HULDIGING MGR. DR. B. J. ERAS. VRIJDAI/I» OCTOBER 1933 MOSKOVIETEN. ARTIKEL 177. STAATKUNDIG BEGINSELPROGRAM DER R. K. STAATSPARTIJ. ONZE MISSIONARISSEN. II TER GELEGENHEID VAN ZIJN ZILVEREN PROCURATORS. JUBILEUM. Een aanzienlijke feestgave aangeboden. VIER URGENTE AANGELEGEN HEDEN DE INKRIMPING VAN DEN RUND VEESTAPEL. DE SCHOOLGELDREGELING VOOR DE H. B. S. Opnieuw in studie genomen. HANDELSBETREKKINGEN MET SPANJE. Het georganiseerde slagers- en gros- siersbedrijf en de regeerings- maatregelen. Een bijeenkomst te Utrecht. DE DIJKDOORBRAAK BIJ BERGENTHEIM. Brug verzakt. Met man en macht aan het werk. SLACHTOFFER VAN MOTORONGELUK. Bij de verdediging van zijn voorstel van Wet tot wijziging van de Kieswet, heeft dé communistische afgevaardigde L. de Visser het voorgesteld alsof de afhankelijkheid van de Nederlandsche communisten van Moskou slechts bestond in het zitting nemen in een internationale, „waarvan nu eenmaal de hoofdleiding in Moskou zit". Zoo onschuldig is de zaak werkelijk met. Een zeer onverdacht getuige, de Engelsch- man Brockway, leider der Engelsche Inde pendent Labour Partij, dus een revolution- nair a la Sneevliet of Schmidt ten onzent heeft begin Juli in zijn orgaan „New Leader" gewezen op het feit, dat Moskou financieelen steun biedt aan de verschillende „secties" der partij. Brockway zag daarvan ook goed de gevolgen. Hij schreef wij citeeren den tekst van „The Tablet" van 8 Juli 1.1. p. 35 De betaling van subsidies aan de nationale communistische partijen door de com(munjf- tische) intern (ationale) maakt haar tot de ge hoorzame instrumenten van de Russische Communistische Partij, welke zoo overvloedig bijdraagt aan de communistische fondsen. Neem de positie der Britsche Communistische Partij. Zij telt ongeveer GOOO leden. Waar schijnlijk 80 pet. dezer leden zijn werkloos. Toch geeft de partij een dagblad uit en een uitgebreid maandblad, heeft zij een staf van betaalde leiders en bestuurt een heel plane tenstelsel van hulporganisaties. Het subsidie, dat zij van de Communisten krijgt, moet jaar lijks tienduizenden bedragen Onder zulke omstandigheden is het onvermijdelijk, dat de politiek der Britsche Communistische Partij beslist wordtdoor de Comintern en dat beteekent door de Russische Communistische Partij. Indien de orders van de Communisten niet werden opgevolgd, zou de subsidie dade lijk stop gezet worden. De werkzaamheid van de Britsche Communistische Partij zou daar mee zoo goed als totaal ophouden. Ook van andere zijde wordt berekend, dat de Engelsche communisten bij elkaar nau welijks 1000 gedeprecieerde ponden per jaar opbrengen. Staan de zaken in Nederland anders? Zou men ons willen vertellen, dat het Russisch dagblad in de Nederlandsche taal benevens de overige propaganda wordt betaald door de communisten hier? Zoo neen, dan is de afhankelijkheid van Moskou veel ernstiger dan de communistische afgevaardigde be weerde. Hij zal moeilijk kunnen volhouden, dat de verhoudingen in Engeland essentieel anders liggen dan in Nederland. En dit is bij de beoordeeling van de questie of de communisten in ons parlement thuis hooren, allerbelangrijkst. De laatste aflevering van het „Koloniaal Mis sietijdschrift" bewijst opnieuw, hoe merk waardig en eigendunkelijk sommige ambtena ren in Indië art. 177 toepassen. Het gaat hier over den missionaris pastoor Timmermans van Sibolga, die op reis in de Bataklanden op uit drukkelijk verlangen van een protestantschen Batakker diens kinderen doopte. Maar daar komt een Assistent proces-verbaal opmaken en tenslotte staat de pastoor als be klaagde voor den hulpofficier van Justitie te Sibolga, toevallig denzelfden ambtenaar, die voor eenige jaren pastoor Raateland poogde te dagen voor den rechterstoel wegens diens be zoek aan den kampong Sipoholon. Tenslotte men kan het schoone verhaal volledig in het genoemde maandschrift vinden schijnt men uit Batavia den lageren ambte naren aan het verstand te hebben gebracht, dat er geen grond was voor gerechtelijke ver volging. Dat is in orde, maar niet in orde is, dat de hooge gewestelijke regeeringsambtenaren zoo slecht op de hoogte zijn. Moeten zij nog leeren dat art. 173 der Indische Staatsregeling aan eenieder het recht toekent, om zelf zijn gods dienst te kiezen Zeker, art. 177 bemoeilijkt de keuze, maar in het onderhavige geval was de quaestie duide lijk genoeg. De pastoor deed niets anders dan zijn priesterlijken plicht en volkomen binnen de voorschriften der wet. Wij sluiten ons aan bij den schrijver in het „Kol. Missietijdschrift": „De Regeering kan verzekeren het art. 177 lo yaal te zullen hanteeren. Maar dan mag van de Regeering gevraagd worden, dat ze haar ambtenaren in die opvatting instrueere. En zij neme goede nota van de domheid van sommi gen". Bij ons rijst de vraag of het alleen domheid lswij bevroeden er ook een mentaliteit in, waaraan de Regeering met kracht een einde behoort te maken. Er is onlangs een inhoudsopgave verschenen van de verhandelingen van het Kon. Bata- wTh Genootschap voor Kunsten en We tenschappen 1920—1932. mi^1fr,n^;lkUndl'ge uitgaven van katholieke H. Gein-Hn"1 ^jnden wij daar aangegeven 86 bladz n praakleer der Keieesche taal, ial' 196eMadT"WO°rdeiÜijst der Keieesche P Drabbe-Spraakkunst der Jamdeensche taal 93 bladz. v. d. Kolk-Vertenten-Marindineesch woor denboek, Deel I, Nederlandsch-Marindinee^ch H. Geurtjens-Spraakleer der Marindineesché taal, 159 bladz. P. Drabbe-Woordenboek der Fordaatsche taal 118 bladz. P. Drabbe-Woordenboek der Jamdeensche taal, 122 bladz. P. Drabbe-Beknopte spraakkunst en korte woordenlijst der Slaoeesche taal, 32 bladz. H. Geurtjens-Marindineesch-Nederl. woor denboek Deel II, Marindineesch-Nederlandsch 433 bladz. Bit zijn alleen de uitgaven van de laatste tien jaren en het geldt hier alleen werken op ?u4iv« linguïstisch gebied en daarvan dan nog 1 tuitend die, welke het Kon. Bat. Genoot schap uitgaf. «'«.hebben wij mannen, die naast hun stelijk werk tijd en lust vonden, diep in te j. n§et} in de Maleisch-Polynesische talen. Er jn missionarissen, die een viertal dezer ta- 6 r, Scondig kennen. nzij worden niet gesubsidieerd. Voor hen vindt men geen posten op de In- ,'schebegrooting, die al jaren lang 9000 gul- en uittrekt voor de samenstelling van een isch-Nederlandsch Woordenboek. Zouden de eeren, die artikel 177 soms zoo eigenaardig rnef^SSen' eens uiei willen overwegen of er te i f bezuinigen ware door dit moeilijke werk v doen door mannen, die liefde hebben j r de volkeren, onder wie ze leven en wier vak" Sewoonlijk beter kennen dan zelfs die f erden na lange jaren van ernstige stu- .,®e' is maar eèn vraag en zij bedoelt onzer- .een woord van eerbiedige hulde aan onze tcoeders-misSioriarjSsen te zijn. Installatie van de commissie tot samenstelling. Rede van mr. Goseling. De voorzitter van het Partijbestuur mr. C. Goseling, heeft in het Dr. Schaepmanhui^te 's Gravenhage de commissie tot samenstelling van een staatkundig beginselprogram geïnstal leerd met de volgende rede, welke in het jong ste nummer van „De R. K. Staatspartij" is op genomen. Met de geschiedenis der R. K. Staatspartij begint de geschiedenis van haar staatkundig program. A.an de in 1883 gestelde vraag, waar om tot heden toe nog geen Katholieke Partij is tot stand gekomen, wordt deze andere vraag gekoppeld: waarom hebben tot nu toe de ka tholieken in Nederland zich niet vereenigd om een politiek program In het document, waarin dr. Schaepman zijn proeve voor een staatkundig beginselprogram levert, beantwoordt de grondlegger der Katho lieke Staatspartij deze vraag, hem in die da gen van conservatieve zijde gesuggereerd: „Waarom zoudt gij een katholieke partij gaan vormen Noodig of nuttig kan zij in geen enkel opzicht worden genoemd. Kerkelijke partij als ze zijn zou, kan haar optreden geen ander gevolg hebben dan het optreden eener andere kerkelijke partij: de protestantsche te genover de katholieke. Bedenkt ook wel, dat gij daardoor niets winnen kuntUw rechts- bestaan is hier verzekerd, wordt door niets bedreigd. Verliezen kunt gij wel door uw partij vorming." Teekenend is het voor de traagheid van het denken der „massa", dat na 50 toch wel leer rijke jaren dezelfde suggesties, thans van moet ik zeggen ook kath.-nationalistisch- fascistische zijde opgeld doen: Wat wilt gij nog langer met uw kerkelijke partij Gij hebt met uw vrome staatkunde godsdienst en poli tiek dooreen gehaspeld tot schade van ieder nationaal staatkundig! streven. Gij kunt het doen met een concordaat en dan kunnen uwe volgelingen met een gerust hart en met een nog geruster geweten de handen opheffen voor den kloeken man, wiens hemd een program is Nog kunnen en moeten wij na een halve eeuw met Schaepman verklaren: „Voor de katholieken in Nederland is de vereeniging om een politiek program plicht. Plicht ook met het oog op den staatkundigen toestand van het ééne vaderland, het ééne Nederland." Instelling der commissie. Zij, die met 'n soort naieve achterdocht de politiek en tactiek der katholieke Staatspartij volgen, hebben nog onlangs een snood verband opgespoord tusschen de fascistische tijdsver schijnselen en de instelling dezer Commissie De onbekendheid met den werkelijken gang van zaken verraadt zich hier wel opvallend. Immers, reeds den 4en Februari van dit jaar heeft het Partijbestuur dit besluit genomen, waarvan de noodgedwongen vertraagde samenstelling van deze commissie het gevolg was. De aanleiding was geen andere, dan de be sprekingen in April-Mei 1932 over de samen stelling van het program1933, waarbij waar lijk niet voor de eerste maal de ontwerpers stootten op de gebrekkige systematiek op dit stuk, naast of langs de reglementaire bepaling heen. Gedurende het tijdvak, dat ligt tusschen het beginselprogram van 20 October 1896 en het daarbij behoorend program van meer concrete desiderata, opgemaakt door de toenmalige Ka tholieke leden van de Tweede-Kamer der Sta- ten-Generaal, en het program 1929, hebben de ontwerpers en samenstellers van de pro grams 1922, 1925 en 1929 „verwezen en gehand haafd, voorzoover niet gewijzigd of reeds ver wezenlijkt." Waschlijst-systeem. Om het huishoudelijker uit te drukken: er is gedurende dat geheele tijdvak geteerd, zoo niet ingeteerd op het fundamenteele werk van Schaepman en men is in den loop der jaren terecht gekomen bij het steeds meer in details tredende, dorre „waschlijst-systeem" met een te materieel cachet voor een Partij als de onze. Een verklaring voor dit verschijnsel zou voor deze Commissie wellicht bouwstof kunnen leve ren voor haar onderzoek naar den omvang der overheidsbemoeiing in het algemeen Hoe dit ook zij, in 1932, bij de voorbereiding der samenstelling van het vigeerend program- 1933 is een schuchtere poging gewaagd het z.g. waschlijststelsel ten deele te verlaten door al thans enkele principieele richtlijnen, die uiter aard niet nieuw waren, maar toen en thans nog bijzondere beteekenis hebben, aan het program van actie-1933 te doen vooraf gaan. Zulks is geschied en door den Partijraad aan vaard men mag aannemen mede onder den gunstigen invloed der inleiding op de prae- adviezen van het Partijbestuur, op de ingedien de amendementen, waarin voor een goed be grip omtrent strekking en beteekenis van een program, dr. Schaepman passend kon worden geciteerd. De daarmee ingeslagen richting beantwoordt bovendien aan de reglementaire bepaling, welke in 1926 bij de reorganisatie der Partij in het Partijreglement met betrekking tot het in art 2 „In verband daarmede (de toepassing van de Katholieke staatkundige beginselen in alle deelen van het Staatsbestuur) streeft de E. K. Staatspartij naar het vaststellen en zoo noodig aanvullen van een partijprogram en van een kort program van actie". Hier wordt m.a.w. terecht onderscheiden tus schen een algemeen staatkundig beginselpro gram voor alle tijden en een kort program van actie voor een bepaalde legislatieve periode. Uw onderzoek zal zich dus hebben uit te strekken over een reeksvan fundamenteele vraagstukken, welke het staatkundig leven be- heerschen en waarover de groote Katholieke' beginselen, ontleend aan wetenschap, wijsbe geerte en openbaring licht kunnen strooien, dat onze volksgemeenschap in dezen bewogen tijd tot een baken kan worden. In uw gezelschap wordt het overmoedig zich aan eenige opsomming dezer vraagstukken te wagen. Zij liggen trouwens voor het grijpen. Aan de hand van ons program 1933 noem ik: wezen en inrichting van den Staat verhou ding staat en individu oorsprong en bevoegd heid van het staatsgezag de taak van den Staat met betrekking tot het gezin, op het ge bied van opvoeding en onderwijs, op dat van het burgerlijk- en het strafrecht, op dat der sociale politiek en op het gebied van volksge zondheid en woningbouw de staatszaak voor al met betrekking tot de maatschappelijke orde. Ik noem voorts de verhouding Kerk en Staat de staatkunde naar Katholieke opvatting met betrekking tot de gebiedsdeelen overzee de economische politiek de fiscale politiek en tenslotte de fundeering en structuur van onze, in de Grondwet verankerde staatsinrich ting. Ik laat nu maar in het midden in hoever ik mij al lang bevind op het terrein der afge leide beginselen. Reeds deze opsomming doet gaarne gelooven in en vasthouden aan den eisch dien Schaep man stelde „van kortheid, die slechts door de klaarheid wordt overtroffen Voortbouwend op wat Schaepman als een historisch document heeft nagelaten, moge uwe Commissie er in slagen de Katholieke Staats partij te verrijken met een nieuwe proeve van een beginselprogram naar Katholiek-staatkun dige opvatting. Nadat prof. Aalberse het voorzitterschap der Commissie dankbaar heeft aanvaard, heeft déze aanstonds hare werkzaamheden aangevangen. De receptie ter gelegenheid van het 25-jarig procuratorschap van mgr. dr. B. Eras ten huize van mgr. Hendrikx, te 's-Herto genbosch. De heer Herold uit Utrecht feliciteert den jubilaris. Links Mgr. Hen drikx, vicaris.generaal van het Bossche diocees, réchts mgr. Tare. B ootsma en Plebaan Brekelmans. Uiting van groote sympathie en trouwe vriendschap. Nadat verleden Zaterdag de bisschoppen te Utrecht bijeen, den Procurator van het Ned, Episcopaat te Rome, den doorluchtigen en hoog eerwaarden heer mgr. dr. B. J. Eras, ter ge legenheid van zijn zilveren jubileum als zoo danig hadden gecomplimenteerd, vo. 1 Don derdagmiddag te 's Hertogenbosch een harte lijke huldiging plaats door een comité van vrienden en dat zijn er vele. 's Hertogenbosch was de plaats voor de hulde betuiging, omdat Mgr. C. C. Prinsen, de voor zitter van het huidecomité er woont. Wegens een ongesteldheid welke Mgr. Prin sen al eenige weken aan huis bindt, kon hij niet aanwezig zijn. De plechtigheid ge schiedde nu ten huize van den vicaris- generaal van het Bisdom Mgr. F. N. Hendrikx. Daar waren tal van leden van het comité bij eengekomen om tegenwoordig te zijn bij dg overhandiging van het geschenk dat uitdruk king geeft aan de dankbaarheid van velen je gens den jubileerenden Procurator. De secretaris van het comité Mgr. prof. dr. J. H. E. J. Hoogveld te Nijmegen sprak de J. H. E. J. Hoogveld te Nijmegen sprak een rede uit, waaraan het volgende is ontleend: Rede mgr. prof. Hoogveld. Ik zou kunnen beginnen met er op te wijzen, hoe gij weldra een kwart eeuw een hoogen en verantwoordelijken vertrouwenspost met eere en trouw hebt bekleed. Maar het past veeleer aan hen, die gij in die functie representeert en dient, aan de Hoogeerw. Bisschoppen, U daar voor te huldigen. Wij weten, hoe zij u eeren en u dankbaar zijn en hoe zij dit o.a. door een intieme f eestbij eenkomst en een geschenk voor uw college hebben willen uiten. Talrijken in den lande zouden verder kunnen getuigen van i de diensten, die gij als procurator en pleit- j bezorger, hun bewezen, hebt, maar dat alles is j meestal van te vertrouwelijken aard voor een openbare getuigenis. Ik weet, hoe gij als een wijs en voorzichtig man, even hartelijk als toe gewijd, veler belangen hebt voorgestaan. Ik mag toch wel in het openbaar zeggen, hoe gij met Z.Em. Kardinaal van Rossum, tijdens de voorbereiding van de stichting onzer universi teit, uw hoogst gewaardeerde hulp hebt ver leend, om te Rome alles naar wensch te doen slagen. De zorgelijke tijden maakten een officieel feest bezwaarlijk en gij zelf wildet het niet, ware het anders geweest, dan zou er een comité zijn gevormd, waarin, naast den Pauselijken nuntius en het Hoowaardig Episcopaat, een statige rij van de hoogste Kerkelijke waar digheidsbekleders te Rome gaarne plaats had genomen. We komen heden tot u als vrienden en in naam van uw vrienden. Waarde jubilaris misschien zei ik beter waarde Bernard waarom u duizenden in uw vaderland hier en in uw tweede vaderland ultra montes, eeren niet alleen, maar u een warm hart toedragen, waarom zich dit vrien- deneomité heeft gevormd, dat is, omdat gij een edel mensch zijt, een man met een gou den hart. Gij zijt de eenvoudige, de altijd dienstvaar dige, gij zijt de gulle vriend en de hartgrondige goede. De eenvoudige, die den ronden aard van uw geboortestreek trouw zijt gebleven of schoon de waardige, wat u de natuur als 't ware heeft meegegeven ik herinner me nog, hoe de Romeinen, die nog al eens hard-op- denken ook op straat bij uw voorbijgaan niet konden nalaten te zeggen: che bel giovane. De gioventri is al voorbij, maar het adjectief is er nog. De altijd dienstvaardige. Wie klopte er sinds 30 jaar aan uw deur, dikwijls met als eenige aanbeveling, dat hij landgenoot was, en vond dan niet steeds den onvermoeibaar gedien stige? Op uw deur mocht wel staan: „ik zal voor u doen wat ik kan". Er zij bij gezegd, dat ge heel veel kunt. De gulle vriend. Uw gastvrijheid en vrij gevigheid zijn als spreekwoordelijk geworden. Ik geloof, dat er maar één reden is, die u aardsch bezit doet waardeeren en dat is, dat ge daardoor anderen goed kunt doen. De hartgrondige goede. Er is een officieele goedheid en afdaling, neen die hebt gij niet. G j geeft uw natuurlijk goede hart in christelijke liefde geadeld. Pose is u te eenenmale vreemd, alles is echt aan U, uw goedheid en vriend schap boven alles. Waarde Bernard, verdraag het, dat we het heden zoo openlijk zeggen: wij allen hebben, u bij uitstek willen huldigen als den fijnen mensch (Ariëns gebruikt dit woord zoo graag) als den edelen man, als den. trouwhartigen vriend. Toen gij gepolst werd, waarmee wij u moch ten befeesten, hebt ge gezegd voor u zelf niets te willen hebben gij hebt het gezégd, maar wij wisten, dat al van te voren. Er kon maar één doel zijn, natuurlijk, uw college. En dat werd vanzelfsprekend ook ons doel. We weten, dat het u dierbaar is in de mate, waarvoor ge er, we mogen wel zeggen, voor gezwoegd hebt. Dat zegt veel. Er waren ook voorstellen, om den oprichter en eersten rector door een geschilderd portret in zijn huis te vereeuwigen. Maar gij hebt ge meend. dat er dingen waren die daarop den KADELOOS KLAAGDE HIJ ZIJN NOOD AAN EEN VRIEND „Vele jaren aan de borst te sukkelen en 's nachts hoestbuien die wel een half uur duurden, dat was mijn leven. Slapen deed ik weinig en eten, ho maarRadeloos klaagde ik mijn nood aan een vriend. Deze raadde mij Akker's Abdijsiroop aan. Ik had er weinig vertrouwen in, maai' toch kocht ik den vol genden morgen Abdijsiroop. Na gebruik van 3 lepels voelde ik al verlichting en na 5 fles- schen was ik heelemaal van dien ellendigen hoest genezen, zoodat ik mij nu weer prettig voel, goed slaap, kortom een gelukkig mensch ben". Zoo schrijft ons de heer L. K. te 's-H., wiens origineele brief voor iedereen ter in zage ligt. Als ge aan de borst sukkelt, neem dan ook Abdijsiroop, evenals de heer L. K. Abdijsiroop bevrijdt de ademhalingsorga nen van slijm en andere ziekteverwekkende stoffen. Abdijsiroop verruimt de ademhaling, verdrijft benauwdheden, heelt de aangedane en ontstoken plekken. Onovertroffen bij Hoest, Bronchitis, Influenza, Asthma. Alom verkrijg baar. Thans per flesch 1.1.50 en 2.75. Vraagt voor gebruik buitenshuis Abdijsiroop- Bonbons („gestolde" Abdijsiroop), even ge neeskrachtig! Doos: 35 en 60 cent. (Adv.) voorrang moesten hebben, uw kapel is nog on voltooid, de bibliotheek nog in een aanvangs stadium We hebben uw voorkeur tot de onze gemaakt. Zoo is de circulaire ontstaan onderteekend door een lange rij van vrienden. Ik mag u wel verraden, dat ik van verschillende zijden ver nam, hoe er zich teleurgesteld voelden, dat zij niet behoorden tot de onderteekenaars. Welnu, in het album, dat u na eenigen tijd zal worden aangeboden, zult ge de namen vinden van allen die een bijdrage schonken. Beschouw het als een album amicorum. Jubileerende procurator, goede vriend Ber nard, het is me een innige verheugenis u heden een gave te mogen overhandigen, die in zich reeds aanzienlijk mag heeten, maar die in deze tijdsomstandigheden buitengewoon moet ge noemd worden. Al heeft zonder twijfel de tijd aan velen beperking opgelegd in hun bijdrage, tezamen heeft de gave de som van 9000 be reikt. Gij zult u verheugen voor het college maar wij vertrouwen, dat de vriendschap en de dankbaarheid, die er uit spreken, u niet minder tot blijdschap zullen zijn. In naam van al uw vrienden voeg ik aan de gave onze warmste gelukwenschen èn met de gelukkig volbrachte vijf en twintig jaren van uw procuratorschap en met den door u op veler lei gebied zoo gelukkig volbrachten arbeid. De Gever van alle goed, dien wij ook danken om u, moge u blijven zegenen tot vreugde van uw overheden, familie en vrienden, tot welslagen van uw verder levenswerk, tot verheerlijking van Zijn heiligen Naam. De toespraak van mgr. prof. dr. Hoogveld vond luiden bijval. Dankwoord van mgr. Eras. Toen trad mgr. dr. Bernard Eras, die den paarsen mantel zijner waardigheid droeg, naar voren om te danken. Mgr. Eras verklaarde zich beschaamd te ge voelen en geneigd tot een gewetensonderzoek: heb ik dat allemaal wel verdiend? Als ik voor God iets heb mogen doen, dan dank ik Hem op de eerste plaats, zei de spr., die overigens zijn dank deed uitgaan tot de Nederlandsche bisschoppen, die 25 jaar lang hem hun vertrouwen schonken en hem in de j gelegenheid hebben gesteld om voor de Neder- j fandsche Kerkprovincie, voor zijn landgenoo- i ten en voor zijn vrienden in Rome te werken. Op de derde plaats dankte hij zijn vrienden, j die hem steunden en troostten. Ook bracht hij dank aan diegenen, voor,wie hij wat doen kon, I gedachtig het woord: het is zaliger te geven dan te ontvangen. Dankend voor het heerlijke geschenk voor zijn College, verklaarde mgr. Eras, dat hij wel eer al ondervonden nad hoe noodzakelijk de stichting was, toen hem opdracht werd gege ven het College op te richten. Dankbaar was hij ervoor, dat hij "daartoe mocht medewerken. Tenslotte betuigde mgr. Eras zijn erkente lijkheid jegens het geheele comité en allen, die de feestgave bijeen gebracht hebben. Zich in aller vriendschap aanbevelend, sprak hij de hoop uit, dat zijn vrienden hem in moeilijke omstandigheden zouden blijven steunen. Daarna werd gelegenheid gegeven den jubi laris te complimenteeren. Velen hebben daar van gebruik gemaakt, priesters en leeken, dames en heeren. De plechtigheid kenmerkte zich door een i groote hartelijkheid en bewees den jubilaris weer opnieuw, hoevele vrienden hij in zijn eerste vaderland heeft. Van die vriendschap getuigden ook de tallooze telegrammen en brie ven, die dezen dag waren binnengekomen. De wetenschap van zoo veler vriendschap moge mgr. Eras sterken als hij straks zijn post te Rome weer betrekt. Naar wij vernemen heeft de nieuwe school- geldregeling voor de H B. S., tegen welke wij in ons blad van 11 October ernstige bezwaren hebben ontwikkeld in verband met de zwaar dere lasten op groote gezinnen, de aandacht van den Minister van Onderwijs, mr. Mar- chant. Zijne Excellentie heeft deze zaak op nieuw in studie genomen. Nederlandsche kaas en eieren tegen Spaansche kali. Teneinde medewerking aan te bieden voor de verbetering van den uitvoer van en verla ging der invoerrechten op Hollandsche kaas en eieren naar Spanje, werd de Viska, Vereenig- de Importeurs van Spaansche Kalizouten, gis teren door den Nederlandschen gezant te Ma drid ontvangen Deze aangelegenheid is reeds eenigen tijd op initiatief van den Industrie- en Handelsraad voor Land en Tuinbouw bij de betrokken regeeringsinstanties te Den Haag aanhangig gemaakt, terwijl de nieuwe Spaan sche kalimijn Potasas Ibericas, welke reeds door bemiddeling van de Viska een groot deel van den kaliafzet in ons land heeft bekomen bij de Spaansche autoriteiten deze belangrijke kwestie te berde heeft gebrachte Thans heeft de Viska door persoonlijke démarches bij de betrokken autoriteiten in Spanje getracht deze pogingen te ondersteunen en, naar wij verne men, mag verwacht worden, dat de onderno men stappen met succes bekroond zullen wor den. R. K. Werkliedenverbond bepleit spoedige oplossing. In een adres aan den Ministerraad bepleit het R.K. Werkliedenverbond de groote ur gentie der oplossing van een viertal kwesties die thahs aanleiding geven tot ontevreden heid in groote volksgroepen en welker oplos sing, of althans mildering, voor de rust in onze Nederlandsche samenleving van de groot ste beteekenis moet worden geacht, n.l. het vraagstuk der groote gezinnen, het vraagstuk der woninghuren, het vraagstuk der gehuwde vrouw, niet-kostwinnares in ambtelijk en in bedrijfsleven en de kwestie der cumulatie van gehonoreerde functies en inkomsten. Het groote gezin. Wat het groote gezin betreft, het is geen vraag, of dit in verdrukking is. Dat was vóór de crisis reeds het geval, doch is in sterke mate verergerd door verschillende maatregelen, in de houdige omstandigheden genomen. Vrijwel alle maatregelen, welke tot dusver zijn geno men om aan de gevolgen van de crisis het hoofd te bieden, drukken in zeer sterke mate het groote gezin. Uwe Regeering, aldus het adres, is daarvan, zooals de „Millioenennota" heeft bewezen,, overtuigd, maar wil den druk op deze gezinnen eerst gaan verlichten, wan neer eenmaal een sluitende begrooting zal zijn verkregen. Dit nu schijnt ons tegenover de groote ge zinnen, waarvan de groote waarde voor de toekomst van ons volk in moreel en materieel opzicht ook door Uwe Regeering wordt er kend, onbillijk. In onze belastingwetgeving is er vooral de laatste 20 jaren naar gestreefd het gezonde beginsel van belasting naar draagkracht zoo veel mogelijk toe te passen. Al heeft het re sultaat daarvan het ideaal nog steeds niet benaderd, met dit streven is al heel moeilijk overeen te brengen het bewust verzwaren der lasten voor de groote gezinnen, of zoo dit al niet geheel is te ontgaan het bewust ge durende geruimen tijd laten voortbestaan van een toestand, die ook door Uwen Raad als onbillijk wordt beschouwd, en dat enkel en alleen, omdat nog geen sluitende begrooting werd verkregen. Nu allerlei levensmiddelen maar steeds en in belangrijke mate wij wijzen als een der laatste voorbeelden op de suiker duurder worden, en nu langs den weg der indirecte hef fingen de groote gezinnen tegenover anderen ontzettende bedragen moeten opbrengen of op het noodzakelijk levensonderhoud moeten gaan bekrimpen, waartoe het steeds dalende loon peil toch al dringt, nu dringen wij er bij Uwe Excellentie op aan de onbillijkheid om geen ander woord te gebruiken niet langer te laten voortbestaan, doch onverwijld maatrege len te beramen tot verlichting van den druk, die ook en vooral op de groote gezinnen is gelegd. Langs den weg van belastingheffing, school geldregeling, tarieven van openbare bedrijven is op dit terrein wat te doen, doch de beste oplossing zou zijn het totstandbrengen van een Rijks-kindertoeslagfonds, of mocht dit voor alsnog op onoverkomenlijke bezwaren stuiten het bindend voorschrijven van een kindertoe slagregeling in alle Overheidsdiensten en be drijven en het stimuleeren van bedrijfsfondsen van dezelfde strekking. Woninghuren Ook van de noodzakelijkheid om aan de op lossing van de kwestie der woninghuren iets te doen is Uwe Regeering wij weten het overtuigd, doch ook omtrent de urgentie van maatregelen op dit punt verschillen wij met Uw College blijkbaar van gevoelen. Over het algemeen genomen zijn de woning huren juist voor de minder draagkrachtige groepen nog weinig of niets gedaald. Gevolg daarvan is, dat van de sterk verminderde in komsten een veel grooter deel dan voorheen voor woninghuur moet worden uitgegeven, welk deel bovendien door de deflatie van ons i uilmiddel nog een g.ooter waarde vertegen woordigt dan vroeger. Is het in het algemeen urgent maatregelen te nemen tot vermindering der woninghuren, voor de groote gezinnen, die van hun inkomsten tegenover anderen een on evenredig deel aan woninghuur moeten uitge ven, omdat ze een grooter huis moeten bewo nen, geldt dit in nog sterker mate. Wij hebben daarom de eer Uwe Excellenties te verzoeken het nemen van maatregelen, welke tot vermin dering der woninghuren kunnen leiden, te be spoedigen. Arbeid gehuwde vrouw- Wat den arbeid der gehuwde vrouw, niet- kostwinnares, betreft, moge, evenals ten opzich te van de cumulaties van functies en inkom sten de opmerking wellicht gewettigd zijn, dat deze punten zakelijk weinig beteekenen, gezien de omstandigheden, waarin onze samenleving verkeert, werkt het in dienst houden der ge huwde vrouw en het cumuleeren van functies en inkomsten, vooral die uit publieke Kassen worden betaald, in hoogo mate irriteerend, ook in intellectueele kringen. Het is volkomen verklaarbaar, dat een man, die tengevolge van de huidige omstandighe den geen werk kan krijgen of wiens inkomsten zeer sterk zijn verminderd, het ergert, dat een gehuwde vrouw, niet-kostwinnares, een soms goed-betaalde plaats inneemt, of dat iemand, die reeds een behoorL,x betaalde functie of een behoorlijk pensioen heeft, hetzelfde doet. Cumulatie. Wij verzoeken Uw College dan ook beleefd het noodige ertoe te willen doen, dat cumulatie van functies en inkomsten, betaald uit publieke kassen (dus van Rijk, Provincies, Gemeenten enz.) alsook in het particuliere bedrijfsleven, onmogelijk wordt gemaakt, behalve in die bui tengewone uitzonderingsgevallen, waarin het algemeen belang het zot. vorderen. Al zijn deze punten zakelijk van minder be teekenis, de invloed, welken ze hebben op de volksziel, vraagt ook hier met spoed maatrege len, welke deze angels wegnemen. Wij bevelen het bovenstaande in de welwillende aandacht van Uwe Regeering aan. Naar aanleiding van de regeeringsmaatrege- len ten aanzien van de beperking van den rund veestapel, waardoor een toeslag op den accijns van het geslacht is gelegd van 200 pet., heeft de Commissie van Overleg, samengesteld uit den Ned. Slagershond, den Ned. R. K. Hanze- bond van Slagerspatroons en den Ned. Gros- siersbond voor den Vleeschhandel, aanleiding gevonden een groote algemeene vergadering te beleggen van alle leden der bij genoemde com missie aangesloten bonden, op Woensdag 25 Oct. a.s. in de „Handelsbeurs" te Utrecht. Op deze vergadering zal mededeeling worden gedaan van de gevoerde onderhandelingen met de regeering en de crisis-Rundvee-Centrale, ter wijl bepaald zal worden de houding, die het georganiseerde slagers- en grossiersbedrijf ten opzichte van de getroffen maatregelen dient aan te nemen. Instelling en taak van gewestelijke centrales. In de afgeloopen week is de crisis-rundvee centrale begonnen op verschillende markten gelegenheid te bieden tot levering van rundvee in de soorten, zooals die door haar waren ge vraagd. Thans wordt door de centrale de stichting voorbereid van gewestelijke rundveecentralen, welker voorlichting en medewerking noodig zal zijn bij de vaststelling van den omvang van den veestapel, welke op nader te bepalen tijdstippen op de verschillende bedrijven zal kunnen worden gehouden en in welke mate aankoop van jong vee noodig zal zijn. Het één, zoowel als het ander kan slechts geschieden onder voorlichting en medewerking van ter plaatse volkomen met de omstandigheden be kende personen. Deze zullen de besturen vormen der geweste lijke centrales, nader onder te verdeelen in plaatselijke districten en in samenwerking met de crisis-rundvee-centrale moeten bereiken, dat, met inachtneming van de toestanden in ieder bedrijf, over den geheelen Nederland schen rundveestapel de noodige beperking en de teeltregeling, welke onverbrekelijk verbon den dienen te zijn met de thans op vrijwilligen grondslag ingestelde inkrimpings-mogelijkheid, tot uitvoering komen. Het is dus in het belang van de veehouders ertoe mede te werken, dat door ruime gebruik making van de gelegenheid tot vrijwillige le vering de op een bepaald oogenblik vast te stellen evenwichtstoestand tusschen produc tie en afzetmogelijkheid zoo na doenlijk be reikt worde, opdat zooveel mogelijk de teelt regeling zich automatisch aan den dan bereik ten toestand zal kunnen aansluiten. Aankoop van vee. Door de Crisis Rundveecentrale zal gelegen heid worden geboden aan haar te leveren: drachtig rundvee in alle soorten en kwalitei ten (uitgezonderd kunnen worden bij de af neming zeer höogdrachtige dieren) te Amster dam v.m. 811 uur, Breda v.m. 911 uur, Coevorden v.m. 8—11 uur, ter veemarkt, Gorin- chem, bij de Korver, Nijkerk, Steenwijk, Tiel, v.m. 811 uur ter veemarkt, op Maandag 23 October 1933; Doetinehem, Groningen, Purmer- end, Rotterdam, Sneek, v.m. 811 uur ter vee markt, op Dinsdag 24 October 1933; Apeldoorn v.m. 811 uur, ter veemarkt, Assen v.m. 811 uur op het N. Abattoir, Borculo, Etten Leur, 's-Hertogenbosch, v.m. 811, ter veemarkt, op Woensdag 25 October 1933; Eist, Gouda, Hooge- veen, Schagen,. Zutphen, v.m. 811 uur, ter veemarkt, op Donderdag 26 October 1933; Hen gelo (O.), Leeuwarden, Leiden, Zwolle, v.m. 811 uur, ter veemarkt, op Vrijdag 27 October 1933; Utrecht 811 uur, ter veemarkt, op Zater dag 28 October 1933. Prijzen en voorwaarden als vorige week. Van de uit te betalen bedragen wordt voor ver zekering afgetrokken per koe 1; per pink ƒ0.50; per kalf ƒ0.25. Omtrent de dijkdoorbraak onder Bergentheim (gemeente Ambt Hardenberg) wordt ons nog nader gemeld: Onder leiding en toezicht van de Nederland sche Heidemaatschappij worden in de gemeente Ambt Hardenberg verschillende grondwerken uitgevoerd. Zoo was men ook bezig met het verbeteren van een duiker onder de van Rigge- lenswijk te Bergentheim. Woensdagavond omstreeks half tien toen de gewone dagelijksche werkzaamheden reeds lang waren geëindigd, bemerkten de omwonenden, dat er water over hun landerijen stroomde. Bij onderzoek bleek, dat op de plaats, waar een waterleiding via de van Riggelenswijk uit stroomt in het Almelosche kanaal de dijk op de plaats, waar de duiker wordt verbeterd over ongeveer 5 a 6 meter was weggezakt. Hierdoor had het water vrijen toegang tot de aardappel velden, de grasvelden en de turfvelden. Onge veer 20 H.A. grond is ondergeloopen. Het wa ter steeg zoo hoog, dat de ontruiming van vier huizen noodzakelijk was, de bewoners zijn on dergebracht bij verder afwonende mede-inge zetenen. Intusschen was de politie gewaarschuwd en onmiddellijk werd begonnen met het dichten van 't gat in den dijk. Bovendien was door het water de brug over de van Riggelenswijk van haar steunpunten beroofd en weggezakt. In den nacht van Woensdag op Donderdag werden de werkzaamheden ernstig belemmerd door den mist. De burgemeester van Ambt Hardenberg, de heer H.H. Weitkamp, was gistermorgen vroeg reeds op het terrein aanwezig. Met ongeveer vijftig werkloozen werden de werkzaamheden voortgezet. De heer Kruitbosch, inspecteur der Nederlandsche Heidemaatschappij te Utrecht, zou gisterochtend Bergentheim per trein pas- seeren. In den trein werd hij op de hoogte nesteld, waarna hij zich onmiddellijk naar de plaats van de doorbraak begaf. Ook de heer J. Francke, hoofdopzichter van de Nederland sche Heidemaatschappij te Coevorden. de heer Botterweg, opzichter der Overijsselsche kana lisatie maatschappij te Almelo en andere op zichters der Heide-maatschappij helpen mede bij het doen verrichten van werkzaamheden. Gistermiddag stroomde het water nog steeds door het gat in den dijk,. Daar het peil van het water in het Almelosch kanaal ongeveer 2 M. hooger is dan de hier bovengenoemde waterleiding worden de werkzaamheden zeer bemoeilijkt. Tot dusver ondervindt de scheep vaart op het kanaal weinig stagnatie. Gistermorgen is ook het tweede slachtoffer van het ernstige motor-ongeval, dat Zondag avond j.l. te Soesterberg heeft plaats gehad mej. M. A. de Graaf uit Hoensbroek overleden. i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3