ZATERDAG 14 OCTOBER 1933 CONTINGENTEERING VAN DRAADNAGELS. Overmatige import uit landen niet- aangesloten bij het kartel. Herwinning van werkgelegenheid voor eigen industrie. 4203 1375 5578 OVERVAL VAN EEN OUDE VROUW. WAGEN OMGESLAGEN. DE GOOISCHE KERKINBRAKEN KIND TE WATER. VERDRONKEN. VELDWACHTER VAN EEN AUTO GESLINGERD. DOODELIJKE VECHTPARTIJ OM EEN DUIF. PLATTELAND EN ZOMERTIJD. HUIS TE BERLICUM GERAMMEID. Wraakneming van buurtbewoners op moeder en dochter. EEN VALSCHE HANDTEEKENING. PROEFNACHTDIENST VEER MOERDIJK-WILLEMSDORP DE „POSTJAGER" NAAR INDIE. OPGRAVINGEN IN PERZIE. LUTINE AANDEELEN. MIJ. „DE KORENSCHOOF". Ingediend is een wetsontwerp, om door de wet te bekrachtigen het K. B. van 9 September j.l., waarbij voor een termijn van 3 maanden aanvangende 1 September, de invoer van eenige draadproducten aan een beperking is onder worpen. De toestand van de Nederlandsche draadindustrie heeft reeds bij verschillende ge legenheden een onderwerp van gedachtenwis- seling gevormd tusschen de Staten-generaal en de regeering in verband met de vraag, in hoeverre een toepassing van de crisisinvoer- wet ten behoeve van dezen bedrijfstak aan beveling zou verdienen. Terwijl de minister bij deze gelegenheden nog geen positieve mede- deeiing ter zake kon doen, is hij thans, nadat het ter zake ingesteld onderzoek is beëindigd en mede op grond van de ontwikkeling van den toestand op de Nederlandsche markt ge durende de laatste maanden, tot de overtuiging gekomen, dat een ingrijpen noodzakelijk was. De Nederlandsche draadindustrie is sinds den aanvang van het jaar 1932 tezamen met de draad industrieën der omliggende continentale landen vereenigd in een internationaal syn dicaat va draadproducten. De toetreding maakte destijds aan een voor de inheemsche industrie moeilijke periode van abnormale concurrentie een einde. Door een tweetal omstandigheden n.l. was de situatie tegenover de buitenlandsche concurrentie ongunstig. In de eerste plaats door het feit, dat het in verband met de tarieven- constellatie vrijwel onmogelijk was naar de omliggende continentale landen te exportee ren, terwijl daarenboven de in deze landen ge vestigde producenten zich reeds in nationale kartels hadden vereenigd, hetgeen hen in staat stelde een betrekkelijk hoog prijspeil in het binnenland te handhaven. Als tweede kwam daarbij een omstandigheid, die thans nog geldt, dat de Nederlandsche fabrieken voor haar grondstof walsdraad van het buitenland afhankelijk zijn. Het walsdraad is eveneens voorwerp van een internationale kartelover eenkomst tusschen verschillende 'groepen van draadwalserijen, waardoor onze draadindustrie voor haar grondstoffenvoorzlening aan een vast prijspeil is gebonden. Onder deze omstandigheden was voor de Ne derlandsche producenten toetreding tot de op te richten international Wire-Export Company een levensbelang. De door het kartel voor de Nederlandsche markt vastgestelde prijzen zijn weliswaar laeg gehouden. Zij verhouden zich n.l. tot de prijzen der voornaamste kartellanden ongeveer als 23. Doch niettegenstaande dit lage prijspeil wordt de Nederlandsche markt in toenemende mate overstroomd door importen uit landen met gedeprecieerde valuta, van welke landen de producenten niet bij het Internationale kartel zijn aangesloten. Deze importen van buitenstaanders hebben ten slotte geleid tot een overmatigen invoer hetgeen moge blijken uit de gegevens van den invoer van draadnagels, den voornaamsten post, waarop deze contingenteeringsmaatregel betrekking heeft. Post 373 (in tonnen) 1932 1933 Januari t.m. Juni 3954 Juli t.m. Augustus 880 Januari t.m. Augustus 4834 Tengevolge van dezen invoer moesten ver schillende fabrieken tijdelijk worden stopgezet, terwijl de georganiseerde handel zijn relaties met het kartel dreigde te verbreken om zijn vrijheid van handelen te hernemen.. Dit laat ste zou practisch een uiteenvallen van het kartel voor de Nederlandsche markt beteeke- n.en' 00^ daartegen heeft de minister door een tijdig ingrijpen in den vorm van toepassing van de crlsisinvoerwet willen waken. Voor zoover de contingenteeringspercentages werden vastgesteld beneden 100 pet. van de hoeveelheid, geven zij blijk van de bedoeling de werkgelegenheid, die by de totstandko- nrng van het internationale kartel door quote verkoop van een van de Nederlandsche fabrie ken naar het buitenland voor ons land is ver loren gegaan, althans gedeeltelijk te herwin nen. Of deze werkgelegenheid zal terugkee- ren naar dezelfde fabriek, valt niet met zeker heid te zeggen, in elk geval vertrouwt de mi nister, dat deze werkgelegenheid in hoofdzaak aan de noodlijdende gemeente Helmond en haar omgeving ten goede komt. Verdachten der Mijdrechtsche zaak in hooger beroep. In den nacht van 12 op 13 Oct. van 't vorig jaar pleegden 2 mannen te Mijdrecht een over val op een oude vrouw, waarbij zij ongeveer 37 en enkele gouden sieraden buit maakten Er werden 2 personen gearresteerd; een van hen legde voor de rechtbank een volledige be kentenis af; ook verklaarde hij samen met den tweeden verdachte den overval te hebben ge pleegd. De Utrechtsche rechtbank veroordeelde het tweetal ieder tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. In hooger beroep werd de zaak voor het Amsterdamsche hof behandeld. Ook hier ont kende een der verdachten. Een schriftkundige verklaarde dat een brief, waarin stond „dat het zaakje goed was afgeloopen", was geschreven door den verdachte, die ontkende schuldig te zijn aan den overval. Het schrift was volgens den schriftkundige identiek aan het hand schrift van een brief welken verdachte toegaf te hebben geschreven. Verd> ontkende echter den brief tehebben geschreven waarin de goede afloop van het zaakje werd gemeld. Meneer de president, aldus verd., het zou niet de eerste keer zijn dat schriftkundigen zich vergissen. Een inwoner van Mijdrecht had zoo ver klaarde hij eenige uren voor den overval met de verdachten gesproken. Zij hadden hem toen gevrdagd of de caféhoudster er nogal warm bijzat. De ontkennende verdachte noem de ook dit leugens. Hij was dien nacht thuis geweest in zijn woning te Zaandam. De procureur generaal mr. A. baron van Harinxma thoe Slooten achtte het bewijs ge leverd. Hier hebben we te doen, aldus spr„ met een der lafste misdrijven die men zich denken kan. Een zeer strenge straf is hier op haar plaats. De eene heeft tenminste bekend, doch zijn „compagnon" houdt bovendien nog vol onschuldig te zijn. Tegen dezen verdachte eisch- te spr. vier jaar gevangenisstraf, tegen den verd., die bekende, requireerde hij bevestiging van het vonnis (3 jaar). Arrest 27 October. Oude vrouw ernstig gewond. Door het schrikken van een paard heeft op den weg van Nieuwveen naar Uithoorn een ernstig ongeluk plaats gehad. Een kleinzoon van de weduwe van Rijn uit Nieuwveen zou zijn grootmoeder met een tentwagen naar Uithoorn brengen. Ter hoogte van de woning van den landbouwer Van der Vaart schrok het paard' van een of ander voorwerp op den weg, waardoor het begon te steigeren. Het gevolg was, dat de wagen kantelde en op den berm van den weg terecht kwam. De koetsier wist tijdig van het voertuig te springen, zoodat hij er zonder letsel af kwam, maar de 83-jarige mej. van Rijn bleek bekneld te zijn geraakt. Nadat men haar met veel moeite uit den wagen had bevrijd, bleek, dat zij door glas scherven ernstig was gewond en ook inwen dige kwetsuren had opgeloopen. In zorgwekkenden toestand is zij, nadat haar het H. Oliesel was toegediend, naar het zieken huis te Leiden overgebracht. Door de moeder levenloos opgehaald. Gisterenmiddag geraakte t vierjarig kindje van den eendenhouder J. Steur te Volendam bij het spelen in de sloot nabij de ouderlijke woning. De moeder, die het ongeluk zag ge beuren, begaf zich direct te water en haalde de kleine eruit. Het kind bleek reeds bewuste loos te zijn. Dokter Wevers, die spoedig aan wezig was, mocht er echter niet in slagen de levensgeesten op te wekken. Nog een arrestatie. De Blaricumsche en Bussumsche politie heb ben thans wederom een arrestatie gedaan in verband met de Gooische kerkinbraken. Toen de politie een week geleden zekeren H. arresteerde bij een nbraak in de St. Rita- kerk te Amsterdam en spoedig bleek, dat hij ook schuldig was aan eenige kerkinbraken in het Gooi, kwam tevens aan het licht, dat H. die inbraken niet alleen gepleegd had. Om bijzondere redenen, kon de politie echter niet tot arrestatie van een medeplichtige over gaan. Intusschen zag deze medeplichtige echter kans een diefstal te plegen te Amsterdam en te Beemster, resp. in een particulier huis en een kantoor. Donderdag is de politie tot zijn arrestatie over gegaan. Het is een zekere L. uit Amsterdam, zonder vast adres en meestal vertoevende in logemen ten. Vrijdagmorgen is uit het Spui, te Oudenbosch grenzende aan den tuin van het St. Elisabeth- gesticht, aldaar, het lijk opgehaald van mej. A. V., dienstbode in het Gasthuis, aldaar. IN HOOGER BEROEP. Naar de ,,'s-Hert. Ct." verneemt, heeft de Officier van Justitie hooger beroep aangetee- kend tegen het vonnis der Bossche rechtbank waarbij J. A. v. d. C., chauffeur te Nijmegen, werd vrijgesproken van den heqj ten laste gelegden doodslag op den kommies de Man te Ottersum. De eisch was 8 jaar gevangenisstraf. Door woest rijden van den chauffeur. Het Hof te Arnhem behandelde in hooger be roep de zaak tegen P. E. 28 jaar, zonder beroep te Arnhem. De rechtbank had E. veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf omdat door zijn schuld de rijksveldwachter Bouman van de treeplank van zijn auto is gevallen en zwaar lichamelijü letsel heeft opgeloopen. De president mr. de Vos van Steenwijk vroeg den verdachte of hij het schandelijke van zijn handelwijze inziet. De verdachte verklaarde in drift plotseling een hoek te zijn omgezwaaid, daarbij vol gas gevend. Hij rekende erop dat de veldwachter dan wel zou afstappen. De president vond het een onmenschelijke handelwijze. E. moet vermoed hebben dat de veldwachter niet zou afstappen, maar leelijk zou komen te vallen. De veldwachter Bouman wordt daarna ge hoord. Hij is er nog leelijk aan toe. Hij heeft nog steeds last van hoofdpijn en suizingen. Met zijn linkeroog kan hij bijna niet meer zien Veertien dagen geleden is hij gekeurd doch de uitslag is nog niet bekend.. Er is groote kans, dat hij geen dienst meer zal doen. Hij kan zich de momenten onmiddellijk voor den val niet meer herinneren. Hij heeft tegen den verdachte geen bedreigingen geuit, zoo als verdachte en beide getuigen verklaren. De verdediger mr. Muller Massis uit Amster dam vroeg waarom de veldwachter zoo ge vaarlijk op de treeplank ging staan, nog wel met de karabijn in de hand. De verdachte heeft aan Bouman aangeboden in den wagen plaats te nemen. Hij heeft hem daarna aangeraden zich wat steviger vast te houden. De politiecommissaris M., als getuige gehoord verhaalde dat E. bij het eerste verhoor gezegd heeft, dat het hem verveeld had dat Bouman herhaaldelijk dreigementen uitte. Tegen J. D. K. hoofdagent te Velp heeft E. verklaard, dot hij den bocht opzettelijk zoo scherp heeft genomen om Bouman kwijt te raken. De vader van E. meende dat de jongeman in drift moet hebben gehandeld en niet de portee van zijn daad inzag. De procureur-generaal mr. Visscher meende, dat de verdachte impliciet opzet heeft bekend. De eisch is bevestiging van het vonnis. De verdediger drong aan op voorwaardelijke veroordeeling wegens veroorzaken van licha melijk letsel door schuld. In drift gestoken. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch stond Donderdag terecht de 30-jarige mandenmaker L. L. van E. te Vlijmen, terzake dat hij op 25 Juli aldaar opzettelijk J. H. van het leven heeft beroofd door hem opzettelijk met een mes te steken en te snijden. Een ruzietje om een duif was de aanleiding tot het drama. Verd. had H., met wien hij vaak over duiven sprak, ontmoet. H. kwam uit een herberg en was kennelijk onder den invloed van drank. Bij hem was zekere L., die een duif in de hand had. H. beweerde dat het zijn duif was. Daarover kwamen wc or den. H. schopte naar de geit van L en sloeg naar verd., die doorliep, doch toen hij bemerkte, dat 1,ij bloedend verwond was, terugkeerde. In zijn drift greep hij een mes en stak naar H. Hij had er veel spijt van. Verschillende getuigen deden mededeelingen over de ruzie en de vechtpartij. Veldwachter W. Harks te Vlijmen verklaar de, dat verd. zeer gunstig bekend stor.d. Getuige L. deed een verhaal als verd. H. mishandelde eerst getuige en daarna VPrd., die de partij van L. trok. Het O. M. meende, dat verd. niet had moe ten terugkeeren en naar huis moeten gaan. Hij kan zich niet op noodweer beroepen. Wegens mishandeling met doodelljk gevolg eische spr. 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. De verdediger, mr. E. van Zinnicq Berg- mann was overtuigd, dat verd. 'in een toestand verkeerde, waarin hij zich geen rekenschap kon geven van wat hij deed. Geen oogenblik heeft verd. bedoeld zijn slachtoffer een doode- lijken steek toe te brengen. PI. vroeg de uiterste clementie. Verd. verzocht nog zijn gunstig verleden in aanmerking te nemen. Uitspraak 26 October. De heeren van den Heuvel en Bakker verdedigen hun voorstel tot afschaffing. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende hun voorstel tot afschaffing van den zomertijd zeggen de hee ren van den Heuvel en Bakker o.m. het vol gende: Dat er steeds meer aanpassing zou zijn ge komen aan den zomertijd, is naar onze mee ning volkomen onjuist gezien. Wel is in sommige streken te dien aanzien sprake van een zeker fatalisme, omdat men zich van den zomertijd niets aantrekt; zelfs worden daar de dorpsklokken niet verzet. Men fulmineert daar niet meer tegen de wet, omdat men deze volkomen negeert. In streken, waarin dit niet wel mogelijk is, is zeker van aanpassing geen sprake, maar blijft het verzet onverminderd voortduren en dat is naar het oordeel van de voorstellers alleszins verklaarbaar. Ten eerste schept de zomertijd op het platteland groote verwarring, omdat volgens den zonnetijd wordt gewerkt en de dagindeeling niet verandert, zoodat men steeds heeft te worstelen met groote twee slachtigheid op het gebied van de tijdregeling. Voorts schept de zomertijd een grooten last voor dat deel der plattelandsbevolking, dat zich aan den zomertijd moet houden. Het be- teekent voor hen, dat ze in de maand Juli al reeds 's morgens in het duister hun werk moeten verrichten, terwijl dit er zelfs toe leidt, dat men een uur langer per dag moet arbeiden. Deze last moet worden gedragen om de stedelingen een uur meer zonlicht te doen genieten, doch hoe onbillijk is een dergelijke regeling, te meer omdat ieder eigener bewe ging in staat is, om het volle daglicht te ge nieten, door daartoe tijdig genoeg 's morgens op te staan. Een 80-jarige man, een zekere van G. te Ber- licum (N.B.) kon het met zijn vrouw en doch ter niet meer vinden. Maandagavond nam de oude man de vlucht door het raam en ging naar zijn zoon, bij wien hij introk. De buren van den ouden man namen het voor hem op en besloten de twee vrouwen te straffen. Omstreeks 8 uur Donderdagavond werd de strafoefening ingeluid door het gebruikelijke blazen op lampenglazen en het maken van an der lawaai, dat in het geheele dorp te hooren was. Het huis van G. werd met steenen ge bombardeerd en met steigerpalen gerammeid. Van deuren, ramen en binten bleef geen stuk heel. Een schoorsteen werd van het dak ge beukt en de dakpannen werden stukgesmeten. Met een paal stak men door de ramen alles stuk wat in het huis te vernielen Was. Van het geheele huisraad bleven slechts eenige stoelen tafels, een enkel bord en een beeld gespaard. Toen men het beleg begon, vluchtten de vrou wen in een kelder, zoodat zij er heelhuids af kwamen. Tegen kwart over negen verscheen een veldwachter. Toen werd de vernieling gestaakt en konden de vrouwen uit haar schuilplaats komen. Van de bijna nog nieuwe woning zijn alleen de buitenmuren onbeschadigd gebleven. De politie zal veel moeite hebben de daders op te sporen, daar de daders elkaar niet zullen ver raden. In het dorp heerscht algemeene verontwaar diging over dit baldadig optreden. Een ver dachte is vanmorgen door de politie aange- hdtiden. BRANDSTICHTING. Het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeelde den 40-jarigen arbeider G. V. te Napels, ge meente Scheemda, wegens brandstichting tot 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van preven tief. De Winschoter rechtbank had hem 2 jaar gevangenisstraf zonder aftrek opgelegd. SIR ROBSON-MAYO f De beroemde chirurg dr. Sir Arthur William Robson-Mayo is Donderdag te Londen over leden. Een 70-jarige schipper te Groningen ontving vrij geregeld van een schoonzoon te Almelo een postwissel. In het begin van Mei kwam daarin, zij Jiet voor één #iaal stagnatie. Eep onderzoek wees uit dat de schoonzoon er vermoedelijk een verkeerd straatnummer op had gezet, doch dat de postwissel wel was geïncasseerd. Zelfs met de handteekening van den geadresseerde, hoe wel deze dit nog nimmer had gedaan en met een kruisje mocht volstaan, omdat hij lezen noch schrijven kende. De verdenking viel op den persoon, te wiens huize de postwissel vermoedelijk ten onrechte was bezorgd en deze had zich voor de Arr. Rechtbank te Groningen te verantwoorden. Hij ontkende alle schuld, doch uit de verklaringen van den schriftdeskundige bleek dat, met aan zekerheid grenzende .waarschijnlijkheid, de door hem afgelegde schrijfproven overeenkwamen met de handteekening op den postwissel. De officier van Justitie stelde vast, dat de postwissel bij den verdachte was terecht ge komen en uit de verklaringen van den schrift- deskundige diens schuld was komen vast te staan, waarom hij 6 maanden gevangenisstraf vroeg. De raadsman mr. Dorhout trok aan de hand van de ervaringen in de moordzaak Eschauzier en een uitspraak van prof. Taverne de waarde van de graphologie in twijfel. Waar alles z.i. op vermoedens berustte, vroeg hij vrijspraak van den verdachte. DREIGENDE OPHEFFING VAN U. L. O.-SCHOLEN. Art. 57 van de L. Onderwijswet. De voorzitters der Ver. voor Mulo, der Ver. voor Chr. Mulo en der Ver. voor R. K. Mulo, de heeren Lobstein, Schreuder en Bot, werden j.l. Maandag 9 October in audiëntie ontvangen door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Zij wezen den Minister op een ongelijkheid in de door hem voorgestelde regeling van de vervroegde in-werking-stelling der wet-Terp- stra. Terwijl immers volgens het wetsontwerp „Marchant" het gewijzigde art. 28 eerst aan het eind van den loopenden cursus in-werking zal treden, zullen de zeer verscherpte bepalingen van art. 57, die de minima bepalen van het aantal leerlingen der U. L. O.-scholen in het geheel en van de opeenvolgende leerjaren reeds met 1 Januari 1934" van kracht worden. Dit zal ten gevolge hebben, dat met ingang van dezen datum, dus op zeer korten termijn en midden in den cursus, sommige van deze scholen moe ten worden opgeheven, een maatregel die dus nog scherper treft dan de invoering der nieuwe leerlingen-schaal. Z. Exc. zegde ernstige over weging toe en hoopt in de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer deze kwestie nader onder het oog te zien. Bevredigende vervoercijfers. De resultaten van den nachtelijken proef- dienst op het veer Moerdijk-Willemsdorp, waarvoor, zooals bekend, de A.N.W.B. en de K.N.A.C. het initiatief namen, toonen aan, dat de vervoerscijfers tot dusver bevredigend en zelfs boven de verwachtingen zijn, maar dat het vervoer in September aanmerkelijk is ach tergebleven bij dat van de vorige maanden. Het aantal personen, dat van dezen dienst ge bruik maakte bedroeg in den maanden Juli, Augustus en September resp. 1388, 1326 en 975, het aantal personen met rijwiel resp. 151, 130 en 111, het aantal motorrijwielen 40* 41 en 32, het aantal personenauto's 341, 325 en 264 en het aantal vrachtauto's en tractors 165, 179 en 153. Teneinde het slagen van de proef te verze keren zal het noodig zijn dat het vervoer ge durende de verdere maanden van het jaar °op peil blijft. Naar gebleken is, zijn er regelmatig motor rijtuigen die tijdig bij Moerdijk of Willems dorp aanwezig zijn om met den laatsten nacht dienst mee te gaan, doch blijkbaar met het oog op het dubbele nachtelijke tarief wachten op den eersten dagdienst. Deze methode, zou er zelfs toe kunnen leiden, dat het verkeer op den nachtelijken dienst juist iets te gering zou blijken en derhalve per 1 Januari 1934 zou moeten worden stopgezet. De vertrekuren van Moerdijk zijn vastgesteld op 0.30, 1.30, 2.30, 3.30, 4.30 en 5.30 en van Wil lemsdorp een kwartier later. Hierbij is aanslui ting op den door de gemeente Dordrecht ge- exploiteerden dienst op het veer Dordrecht- Zwijndrecht verzekerd. Verzending van briefpost. De gelegenheid wordt opengesteld om lucht post te doen vervoeren met het snelle vlieg tuig „Postjager", dat op een nader te bepalen datum een bijzondere vlucht naar Ned.-Indië zal ondernemen, waarbij het traject ln onge veer 314 dag zal worden afgelegd. Vervoerd zullen worden op risico van de afzenders volledig gefrankeerde gewone en aangeteekende brieven, briefkaarten en andere stukken bestemd voor Ned.-Indië. Brieven en doosjes met aangegeven waarde en postpak ketten zijn van dit vervoer uitgesloten. De stukken zullen van een bijzonder stempel afdruk worden voorzien. Het luchtrecht, dat gelijk is aan dat voor het gewone wekelijksche luchtvervoer en eventueel ook de gewone porten en rechten, moeten althans gedeeltelijk voldaan worden met het luchtpostzegel voor bijzondere vluch ten. Voor briefkaarten en open kaarten moet derhalve wegens port en luchtrecht tezamen minstens 30 cent worden voldaan. Stukken, waarop het bijzondere zegel niet voorkomt, worden in geen geval met den „Postjager" verzonden. Voor de retourvlucht geldt hetzelfde lucht recht als voor de heenvlucht. Voor Nederland bestemde correspondentie te verzenden met de retourvlucht, kan in een volledig voor luchtpostverzending gefrankeer- den omslag aan 't Hoofd van den P.T T.-dienst te Bandoeng worden gezonden. De frankeer- kosten (gewone porten en rechten alsmede luchtrecht) voor de terugzending moeten aan genoemd Hoofd worden overgemaakt, per postwissel, welke per luchtpost moet worden verzonden. De verzending van deze retour stukken en postwissels kan geschieden met den gewonen wekelijkschen luchtdienst op 19 en 26 October of met den „Postjager" zelf. De stad van Tobias. BOSTON, 13 October. (R.O.) Het museum voor schoone kunsten te Boston in samenwer king met het universitair museum van Phila delphia is voornemens een expeditie uit te rusten om opgravingen te doen in de oude Perzische stad Ray (Rages) waar Tobias woon de en op wonderbare wijze van zijn blindheid genezen werd. De Perzische regeering heeft de concessie voor de opgravingen reeds verleend. Een onjuist optelsommetje. De concessionarissen, n.l. N.V. Stoomboot Mij. „Texel" te Texel en de N.V. Scheepvaart Mij. G. Doeksen Zn. te Terschelling, berichten ons: In uw Blad was dezer dagen te lezen, dat mr. H. S. Goldschmidt een dezer dagen een mededeeling zal verzenden aan de houders van Lutine-aandeelen. Dan volgt eene opsomming van de feiten, waarop genoemde heer in die mededeeling de aandacht van zijne cliënten hoopt te vestigen. Liefst zouden wij op die nog niet gedane mededeelingen in het geheel niet ingaan en rustig afwachten, wat men in rech ten tegen ons zal*weten voor te brengen. Wij hebben echter het vertrouwen genofen van vele aandeelhouders en vreezen, dat bij hen twijfel aan onze goede trouw zou kunnen op komen, als wij een stukje als het thans be handelde niet althans met een enkel woord weerspraken. Uitsluitend o-m die raden signa- learen wij daarin: le. eene merkwaardige ver zwijging, 2e. eene oniuiste mededeeling Verzwegen is, dat de cijfers 13.150.000 en 18.000.000 (welke men als een tegenspraak tus schen ons prospectus van 1929 en dat van 1933 wil doen voorkomen) beide voorkwamen in de brochures, welke bij de beide prospect! werden afgegeven. Het eerstgenoemde cijfer is het re sultaat, waartoe de in die brochures genoemde John Mavor Still was gekomen bij het bereke nen van den vermoedelijken inhoud der Lu- tine; het laatstgenoemde cijfer werd afgeleid uit de 20.000.000, welke als de veronderstelde inhoud werden genoemd in het in die brochures afgedrukte Kon. Besluit van 14 September 1921, nr. 65, houdende de concessie. Onjuist medegedeeld is, dat 12 pet, meer is beloofd dan door ons zou worden ontvangen. De schrijver heeft de klok hooren luiden, maar weet niet waar de klepel hangt...., of erger. Volgens den schrijver zouden wij bijn gunstig resultaat met den toren, tezamen hebben moe ten uitkeeren: Lutlne-contracten 1929 (belang 110 000) en prlvé-relaties (belang 40.000) 30 pet.; aan dui kers en personeel, enz. 10 pet.; aan den heer Beckers 28 pet.; aan „Lutine"-aandeelen 1933 14 pet.; totaal 82 pet.; terwijl wij van Lloyds ont vingen 70 pet., zoodat meer beloofd was dan te ontvangen: 12 pet. Volgens ons prospectus 1933 daarentegen moest de verdeeling als volgt geschieden: Krachtens het door concessionarissen met Lloyds gesloten contract voornoemd, zal 80 pet. van de bruto-opbrengst aan concessionarissen worden betaald, zoodat Lloyds behoudt 30 pet.; de concessionarissen staan aan den heer Frans Beckers (den ontwerper van de bergingstoe stellen) af 28 pet.; verder staan de concessiona rissen aan houders van aandeelen af 14 pet., zoodat voor de bergingsmaatschappijen over blijft het restant of 28 pet., totaal 100 pet. Uit de ons volgens deze verdeeling toeko mende 28 pet. (resp. uit ons eigen vermogen) hebben wij materieel, personeel enz. te bekos tigen. Voorts is het ons plan (zulks ingevolge eene vroegere door ons onverplicht gedane toe zegging) daaruit een uitkeering te doen aan de houders van Lutine-contracten 1929. Het optel sommetje, dat volgens het Algemeen Handels blad van mr. Goldschmidt stamt, is dus in allen deele fout; de 30 pet. en 10 pet. behooren er niet in te staan. Aan het jaarverslag der Brood- en Meelfa brieken Maatschappij „de Korenschoof", over 't boekjaar 19321933, is het volgende ontleend: Het eindresultaat van 't afgeloopen boekjaar is een winstoverschot van 2534, nadat de goe derenvoorraden voorzichtig gewaardeerd ziin, welk bedrag een dividend-uitkeering niet mo gelijk maakt, zoodat ik u voorstel dit saldo naar nieuwe rekening over te brengen. De verlies- en winstrekening staat debet voor; interest 5.273 (3.567), afschrijvingen 64.383 (91.290), winst 2.534 (512); en credit voor: exploitatie woningen 5.262 (4.705), saldo expl.-rekening 66.929 (90.804). JEUGDIGE AVONTURIERS. Vrijdagmiddag heeft de politie te Middel burg een tweetal kinderen aangetroffen van 4 en 2 jaar, die te Vlissingen vermist waren en die de reis van ruim 6 K.M. met hun beidjes te voet hadden afgelegd. Direct is de politie te Vlissingen gewaar schuwd, die de ongeruste ouders inlichtte. De kinderen zijn naar Vlissingen teruggebracht. VRIJGESPROKEN. De rechtbank te Middelburg deed Vrijdag uitspraak in de zaak tegen A. C. O. E. R. de Th., 34 jaar, directeur van de Stoomtramweg maatschappij Breskens—Maldeghem, tegen wien een jaar gevangenisstraf was gevorderd, we gens het vervalschen van een kwitantie, door deze ƒ2000 hooger te maken. naar het Engelsch van L. G. MOBERLY. 13) Elle est jolie, la petite, zei de ambtenaar tegen den conducteur, nadat deze de deur ge sloten had en ze hun tocht langs den trein voort zetten. Elle a les yeux d'enfant." De conducteur was van dezelfde meening. Evenals de dame in Varese en den douane ambtenaar, was ook hij getroffen door die onschuldige oogen, die zoo open en eerlijk in het leven keken. De ambtenaren in Calais en Dover waren blijkbaar evenzeer overtuigd van de absolute eerlijkheid van iemand met zulke oprechte oogen. Nergens behoefde zij haar bagage te openen. Zelfs de stemmig in het zwart geklee- de vrouwelijke douane beambte te Calais, die het klaar speelt om den meest geroutineerde reizigsters den schrik om het hart te jagen, was niet in staat Leslie van haar stuk te bren gen. Zij had obsoluut niets te declareeren, ver klaarde Leslie rustig en onbevangen. Haar oogen en haar glimlach ontwapenden deze in het zwart gekleede vrouwspersoon zooals zij dit den streeng uitzienden beambte in Dover deden. Hebt u iets van deze dingen bij u? vroeg hij kortaf, bij welke woorden hij Leslie een lijst voorhield, waarop alle goederen voorko men, waarvan de vrije invoer in Engeland ver boden is. 'n Lijst, zoo lang, dat men 't den rei ziger reeds uit zijn gewone doen gebracht door de zeereis en het gejacht bij het debar- keeren, niet al te zeer kan aanrekenen, wan neer hij niet precies begrijpt wat hij nu eigen lijk wel en wat hij niet vrij naar zijn land mag mee nemen. Neen, want ik heb absoluut niets gekocht, terwijl ik op reis was, verzekerde Leslie haar ondervrager. Ik heb niets aan te geven van f.e dingen, die daar op staan, zei ze, glimlachend naar de lange lijst wijzend. De beambte bromde iets onverstaanbaars en het volgend oogenblik liep Leslie langs het perron, zonder dat zij haar handkoffer of akte- tasch had behoeven te openen. Terwij] zij langs den trein liep om een plaatsje te zoeken, stond zij plotseling stil en slaakte een lichten kreet van verbazing, toen een heer, uit een coupé raamtje leunend, haar glimlachend met de hand toewuifde. Zij kon zich onmogelijk ver gissen in het witte haar en het magere, schran dere gelaat. Impulsief strekte Leslie haar hand uit naar den man, die in haar gedachten altijd verbonden zou blijven met haar eerste bezoek aan Zwitserland. Ik dacht, dat u in Montana was, riep zij uit, en nu schijnt het, dat we weer met den zelfden trein gereisd hebben. Stephen Torden stapte uit den trein en ging naar haar toe. Bent U ook gisterenavond meC den Simplon Express in Calais gearriveerd? vroeg hij. Wat grappig. Om u de waarheid te zeggen had ik heelemaal niet gedacht, of er op gerekend, zoo spoedig weer naar Engeland terug te gaan. Doch dringende zaken dwon gen mij onmiddellijk terug te gaan en dus zat er niets anders op! U bent ook niet lang in Zwitserland gebleven? Zooals ik u vertelde, ging ik maar voor zaken en die waren al heel spoedig afgehan deld, antwoordde Leslie opgewekt. In mijn coupé is nog een plaats vrij. Komt u bij me zitten, dan kunt u me uw we derwaardigheden van de reis vertellen, noo- digde Stephen haar uit. Ik ben erg nieuwsgie rig, of Zwitserland u bevallen is. Torden hielp haar bij het instappen, legde haar bagage in het net en ging, toen zij ein delijk plaats genomen had, tegenover haar zitten. Leslie keek hem vriendelijk aan. AI ben ik er dan ook niet lang geweest, riep zij uit, toch is het mij er uitstekend bevallen. Zelfs nu, in den winter vond ik het een genot om naar de bergen tè kijken en in den zomer moet het er Een paradijs zijn, maakte Torden haar zin af. En u raadt nooit waar ik ook nog geweest ben, lachte Leslie. Haar metgezel keek haar vragend aan. In Italië! vervolgde Leslie. Heb ik even geboft? O ik heb wel niet veel van Italië ge zien, ik ben niet verder geweest dan Varese om een boodschap over te brengen, maar ik ben er toch geweest. Een boodschap in Varese? Wat eigenaar dig! verbaasde Torden zich. Dat is al een heel eind van Territet vandaan eft U had toch al zoo weinig tijd. Wie kwam op dat idee om U naar Varese te sturen? En waarom? Vergeet U alstublieft niet, dat ik niet voor mijn pleizier op reis was! Ik ging voor zaken en had eenvoudig te doen wat me gezegd werd en te gaan waarheen ik gestuurd werd. Haar metgezel lachte. Hu, wat geheimzinnig! Ik zou haast den indruk krijgen of U verbonden bent aan den Geheimen Dienst of zoo iets gewichtigs! Er was totaal niets geheimzinnigs aan mijn reis, hoor, lachte Leslie op haar beurt en haar lach deed den tegenover haar zittenden man prettig aan. Ik moet voor mijn werkgeefster enkele zaken afhandelen met een collega van haar in Territet en die vriendin stuurde me. in verband met diezelfde zaken op haar beurt naar Varese. Geheimzinnige schakels, spotte Torden. Ik hoop, dat U succes gehad hebt? O ja, alles is uitstekend gegaan en ik mag lijden, dat madame Chiraud me nog eens op reis zal sturen. Madame Chiraud? zei Torden langzaam, zijn oogen nog steeds gevestigd op het gelaat van 't meisje, waar kan ik dien naam meer ge hoord hebben? Waarschijnlijk hebt U van haar gehoord in verband met een of andere liefdadige instel ling? Daar heeft ze heel veel mee te maken. Misschien, meende Torden, verstrooid uit het venster kijkend, dat zou best kunnen maar, ik geloof toch van niet. Ik moet eens ever. nadenken. Madame Chiraud, madame Chiraud. ha, nu weet ik het weer. Ik heb haar eens bij de familie Masterman ontmoet. Zij was er in gezelschap van een opvallend mooie vrouw, een zekere mevrouw Hanfield. Ja ja, natuurlijk, nu herinner ik het mij weer heel goed! HOOFDSTUK XII EEN GESPREK Mag ik U even voorstellen: mijn secreta resse, eigenlijk meer mijn factotum, juffrouw Grayson. Dit is meneer Roberts, lieve, zei madame Chiraud haar hand luchtig op Leslie's schouder leggend. Hij was zoo vriendelijk ons te helpen met je paspoort. Leslie was opgestaan van haar schrijfmachine, toen madame Chiraud met haar bezoeker het vertrek binnenkwam. Zij zag een langen slan ken man, met een onopvallend gezicht, die haar met half gesloten oogen de hand ter begroe ting reikte. Net of het hem te veel moeite kostte zijn oogen geheel te openen. Juffrouw Grayson is verleden week pas uit Zwiterland teruggekomen, ging madame Chiraud voort. Zij is zoo veel als mijn rech terhand moet U weten en omdat zij vloeiend Fransch spreekt, is ze er als voor geknipt mijn buitenlandsche medewerksters voor mij te be zoeken. Inderdaad; heel geschikt, mompelde Ro berts. Bent U lang in het buitenland geweest, juffrouw? Niet half zoo lang als ik wel gewild zou hebben, antwoordde Leslie. Het was allemaal zoo nieuw en interessant voor me. Ik verlang er nu al naar, dat madame me weer eens op reis zal sturen. Er bestaat alle kans, dat madame dat zal doen, lachte haar werkgeefster. Maar wat ik zeggen wilde. Als je klaar bent met die brie ven moest je, vóór het theedrinken nog maar een wandeling gaan maken om eens flink uit te waaien. Dan kunnen meneer Roberts en ik ondertusschen onze zaken hier bespreken. Dit voorstel was Leslie zeer welkom en met 'n vriendelijk hoofdknikje verliet ze het ver trek. Het was een heldere, zonnige middag en de temperatuur leende zich uitstekend tot het maken van een flinke wandeling. Met een glimlach om haar lippen liep zij langs den oever van de rivier; met stralende oogen keek het meisje naar de weerkaatsing van het zonlicht in de golven. Zij keek naar de meeuwen, die in wijde kringen rondvlogen en zij stond een oogenblik stil om te luisteren naar hun eigenaardige kreten. Haar gedachten gingen terug naar die andere plaats, waar zij eveneens naar het vliegen der meeuwen geke ken en naar hun kreten geluisterd had. Eén oogenblik waande zij zich weer aan den oever van het meer van Geneve; zag ze zwermen meeuwen op de muren van de wijngaarden zit ten of in wijde kringen boven het meer vliegen. Van het schouwspel der meeuwen op den muur van den wijngaard, dwaalden haar gedachten af naar madame Charpentier en naar haar kort verblijf in Territet; naar Varese en de machtige bergen, die zij op haar reis daarheen bewonderd had. Tenslotte bleven haar gedach ten stilstaan bij den witharigen man met de donkerbruine oogen, die zich tot tweemaal toe zoo'n hulpvaardig en vriendelijk mederei ziger had betoond. Toen Stephen Torden op het Victoria Station afscheid van haar had geno men, had hij gezegd, dat zijn huidig bezoek aan Engeland slechts heel kort zou zijn, doch dat hij hoopte, dat zij bij zijn terugkeer in het voorjaar de kennismaking zouden vernieuwen. Ook had hij haar toen nogmaals zijn kaartje gegeven, ditmaal met het adres van zijn club in Londen. Hij had hierbij ondeugend geknip oogd en lachend gezegd: Ik vraag me af of U inderdaad in staat bent op U zelf te passen, of dat er misschien eens een oogenblik zal komen, waarop U zult verlangen naar mannelijke hulp? Enfin, be waart U in ieder geval mijn twee adressen, dat in Territet en dat hier in Londen. Als uw ma dame Chiraud veel bij de familie Masterman komt, ontmoeten wij elkaar daar misschien op een goeden dag wei. Ik kom er nog al eens, hoewel de familie zelf eigenlijk niet erg in mijn smaak valt. Hoe kwam het, vroeg Leslie zich af, dat die woorden zoo duidelijk in haar geheugen waren gegrift en dat ze er nu juist aan moest denken, terwijl zij naar de meeuwen stond te kijken en de gebeurtenissen van de laatste tien dagen in haar geest de revue liet passeeren? Toevallig, dat madame Chiraud juist vorigen avond over de Mastefmans had gesproken en haar had voorgesteld de volgende week mee te gaan naar een avondje, dat die familie dan gaf. Het speet Leslie, toen ze bedacht dat Stephen Torden dan weer lang en breed in Zwitserland zou ziten en zij hem dus op dien avond niet zou ontmoeten. Terwijl Leslie zoo in den zonneschijn liep te wandelen en haar gedachten met al die din gen bezig waren, was haar werkgeefster in een ernstig gesprek met den heer Roberts gewik keld. Mark Roberts zat, diep weggedoken in een gemakkelijken stoel, die dicht bij den haard ge plaatst was, op zijn gemak het bekoorlijke ge laat van zijn gastvrouw te bestudeeren. Hij voelde zich zoo behaaglijk als een poes, die zit te spinnen. Niet dat Mark Roberts, particu lier-detective, inderdaad spon, doch op zijn gelaat lag een glimlach van innige voldoening. Uit zijn oogen straalde eerbiedige bewondering en een prettig gevoel van welbehagen vervul de zijn heele wezen. Diezelfde aangename ge waarwording onderging hij altijd, wanneer hij, tegenover madame Chiraud gezeten, naar haar boeiende stem luisterde en de verschillende uitdrukkingen, die zich op haar gelaat afwis selden, bestudeerde. Reeds herhaaldelijk was zij hem bij zijn ondernemingen van groot nut geweest. Immers zij kwam overal en hij wist, dat ze op vertrouwelijken voet stond met alle mogelijke menschen. Nadat Leslie het vertrek verlaten had, spra ken ze eerst over reizen in het algemeen, ver volgens over Zwitserland en meer in het bij zonder over de plaatsen waar Leslie was ge weest. Ik heb erg veel hulp aan haar, zei ma dame Chiraud. Zij spreekt zoo goed Fransch, dat ze mijn zaken in Territet behandeld heeft alsof Ik er zelf geweest ben. Wij maken daar zulke heer lijke vorderingen, monsieur. (De man tegenover haar keek als geboeid in haar oogen). Madame Charpentier en ik zijn het er volkomen over eens, dat we prachtige resultaten bereiken kunnen door een internationale actie ter be scherming van jonge meisjes. Voor haar veilig heid te waken, ze op reis bij te staan en zoc meer. Madame Charpentier heeft op het Oogen blik verschillende meisjes in opleiding om om bij dat werk te assisteeren; voor stationswerk, voor het meereizen in de internationale trei nen en nog op talrijke andere manieren. Als om haar woorden meer kracht bij te zetten gesticuleerde madame Chiraud druk met haar handen. Ik maak me altijd zoo bezorgd over het lot van alleenstaande jonge meisjes, ein digde zij met een zucht en in haar oogen iag zóó'n zachte, moederlijke uitdrukking, dat zij voor den man, die naar haar keek, de verper soonlijking leek van wat een nobele, edelden- kende vrouw behoort te zijn. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6