvoor men vroe
ger juist gesmolten vet bezigde.
De minister overweegt maatregelen ter voor
koming van een tekort aan rauw vet voor den
consument.
Duitsche contingenteering van den
invoer.
De directie van den Landbouw, deelt mede,
dat blijkens telefonisch bericht van den Rijks-
landbouwconsulent te Berlijn de Duitsche Re
geering besloten heeft den invoer van koud-
bloedpaarden te contingenleeren.
Deze contingenteering zal 1 October a.s. in
werking treden.
Het contingent bedraagt voor de periode
van 1 October 1933—30 September 1934;
70 pet. van den invoer in de periode 1 Juli 1932
30 Juni 1933.
Voor Nederland beteekent dit een aantal van
1879 stuks.
aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid
en Geloovigen.
Zaligheid in den Heer.
Weldra zal het -tien jaar geleden zijn, dat
Z.H. Exc. Monseigneur Henricus van de Wete
ring, zaliger gedachtenis, in naam van het Ne-
derlandsch Episcopaat en van de andere leden
van het Bestuur der Sint Radboudstichting onze
katholieke Universiteit heeft geopend.
Deze herdenking, B. G., is Ons een welkome
gelegenheid een kort woord tot U te richten,
een woord van dank en van opwekking.
Niet zonder zorg is in 1922 tot de stichting
van een eigen Universiteit besloten, want het
was Ons bekend, welke hooge eischen, geeste
lijke zoowel als stoffelijke, deze aan de Neder
landsche Katholieken zou stellen. Maar in blij
vertrouwen op Gods vaderlijke Voorzienigheid
en met de zekerheid van uw hartelijke mede
werking en van uw milden offerzin, waar het
geldt een buitengewoon katholiek belang te
behartigen, zijn Wij tot oprichting overgegaan.
En met vreugde mogen Wij heden getuigen,
dat ons vertrouwen niet is beschaamd. God heeft
Ons en uw aller werk willen zegenen. Het is
niet mogelijk hierbij in bijzonderheden te tre
den, maar het is Ons een behoefte des harten
om, naast kinderlijken dank aan Hem van wien
alle goede gave komt, onze erkentelijkheid uit
te spreken jegens allen, die het werk van ons
hooger onderwijs hebben gesteund, op welke
wijze en in welken vorm ook, door him gebed,
door hun geestesarbeid, door het offer van hun
persoon, door hun stoffelijken steun. Gij hebt
het woord verstaan door Mgr. den Aartsbis
schop bij de opening U op het hart gedrukt,
dat alleen een voortgezet offer ons werk in
stand en op peil kan houden. Moge uw Vader,
die in het verborgen ziet, het U vergelden.
Van vele zijden zijn reeds stemmen opgegaan,
die het verlangen uitspraken naar verdere vol
tooiing, met name naar oprichting der genees
kundige Faculteit. Het zal U duidelijk zijn,
B. G., dat Wij in deze kritieke tijden met hun
ernstige finantieele zorgen geen beroep op U
mogen doen voor de zeer groote offers, welke
deze uitbreiding zou vragen. Zij zal er te zijner
tijde ongetwijfeld komen, want om met Z.H. den
Paus te spreken: „de Nederlanders staan bekend
als goede werkers, vasthoudend, en taai vol
hardend, zij zullen ook het werk der katholieke
Universiteit voleinden."
Maar, B.G., wat Wij U wel durven vragen, en
U heden met allen aandrang vragen, is, dat gij
wilt volharden in uw trouwe jaarlijksche bij
dragen. Wijzouden u allen hierbij willen wijzen
op een middel, dat onze Heilige Vader krachtig
heeft aanbevolen in zijn vaderlijke zorg voor de
katholieke Universiteit van Italië, n.l. het zich
ontzeggen van eenig genotmiddel om datgene,
wat men aldus vrijwillig bespaart, de noodzake
lijke goede werken te helpen bevorderen. De
ervaring toont immers aan, dat ook in deze zor
gelijke tijden, de uitgaven voor genotmiddelen
nog ontstellend groot zijn. Het offer, door ver
sobering gebracht, moet Gode dubbel aange
naam zijn. In het bijzonder hopen Wij, dat allen,
die nog iets van hun overvloed kunnen afzon
deren, vooral door de toezegging van een vaste
jaarlijksche bijdrage, ons hooger onderwijs,
waarbij Wij geheel op giften zijn aangewezen,
naar beste krachten zullen steunen.
Tenslotte B.G., herhalen Wij nog eens ons
verzoek om uw gebed. Onze katholieke Univer
siteit is niet alleen een stoffelijke aangelegen
heid, maar ook en in de eerste plaats een ge
wichtig geestelijk belang. Hier geldt dubbel, in
dien de Heer het huis niet bouwt, zwoegen de
werklieden te vergeefs. Over den nood van den
tijd, klagen we allen. Maar bedenkt, dat niet de
stoffelijke, maar de geestelijke nood vooral
onze bezorgdheid moet wekken, want daarin
ligt tevens de voornaamste reden van de alge-
meene stoffelijke ontreddering van onze samen
leving. Alleen herstel en doorwerking van de
katholieke levensbeginselen kan ons redding
brengen. En volgens deze beginselen toekom
stige leiders van onze maatschappij vormen, dat
is bij uitstek de taak van onze katholieke Uni
versiteit.
Daarom hebben Wij het vorig jaar bepaald, en
bepalen nogmaals bij dezen, dat de laatste
Zondag van September telken jare op bijzon
dere wijze zal gewijd worden aan gezamenlijk
gebed voor onze Universiteit. Draagt ook het
H. Misoffer, dat gij heden bijwoont aan God op
als smeekoffer, opdat onze Universiteit haar
geestelijke zending moge volbrengen, n.l. mee
werken aan de verheerlijking van God, volgens
het epistel van dezen dag: „Aan Hem, die door
de kracht, welke in ons werkt, veel meer kan
doen, dan dat wij bidden of denken, aan Hem
zij de eere in de Kerk en in Christus Jesus voor
alle geslachten van eeuwigheid."
En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrij
ven in alle tot onze Kerkprovincie behoorende
kerken, alsmede in de kapellen, waarover een
rector is aangesteld, op Zondag 24 September
a.s. onder alle vastgestelde H.H. Missen van den
predikstoel worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht, 12 Augustus 1933.
t J. H. G. JANSEN.
Aartsbisschop van Utrecht.
t P. A. W. HOPMANS,
Bisschop van Breda.
t A. F. DIEPEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem.
t Dr. J. H. G. LEMMENS,
Bisschop van Roermond.
Voor een Nederlandsch filmjournaal.
De opnamen die de Nederlandsche Filmfa
briek Orion-Profilti te 's-Gravanhage heeft ver
vaardigd van de huldiging van de Koninklijke
Familie in het Stadion te Amsterdam, hebben
ook in het buitenland belangstelling getrokken.
Copieën van dit journaal werden aangekocht
door Engeland Frankrijk en Italië, terwijl de
UFA Berlijn zich verzekerd heeft van de rech
ten voor de overige landen van Europa.
Ook Oost- en West-Indië kochten meerdere
copieën.
Een pplichter maakte er misbruik van.
Te Utrecht werd een persoon aangehoud*p
die zich schuldig maakte aan oplichting en wel
op de volgende manier:
Hij plaatste advertenties in verschillende
bladen warin hij gegadigden opriep voor het
begeerenswaardige baantje van filmster. Zij die
erop ingingen, ontvingen een brief terug, waar
in verzocht werd een bedrag van 2,te stu
ren nar een bepaald adres, als vergoeding voor
te nemen Informaties.
Als zij persoonlijk inlichtingen wilden inwin
nen, moesten zij zich vervoegen aan een ander
adres in Den Haag. Dit laatste adres bleek ge
fingeerd te zijn en degenen die twee gulden
opstuurden hoorden niets meer van de „Hol-
landsche Filmonderneming".
De oplichter bleek een Utrechtenaar te zijn
Hij heeft bekend en zit reeds achter slot.
Het postvliegtuig „de Ijsvogel" is Maan
dag op zijn uitreis te Djask aangekomen.
De „Snip" (thuisreis) vloog Maandag van
Djask naar Bagdad.
De Amerikaansche advocaat Hays {links),
die als verdediger door Tor gier werd af
gewezen, voor het gerechtshof te Leipzig.
Algemeene weigering om aan
het werk te gaan.
Men meldt ons uit Amsterdam:
De door de werkgevers gepubliceerde laatste
oproep aan de stakende stucadoors en opper
lieden, heeft niet het minste resultaat gehad.
Geen der stakers is Maandag aan het werk
gegaan en evenmin hebben de aan de arbeids
beurs ingeschreven werkloozen, die een oproep
hadden ontvangen, zich aan het werk begeven.
De arbeidsbeurs had Zaterdag het grootste
gedeelte der ingeschreven werkloozen tegen
gisteren opgeroepen, doch zelfs met het voor
uitzicht, dat hun steun zou worden ingetrok
ken, hebben zij geweigerd, aan het werk te
gaan.
ECONOMISCHE ZAKEN OVERLEGT
MET DEN MIDDENSTAND.
Onlangs is gemeld dat bij het Departement
van Economische Zaken het voornemen be
staat contact te zoeken met middenstandsorga
nisaties op verschillend gebied en conferenties
te beleggen rakende middenstandsvraagstukken.
Zoo werden Maandag Kapperspatroonsorgani
saties aan het Departement in conferentie ont
vangen.
Aan deze conferentie, welke geleid wera
door den heer J. J. R. Schmal van het Bureau
Middenstand werd deelgenomen door vertegen
woordigers van den Nederlandschen Kappers-
bond, van de Federatie der Kapperspatroons
en van den R. K. Kapperspatroonsbond.
DE HEER KNOTTENBELT LID DER
EERSTE KAMER.
In de Maandagmiddag gehouden zitting van
het Centraal Stembureau voor de verkiezing
van de leden der Eerste Kamer is in de vaca
ture, ontstaan door het bedanken van den heer
Koster, tot lid van deze Kamer benoemd ver
klaard mr. H. J. Knottenbelt te Den Haag, thans
lid der Tweede Kamer.
In verband met deze benoeming vernemen wij
dat de heer Knottenbelt, die reeds vroeger te
kennen had gegeven, dat hij op den duur niet
lid van de Tweede Kamer wenschte te blijven,
het lidmaatschap van de Eerste Kamer zal
aanvaarden. Opvolger van den heer Knottenbelt
in de tweede kamer is de heer W. C. Wende-
laar, burgemeester van Alkmaa.r.
KEURING VOOR DEN DIENSTPLICHT
De Minister van Defensie heeft tot de burge
meesters een schrijven gericht waaraan wij
het volgende ontleeAen. In November en De
cember a.s. houdt de herkeuringsraad in eenige
gemeenten zitting. De voorzitter van den her
keuringsraad kan aan voor den dienstplicht
ingeschreven personen, die nog niet bij de land-
of de zeemacht zijn ingelijfd, doch nog met als
dienstplichtige in werkelijken dienst zijn ge
weest, de .gelegenheid geven om bij genoem
den raad een onderzoek naar hun geschiktheid
voor den dienstplicht te ondergaan. Behoudens
bijzondere machtiging van den Minister voor
noemd worden tot het onderzoek met toegela
ten, zij die bestemd zijn tot buitengewóón-
dienstplichtige, of als zoodanig zijn ingelijfd;
die in 1933 tijdelijk ongeschikt voor den dienst
werden verklaard; die als vrijwilliger belmo
ren tot de landmacht-uitgezonderd den vnjwil-
ligen landstorm-tot de zeemacht of tot de over-
zeesche weermacht; zoo het een persoon ge.dt,
omtrent wien in 1933 geen der keuringsraden
uitspraak deed; dat hij vermoedelijk onge
schikt is voor den dienst.
Naar de „Volkskrant" verneemt, is de stoom
tram „Maas en Waal" verkocht aan de Maas
buurtspoorweg Mij. Het ligt in de bedoeling de
tramweg-exploitatie stop te zetten en straks op
den nieuwen weg met autobusverkeer het per
sonen- en goederenvervoer te onderhouden.