HULDIGING MGR. DR. B. J. ERAS.
VRIJDAI/I» OCTOBER 1933
MOSKOVIETEN.
ARTIKEL 177.
STAATKUNDIG BEGINSELPROGRAM
DER R. K. STAATSPARTIJ.
ONZE MISSIONARISSEN.
II
TER GELEGENHEID VAN ZIJN
ZILVEREN PROCURATORS.
JUBILEUM.
Een aanzienlijke feestgave
aangeboden.
VIER URGENTE AANGELEGEN
HEDEN
DE INKRIMPING VAN DEN RUND
VEESTAPEL.
DE SCHOOLGELDREGELING
VOOR DE H. B. S.
Opnieuw in studie genomen.
HANDELSBETREKKINGEN MET
SPANJE.
Het georganiseerde slagers- en gros-
siersbedrijf en de regeerings-
maatregelen.
Een bijeenkomst te Utrecht.
DE DIJKDOORBRAAK BIJ
BERGENTHEIM.
Brug verzakt.
Met man en macht aan het werk.
SLACHTOFFER VAN MOTORONGELUK.
Bij de verdediging van zijn voorstel van
Wet tot wijziging van de Kieswet, heeft dé
communistische afgevaardigde L. de Visser
het voorgesteld alsof de afhankelijkheid van
de Nederlandsche communisten van Moskou
slechts bestond in het zitting nemen in een
internationale, „waarvan nu eenmaal de
hoofdleiding in Moskou zit".
Zoo onschuldig is de zaak werkelijk met.
Een zeer onverdacht getuige, de Engelsch-
man Brockway, leider der Engelsche Inde
pendent Labour Partij, dus een revolution-
nair a la Sneevliet of Schmidt ten onzent
heeft begin Juli in zijn orgaan „New Leader"
gewezen op het feit, dat Moskou financieelen
steun biedt aan de verschillende „secties"
der partij. Brockway zag daarvan ook goed
de gevolgen. Hij schreef wij citeeren den
tekst van „The Tablet" van 8 Juli 1.1. p. 35
De betaling van subsidies aan de nationale
communistische partijen door de com(munjf-
tische) intern (ationale) maakt haar tot de ge
hoorzame instrumenten van de Russische
Communistische Partij, welke zoo overvloedig
bijdraagt aan de communistische fondsen.
Neem de positie der Britsche Communistische
Partij. Zij telt ongeveer GOOO leden. Waar
schijnlijk 80 pet. dezer leden zijn werkloos.
Toch geeft de partij een dagblad uit en een
uitgebreid maandblad, heeft zij een staf van
betaalde leiders en bestuurt een heel plane
tenstelsel van hulporganisaties. Het subsidie,
dat zij van de Communisten krijgt, moet jaar
lijks tienduizenden bedragen Onder zulke
omstandigheden is het onvermijdelijk, dat de
politiek der Britsche Communistische Partij
beslist wordtdoor de Comintern en dat
beteekent door de Russische Communistische
Partij. Indien de orders van de Communisten
niet werden opgevolgd, zou de subsidie dade
lijk stop gezet worden. De werkzaamheid van
de Britsche Communistische Partij zou daar
mee zoo goed als totaal ophouden.
Ook van andere zijde wordt berekend, dat
de Engelsche communisten bij elkaar nau
welijks 1000 gedeprecieerde ponden per jaar
opbrengen.
Staan de zaken in Nederland anders? Zou
men ons willen vertellen, dat het Russisch
dagblad in de Nederlandsche taal benevens
de overige propaganda wordt betaald door
de communisten hier? Zoo neen, dan is de
afhankelijkheid van Moskou veel ernstiger
dan de communistische afgevaardigde be
weerde. Hij zal moeilijk kunnen volhouden,
dat de verhoudingen in Engeland essentieel
anders liggen dan in Nederland. En dit is
bij de beoordeeling van de questie of de
communisten in ons parlement thuis hooren,
allerbelangrijkst.
De laatste aflevering van het „Koloniaal Mis
sietijdschrift" bewijst opnieuw, hoe merk
waardig en eigendunkelijk sommige ambtena
ren in Indië art. 177 toepassen. Het gaat hier
over den missionaris pastoor Timmermans van
Sibolga, die op reis in de Bataklanden op uit
drukkelijk verlangen van een protestantschen
Batakker diens kinderen doopte.
Maar daar komt een Assistent proces-verbaal
opmaken en tenslotte staat de pastoor als be
klaagde voor den hulpofficier van Justitie te
Sibolga, toevallig denzelfden ambtenaar, die
voor eenige jaren pastoor Raateland poogde te
dagen voor den rechterstoel wegens diens be
zoek aan den kampong Sipoholon.
Tenslotte men kan het schoone verhaal
volledig in het genoemde maandschrift vinden
schijnt men uit Batavia den lageren ambte
naren aan het verstand te hebben gebracht,
dat er geen grond was voor gerechtelijke ver
volging.
Dat is in orde, maar niet in orde is, dat de
hooge gewestelijke regeeringsambtenaren zoo
slecht op de hoogte zijn. Moeten zij nog leeren
dat art. 173 der Indische Staatsregeling aan
eenieder het recht toekent, om zelf zijn gods
dienst te kiezen
Zeker, art. 177 bemoeilijkt de keuze, maar in
het onderhavige geval was de quaestie duide
lijk genoeg. De pastoor deed niets anders dan
zijn priesterlijken plicht en volkomen binnen
de voorschriften der wet. Wij sluiten ons aan
bij den schrijver in het „Kol. Missietijdschrift":
„De Regeering kan verzekeren het art. 177 lo
yaal te zullen hanteeren. Maar dan mag van
de Regeering gevraagd worden, dat ze haar
ambtenaren in die opvatting instrueere. En zij
neme goede nota van de domheid van sommi
gen".
Bij ons rijst de vraag of het alleen domheid
lswij bevroeden er ook een mentaliteit in,
waaraan de Regeering met kracht een einde
behoort te maken.
Er is onlangs een inhoudsopgave verschenen
van de verhandelingen van het Kon. Bata-
wTh Genootschap voor Kunsten en We
tenschappen 1920—1932.
mi^1fr,n^;lkUndl'ge uitgaven van katholieke
H. Gein-Hn"1 ^jnden wij daar aangegeven
86 bladz n praakleer der Keieesche taal,
ial' 196eMadT"WO°rdeiÜijst der Keieesche
P Drabbe-Spraakkunst der Jamdeensche taal
93 bladz.
v. d. Kolk-Vertenten-Marindineesch woor
denboek, Deel I, Nederlandsch-Marindinee^ch
H. Geurtjens-Spraakleer der Marindineesché
taal, 159 bladz.
P. Drabbe-Woordenboek der Fordaatsche taal
118 bladz.
P. Drabbe-Woordenboek der Jamdeensche
taal, 122 bladz.
P. Drabbe-Beknopte spraakkunst en korte
woordenlijst der Slaoeesche taal, 32 bladz.
H. Geurtjens-Marindineesch-Nederl. woor
denboek Deel II, Marindineesch-Nederlandsch
433 bladz.
Bit zijn alleen de uitgaven van de laatste
tien jaren en het geldt hier alleen werken op
?u4iv« linguïstisch gebied en daarvan dan nog
1 tuitend die, welke het Kon. Bat. Genoot
schap uitgaf.
«'«.hebben wij mannen, die naast hun
stelijk werk tijd en lust vonden, diep in te
j. n§et} in de Maleisch-Polynesische talen. Er
jn missionarissen, die een viertal dezer ta-
6 r, Scondig kennen.
nzij worden niet gesubsidieerd.
Voor hen vindt men geen posten op de In-
,'schebegrooting, die al jaren lang 9000 gul-
en uittrekt voor de samenstelling van een
isch-Nederlandsch Woordenboek. Zouden de
eeren, die artikel 177 soms zoo eigenaardig
rnef^SSen' eens uiei willen overwegen of er
te i f bezuinigen ware door dit moeilijke werk
v doen door mannen, die liefde hebben
j r de volkeren, onder wie ze leven en wier
vak" Sewoonlijk beter kennen dan zelfs
die f erden na lange jaren van ernstige stu-
.,®e' is maar eèn vraag en zij bedoelt onzer-
.een woord van eerbiedige hulde aan onze
tcoeders-misSioriarjSsen te zijn.
Installatie van de commissie
tot samenstelling.
Rede van mr. Goseling.
De voorzitter van het Partijbestuur mr. C.
Goseling, heeft in het Dr. Schaepmanhui^te
's Gravenhage de commissie tot samenstelling
van een staatkundig beginselprogram geïnstal
leerd met de volgende rede, welke in het jong
ste nummer van „De R. K. Staatspartij" is op
genomen.
Met de geschiedenis der R. K. Staatspartij
begint de geschiedenis van haar staatkundig
program. A.an de in 1883 gestelde vraag, waar
om tot heden toe nog geen Katholieke Partij
is tot stand gekomen, wordt deze andere vraag
gekoppeld: waarom hebben tot nu toe de ka
tholieken in Nederland zich niet vereenigd
om een politiek program
In het document, waarin dr. Schaepman zijn
proeve voor een staatkundig beginselprogram
levert, beantwoordt de grondlegger der Katho
lieke Staatspartij deze vraag, hem in die da
gen van conservatieve zijde gesuggereerd:
„Waarom zoudt gij een katholieke partij gaan
vormen Noodig of nuttig kan zij in geen
enkel opzicht worden genoemd. Kerkelijke
partij als ze zijn zou, kan haar optreden geen
ander gevolg hebben dan het optreden eener
andere kerkelijke partij: de protestantsche te
genover de katholieke. Bedenkt ook wel, dat
gij daardoor niets winnen kuntUw rechts-
bestaan is hier verzekerd, wordt door niets
bedreigd. Verliezen kunt gij wel door uw partij
vorming."
Teekenend is het voor de traagheid van het
denken der „massa", dat na 50 toch wel leer
rijke jaren dezelfde suggesties, thans van
moet ik zeggen ook kath.-nationalistisch-
fascistische zijde opgeld doen: Wat wilt gij
nog langer met uw kerkelijke partij Gij hebt
met uw vrome staatkunde godsdienst en poli
tiek dooreen gehaspeld tot schade van ieder
nationaal staatkundig! streven. Gij kunt het
doen met een concordaat en dan kunnen uwe
volgelingen met een gerust hart en met een
nog geruster geweten de handen opheffen voor
den kloeken man, wiens hemd een program
is
Nog kunnen en moeten wij na een halve
eeuw met Schaepman verklaren: „Voor de
katholieken in Nederland is de vereeniging om
een politiek program plicht. Plicht ook met het
oog op den staatkundigen toestand van het
ééne vaderland, het ééne Nederland."
Instelling der commissie.
Zij, die met 'n soort naieve achterdocht de
politiek en tactiek der katholieke Staatspartij
volgen, hebben nog onlangs een snood verband
opgespoord tusschen de fascistische tijdsver
schijnselen en de instelling dezer Commissie
De onbekendheid met den werkelijken gang
van zaken verraadt zich hier wel opvallend.
Immers, reeds den 4en Februari van dit jaar
heeft het Partijbestuur dit besluit genomen,
waarvan de noodgedwongen vertraagde
samenstelling van deze commissie het gevolg
was.
De aanleiding was geen andere, dan de be
sprekingen in April-Mei 1932 over de samen
stelling van het program1933, waarbij waar
lijk niet voor de eerste maal de ontwerpers
stootten op de gebrekkige systematiek op dit
stuk, naast of langs de reglementaire bepaling
heen.
Gedurende het tijdvak, dat ligt tusschen het
beginselprogram van 20 October 1896 en het
daarbij behoorend program van meer concrete
desiderata, opgemaakt door de toenmalige Ka
tholieke leden van de Tweede-Kamer der Sta-
ten-Generaal, en het program 1929, hebben
de ontwerpers en samenstellers van de pro
grams 1922, 1925 en 1929 „verwezen en gehand
haafd, voorzoover niet gewijzigd of reeds ver
wezenlijkt."
Waschlijst-systeem.
Om het huishoudelijker uit te drukken: er is
gedurende dat geheele tijdvak geteerd, zoo niet
ingeteerd op het fundamenteele werk van
Schaepman en men is in den loop der jaren
terecht gekomen bij het steeds meer in details
tredende, dorre „waschlijst-systeem" met een
te materieel cachet voor een Partij als de onze.
Een verklaring voor dit verschijnsel zou voor
deze Commissie wellicht bouwstof kunnen leve
ren voor haar onderzoek naar den omvang der
overheidsbemoeiing in het algemeen
Hoe dit ook zij, in 1932, bij de voorbereiding
der samenstelling van het vigeerend program-
1933 is een schuchtere poging gewaagd het z.g.
waschlijststelsel ten deele te verlaten door al
thans enkele principieele richtlijnen, die uiter
aard niet nieuw waren, maar toen en thans nog
bijzondere beteekenis hebben, aan het program
van actie-1933 te doen vooraf gaan.
Zulks is geschied en door den Partijraad aan
vaard men mag aannemen mede onder
den gunstigen invloed der inleiding op de prae-
adviezen van het Partijbestuur, op de ingedien
de amendementen, waarin voor een goed be
grip omtrent strekking en beteekenis van een
program, dr. Schaepman passend kon worden
geciteerd.
De daarmee ingeslagen richting beantwoordt
bovendien aan de reglementaire bepaling, welke
in 1926 bij de reorganisatie der Partij in
het Partijreglement met betrekking tot het in
art 2 „In verband daarmede (de toepassing van
de Katholieke staatkundige beginselen in alle
deelen van het Staatsbestuur) streeft de E. K.
Staatspartij naar het vaststellen en zoo noodig
aanvullen van een partijprogram en van een
kort program van actie".
Hier wordt m.a.w. terecht onderscheiden tus
schen een algemeen staatkundig beginselpro
gram voor alle tijden en een kort program van
actie voor een bepaalde legislatieve periode.
Uw onderzoek zal zich dus hebben uit te
strekken over een reeksvan fundamenteele
vraagstukken, welke het staatkundig leven be-
heerschen en waarover de groote Katholieke'
beginselen, ontleend aan wetenschap, wijsbe
geerte en openbaring licht kunnen strooien, dat
onze volksgemeenschap in dezen bewogen tijd
tot een baken kan worden.
In uw gezelschap wordt het overmoedig zich
aan eenige opsomming dezer vraagstukken te
wagen. Zij liggen trouwens voor het grijpen.
Aan de hand van ons program 1933 noem ik:
wezen en inrichting van den Staat verhou
ding staat en individu oorsprong en bevoegd
heid van het staatsgezag de taak van den
Staat met betrekking tot het gezin, op het ge
bied van opvoeding en onderwijs, op dat van
het burgerlijk- en het strafrecht, op dat der
sociale politiek en op het gebied van volksge
zondheid en woningbouw de staatszaak voor
al met betrekking tot de maatschappelijke orde.
Ik noem voorts de verhouding Kerk en Staat
de staatkunde naar Katholieke opvatting met
betrekking tot de gebiedsdeelen overzee de
economische politiek de fiscale politiek
en tenslotte de fundeering en structuur van
onze, in de Grondwet verankerde staatsinrich
ting. Ik laat nu maar in het midden in hoever
ik mij al lang bevind op het terrein der afge
leide beginselen.
Reeds deze opsomming doet gaarne gelooven
in en vasthouden aan den eisch dien Schaep
man stelde „van kortheid, die slechts door
de klaarheid wordt overtroffen
Voortbouwend op wat Schaepman als een
historisch document heeft nagelaten, moge uwe
Commissie er in slagen de Katholieke Staats
partij te verrijken met een nieuwe proeve van
een beginselprogram naar Katholiek-staatkun
dige opvatting.
Nadat prof. Aalberse het voorzitterschap der
Commissie dankbaar heeft aanvaard, heeft déze
aanstonds hare werkzaamheden aangevangen.
De receptie ter gelegenheid van het 25-jarig procuratorschap van mgr. dr. B. Eras
ten huize van mgr. Hendrikx, te 's-Herto genbosch. De heer Herold uit Utrecht
feliciteert den jubilaris. Links Mgr. Hen drikx, vicaris.generaal van het Bossche
diocees, réchts mgr. Tare. B ootsma en Plebaan Brekelmans.
Uiting van groote sympathie en
trouwe vriendschap.
Nadat verleden Zaterdag de bisschoppen te
Utrecht bijeen, den Procurator van het Ned,
Episcopaat te Rome, den doorluchtigen en hoog
eerwaarden heer mgr. dr. B. J. Eras, ter ge
legenheid van zijn zilveren jubileum als zoo
danig hadden gecomplimenteerd, vo. 1 Don
derdagmiddag te 's Hertogenbosch een harte
lijke huldiging plaats door een comité van
vrienden en dat zijn er vele.
's Hertogenbosch was de plaats voor de hulde
betuiging, omdat Mgr. C. C. Prinsen, de voor
zitter van het huidecomité er woont.
Wegens een ongesteldheid welke Mgr. Prin
sen al eenige weken aan huis bindt, kon hij
niet aanwezig zijn. De plechtigheid ge
schiedde nu ten huize van den vicaris-
generaal van het Bisdom Mgr. F. N. Hendrikx.
Daar waren tal van leden van het comité bij
eengekomen om tegenwoordig te zijn bij dg
overhandiging van het geschenk dat uitdruk
king geeft aan de dankbaarheid van velen je
gens den jubileerenden Procurator.
De secretaris van het comité Mgr. prof. dr.
J. H. E. J. Hoogveld te Nijmegen sprak de
J. H. E. J. Hoogveld te Nijmegen sprak een
rede uit, waaraan het volgende is ontleend:
Rede mgr. prof. Hoogveld.
Ik zou kunnen beginnen met er op te wijzen,
hoe gij weldra een kwart eeuw een hoogen en
verantwoordelijken vertrouwenspost met eere
en trouw hebt bekleed. Maar het past veeleer
aan hen, die gij in die functie representeert en
dient, aan de Hoogeerw. Bisschoppen, U daar
voor te huldigen. Wij weten, hoe zij u eeren en
u dankbaar zijn en hoe zij dit o.a. door een
intieme f eestbij eenkomst en een geschenk voor
uw college hebben willen uiten. Talrijken in
den lande zouden verder kunnen getuigen van
i de diensten, die gij als procurator en pleit-
j bezorger, hun bewezen, hebt, maar dat alles is
j meestal van te vertrouwelijken aard voor een
openbare getuigenis. Ik weet, hoe gij als een
wijs en voorzichtig man, even hartelijk als toe
gewijd, veler belangen hebt voorgestaan. Ik
mag toch wel in het openbaar zeggen, hoe gij
met Z.Em. Kardinaal van Rossum, tijdens de
voorbereiding van de stichting onzer universi
teit, uw hoogst gewaardeerde hulp hebt ver
leend, om te Rome alles naar wensch te doen
slagen.
De zorgelijke tijden maakten een officieel
feest bezwaarlijk en gij zelf wildet het niet,
ware het anders geweest, dan zou er een comité
zijn gevormd, waarin, naast den Pauselijken
nuntius en het Hoowaardig Episcopaat, een
statige rij van de hoogste Kerkelijke waar
digheidsbekleders te Rome gaarne plaats had
genomen. We komen heden tot u als vrienden
en in naam van uw vrienden.
Waarde jubilaris misschien zei ik beter
waarde Bernard waarom u duizenden in
uw vaderland hier en in uw tweede vaderland
ultra montes, eeren niet alleen, maar u een
warm hart toedragen, waarom zich dit vrien-
deneomité heeft gevormd, dat is, omdat gij
een edel mensch zijt, een man met een gou
den hart.
Gij zijt de eenvoudige, de altijd dienstvaar
dige, gij zijt de gulle vriend en de hartgrondige
goede. De eenvoudige, die den ronden aard van
uw geboortestreek trouw zijt gebleven of
schoon de waardige, wat u de natuur als 't
ware heeft meegegeven ik herinner me nog,
hoe de Romeinen, die nog al eens hard-op-
denken ook op straat bij uw voorbijgaan niet
konden nalaten te zeggen: che bel giovane. De
gioventri is al voorbij, maar het adjectief is
er nog.
De altijd dienstvaardige. Wie klopte er sinds
30 jaar aan uw deur, dikwijls met als eenige
aanbeveling, dat hij landgenoot was, en vond
dan niet steeds den onvermoeibaar gedien
stige? Op uw deur mocht wel staan: „ik zal
voor u doen wat ik kan". Er zij bij gezegd, dat
ge heel veel kunt.
De gulle vriend. Uw gastvrijheid en vrij
gevigheid zijn als spreekwoordelijk geworden.
Ik geloof, dat er maar één reden is, die u
aardsch bezit doet waardeeren en dat is, dat ge
daardoor anderen goed kunt doen.
De hartgrondige goede. Er is een officieele
goedheid en afdaling, neen die hebt gij niet. G j
geeft uw natuurlijk goede hart in christelijke
liefde geadeld. Pose is u te eenenmale vreemd,
alles is echt aan U, uw goedheid en vriend
schap boven alles.
Waarde Bernard, verdraag het, dat we het
heden zoo openlijk zeggen: wij allen hebben, u
bij uitstek willen huldigen als den fijnen
mensch (Ariëns gebruikt dit woord zoo graag)
als den edelen man, als den. trouwhartigen
vriend.
Toen gij gepolst werd, waarmee wij u moch
ten befeesten, hebt ge gezegd voor u zelf niets
te willen hebben gij hebt het gezégd, maar
wij wisten, dat al van te voren. Er kon maar
één doel zijn, natuurlijk, uw college.
En dat werd vanzelfsprekend ook ons doel.
We weten, dat het u dierbaar is in de mate,
waarvoor ge er, we mogen wel zeggen, voor
gezwoegd hebt. Dat zegt veel.
Er waren ook voorstellen, om den oprichter
en eersten rector door een geschilderd portret
in zijn huis te vereeuwigen. Maar gij hebt ge
meend. dat er dingen waren die daarop den
KADELOOS KLAAGDE HIJ ZIJN NOOD
AAN EEN VRIEND
„Vele jaren aan de borst te sukkelen en
's nachts hoestbuien die wel een half uur
duurden, dat was mijn leven. Slapen deed ik
weinig en eten, ho maarRadeloos klaagde
ik mijn nood aan een vriend. Deze raadde
mij Akker's Abdijsiroop aan. Ik had er weinig
vertrouwen in, maai' toch kocht ik den vol
genden morgen Abdijsiroop. Na gebruik van
3 lepels voelde ik al verlichting en na 5 fles-
schen was ik heelemaal van dien ellendigen
hoest genezen, zoodat ik mij nu weer prettig
voel, goed slaap, kortom een gelukkig mensch
ben". Zoo schrijft ons de heer L. K. te 's-H.,
wiens origineele brief voor iedereen ter in
zage ligt.
Als ge aan de borst sukkelt, neem dan ook
Abdijsiroop, evenals de heer L. K.
Abdijsiroop bevrijdt de ademhalingsorga
nen van slijm en andere ziekteverwekkende
stoffen. Abdijsiroop verruimt de ademhaling,
verdrijft benauwdheden, heelt de aangedane
en ontstoken plekken. Onovertroffen bij Hoest,
Bronchitis, Influenza, Asthma. Alom verkrijg
baar. Thans per flesch 1.1.50 en 2.75.
Vraagt voor gebruik buitenshuis Abdijsiroop-
Bonbons („gestolde" Abdijsiroop), even ge
neeskrachtig! Doos: 35 en 60 cent. (Adv.)
voorrang moesten hebben, uw kapel is nog on
voltooid, de bibliotheek nog in een aanvangs
stadium We hebben uw voorkeur tot de onze
gemaakt.
Zoo is de circulaire ontstaan onderteekend
door een lange rij van vrienden. Ik mag u wel
verraden, dat ik van verschillende zijden ver
nam, hoe er zich teleurgesteld voelden, dat zij
niet behoorden tot de onderteekenaars. Welnu,
in het album, dat u na eenigen tijd zal worden
aangeboden, zult ge de namen vinden van allen
die een bijdrage schonken. Beschouw het als
een album amicorum.
Jubileerende procurator, goede vriend Ber
nard, het is me een innige verheugenis u heden
een gave te mogen overhandigen, die in zich
reeds aanzienlijk mag heeten, maar die in deze
tijdsomstandigheden buitengewoon moet ge
noemd worden. Al heeft zonder twijfel de tijd
aan velen beperking opgelegd in hun bijdrage,
tezamen heeft de gave de som van 9000 be
reikt. Gij zult u verheugen voor het college
maar wij vertrouwen, dat de vriendschap en
de dankbaarheid, die er uit spreken, u niet
minder tot blijdschap zullen zijn.
In naam van al uw vrienden voeg ik aan de
gave onze warmste gelukwenschen èn met de
gelukkig volbrachte vijf en twintig jaren van
uw procuratorschap en met den door u op veler
lei gebied zoo gelukkig volbrachten arbeid. De
Gever van alle goed, dien wij ook danken om
u, moge u blijven zegenen tot vreugde van uw
overheden, familie en vrienden, tot welslagen
van uw verder levenswerk, tot verheerlijking
van Zijn heiligen Naam.
De toespraak van mgr. prof. dr. Hoogveld
vond luiden bijval.
Dankwoord van mgr. Eras.
Toen trad mgr. dr. Bernard Eras, die den
paarsen mantel zijner waardigheid droeg, naar
voren om te danken.
Mgr. Eras verklaarde zich beschaamd te ge
voelen en geneigd tot een gewetensonderzoek:
heb ik dat allemaal wel verdiend?
Als ik voor God iets heb mogen doen, dan
dank ik Hem op de eerste plaats, zei de spr.,
die overigens zijn dank deed uitgaan tot de
Nederlandsche bisschoppen, die 25 jaar lang
hem hun vertrouwen schonken en hem in de j
gelegenheid hebben gesteld om voor de Neder- j
fandsche Kerkprovincie, voor zijn landgenoo- i
ten en voor zijn vrienden in Rome te werken.
Op de derde plaats dankte hij zijn vrienden, j
die hem steunden en troostten. Ook bracht hij
dank aan diegenen, voor,wie hij wat doen kon, I
gedachtig het woord: het is zaliger te geven
dan te ontvangen.
Dankend voor het heerlijke geschenk voor
zijn College, verklaarde mgr. Eras, dat hij wel
eer al ondervonden nad hoe noodzakelijk de
stichting was, toen hem opdracht werd gege
ven het College op te richten. Dankbaar was
hij ervoor, dat hij "daartoe mocht medewerken.
Tenslotte betuigde mgr. Eras zijn erkente
lijkheid jegens het geheele comité en allen,
die de feestgave bijeen gebracht hebben. Zich
in aller vriendschap aanbevelend, sprak hij de
hoop uit, dat zijn vrienden hem in moeilijke
omstandigheden zouden blijven steunen.
Daarna werd gelegenheid gegeven den jubi
laris te complimenteeren. Velen hebben daar
van gebruik gemaakt, priesters en leeken,
dames en heeren.
De plechtigheid kenmerkte zich door een
i groote hartelijkheid en bewees den jubilaris
weer opnieuw, hoevele vrienden hij in zijn
eerste vaderland heeft. Van die vriendschap
getuigden ook de tallooze telegrammen en brie
ven, die dezen dag waren binnengekomen.
De wetenschap van zoo veler vriendschap
moge mgr. Eras sterken als hij straks zijn post
te Rome weer betrekt.
Naar wij vernemen heeft de nieuwe school-
geldregeling voor de H B. S., tegen welke wij
in ons blad van 11 October ernstige bezwaren
hebben ontwikkeld in verband met de zwaar
dere lasten op groote gezinnen, de aandacht
van den Minister van Onderwijs, mr. Mar-
chant. Zijne Excellentie heeft deze zaak op
nieuw in studie genomen.
Nederlandsche kaas en eieren
tegen Spaansche kali.
Teneinde medewerking aan te bieden voor
de verbetering van den uitvoer van en verla
ging der invoerrechten op Hollandsche kaas en
eieren naar Spanje, werd de Viska, Vereenig-
de Importeurs van Spaansche Kalizouten, gis
teren door den Nederlandschen gezant te Ma
drid ontvangen Deze aangelegenheid is reeds
eenigen tijd op initiatief van den Industrie- en
Handelsraad voor Land en Tuinbouw bij de
betrokken regeeringsinstanties te Den Haag
aanhangig gemaakt, terwijl de nieuwe Spaan
sche kalimijn Potasas Ibericas, welke reeds
door bemiddeling van de Viska een groot deel
van den kaliafzet in ons land heeft bekomen
bij de Spaansche autoriteiten deze belangrijke
kwestie te berde heeft gebrachte Thans heeft
de Viska door persoonlijke démarches bij de
betrokken autoriteiten in Spanje getracht deze
pogingen te ondersteunen en, naar wij verne
men, mag verwacht worden, dat de onderno
men stappen met succes bekroond zullen wor
den.
R. K. Werkliedenverbond bepleit
spoedige oplossing.
In een adres aan den Ministerraad bepleit
het R.K. Werkliedenverbond de groote ur
gentie der oplossing van een viertal kwesties
die thahs aanleiding geven tot ontevreden
heid in groote volksgroepen en welker oplos
sing, of althans mildering, voor de rust in
onze Nederlandsche samenleving van de groot
ste beteekenis moet worden geacht, n.l. het
vraagstuk der groote gezinnen, het vraagstuk
der woninghuren, het vraagstuk der gehuwde
vrouw, niet-kostwinnares in ambtelijk en in
bedrijfsleven en de kwestie der cumulatie van
gehonoreerde functies en inkomsten.
Het groote gezin.
Wat het groote gezin betreft, het is geen
vraag, of dit in verdrukking is. Dat was vóór
de crisis reeds het geval, doch is in sterke mate
verergerd door verschillende maatregelen, in
de houdige omstandigheden genomen. Vrijwel
alle maatregelen, welke tot dusver zijn geno
men om aan de gevolgen van de crisis het
hoofd te bieden, drukken in zeer sterke mate
het groote gezin. Uwe Regeering, aldus het
adres, is daarvan, zooals de „Millioenennota"
heeft bewezen,, overtuigd, maar wil den druk
op deze gezinnen eerst gaan verlichten, wan
neer eenmaal een sluitende begrooting zal zijn
verkregen.
Dit nu schijnt ons tegenover de groote ge
zinnen, waarvan de groote waarde voor de
toekomst van ons volk in moreel en materieel
opzicht ook door Uwe Regeering wordt er
kend, onbillijk.
In onze belastingwetgeving is er vooral de
laatste 20 jaren naar gestreefd het gezonde
beginsel van belasting naar draagkracht zoo
veel mogelijk toe te passen. Al heeft het re
sultaat daarvan het ideaal nog steeds niet
benaderd, met dit streven is al heel moeilijk
overeen te brengen het bewust verzwaren der
lasten voor de groote gezinnen, of zoo dit
al niet geheel is te ontgaan het bewust ge
durende geruimen tijd laten voortbestaan van
een toestand, die ook door Uwen Raad als
onbillijk wordt beschouwd, en dat enkel en
alleen, omdat nog geen sluitende begrooting
werd verkregen.
Nu allerlei levensmiddelen maar steeds en in
belangrijke mate wij wijzen als een der
laatste voorbeelden op de suiker duurder
worden, en nu langs den weg der indirecte hef
fingen de groote gezinnen tegenover anderen
ontzettende bedragen moeten opbrengen of op
het noodzakelijk levensonderhoud moeten gaan
bekrimpen, waartoe het steeds dalende loon
peil toch al dringt, nu dringen wij er bij Uwe
Excellentie op aan de onbillijkheid om geen
ander woord te gebruiken niet langer te
laten voortbestaan, doch onverwijld maatrege
len te beramen tot verlichting van den druk,
die ook en vooral op de groote gezinnen is
gelegd.
Langs den weg van belastingheffing, school
geldregeling, tarieven van openbare bedrijven
is op dit terrein wat te doen, doch de beste
oplossing zou zijn het totstandbrengen van een
Rijks-kindertoeslagfonds, of mocht dit voor
alsnog op onoverkomenlijke bezwaren stuiten
het bindend voorschrijven van een kindertoe
slagregeling in alle Overheidsdiensten en be
drijven en het stimuleeren van bedrijfsfondsen
van dezelfde strekking.
Woninghuren
Ook van de noodzakelijkheid om aan de op
lossing van de kwestie der woninghuren iets te
doen is Uwe Regeering wij weten het
overtuigd, doch ook omtrent de urgentie van
maatregelen op dit punt verschillen wij met Uw
College blijkbaar van gevoelen.
Over het algemeen genomen zijn de woning
huren juist voor de minder draagkrachtige
groepen nog weinig of niets gedaald. Gevolg
daarvan is, dat van de sterk verminderde in
komsten een veel grooter deel dan voorheen
voor woninghuur moet worden uitgegeven,
welk deel bovendien door de deflatie van ons
i uilmiddel nog een g.ooter waarde vertegen
woordigt dan vroeger. Is het in het algemeen
urgent maatregelen te nemen tot vermindering
der woninghuren, voor de groote gezinnen, die
van hun inkomsten tegenover anderen een on
evenredig deel aan woninghuur moeten uitge
ven, omdat ze een grooter huis moeten bewo
nen, geldt dit in nog sterker mate. Wij hebben
daarom de eer Uwe Excellenties te verzoeken
het nemen van maatregelen, welke tot vermin
dering der woninghuren kunnen leiden, te be
spoedigen.
Arbeid gehuwde vrouw-
Wat den arbeid der gehuwde vrouw, niet-
kostwinnares, betreft, moge, evenals ten opzich
te van de cumulaties van functies en inkom
sten de opmerking wellicht gewettigd zijn, dat
deze punten zakelijk weinig beteekenen, gezien
de omstandigheden, waarin onze samenleving
verkeert, werkt het in dienst houden der ge
huwde vrouw en het cumuleeren van functies
en inkomsten, vooral die uit publieke Kassen
worden betaald, in hoogo mate irriteerend, ook
in intellectueele kringen.
Het is volkomen verklaarbaar, dat een man,
die tengevolge van de huidige omstandighe
den geen werk kan krijgen of wiens inkomsten
zeer sterk zijn verminderd, het ergert, dat een
gehuwde vrouw, niet-kostwinnares, een soms
goed-betaalde plaats inneemt, of dat iemand,
die reeds een behoorL,x betaalde functie of een
behoorlijk pensioen heeft, hetzelfde doet.
Cumulatie.
Wij verzoeken Uw College dan ook beleefd
het noodige ertoe te willen doen, dat cumulatie
van functies en inkomsten, betaald uit publieke
kassen (dus van Rijk, Provincies, Gemeenten
enz.) alsook in het particuliere bedrijfsleven,
onmogelijk wordt gemaakt, behalve in die bui
tengewone uitzonderingsgevallen, waarin het
algemeen belang het zot. vorderen.
Al zijn deze punten zakelijk van minder be
teekenis, de invloed, welken ze hebben op de
volksziel, vraagt ook hier met spoed maatrege
len, welke deze angels wegnemen. Wij bevelen
het bovenstaande in de welwillende aandacht
van Uwe Regeering aan.
Naar aanleiding van de regeeringsmaatrege-
len ten aanzien van de beperking van den rund
veestapel, waardoor een toeslag op den accijns
van het geslacht is gelegd van 200 pet., heeft
de Commissie van Overleg, samengesteld uit
den Ned. Slagershond, den Ned. R. K. Hanze-
bond van Slagerspatroons en den Ned. Gros-
siersbond voor den Vleeschhandel, aanleiding
gevonden een groote algemeene vergadering te
beleggen van alle leden der bij genoemde com
missie aangesloten bonden, op Woensdag 25 Oct.
a.s. in de „Handelsbeurs" te Utrecht.
Op deze vergadering zal mededeeling worden
gedaan van de gevoerde onderhandelingen met
de regeering en de crisis-Rundvee-Centrale, ter
wijl bepaald zal worden de houding, die het
georganiseerde slagers- en grossiersbedrijf ten
opzichte van de getroffen maatregelen dient
aan te nemen.
Instelling en taak van gewestelijke
centrales.
In de afgeloopen week is de crisis-rundvee
centrale begonnen op verschillende markten
gelegenheid te bieden tot levering van rundvee
in de soorten, zooals die door haar waren ge
vraagd.
Thans wordt door de centrale de stichting
voorbereid van gewestelijke rundveecentralen,
welker voorlichting en medewerking noodig
zal zijn bij de vaststelling van den omvang
van den veestapel, welke op nader te bepalen
tijdstippen op de verschillende bedrijven zal
kunnen worden gehouden en in welke mate
aankoop van jong vee noodig zal zijn. Het één,
zoowel als het ander kan slechts geschieden
onder voorlichting en medewerking van ter
plaatse volkomen met de omstandigheden be
kende personen.
Deze zullen de besturen vormen der geweste
lijke centrales, nader onder te verdeelen in
plaatselijke districten en in samenwerking met
de crisis-rundvee-centrale moeten bereiken,
dat, met inachtneming van de toestanden in
ieder bedrijf, over den geheelen Nederland
schen rundveestapel de noodige beperking en
de teeltregeling, welke onverbrekelijk verbon
den dienen te zijn met de thans op vrijwilligen
grondslag ingestelde inkrimpings-mogelijkheid,
tot uitvoering komen.
Het is dus in het belang van de veehouders
ertoe mede te werken, dat door ruime gebruik
making van de gelegenheid tot vrijwillige le
vering de op een bepaald oogenblik vast te
stellen evenwichtstoestand tusschen produc
tie en afzetmogelijkheid zoo na doenlijk be
reikt worde, opdat zooveel mogelijk de teelt
regeling zich automatisch aan den dan bereik
ten toestand zal kunnen aansluiten.
Aankoop van vee.
Door de Crisis Rundveecentrale zal gelegen
heid worden geboden aan haar te leveren:
drachtig rundvee in alle soorten en kwalitei
ten (uitgezonderd kunnen worden bij de af
neming zeer höogdrachtige dieren) te Amster
dam v.m. 811 uur, Breda v.m. 911 uur,
Coevorden v.m. 8—11 uur, ter veemarkt, Gorin-
chem, bij de Korver, Nijkerk, Steenwijk, Tiel,
v.m. 811 uur ter veemarkt, op Maandag 23
October 1933; Doetinehem, Groningen, Purmer-
end, Rotterdam, Sneek, v.m. 811 uur ter vee
markt, op Dinsdag 24 October 1933; Apeldoorn
v.m. 811 uur, ter veemarkt, Assen v.m. 811
uur op het N. Abattoir, Borculo, Etten Leur,
's-Hertogenbosch, v.m. 811, ter veemarkt, op
Woensdag 25 October 1933; Eist, Gouda, Hooge-
veen, Schagen,. Zutphen, v.m. 811 uur, ter
veemarkt, op Donderdag 26 October 1933; Hen
gelo (O.), Leeuwarden, Leiden, Zwolle, v.m.
811 uur, ter veemarkt, op Vrijdag 27 October
1933; Utrecht 811 uur, ter veemarkt, op Zater
dag 28 October 1933.
Prijzen en voorwaarden als vorige week. Van
de uit te betalen bedragen wordt voor ver
zekering afgetrokken per koe 1; per pink
ƒ0.50; per kalf ƒ0.25.
Omtrent de dijkdoorbraak onder Bergentheim
(gemeente Ambt Hardenberg) wordt ons nog
nader gemeld:
Onder leiding en toezicht van de Nederland
sche Heidemaatschappij worden in de gemeente
Ambt Hardenberg verschillende grondwerken
uitgevoerd. Zoo was men ook bezig met het
verbeteren van een duiker onder de van Rigge-
lenswijk te Bergentheim.
Woensdagavond omstreeks half tien toen de
gewone dagelijksche werkzaamheden reeds lang
waren geëindigd, bemerkten de omwonenden,
dat er water over hun landerijen stroomde.
Bij onderzoek bleek, dat op de plaats, waar
een waterleiding via de van Riggelenswijk uit
stroomt in het Almelosche kanaal de dijk op
de plaats, waar de duiker wordt verbeterd over
ongeveer 5 a 6 meter was weggezakt. Hierdoor
had het water vrijen toegang tot de aardappel
velden, de grasvelden en de turfvelden. Onge
veer 20 H.A. grond is ondergeloopen. Het wa
ter steeg zoo hoog, dat de ontruiming van vier
huizen noodzakelijk was, de bewoners zijn on
dergebracht bij verder afwonende mede-inge
zetenen.
Intusschen was de politie gewaarschuwd en
onmiddellijk werd begonnen met het dichten
van 't gat in den dijk. Bovendien was door het
water de brug over de van Riggelenswijk van
haar steunpunten beroofd en weggezakt.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
werden de werkzaamheden ernstig belemmerd
door den mist.
De burgemeester van Ambt Hardenberg, de
heer H.H. Weitkamp, was gistermorgen vroeg
reeds op het terrein aanwezig. Met ongeveer
vijftig werkloozen werden de werkzaamheden
voortgezet. De heer Kruitbosch, inspecteur der
Nederlandsche Heidemaatschappij te Utrecht,
zou gisterochtend Bergentheim per trein pas-
seeren. In den trein werd hij op de hoogte
nesteld, waarna hij zich onmiddellijk naar
de plaats van de doorbraak begaf. Ook de heer
J. Francke, hoofdopzichter van de Nederland
sche Heidemaatschappij te Coevorden. de heer
Botterweg, opzichter der Overijsselsche kana
lisatie maatschappij te Almelo en andere op
zichters der Heide-maatschappij helpen mede
bij het doen verrichten van werkzaamheden.
Gistermiddag stroomde het water nog steeds
door het gat in den dijk,. Daar het peil van
het water in het Almelosch kanaal ongeveer
2 M. hooger is dan de hier bovengenoemde
waterleiding worden de werkzaamheden zeer
bemoeilijkt. Tot dusver ondervindt de scheep
vaart op het kanaal weinig stagnatie.
Gistermorgen is ook het tweede slachtoffer
van het ernstige motor-ongeval, dat Zondag
avond j.l. te Soesterberg heeft plaats gehad
mej. M. A. de Graaf uit Hoensbroek overleden.
i