WRIGLEY
CONTRACT-BRIDGE.
WORDT GENEVE
VERDAAGD
MAANDAG 16 OCTOBER 1933
NIEUWE SENSATIES IN HET
V. D. LUBBE-PROCES*
ZIUTING VAN HEDEN
ONTPLOFFING OP TANKBOOT.
VASTSTELLING VAN HET ANT
WOORD AAN DUITSCHLAND.
SALARISREGELING EN RECHTS
POSITIE OVERHEIDS
PERSONEEL.
Memorie van antwoord over wijziging
der Ambtenaremvet.
Wegneming van excessen.
RADIO-PROGRAMMA
RADIO-BERICHTEN
VOLGENS VERSCHILLENDE
METHODEN GEBODEN
SPELLEN.
z
z
5
w
2
w
w
-
i
w
z
2
w
2 o;
Concurrentie tusschen Dr. Sack en
den procureur-generaal-
Dimitroff komt Maandag
BERLIJN, 14 October. (H.N.) In het brand-
«tichtingsproces werd na de hervatting van de
zitting eerst het besluit van den senaat mee
gedeeld, dat beklaagde Dimitroff met ingang
van Maandag weder tot de zittingen toegela
ten zal worden.
Daarna werd als getuige de brandmeester
PUHLE gehoord, die een uitvoerig overzicht
van de blusschingsmaatregelen gaf.
De procureur-generaal stelde hem een vraag
naar aanleiding van hetgeen een buitenlandsch
journalist waargenomen zou hebben over het
wegwerpen van brandbaar materiaal uit de
zittingszaal. Getuige verklaart dat hij daarvan
niets heeft gezien en zich ook niet kan inden
ken, dat dit waar is, aangezien de zaal in helle
vlammen stond. S.A. of S.S. mannen heeft hij
niet gezien, in het bijzonder niet, toen de
brandweer aankwam.
Dr. SACK zegt tegen dezen getuige: U heeft
aan een bespreking deelgenomen, welke door
brandmeester Gempp bijeengeroepen was.
Daar moet ,naar in het buitenland beweerd
wordt, gezegd zijn: de brandweer is veel te laat
gealarmeerd.
GETUIGE antwoordt: een dergelijke bespre
king heeft plaats gehad, doch dat brandmees
ter Gempp zich zoo heeft uitgelaten, is mij
niet bekend.
DR. SACK zegt verder: Brandmeester Gempp
moet erover geklaagd hebben, dat de voorzitter
van den rijksdag, minister-president Goering,
nadrukkelijk verboden heeft het hoogste
alarmsein te geven.
GETUIGE: Ook een dergelijke uitlating is
niet gedaan.
DR. SACK: Dit is dus niet waar?
GETUIGE: Dat is een leugen.
Daarop wordt de vroegere brandmeester
Gempp gehoord, wiens verhoor klaarblijkelijk
met spanning werd verwacht. De voorzitter
leest hem de voorstelling voor, welke in het
communistische bruinboek en in de buiten-
landsche couranten is gegeven.
GETUIGE verklaart: Ik ben reeds herhaalde
lijk over dit punt gehoord. Ik heb in beide ge
vallen deze beweringen klinkklare nonsens ge
noemd. Ik heb geen S.A. man bij mijn aan
komst in het rijksdaggebouw gezien, noch groo-
te hoeveelheden brandbaar materaal.
Omtrent zijn onderhoud met ministerpresi
dent Goering verklaart GEMPP het volgende:
Ik heb ongeveer een kwartier, nadat ik als lei
der van het blusschingswerk bezig was, den
minister-president in gezelschap van enkele
andere hearen aan de Zuidzijde gezien en
ben naar hen toegegaan, om hen als hoogsten
chef van de politie rapport uit te brengen. De
minister-president vroeg mij, of ik den direc
teur van den rijksdag, den heer Galle, had
gezien. Dat is de eenige vraag, die hij tot mij
heeft gerichf. Ik vroeg dan verder, of de mi
nisterpresident nog orders voor mij had, Hij
zeide: laat u niet ophouden, u draagt de ver
antwoordelijkheid. Daarop is hij verder gegaan
naar portaal 2.
DE VORRBITTER stelt getuige de vraag,
of hij van den ministerpresident of een ande
ren superieur een wenk of bevel heeft ont
vangen in dien zin, dat hij niet al te vlug moest
optreden.
ai G#TUIGE antwoordt: Dat is absoluut onzin.
De PROCUREUR-GENERAAL stelt de vraag,
getuige als brandmateriaal heeft opge-
GETUIGE antwoord: Niets bijzonders.
De PROCUREUR-GENERAAL zegt verder:
fn de pers is ook beweerd, dat u uit de hechte
nis voorgeleid is voor het verhoor van van
daag. Is u ooit in hechtenis geweest? is er
eenige maatregel met betrekking tot den brand
tegen u getroffen?
GETUIGE: Neen.
ADVOCAAT TEICHERT stelt de vraag: Er
moet door U verlangd zijn, dat er verande
ringen in het protocol aangiebracht zouden
worden.
GETUIGE: ik moet verklaren, dat ook tïeze
bewering nonsens is. Het is volkomen onzin.
DR. TEICHERT merkt op dat al deze be
weringen klaarblijkelijk afkomstig zijn van een
ontslagen schrijver bij de brandweer, een ze
keren Arendt, die lid van de sociaal-democra
tische partij was. Dit schijnt de bron te zijn,
waaruit deze beweringen stammen.
De verdere beraadslagingen worden daarop
tot Maandag verdaagd.
BERLIJN, 16 October. (W.B.) In de zitting
van heden van het rijksdagbrand-proces is
met de andere beklaagden ook Dimitroff weder
aanwezig.
DE VOORZITTER opent de verahndeling
met eenige vertraging tegen 10 uur en laat
door een der assessors het protocol voorlezen
over de verhandelingen, welke in afwezigheid
van Dimitroff hebben plaats gehad.
DIMITROFF staat op en buigt zich eenigs-
zins voorover, om de voorlezing van het pro
tocol beter te kunnen volgen.
Het gerechtelijk protocol bevat over het
resultaat van den „Lokaltermen" nauwkeuri
ger opgaven als voorheen gedaan zijn.
Vastgesteld wordt, dat getuige Thaler de
mogelijkheid heeft toegegeven, dat hij zich
vergiste, toen hij geloofde, dat twee mannen
door het raam van het restaurant naar binnen
geklommen zijn.
Het schijnsel door de matglazen ruiten heeft
de vergissing kunnen veroorzaken. Tenslotte
is de verklaring van getuige Bogun, dat hij
beklaagde Popoff uit portaal 2 'heeft zien
vluchten, nauwkeurig onderzocht. Popoff heeft
op de door getuige geschilderde wijze uit
portaal 2 moeten loopen, de deur moeten
dichtslaan en sluiten. Het hof heeft bij deze
proef vastgesteld, dat men het dichtslaan van
de deur van portaal 2 op de trap duidelijk
kan hooren.
Alvorens de eigenlijke verhandeling aan te
vangen, geeft „Oberreichsanwalt" Dr. WERNER
een verklaring af, waarin o.a. het volgende
gezegd wordt:
„Ik ontving een brief van het lid der Lon-
densche onderzoekingscommissie Hayes. Hayes
schrijft daarin, dat hij het mij kwalijk heeft
genomen, dat ik bij verschillende gelegen
heden geconstateerd heb, dat de getuigen voor
de Londensche onderzoekingscommissie on
betrouwbaar waren en logen. Hij verwijst
daarbij naar mijn opmerking in de zitting van
Zaterdag, dat een getuige voor de Londensche
commissie beweerd heeft, dat hij om 11 uur
op den avond van den brand gezien heeft,
dat aanzienlijke hoeveelheden brandmateriaal
uit de zittingszaal verwijderd zijn. Ik persoon
lijk heb echter niet gezegd, of men brand
materiaal gevonden heeft of niet. Ik heb alieen
gezegd, dat getuige niet beweren kon wat hij
beweerd heeft. Ik heb daarom niets van mijn
woorden terug te trekken".
De rijksdagbode wordt ge
hoord.
Als eerste getuige wordt dan de bode Pro-
doehl gehoord.
GETUIGE schildert de aankomst van de
brandweer en het afzoeken van de verschil
lende verdiepingen. Bij de trap naar het res
taurant heeft hij een hoopje lichtbruin kruit
gevonden, dat smeulde. Tegelijkertijd heeft
hij bemerkt, dat het venster ingedrukt was.
Bloed en flarden goed heeft hij echter aan de
glassplinters niet gezien.
Bij het afzoeken van de lokalen op de be
nedenverdieping hadden zij een stuk zeep ge
vonden. Luitenant Lateit, ging getuige voort,
was door portaal 2, dat ik geopend had, naar
binnengekomen.
Op de vraag van DEN VOORZITTER, welke
wachtmeester uit het gebouw gegaan was,
antwoordde getuige, dat hij dat niet meer kon
zeggen.
PRODOEHL deelt verder mede, dat de
sleutel van portaal 1 plotseling verdwenen
was. Klaarblijkelijk had de brandweer wegens
den sterken tocht het portaal weer gesloten.
Na eenigen tijd had ook een brandweerman
den sleutel weer teruggebracht.
VOORZITTER: „Wat voor standpunt neemt
u in ten opzichte van de verklaring van ge
tuige Bogun, dat op dien avond een man uit
portaal 2 geloopen is, nadat dit portaal tevo
ren reeds gesloten was
GETUIGE: „Ik heb daarvan gehoord maar
ik kan mij niet indenken, dat de portier, een
beambte met zooveel dienstjaren, het portaal
open zou hebben gelaten. Ik acht het onmo
gelijk dat iemand het gesloten portaal heeft
kunnen openen".
(Ongecorrigeerd)
BAYONNE (New-Jersie), 14 October. (R. O.)
Aan boord van een kleine tankboot, die een la
ding benzine aan boord had, heeft een ontplof
fing plaats gehad.
Een der opvarenden werd op slag gedood,
zeven anderen worden vermist.
Verscheidene personen liepen verwondin
gen op.
Na de ontploffing brak brand uit, die zich
ook aan twee aanlegsteigers meedeelde.
GENèVE, 15 October. (V.D.) De heden Zon-
dagmdidag bijeengekomen bareauzitting der
'ontwapeningsconferentie duurde vanavond te
8 uur nog steds voort.
Na ruim vier uur vergaderen werd de zitting
pas tegen negen uur vanavond gesloten. Het
presidium heeft besloten, de hoofdcommissie
Maandag voor te stellen de conferentie gedu
rende een korte periode, ongeveer een week,
te verdagen.
Naar verluidt zou dit besluit vooral zijn ge
nomen op aandringen van Italië en Amerika,
die een gematigde houding zouden wenschen
aan te nemen. Men motiveert het besluit met
de mededeeling, dat men den afzonderlijken
delegaties tij dwil geven om zich met haar re
geeringen in verbinding te stellen en haar hou
ding ten aanzien van de nieuw ontstane situatie
te bepalen. Of, wanneer zulks noodig zal zijn,
de hoofdcommissie ook, na - afloop van deze
eene week, nog langer verdaagd zal worden,
staat nog niet vast.
In deW bureauzitting van hedenmiddag is
voorts de tekst vastgesteld van de antwoord
nota aan Duitschland. Naar van welingelichte
zijde wordt vernomen, is de nota in zeer hof-
felijken en zakelijken toon gehouden. De tekst,
die vanavond nog door een kiene redactie
commissie waarin de vier groote mogendheden
Engeland, Frankrijk, de Vereenigde Staten en
Italië vertegenwoordigd zijn, zal worden hèr-
zien, zou Maandagmiddag teh goedkeuring aan
de hoofdcommsisie worden voorgelegd en door
Henderson, den voorzitter der ontwapenings
conferentie, telegrafisch naar Berlijn worden
gezonden.
In sommige kringen hecht men groote po
litieke beteekenis aan het besluit tot verda
ging, aangezien men van Engelsche en Fran-
sche zijde aanvankelijk terstond in de hoofd
missie de beraadslagingen over den toestand
wilde openen. Inmiddels zullen ook de diverse
regeeringen gelegenhedi hebben, zich over het
besluit uit te spreken, zoodat een definitief be
sluit tot verdaging der geheele ontwapenings
conferentie niet te Genève zal worden geno
men, maar door de regeeringen der groote mo
gendheden.
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp Wijziging en aanvulling van
de artikelen 125 en 126 der Ambtenarenwet
1929.
De regeering ziet in het geheel van regelin
gen ten aanzien van het Overheidspersoneel
verschillen, die niet kunnen worden verklaard
en gerechtvaardigd op grond van uiteenloopen-
de plaatselijke toestanden en dan ook niet kun
nen worden geacht, te vallen zelfs binnen de
ruimste grenzen van het begrip „een zekere
eenheid", zooals het in het voorloopig verslag
werd uitgedrukt. Dit begrip toch laat niet toe,
dat er zou blijven bestaan een niet gerecht
vaardigde differentiatie, alle omstandigheden
in aanmerking genomen. Er zijn excessen waar
te nemen, die geen onderdeel hebben kunnen
uitmaken van het beeld, dat den wetgever in
dertijd voor oogen stond bij het leggen van
den grondslag voor een in groote trekken slui
tend geheel van rechtspositieregeling.
Is nu met de voorgestelde wijziging het oor
spronkelijk stelsel van de Ambtenarenwet 1929
verlaten De regeering meent dit te mogen
ontkennen. Hoewel het nimmer in de bedoeling
heeft gelegen door de invoering van de Ambte
narenwet te komen tot een starre en volslagen
uniformiteit van regeling, mag niet worden
voorbij gezien, dat steeds in de wet een ten-
denz heeft gelegen tot het bereiken van de een
heid, met inachtneming van een zoodanige dif
ferentiatie, als de verscheidenheid van dien
sten of het locaal karakter der regeling zou
vorderen. In die richting bouwt het wetsont
werp voort, door de middelen te scheppen,
waarmede kan worden voorkomen, dat de
rechtspositieregeling van het personeel van
eenig Overheidslichaam opmerkelijke en te be
langrijke verschillen vertoont met die van het
Rijkspersoneel of van het personeel van soort
gelijke publiekrechtelijke lichamen, welke
niet door verschillen in omstandigheden wor
den gerechtvaardigd.
Wellicht zoude er, waren de omstandigheden
normaal, aanleiding zijn, den proeftijd der
Ambtenarenwet nog te verlengen en een be
slissing vooralsnog aan te houden. Voor de re
geering echter geldt ten dezen de overweging
dat de huidige zorgelijke tijden niet geschikt
zijn om kostbare proefnemingen te laten voort
duren, wanneer er een hulpmiddel voor de
hand ligt.
De regeering verheelt niet, dat de financieele
noodtoestand de indiening van het wetsontwerp
heeft beïnvloed. Echter in dezen zinoverwe
gingen, aan dien noodtoestand ontleend, zijn
oorzaak geweest, dat reeds thans een wetsvoor
stel is ingediend, dat toch eerlang voor indie
ning in aanmerking zou zijn gekomen, als cor
rectie op de ontwikkeling van de uitvoering
der Ambtenarenwet 1929.
Bevoegdheid der regeering
niet te groot.
Als een zeer ernstig bezwaar moet volgens
de bestrijders van het ontwerp worden be
schouwd de omstandigheid, dat aan de Re
geering groote bevoegdheden worden verleend,
zonder dat de Volksvertegenwoordiging in staat
zal zijn een deugdelijke controle te oefenen
op de wijze, waarop daarvan gebruik wordt
gemaakt.
De regeering deelt deze meening niet. Eer
omgekeerd is het, zooals terecht door andere
leden wordt opgemerkt als een voordeel te be
schouwen, dat het, onder de vigueur van het
gewijzigd ontwerp, aan de Volksvertegenwoor
diging mogelijk zal zijn, haar gewone contrö-
leerende taak ten aanzien van de daden der
Regeering met de gebruikelijke middelen, thans
ook tot de rechtspositieregelingen der lagere
openbare organen uit te strekken.
Het ligt niet in de bedoeling bepaaalde nor
men vast te stellen, waaraan be sturen der la
gere organen zich zouden hebben te houden.
De vraag, of de Regeering bij haar ingrijpen
ook zal overgaan tot het bevorderen van
verhooging van door haar te laag geachte sa-
larieering wordt in beginsel niet ontkennend
beantwoord, alhoewel in dezen tijd van da
lende conjunctuur en daarmede gepaard gaande
nog steeds voortdurende daling van het al
gemeen loonpeil, te dezen aanzien minder spoe
dig van een exces zal kunnen worden gespro
ken.
De vraag, of over dit ontwerp de besturen
van gemeenten en provinciën zijn gehoord,
moet ontkennend worden beantwoord.
Zoo noodig overgangsbepalingen.
Door vele leden wordt een overgangsbepa
ling wenschelijk geacht ten behoeve van de
op het tjjdstip van het in werking treden der
wet in dienst van eenig lager orgaan zijnde
ambtenaren, opdat de teruggang in bezoldiging
welke voor een aantal ambtenaren is te ver
wachten, binnen zekere grenzen beperkt blijve.
Te dezer zake moge worden opgemerkt, dat te
gen een te groote en te plotselinge verminde
ring van levenspeid van het Overheidsperso
neel moet worden gewaakt. De Regeering is
voornemens, ingeval daaraan behoefte ont
staat, een regeling voor den overgang te be
vorderen.
Salarisschaal burgemeesters enz
Bij de uitvoering der wet zal aandacht wor
den geschonken aan den wenk van de leden,
die in het bijzonder aandrongen op het tot
stand brengen van een algemeen geldende sa
larisschaal voor burgemeesters, secretarissen
en ontvangers. De Regeering is voornemens
deze zaak in nadere overweging te nemen, al
'moge reeds' thans worden opgejnerkt dat op!
dit terrein niet in de eerste plaats de groote
verschillen liggen, die tot het ontwerpen van
deze voordracht hebben aanleiding gegeven.
IJdel
„Hoe oud ben je eigenlijk, vader?"
,Zes en negentig, mijnheer."
„Dat is kras. Dan ben je hier zeker de oudste
inwoner?"
„Eigenlijk is dat m'n vrouw. Maar dat zou
ze voor geen geld van de wereld willen weten."
-O-
Diagnose.
De dokter onderzocht den zieke en gebruikte
daarbij een zilveren lepel om zijn tong omlaag
te drukken.
„Uw man heeft een kuur in Karlsbad ge
daan", meende de dokter.
„Ja, hoe ziet u dat zoo?" vroeg de vrouw.
„Aan den lepel," antwoordde de dokter, „daar
staat op „Hotel Papp, Karlsbad".
DINSDAG 17 OCTOBER.
HUIZEN (1875 M., 160 K. H.) K.R.O.-uitzen
ding. 4—5.10 H.I.R.O. 8—9.15 en 10—11.30 Gra
mofoonpl.; 11.3012 Godsd. halfuurtje; 12.00
Politieberichten; 12.151.45 K.R.O.-orkest en
gramofoonpl., o.a. Una festa a Piedigrotta, Sta-
jano; 1.45 Gramofoonpl.; 2.00 Vrouwenuurtje;
3.00 Solistenconcert Weensch radio-octet, o.a.
Blumengeheimnis, Neuhauser; 4.00 H.LR.O.; 5.10
6.40 Weensch radio-orkest, o.a. ouv. Zigeuner
baron, Joh. Strauss, in de pauze 66.20 II. Snoek
Ned. Fabrikaat; 6.40 Esperanto-cursus; 7.00 Po
litieberichten; 7.15 Kath. R. V. U.: Prof. v. Wely
O.P., Gezag voor profetisme; 7.35 Gramofoonpl.;
7.45 Verbondskwartiertje; 8.00 Gramofoonpl.;
8.05 Fritz Hirsch-operette: lm weissen Rössl,
Benatzky (ca. 10 en 10.10 Vaz Dias); 10.0510.20
Levy: De veiligheidsweek van de K.N.A.C.; 11.15
12 Weensch radio-orkest, pop. programma.
HILVERSUM (296 M., 1013 K. H.) A.V.R.O.-
uitzending. 810 en 10.1510.30 Gramofoonpl.;
10.30 Orgelspel P. v. Egmond Jr., met medew.
van A. Stroink (sopraan); 11.00 Kook en bak-
praatje; 11.3012 Vervolg orgelconcert; 122.15
Omroeporkest en „The Hollandia three" (accor
deon), o.a. ouv. Le chalet, Adam; 2.15 Pauze;
2.30 Vervolg orkest, o.a. Scènes pittoresques,
Massenet; 3.00 Knipcursus; 4.00 T. Don, piano
recital; 4.305 Kinderkoor; 5.00 Voor de kinde
ren; 5.30 V.P.R.O.; 6.00 H. Scbindler en zijn or
kest, o.a. Dynamidenwalzer, Joh. Strauss; 6.30
R. V. U.: dr. G. Geers: Moderne Spaansche let
terkunde; 7.00 Zang door H. Gruys (mezzo
sopraan); 7.30 Engelsche les; 8.00 Vaz Dias; 8.05
„De facetten van het orgel" (gramofoonpl.); 9.30
2e bedrijf „Waarom zwijgt Margaret Hamilton";
10.15 Hans Shindler's orkest, pop. muziek; 11.00
Vaz Dias en daarna gramofoonpl.
DAVENTRY (1554 M., 193 K. H.) 10.50 Be
richten; 11.05 Kookpraatje; 11.2011.40 Over
Drake; 12.20 Orgelspel R. New; 12.50 Paramount
Astoria-orkest, o.a. Fronschenhochzeit, Beil; 1.50
Midland studio-orkest, o.a. Alpine memories,
Winter; 2.20 Voor de scholen; 2.50 Muzikale cau
serie; 3.55 Fransche les; 4.25 Causerie „Oosten
rijk en zijn buren"; 4.50 Kamermuziek door S.
Crawley (sopraan) en het Philharmonisch strijk
kwartet, o.a. Liederen van Brahms; 5.35 Kinder
uur; 6.20 Berichten; 6.50 Aria's van Handel door
S. Allen (sopraan); 7.10 Duitsche causerie; 7.40
BBC-orkest met medew. Van D. Wise (viool),
o.a. Sohrab and Rustum, Harding; 8.50 Lezing
„The commonwealth of nation as it is today;
9.20 Berichten; 9.40 „Pursuit", hoorspel van C.
Lewis; 10.55 Declamatie; 1112.20 Dansmuziek.
PARIJS (Radio-Paris 1724 M., 174 K. H.) 8.05
en 12.20 Gramofoonpl.; 12.50 Zang; 1.25, 7.10,
7.40 en 8.20 Gramofoonpl.; 8.50 „Marie Victoire"
spel van Maeterlinck.
KALUNDBORG (1153 M„ 260 K. H.) 11.20—
I.20 Concert uit rest. Wivex; 2.20—4.20 C. Ry-
dahl's orkest; 7.20 Omroeporkest, Fransche bal
letmuziek; 7.55 Vocaal concert; 8.10 Radio-too-
neel; 9.50 Omroeporkest, operamuziek; 10.30—
II.50 Dansmuziek.
LANGENBERG (473 M., 634 K. H.) 5.25 en
6.35—7.20 Gramofoonpl.; 9.20 Berichten; 9.30
Voor de scholen; 9.50 Voor de jongeren; 10.45
Gramofoonpl.; 11.20 Concert en gramofoonpl.;
12.551.50 Orkest, o.a. „Am Hafen voor Port
Said, Laütenschlager; 2.10—2.30 Gramofoonpl.;
3.20 Orkest, o.a. Ein Fest in Aranjuez, Demers-
seman; 4.20 Concert; 6.20 Stunde der Nation:
„Der deutsche Wein"; 7.30 Radiotooneel „Kon-
junktur", blijspel; 8.40 Weragorkest; 10.00 Dans
muziek; 10.20 Süragorkest en solisten, o.a. fragm.
„Der Vetter aus Dingsda", Künneke; 11.2012.20
Cantate „Von deutscher Seele", Brockmeier.
ROME (441 M„ 680 K. H.) 4.35—5.20 Omroep
orkest; 8.05 Mandólihekwartet en M. Cowa (so
praan); 8.50 Radiotooneel; 9.20 Concert door M.
Pediconi (sopraan) en A. Sernicoli (tenor),
hierna gramofoonpl.; 10.20 Berichten.
BRUSSEL (338 M., 887 K. H.) 12.20 Omroep-
kleinorkest, o.a. 3e fantasie voor piano, Douliez;
1.30—2.20 Gramofoonpl.; 5.20 Dito; 6.05 Soc. kin
deruurtje; 6.507.35 Omroepkleinorkest, o.a.
Vlaamsch divertisemento, Vidal; 8.2010.20 Muzi
kaal allerlei.
(508 M., 590 K. H.) 12.20 Gramofoonpl. en
pianorecital; 1.302.20. Omroepkleinorkest, o.a.
Chant sans paroles, Tschaikowsky; 5.20 Sympho-
nie-orkest, o.a. 2e Peer Gyntsuite, Grieg; 5.50
Kath. Kinderuurtje; 6.35 Gramofoonpl.; 6.50
Cello-recital; 7.20 Zang door V. Avaert; 8.20
10.20 Symphonie-orkest, o.a. concert voor cello
en orkest, Lalo.
DEUTSCHLANDSENDER (1635 M., 183.5 K.
H.) 5.507.20 Concert; 7.55 Gymnastiek; 11.20
12.15 en 1.202.20 Gramofoonpl.; 3.204.20 Zie
Langenberg; 4.405.20 Orkest, o.a. Schwalmer
Tauze, Lewalter; 6.20 Zie Langenberg; 7.30 Gra
mofoonpl.; 8.20 Dansmuziek; 9.20 en 10.05 Be-
WRIGLEY'S
KAUWGOM
IN DE MOND
IS LEKKER EN
GEZOND!
VIER STUKS
PER PAKJE
richten; 10.20—11.20 Noragorkest, o.a. Coppelia-
ballet, Delibes.
LUXEMBURG (1191 M., 252 K. H.) 12.20 Om
roeporkest, o.a. fant. La fille du régiment, Doni
zetti; 1.20—1.50 Gramofoonpl.; 7.20—11.20 Bel
gische avond; 7^0 Symphonie-orkest (gramo
foonpl.); 8.10 Fransche causerie: Protection de
l'enfance moralement abondonnée; 8.20 Omroep
orkest, gevar. concert, o.a. Poème no. 2, voor
cello en orkest, Vreuls; 9.10 Berichten (Fransch);
9.20 Zang door R. Toubeau (bariton); 9.50 Gra
mofoonpl.; 10.05 Berichten (Duitsch); 10.15 Om
roeporkest, o.a. ouv. Abu Hassan, Weber; 10.40
Dansmuziek.
ROTTERDAM (gem. radio-distributie). Pro
gramma 1: Huizen.
Programma 2: Hilversum.
Programma 3: 7.55 Deutschlandsender; 9.20
Langenberg; 12.20 Brussel (338 M.); 2.20 Kalund-
borg; 4.20 Deutschlandsender; 5.20 Brussel (338
M.); 6.50 Daventry; 7.10 Parijs R.; 8.50 Parijs
Poste parisien, Nederlandsche concert; 10.50
Kalundborg.
Programma 4: 8.05 Parijs R.; 10.50 Daventry;
11.20 Deutschlandsender; 12.20 Daventry; 2.15
Londen R., orkest, o.a. ouv. Alphonso und
Estrella, Schubert; 3.20 Deutschlandsender; 4.20
Daventry; 6.50 Londen R., orkest, o.a. Menuet,
Paderewsky; 9.35 Praag, orkestconcert; 10.20
Boedapest, jazz-muziek of diversen; pl.m. 11.00
Daventry,
DINSDAG
Huizen heeft te 8.05 n.m. aansluiting met den
Amsterdamschen stadsschouwburg, waar het
operette-ensemble* van Fritz Hirsch „lm Weis
sen Röss", een zangspel in drie acten zal doen
hooren, met niet onbehaaglijke muziek van R.
Benatzky.
Te 8.50 zendt zoowaar een buitenlandsch
station (Parijs) eens muziek uit van Neder
landsche componisten en wel het volgende
bijna „klassiek" geworden programma: 1. Dan
sen in ouden stijl, Röntgen. 2. Ciaconna Gotica,
Dopper. 3. Drie liederen, Treep. 4. Symphoni-
sche varities, R. Mengelberg. 5. Ouv. „Trois
chevaliers" Voormolen. 6. Piet Hein Rhapsodie,
Anrooy. 7. Ouv. „Cyrano de Bergerac", Wage
naar.
Hoe de drie liederen van Treep daartusschen
verzeild mogen zijn, is echter een raadsel.
Voormolen's „De drie ruitertjes" en Van Ah-
rooy's stuk is bekend.
Wagenaar's werk bedoelt naar zeggen van
den componist niet te zijn een muzikaal weer
geven van de kern van Rostand's „comédie
héroïque", doch uitsluitend een karakterisee
ring van den titelheld in al zijn eigenschappen
van ridderlijkheid, trouw, moed, zijn bonhomie
en humor.
Verschillende motieven volgens het klassieke
sonatevorm-schema opgebouwd en van een
breede inleiding voorafgegaan, dienen ter ken
schetsing van voornoemde psychologische
eigenschappen.
Wars van alle parodieën aan Wagenaar eigen,
staat dit stuk als een zuiver romantisch toon-
gedicht in de esprit van Faust en Brahms, ge
heel zelfstandig.
Zijn schuld.
„Hoe heet je kleine broertje, Elsje?"
„Wij weten 't nog, hij wil 't wel zeggen, maar
wij kunnen hem niet vêrstaan".
H-10-8
H-V-7
O A-V-4-2
•f. 9-5-3
8-7-3
O 8-4-2
O 10-6
Jf. V-B-10-6-4
A-V-B
V A-B-10
O H-8-7
Jf. A-H-8-2
OW kwetsbaar.
6-5-4-2
O 9-6-5-3
B-9-5-3
W
N
O
3 Zt
P
6 Zt
P
P
P
Official
System.
W
N
O
2
P
2
P
2 Zt
P
6 Zt
P
P
P
Culbertson.
Z
W
N
O
1 Zt
P
3 Zt
p
6 Zt
P
P
p
One over One.
Z heeft 22 Zt punten en mag dus met 2 Zt
openen volgens het Official System terwijl N
met 14 Zt punten in handen direct Klein Slam
mag bieden. Beide handen hebben eer goede
Zt-verdeeling.
Met 514 Ht moet de Culbertson-speler met
een dwangbod openen en doet dit natuurlijk in
ijn vierkaart. N heeft 3 Ht en biedt zijn
sterkste kleur, Ruiten, waarop Z met 2 Zt te
kennen geeft, dat hij een goede Zt-kaart in
handen heeft en nu kan N op 814 Ht Klein
Siam Zt bieden.
De verhooging tot 3 Zt geeft 3 primaire
trekken aan en stelt Z in het One over One-
systeem in staat het Klein Slam-bod te doen.
Aan de meeste tafels werd uitgekomen met
Klaveren Vrouw, die door Z met het Aas ge
nomen werd, waarna Z kon rekenen op 3
Schoppen, 3 Harten, 3 Ruiten en 2 Klaveren-
«lagen, totaal dus elf slagen. Zitten de Ruiten
drie bij O en drie bij W, dan wordt h
contract gemaakt; is dit niet het geval, zooals
hier, dan maakt de tegenpartij twee slagen;
Z mag het daar dus niet o.p aan laten komen
of zoodra hij ziet, dat W bij de derde ronde
van Ruiten een Schoppen of Harten bijwerpt,
dan moet hij na drie Schoppen, drie Harten en
drie Ruiten-slagen gemaakt te hebben, door
W 1 slag in Klaveren laten maken met den tien
of den Boer (de Vrouw is immers reeds als
eerste slag gespeeld), waardoor deze gedwon
gen wordt weder Klaveren naar de vork van
Z te spelen.
A-V-10-6-4
O V-B-8-5-2
Jf. 10-9-8
9-3-2
C? B-10-8-5-4
O H-7-6
Jf. 3-2
5
A-H-V
O A-10
4> A-H-V-B-7-5-3
Beide partijen kwetsbaar.
H-B-8-7
9-7-6-3-2
O 9-4-3
N
O
Z
W
2
P
2 O
P
P
6 Jf.
P
P
P
Official S.
N
O
Z
2 A
P
p
6
p
P
p
Culbertson.
N
O
Z
3 Jf.
p
3 <o
P
6 Jf.
p
P
P
One
over One.
N
O
Z
3 A
p
3 i
P
6 Jf.
p
7
P
P
p
Official System.
Men opende algemeen bij de O. S.-spe'.ers met
2 Klaveren, een verzoek om het manche-bod,
en kreeg als eindresultaat een Klein Slam
Klaveren-bod. Wij zouden echter met het
dwangbod van 3 Klaveren zijn begonnen (zie
IV), Z toch heeft niet minder dan 11 vaste
•t slagen in handen als Klaveren troef is en is
zeker gerechtigd een dwangbod te doer., waarin
een slamsignaal is opgesloten. Het antwoord
van 2 Ruiten achten wij niet goed met een
mooiere vijfkaart in Schoppen, wy zouden zoo
wel met een opening van twee als met een van
drie het bod in Schoppen doen. Wij komen dan
ook tot een Groot Slam-bod in Klaveren en
volgens de wijze onder I komt men daar niet
toe. Zeker, dit Groot Slam-bod kan verloren
worden, maar het kan ook gewonnen worden,
het gaat echter om het zuivere bieden.
De Culbertson-spelers openden terecht met
hun dwangbod, kwamen echter door te snel
bieden niet tot het Groot Slam-bod, na het
noemen van een biedbare kleur, tevens in
houdende het bezit van een plus honcurtrick
als minmum, had Z g'een Klein Slam moeten
bieden, maar meer van zijn spel moeten ver
tellen.
Het driebod in Klaveren van het O. o. O.
toont elf zekere slagen en nu moet N zijn
Schoppen Aa3 aangeven, al had die ook sec
gezeten.
Gespeeld werd als volgt aan de meeste
tafels: Uitgekomen werd met Harten Boer,
welke door Z genomen werd. Daarna werd troef
geslagen, waarop getracht werd op Ruiten Heer
te snijden, hetgeen mislukte, evenals het snij
den op Schoppen Heer mislukt zou zijn. Toen
werd Klein Slam gemaakt.
Had echter Z aangenomen, dat de zeven
Schoppen van de tegenpartij verdeeld zouden
zijn en dus 4 en 3 zouden zitten, dan had hij
in eigen hand steeds moeten aftroeven, totdat
de vijfde Schoppen in N vrijgekomen zou zijn.
Hij kan dit doen door eerst Schoppen Aas te
slaan voordat hij troef speelt, hetgeen niet
noodig is, omdat hij alle hoogste troeven in
handen heeft en dus niet overtroefd kan wor
den. Na Schoppen Aas speelt hij ui; N een
Kleine Schoppen en deze wordt in eigen hand
getroefd; dan speelt hij uit Z een kleine troef
en neemt deze in N, wederom wordt een Schop
pen nagespeeld en in Z hoog ingetroefd, ten
einde weer een kleine troef te spelen en in N
te nemen, waarop weer een Schoppen gespeeld
wordt en hoog ingetroefd in Z, die weer een
kleine troef naspeelt en nu in N de vrij ge
komen Schoppen Vrouw kan spelen, waar de
Ruiten tien op weggeworpen wordt. Groot Slam
is nu altijd gemaakt.
A-8-7-6
8-7-5-4-2
•f. 10-8-7-5
10-6-S
C? 10-4-3
O B-10-6
Jf. H-9-6-4
H-V-B-9-8-
5-2
V 9-5
O A-H-V-9
«f» -
A-7-4
H-V-B-2
O 3
A-V-B-3-2
Beide partyen kwetsbaar.
N O Z W
l p
2 4 A d p
P P
Official System, Culbertson, One over One.
NO Z W
4
P
- 2
4 8
P
Official System.
P
P
Alle drie de systemen openden met 1 Kla
veren en eindigden op volkomen gelijke wijze
met 4 Schoppen. Wij zouden echter als Z met
2 Klaveren zijn begonnen (ongeveer 7 Ss met
voldoende Ts) en komen dan tot 5 Klaveren
(zie II), die gewonnen kunnen worden, terwijl
4 Schoppen der tegenpartij reeds verloren wer
den en 5 Schoppen door Z zeker gedubbeld
zouden zijn.
Aan alle tafels werd door Z uitgekomen
met Harten Heer en N speelde de Harten acht
als aanmoedigingskaart. Aan de meeste tafels
werd toen met Ruiten drie nagekomen, die ge
nomen werd met den Boer, waarna Schoppen
gespeeld werd, die door Z genomen werd,
waarna een kleine Harten nagespeeld werd,
die door N met het Aas genomen werd. N
speelde natuurlijk Ruiten na, die door Z ge
troefd werd, waardoor het contract verloren
werd.
Slechts twee spelers slaagden er in het con
tract van 4 Schoppen te maken. Zij wonnen
den tweeden slag met Ruiten Boer en speelden
den Heer van Klaveren, troefden niet in O,
maar wierpen de laatste Harten weg, waar
door de tegenstanders hun spel niet konden
spelen als boven aangegevén. Toen Z met
Klaveren Aas aan slag kwam, speelde hij
Harten, die door O werd afgetroefd, waarna
hij troef speelde, waardoor Z weer aan slag
kwam. Daarna kwam O weer aan slag. sloeg
de troeven uit en maakte zijn contract met zijn
vrije Ruiten.
A-9-5-4
B-8-6-3
O A-H-V-9
Jf. 9
8
7-5-2
6-5-3
V-B-10-8-7-2
H-V-B-10-3
H-10
8-2
A-H-6-5
Beide partijen kwetsbaar.
7-6-4
A-V-9-4
B-10-7-4
3-4
N
Z
p
P 3 p
P 5 P
P P P
Official System en Culbertson.
NO Z W
3 O
4
6
- 1
P 5 if.
P P
One over One.
P
P
P
Het drie Ruiten-bod van N Is een dwang-,
bod en leidt van zelf tot een Klein Slambod in
Schoppen zoowel volgens het Official System
als volgens Culbertson.
In het One over One geeft N met 4 Schop
pen de slammogelijkheid aan en dit wordt door
Z beantwoord met Klaveren waarmede hij zijn
tweede kleur aangeeft en N met 6 Schoppen
antwoordt.
W opende met Vrouw van Klaveren, die door
S genomen werd waarna door de meeste spe
lers drie keeren troef geslagen werd, waarna
door Z een kleine Klaveren gespeeld werd, die
in N werd afgetroefd om daarna de drie hoog
ste Ruiten te spelen en op de derde zijn kleine
Klaveren weg te werpen. Toen werd uit N har
ten gespeeld en alles hing er van af, waar Har
ten Aas zat. Daar dit bij O zat, werd het Klein
Slam gemaakt.
Ofschoon Groot Slam niet te bieden is, zoo
is het wel te maken: Nadat Z den eersten slag
met Klaveren Heer won, moet hij een kleine
Klaveren naspelen en met troef 9 aftroeven,
met een kleine troef nakomen en in Z nemen.
Weer wordt een kleine Klaveren gespeeld en
in N met troef Aas genomen om met een kleine
troef na te komen. Dan moet Z' er op spelen,
dat weggeworpen moet worden en nog drie
malen troef spelen. O, - die reeds een Harten
heeft weggeworpen, wordt nu gedwongen nog
twee malen weg te werpep. Teneinde zijn Rui
ten gedekt te houden, zal hij zijn Harten moe
ten wegwerpen en het Aas sec houden. Maar
dan speelt Z zyn Klaveren Aas en nu is O in
de dwangpositie, hij moet öf Ruiten wegwerpen,
bi Harten Aas. In het eerste geval maakt N
vier Ruiten en werpt Z zijn Harten weg; in
het tweede geval houdt Z al de gbede Harten
in beide handen en maakt eveneens Groo' Slam.
Een mooi spel, dat echter in de praktijk ge
vaarlijk aldus te spelen is.
8-7-5
B-7-5
O A-10-9-8-5
Jf. 4-2
A-V-6-4-2
C? V-9-3
O V-6
B-9-3
9-3
V 8-6-4-2
O B-4-3
Jf. V-8-7-5
4» H-B-10
A-H-10
O H-7-2
Jf. A-H-10-6
O—W kwetsbaar,
N O
P P
Z
3 Zt
W
P
Official System.
N
O
W
P
2 O
p
2 Zt
P
3 O.
p
3 Zt
P
P
p
Culbertson.
N
O
Z
1 Zt
P
p
3 Zt
p
p
p
One over One.
In het Official System telt Z 22 Zt-punten
met een prachtig Zt-Verdeeling, hij opent daar
om op 3 Zt. N heeft 5 punten en zwijgt daar
om, want Z zou wel 4 Zt geboden hebben in
dien hij belangrijk krachtiger dan 22 punten
ware, een slam-mogelykheid kan N er dus niet
in zien.
Volgens Culbertson wordt met een dwangbod
in de langste kleur, Klaveren, geopeno. waar
op N zijn Aas vijfde van Ruiten laat hoeren. Nu
biedt Z twee Zt., N herbiedt zijn Ruiten en Z
biedt 3 Zt., waarop rondgepast wordt.
Het One over One-systeem opent met 1 Zt,
daarop biedt N zijn Ruiten en Z biedt nu di
rect 3 Zt.
Uitgekomen werd door W met Schoppen 8
en Z kwam aan slag met den Boer of Tien.
Niettegenstaande zijn krachtig spel voelt Z een
gevaar en dat is, dat O aan slag komt en Schop
pen speelt. Zijn beste kans is de Ruiteu trach
ten vrij te spelen en een Kleine Ruiten na, waar
W de Vrouw op moest leggen. Z nam die Vrouw
niet in N, waardoor hij later nog drie Ruiten
slagen in N kon maken. Hierdoor werd het
contract gemaakt.
Had W goed nagedacht, dan had hij begre
pen, dat zijn Ruiten Vrouw geen waarde had
als Z ook den Boer had, maar dat hij die Vrouw
onder den Heer moest werpen om O, voor het
geval deze den Boer had (hetgeen ook het gé
val was), daarmede aan slag te laten komen
en hem daardoor gelegenheid te geven Schop
pen te spelen, waardoor het contract zeker ver
loren zou worden. W. moet er alles op zetten
om O aan slag te krijgen en deze kans liet hij
in Ruiten tot nadeel zijner partij voorbij gaan.
Maar te veel is men geneigd hooge kaarten
aan te houden, doch er zijn gevallen, waarin
men een goede taktiek volgt met hooge kaar
ten op te ruimen. W had hier moeten bedenken:
Ik heb myn Ruiten Vrouw tweede, de Heer
->rdt gespeeld en in den Blinde ligt het Aas,
die Vrouw wordt dus niet gemaakt en als zij
gemaakt wordt, laat Z dat opzettelijk toe, om
dat het in zijn voordeel is. Ik moet dat ver
hinderen en die yrouw direct wegwerpen.