DE NEDERLANDSCHE OMROEPGOLF IN GEVAAR. WETTELIJKE REGELING VAN DE HUISINDUSTRIE. HET VLIEGONGEVAL IN DE BETUWE. ZATERDAG 14 OCTOBER 1933 ONDERHOUD MET DEN HEER IR. A DUBOIS. De Internationale Radioconferentie zonder practisch resultaat uiteen. ONZE 1875 METER-GOLF NAAR ROEMENIE. Ce beschouwing van het lange-golf gebied MAANDAG VERHOOGING VAN DEN SUIKERPRIJS. CRISISHEFFING VAN 9 CENT PER KILO. nationaal crisis-comite. koudbloedpaarden voor DUITSCHLAND. HET RUNDVLEESCH DUURDER. Geslachtaccijns met 200 procent verhoogd. ZONDAG GAAT DE HEFFING IN. JHR. MR. A. W. L. TJARDA VAN STARKENBORGH STACHOUWER. HITLER GEDECOREERD DOOR KUNSTACADEMIE. ONBENUT GEBLEVEN PARACHUTES. ONTWERP DOOR DE TWEEDE KAMER GOEDGEKEURD. Bakkerswet aangenomen. Vergadering van Vrijdag 13 October. MINISTER COLIJN. DE CARMELIETEN IN BRAZILIË. CRISIS-ZUIVELAANGELEGENHEDEN. MEJ. H. S. S. KUYPER t INDISCHE POSTVLUCHTEN. I Uit het communique, dat de Union Interna tionale de Radiodiffusion na afloop van haar bijeenkomst te Amsterdam, die ongeveer een week heeft geduurd, heeft uitgegeven, blijkt dat de conferentie ten aanzien van het voor naamste vraagstuk, dat zij had op te lossen, als mislukt moet worden beschouwd. Zij is er, zooals trouwens verwacht werd, niet in ge slaagd, het probleem van de verdeeling der lange omroepgolven onder de Europeesche zenders op te lossen. Tot de landen, die in de eerste plaats van de thans ontstane situatie de dupe dreigen te worden, behoort Nederland, dat gevaar loopt, binnen eenigen tijd zijn meest geschikte omroepgolf, de 1875 Meter- golf, niet meer te kunnen gebruiken. Wij hadden hierover na afloop der conferen tie een onderhoud met Ir. A. Dubois, voorzitter van het Comité van Omroepvereenigingen, be staande uit K.R.O., V.A.R.A., N.C.R.V. en V.P. R.O., die Nederland reeds langer dan tien ja ren in de Union vertegenwoordigt en die te zamen met dr. B. v. d. Pol van de Philips' fa brieken, die lid van de Technische Commissie is, de Nederlandsche delegatie vormde, terwijl voor de Nederlandsche Regeering als waarne mer aanwezig was de hoofdingenieur-directeur der telegrafie, Ir. Boetje. De heer Dubois erkende, dat practisch ge sproken de conferentie geen resultaat had be reikt. De situatie op het gebied der lange gol ven was ongewijzigd gebleven, zoodat men den regeeringen geen enkel bevredigend advies kon geven. Op het oogenblik ligt er nog slechts het plan van Luzern, dat echter door een achttal Euro peesche landen niet is aanvaard, o.a. door Ne derland, Finland, Polen, Zweden en Turkije. Immers wordt volgens het plan van Luzern de thans door Nederland gebruikte 1875-Meter- golf toegewezen aan Roemenië. Legt Neder land zich hierbij neer, dan beschikt het voor den omroep nog slechts over de 298-Meter- golf. Weliswaar zou het dan niet uitgesloten zijn, dat Nederland in dit geval de beschik king zou kunnen krijgen over een tweede kor tegolf, maar ieder die de bezwaren kent die nog steeds aan de korte-golf-ontvangst zijn verbonden, zal het begrijpelijk achten, dat de Nederlandsche Omroep geen afstand wenscht te doen van de eenige lange-golf waarover hij beschikt. Eigenaardige situatie in den aether. Er dreigt dus op 15 Januari a.s. als het plan van Luzern in werking treedt een eigenaar dige situatie in den aether te ontstaan. De landen die door het plan van Luzern een lan ge-golf toegewezen hebben gekregen, gaan met ingang van dien datum op de hun toegewezen golflengte zenden, terwijl de landen, die het plan van Luzern niet hebben aanvaard, en tot nog toe deze golflengte gebruikten op dezelfde golflengte blijven zenden. Aanvankelijk na 15 Januari a.s. zal Neder land hiervan betrekkelijk weinig hinder onder vinden. De 1875-Meter-golf waarop Huizen en Hilversum om beurten zullen blijven zenden, is toegewezen aan Roemenië, dat voor deze golflengte nog geen zender ter beschikking heeft. Maar Roemenië heeft aangekondigd, dat thans met spoed met den bouw van het zend station Brasov zal worden begonnen en dat men hoopt, binnen een of anderhalf jaar te kunnen beginnen met de uitzendingenop 1875 M. En terwijl Nederland en dat nog wel uitslui tend na zes uur des avonds zendt met een energie van 25 a 50 K.W. zal de zender van Brasov een sterkte hebben van ongeveer 150 K.W. Dit beteekent, dat de Roemeensche zen der zelfs in Nederland zelf de ontvangst van den Nederlandschen langegolfzender onmogelijk zal maken! Chaos in den Europeeschen omroep Heeft Nederland de moeilijkheden dus in het verschiet, bij andere landen zullen zij zich on middellijk na 15 Januari 1934 voordoen. Frank rijk wenscht geen afstand te doen van zijn 1725 Meter-golf, die aan Finland is toegewezen en Finland heeft aangekondigd, dat het station Lahti niettemin op 15 Januari a.s. op deze golf ill2enden- Warschau daarentegen zal op 2 Meter blijven zenden, ondanks het besluit an Luzern, waarbij deze golflengte is toege- aan Radio Paris. Zweden is voornemens riip aa,fSp blijver! zanden op een golflengte een chaosTn deVs toeSewezen en zoo dreigt staan. °™*P «f- denH.aiodl„uf,on De regeeringen der landpn ri,-„ zelfde golflengte in den weg zitten, zullen ten"- slotte wel genoodzaakt worden langs diploma- tieken weg met elkaar tot overeenstemSnTtè komen. In Maart 1934 komt de Union Internationale de Radiodiffusion wederom bijeen, ditmaal te Genève, om onder het oog te zien hoe de toe stand zich na 15 Januari zal hebben ontwikkeld. Het is te hopen, dat het inzicht der belang hebbenden zal weten te voorkomen, dat een chaos in den aether de toch al op zoo velerlei gebied bedreigde internationale verstandhou ding tusschen Europeesche volkeren nog verder zal vertroebelen, terwijl Nederland en Roeme nië naar gehoopt wordt, tot overeenstemming zullen weten te komen, alvorens het station Brasov gereed zal zijn om den Nederlandschen omroep op de lange golf „weg te blazen". In aansluiting op hetgeen boven omtrent het verloop en het resultaat van de Conferentie te Amsterdam is bericht, wordt ons in verband met het groote belang van de gehouden bespre kingen voor het omroepvraagstuk in ons land »an de zijde van het Staatsbedrijf der P. T. T. nog het volgende medegedeeld: De verdeeling der golflengten tusschen 500 •n 1500 K. H. C600200 M.), zooals deze te Lu- •ern was aangenomen bleek in het algemeen geen bezwaar op te leveren. Ook Nederland •egde toe deze verdeeling, wat den Hilversum- schen zender betreft, te zullen toepassen, zon der daarmede verdere verplichtingen te aan vaarden. Dezelfde beslissing werd genomen betreffen de de golflengten van 300 tot 500 K.H. (1000— 600 m.), aangezien deze met medewerking van de mobiele en niet openbare diensten was tot stand gekomen, welke laatste dinesten op deze vergadering niet vertegenwoordigd waren. gaf tot uitvoerige gedachtenwisseling aanlei ding, waarbij meermalen van sterk uiteenloo- pende meeningen bleek. Roemenië, dat gelijk bekend is, te Luzern de 1875 m. golf toegewe zen kreeg, verklaarde het verdrag van Luzern, dat door Roemenië onderteekend is, in zijn geheel te zullen toepassen. Nederland, dat dit verdrag niet teekende, deelde mede na 15 Januari 1934, datum waarop genoemd verdrag in werking treedt, geen afstand van den 1875 m golf te kunnen doen. Hoewel het Roemeensche station nog niet bestaat ligt hier dus de kiem voor een moeilijkheid, die wellicht t.z.t. langs internationale weg tusschen de beide betrokken landen zal moeten worden opgelost. De vergadering gaf echter, overeenkomstig het gevoelen der Nederlandsche vertegenwoor digers met algemeene stemmen uiting aan den wensch, dat in een geval als dit, de beide sta ten gedurende de behandeling der aangelegen heid ter bereiking van een oplossing, zich zou den verstaan om zooveel mogelijk den bestaan- den toestand en de belangen der luisteraars te ontzien. Voor Nederland wordt de toestand dus voor hands deze: Met 15 Januari 1934 wordt de Hilversumsche zender op 995 KH. (301,5 m.) afgestemd in paats van op 1013 K.H. (296,2 m.) Indien, wat de lange golven betreft, vóór 15 Januari 1934 aan ons land geen aannemelijk voorstel wordt gedaan, blijft de Huizer Zender op 160 K.H. (1875 m.) werken. Wat telkens door tegenspraken is weer sproken, is thans toch een feit geworden. Met ingang van Maandag a.s. komt er een crisis heffing op de suiker. Het bedrag ervan is hooger dan men aanvankelijk had verwacht. De bestaande accijns van 22.50 wordt n.l. krachtens ministerieel besluit van 16 October tot 31 December 1933 met 40 opcenten ver hoogd, zoodat de heffing neerkomt op een be drag van 9 per 100 K.G. Zooals uit den tekst van het hieronder ver meld Kon. besluit blijkt, zijn van deze heffing uitgesloten de voorraden, welke niet grooter zijn dan 250 K.G. Crisis-suiherbesluit 1933. Bij Kon. Besluit (Staatsblad 519) zijn thans de artikelen 9, 11 en 14 der Landbouw-Crisis- wet van toepassing verklaard op suiker. Onder suiker wordt hierbij verstaan alle bij vervaardiging binnenlands met accijns belaste suiker, met uitzondering van melasse en van, niet uit al dan niet geïnverteerde suikeroplos singen bestaande, stroop. Gedurende het tijdvak van 16 October 1933 toto 1 September 1934 is, ongeacht het bepaal de bij of krachtens de Suikerwet 1924, het in voorraad hebben, vervoeren en invoeren van suiker, in al dan niet verwerkten staat, voor zoover deze suiker in het vrije verkeer wordt gebracht, slechts toegestaan na betaling bij het in het vrije verkeer brengen van die suiker, van een door den minister van Financiën telkens voor een door hem te bepalen tijdvak vast te stellen bedrag. Dit bedrag wordt uitgedrukt in een percentage van de hoofdsom van den accijns, welke ten aanzien van ingevoerde, bij den invoer niet aan accijns onderworpen suiker en suikerhou dende goederen, berekend wordt, met inacht neming van het voor de vaststelling van het invoerrecht in aanmerking genomen hoogste suikergehalte, of, indien de aangever dit ver langt, van het te zijnen koste te bepalen ge halte. Voor met saccharine of andere kunstmatige zoetstof bereide goederen wordt het hoogste suikergehalte geacht honderd te bedragen. Zuivere natuurhonig wordt bij invoer in ver pakkingen, inhoudende meer dan 1200 gram netto, geacht geen suiker te bevatten. Bij in voer van gedistilleerd, waarvan de alcohol- accijns niet naar de juiste sterkte berekend wordt van wijn en van met niet meer dan 5 pet. suiker bereide goederen blijft de heffing mede achterwege. Bij uitvoer met teruggaaf van den suiker accijns van suikerhoudende goederen, die ten uitvoer zijn aangegeven vóór 1 Juli 1934, wordt geen teruggaaf van de in dit besluit bedoelde heffing verleend, tenzij belangheb benden ten genoege van den minister van Financiën aantoonen, dat de suiker, waarmede de goederen zijn vervaardigd, aan deze hef fing is onderworpen. Het is verboden op het tijdstip van ingang der in dit besluit bedoelde heffing suiker in on verwerkten staat in het vrije verkeer voor handen te hebben of te vervoeren, tenzij hier voor binnen 2 maanden het voor het eerst vastgestelde bedrag der heffing wordt voldaan ten kantore van den ontvanger der accijnzen. Voor de berekening van het verschuldigde worden kandij, ruwe suiker en bastardsuiker geacht belast te zijn met een accijns van £22.50 per 100 K.G. Suikerhoudende vloei stoffen blijven buiten aanmerking. Van de heffing zijn uitgesloten de voorraden suiker, die per opslagplaats, met inbegrip van de hoeveelheden, die daarheen onderweg zijn, niet grooter zijn dan 250 K.G. Onder opslag plaats is te verstaan ieder gebouw, erf of be sloten terrein. Indien iemand in dezelfde ge meente meer dan één opslagplaats in gebruik heeft, worden deze voor de toepassing van dit besluit als één opslagplaats beschouwd. Voorraden, grooter dan 250 K.G. zijn voor de volle hoeveelheid aan de heffing onderworpen. De prijsvraagbriefkaarten. De N. C. C. prijsvraagbriefkaarten, waarop de postzegels zijn gehecht, worden door het comité ter beschikking gelaten van het Staatsbedrijf. 's verg°eding voor de administratiekosten, T iV°°r het Staatsbedrijf uit deze regeling i Hri4'°elen' bftaalt genoemd comité aan het brfefkaarten.re fl P&T 1000 geleverde Afgifte certificaten voor uitvoer. De Minister van Economische Zaken heeft aangewezen als persoon, belast met de afgifte der "certificaten voor den uitvoer naar Duitsch- land van koudbloedpaarden, den heer S. van Zwanenberg, te Nijmegen, en bij diens ontsten tenis J. Drielsma, te Nijmegen, en eerstgenoem- den heer aangewezen als comptabele in den zin der Comptabiliteitswet 1927. Het bedrag, bij de afgifte der certificaten te heffen ter bestrijding van kosten, aan het uit geven van certificaten verbonden, is bepaald op 1 per paard, met een minimum van 1 per certificaat. Reel. 657DGVS 68 In Staatsblad 483 is opgenomen een Kon. be sluit tot toepassing van de artikelen 9 en 12 der landbouw-crisiswet 1933 op rundvee. bepaald is, dat gedurende het tijdvak van 15 October 1933 tot 15 October 1934 het in voor raad hebben van rundvee, ten aanzien waarvan accijns is voldaan of van een dood stuk rund vee, waaraan slachtingshandelingen zijn ver richt slechts is toegestaan tegen betaling van een door den minister van economische zaken telkens voor een door hem te bepalen tijdvak vast te stellen bedrag, dat verschillend kan zijn naar mate van den betaalden accijns. Dit bedrag moet worden betaald ten behoeve van het Landbouw-Crisisfonds In de gevallen, waarin op grond van wette lijke bepalingen afschrijving van den ge slachtsaccijns of geheele of gedeeltelijke terug gaaf van dien accijns wordt verleend, vindt op overeenkomstige wijze hetzij afschrijving, hetzij geheele of gedeeltelijke teruggaaf plaats van bedoeld bedrag. Bedrag der heffing De Minister van Economische Zaken heeft voorts bepaald, dat voor het tijdvak van 15 Oc tober tot en met 31 December 1933 het boven bedoelde bedrag, zal worden vastgesteld op 200 pet. van den accijns op het geslacht. Twintig procent der waar de van het levende beest. Het „Hbla." wijdt aan deze accijnsverhoo- ging de volgende beschouwing: „In totaal zal dus op het levende slachtbeest komen te drukken 10 20 30 pet. der waarde, inplaats van 10 pet. zooals tot dus ver. Aangezien lang niet het volle gewicht in den winkel ten verkoop komt (beenderen, in gewanden, vellen, huid, enz.), terwijl aan den anderen kant géén 20 pet. komt op alle andere kosten, in die in den winkelprijs liggen beslo ten (slacht- en keurloonen, transport, winkel- huur, arbeidsloon, vuur en licht, enz.) mag men niet zeggen, dat er nu 20 pet. op de détailprijzen komt. Bovendien zijn er ver schillende „sóórten" van vleesch aan een rund, van soepvleesch tot biefstuk en runderhaas toe, alle met verschillende kilo-prijzen, doch gesneden uit hetzelfde dier. Ten slotte zijn er nog verschillende „soorten" slagers met ver- schilende kwaliteiten slachtvee, doch óók met verschillende bedrijfsonkosten. Men kan dus niet zoo eenvoudig berekenen, hoeveel procent „het" publiek aanstonds méér zal moeten be talen voor „het" rund- en kalfsvleesch. Dat neemt echter niet weg, dat men niet een zeer globaal voorbeeld kan bereke nen. Neem een beest van 600 pond; dat kost op 't oogenblik b.v. 150 op de markt Zoo'n beest wordt voor den accijns opgegeven (men mag er nJ. 7% pet. onder gaan), voor 140, zoodat er tot dusver 14 geslachtsaccijns op moet worden betaald. Daar komt nu nog eens tweemaal 14, dus 28 bij. Aan zulk een beest van 600 pond zit rond 100 pond beenen; de rest is vleesch, vet, lever, nieren, benevens huidafvallen, vliezen, enz. Dooreengerekend zal de slager dus die 28 moeten verhalen op hetgeen hij in zijn winkel van die 500 pond kan verkoopen. Dat wordt dus op zijn allerminst gemiddeld zes cents per pond, n.l. indien hij 467 pond winkel- vleesch en -vet er uit haalt. Doch in de prac- tijk zal dit, zooals gezegd, méér moeten zijn; in de eerste plaats verkoopt hij van een beest van 600 pond geen 467 pond; in de tweede plaats zal hij niet op alles wat hij wèl ver koopt, zes cents kunnen leggen. De gemiddelde verhooging zal voor den consument dus in dit geval dichter bij 8 dan bij 6 cents liggen per pond. Bovendien komt over eenigen tijd nog de omzetbelasting van 4 pet., welke wordt ge heven niet op het levende dier, doch op den verkoopsprijs van het winkelproduct, dus óók op den geslachtaccijns en op de crisisheffing, benevens op bedrijfskosten en op de slacht- en keurloonen der dikwijls met flinke winsten werkende gemeentelijke slachthuizen. Deze laatste zijn niet mis en dragen in vele gevallen zelfs het karakter van een indirecte belasting. Amsterdam b.v. maakte op zijn abat toir een bedrijfswinst van 400.000. In totaal wordt in Nederland jaarlijks rond 5 millioen aan winst uit de gemeentelijke slachthuizen en keuringsdiensten genomen. Wanneer men voor een oogenblik veronder stelt, dat het rund- en kalfsvleeschverbruik door deze nieuwe heffing niet zal dalen het geen ons echter in verband met de koopkracht onwaarschijnlijk voorkomt dan zal zij per jaar 13 millioen opbrengen, aangezien de 10 accijns op het geslacht in 1932 heeft opge bracht 6.500.000. Per week worden op 't oogen blik gemiddeld geslacht 8000 runderen en kal veren. De crisis-accijns op varkensvleesch bedraagt, zooals men weet, 9 cents per kilo geslacht ge wicht (dus spek en reuzel inbegrepen). Ook heffing van paar den- en schapenvleesch Bovendien is, naar wij vernemen, ook een crisis-accijns op paarden- en schapenvleesch in voorbereiding, waarschijnlijk om een vlucht in deze vleeschsoorten te voorkomen. Bij onze illustratieve berekening hierboven hebben we „vet voor vleesch" gerekend, d.w.z. verondersteld, dat de slager ook zijn vetprijs zal kunnen verhoogen. Daartoe zal echter noo- dig zijn, dat het ingevoerde rundvet van over heidswege dienovereenkomstig wordt belast! En ook ten aanzien van het ingevoerde, zoo wel versche als bevroren vleesch (die totaal overbodige invoer is reeds gecontingenteerd en extra belast) zullen compenseerende maatre gelen moeten worden genomen. Tenslotte wil het ons voorkomen, dat deze crisis-accijns, hoe zwaar ook op zich zelf, niet voldoende zal blijken te zijn voor het gestelde doel, inkrimping van den veestapel, zoodat een verhooging b.v. tot 25 of 30 in de toekomst niet uitgesloten moet worden geacht. Officieele benoeming tot gezant te Brussel en Luxemburg. Aan jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken- borgh Stachouwer, Commissaris der Koningin in de provincie Groningen, is, op zijn verzoek, met ingang van 16 October 1933, op de meest eervolle wijze ontslag als zoodanig verleend, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem als zoodanig den Lande bewezen. Met ingang van denzelfden datum is jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer voornoemd tot buitengewoon gezant en ge volmachtigd minister der eerste klasse bij de Belgische en Luxemburgsche Hoven benoemd. MüNCHEN, 13 October (W. B.). De academie van beeldende kunsten te München heeft voor de eerste maal haar eeremedaille, en wel in goud, aan rijkskanselier Adolf Hitler verleend. Nadat de „Führer", naar de „Volkische Beob- achter" meldt, zich bereid verklaard heeft, deze onderscheiding aan te nemen, heeft de uitreiking der medaille ter gelegenheid van den „Dag der Duitsche Kunst" plaats. De medaille is vervaardigd door den acade mie-professor Hermann Hahn. Voorzichtigheid die de wijsheid bedriegt. Onze luchtvaartmedewerker schrijft ons: Ofschoon er bij elke luchtmacht ongelukken gebeuren en men geenszins mag verwachten dat onze luchtvaart-afdeeling op dien „regel" een uitzondering zal maken, zoo is toch met betrekking tot het droevig ongeluk te Lien- den de vraag gewettigd, of het menschelijker- wijze gesproken noodig was, dat hier een zoo zwaar offer moest worden gebracht. Mogen we de krantenverslagen gelooven, dan waren alle vier de vliegers met een valscherm uitgerust; een officieele verklaring te dien aanzien lijkt ons echter nog gewenscht. Is dit punt juist, dan vragen we: hoe is het mogelijk geweest, dat geen der vier vliegers gepoogd heeft zich door de parachute het leven te redden? Het gebeurde bij Lienden toch, is een vliegongeval, waarbij de meeste factoren aanwezig waren, om van het valscherm een nuttig gebruik te maken. De hoogte waarop gevlogen werd was voor een noodsprong vol doende, terwijl speciaal de inzittenden van het vliegtuig welks bestuurder door zijn te genwoordigheid van geest nog kans zag zijn toestel een oogenblik vlak te trekken, een uit stekende kans hebben gehad, om zich aan de parachute toe te vertrouwen. We vragen: hoe is het mogelijk, dat terwijl door vliegers der buitenlandsche luchtmach ten in dergelijke gevallen, vooral van botsing op normale vlieghoogte, steeds gepoogd wordt van de parachute gebruik te maken, en dat meestal met succes, viet Nederlandsche vlie gers onder voor springen gunstige omstan digheden, tegelijk den dood in gingen met dicht gebonden valschermen? Was het een gebrek aan vertrouwen in het uitrustingstuk? Werden daar in Lienden de bittere vruchten geplukt van het besluit, om het parachutespringen niet - te beoefenen, be ter gezegd niet meer te beoefenen, nadat en kele malen de springers bij het landen bij oefensprongen letsel aan de enkels hadden op- geloopen? Wreekt zich hier ook het goed bedoelde, maar o.i. verkeerde besluit van Waterstaat, om het parachute-springen in ons land als demon stratie te verbieden, waardoor de propaganda gemist wordt die noodig is om den vlieger van de zekere werking en betrouwbaarheid van het moderne valscherm te overtuigen en te voorkomen, dat men in de parachute een halsbrekend attribuut blijft zien? Waarom ligt er op Soesterberg voor een ver mogen aan in de Aviolanda-fabriek te Papen- drecht vervaardigde ,Robur"-valschermen, zorgvuldig bewaard in een speciaal op tempe ratuur gehouden magazijn, als zelfs onze beste vliegers er in tijd van nood niet mee weten om te gaan? Nogmaals gezegd: we verwachten niet, dat onze militaire Luchtvaart Afdeeling voor onge lukken gevrijwaard zal blijven. Er schuilt nu eenmaal in de militaire luchtvaart een gevaars element, dat niet weg valt te redeneeren. Dit in aanmerking genomen, is het ongevallen-per centage bij de L. A. Goddank, niet hoog. Wij zien hier dan ook geen wantoestanden, klagen niet aan, hekelen niet! Wij hebben res pect, groot respect voor onze L. A., die ge toond heeft met de haar ten dienste staande zeer bescheiden middelen, te woekeren. Maar met betrekking tot het gebruik van yalschermen, is men er fout, af heel lang fout! Henri Hermans heeft gelijkde wettelijke molen maalt langzaam. Dit is niet alleen omdat gauw en goed een heele kunst is, maar ook wijl er wel degelijk een sfeer moet bestaan, waarin een wet aannemelijk wordt en toepasselijk is. Want in zekeren zin blijkt Cicero's quid leges sine moribus op heel het leven van toepassing. Men kan wel wettelijke formules maken, in dien echter de volksopinie ze niet draagt, zullen zij een doode letter blijken. De wet, welke heden aan de orde was, toont het overduidelijk. Het is al ruim een kwart eeuw geleden, dat te Amsterdam het congres over de huis-indus trie werd gehouden onder voorzitterschap van wijlen mgr. Nolens. En het was de huidige Kamer-voorzitter, die daar een referaat hield, waarin volgens dr. Nolens' oordeel de zaak het meest methodisch werd uiteengezet. Mgr. No- lens brandmerkte daar de huisindustrie als „de roofbouw op menschelijke arbeidskracht", maar hij was te wijsgeerig van aanleg om niet te weten, dat alles zijn tijd moest hebben en legde er den nadruk op, dat langzaamaan de gedachte aan wettelijk ingrijpen moest groeien. Jhr. Ruys zei in het debat over zijn referaat reeds „mijn ideaal is, dat de man als hoofd van het gezin onder zulke voorwaarden zal arbeiden, dat elke arbeid van de vrouw buitens huis overbodig is". Juist om te voorkomen, dat de gehüwde vrouwen niet van de fabrieken en werkplaatsen in de huisindustrie zouden gera ken, weigerde Aalberse in 1919 een verbod van arbeid van gehuwde vrouwen in fabrieken in zijn Arbeidswet op te nemen. Wel was hij even als Ruys principieel vóór zulk een verbod, maar dan moest eerst de huisindustrie geregeld. Nu kan dan ook, zooals Hermans opmerkte, veiliger worden overgegaan tot het verbieden van fabrieksarbeid aan de gehuwde vrouw. Het is Minister Verschuur geweest, die bij Kon. Boodschap van 18 Aug. 1932 het lang be loofde wetsontwerp tot wettelijke regeling van de huisindustrie indiende en, merkwaardig ge noeg, werd het nu verdedigd door Minister Slotemaker de Bruine, die het in 1928 in de Troonrede had laten aankondigen. Con amore heeft de bekwame Minister van Sociale Zaken het wetsontwerp verdedigd. Zware aanvallen had hij trouwens niet te weer staan, want één uitzondering, n.l. de heer Ver voorn, daargelaten, bleek de Kamer unaniem vóór de regeling te zijn, welke trouwens z. h. s. werd aangenomen, nadat twee amendementen van de heeren Henri Hermans en Kupers waren aanvaard. De nieuwe wet bepaalt, dat bij algemeenen maatregel van bestuur kan worden voorgeschre ven, dat sommige soorten van werkzaamheden om gewichtige redenen niet in woonhuizen of gedeelten daarvan verricht mogen worden. De werkgever is verplicht te zorgen, dat de huis arbeider art. 2 der wet bestrijkt ook den zelfstandigen huisarbeid niet handelt in strijd met de wettelijke bepalingen. De wet geeft voorschriften over loonboekjes af te geven door den burgemeester en geldig voor één jaar het ophangen van loonlijsten, het aanhouden van een loonregister, het vermelden van de te bewerken stoffen en van het loon of den koop prijs. Belangrijk in de wet is echter de mogelijk heid om de loonminima vast te stellen door den Minister, paritaire commissies uit de be drijfstakken gehoord. Deze bepaling is van zeer groot gewicht; zij is gebleken onmisbaar te zijn. Er is tegen gesputterd van liberale zijde, maar vooreerst is de formuleering der wet hier voorzichtig. Vervolgens valt er principieel niets tegen in te brengen. Zelfs een op dit terrein zoo hyper-voorzichtig man als wijlen Jhr. de Savornin Lohman heeft de bevoegd heid der Overheid om zulke minimumloonen vast te stellen onomwonden op 25 October 1910 in de Tweede Kamer bij de behandeling der Bakkerswet erkend. Dr. Kortenhorst heeft trou wens verleden jaar er ook op gewezen: als de Overheid zich met te hooge loonen in het par ticulier bedrijf bemoeit, eischt de consequentie, dat zij heb, ook met de te lage doet. In beide gevallen levert het algemeen belang den rechts grond. Maar dit kan alleen een subsidiaire taak der Overheid zijn, zei prof. Slotemaker terecht en op dit standpunt staat ook de encycliek „Quadragesimo Anno". Op den duur immers zullen de georganiseerde beroepsstanden deze zaken zelf moeten regelen voor zoover dit maar eenigszins mogelijk is. Van de Bakkerswet, of liever de bakkersar- beiaparagrafen van de Arbeidswet, is met de stemmen van uiterst links tegen (2152) de wijziging goedgekeurd, welke voor de bakke rijen het algemeen aanvangsuur om 5 uur 's morgens toestaat. Sinds 1922 kan de platte landsbakker reeds om 5 uur beginnen. Maar de stadsbakkerijen met minder dan zes gezellen mochten pas om 6 uur beginnen en konden zoo niet met de groote bakkerijen concurreeren, daar zij de bezorging tusschen 10 en 12 uur niet klaar kregen. Zooals wij reeds schreven, vallen hoogstens 2500 van de 33000 gezellen onder deze wijziging en voor terugkeer van den nachtarbeid behoeft geen vrees te bestaan, wijl het verkoopen van versch brood immers niet vervroegd wordt. Vermelding verdient hierbij het feit, dat Mi nister Slotemaker, in afwijking van zijn vroeger ingenomen standpunt, toetreding tot het ont werpverdrag van Genève betreffende den nachtarbeid in bakkerijen, niet meer bepleit. Minister Verschuur was n.l. tegen de toetreding tot dit verdrag, omdat hij positief weigerde een geheel onnoodige inbreuk op de patroonsvrij- heid te maken uit louter eerbied voor Genève. De huidige Minister deelt nu dit oordeel. Ten slotte was het initiatief-voorstel van den heer de Visser aan de orde, hetwelk formeel de strekking had de Kieswet zóó te wijzigen, dat er meer tijdsruimte zou komen voor het ver vullen der noodige formaliteiten door perso nen, die buiten het Rijk in Europa vertoeven, maar waarvan de bedoeling inderdaad was de voorsteller zei het uitdrukkelijk alsnog te probeeren den Digoelballing Sardjono in de Kamer te brengen. En ondanks deze verklaring stemde vóór het voorstel o.a.... de heer Wes terman Men moet toch maar met alle geweld aan „nationaal herstel" willen werken. Behalve de heer baron van Voorst tot Voorst, die blijk baar zijn goede hart had laten spreken, kreeg de communist geen enkele stem van rechts. Alleen de S.D.A.P., de revolutionnaire heer Sneevliet en de half-fascistische heer Wester man stemden vóór dit communistisch initiatief. Wel zijn wij van oordeel, dat de Kieswet, waarvan ook reeds een katholiek, die buiten Europa vertoefde het slachtoffer was, ver anderd moet worden. Doch bij zulk een inge wikkelde en gewichtige materie als het kies recht, behoort het initiatief bij de regeering te blijven. Wel verdient de opmerking van den heer Sneevliet over vertegenwoordiging van werkelijke vertrouwensmannen van de Indi sche bevolking ook de aandacht der ordelie vende partijen. Met Moskou, aldus de heer Sneevliet, die het als gewezen communist we ten kan, wordt Indië er werkelijk niet beter op. De heer de Visser heeft er nog zijn verba zing over uitgesproken, dat men over de com munistische getrouwheid aan de Grondwette lijke beloften kon twijfelen. Ja, dat is werke lijk een mirakel. Maar als de communist stu die maakt van Lenin's geschriften, begrijpt hij ons wantrouwen misschien. Dezelfde spreker heeft ook nog gezegd: wij zijn geen vertegen woordigers van Moskou, maar van de commu nistische partij, wier hoofdleiding toevallig te Moskou zit. En hij vergeleek zijn positie met die der katholieken, die immers een Opper hoofd te Rome hebben. Maar de communist vergat vier dingen: vooreerst, dat de Paus het hoofd van een geestelijke gemeenschap is; ver volgens, dat de Paus nooit directieven zal ge ven of heeft gegeven, die onderdanen in verzet brengen tegen het wettig recht der Overheid, verder, dat de Paus eiken katholiek leert, dat aan de wettige overheid altijd moet worden gehoorzaamd, tenzij deze iets gebiedt dat kwaad is en ten slotte dat altijd trouw ver- eischt is aan den eenmaal afgelegden eed. Dat is nu bij Moskou precies omgekeerd: zij is een politieke internationale; zij geeft bindende po litieke richtlijnen aan de aanhangers in alle landen; zij erkent geen wettige Overheid, leert opstand en spot met God en eed. Met aanhangers van dit 'stelsel: nulla com- munio, geen gemeenschap Heeft zijn werkzaamheden hervat. De Minister-president, dr. H. Colijn heeft gisterochtend, na zijn lichte ongesteldhed, zijn werkzaamheden op het Departement van Ko loniën hervat. Priesterwijding op 5 November. Zondag 5 November a.s. zullen te Sao Paulo de volgende Fraters van de Orde der Carmelie- ten de H. Priesterwijding ontvangen uit handen van den Aartsbisschop Z. H. Exc. Mgr. Duarte Leopoldo e Silva Ludovicus van Tienen uit Ledeacker, Brocar- dus Stokhof uit Vinkeveen, Bartholomeus Beu- wer uit Ootmarsum, Hieronymus Hinthem uit Berchem, Elius Spruit uit Hoensbroek, Alphon- sus Hoebert uit 's-Gravenhage, Anselmus Ber- tels uit Beesd, Bertholdus van der Mee uit Nijmegen, Ignatius de Jong uit Nieuw-Vennep. PLECHTIGE INSTALLATIE ABT DOM ALOYSIUS VAN DE LAAR O.C.R. Maandag 16 October zal in het Trappisten klooster „Uelingsheide" te Tegelen, de plech tige installatie plaats hebben van den hoogeerw. Pater Dom Aloysius van de Laar, die onlangs tot abt, dezer nieuwe abdij gekozen is. De plechtigheid zal in intiemen kloosterkring ge vierd worden. De plechtige abtswijding zal op 8 December a.s. plaats hebben. ALLERHEILIGEN EN ALLERZIELEN OP DE H. LANDSTICHTING. Zooals ieder jaar zal het Allerheiligen- en Allerzielenfeest met bizondere plechtigheden op de H. Land-Stichting gevierd worden. De Kerkelijke diensten geschieden deels in de Cenakelkerk, deels in de crypte. De Kruis weg wordt gehouden op het terrein. Passende verklaringen worden gehouden door den Z.E. Pater Drs. Wevers S.M.M. in het Pelgrimshuis. Aanmelding bij de Kanunnikessen van het H. Graf Casa-Nova H. Land-Stichting. GIFTEN VOOR HET NAT. CRISISCOMITé. Het Nationaal Crisiscomité mocht de vol gende giften ontvangen: van Maison de Bon- neterie 1000, van een grooten confectiehan- del te Amsterdam./ 5.000; van H. P. L. te Am sterdam 500; van dr. H. M. te Den Haag 500; van mej. W, R, te Amsterdam t 250. De Minister van Economische Zaken heeft met ingang van 23 October aangewezen als plaatsen, waarop het verboden is boter ten verkoop, ter aflevering of in opslag voorhanden te hebben, welke niet voorzien is van het ver- eischte merk, de openbare wegen te Gorin- chem op Maandag en te Dordrecht op Vrijdag. Met ingang van 23 October is aangewezen als gebied, waarin het verkoopen, vervoeren en afleveren van consumptiemelk is toegestaan, op voorwaarde, dat daartoe door de Crisis- Zuivel-Centrale vergunning is verleend, de gemeente Stedum. J. LEENDERS t Te Godesberg is overleden de heer J. Leen- ders, uit Steyl, die als regisseur der Tegelsche Passiespelen bekendheid verwierf. In Zwitserland, waar zij reeds geruimen tijd voor herstel van gezondheid vertoefde, is over leden mej, H. S. S. Kuyper, de oudste dochter van wijlen dr. A. Kuyper. PABST'S „DON QUICHOTTE". In de bespreking van het Rotterdamsche Lumière-program werd melding gemaakt van een „eerste vertooning in Nederland", welke „Don Quichotte" zou hebben beleefd. Uit Til burg wordt ons intusschen verzekerd, dat de film aldaar reeds in Juni in de Nieuwe Bioscope heeft geloopen. Waarvan hier gaarne acte zij genomen. CONTINGENTEERING VAN TAFEL- EN SERVETGOED ENZ. Ingediend is een wetsontwerp, waarbij door de wet wordt vastgelegd het K B. van 25 Augustus 1933, waarbij de op 31 Augustus j.l. eindigende regeling van den invoer van tafel en servetgoed, handdoeken en andere huishoud- goed, zoowel afgepast als aan het stuk, bedde- lakens en sloopen, opnieuw wordt verlengd. EXAMEN POLITIEDIPLOMA ST. MICHAEL Bij bet Donderdag te 's-Hertogenbosch ge houden examen ter verkrijging van het politie- diploma van den Ned. R. K. Politiebond St. Michael werd het diploma met aanteekening behaald door C. Erkelens, Alblasserdam; W. Ruitenbeek, Nijmegen; J. J. A. Meijer, Zwolle; het gewone diploma werd behaald door G. J. P. Bouwman, Etten; S. Wieling, Nieuwpoort; H. v. d. Berg, Uitgeest; J. v. d. Brandt, Eind hoven; J. N. A. Homfeit, Princenhage; J. Schouten, Soesterberg; J. J. Hogenboom, Maas tricht en H. Barels, Enkhuizen. De „Snip" is op de uitreis gisteren te CaTr» aangekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3