fa^xi&hMJL&edjixg~
Meübileerin
Tdlenarr
II
DE ZAAK-MCINTOSH-TSHEKEDI.
AFSLAG
6.
f
f
f
1
«wetenschappelijk, bereid uit de edelste was-
soorten met de duürste Amerikaansche terpentijn,
5 hètjgeen zich in het gebruik- terdege openbaart.
s
DINSDAG 3 OCTOBER 1933
EEN STAMHOOFD EN HET
BRITSCHE GEZAG.
EEN GROOT KOLONIAAL
VRAAGSTUK.
EEN INTERVIEW
HET ANTI-DUITSCHE INCIDENT TE
PRAAG.
MINISTERIEEL AMBTENAAR DOODT
WERKLOOZE.
JOHANNA JOSEPHINA
PUTTERS,
SABIENTJE.
BERNARDINA CECILIA
MARIA BRUNS,
Franciscus Laurentius
van Romunde.
JACOBUS HENRICUS
0KHUIJZEN,
Dr. CLEMENS MEULEMAN,
Adverteert in
dit Blad
A He kinderkleedinq met
kleine 5tijqinq per meet.
Commissie voor Onderwijs aan Volwassenen Schiedam.
LANGE HAVEN 55 en
WESTVEST 44,
BOTERSTRAAT 19,
GENEESMIDDELEN
en GENEESWIJZEN
LONDEN, 29 September 1933.
Het departement voor de dominions heeft
medegedeeld, dat de koning besloten heeft
Tshekedi te herstellen in zijn waardigheid van
(waarnemend) hoofd van den Bamangwato
stam in Bechuanaland.
Het besluit is genomen op advies van den
hoogen commissaris voor Zuid-Afrika, sir Her-
bert Stanley, en den secretaris voor de domi
nions, mr. J. H. Thomas.
Een deel der openbare meening heeft bij
voorbaat duidelijk te kennen gegeven, dat
Tshekedi's herstel niet in haar smaak zou val
len. Een ander deel der openbare meening,
vooral voor zoover zij tot uiting komt in pro-
testantsch-kerkelijke kringen, heeft krachtig
voor dat herstel geijverd.
De zaak-Tshekedi heeft in Engeland groote
beroering verwekt. Belangrijke beginselen
stonden er bij op het spel, beginselen van be
stuurlijken, en van ethisch en en moreelen
aard, waarvoor geen groot koloniaal volk on
verschillig kan blijven.
De toedracht der gebeurtenissen was, zeer
in het kort, a.v.:
Een in het gebied van Tshekedi wonende
Europeaan, Phineas Macintosh genaamd, „had
gone native", was „inboorling geworden". Deze
uitdrukking wordt toegepast op blanken, die
een meisje uit een inlandschen stam huwen,
vooral wanneer zij vervolgens bij den stam blij
ven. Dit laatste is meestal bijna een noodza
kelijkheid, daar een met een inboorlinge ge
huwde niet meer tot de samenleving der blan
ken toegelaten wordt.
Phineas Macintosh blijkt een slecht individu
geweest te zijn, dat zich ook aan andere vrou
wen en meisjes van den stam vergreep. Op
zekeren dag diende de echtgenoot van een der
beleedigde vrouwen hem een afstraffing toe;
de zaak werd voor de inlandsche rechtbank
gebracht, en deze veroordeelde Macintosh tot
geeseling.
Later verklaarde de blanke, dat hij zich aan
de uitspraak onderwierp, daar hij zich geheel
als een lid van den stam beschouwde.
Het eerste bericht, dat hieromtrent in En
geland kwam, was gedateerd van Zondag, 10
September, en door Reuter uit Pretoria ver
zonden. Het luidde:
„Een Europeesch bewoner van Bechuanaland
is gegeeseld, krachtens een vonnis van de in
landsche rechtbank te Kgotia, aldus rappor
teert de magistraat te Serowe. De hooge com
missaris heeft een onmiddellijk onderzoek ge
last, en bevindt zich met den resideerenden
commissaris op weg naar het district. Een
marine-escort begeleidt hen".
Dit was niet geheel juist. Niet de hooge com
missaris, doch diens plaatsvervanger, vice-
admiraal Evans, de opperbevelhebber van het
Afrikaansche marinestation, was naar Bechua
naland vertrokken.
Het onderzoek en de rechtzitting hadden met
groote plechtigheid plaats. Zij zouden prach
tige hoofdstukken opgeleverd hebben voor een
avonturen-roman voor de „de rijpere jeugd".
De admiraal werd met eereschoten ontvangen;
honderd mariniers en honderd matrozen, wel
gewapend o.a. met machinegeweren
dwongen den duizenden inboorlingen die sa
mengestroomd waren, en wier vredelievende
bedoelingen eenigszins in twijfel getrokken
werden, het noodige respect af.
Tshekedi, die zich onder z.g. „open arrest"
bevond, woonde de zitting bij in gezelschap
van twee advocaten en eenige zendelingen. Aan
het slot las de admiraal, die gestoken was in
zijn van goud schitterend uniform van plaats
vervangend hoogen commissaris, een uitvoerig
gemotiveerde uitspraak voor. Hieraan werd ten
volle hulde gebracht aan Tshekedi's bestuurs-
methodes, zoowel als aan zijn zedelijken le
venswandel, maar wegens de schending eener
protectoraatswet werd hij geschorst als (waar
nemend) stamhoofd en tot nader order buiten
de Bamangwato-reserve gebannen, en wel naar
het Tati-district.
Tevens besliste de admiraal, dat Mc. Intosh,
en een andere jonge man van hetzelfde allooi,
Mc. Namee, ongeschikt waren om in de inboor
lingen-reserves te wonen. Hun werd dus gelast
deze te verlaten, terwijl zij bij terugkeer in
overeenstemming met de wet gestraft zouden
worden.
Onmiddellijk werd, zoowel in Engeland als
in Zuid-Afrika, van verschillende zijden critiek
uitgeoefend op de uitspraak van admiraal
Evans, en een krachtige actie werd op touw
gezet om een herziening te verkrijgen. Zooals
gewoonlijk in dergelijke gevallen dachten die
genen, die er zoozeer naar streefden „recht"
te verschaffen aan Tshekedi, er geen oogenblik
aan, dat ook admiraal Evans aanspraak kon
maken op fair play.
Alvorens het verdere verloop der zaak te
volgen, dienen wij eenige toelichtingen te
geven.
Bechuanaland is een der drie Zuid-Afrikaan-
sche protectoraten; de beide anderen zijn Basu-
toland en Swaziland. Zij worden geregeerd van
Londen uit, door het departement van kolo
niën, dat zich vertegenwoordigen laat door den
hoogen commissaris voor Zuid-Afrika. Het be
stuur wordt uitgeoefend door residenten (resi
dent commissioners), die onder den hoogen
commissaris staan.
De drie protectoraten hebben dus met de
Zuid-Afrikaansche Unie niets uit te staan, doch
in Basuto en Bechuana bestaan sinds lang
krachtige stroomingen ten gunste van inlijving
bij de Unie; hiervoor ijveren vooral de Hol-
landsche kolonisten. In dit verband verdient
het de aandacht, dat vele bladen in Zuid-
Afrika de scherpste critiek uitgeoefend hebben
op het oordeel van admiraal Evans.
Het „vonnis" was zeer zwaar. De loopbaan
van een jong en veelbelovend stamhoofd werd
er door gebroken. Velen hadden gedacht, dat
hem slechts een boete van zooveel honderd
stukken vee zou worden opgelegd.
Zijn schorsing en tijdelijke verbanning zijn
het gevolg hiervan, dat hij reeds meermalen
met de administratie in botsing geweest is, en
zelfgerechtigd als hij was, steeds minder nei
ging vertoonde zich aan de Britsche autori
teiten te storen. Het vorige jaar nog was hij
gewaarschuwd en berispt wegens de onmen-
schelijke geeseling van drie Mosarwa-slaven,
die in dienst geweest waren van Rabaya, Tshe
kedi's voornaamsten raadgever. Rabaya klaag
de deze mannen voor de inlandsche rechtbank
aan wegens een poging tot ontsnapping. Tshe
kedi veroordeelde hen tot geeseling en tot den
dood. Vastgebonden aan boomen werden zij,
met honderden zweepstriemen overdekt, en de
huid van hun lichamen gereten, achtergelaten
als prooi der verscheurende dieren. Toch wis
ten zij zich te bevrijden, maar een hunner
bezweek weldra in het hospitaal. Lobatsi werd
gearresteerd, en stond wegens moord terecht,
terwijl Tshekedi een ernstige waarschuwing
kreeg.
De stamhoofden, wier aanstelling door den
koning goedgekeurd moet worden, zijn strikt
gehouden aan de bestuursvoorschriften, welke
het zelfbestuur der inlandsche reserves be
perken. Een dier voorschriften luidt, dat geen
blanke voor een inlandsche rechtbank gedaagd
kan worden. In deze streken, waar de Euro
peanen zeer dun gezaaid zijn, en waar de po
litie uitgeoefend wordt door een uiterst klein
aantal Europeesche beambten, moet de supe
rioriteit van het blanke ras ook in de wetten
vastgelegd worden, daar het anders met de
HET FAMILIE- EN GEZINSLEVEN
De ontreddering
Weken en weken duurt het nu al voort in de
Fransche pers, 't is alsof het kwade geweten
niet tot zwijgen kan komen, het sinister geval-
Violette Nozière heeft nog altijd durend de be
langstelling. Het is een actueel probleem ge
worden, dat zich niet tot het simpel gevoel
bepaalt.
De zaak Violette Nozière openbaart een gees
tesgesteldheid, een moderne mentaliteit, die
aanleiding geeft tot verontrusting en bescha
ming.
Wie is Violette Nozière
Een jong meisje van achttien jaar, dat reeds
van haar veertiende jaar een leven zoekt van
louter pleizier, nachten achtereen van huis
bleef en deze zoek bracht in amusementslo-
calen van het nachtelijk Parijs.
Zij bestal voortdurend haar ouders om zich
middelen te verschaffen om aan haar geneug
ten en verlangens te voldoen.
Eindelijk, een paar weken geleden, vergiftig
de zij haar vader en moeder, en opdat 't dezen
keer probaat en radicaal zou werken, zette zij
bovendien nog de gaskraan open, en na zich
nog ettelijke duizenden francs toegëeigend te
hebben, verliet zij welgemoed de ouderlijke
woning om zich ongestoord en onbezwaard
aan haar nachtelijk vermaak te wijden. De
vader bezweek onder het heilloos attentaat
van zijn dochter, de moeder ontsnapte nog op
het laatste oogenblik aan den gewelddadigen
dood.
De politie tastte in geen mysteries, de moe
der, bij bewustzijn gekomen, beschuldigde haar
eenige dochter van dezen opzettelijken moord
en wist haar kind geen beteren raad te geven
dan zich zelve ook maar onverwijld van kant
te maken.
De vader, een verwoed en strijdbaar commu
nist, wordt zelfs in zijn gruwzamen dood nog
door zijn ontaarde dochter op de meest schan
delijke wijze onteerd, de moeder, stelling ne
mend tegen haar eigen kind, zal trachten de
nagedachtenis van hem, die haar man was, nog
in eere te houden.
Het Fransche geweten schrikt niet al te
schichtig op bij de sensatie van een moord, de
Fransche pers leeft van dagelijksche gruwel
verhalen, van moord en doodslag. Maar het
geval-Nozière is haar blijkbaar toch al te kras.
De afschuwelijke gedragingen van deze jonge
vrouw, een meisje nog, dat den lieflijken naam
draagt van Violette, openbaart hier een ver
schijnsel van verwildering bij de opgroeiende
jeugd, dat niet nalaat de geesten ernstig te
verontrusten. Dit verschijnsel bepaalt zich ze
ker niet bij Frankrijk alleen, alom wordt ge
waagd van een na-oorlogsche jeugd, die zich
aan geen gezag of gebod meer houdt en zich
ten doel stelt eigen leven onafhankelijk vrij en
frank, dat ook bandeloos beteekent, uit te leven.
Jeugd, die reeds aanvangt bij veertien, vijf
tien jaar, zooals bij deze Violette Nozière, welke
term ook ten onzent niet onbekend is, gezien
het boek van Yo Manders „Bandeloozen", waar
van de jonge schrijfster getuigt, dat het naar
waarheid is geschreven.
De kinderen zijn het ouderlijk gezag ont
groeid, de ouders op hun beurt doen dit ge
zag niet meer gelden, eensdeels omdat zij
zelve het zeggenschap verloren hebben, ander
deels omdat zij vaak zich dit gezag niet meer
waardig toonen.
heerschappij van dat ras spoedig gedaan zou
zijn.
„Going native" geldt dus als een maatschap
pelijk vergrijp, waardoor het prestige der blan
ken, en bijgevolg hun veiligheid, aan het groot
ste gevaar blootgesteld worden.
Terwijl de blanke onaantastbaar moet zijn
voor den zwarte, heeft hij ook den plicht door
heel zijn optreden eerbied af te dwingen. Een
man, zooals Mc Intosh, die zich „vergooit",
is een gevaar voor het aanzien en dus voor de
heerschappij der Engelschen. Maar zelfs dit gaf
Tshekedi niet het recht hem, in strijd met de
bestuursvoorschriften, terecht te doen staan en
te vonnissen. Met het oog op zijn antecedenten
zag men hierin een opzettelijke uitdaging van
het Britsche gezag. Vandaar de strengheid van
admiraal Evans' beslissingen.
Wat het schrikkelijk geval-Nozière op een
ontzettende wijze belicht, is de ontreddering
van het familie- en gezinsleven.
Over deze ontreddering van het familie- en
gezinsleven schrijft Georges Lecomte, lid van
de Academie Frangaise, naar aanleiding van
het geval-Nozière een alarmeerend artikel in
„le Journal".
En hij begint met een tragische geschiede
nis, als een soort oude parabel, van een kind
van zwakke ouders, dat in alles zijn eigen zin
netje doordreef. Op school bestal het zijn mede
leerlingen, de fouten werden door de verblinde
en zwakke ouders niet gestraft, noch afge
keurd. Student geworden, werd 't een slechte
jongen, die van kwaad tot erger komt. Van
diefstal kwam hij tot moord en tenslotte werd
hij tot het schavot veroordeeld.
Op den dag, dat het vonnis aan hem zou
worden voltrokken, vroeg hij, de handen reeds
gebonden op zijn rug, als een laatste gunst zijn
vader nog eens te zien en te mogen omhelzen,
een gunst, die hem natuurlijk werd toegestaan.
Maar op het oogenblik, dat de vader hem wil
de omhelzen en voor 't laatst den mond kus
sen, beet de zoon met twee scherpe tanden zijn
vader een oor en een gedeelte van den neus af.
En terwijl de oude man 't uitbrulde van de
pijn, sprak streng de ter dood veroordeelde
zoon„ik heb u willen straffen, omdat gij mij
zoo slecht hebt opgevoed. Zonder uw onop
lettendheid en zwakheid zou ik hier niet heb
ben gestaan."
Misschien is dit verhaal een fabel, een para
bel, een exempel, dat alleen op fantasie be
rust, maar hier bij het geval-Nozière staan we
toch wel voor de gruwelijke werkelijkheid.
Hier is een meisje, een eenig kind, die van
haar veertiende jaar af vrij vagebondeerde, dat
mocht uitgaan, gelijk zij verkoos, ook des
nachts. Zij verzuimde de school en rapporten,
die haar nalatigheid ambtelijk signaleerden,
wist zij handig te verdonkeremanen. Onder de
oogen van de ouders bracht het meisje vuile
boeken, onzedelijke liedjes, obsceene prenten
naar huis, het verzorgde een soort van lingerie,
die 't ergste moest doen vermoeden. En in-
plaats van het kind te controleeren, te straf
fen, te verbieden, lieten de onverantwoordelijke
ouders het kind vrij zijn gang gaan. Het meisje
behoefde niet te leeren, geen vak te kennen,
geen atelier te bezoeken. Het leefde in een
net van leugens, bestal voortdurend haar ouders
om met het gestolen geld zich opschik te koo-
pen. De ouders durfden haar niet te verwijten,
noch te beschuldigen.
En het eind was, dat zij, achttien jaar oud,
kwam tot de meest onmenschelijke misdaad, en
de uitvaart van haar ouders ging vieren te mid
den van muziek en dans in een Parijsch nacht-
locaal.
Er is na den oorlog een ontreddering van
het gezonde familieleven gekomen, niet al
leen in Frankrijk, en deze ontreddering be
staat in een ontbreken van het gezag en een
verwaarloozing en onoplettendheid ten op
zichte van de kinderen.
Leeraren en directeuren van scholen, col
leges en instituten betreuren de onverschillig
heid en het gebrek aan energie bij de ouders.
Zij mogen al nog zooveel rapporten schrij
ven of bemerkingen maken, 't komt hun voor
dat de ouders er geen aandacht aan wijden
noch zelfs de moeite doen om er kennis van
te nemen.
Ouders durven zich niet meer te verzetten
tegen de overmoedige eischen van hun kinde
ren, en geven hun uit vrees om voor „oude
pruiken" te worden uitgemaakt, een onbe
perkte vrijheid, die niet zonder bedenkelijke
gevaren is.
Dezer dagen sprak voor de radio ten onzent
een pasdagoog op een zoogenaamden Ouder
avond en zijn onderwerp was „de sfeer van
gezin en familie".
Het kind, beweerde hij, was in zekeren zin
het product van zijn milieu en omgeving.
Zoo gezien was deze ongelukkige Violette
Nozière het opvoedingsproduct van een com
munistische vader en moeder. Een communis
tische vader, die droomde van een betere en
gelukkige maatschappij en samenleving, en die
zelf zijn eigen dochter, zijn eenig kind, niet
wist te bestieren en te regeeren.
En zelf het gruwelijk slachtoffer werd van
zijn ongelukkige leer en practijk.
Praatjes en fantasieën
Een verhaal met 'n kern
van waarheid
We hebben het in den loop der jaren al aar
dig wat keeren over John D. Rockefeller ge
had. Dat komt, omdat 'n zeker percentage, leze
ressen vooral, het pleizierig vindt, om wat van
'n millionnair te lezen; en omdat een ander per
centage, lezers vooral, er graag bij tijd en wijle
nog eens aan herinnerd willen worden, dat er
mannen zijn, die leelijker zijn dan zij zelf; en
dat komt omdat de rest, die van de honderd
procent overblijft graag bedot wil worden, want
laten we nu maar 'n keer eerlijk zeggen, zoo
als het is: alles wat we hier zooal van meneer
Rockefeller lezen is maar fantasie; natuurlijk
is meneer John D. niet veel geld rijker dan
hij op kan; en natuurlijk speelt hij niet altijd,
dag aan dag, van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat golf; hij op zijn leeftijd piekert heusch
wel 'ns over den dood, geloof dat vrij; en na
tuurlijk is hij niet van uur tot uur omringd
van vier-en-twintig detectiven; 'n ordentelijke
huisknecht is werkelijk twee dozijn detectiven
wel de baas.
We hebben net weer het genoegen gehad om
een ellenlang artikel van 'n journalist met 'n
Italiaanschen naam te savoureeren, die beweert
bij John D. geweest te zijn. We bedanken er
voor om dat artikel te exerpeeren, want 't is
allemaal weer fantasie, naar onze heilige over
tuiging. De keten van anecdoten, de berg van
lofprijzingen, de ontleding van 's mans karak
ter wordt besloten met de bewering, dat John
D. zoo moeilijk te begrijpen is als een bladzij
van een Russischen roman. Dat is 'n goed einde
voor 'n artikel, om er een even lang vervolg
op te pennen.
In dat artikel wordt beweerd, dat John. D
een ontzaglijke luiaard is, dat hij op twintig
jarigen leeftijd nog te lui was om 'n hand uit
de mouw te steken, en nooit moet hij meer
hebben gewerkt dan zes uren per dag, en dan
moest hij nog 'n goede bui hebben.
Deze kijk op iemand, die negenhonderd mil-
lioen rijk is, moet natuurlijk voor 't eerste het
beste opvoedkundig tijdschrift gewijzigd wor
den. In dat artikel wordt ook beweerd, dat
John D. die vierhonderdvijftig millioen dollar
aan liefdadige werken weggaf, nog nooit een
cent in den hoed van den bedelaar wierp, die
op den weg van John D's huis naar zijn kan
toor zit te bedelen.
Dat alles zijn maar praatjes. De volksver
beelding neemt graag aan, dat die formidabele
rijkaard aan een ziekte lijdt, die van 's mans
gezicht een apentronie maakt, en hem belet
om te sterven.
Maar één verhaal wordt er in het bewuste
artikel ten beste gegeven, waarin wel 'n kern
van waarheid kan schuilen; en indien ook dat
ons op de mouw gespeld wordt, dan biedt het
toch in elk geval wel wat leerzaams voor de
vele beroemde lieden, die er onder onze lezers
zijn en voor de anderen, die rijk en beroemd
willen worden.
De Italiaansche journalist, die dan voor een
Duitsch blad in Amerika een interview met
Rockefeller wenschte, verzekert, dat hij zijn
zin heeft gekregen. Meneer de oliekoning was
weer aan 't golven, zoo maar gezellig in z'n
eentje, alleen vergezeld van 'n knecht, die de
sticks droeg en die tevens detective was. Onze
zegsman werd door den huismeester op het
golfveld geïntroduceerd, en zoodra John D. in
de gaten kreeg, dat er weer een aanslag ging
gepleegd worden op het raadselachtige van zijn
rijkdom, zijn luiheid, zijn inborst, zijn golf-
spel, zette hij een gerustgesteld gezicht, omdat
de huisknecht er bij was, en vroeg hij den jour
nalist naar diens leeftijd. Toen John D. daar
op antwoord had gekregen, vroeg hij kort en
éénlettergrepig: naam, gehuwd, beroep Hij
verwaardigde zich om korte raadgevingen ten
beste te geven, maar vervolgde zonder pauze:
hoeveel verdient u; waar woont u; hoe laat
staat u op; hebt u gespaard; gaat ge naar de
kerk; drinkt u; rookt u
En ten slotte constateerde John D.: „u bent
me niet onsympathiek". Daarbij greep hij in
zijn vestzak en gaf den journalist een dub
beltje.
„Ik wil wat voor u doen", zeide hij dood
ernstig. „Hier hebt u het begin van een ver
mogen".
De journalist, moedig geworden, dacht dat
het nu zijn beurt was, om een en ander te vra
gen, en hij begon al: „meneer Rockefeller, mag
ik u Maar meneer Rockefeller was al
twintig meter weg aan 't golven, en de detec
tive stond dreigend tusschen beiden.
„Als u vragen wilt", waarschuwde hij, „drijft
u John D. op de vlucht".
Als John D. zich zoo laat interviewen moeten
er wel fantastische verhalen van hem geschre
ven worden.
Rockefeller zelf kan dat alleen verhoeden,
door zelf de interview's te publiceeren van hen,
die hem lastig vielen. Ook deze zouden welis
waar fantastisch uitvallen, maar praatjes en
PRAAG, 2 October (W.B.) De plaatsvervan
ger van den Tsjecho-Slowaakschen minister
van buitenlandsche zaken, dr. Krofta, heeft
een bezoek gebracht aan den Duitschen gezant
te Praag, dr Koch, waarbij dr. Krofta den
Duitschen gezant zijn leedwezen heeft betuigd
met het incident van Zaterdag, waarbij een
Duitschen legatie-secretaris het hakenkruis
insigne van de borst werd gerukt.
EEN GROOTE DIEFSTAL TE MOSKOO.
HELSINGFORS, 2 October (R.O.) Volgens
berichten uit Moskou zijn drie vooraanstaande
Russische ambtenaren gearresteerd, in verband
met het verdwijnen van twee prachtige hals
snoeren, die eens eigendom zijn geweest van
Catherina, de groote, van Rusland, en een
waardevolle Rubens.
Deze kunstvoorwerpen werden met andere
juweelen, schilderijen en beeldhouwwerk uit
de musea te Leningrad en Moskou per trein
vervoerd naar het buitenland, om daar ver
kocht te worden.
Aan de Poolsche grens werd de collectie ge
controleerd door de Russische autoriteiten, die
tot hun ontzetting bemerkten, dat de beide
halssnoeren en de Rubens verdwenen waren.
Men heeft vastgesteld, dat de diefstal moet
hebben plaats gehad te Moskou.
EEN LOCOMOTIEF, DIE 150 K M. PER
UUR HAALT.
MüNCHEN, 2 October (H.N.) Vanmorgen is
op het traject Ulm-München een proef geno
men met een electrische locomotief, die een
snelheid van 150 K.M. kan bereiken.
Op de lijn Stuttgart-München zal, indien tot
electrificatie wordt overgegaan, met een snel
heid van 104 K.M. worden gereden. De maxi
mum snelheid, die de Orientexpress op dit
traject ontwikkelt, bedraagt 83 K.M.
BLOEMFONTEIN, 1 October. (R.O.) De chef
de bureau van het departement van opvoeding,
W. F. Bezuidenhout, heeft in zijn woning een
man, die verklaarde een werkloos onderwijzer
te zijn en Bezuidenhout aanviel, doodgescho
ten. De aanvaller had eveneens geschoten.
BRITSCHE HULDE AAN DUITSCHE
DOODEN.
LONDEN, 2 October (V.D.) Een afdeeling van
de Britsche oud-frontstrijders-organisatie, het
Britsch legioen, heeft gisteren een herdenkings
plechtigheid gehouden op het graf van de zes
tien Duitschers, die indertijd om het leven
kwamen bij het neerstorten van de Zeppelin
L 48 bij Theberton.
De aanwezigen stonden gedurende twee minu
ten zwijgend, de vaandels omlaag gericht, bij
de Duitsche graven.
De Heer en Mevrouw
VAN BERKEL—JASPERS
geven met blijdschap kennis van
de geboorte hunner Dochter
AGNES.
Gouda, 2 October 1933.
11886G 6
Heden overleed te Amster
dam, tijdig voorzien van de
H.H. Sacramenten der Ster
venden, onze innig geliefde
Moeder, Behuwd- en Groot
moeder, Mevrouw
Weduwe van den Heer
Gerardus Christianus
Jacobus Teulings,
in den ouderdom van 75 jaren.
Arnhem:
M. VAN AUBEL—Teulings
Dr. E. VAN AUBEL
en Kinderen
Breda:
HENRIETTE TEULINGS
Amsterdam:
J. TEULINGS
TH. TEULINGS
's-Hertogenbosch:
Mr. J. VAN ROOSMALEN
en Kinderen
Arnhem:
J. GRUNDEMANN—Teulings
G. GRUNDEMANN
en Kinderen
Nijmegen:
J. HERMESDORF—Teulings
Mr. B. H. D. HERMESDORF
en Kinderen
F. TEULINGS
R. TEULINGSMogendorff
en Kind
Breda:
INE TEULINGS.
De plechtige Uitvaart zal
plaats hebben op Woensdag
4 October a.s., 9 uur in de
St. Antoniuskerk (Mozes en
Aaronkerk), Waterlooplein,
Amsterdam, waarna de be
grafenis op de R. K. Begraaf
plaats te Vught.
Geen bezoek. Geen bloemen.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Amsterdam, 30 Sept. 1933.
Plantage Parklaan 6.
61390 53
Heden overleed, 1% jaar oud,
ons lief Dochtertje en Zusje
H. J. KNAVEN
S. KNAVEN—Rademaker
MARIE
WIESJE
FRANS
HANS.
Nijmegen, 1 October 1933.
Kronenburgersingel 5.
Eenige kennisgeving.
61392 14
Eenige en algemeene kennisgeving.
Heden overleed zacht en kalm,
voorzien van de H.H. Sacra
menten der Stervenden, in
den ouderdom van ruim 81
jaren, onze lieve Moeder, Be
huwd- en Grootmoeder, Me
vrouw
Weduwe van den Heer
Utrecht:
Dr. L. H. VAN ROMUNDE
J. VAN ROMUNDE-Terwindt
en Kinderen
Schiedam:
R. GEERDES, Arts
M. GEERDESVan Romunde
en Kinderen
Den Haag:
C. VAN ROMUNDE.
Den Haag, 1 October 1933.
Stadhoudersplein 106.
De H.H. Uitvaartdiensten zul
len plaats hebben in de paro
chiekerk van de H.H. Marte-
laien van Gorcum te Den
Haag, op Woensdag 4 Octo
ber a.s. De stille H.H. Missen
te 8 en 8% uur, de gezon
gen H. Mis van Requiem te
10 uur, wanrna begrafenis op
het R. K. Kerkhof te Utrecht.
Geen bloemen.
61392 40
Gesterkt door de Genademid
delen der H. Kerk, overleed
in huize „Vrede-Oord" te Kra
lingen, den 29en September,
onze beste Man en Vader
Gepens. Adjudant der Kon.
Ned. Marine,
in den ouderdom van 67 jaar.
P. J. OKHUIJZEN
De Looze
R. OKHUIJZEN T. O. Fr.
Schiedam,
Alb. Thijmstraat 69a.
De gezongen H. Uitvaart
dienst zal worden gehouden
in de Kapel van Huize „Vre
de-Oord", Dinsdag 3 October
om 8 uur, waarna de begra
fenis plaats heeft op het R.K.
Kerkhof te Crooswijk.
61373 MV 26
De plechtige Jaardienst voor
de zielerust van
zal gehouden worden in de
Kapel van de R. K. Vereenl-
ging „Moederschapszorg" (de
Kweekschool voor Vroedvrou
wen) te Heerlen, op Dinsdag
10 October a.s. om 10 uur.
61368 11
op Vrijdag 6 October, van het Hee
renhuis,
SINGEL 162
en de Werkplaats,
OOSTSINGEL 9/11,
groot ongeveer 2 aren 23 c.A. en
1 are 80 c.A.
Trekgeld 7600.— en ƒ1600.—.
Notaris P. SCHABERG.
12916S 12
Elegante |onge
damesmantel van
moderne wollen
pled de poule,
geheel met rijde
gevoerd, aparte
schouder- en
"i o u wgarneering
Meisjesjekker
prima wollen
blauw en bruin
ratlné, speciaal
■oiled afgewerkt.
Leeftijd 6 jaar
Aardige meisjes
jurk van prima
wollen ruit met
rijden kraagje en
manchetten.
Leeftijd 7-8 jaar
Ongelijke jongens
ulster. soiled afge
werkt met breed a
belegsels: In de
nieuwste winter
stoffen, leeftijd
Jongensjasje van
prima moderne
stof, nieuwste
tinten en dessins,
leeftijd 4 jaar
0 Ja*'
Inschrijving van Leerlingen in de Openbare School Prins Maurits-
straat op Donderdag 5 October a.s. 's avonds 8 uur.
Onderwijs wordt gegeven in: Nederlandsche Taal, Schrijven, Rekenen,
Boekhouden, Engelsch, Duitsch, Esperanto. Bij genoegzame deelneming
wordt ook onderwijs gegeven in andere vakken (Fransch).
Lesgeld: Ned. Taal en Rekenen 15 cent per week. Overige vakken 6.-
per cursus van 40 lesuren. Voor de Commissie:
Dr. W. J. Smit, Voorz. Th. v. Woerkom, Secr. Th. J. H. Mouwens, Penn.
12918S 20
Groot# kous# Jongens- on Maisjosjokkors
in blauw on bruin ratlné voor werkelijk
lage prijzen.
HOOFDSTEE.G-HOUTTUIN B0EREN5TEIGER MIDDENSTEIGER
O OTTË O OA."
Maak uw woning
gezellig en intiem
door er onze
MEUBELEN
GORDIJNEN
enz. in te brengen.
Artistiek ingericht,
behoeft niet dnur
te zjjn. Tol en aar
is daarvoor uw adr.
FikrM ItMfwtr. Hl-tt
Teiet MOI1-MIM-U1I
BOEIEM5IN6&L 193
ROTTERDAM
De Notaris H. B. E. BLAISSE, te
Schiedam, zal op Vrijdagen 6 en
13 October 1933, telkens des v.m.
11 uur, bij veiling en afslag, in den
Ned. R. K. Volksbond, te Schiedam,
in het openbaar verkoopen
De hecht en sterke onlangs geres
taureerde FABRIEKS- en KAN
TOORPANDEN met overbouwden
gang, te Schiedam, aan de
kad. Sectie C. no 1254, groot 4 A.
15 c.A.
Grondbel. ƒ160.20. Straatbel, ƒ67.01.
Een PAND waarin Café en woning
m. open plaats en erve, te Schiedam
kad. Sectie B. no. 421, groot 58 c.A.
Verhuurd voor 624.per jaar tot
30 April 1936 met 4 optiejaren.
Grondbel. ƒ17.03. Straatbel, ƒ7.11.
Betaling 6 November 1933, met bij
betaling van 6 's jaars. Aanvaar
ding dadelijk na toewijzing.
Inlichtingen en toegangsbewijzen
ten kantore van genoemden No
taris, Nieuwe Haven 149, alhier.
12890S 32
WORDEN IN DIT BLAD IN
ZOOVERRE SLECHTS OPGENO
MEN, INDIEN ZIJ VOORAF
VOORZIEN ZIJN VAN HET
STEMPEL „GEEN BEZWAAR"
TEGEN DE PLAATSING, AFGE
GEVEN DOOR DE: COMMISSIE
VAN CONTROLE OP DE AAN
PRIJZING VAN GENEESMID
DELEN EN GENEESWIJZEN.
BETREFFENDE
■■'■tl