DE NEDERLANDSCHE OMROEPGOLF
IN GEVAAR.
WETTELIJKE REGELING VAN DE
HUISINDUSTRIE.
HET VLIEGONGEVAL IN DE BETUWE.
ZATERDAG 14 OCTOBER 1933
ONDERHOUD MET DEN HEER
IR. A DUBOIS.
De Internationale Radioconferentie
zonder practisch resultaat
uiteen.
ONZE 1875 METER-GOLF NAAR
ROEMENIE.
Ce beschouwing van het lange-golf gebied
MAANDAG VERHOOGING VAN
DEN SUIKERPRIJS.
CRISISHEFFING VAN 9 CENT
PER KILO.
nationaal crisis-comite.
koudbloedpaarden voor
DUITSCHLAND.
HET RUNDVLEESCH DUURDER.
Geslachtaccijns met 200 procent
verhoogd.
ZONDAG GAAT DE HEFFING IN.
JHR. MR. A. W. L. TJARDA VAN
STARKENBORGH STACHOUWER.
HITLER GEDECOREERD DOOR
KUNSTACADEMIE.
ONBENUT GEBLEVEN PARACHUTES.
ONTWERP DOOR DE TWEEDE
KAMER GOEDGEKEURD.
Bakkerswet aangenomen.
Vergadering van Vrijdag 13 October.
MINISTER COLIJN.
DE CARMELIETEN IN BRAZILIË.
CRISIS-ZUIVELAANGELEGENHEDEN.
MEJ. H. S. S. KUYPER t
INDISCHE POSTVLUCHTEN.
I
Uit het communique, dat de Union Interna
tionale de Radiodiffusion na afloop van haar
bijeenkomst te Amsterdam, die ongeveer een
week heeft geduurd, heeft uitgegeven, blijkt
dat de conferentie ten aanzien van het voor
naamste vraagstuk, dat zij had op te lossen,
als mislukt moet worden beschouwd. Zij is er,
zooals trouwens verwacht werd, niet in ge
slaagd, het probleem van de verdeeling der
lange omroepgolven onder de Europeesche
zenders op te lossen. Tot de landen, die in de
eerste plaats van de thans ontstane situatie de
dupe dreigen te worden, behoort Nederland,
dat gevaar loopt, binnen eenigen tijd zijn
meest geschikte omroepgolf, de 1875 Meter-
golf, niet meer te kunnen gebruiken.
Wij hadden hierover na afloop der conferen
tie een onderhoud met Ir. A. Dubois, voorzitter
van het Comité van Omroepvereenigingen, be
staande uit K.R.O., V.A.R.A., N.C.R.V. en V.P.
R.O., die Nederland reeds langer dan tien ja
ren in de Union vertegenwoordigt en die te
zamen met dr. B. v. d. Pol van de Philips' fa
brieken, die lid van de Technische Commissie
is, de Nederlandsche delegatie vormde, terwijl
voor de Nederlandsche Regeering als waarne
mer aanwezig was de hoofdingenieur-directeur
der telegrafie, Ir. Boetje.
De heer Dubois erkende, dat practisch ge
sproken de conferentie geen resultaat had be
reikt. De situatie op het gebied der lange gol
ven was ongewijzigd gebleven, zoodat men den
regeeringen geen enkel bevredigend advies kon
geven.
Op het oogenblik ligt er nog slechts het plan
van Luzern, dat echter door een achttal Euro
peesche landen niet is aanvaard, o.a. door Ne
derland, Finland, Polen, Zweden en Turkije.
Immers wordt volgens het plan van Luzern
de thans door Nederland gebruikte 1875-Meter-
golf toegewezen aan Roemenië. Legt Neder
land zich hierbij neer, dan beschikt het voor
den omroep nog slechts over de 298-Meter-
golf. Weliswaar zou het dan niet uitgesloten
zijn, dat Nederland in dit geval de beschik
king zou kunnen krijgen over een tweede kor
tegolf, maar ieder die de bezwaren kent die
nog steeds aan de korte-golf-ontvangst zijn
verbonden, zal het begrijpelijk achten, dat de
Nederlandsche Omroep geen afstand wenscht
te doen van de eenige lange-golf waarover hij
beschikt.
Eigenaardige situatie in den
aether.
Er dreigt dus op 15 Januari a.s. als het plan
van Luzern in werking treedt een eigenaar
dige situatie in den aether te ontstaan. De
landen die door het plan van Luzern een lan
ge-golf toegewezen hebben gekregen, gaan met
ingang van dien datum op de hun toegewezen
golflengte zenden, terwijl de landen, die het
plan van Luzern niet hebben aanvaard, en tot
nog toe deze golflengte gebruikten op dezelfde
golflengte blijven zenden.
Aanvankelijk na 15 Januari a.s. zal Neder
land hiervan betrekkelijk weinig hinder onder
vinden. De 1875-Meter-golf waarop Huizen en
Hilversum om beurten zullen blijven zenden,
is toegewezen aan Roemenië, dat voor deze
golflengte nog geen zender ter beschikking
heeft. Maar Roemenië heeft aangekondigd, dat
thans met spoed met den bouw van het zend
station Brasov zal worden begonnen en dat men
hoopt, binnen een of anderhalf jaar te kunnen
beginnen met de uitzendingenop 1875 M.
En terwijl Nederland en dat nog wel uitslui
tend na zes uur des avonds zendt met een
energie van 25 a 50 K.W. zal de zender van
Brasov een sterkte hebben van ongeveer 150
K.W. Dit beteekent, dat de Roemeensche zen
der zelfs in Nederland zelf de ontvangst van den
Nederlandschen langegolfzender onmogelijk zal
maken!
Chaos in den Europeeschen omroep
Heeft Nederland de moeilijkheden dus in het
verschiet, bij andere landen zullen zij zich on
middellijk na 15 Januari 1934 voordoen. Frank
rijk wenscht geen afstand te doen van zijn 1725
Meter-golf, die aan Finland is toegewezen en
Finland heeft aangekondigd, dat het station
Lahti niettemin op 15 Januari a.s. op deze golf
ill2enden- Warschau daarentegen zal op
2 Meter blijven zenden, ondanks het besluit
an Luzern, waarbij deze golflengte is toege-
aan Radio Paris. Zweden is voornemens
riip aa,fSp blijver! zanden op een golflengte
een chaosTn deVs toeSewezen en zoo dreigt
staan. °™*P «f-
denH.aiodl„uf,on
De regeeringen der landpn ri,-„
zelfde golflengte in den weg zitten, zullen ten"-
slotte wel genoodzaakt worden langs diploma-
tieken weg met elkaar tot overeenstemSnTtè
komen.
In Maart 1934 komt de Union Internationale
de Radiodiffusion wederom bijeen, ditmaal te
Genève, om onder het oog te zien hoe de toe
stand zich na 15 Januari zal hebben ontwikkeld.
Het is te hopen, dat het inzicht der belang
hebbenden zal weten te voorkomen, dat een
chaos in den aether de toch al op zoo velerlei
gebied bedreigde internationale verstandhou
ding tusschen Europeesche volkeren nog verder
zal vertroebelen, terwijl Nederland en Roeme
nië naar gehoopt wordt, tot overeenstemming
zullen weten te komen, alvorens het station
Brasov gereed zal zijn om den Nederlandschen
omroep op de lange golf „weg te blazen".
In aansluiting op hetgeen boven omtrent het
verloop en het resultaat van de Conferentie te
Amsterdam is bericht, wordt ons in verband
met het groote belang van de gehouden bespre
kingen voor het omroepvraagstuk in ons land
»an de zijde van het Staatsbedrijf der P. T. T.
nog het volgende medegedeeld:
De verdeeling der golflengten tusschen 500
•n 1500 K. H. C600200 M.), zooals deze te Lu-
•ern was aangenomen bleek in het algemeen
geen bezwaar op te leveren. Ook Nederland
•egde toe deze verdeeling, wat den Hilversum-
schen zender betreft, te zullen toepassen, zon
der daarmede verdere verplichtingen te aan
vaarden.
Dezelfde beslissing werd genomen betreffen
de de golflengten van 300 tot 500 K.H. (1000—
600 m.), aangezien deze met medewerking van
de mobiele en niet openbare diensten was
tot stand gekomen, welke laatste dinesten op
deze vergadering niet vertegenwoordigd waren.
gaf tot uitvoerige gedachtenwisseling aanlei
ding, waarbij meermalen van sterk uiteenloo-
pende meeningen bleek. Roemenië, dat gelijk
bekend is, te Luzern de 1875 m. golf toegewe
zen kreeg, verklaarde het verdrag van Luzern,
dat door Roemenië onderteekend is, in zijn
geheel te zullen toepassen. Nederland, dat dit
verdrag niet teekende, deelde mede na 15
Januari 1934, datum waarop genoemd verdrag
in werking treedt, geen afstand van den 1875 m
golf te kunnen doen. Hoewel het Roemeensche
station nog niet bestaat ligt hier dus de kiem
voor een moeilijkheid, die wellicht t.z.t. langs
internationale weg tusschen de beide betrokken
landen zal moeten worden opgelost.
De vergadering gaf echter, overeenkomstig
het gevoelen der Nederlandsche vertegenwoor
digers met algemeene stemmen uiting aan den
wensch, dat in een geval als dit, de beide sta
ten gedurende de behandeling der aangelegen
heid ter bereiking van een oplossing, zich zou
den verstaan om zooveel mogelijk den bestaan-
den toestand en de belangen der luisteraars te
ontzien.
Voor Nederland wordt de toestand dus voor
hands deze:
Met 15 Januari 1934 wordt de Hilversumsche
zender op 995 KH. (301,5 m.) afgestemd in
paats van op 1013 K.H. (296,2 m.) Indien, wat
de lange golven betreft, vóór 15 Januari 1934
aan ons land geen aannemelijk voorstel wordt
gedaan, blijft de Huizer Zender op 160 K.H.
(1875 m.) werken.
Wat telkens door tegenspraken is weer
sproken, is thans toch een feit geworden. Met
ingang van Maandag a.s. komt er een crisis
heffing op de suiker. Het bedrag ervan is
hooger dan men aanvankelijk had verwacht.
De bestaande accijns van 22.50 wordt n.l.
krachtens ministerieel besluit van 16 October
tot 31 December 1933 met 40 opcenten ver
hoogd, zoodat de heffing neerkomt op een be
drag van 9 per 100 K.G.
Zooals uit den tekst van het hieronder ver
meld Kon. besluit blijkt, zijn van deze heffing
uitgesloten de voorraden, welke niet grooter
zijn dan 250 K.G.
Crisis-suiherbesluit 1933.
Bij Kon. Besluit (Staatsblad 519) zijn thans
de artikelen 9, 11 en 14 der Landbouw-Crisis-
wet van toepassing verklaard op suiker.
Onder suiker wordt hierbij verstaan alle bij
vervaardiging binnenlands met accijns belaste
suiker, met uitzondering van melasse en van,
niet uit al dan niet geïnverteerde suikeroplos
singen bestaande, stroop.
Gedurende het tijdvak van 16 October 1933
toto 1 September 1934 is, ongeacht het bepaal
de bij of krachtens de Suikerwet 1924, het in
voorraad hebben, vervoeren en invoeren van
suiker, in al dan niet verwerkten staat, voor
zoover deze suiker in het vrije verkeer wordt
gebracht, slechts toegestaan na betaling bij
het in het vrije verkeer brengen van
die suiker, van een door den minister
van Financiën telkens voor een door hem te
bepalen tijdvak vast te stellen bedrag. Dit
bedrag wordt uitgedrukt in een percentage
van de hoofdsom van den accijns, welke ten
aanzien van ingevoerde, bij den invoer niet
aan accijns onderworpen suiker en suikerhou
dende goederen, berekend wordt, met inacht
neming van het voor de vaststelling van het
invoerrecht in aanmerking genomen hoogste
suikergehalte, of, indien de aangever dit ver
langt, van het te zijnen koste te bepalen ge
halte.
Voor met saccharine of andere kunstmatige
zoetstof bereide goederen wordt het hoogste
suikergehalte geacht honderd te bedragen.
Zuivere natuurhonig wordt bij invoer in ver
pakkingen, inhoudende meer dan 1200 gram
netto, geacht geen suiker te bevatten. Bij in
voer van gedistilleerd, waarvan de alcohol-
accijns niet naar de juiste sterkte berekend
wordt van wijn en van met niet meer dan 5
pet. suiker bereide goederen blijft de heffing
mede achterwege.
Bij uitvoer met teruggaaf van den suiker
accijns van suikerhoudende goederen, die ten
uitvoer zijn aangegeven vóór 1 Juli 1934,
wordt geen teruggaaf van de in dit besluit
bedoelde heffing verleend, tenzij belangheb
benden ten genoege van den minister van
Financiën aantoonen, dat de suiker, waarmede
de goederen zijn vervaardigd, aan deze hef
fing is onderworpen.
Het is verboden op het tijdstip van ingang
der in dit besluit bedoelde heffing suiker in
on verwerkten staat in het vrije verkeer voor
handen te hebben of te vervoeren, tenzij hier
voor binnen 2 maanden het voor het eerst
vastgestelde bedrag der heffing wordt voldaan
ten kantore van den ontvanger der accijnzen.
Voor de berekening van het verschuldigde
worden kandij, ruwe suiker en bastardsuiker
geacht belast te zijn met een accijns van
£22.50 per 100 K.G. Suikerhoudende vloei
stoffen blijven buiten aanmerking.
Van de heffing zijn uitgesloten de voorraden
suiker, die per opslagplaats, met inbegrip van
de hoeveelheden, die daarheen onderweg zijn,
niet grooter zijn dan 250 K.G. Onder opslag
plaats is te verstaan ieder gebouw, erf of be
sloten terrein. Indien iemand in dezelfde ge
meente meer dan één opslagplaats in gebruik
heeft, worden deze voor de toepassing van
dit besluit als één opslagplaats beschouwd.
Voorraden, grooter dan 250 K.G. zijn voor de
volle hoeveelheid aan de heffing onderworpen.
De prijsvraagbriefkaarten.
De N. C. C. prijsvraagbriefkaarten, waarop de
postzegels zijn gehecht, worden door het comité
ter beschikking gelaten van het Staatsbedrijf.
's verg°eding voor de administratiekosten,
T iV°°r het Staatsbedrijf uit deze regeling
i Hri4'°elen' bftaalt genoemd comité aan het
brfefkaarten.re fl P&T 1000 geleverde
Afgifte certificaten voor uitvoer.
De Minister van Economische Zaken heeft
aangewezen als persoon, belast met de afgifte
der "certificaten voor den uitvoer naar Duitsch-
land van koudbloedpaarden, den heer S. van
Zwanenberg, te Nijmegen, en bij diens ontsten
tenis J. Drielsma, te Nijmegen, en eerstgenoem-
den heer aangewezen als comptabele in den zin
der Comptabiliteitswet 1927.
Het bedrag, bij de afgifte der certificaten te
heffen ter bestrijding van kosten, aan het uit
geven van certificaten verbonden, is bepaald
op 1 per paard, met een minimum van 1
per certificaat.
Reel. 657DGVS 68
In Staatsblad 483 is opgenomen een Kon. be
sluit tot toepassing van de artikelen 9 en 12
der landbouw-crisiswet 1933 op rundvee.
bepaald is, dat gedurende het tijdvak van 15
October 1933 tot 15 October 1934 het in voor
raad hebben van rundvee, ten aanzien waarvan
accijns is voldaan of van een dood stuk rund
vee, waaraan slachtingshandelingen zijn ver
richt slechts is toegestaan tegen betaling van
een door den minister van economische zaken
telkens voor een door hem te bepalen tijdvak
vast te stellen bedrag, dat verschillend kan zijn
naar mate van den betaalden accijns.
Dit bedrag moet worden betaald ten behoeve
van het Landbouw-Crisisfonds
In de gevallen, waarin op grond van wette
lijke bepalingen afschrijving van den ge
slachtsaccijns of geheele of gedeeltelijke terug
gaaf van dien accijns wordt verleend, vindt
op overeenkomstige wijze hetzij afschrijving,
hetzij geheele of gedeeltelijke teruggaaf plaats
van bedoeld bedrag.
Bedrag der heffing
De Minister van Economische Zaken heeft
voorts bepaald, dat voor het tijdvak van 15 Oc
tober tot en met 31 December 1933 het boven
bedoelde bedrag, zal worden vastgesteld op
200 pet. van den accijns op het geslacht.
Twintig procent der waar
de van het levende beest.
Het „Hbla." wijdt aan deze accijnsverhoo-
ging de volgende beschouwing:
„In totaal zal dus op het levende slachtbeest
komen te drukken 10 20 30 pet. der
waarde, inplaats van 10 pet. zooals tot dus
ver. Aangezien lang niet het volle gewicht in
den winkel ten verkoop komt (beenderen, in
gewanden, vellen, huid, enz.), terwijl aan den
anderen kant géén 20 pet. komt op alle andere
kosten, in die in den winkelprijs liggen beslo
ten (slacht- en keurloonen, transport, winkel-
huur, arbeidsloon, vuur en licht, enz.) mag
men niet zeggen, dat er nu 20 pet. op de
détailprijzen komt. Bovendien zijn er ver
schillende „sóórten" van vleesch aan een rund,
van soepvleesch tot biefstuk en runderhaas
toe, alle met verschillende kilo-prijzen, doch
gesneden uit hetzelfde dier. Ten slotte zijn er
nog verschillende „soorten" slagers met ver-
schilende kwaliteiten slachtvee, doch óók met
verschillende bedrijfsonkosten. Men kan dus
niet zoo eenvoudig berekenen, hoeveel procent
„het" publiek aanstonds méér zal moeten be
talen voor „het" rund- en kalfsvleesch.
Dat neemt echter niet weg, dat men niet
een zeer globaal voorbeeld kan bereke
nen.
Neem een beest van 600 pond; dat kost op
't oogenblik b.v. 150 op de markt Zoo'n
beest wordt voor den accijns opgegeven (men
mag er nJ. 7% pet. onder gaan), voor 140,
zoodat er tot dusver 14 geslachtsaccijns op
moet worden betaald. Daar komt nu nog eens
tweemaal 14, dus 28 bij.
Aan zulk een beest van 600 pond zit rond
100 pond beenen; de rest is vleesch, vet, lever,
nieren, benevens huidafvallen, vliezen, enz.
Dooreengerekend zal de slager dus die 28
moeten verhalen op hetgeen hij in zijn winkel
van die 500 pond kan verkoopen. Dat wordt
dus op zijn allerminst gemiddeld zes cents
per pond, n.l. indien hij 467 pond winkel-
vleesch en -vet er uit haalt. Doch in de prac-
tijk zal dit, zooals gezegd, méér moeten zijn;
in de eerste plaats verkoopt hij van een beest
van 600 pond geen 467 pond; in de tweede
plaats zal hij niet op alles wat hij wèl ver
koopt, zes cents kunnen leggen.
De gemiddelde verhooging zal voor den
consument dus in dit geval dichter bij 8 dan
bij 6 cents liggen per pond.
Bovendien komt over eenigen tijd nog de
omzetbelasting van 4 pet., welke wordt ge
heven niet op het levende dier, doch op den
verkoopsprijs van het winkelproduct, dus óók
op den geslachtaccijns en op de crisisheffing,
benevens op bedrijfskosten en op de slacht- en
keurloonen der dikwijls met flinke winsten
werkende gemeentelijke slachthuizen.
Deze laatste zijn niet mis en dragen in vele
gevallen zelfs het karakter van een indirecte
belasting. Amsterdam b.v. maakte op zijn abat
toir een bedrijfswinst van 400.000. In totaal
wordt in Nederland jaarlijks rond 5 millioen
aan winst uit de gemeentelijke slachthuizen
en keuringsdiensten genomen.
Wanneer men voor een oogenblik veronder
stelt, dat het rund- en kalfsvleeschverbruik
door deze nieuwe heffing niet zal dalen het
geen ons echter in verband met de koopkracht
onwaarschijnlijk voorkomt dan zal zij per
jaar 13 millioen opbrengen, aangezien de 10
accijns op het geslacht in 1932 heeft opge
bracht 6.500.000. Per week worden op 't oogen
blik gemiddeld geslacht 8000 runderen en kal
veren.
De crisis-accijns op varkensvleesch bedraagt,
zooals men weet, 9 cents per kilo geslacht ge
wicht (dus spek en reuzel inbegrepen).
Ook heffing van paar den-
en schapenvleesch
Bovendien is, naar wij vernemen, ook een
crisis-accijns op paarden- en schapenvleesch
in voorbereiding, waarschijnlijk om een vlucht
in deze vleeschsoorten te voorkomen.
Bij onze illustratieve berekening hierboven
hebben we „vet voor vleesch" gerekend, d.w.z.
verondersteld, dat de slager ook zijn vetprijs
zal kunnen verhoogen. Daartoe zal echter noo-
dig zijn, dat het ingevoerde rundvet van over
heidswege dienovereenkomstig wordt belast!
En ook ten aanzien van het ingevoerde, zoo
wel versche als bevroren vleesch (die totaal
overbodige invoer is reeds gecontingenteerd en
extra belast) zullen compenseerende maatre
gelen moeten worden genomen.
Tenslotte wil het ons voorkomen, dat deze
crisis-accijns, hoe zwaar ook op zich zelf, niet
voldoende zal blijken te zijn voor het gestelde
doel, inkrimping van den veestapel, zoodat een
verhooging b.v. tot 25 of 30 in de toekomst
niet uitgesloten moet worden geacht.
Officieele benoeming tot gezant te
Brussel en Luxemburg.
Aan jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer, Commissaris der Koningin
in de provincie Groningen, is, op zijn verzoek,
met ingang van 16 October 1933, op de meest
eervolle wijze ontslag als zoodanig verleend,
met dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten, door hem als zoodanig den Lande
bewezen.
Met ingang van denzelfden datum is jhr. mr.
A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer
voornoemd tot buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister der eerste klasse bij de
Belgische en Luxemburgsche Hoven benoemd.
MüNCHEN, 13 October (W. B.). De academie
van beeldende kunsten te München heeft voor
de eerste maal haar eeremedaille, en wel in
goud, aan rijkskanselier Adolf Hitler verleend.
Nadat de „Führer", naar de „Volkische Beob-
achter" meldt, zich bereid verklaard heeft,
deze onderscheiding aan te nemen, heeft de
uitreiking der medaille ter gelegenheid van den
„Dag der Duitsche Kunst" plaats.
De medaille is vervaardigd door den acade
mie-professor Hermann Hahn.
Voorzichtigheid die de wijsheid
bedriegt.
Onze luchtvaartmedewerker schrijft ons:
Ofschoon er bij elke luchtmacht ongelukken
gebeuren en men geenszins mag verwachten
dat onze luchtvaart-afdeeling op dien „regel"
een uitzondering zal maken, zoo is toch met
betrekking tot het droevig ongeluk te Lien-
den de vraag gewettigd, of het menschelijker-
wijze gesproken noodig was, dat hier een zoo
zwaar offer moest worden gebracht.
Mogen we de krantenverslagen gelooven, dan
waren alle vier de vliegers met een valscherm
uitgerust; een officieele verklaring te dien
aanzien lijkt ons echter nog gewenscht.
Is dit punt juist, dan vragen we: hoe is het
mogelijk geweest, dat geen der vier vliegers
gepoogd heeft zich door de parachute het leven
te redden? Het gebeurde bij Lienden toch, is
een vliegongeval, waarbij de meeste factoren
aanwezig waren, om van het valscherm een
nuttig gebruik te maken. De hoogte waarop
gevlogen werd was voor een noodsprong vol
doende, terwijl speciaal de inzittenden van
het vliegtuig welks bestuurder door zijn te
genwoordigheid van geest nog kans zag zijn
toestel een oogenblik vlak te trekken, een uit
stekende kans hebben gehad, om zich aan de
parachute toe te vertrouwen.
We vragen: hoe is het mogelijk, dat terwijl
door vliegers der buitenlandsche luchtmach
ten in dergelijke gevallen, vooral van botsing
op normale vlieghoogte, steeds gepoogd wordt
van de parachute gebruik te maken, en dat
meestal met succes, viet Nederlandsche vlie
gers onder voor springen gunstige omstan
digheden, tegelijk den dood in gingen met dicht
gebonden valschermen?
Was het een gebrek aan vertrouwen in het
uitrustingstuk? Werden daar in Lienden de
bittere vruchten geplukt van het besluit, om
het parachutespringen niet - te beoefenen, be
ter gezegd niet meer te beoefenen, nadat en
kele malen de springers bij het landen bij
oefensprongen letsel aan de enkels hadden op-
geloopen?
Wreekt zich hier ook het goed bedoelde,
maar o.i. verkeerde besluit van Waterstaat, om
het parachute-springen in ons land als demon
stratie te verbieden, waardoor de propaganda
gemist wordt die noodig is om den vlieger
van de zekere werking en betrouwbaarheid
van het moderne valscherm te overtuigen en
te voorkomen, dat men in de parachute een
halsbrekend attribuut blijft zien?
Waarom ligt er op Soesterberg voor een ver
mogen aan in de Aviolanda-fabriek te Papen-
drecht vervaardigde ,Robur"-valschermen,
zorgvuldig bewaard in een speciaal op tempe
ratuur gehouden magazijn, als zelfs onze beste
vliegers er in tijd van nood niet mee weten om
te gaan?
Nogmaals gezegd: we verwachten niet, dat
onze militaire Luchtvaart Afdeeling voor onge
lukken gevrijwaard zal blijven. Er schuilt nu
eenmaal in de militaire luchtvaart een gevaars
element, dat niet weg valt te redeneeren. Dit in
aanmerking genomen, is het ongevallen-per
centage bij de L. A. Goddank, niet hoog.
Wij zien hier dan ook geen wantoestanden,
klagen niet aan, hekelen niet! Wij hebben res
pect, groot respect voor onze L. A., die ge
toond heeft met de haar ten dienste staande
zeer bescheiden middelen, te woekeren.
Maar met betrekking tot het gebruik van
yalschermen, is men er fout, af heel lang fout!
Henri Hermans heeft gelijkde wettelijke
molen maalt langzaam. Dit is niet alleen omdat
gauw en goed een heele kunst is, maar ook wijl
er wel degelijk een sfeer moet bestaan, waarin
een wet aannemelijk wordt en toepasselijk is.
Want in zekeren zin blijkt Cicero's quid leges
sine moribus op heel het leven van toepassing.
Men kan wel wettelijke formules maken, in
dien echter de volksopinie ze niet draagt, zullen
zij een doode letter blijken. De wet, welke
heden aan de orde was, toont het overduidelijk.
Het is al ruim een kwart eeuw geleden, dat
te Amsterdam het congres over de huis-indus
trie werd gehouden onder voorzitterschap van
wijlen mgr. Nolens. En het was de huidige
Kamer-voorzitter, die daar een referaat hield,
waarin volgens dr. Nolens' oordeel de zaak het
meest methodisch werd uiteengezet. Mgr. No-
lens brandmerkte daar de huisindustrie als „de
roofbouw op menschelijke arbeidskracht", maar
hij was te wijsgeerig van aanleg om niet te
weten, dat alles zijn tijd moest hebben en legde
er den nadruk op, dat langzaamaan de gedachte
aan wettelijk ingrijpen moest groeien.
Jhr. Ruys zei in het debat over zijn referaat
reeds „mijn ideaal is, dat de man als hoofd
van het gezin onder zulke voorwaarden zal
arbeiden, dat elke arbeid van de vrouw buitens
huis overbodig is". Juist om te voorkomen, dat
de gehüwde vrouwen niet van de fabrieken en
werkplaatsen in de huisindustrie zouden gera
ken, weigerde Aalberse in 1919 een verbod van
arbeid van gehuwde vrouwen in fabrieken in
zijn Arbeidswet op te nemen. Wel was hij even
als Ruys principieel vóór zulk een verbod, maar
dan moest eerst de huisindustrie geregeld. Nu
kan dan ook, zooals Hermans opmerkte, veiliger
worden overgegaan tot het verbieden van
fabrieksarbeid aan de gehuwde vrouw.
Het is Minister Verschuur geweest, die bij
Kon. Boodschap van 18 Aug. 1932 het lang be
loofde wetsontwerp tot wettelijke regeling van
de huisindustrie indiende en, merkwaardig ge
noeg, werd het nu verdedigd door Minister
Slotemaker de Bruine, die het in 1928 in de
Troonrede had laten aankondigen.
Con amore heeft de bekwame Minister van
Sociale Zaken het wetsontwerp verdedigd.
Zware aanvallen had hij trouwens niet te weer
staan, want één uitzondering, n.l. de heer Ver
voorn, daargelaten, bleek de Kamer unaniem
vóór de regeling te zijn, welke trouwens z. h. s.
werd aangenomen, nadat twee amendementen
van de heeren Henri Hermans en Kupers waren
aanvaard.
De nieuwe wet bepaalt, dat bij algemeenen
maatregel van bestuur kan worden voorgeschre
ven, dat sommige soorten van werkzaamheden
om gewichtige redenen niet in woonhuizen of
gedeelten daarvan verricht mogen worden. De
werkgever is verplicht te zorgen, dat de huis
arbeider art. 2 der wet bestrijkt ook den
zelfstandigen huisarbeid niet handelt in strijd
met de wettelijke bepalingen. De wet geeft
voorschriften over loonboekjes af te geven
door den burgemeester en geldig voor één jaar
het ophangen van loonlijsten, het aanhouden
van een loonregister, het vermelden van de te
bewerken stoffen en van het loon of den koop
prijs.
Belangrijk in de wet is echter de mogelijk
heid om de loonminima vast te stellen door
den Minister, paritaire commissies uit de be
drijfstakken gehoord. Deze bepaling is van zeer
groot gewicht; zij is gebleken onmisbaar te
zijn. Er is tegen gesputterd van liberale zijde,
maar vooreerst is de formuleering der wet
hier voorzichtig. Vervolgens valt er principieel
niets tegen in te brengen. Zelfs een op dit
terrein zoo hyper-voorzichtig man als wijlen
Jhr. de Savornin Lohman heeft de bevoegd
heid der Overheid om zulke minimumloonen
vast te stellen onomwonden op 25 October 1910
in de Tweede Kamer bij de behandeling der
Bakkerswet erkend. Dr. Kortenhorst heeft trou
wens verleden jaar er ook op gewezen: als de
Overheid zich met te hooge loonen in het par
ticulier bedrijf bemoeit, eischt de consequentie,
dat zij heb, ook met de te lage doet. In beide
gevallen levert het algemeen belang den rechts
grond. Maar dit kan alleen een subsidiaire taak
der Overheid zijn, zei prof. Slotemaker terecht
en op dit standpunt staat ook de encycliek
„Quadragesimo Anno". Op den duur immers
zullen de georganiseerde beroepsstanden deze
zaken zelf moeten regelen voor zoover dit maar
eenigszins mogelijk is.
Van de Bakkerswet, of liever de bakkersar-
beiaparagrafen van de Arbeidswet, is met de
stemmen van uiterst links tegen (2152) de
wijziging goedgekeurd, welke voor de bakke
rijen het algemeen aanvangsuur om 5 uur
's morgens toestaat. Sinds 1922 kan de platte
landsbakker reeds om 5 uur beginnen. Maar de
stadsbakkerijen met minder dan zes gezellen
mochten pas om 6 uur beginnen en konden zoo
niet met de groote bakkerijen concurreeren,
daar zij de bezorging tusschen 10 en 12 uur
niet klaar kregen. Zooals wij reeds schreven,
vallen hoogstens 2500 van de 33000 gezellen
onder deze wijziging en voor terugkeer van
den nachtarbeid behoeft geen vrees te bestaan,
wijl het verkoopen van versch brood immers
niet vervroegd wordt.
Vermelding verdient hierbij het feit, dat Mi
nister Slotemaker, in afwijking van zijn vroeger
ingenomen standpunt, toetreding tot het ont
werpverdrag van Genève betreffende den
nachtarbeid in bakkerijen, niet meer bepleit.
Minister Verschuur was n.l. tegen de toetreding
tot dit verdrag, omdat hij positief weigerde een
geheel onnoodige inbreuk op de patroonsvrij-
heid te maken uit louter eerbied voor Genève.
De huidige Minister deelt nu dit oordeel.
Ten slotte was het initiatief-voorstel van den
heer de Visser aan de orde, hetwelk formeel de
strekking had de Kieswet zóó te wijzigen, dat
er meer tijdsruimte zou komen voor het ver
vullen der noodige formaliteiten door perso
nen, die buiten het Rijk in Europa vertoeven,
maar waarvan de bedoeling inderdaad was
de voorsteller zei het uitdrukkelijk alsnog
te probeeren den Digoelballing Sardjono in de
Kamer te brengen. En ondanks deze verklaring
stemde vóór het voorstel o.a.... de heer Wes
terman Men moet toch maar met alle geweld
aan „nationaal herstel" willen werken. Behalve
de heer baron van Voorst tot Voorst, die blijk
baar zijn goede hart had laten spreken, kreeg
de communist geen enkele stem van rechts.
Alleen de S.D.A.P., de revolutionnaire heer
Sneevliet en de half-fascistische heer Wester
man stemden vóór dit communistisch initiatief.
Wel zijn wij van oordeel, dat de Kieswet,
waarvan ook reeds een katholiek, die buiten
Europa vertoefde het slachtoffer was, ver
anderd moet worden. Doch bij zulk een inge
wikkelde en gewichtige materie als het kies
recht, behoort het initiatief bij de regeering
te blijven. Wel verdient de opmerking van den
heer Sneevliet over vertegenwoordiging van
werkelijke vertrouwensmannen van de Indi
sche bevolking ook de aandacht der ordelie
vende partijen. Met Moskou, aldus de heer
Sneevliet, die het als gewezen communist we
ten kan, wordt Indië er werkelijk niet beter op.
De heer de Visser heeft er nog zijn verba
zing over uitgesproken, dat men over de com
munistische getrouwheid aan de Grondwette
lijke beloften kon twijfelen. Ja, dat is werke
lijk een mirakel. Maar als de communist stu
die maakt van Lenin's geschriften, begrijpt hij
ons wantrouwen misschien. Dezelfde spreker
heeft ook nog gezegd: wij zijn geen vertegen
woordigers van Moskou, maar van de commu
nistische partij, wier hoofdleiding toevallig te
Moskou zit. En hij vergeleek zijn positie met
die der katholieken, die immers een Opper
hoofd te Rome hebben. Maar de communist
vergat vier dingen: vooreerst, dat de Paus het
hoofd van een geestelijke gemeenschap is; ver
volgens, dat de Paus nooit directieven zal ge
ven of heeft gegeven, die onderdanen in verzet
brengen tegen het wettig recht der Overheid,
verder, dat de Paus eiken katholiek leert, dat
aan de wettige overheid altijd moet worden
gehoorzaamd, tenzij deze iets gebiedt dat
kwaad is en ten slotte dat altijd trouw ver-
eischt is aan den eenmaal afgelegden eed. Dat
is nu bij Moskou precies omgekeerd: zij is een
politieke internationale; zij geeft bindende po
litieke richtlijnen aan de aanhangers in alle
landen; zij erkent geen wettige Overheid, leert
opstand en spot met God en eed.
Met aanhangers van dit 'stelsel: nulla com-
munio, geen gemeenschap
Heeft zijn werkzaamheden hervat.
De Minister-president, dr. H. Colijn heeft
gisterochtend, na zijn lichte ongesteldhed, zijn
werkzaamheden op het Departement van Ko
loniën hervat.
Priesterwijding op 5 November.
Zondag 5 November a.s. zullen te Sao Paulo
de volgende Fraters van de Orde der Carmelie-
ten de H. Priesterwijding ontvangen uit handen
van den Aartsbisschop Z. H. Exc. Mgr. Duarte
Leopoldo e Silva
Ludovicus van Tienen uit Ledeacker, Brocar-
dus Stokhof uit Vinkeveen, Bartholomeus Beu-
wer uit Ootmarsum, Hieronymus Hinthem uit
Berchem, Elius Spruit uit Hoensbroek, Alphon-
sus Hoebert uit 's-Gravenhage, Anselmus Ber-
tels uit Beesd, Bertholdus van der Mee uit
Nijmegen, Ignatius de Jong uit Nieuw-Vennep.
PLECHTIGE INSTALLATIE
ABT DOM ALOYSIUS VAN DE LAAR O.C.R.
Maandag 16 October zal in het Trappisten
klooster „Uelingsheide" te Tegelen, de plech
tige installatie plaats hebben van den hoogeerw.
Pater Dom Aloysius van de Laar, die onlangs
tot abt, dezer nieuwe abdij gekozen is. De
plechtigheid zal in intiemen kloosterkring ge
vierd worden.
De plechtige abtswijding zal op 8 December
a.s. plaats hebben.
ALLERHEILIGEN EN ALLERZIELEN OP
DE H. LANDSTICHTING.
Zooals ieder jaar zal het Allerheiligen- en
Allerzielenfeest met bizondere plechtigheden
op de H. Land-Stichting gevierd worden.
De Kerkelijke diensten geschieden deels in
de Cenakelkerk, deels in de crypte. De Kruis
weg wordt gehouden op het terrein.
Passende verklaringen worden gehouden
door den Z.E. Pater Drs. Wevers S.M.M. in het
Pelgrimshuis.
Aanmelding bij de Kanunnikessen van het
H. Graf Casa-Nova H. Land-Stichting.
GIFTEN VOOR HET NAT. CRISISCOMITé.
Het Nationaal Crisiscomité mocht de vol
gende giften ontvangen: van Maison de Bon-
neterie 1000, van een grooten confectiehan-
del te Amsterdam./ 5.000; van H. P. L. te Am
sterdam 500; van dr. H. M. te Den Haag 500;
van mej. W, R, te Amsterdam t 250.
De Minister van Economische Zaken heeft
met ingang van 23 October aangewezen als
plaatsen, waarop het verboden is boter ten
verkoop, ter aflevering of in opslag voorhanden
te hebben, welke niet voorzien is van het ver-
eischte merk, de openbare wegen te Gorin-
chem op Maandag en te Dordrecht op Vrijdag.
Met ingang van 23 October is aangewezen als
gebied, waarin het verkoopen, vervoeren en
afleveren van consumptiemelk is toegestaan,
op voorwaarde, dat daartoe door de Crisis-
Zuivel-Centrale vergunning is verleend, de
gemeente Stedum.
J. LEENDERS t
Te Godesberg is overleden de heer J. Leen-
ders, uit Steyl, die als regisseur der Tegelsche
Passiespelen bekendheid verwierf.
In Zwitserland, waar zij reeds geruimen tijd
voor herstel van gezondheid vertoefde, is over
leden mej, H. S. S. Kuyper, de oudste dochter
van wijlen dr. A. Kuyper.
PABST'S „DON QUICHOTTE".
In de bespreking van het Rotterdamsche
Lumière-program werd melding gemaakt van
een „eerste vertooning in Nederland", welke
„Don Quichotte" zou hebben beleefd. Uit Til
burg wordt ons intusschen verzekerd, dat de
film aldaar reeds in Juni in de Nieuwe Bioscope
heeft geloopen. Waarvan hier gaarne acte zij
genomen.
CONTINGENTEERING VAN TAFEL- EN
SERVETGOED ENZ.
Ingediend is een wetsontwerp, waarbij door
de wet wordt vastgelegd het K B. van 25
Augustus 1933, waarbij de op 31 Augustus j.l.
eindigende regeling van den invoer van tafel
en servetgoed, handdoeken en andere huishoud-
goed, zoowel afgepast als aan het stuk, bedde-
lakens en sloopen, opnieuw wordt verlengd.
EXAMEN POLITIEDIPLOMA ST. MICHAEL
Bij bet Donderdag te 's-Hertogenbosch ge
houden examen ter verkrijging van het politie-
diploma van den Ned. R. K. Politiebond St.
Michael werd het diploma met aanteekening
behaald door C. Erkelens, Alblasserdam; W.
Ruitenbeek, Nijmegen; J. J. A. Meijer, Zwolle;
het gewone diploma werd behaald door G. J.
P. Bouwman, Etten; S. Wieling, Nieuwpoort;
H. v. d. Berg, Uitgeest; J. v. d. Brandt, Eind
hoven; J. N. A. Homfeit, Princenhage; J.
Schouten, Soesterberg; J. J. Hogenboom, Maas
tricht en H. Barels, Enkhuizen.
De „Snip" is op de uitreis gisteren te CaTr»
aangekomen.