VERGIFTIGD ZUID NIEUW GUINEA.
V
INKRIMPING RUNDVEE
STAPEL.
Wat is na dertig jaren bestuur van de
bevolking overgebleven
1
DE JONGEREN IN POLEN.
KUNNEN ZE VOLHOUDEN.
De strijd voor het Katholiek onderwijs.
DALADIER TE VICHY.
VOOR 1 MILLIOEN DOLLAR DRANK
AANGEHAALD.
ALS MELBOURNE 100 JAAR BESTAAT
HET CENTRUM IN HET SAARGEBIED.
Mogelijkheid van afzet van vee naar
het buitenland nog niet
uitgesloten.
NIEUWE AARDBEVING IN ITALIË.
TUSSCHEN DE VISCHMANDEN. Een groep Schotsche vrouwen zit te breien aan
de haven van Yarmouth, waar de eerste vangst wordt verwacht van 't haripgseizoen.
haripgseizoen.
Onze Regeering heeft zich van N.-Guinea,
speciaal van Zuid N.-Guinea nooit veel aange
trokken. Tot koit geleden prijkte het op de
landkaart met dezelfde kleur als de andere
eilanden van den Nederlandsch Indischen Ar
chipel: dat was het eenige teeken, dat het er
bij hoorde.
Een 35 jaren geleden werd te Merauke een
bestuurspost opgericht; niet uit overtuiging,
maar onder drang van Engeland, dat zich be-,
klaagde over voortdurende invallen van kop
pensnellende Nederlandsche onderdanen op
Engelsch gebied.
Dat kon verwikkelingen geven; dat moest
dus voorkomen worden. Verder trok men zich
van die Nederlandsche koppensnellende onder
danen weinig aan, als ze maar op eigen terrein
bleven....
Toch laaide de belangstelling even op: Zuid
N. Guinea bleek een dorado te zijn voor de pa
radijsvogeljacht. Van alle oorden van den Ar
chipel stroomden gelukzoekers bij heele ben
den toe en werden op de vogelvrije, verre bin
nenlanden losgelaten. Dat het op de strooptoch
ten dier vrijbuiters vaak schandelijk toeging,
wist iedereen; pigi prang ketjil, oorlogje gaan,
spelen, noemden ze het zelf. Doch men kneep
de oogen vast toe en stopte de ooren dicht: de
jacht bracht veel geld in 't laadje: non olet.
dat riekt niet
Alras brak onder da inboorlingen een vree
selijke venerische ziekte uit. Velen beweren,
en volstrekt niet op losse gronden, dat deze
ziekte door de avonturiers zou zijn ingevoerd;
doch afdoende bewezen is dat niet. Wegens de
schandelijke uitspattingen op zedelijk gebied,
die onder de inboorlingen gebruikelijk waren
woedde de ziekte op ontzettende wijze voort
In den tijd van tien jaren stierf de bevolking
voor twee derden uit!
De noodkreet der missionarissen over
Uitstervend Zuid Nieuw Guinea
werd niet gehoord.
Toch werd in 1920 de bestrijding met kracht
ter hand genomen. Alweer niet uit overtuiging,
doch de noodkreet der missionarissen was ook
doorgedrongen tot het kamerlid Zadelhcff
Deze riep de Regeering ter verantwoording. Ja
en toen moest er wel wat gedaan worden. De
poging had succes. Ofschoon men de ziekte nog
niet geheel onder de knie heeft, is men de
crisis te boven. Het volk is behoed voor den
volkomen ondergang op korten termijn. Langs
de kust, waar veruit het meeste volk woont,
telt men thans over 'n lengte van ongeveer 200
K.M. nog ca. 7000 Kaja-kaja's.
Doch nauwelijks is dit gevaar bestreden, of
er dreigt weer een ander en moeten we een
noodkreet uitstooten over
Vergiftigd Zuid Nieuw Guinea.
Thans is dit nauwelijks herlevende volk aan
't verworden op een schrikbarende wijze. Stel
selmatig wordt het vergiftigd, verwoest en
weer staat de Regeering werkeloos toe te zien.
En om die houding te rechtvaardigen, verklaart
zij zich machteloos
En deze ramp hebben de avonturiers der vo
geljacht zeer beslist op hun geweten. In den
gouden tijd der jacht verdienden zij geld als
water, doch als water gleed het hun ook door
de vingers. Toen de mode decreteerde: geen
pluimen meer op de hoedjes der dames, gaf
is v.®Ü dit winstgevend bedrijf meteen den dood
steek. Toen verspreidden zich deze lui over
't heele land, waar ze zoowat gingen schooieren
r-en ruilhandel drijven. In eiken kampong langs
1 de kust bestaat minstens een derde der be
volking (vaak meer) uit dergelijke vreemdelin
gen, die op den kampong teren.
Het eenige va-handelbare produkt is de ko
kosnoot. Weldra ontdekten de handelaren een
voordeelig ruilmiddel: den sterken drank in de
verschillende vormen van sagero of palmwijn,
eigen gestookte arak of ook wel zelfs sagero
vermengd met brandspiritus.
Nu heeft de Kaja-kaja een eigen genotmid
del in zijn z.g. wati. Het sap dezer plant werkt
meer verdoovend dan bedwelmend. Na 't ge
not van dezen drank wordt de gebruiker va
kerig en gaat zijn roes uitslapen, die dan vol
gens zijn bewering door heerlijke droomen
verlucht wordt. Noemenswaardige slechte ge
volgen van een matig gebruik van dezen drank
zijn niet aangetoond.
Doch wanneer de Kaja-kaja alcohol genoten
heeft, onder welken vorm ook, is hij terstond
het stuur volkomen kwijt; hij is opgewonden,
vechtlustig en gaat te keer als een razende.
Moord en vechtpartijen zijn dan ook aan de
orde van den dag. Op een nacht zelfs kwam
een dronken Kaja-kaja spectakel maken op de
veranda van 't huis van pastoor v. d. Kooij.
Deze niet wetende wat er aan de hand was,
ging naar buiten en werd meteen door den
woesteling met een knuppel aangevallen; ware
er niet spoedig hulp opgedaagd, hij ware ver
moord geworden; nu kwam hij er af met ern
stige kneuswonden. In 't zelfde dorp werd kort
daarop door een beschonken Kaja-kaja een man
doodgestoken. Ik citeer uit een onlangs ont
vangen brief: „De hoofdoorzaak van den slech
ten gang van zaken is de enorme sagero-zui-
perij. Als ik b.v. te Sangasee ben is het 's nachts
een lawaai van belang van de dronken kerels.
Te Wambi werd ik middernacht wakker ge
maakt door een kerel op de veranda; het bleek
dat hij dronken was en bracht twee messen mee
om eens te vechten. Te Sangasee en Makalin
zijn er voortdurend vechtpartijen; enkelen zijn
naar 't ziekenhuisje gebracht met een gesple
ten kop. Hier te Alakoe werd een meisje door
de u nog wel bekende Wisi in dronkenschap een
gat in d'r hoofd geslagenEn het bestuur is
reuzeslap". En dergelijke jeremiaden behelst
elke brief, dien ik uit mijn vroegeren missiepost
ontvang.
Het palm wij ntappen van de kokosboomen is
al heel eenvoudig en niet bij de wet verboden
Op vele plaatsen is de palmwijn de gewone
volksdrank en geeft daar ook geen aanleiding
tot ernstige misbruiken. Deze palmwijn laten
gisten en overhalen, om er arak of jenever uit
te bereiden, is een klein kunstje. Dat is ver
boden bij de wet; doch dat verbod lijkt veel
op een paskwil in een zoo uitgestrekt woest
gebied zonder politioneel toezicht. Kort voor
mijn vertrek werd echter nog toevallig een
Chineesche arakstokerij overvallen, waarin
men zeven groote martafanen (groote pullen)
arak aanhaalde.
De ambtenaren ter plaatse zien den nood
lottigen toestand in, doch zijn machteloos. Begin
1932 kwam de heer Breekland, A. R. van
Ambon, op inspectie. Hij was er volkomen van
overtuigd, het was een ramp voor 't volk.
Maar de wet belette in te grijpen. Hij raadde
onzen ambtenaar aan een foef te gebruiken om
best wil en de palmwijntappers te straffen we
gens lichte beschadiging. De aangetapte hoornen
brengen n.Z. geen vruchten voort. Doch 't blijrt
een foef, want de menschen beschadigen hun
eigen boomen en wat doet de wet daartegen,
al kappen ze die tot splinters!
Een ruiler, die als vreemdeling geen eigen
boomen heeft, werd op die wijze gestraft. Na
zijn straf uitgezeten te hebben, opende hij te
Oeramb (vlak bij Merauke) waar hij thuis
hoorde, met veel ophef een school waar hij
de Kaja-kaja's onderwees in de kunst van 't
palmwijn tappen, om het bestuur te tarten.
En zoo gaat dat al lang lustig zijn gangetje.
Geen brief krijg ik uit Zuid N. Guinea of er
staan treurmaren in over de hopelooze verwil
dering en verwording door den drank: moor
den en vechtpartijen en bachanaliën zelfs on
der de vrouwen. En dan steeds weer de ver
luchting: het bestuur is slap of machteloos!.....
In Februari even een vleugje van hoop. Een
nieuwe ambtenaar was te Merauke gekomen.
Ook hem sprong het euvel terstond in 't oog
en men schreef mij: „In Februari werden ruim
20 jenever-delicten voorgebracht, meestal door
hem persoonlijk gesnapt. De getallen lijken
misschien den lezer niet zco overweldigend
voor een heel land; doch het golu nier enkel
de onmiddellijke omgeving van Merauke en
men houde in 't oog, dat het hier gaat over een
land met een heele bevolking van 7000 zielen,
een Hollandsch dorp.
Zoo pas kreeg ik nog een brief: „Sinds hier
palmwijn getapt wordt, is t een bende in de
kampongs geworden: vechten, diefstal, enz.
zijn aan de orde van den dag. Te Wambi over
vielen drie dronken kerels een vrouw en
overweldigden haar. Er was toevallig politie
in 't dorp, doch haar man durfde de overwel
digers niet openlijk aanklagen. Hij hield zich
beschonken, werd door de politie daarom mee
genomen naar Okaba (een bestuurspost) en
diende daar zijn aanklacht in tegen de onver
laten. Van Wambi gingen er een stelletje den
bak in wegens dronkenschap. De gevangenen
moeten echter in eigen voeding voorzien. Ze
mogen immers niet officieel gestraft worden
en 't mag dus niet in de papieren loopen. Te
Alakoe heeft een dronken vrouw een andere
een gapende wond in 't hoofd geslagen. Te
Wambi vond ik twee lui zwaar bepijld in een
dronkemansgevecht. Ze drinken dan ook mate
loos. Ik zag het deze week nog bij een doo-
denfeest, waar de heele bende, mannen en
vrouwen, smoordronken was. Volgens de wet
kan men iemand wegens dronkenschap straf
fen met drie dagen; maar wat is hier voor
toezicht(er is n.l. alleen politie op de twee
bestuursposten, die we langs de heele kust
hebben). De katechisten durven niets meer
aan te brengen, omdat ze daardoor de men
schen tegen zich krijgen en politie komt er
zoo goed als nooit en die krijgt zelf drank van
de ruilers of vraagt hem van de Kaja-kaja's.
De nieuwe gezaghebber is wel van goeden wil,
maar kan geen bijzondere maatregelen treffen,
hoe noodzakelijk overigens ook, die hij niet
met de wet in de hand kan verantwoorden".
En nog dezer dagen: „De drankkwestie is en
blijft dringend. We zullen er eens over aan 't
schrijven moeten slaan, maar dan raak. Er is
genoeg raaks geschreven, alleen loopen we het
oevaar daardoor kwade vrienden te maken bij
't Bestuur; maar als dat den boel anders laat
verwaaien, hebben we ten slotte er weinig bij
te verliezen".
Welnu, ik hoop en vertrouw, dat hetgeen ik
hier alvast geschreven heb, de welwillende
aandacht der bevoegde autoriteiten zal hebben.
Op koloniaal gebied is men heden ethische
beginselen toegedaan. De koloniseerende mo
gendheid mag geen vrij- en uitbuiterspolitiek
meer voeren. Zij is de voogdes over een on
mondig volk om het tot ontwikkeling en wel
vaart te brengen.
Het Nederlandsche Bestuur heeft zich op,
Zuid N. Guinea gevestigd, waar het de voog
dijschap heeft aanvaard over een nog volko
men onmondig volk.
Wegens die vestiging van 't Bestuur zijn er
ook de ruilers kunnen binnendringen.
Kort na de vestiging is de venerische ziekte
daar uitgebroken en heeft zich van de vesti
ging Merauke als uitgangspunt over 't heele
land verspreid en het volk bijna tot volkomen
ondergang gebracht. Of die ziekte er door de
ruilers en vogeljagers gebracht is, staat niet
met volkomen zekerheid vast. In elk geval,
zij het dan ook onder dwang, de Regeering
heeft hulp geboden en daarvoor blijven we
haar zeer dankbaar.
Nu staat het echter boven allen twijfel ver
heven, dat die ruilers stelselmatig met alcohol
dit ter nauwemood van den ondergang ge
redde volk vergiftigen en verwoesten. En de
voogdes, onze Regeering, ziet lijdzaam toe
met de eene hand op het wetboek, dat die
schanddaad niet verbiedt en de andere op het
hart en 't schuldelooze geweten!
Thans wordt Nieuw Guinea weer in de al-
gemeene aandacht en belangstelling betrokken
èn wegens de schuine oogen van Japan èn
wegens allerlei kolonisatie-plannen. Nieuw
Guinea is een zeer rijk land met allerlei moge
lijkheden, doch een talrijke, stoere, levenslus
tige inheemsehe bevolking zal de verwezenlij
king dezer schoone mogelijkheden zeer zeker
heel wat vergemakkelijken.
Toen het Nederlandsche Bestuur zich op
Zuid Nieuw Guinea vestigde, trof het daar een
talrijke, stoere, en levenslustige bevolking aan.
Wat is daarvan na 30 jaren bestuur over
gebleven
Daarvan is overgebleven 'n miserabel restje
bevolking, ongeveer een derde in getalsterkte,
ondermijnd door venerische ziekte en dat thans
stelselmatig door alcohol wordt vergiftigd.
Men kan dat Bestuur niet van alles de
schuld geven, maar wel kan men zich af
vragen of het niet schromelijk is te kort ge
schoten en nog te kort schiet in zijn verplich
tingen tegenover het volk, waarover het de
voogdijschap op zich nam.
Missionaris van Zuid N. Guinea.
H. GEURTJENS,
Bondskanselier Dollfuss spreekt voor den radio-omröep over den aanslag, die op
hem werd gepleegd. Naast den kanselier staat zijn echtgenoote.
(Van onzen correspondent.)
Opening van het rad.-soc.-congres.
VICHY, 5 October (H.N.) Minister-president
Daladier is om 12.35 uur te Vichy aangekomen,
waar hij een toespraak heeft gericht tot het
congres der radicaal-socialisten.
Hij wees er op, dat de radicale partij tegen
alle stormaanvallen stand heeft gehouden en
dat de pessimisten geen gelijk hebben gekregen.
Indien het volk de thans aangekondigde her
vormingen aanneemt, zal de toestand voor lan
gen tijd geregeld zijn. Daarmede wordt ook
het bewijs-geleverd, dat op den grondslag van
de vrijheid alle problemen opgelost kunnen
worden, zonder dat een dictatuur noodig is.
Daladier sprak de hoop uit, dat de radicale
partij allen anderen partijen het voorbeeld zal
geven van orde, koelbloedigheid en energie.
Om half vijf vertrok de minister-president
naar Parijs, waar hij op het vliegveld van Le
Bourget is geland.
NEW YORK, 3 October. (R.O.) 25000 kisten
met flesschen alcohol ter waarde van 1 mil-
lioen dollar zijn aangehaald aan boord van een
vrachtschip, dat van Britsche nationaliteit zou
zijn an dat onbeheerd op de rivier de Hudson
was achtergelaten De bemanning werd aan den
wal gearresteerd.
LONDEN, 4 October (R.O.) Volgend jaar, ter
gelegenheid van het honderdjarig bestaan van
de stad Melbourne, zal een luchtwedstrijd ge
houden worden van Londen naar Melbourne
met een totaal bedrag aan prijzen van 15.000
pond, waaronder een prijs van 10.000 pond voor
den snelsten tijd.
De wedstrijd is verdeeld in een snelheids-
en een hinderniswedstrijd. Bovendien krijgt
elk der deelnemers, die den tocht binnen 16
dagen volbrengt, een gouden medaille.
De inschrijving staat open voor iedereen, ih
welk land ook, en wordt 1 Jun 1934 gesloten.
Het inleggeld bedraagt 50 pond voor de snel
heids- en 10 pond voor de hindemisrace, welke
Mdragen terugbetaald worden, indien de
machine Baghdad bereikt.
Het vertrek is vastgesteld on 20 October 1934
WARSCHAU, September 1933.
Van het grootste belang voor Polen, het land
met zijn oude godsdienstige tradities en zeker
met zijn nog zeer groote aanhankelijkheid aan
het oude geloof, wordt de vraag: of de diepere
trek naar het godsdienstige, het moreel-gezonde,
naar de daad, die volgt uit een overtuiging,
naar het persoonlijke, het minder zich laten
gelegen liggen aan de opvattingen van een
vroeger geslacht, stand zal houden. 'tMoet wel
gaan, zooals het altijd ging: omstandigheden
zullen ook hier den mensch veranderen. Niet
alleen de geestdrift der jeugd zal tammer wor
den, ook de verhouding tusschen opvatting en
de daad.
Een goed deel moeten we zeker afschrijven
voor de jonge beweging, als het huwelijk ge
komen is, de betrekking; als ze zijn aangeland
in een bepaalden kring, welks tradities of mode
ook zij niet kunnen of willen breken.
Doch dan staat een ander geslacht klaar, die
vorigen desavoueeren zal en de geestdrift op
zal houden als eén waaiende vlag.
Dat kan ja; en het zou moeten. Doch dat
geeft nog geen zekerheid voor de toekomst.
En er zijn teekenen, die een andere richting in
wijzen.
De jongeren zullen het niet gemakkelijk heb
ben. Voor het allergrootste gedeelte behooren
ze tot de zoogenaamde narodowen, de nationa
listen-partij en zelfs daarboven uit. De aan
hangers van de O.W.P. (Oboz Wielhiej Polski-
vereeniging van Groot-Polen) zal men wel
voornamelijk onder de jongeren vinden. De
tegenwoordige regeering zit daar aardig achter
heen; zoo goed als overal is het verboden daar
van lid te zijn. Doch een Pool zou geen Pool
moeten zijn, om niet echt veel te voelen voor
een verboden vereeniging, vooral als die ver-
eeniging een bij uitstek nationalistisch karak-
terdraagt, en daarbij als één van haar nationale
eischen de ontjoding van het land heeft. Men
moet nu nog eerzame leden van het B.B. hoo-
ren vertellen van hun vroeger lidmaatschap
van verboden vereenigingen. Een goede Pool
deed vroeger niets anders dan samenzweren
voor zijn verdrukt vaderland, ze smullen nu
nog van hun gevaarlijke avonturen. Zou die
oer-oude trek er zoo maar ineens uit zijn? Want
men moet niet vergeten, dat heele groepen
Polen het op geen stukken na eens zijn met
het tegenwoordige regiem. Die regeering is niet
katholiek en niet nationaal genoeg. Veel te
veel algemeen-Europeesch. Ze doen wat al te
slaafs de neutrale dingen na, die West-Europa
ze al jaren en jaren terug voorgedaan heeft,
en ze doet niets tegen de joden.
Doch die regeering zit aardig vast in het
zadel. Praktisch heeft heel de narodowen-partij
niets in de pap te brokkelen. De B.B. is heer
en meester, juist alsof er geen sejim en geen
senaat bestonden. Wat de regeering opzet, keurt
de sejim goed met haar vaste meerderheid. We
begrijpen eigenlijk nog niet, waar de andere
partijen praktisch voor dienen. Dat beteekent
voor een jongeren-toekomst heel wat. Als die
een betrekking willen hebben aan stad of
regeering, zullen ze heel wat water in hun
narodowen-wijn moeten doen; heel wat van
hun luide beginselen een octaaf lager moeten
inzetten, zich bij de brouwstemmen gaan in-
deelen en tenslotte de „eerste brigade" mee
zingen.
De praktische toestand wordt niet anders
gevoeld.
Zullen daar allen tegen bestand zijn?
Dat hier ook lastige gevallen voor het rapen
liggen door de regeerende partij, volgt ook van
zelf. Die kan het op den duur niet alleen van
het leger hebben; die kan de intellectueele toe
komst niet zonder gevaar tegen zich zien op
groeien. Toen verleden jaar de regeering de
autonomie van de universiteiten afschafte,
kreeg ze geheel de hoogere-onderwijs-wereld
van professoren en studenten tegen. Het ging
er hard en rumoerig toe; de rectoren der uni
versiteiten legden hun ambt neer; doch de
regeering ging door, deed wat ze besloten had.
Was dat om meer vat te krijgen op het hooger
onderwijs?
We hebben gevraagd: of die geestdrift der
jongeren ook in de komende jaren bij de jon
geren aanwezig zal zijn. De reden daarvan is
deze: wat zal er groeien uit de crisis van het
Poolsche onder wijsleven? Vooral dit: wat zal
er van het katholieke element terecht komen.
Ondanks de nu en dan van hoogste zijde ge
geven geruststellende verklaringen, dat de
regeering heelemaal staat op den bodem van
het Concordaat, wil men toch maar niet ge
rust worden. Men meent dat niet te mogen.
Het grootste deel van de intelligentie in Polen
leeft van oer-liberale overschotten. Al zijn ze
katholiek, al praktiseeren ze zelfs, dan heb
ben veruit de meesten niet het allervaagste
besef van de rechten en plichten der katho
lieke kerk op onderwijsgebied. Dat eerst en
vooral onderwijs zaak en gewetenszaak der
ouders is; dat het geweten katholieke ouders
bindt om katholiek onderwijs te eischen voor
hun kinderen; dat de katholieke Kerk een haar
geheel eigen en goddelijk recht bezit zoo'n
katholiek onderwijs voor katholieke kinderen
te eischen, en dat daarna pas het panstwo, de
Staat aan het woord komt, lijkt wel iets
ongehoords voor zeer, zeer velen.
Men heeft het tegenwoordig van laag tot
hoog nergens anders over dan over een panst-
wowe-school en panstwowe (regeerings-) op
voeding. Het panstwo wil en zal en moet alles
doen. Het lijkt er sterk op, dat we daarmee een
nieuwen godsdienst aan den haak geslagen
hebben. Op slot van rekening krijgen we hier
een afkooksel van de Fransche leekenschool-
gedachte. Dat zou eigenlijk het hoogtepunt zijn
en de groote wijsheid.
Het grootste deel van het onaerwïjs-persö-
neel is vereenigd in een bond, dia nog al erg
in den pas staat bij het panstwo, meer dan zijn
christelijken broederbond. Op de groote ver
gaderingen van dien bond gaan lustig stem
men op tegen de katholieke gedachte op school,
tegen de katholieke opvoeding, tegen den in
vloed-van de geestelijkheid. Men houdt soms
zijn hart vast en zou die dingen niet kunnen
begrijpen, als men niet al jaren terug onder
vinding had opgedaan, hoe het gaat in een
neutralen bond, als er godsdienstbelangen in
het spel komen. Dan geven de anti's den toon
en al heel gauw de leiding aan. Die dingen,
met de toch al niet groote rust in onderwijs
kringen wegens de vele veranderingen en op
voedkundige proeven, geven te denken en
moeten invloed hebben op de jeugd.
Zullen de jongeren hun radikale standpunten
handhaven? Het zal een harde dobber zijn om
praktisch, geregeld praktiseerend katholiek te
zijn; het niet te laten bij Paschen, in Polen.
Nog erger als ze getrouwd raken. Want in
zekere kringen der intelligentie staat het ont
zettend treurig met het kinderaantal: de mo-
reele ziekte heeft daar zeer veel slachtoffers.
Wat wel zal samenhangen met de luchtigheid
aangaande den huwelijksband in enkele krin
gen, zoodat de beruchte poging tot een ver
anderen van het huwelijksrecht nu juist niet
uit vreemden bodem behoeft op te spruiten.
We noemden al de nationalistische gezind
heid van de meeste jongeren. Jammer, dat dit
nog niet geruststellend genoeg is voor een
katholieke toekomst. Want al werpt zich de
Narodowenpartij op als de kampioen voor het
katholieke, daarom behoeft men dat nog niet
voor zuiver idealisme te houden. Wij hebben
zeer op de hoogte zijnde personen zoo'n natio
nalistisch blad wel eens als verderfelijk en
kettersch hooren brandmerken. Het katholieke
daar heeft een zeer sterk nationalistischen
inslag; iets wat altijd gevaarlijk is voor den
godsdienst. En.... niet te vergeten, een heel
sterk negatieven kant ook nog: de antipathie
tegen de joden. Wat dat in veel kringen aan
animositeit inhoudt, kunnen wij gewoon weg
niet begrijpen. Die animositeit heeft een dub
bel karakter: een nationaal of misschien natio
nalistisch en een godsdienstig. Daarbij komen
nog overwegingen van economischen aard.
Dingen, die de jongeren aan den lijve voelen.
Voor ons, buitenstaanders, onwaardeerbare din
gen, maar als men er ingeeft, minstens te be
grijpen.
UIT HET ROOMSCHE LEVEN IN
ONZE OOST
De Zusters van het Kindje Jesus te
Poesoeroean.
Wie de ontwikkeling van deze stad zoo
schrijft men aan de Koerier de laatste jaren
gevolgd heeft, zal moeten toegeven, dat Pasoe-
roean zoo'n belangrijke plaats als het eer
tijds was hoe langer hoe meer gaat gelijken
op een doode stad. De Europeesche bevolking
is met sprongen achteruitgegaan, vele groote
huizen staan onbewoond en zelfs het van ouds
bekende Hotel Tönjes heeft het niet meer kun
nen houden.
Wanneer men dit alles ziet, dan dwingt het
werk van de arme Zusters van het Kindje
Jesus, die hier sinds een jaar aan het werk
zijn, des te meer respect af. Hier is vooruit
gang te zien en wij vonden de ontwikkeling
van een en ander zoo belangwekkend, dat wij
niet konden nalaten het te publiceeren.
Den 29sten Mei 1932 zijn er zes Zusters van
bovengenoemde Orde in Indië aangekomen.
Vol moed togen zij aan het werk en namen
een slecht rendeerend Hollandsch-Chineesch
schooltje over. Vorig jaar hebben wij de school
ook om dezen tijd bezocht en telden toen
slechts 24 leerlingen. In het begin liep het niet
zoo hard en Pastoor Jongmans, de geestelijke
herder van Kath. Pasoeroean, had zijn handen
vol om er bij de Zusters den moed in te hou
den.
Geleidelijk aan maakten de Zusters naam,
de school werd bekend en de Chineesche kin
dertjes stroomden toe. Nu, na een goed jaar
hard werken, is het aantal leerlingen gestegen
tot bij de 200. Al de ruimte van het groote
Chineesche huis wordt momenteel als klas
ruimte benut en de woongelegenheid voor de
Zusters komt hoe langer hoe meer in het ge
drang en laat zelfs zeer veel te wenschen over.
Deze H.C.S. beschikt nu over een Fröbel- en
een Voorklas en vier klassen Lagere school.
Dit alles is binnen het jaar tot stand gebracht;
wanneer wij dus van vooruitgang mogen spre
ken, dan is het hier.
De plannen voor een nieuw schoolgebouw
liggen al klaar en binnen enkele maanden zal
hier begonnen worden met den bouw. Over
eenigen tijd komen weer nieuwe Zusters uit
Holland en wij twijfelen er niet aan, of samen
met deze nieuwe versterkingstroepen zal de
vooruitgang niet meer te stoppen zijn: niets is
meer in staat deze snelle ontwikkeling tegen
te houden.
SAARBRUCKEN, 4 October Tusschen staats
raad Spanich en den gevolmachtigde van het
Centrum in het Saargebied hebben vandaag
besprekingen plaats gevonden.
Deze besprekingen openden voor de centrums
partij de mogelijkheid, zich in te lijven bij het
Duitsche front.
Het centrum zal zoo spoedig mogelijk een
besluit hieromtrent nemen.
De „Standaard" heeft een onderhoud ge
had met de heeren H. Tromp van Holst en S.
van Zwanenberg, resp. voorzitter en directeur
van de Crisis-rundvee-centrale, over de inkrim
ping van den rundveestapel. We ontleenen er
het volgende aan:
De heeren Tromp van Holst en v. Zwanenberg
stelden voorop, dat het aantal koeien, dat uit
de markt zal moeten worden genomen om het
beoogde doel te bereiken (n.l. de melkveehou
derij, die door het groote melkoverschot ge
drukt wordt, in betere conditie te brengen),
nog niet valt op te geven. Het cijfer van 200.000
of 210.000 is vroeger genoemd, doch sindsdien
is in den veestapel het mond- en klauwzeer op
getreden en waar als gevolg daarvan het vol
gend jaar een mindere melkopbrengst is te
verwachten, zal de vermindering van den rund
veestapel waarschijnlijk minder behoeven te
zijn dan aanvankelijk werd gedacht.
Afzet naar het buitenland.
Toen de plannen van inkrimping van den
veestapel ter tafel kwamen, stond de C.R.C.
voor de vraag om een afzet te vinden voor
het uit de markt te nemen vee. Aanvankelijk
is gedacht aan verkoop van het levend vee
naar het buitenland, wat echter op 't oogen-
blik op allerlei moeilijkheden stuit.
Toch is 't nog volstrekt niet uitgesloten,
dat alsnog een afzet in dezen vorm zal wor
den gevonden. Onderhandelingen daarover
zijn op 't oogenblik nog gaande en zelfs is 't
niet uitgesloten, dat wanneer die onderhan
delingen tot het bedoelde resultaat leiden,
terwijl de C.R.C. reeds met het verwerken
van de uit de markt genomen koeien zou zijn
begonnen, die verwerking wordt verminderd
op stopgezet en verder de weg van uitvoer van
het levend vee zal worden gevolgd.
Echter, waar de mogelijkheid van uitvoer
zoo twijfelachtig was, moest de C.R.C. een
andere oplossing zoeken.
Verduurzaming van het vleesch.
Toen is het plan ter tafel gekomen om het
beste vleesch der af te slachten beesten in te
vriezen, het minderwaardig vleesch naar den
destructor te verwijzen en het overige te ver
duurzamen.
Daar de C.R.C. natuurlijk moest weten op
welke basis zij het uit de markt te nemen vee
moest baseeren, is toen nagegaan de capaciteit
zoowel van de vries-inrichtingen als van de
destructors en de fabrieken, die met de verwer
king tot cornedbeef zouden worden belast en
zijn op*dit gebied maatregelen getroffen.
Bedoelt u zoo vroeg het blad hiermede
de uitbreiding van werkgelegenheid der groot-
vleeschwarenfabrieken en de bestelling van
blikken, waarover in de persconferenties der sla
gersorganisaties is gesproken?
Ja zoo luidde het antwoord o.m. die
zaken. U moet niet vergeten, dat de inkrim
ping van den veestapel, wil zij het bedoelde
effect sorteeren, binnen zekeren tijd moet wor
den voltrokken. En de C.R.C. moest dus de
zekerheid hebben, dat het vleesch ook zou kun
nen worden verwerkt. Daartoe heeft zij bespre
kingen gevoerd met verschillende groepen van
betrokkenen, als b.v. destructieinrichtingen,
vleeschwarenbedrijven, afvalbedrijven, slagers
organisaties enz.
Het plan der slagers.
Hierna kwam het gesprek op het plan der
C. v. O. uit de slagersorganisaties. De heeren
Tromp van Holst en van Zwanenberg gaven
beiden dadelijk toe, dat het Ned. volk veel
liever versch vleesch dan geconserveerd vleesch
gebruikt, doch en hierbij kwam ter sprake
het eerste bezwaar tegen het plan der C. v. O.
dit leidt in de praktijk tot groote moeilijk
heden.
Immers, bij dat plan is niet vooraf vast te
stellen hoeveel vleesch elk der slagers zal kun
nen afzetten. Gesteld een slager krijgt van de
C.R.C. vier halve runderen en hij verkoopt er
(op de aan de betrokkenen uit te reiken bons)
twee van, wat geschiedt er dan met het over
blijvend vleesch? Dat bederft.... of vindt zijn
weg naar den gewonen rundvleesch-verkoop.
Do onzekerheid in de afzetmogelijkheid le
vert bovendien voor de C.R.C. de moeilijkheid
op, dat zij haar distributie-systeem, dat over
het geheele land zich uitstrekt, niet op een
vaste basis kan brengen, terwijl waar het
uit de markt nemen van het vee zal ge
schieden in den weg der vrijwilligheid d.w.z.
dat de boeren zelf het Vee aan de C.R.C. kun
nen aanbieden en niet tot verkoop aan de
C.R.C. gedwongen worden, de Centrale niet
weet hoeveel er van week tot week moet
worden afgezet.
Het gesprek kwam daarna op 'n ander be
zwaar, n.l. dat van de controle. De C.R.C. is
van meening, dat bij uitvoering van het plan
der C. v. O. de controle niet zoo kan zijn, dat
er afdoende waarborgen zijn, dat het vleesch
der C.R.C.-koeien (om ze eens zoo te noemen)
werkelijk aan de rechthebbenden zou worden
verstrekt
Is die controle niet in voldoende mate te
verkrijgen door, zooals ook in de persconferen
tie der C. v. O. is aangegeven, een aantal sla
gerijen specaal met den verkoop van dit C.R.C.-
vleesch te belasten, welke slagerijen dan geen
ander vleesch mogen verwerken en verkoopen.
Deze mogelijkheid aldus luidde het ant
woord is nu door de C. v. O. voor de eerste
maal in dezen vorm geopperd.
Doch ook bij zulk een regeling is afdoende
controle niet gewaarborgd, terwijl de andere
bezwaren onverkort blijven gelden.
Tenslotte heeft de distributie van het
versche vleesch nog dit bezwaar, dat de bil
lijkheid tegenover hen, die dat vleesch zullen
krijgen, eischt, dat een eenheidsproduct wordt
geleverd. Het vleesch van het eene deel van
een rund is beter dan dat van een ander deel
en verkoop der verschillende deelen tegen ver
schillende prijzen zooals dat in de gewone
slagerijen geschiedt is natuurlijk practisch
niet mogelijk.
De C.R.C. heeft tenslotte over de kwestie
van aflevering van versch of van geconser
veerd vleesch het advies gevraagd van de Con
sumenten-commissie der Crisis Zuivel Cen
trale en van haar eigen Commissies van
advies en beide commissies hebben geadvi
seerd aflevering van geconserveerd vleesch.
Wat zal er nu geschieden?
Dus wordt nu het plan-de Ruyter uitge
voerd?
Neen zoo antwoordden de heeren niet
geheel. Dit plan bedoelde verwerking van het
vleesch tot eenheidsworst, tot gehakt in blik
en tot 'kortvl Besch (hach^-vleesch) in blik.
Zeker, nu bij het uit de markt nemen van het
vee het systeem der vrijwilligheid zal worden
opgevolgd, staat vast, dat de C.R.C. zal krij
gen zoowel drachtig vee als melkvee, d.w.z.
zoowel magere als vette koeien. En waar ge
bleken is, dat de verwerking tot worst en ge
hakt zou eischen toevoeging van zekere hoe
veelheden vet, is dit plan losgelaten en zal het
vleesch worden verwerkt tot „rundvleesch in
blik", met behoud van zijn eigen vet
dus tot een eenheidsproduct. De proeven
die ten deze zijn genomen, hebben een gunstig
resultaat opgeleverd.
De CJt.C. denkt zich nu den gang van
zaken als volgt. De boeren zullen vrijwillig
hun koeien op bepaalde plaatsen en uren
tegen een prijs, die vooraf bekend is, aan de
C.R.C. kunnen afleveren. Het vleesch wordt
verwerkt tot rundvleesch in blik en dit wordt
daarna gedistribueerd.
Naar de meening der heeren Tromp van
Holst en van Zwanenberg, zal de wijze van
distributie waarop, wat de details be-
treft de sanctie van den Minister no<g .met
is verkregen geregeld moeten worden in
overfeg met de gemeentebesturen. Deze zullen
eventueel de slagers aan kunnen wijzen, die
het product zullen afleveren aan hen, die van
de steunorganen bons zullen krijgen, waarbij
volstrekt niet alleen gedacht wordt aen werk-
loozen en ondersteunden van den dienst van
Maatsch. Steun.
Bij de aflevering zal de bon gedekt moeten
worden door een bewijs, waaruit blijkt dat de
kooper inderdaad is degene, wien de bon door
een der steunorganen is uitgereikt.
De door de gemeentebestuur aan te wijzen
slagers zullen van de C.R.C. 'n bepaalden voor
raad van 't product krijgen, welke voorraad
naar gelang van de afname geregeld zal wor
den aangevuld.
De stijging der gewone vleesch-
prijzen.
En zoo werd tenslotte gevraagd wat is
uw meening omtrent de te verwachten stij
ging der gewone vleeschprijzen en de cijfers
door de C. v. O. te dezer zake genoemd?
De Regeering aldus antwoordden de hee
ren heeft ten deze nog niets vastgesteld, doch
de cijfers van 300 pCt. verhoogng van den ac
cijns en 33^ pCt. verhooging der vleeschprijzen
als in de persconferentie genoemd zullen
naar onze overtuiging blijken beduidend te
hoog te zijn geraamd.
Bovendien aldus besloot de heer v. Zwa
nenberg het gesprek de mogelijkheid van
afzet van het lévend vee naar hét buitenlar.u
is nog niet geheel uitgesloten.... en als dit
op zeker oogenblik toch voor elkaar komt. zal
wellicht de kwestie der financiën weer geheel
anders komen te staan.
SAMENWERKING VAN SUIKERVERWER
KENDE INDUSTRIEëN.
"Woensdag heeft te Amsterdam in de Indu-
strieele Club een vergadering plaats gevonden
van de besturen der Ned. Ver. van Suikerwerk
en Chocoladefabrikanten; Ver. van Ned. Cacao-
en Chocoladefabrikanten; Ver. van Biscuit
fabrikanten in Nederland; Ver. van Beschuit
fabrikanten; Eerste Ned. Ver. v. Biscuit-, Ban
ket- en Wafelfabrikanten; Organisatie van
Ned. Koekfabrikanten en der Ned. Ver. van
Fruitverwerkers.
Deze bijeenkomst had ten doel nader onder
het oog té zien in hoeverre samenwerking mo
gelijk is tusschen deze vereenigingen met het
oog op de regeeringsmaatregelen van den laat-
sten tijd, waardoor vooral de suikerverwerken
de industrieën zwaar getroffen worden.
Staande de vergadering werd besloten den
minister van economische zaken te verzoeken
tot beschikbaarstelling van suiker tegen gere-
duceerden prijs te willen overgaan op grond
van het feit, dat suiker reeds dermate belast
is, dat een verdere verhooging sterke vermin
dering van de verkoopmogelijkheid der produc
ten van de suikerverwerkende industrieën ten
gevolge zal hebben.
Voorts zullen de besturen der bovengenoem
de vereenigingen op geregelde tijden bijeen
komen ter bespreking van den toestand der in
dustrie en zal, zoo noodig, overgegaan worden
tot de oprichting van een centrale organisatie
voor de suikerverwerkende industrie.
Het secretariaat zal voorloopig worden waar
genomen door de Ned. Ver. van Suikerwerk
en Chocoladefabrikanten.
ROME, 5 October (R.O.) De bladen maken
melding van een hevige aardbeving, welke het
plaatsje Terni, dat op een afstand van hJO kilo
meter van Rome ligt, heeft geteisterd.
Van de bevolking maakte zich een paniek
meester.
Tot nog toe is Mt bekend, of er schade is
aangericht.
DO aardschokken werden voorts waargeno
men in RielL fiangemini en Spolete.
-X-. ..yr-
ftp-. W
■Z&