nGEZOriDLTU
DE TWEEDE KAMER OVER HET
BELEID DER REGEERING.
DE OMZETBELASTING.
èTUKKEn,
KERK EN LUCHT
VAART.
ZATERDAG 21 OCTOBER 1933
HET VLIEGTUIG IN DIENST
DER MISSIE.
PRACHTIGE RESULTATEN.
OP KRACHTIGE HANDHAVING
VAN HET GEZAG AAN
GEDRONGEN.
De herbouw van ons economisch
leven.
EERE-SALUUT AAN MINISTER
VERSCHUUR.
TWEE MEISJES VAN HAAR SPAAR
PENNINGEN BEROOFD.
Beroepshuwelijkspretendent voor
de rechtbank.
-.1 het zoo juist ontvangen October-nummer
van „Het Rijk van het H. Hart van Jesus" tref
fen we van de hand van Pater H. Roosen een
interessant artikel aan over de waarde van
de vliegtuigen in dienst der missie. De bij
drage vraagt tegelijkertijd ook nog eens de
belangstelling van Katholiek Nederland voor
dit modern verkeersproduct ten behoeve van
de missioneering.
Aan het artikel, dat een reeks veelzeggende
gegevens verschaft, ontleenen we 't volgende:
De Katholieke Kerk is geen vijandin van
wetenschap en techniek, integendeel.... zij is
van alle tijden, dus ook van dezen tijd; zij
gebruikt de resultaten van natuurwetenschap
en techniek in den dienst van de uitbreiding
van het jRijk Gods.
En daarom durven wij er nu niet meer aan
te twijfelen, dat de H. Paulus op den dag van
heden zijn missiereizen per vliegtuig zou
maken.
Wat St. Paulus zou doen, dat kunnen wij
metterdaad, en daarom is het onze taak aan
dit belangrijke punt luchtvaart en Kerk
onze volle aandacht te schenken, want de hui
dige ontwikkeling der techniek belooft onge
twijfeld den missies een heerlijke toekomst.
Och, zoo gemakkelijk nemen we er vrede mee.
wanneer wij hooren of lezen van de ontbering
en 't lijden van de ellende en vermoeienis
waarmede de missionaris te doen heeft, op
zijn soms dagenlange reizen door brandende
zandvlakten of barre sneeuw- en ijsvelden,
door dichte wouden en woeste bosschen, door
ravijnen en over bergen, door stroomen en
moerassen.
Maar denken we er nu eens aan, wat dit
alles voor den missionaris te beteekenen
heeft: enorme tijdverspilling, ondermijning van
zijn werkkracht en gezondheid, niet denkbeel
dige gevaren voor overspanning en overwer
king, vooral in de eerste jaren van zijn missie-
arbeid, wanneer hij zich nog aan het klimaat
te gewennen heeft.
Techniek en service.
In zoo goed als alle missies zijn op den dag
van vandaag stoomboot, fiets, motor en auto
ingeburgerd. Een ieder ziet het practische
daarvan zonder meer in.
Maar bij deze verkeersmiddelen is eerste
eisch, dat er een vrij goede weg zij, er moeten
bevaarbare stroomen zijn. In dit wegenpro
bleem kan alleen het vliegtuig de radicale op
lossing brengen. Het vliegtuig heeft geen aan-
gelegden weg noodig, het zoekt en maakt zijn
weg en kan doorgaans nog den kortsten weg
nemen. Bij het vliegtuig worden beide fac
toren van weg en tijd tot een minimum gere
duceerd.
„De service is hier het moeilijke punt",
zoo las ik onlangs nog „wat voor nut werpt
een vliegtuig af als daaraan niet ten dienste
staat een voorraad-onderdeelen, een uitge
breide dienst van brandstoffen en olievoor
ziening, een gelegenheid, om het kostbare toe
stel te beschermen tegen tropische regensDit
laatste zal trouwens te meer moeilijkheid ver
oorzaken, naarmate het vliegtuig in minder
bewoonde en dus meer woeste streken zal
moeten gebruikt worden". Hier tegenover stel
ik het feit, dat deze bezwaren, al is het dan
ook niet in die mate, toch in de zaak zelf met
evenveel recht gelden voor de auto, welke toch
in vrijwel alle missies onder de gewone ver
keersmiddelen zijn plaats reeds gevonden heeft.
Ook het feit, dat reeds verscheidene missiona
rissen een vliegtuig tot hun dienst hebben,
spreekt, dunkt me, het z.g. service-bezwaar in
princiep tegen. In wezen is daarmee dit be
zwaar al overwonnen, temeer daar het vlieg
tuig juist „in minder bewoonde en dus meer
woeste streken" gebruikt wordt. Juist deze
streken komen voor 't vliegtuig op de eerste
plaats in aanmerking. In de missie der Stille-
Zuidzee-eilanden bezit Mgr. Wade een water
vliegtuig met piloot Pater Tönjes, die zijn
vliegbrevet te Dusseldorf verkreeg. De Lucht
vaartdienst van den staat Massachusetts (Ver.
Staten van Noord-Amerika) deelt ons mee, dat
Z.E. Mgr. Fr. Spellmann zijn brevet als piloot
bezit. Hij heeft zijn opleiding in Italië genoten
en naar de „Osservatore Romano" is hij de
eerste bisschop, die het brevet als piloot ver
wierf.
De missie van Noord-Canada bezit een twee
tal Fokkers op ski's en wij allen hebben ge
hoord van den missionaris-vlieger Pater Paul
Schulte. Ook mogen we hier de Priesters van
het H. Hart vermelden: Mgr. Fr. W. Demont
S.C.J. Apostolisch Prefect van Gariep (Zuid-
Afrika) kreeg in Februari van dit jaar van de
Zwitsersche Katholieken een tweedekker ten
geschenke. Van welk onschatbaar nut dit
vliegtuig voor zijn missie is en wat bemoedi
gende resultaten hiermee in drie maanden
bereikt zijn. moge blijken uit hetgeen de
missie ons daarover schrijft:
Sprekende resultaten.
Den 24en Februari 1933 kwam de piloot
H. Marti (Zwitser) en het vliegtuig met het
Duitsche stoomschip „Watusi" in East-London
(Oostkust van Afrika) aan. Den 25sten en
26sten Februari werd het aldaar op de lucht
haven gemonteerd en door den piloot inge
vlogen. Reeds deze eerste vlucht bewees de
luchtvaardigheid der machine. Mgr. maakte
nu zijn eerste luchtreis, waarover al zooveel
gesproken was, van East-London via Queens-
town, Malteno naar de missie van Aliwal-
North. De 400 K.M. werden in 3 uur en 28
minuten gevlogen. Per auto heeft men daar
voor niet minder dan 15 uur noodig. Mgr.
Demont had den heelen vliegduur, ofschoon
zijn eerste vlucht op grooten afstand, niet de
minste onaangenaamheid ondervonden. Zijn
grootste verwachtingen waren in dit vliegtuig
vervuld. Vanaf den eersten dag kwam het
missie-vliegtuig in dienst. Het is in zijn uitge
strekt missiegebied, driemaal grooter dan
Zwitserland, een onontbeerlijk verkeersmiddel
geworden. Tdt op 18 Mei 1933 heeft piloot
Marti 387 vluchten uitgevoerd, zonder eenig
incident, zelfs zonder eenige storing van be-
teekenis. Hij laat zich over de klimatologische
en atmosferische invloeden en andere vlieg-
voorwaarden zeer tevreden uit en verklaart
zelfs, het vliegen in dit missiegebied te prefe-
reeren boven dat in zijn vaderland. Sinds zijn
aankomst in de missie is er njet één dag,
waarop niet gevlogen is. Me dunkt, dat zegt
wel iets; neen, dat zegt heel veel, meer dan
alle getheoretiseer. Dit alles geef ik den lezer
ter ernstige overweging. Laat ik u ten over
vloede eenige van de bovengenoemde 387
vluchten met 'n enkel woord aangeven.
Mgr. Demont schrijft: „Zendag na Sacra
mentsdag las ik in Aliwal North 's morgens
om 7 uur de H. Mis. Daarna vlogen wij naar
onze 110 K.M. verder gelegen Theresia-missie,
waar ik een tweede H. Mis las en om 10 uur
het H. Doopsel en Vormsel toediende en de
plechtigheid der eerste H. Communie hield,
's Namiddags 3 uur was ik weer in Aliwal-North
terug voor de H. Sacramentsprocessie. Werke
lijkheid was geworden: „Obviam Christo in
aere" Christus door de lucht tegemoet."
lederen Dinsdag start het vliegtuig met een
missiedokter als passagier van Aliwal naar het
missiehospitaal Umlamli, vandaar naar Indwe-
Umschlanga-Dordrecht. Daarna Woensdagmor
gens vroeg weer naar Umlamli en Aliwal-
North terug. De afstand is totaal 470 K.M. en
de zuivere vliegduur gemiddeld 8 uur. De
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer inzake Hoofdstuk 1 der Rijks-
begrooting 1934 (Algemeene Beschouwingen).
Bij de beschouwingen, gehouden over de po
sitie van het Kabinet en over de taak en het
beleid der Regeering, ging men algemeen uit
van de erkenning, dat land en volk in zeer ern
stige omstandigheden verkeeren. Het econo
mische leven bevindt zich in een toestand van
diepe inzinking.
In deze omstandigheden is het, naar de mee
ning van zeer vele leden, meer dan ooit geboden
onder leiding van de Regeering in gemeenscha-
pelijk overleg te trachten zoowel op staatkun
dig als op economisch en financieel gebied
die maatregelen te treffen, welke noodzakelijk
zijn om aan de tegenwoordige groote moeilijk
heden het hoofd te bieden en met voorziening,
zooveel mogelijk in de bestaande nooden het
financieele evenwicht in de landhuishouding te
herstellen.
Zeer vele leden stelden vertrouwen in de be
kwaamheid en het inzicht van de leden van
het Kabinet.
In de beschouwingen over het karakter en
de positie van het Kabinet vonden verscheidene
leden aanleiding, er hun leedwezen over uit te
spreken, dat de versnippering der politieke par
tijen in ons land nog steeds verder voortgaat.
Verscheidene leden gaven te kennen, dat hun
bezorgdheid over den huidigen algemeenen
economischen, socialen en politieken toestand
nog vergroot is door de omstandigheid, dat uit
de Troonrede niet is gebleken, dat de Regee
ring aan alle problemen, welke die toestand in
het leven roept, voldoende aandacht schenkt.
Onze staatsinstellingen.
Verscheidene andere leden konden zich zeer
wel vereenigen met het denkbeeld, aan eeu
staatscommissie het onderzoek op te dragen
van de vraag, welke veranderingen in onze
staatsinstellingen aabeveling verdienen, mits
uitdrukkelijk vaststaat, dat het democratische
karakter der staatsinrichting onaangetast zal
blijven en dat op geen enkele wijze zal wor-
dm gegaan in de richting van dictatuur.
Om te beginnen is het dringend noodig, dat
bij bestuur en wetgeving onnoodig oponthoud
en noodelooze omslag verdwijnen. In dit ver
band valt naar de meening der hier aan het
woord zijnde leden allereerst te denken aan
afschaffing der Eerste Kamer waarmede een
bron van groote vertraging voor onze wetgeving
zou worden gestopt en tevens den Minister een
aanzienlijk tijdverlies zou worden bespaard.
Wat de Tweede Kamer betreft, deze zal hebben
te streven naar verdere verbetering in haar
werkwijze. Onderzocht worde in dit opzicht of
niet een groot deel van openbare vergaderingen
naar bijeenkomsten van commissies kan worden
overgebracht. O.a. zou zulk een overbrenging
wellicht aanbeveling verdienen ten aanzien van
de Rijksbegrooting.
Krachtig optreden tegen extremis
tische stroomingen.
Zeer vele leden zagen in. do handhaving van
de beginselen onzer constitutie een waarborg
voor de vrije geestelijke en staatkundige ont
wikkeling van ons volk. Zij oordeelden daarom
een krachtig optreden tegen extremistische
stroomingen, zoowel van rechts als van links
noodig. Gewezen werd op het bestaan van ria
tionaal-socialistische organisaties binnen onze
grenzen, den intocht van nationaal-socialisti
sche troepen in Nijmegen en Arnhem en op de
Duitsche fascistische propaganda in Limburg.
Naar hun oordeel is de Regeering tegen dezen
import te weinig doortastend opgetreden.
Wel scherp steekt, naar de hier aan het woord
zijnde leden opmerkten, deze houding der Re
geering af bij die, welke zij tegenover de
S.D.A.P. heeft aangenomen.
Deze leden, noemden het dringend noodig,
dat het Kabinet zijn beleid tegenover de S. D
A. P. in de vakbonden van het N.V.V. in nadere
overweging neemt, om tot een veranderin
daarvan te komen. Zij noemden het een, voor
al in dezen tijd, volkomen verkeerde politiek
een groote beweging buiten de volksgemeen
schap te werpen wien krachtige medewerking
men niet zal kunnen missen bij de verdediging
van de democratische staatsinstellingen.
Naar van verschillende zijden werd opge
merkt is op het gebied der gezagshandhaving
nog heel wat te doen. Gewezen werd op de
noodzakelijkheid, dat de Regeering:
1. haar volle aandacht blijft gevenaan de
werkzaamheid van alle extremistische organisa
ties en groepen, aan het dragen van wapens
daartoe niet bevoegden, aan het zich oefenen
in het gebruik van wapens door middel van or
ganisaties, welke niet onder de leiding en de
feitelijke controle van de Overheid staan; en
verbiedt wat te dezen aanzien niet kan worden
toegelaten;
2c. Zorgt voor een verscherping van het toe
zicht op de toelating en handhaving van leden
van organisaties als burgerwachten e.d.;
3e. met kracht tegengaan het misbruiken
van de vrijheid van vereeniging, van het woord,
van de straat en van de pers;
4e. waarborgt een krachtige, afdoende be
strijding van alle terreur met het doel geoor
loofde, rustige, niet uittartende propaganda van
andersdenkenden te verhinderen, af te dwingen
wat men anders niet zou verkrijgen, of het
verrichten van arbeid door werkwilligen onmo
gelijk te maken;
5e. zich de zekerheid verschaft, dat alle la
gere overheden loyale medewerking verleenen
aan de regeering met betrekking tot de hand
having van het gezag en de bevordering van
den eerbied voor de Staatsinstellingen.
Van meer dan één zijde werd geklaagd over
de toenemende zedenverwildering.
W aardeering voor Minister
V er schuur.
Algemeen was men van oordeel, dat er reden
was, de gedachtenwisseling over de economi
sche politiek der regeering aan te vangen met
een woord van waardeering voor de groote
toewijding, waarmede de in het nieuwe kabi
net overgegane minister van Economische
Zaken gedurende de afgeloopen parlementaire
periode zijn zoo zware taak heeft vervuld.
Ons economisch leven.
Verscheidene leden, die meenden, dat een
herbouw van ons economisch leven noodzake
lijk is, gaven als hun meening te kennen, dat
die nieuwe opbouw behoort te geschieden in
de richting van de corporatieve maatschappij
wel te onderscheiden van den corporatieven
staat.
Met warmte pleitten verscheidene leden voor
een betere behartiging van de belangen van den
middenstand.
Voorts stelden verscheidene leden de vraag of
de Regeering wel voldoende belangstelling toont
voor onze scheepvaart en onze zeehavens.
Ook de belangen van de binnenscheepvaart
welke nog steeds onder hooge lasten gebukt gaat,
werden met nadruk de zorg der Regeering aan
bevolen.
Van verschillende zijden werd aangedron
gen op verruiming van de werkgelegenheid,
o.a. door het voeren van een goede economi
sche politiek en door het uitvoeren van groote
werken.
dokter kan dus in 1% dag bovengenoemde
staties bezoeken. De trein kan wegens enorm
tijdverlies en gebrek aan doorgaande verbin
ding hierbij niet eens in aanmerking komen,
en de auto heeft er 3 volle dagen voor noodig
en er zou voor dezen dienst met inbegrip van
ziekenzorg ongeveer een heele week gemoeid
zijft.
28 April werd een zwaar zieke negerin in
het missiehospitaal van Aliwal-North gebracht.
Zij moest onmiddellijk geopereerd worden,
waarbij ook de missiedokter van Umlamli ter
assistentie moest tegenwoordig zijn. Het vlieg
tuig startte om 11.15 daarheen en legde de 220
K.M. heen en terug in 1 uur en 7 minuten
af. De dokter was om 1 uur in de operatiezaal
aanwezig.
Ten slotte de vlucht van 10 en 11 Mei, waar
op de Apost. Prefekt den 1300 K.M. langen
afstand van Aliwal-North naar Standfort (bij
Kaapstad) in nog niet 814 uur heeft afgelegd.
Kaapstad kon denzelfden dag niet meer be
reikt worden wegens een dichten nevel, die
alie uitzicht verhinderde. De trein heeft voor
deze reis in onafgebroken vaart 3 dagen en
2 nachten noodig; practisch is deze tijd veel
langer, daar op sommige baanvakken de trein
slechts om de-2 dagen loopt.
Hieruit moge blijken, wat een vliegtuig in
de missie te beteekenen heeft. „Men moet niet
vergeten", zoo schrijft mgr. Demont; „dat door
de invoering van het vliegtuig het aanzien der
missie zoowel bij de blanken (niet-katholieken)
als bij de inboorlingen geweldig gestegen is:
een reden te meer om de waarde van het vlieg
tuig in dienst der missie niet te onderschatten."
De belangstelling in Neder
land.
Wat kan ons bij dit schitterend pionierswerk,
op gebied van luchtvaart in de missie ver
richt, en bij de prachtige resultaten, door Mgr.
Demont en door anderen reeds bereikt, nu nog
langer afzijdig houden van het vliegprobleem
Moge er ook eenige belangstelling van den
kant van enkelen, en zelfs een zwak pogen in
de goede richting bestaan, belangstelling hier
voor is er onder de katholieke massa in ons
vaderland, jammer genoeg, zoo goed als niet.
Wel bereikt ons sporadisch een of ander artikel
over dit onderwerp, maar hoopvolle teekenen
voor de toekomst brengen ze niet. Moeilijk
heden en bezwaren, waarmee men zonder meer
vrede neemt, slaan elk energiek aanpakken en
alle enthousiasme voor dit belangrijk missie
probleem met één slag neer; aan het pogen van
den een wordt door een opeenhooping van niet
ernstig overwogen bezwaren door een ander
weer even spoedig alle geestelijke en stoffe
lijke uitbouw ontnomen. Wat in'andere landen
in dit opzicht bereikt is, zou dat in ons vader
land een onmogelijkheid zijn
In Ierland heeft zich onder leiding van pater
Workmann en den vliegenier Fitspatrick een
organisatie gevormd, die het in dienst stellen
van vliegtuigen voor de missie zal aanpakken.
Wat de „Miva" (Missions-Verkehrs-Arbeits-
gemeinschaft) in Duitschland en het moge
hier met eere vermeld worden op dit gebied
in pas enkele jaren gepresteerd heeft, zij ons
volk tot een aanmoedigend voorbeeld en onzen
twijfelaars een duchtige prikkel tot wat meer
optimisme
Waar woorden dikwijls zoo weinig bij de
massa zeggen, laat daar dan het hierboven aan
gehaalde feitenmateriaal spreken: het is een
overtuigend argument, waaraan we niet kim
nen ontkomen.
Moge het woord van mgr. Demont „Obviam
Christo in aere" Christus door de lucht te
gemoet onder Gods zegen tot weligen was
dom en rijke vruchtbaarheid komen!
Men meldt ons uit Amsterdam:
Een 44 jarige „koopman" had zich voor de
rechtbank te verantwoorden wegens oplichting.
De man had in Mei kennis gemaakt met een
kantoorjuffrouw; het tweetal ging samen uit en
al gauw roerde de koopman het onderwerp
„liefde' 'aan. Hij wist zoo mooi te praten, dat
het meisje hem haar spaarportje f 1500, dat zij
in haar 20-jarige kantoorloopbaan had bijelkaar
gespaard leende. Hij vertelde haar, dat hij
zaken dreef, dat hij een opslagplaats te Rotter
dam had, maar.... een auto ontbrak, Wel had
hij vroeger altijd een wagen gehad, maar de
tijdsomstandigheden.
De juffrouw zag al gauw in, dat haar „ver
loofde" een auto noodig had. Natuurlijk zouden
er ook pleziertochtjes mee worden gemaakt.
Zij stond hem nogmaals f 600 af. Later had de
man weer geld noodig en nogmaals hielp zij
hem uit den brand, weer verdween f 600 van
het spaarbankboekje. Ten slotte gaf zij hem
op zijn verzoek nog f 300. Uit het straf
register van verd. bleek dat hij reeds herhaal
delijk o.a. wegens diefstal was veroordeeld. In
1928 is'hij voor een dergelijke zaak als waar hij
nu voor terechtstaat veroordeeld.
De man ontkende hardnekkig. Hij had wel.
degelijk het plan gehad het meisje te trouwen
en nog koesterde hij dien wensch
De juffrouw, die als getuige werd gehoord,
wist niet pertinent te verklaren, wie er over
het geldleenen was begonnen. Wel wist zij, dat
verd. er later op had aangedrongen.
Uit het verhoor van verd. kwam vast te
staan, dat hij van zijn vrouw was gescheiden,
maar toch nog met haar samenleefde. Deze
vrouw diende als werkster bij een mevrouw en
deze laatste vertelde dat haar „man" was ge
arresteerd. Voor de „Russen" binnen waren,
had hij haar echter nog 200 aan bankpapier
gegeven, die zij tusschen de lakens had gebor
gen.
Een tweede slachtoffer van verd., een kin
derjuffrouw, had aan verd. 300 gegeven. Ook
haar had hij beloofd te trouwen.
President: Hebt u in dien tijd ook in een
auto van uw „verloofde" gezeten.
Get.: Ja, edelachtbare en later kwam het uit
dat hij de auto had gekocht van het geld van
zijn andere „meisjes".
Pres.: heeft hij u ook beloofd te trouwen?
Get.: Ja hij zei zelfs „als ons huwelijk niet
doorgaat zal ik blind worden van verdriet.
De officier van justitie mr. Bosch noemde
verd. een zeer gevaarlijk beroepsmisdadiger.
Ook het strafregister en de gelijksoortige zaak
in 1928 bewijzen dit. Spr. achtte de ten laste
gelegde oplichting bewezen en requireerde een
gevangenisstraf van drie jaar.
De verdediger mr. F. J. Boelens pleitte vrij
spraak subs, clementie.
Vonnis 2 November.
Verschenen is de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer'op het Voorloopig Verslag
over het wetsontwerp tot heffing eener omzet
belasting.
Het nut van parlementairen arbeid
De minister sluit zich van ganscher harte aan
bij de meening, dat uit de vruchtbare samen
werking, die met betrekking tot de omzetbe
lasting tusschen de Regeering en Volksverte
genwoordiging heeft plaats gehad, ten duide
lijkste het nut van parlementairen arbeid is ge
bleken. Hij zet de gebiedende noodzakelijkheid
dezer belasting uiteen en zegt, dat het geheel
in de lijn daarvan ligt, dat zij op den consu
ment wordt afgewerkt.
Dat met dit voorstel de uiterste grens voor
de verbruiksheffingen zou zijn bereikt, kan
de minister in zijn algemeenheid niet onder
schrijven. Zij sluit niet uit, dat ten aanzien
van sommige artikelen, die niet tot de directe
levensbehoeften behooren, nog enkele nieuwe
maatregelen zouden kunnen worden genomen.
Geen hooger tarief inkomsten
belasting.
De opvatting, dat de groote bedragen, die
noodig zijn, zullen kunnen worden gevonden
door een verhooging van de heffing en naar
het inkomen en het vermogen, kan de minister
niet deelen. Hij durft het tarief van de inkom
stenbelasting niet hooger op te voeren, dan
voorgesteld wordt bij het onlangs ingediende
wetsontwerp tot herziening van dat tarief. Een
verder doorvoeren van de progressie zou den
prikkel tot inkomstenvergrooting dreigen weg
te nemen.
Bij dit alles komt, dat men zich dikwijls een
overdreven voorstelling maakt van de bedra
gen, die door een nog zwaardere heffing van de
groote inkomens zou kunnen worden verkre
gen. Daarmee zou men ten hoogste een bedrag
van 6 millipen kunnen verkrijgen.
Wanneer weer betere tijden mochten aan
breken en de inkomstenbelasting meer baten zal
gaan opleveren, zal een verstandig beleid ze-
kr met zich brengen, dat die meerdere baten
niet worden aangewend voor een uitzetting van
onze uitgaven, doch voor een vermindering
van een belasting als de omzetbelasting.
Herziening tariefwet.
De Minister vertrouwt, dat een herziening
van de tariefwet in den loop van 1934 haar be
slag zal kunnen krijgen. De Minister erkent
volmondig, dat de bedrijven die de weelde-ar-
tikelen voortbrengen de kans loopen, dat zij
hun productie nog meer zullen moeten in
krimpen. Toen hij echter voor de vraag stond
wat zou kunnen worden gedaan om de moei
lijkheden voor het Ledrijfsleven te verlichten,
is het hem voorgekomen, dat de bedrijven meer
gebaat waren met een vrijstelling voor hun
hulpstoffen, dan met een afschaffing der weel
debelasting.
De belangen der groote gezinnen.
De Minister erkent, dat de om: etbelasting
de positie van het groote gezin zal verzwaren.
Niets zal den Minister dan ook aangenamer zijn
dan, zoodra het evenwicht in de begrooting zal
zijn hersteld, maatregelen te overwegen waar
door verlichting van druk voor de groote ge
zinnen kan worden aangebracht. In het bij
zonder denkt hij daarbij aan verruiming van
den kinderaftrek. Wellicht ware zulks mede te
bevorderen door een zwaardere belasting voor
de ongehuwden. Daarnaast zal de vraag, op
welke wijze door maatregelen op het stuk der
woningvoorziening aan het groote gezin kan
worden tegemoetgekomen, door de regeering
onder het oog worden gezien.
Vermindering invoerrecht thee-
Voor een artikel als de thee zal de oplos
sing moeten worden gevonden in een vermin
dering van het invoerrecht. De Minister is
bereid, die vermindering van het invoerrecht
in ernstige overweging te nemen, zoodra de
herziening van het tarief voor invoerrechten
door hem ter hand wordt genomen.
MR. ROMME OVER GEMEENTEPOLITIEK.
In „De Gemeenteraad", orgaan van de fede
ratie van katholieke gemeenteraadsleden,
schrijft mr. C. Romme, leider van de katholieke
raadsfractie te Amsterdam:
Waarom moeten gemeenteraden opge
scheept blijven met en daardoor ook in
hun goeden naam lijden onder elemen
ten, wier lidmaatschap van een vertegen
woordigend lichaam nog wel middel is tot
(een revolutionair) doel? 1)
Waarom voorts moet het voorschrift van
art. 51 der Gemeentewet zonder sanctie blij
ven en hij volkomen ongemoeid gelaten wor
den, die subjectief voor eer en geweten
volkomen zich verantwoord achtend daar
raak 'ik niet aan met het uitdrukkelijk
wettelijk voorschrift in strijd handelt? In
1928 hebben wij net hier in Amsterdam toch
beleefd (ik vermeld dit voorbeeldsgewijs)
dat Dr. Wibaut namens de overgroote meer
derheid der sociaal-democratische raadsfrac
tie in „Het Volk" uitdrukkelijk schreef, uat
die meerderheid het aanvaarden van de toen
mogelijke wethouders-zetels in het gemeen
tebelang achtte, terwijl een dag of eenige
dagen daarna in den Raad Dr. Wibaut, gelijk
elk lid van die overgroote meerderheid zijner
fractie, ingevolge de uitspraak der daardoor
in de S. D. A. P. geroepen partij-instantie,
zijn stem tegen die aanvaarding uitbracht.
Nogmaals: ik raak niet aan de overweging,
dat deze heeren meenen aldus Lun verant
woordelijkheid te moeten opvatten; het gaat
er slechts om, dat die opvatting in strijd is
met orfs positieve recht, neergelegd in art
51 der Gemeentewet, en dat het goed zou
zijn, maatregelen te nemen, opdat een zoo
important en voor de parlementaire demo
cratie zeker essentieel voorschrift niet gevolg
loos kan worden overtreden.
Ik moge van deze gelegenheid gebruik ma
ken, om nog te wijzen op een omstandigheid,
waaraan de kwade naam der gemeenteraden
m.i. ook niet vreemd is, en die wij, Katholie
ken, ons wel in het bijzonder hebben aan te
trekken.
Dat is: dat het voeren van gemeente-poli
tiek pleegt te worden overgelaten, laat ik
het tooneelmatig mogen zeggen, aan de spe
lers van het tweede plan, zulks ten
nadeele van de gemeente-politiek. Men ver
sta mij wel: ik pleit niet voor gemeenteraads
leden-Kamerleden, maar wel voor Kamerle
den, vooraanstaande Kamerleden-gemeente
raadsleden, nog preciezer: voor vooraan
staande Kamerleden - grootestadsgemeente
raadsleden. De gemeenteraad schijnt vooral
in onzen Katholieken kring een soort school
te zijn, die men verlaat om over tegaan (na
tuurlijk als men overgaat) naar de Kamer.
Voor dat verlaten van den Raad en het niet
meer terugkeeren in eenigen Raad kunnen
uiteraard soms practische redenen bestaan,
maar in wezen is het „systeem" m.i. fout,
miskent het ten eenenmale het belang, nat
aan de gemeentepolitiek verbonden is en in
de gemeentepolitiek opgesloten ligt. Er zijn
eenige partijen, die dat anders doen en haar
sterkste menschen ook doen zetelen in de
groote gemeenteraden. Het ware m.i. niet on
gewenscht, indien men ter bevoegder plaatse
ook hierover zijn gedachten eens liet gaan
en van het verloop van dien gedachtengang
liet blijken.
1) Wie soms meenen mocht, dat ik last heb
van Oostenwind, zij medegedeeld, dat ik in
het openbaar in 1925 voor het eerst en daarna
nog herhaaldelijk geuit heb de meening, dat
het laten voortwoekeren van zulke elementen
in vertegenwoordigende lichamen dwaas en
onverantwoordelijk is.
NIET CONCURREEREN
De „Nederlander" schrijft
Een der slechtste dingen, die men dezen
tijd doen kan, is door mooie onvervulbare
beloften te willen concurreeren met de fas
cisten.
In vroeger jaren deed men dit wel met de
socialistengewoonlijk tot eigen schade en
in elk geval met het gevolg dat verwachtingen
werden opgewekt, die niet konden worden
bevredigd.
Ook thans verdient dit afkeuring.
In een vergadering van den Vrijheidsbond
te Zwolle werd dezer dagen geconstateerd,
dat duizenden uit de liberale gelederen deser-
teeren naar het fascisme. Er werd aan toe
gevoegd, dat dit niet noodig is. „In den Vrij
heidsbond kunnen de malcontenten vinden
een vrijwel geheele bevrediging van hun
verlangens".
Dit is wel een zeer royale toezegging. Men
zou er bijna „malcontent" voor worden. Want
zulk een kans krijgt een„mensch in zijn leven
weinig.
Intusschen vreezen wij, dat de malcontenten
die hierdoor voor den Vrijheidsbond gewon
nen worden of blijven, een bittere ontgoo
cheling tegemoet gaan. En de Vrijheidsbond
zelf, in zoover hij leden op dien grond be
houdt, evenzeer.
Wij leven in onzen tijd nu eenmaal bij uit
stek in het teeken van niet-bevredigde ver
langens. Factoren, buiten onzen wil liggende,
bepalen het aldus. Slechts wie geenerlei poli
tieke verantwoordelijkheid draagt en zyn
„gemeenschapszin" slechts toont door hen,
die deze verantwoordelijkheid wél dragen, in
hun taak te bemoeilijken kan beloven wat
hij wil. Een ernstige politieke partij behoort
daaraan, dunkt ons, niet mee te doen.
Misschien was het niet zoo kwaad bedoeld
en heeft men slechts willen zeggen, dat het
staatkundig streven van den Vrijheidsbond
door de fascisten vaak misduid wordt. Maar
dan zal men toch zijn woorden nauwkeuriger
moeten kiezen, de geciteerde passage kwam
voor in een officieus communiqué van het te
Zwolle verhandelde want ontkend kan niet
worden, dat de verleiding tot concurreeren
thans dreigt en dat sommigen er voor bezwij
ken, evenals men vroeger er voor bezweken
is tegenover het socialisme.
Daartegen nu dient onder alle partijen ge
waakt te worden.
Wij behooren karakter genoeg te hebben
om onszelf te zijn.
Het vele, dat verwerpelijk of onbekookt is
in het streven van het fascisme, moeten wij
als verwerpelijk of onbekookt aanduiden. En
zoo er iets goeds in mocht zijn, in zoover
oude waarheden weder iéts scherper worden
belicht, moeten wij dit uitspreken op grond
van eigen diepe overtuiging, niet om wind
uit de zeilen te nemen aan anderen.
Niet huilen dus met de wolven in het
bosch.
Alleen voor zoover dit mogelijk is
honig puren ook uit Mussert's bloem.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
EXTRA RUNDVEE BELASTING.
Vanwaar het beweerde overcompleet aan Hol
landsch vee
Gedurende een 10-tal jaren, zijn millioenen
kilo's buitenlandsch bevroren en Deensch
vleesch hier ingevoerd en vaak voor Hollandsch
verkocht. Gevolg, sterk drukkende prijzen van
het Hollandsche vee. De boer vroeg niet ten
onrechte om hulp.
De Regeering zou helpen.
Opgericht werd de varkenscentrale, met extra
heffing op het varken, te betalen door den con
sument. Of de boer er iets van heeft ontvangen
Deze heffing kwam te laat. De laagste prij
zen waren knap overschreden.
De ziekte was zich zelfs aan het genezen
200.000 runderen zijn er nu te veel; inmiddels
durft men voor dit getal niet meer in te staan.
Ik heb het nooit geloofd.
Slachtrijp vee, is nu al reeds enkele maan
den duurder en loonend voor den boer, die
zulks zelf erkent.
Zal het afslachten toch doorgaan
Wij krijgen dan inplaats van 10 pCt. belas
ting, 30 pCt. Beter ware het dan een distributie
stelsel in het leven te roepen met alle eerlijk
heid die er aan vast zit.
Het rund in den vrijen handel zal door zijn
extra belasting straks bijna niet meer te plaat
sen zijn, gezien de weinige koopkracht op heden,
waardoor de heffing voor het grootste gedeelte
te niet wordt gedaan en het beweerde over
compleet toch blijft bestaan.
Teelt- en meer invoerbeperking zijn de eenig-
ste middelen tot verbetering, en de minst kost
bare.
Hoogachtend,
G. BLONK,
's-Gravenhage. Valkenboschplein 3,
MOBILISATIE-WEE!
Ten tweeden male worden de mobilisatie-slacht
offers gedupeerd. De eerste maal werden alle
gezinsinkomsten van de helft, op twee-derde
teruggebracht en nu terwijl de winter ons toe-
grijnst en dagelijks de prijzen der levensmid
delen schrikbarend stijgen, terwijl de abnormaal
hooge huren nog maar steeds gehandhaafd blij
ven, ontziet men zich niet, als tegemoet koming
daarin, de mobilisatie-slachtoffers ƒ250 per jaar
op hunne uitkeeringen te korten of maar even
de som van bijna 5 gulden per week. Daar wij
reeds, gedurende 16 jaar, aan de grootste dnt-
beringen hebben blootgestaan, en in de grootste
armoede hebben moeten leven, zien wij met
deze onbillijke verlaging, onze gezinnen onher
roepelijk ten gronde gaan.
Het is ons onmogelijk, op ons toch al schamel
inkomen, genoemde korting te bezuinigen.
Wij vragen van de Regeering een rechtvaar
diger behandeling, daar wij toch de slachtoffers
van onzen plicht zijn en in dienst van het
vaderland, ons arbeidsvermogen hebben ver
loren.
Moeten onze vrouwen en kinderen daar nog
méér de dupe vallijn en maar verhongeren?
Als er bezuinigd moet worden, dan moet dat
doch dan mag dit niet de armsten der armsten
het zwaarste treffen. Tegen deze groote onrecht-
vaaridgheid, moeten wij protesteeren.
DE MOBILISATIE-SLACHTOFFERS
EN HUNNE NABESTAANDEN.
NIET DE VOLKSWIL, MAAR DE
VOLKSBEHOEFTE.
Om goed te kunnen regeeren moet een regee
ring goed op de hoogte zijn van de behoeften
en belangen van een volk. Een regeering moet
weten waar en hoe in te grijpen en welke
maatregelen te treffen. Een regeering, die er
is om het algemeen welzyn te bevorderen, moet
goed weten wat dat algemeen welzijn eischt.
De eene mensch of de paar menschen die in
een modernen staat de regeering vormen kun
nen dat uit zichzelf niet weten, ze hebben daar
voor naast zich noodig een lichaam bestaande
uit meerdere personen om hen in- en voor te
lichten. Dat is de taak van het lichaam, den
Raad, het Parlement of hoe men het ook noe
men wil, naast een regeering: voorlichten, ad-
viseeren, volksbehoeften, volksnoqden doen
kennen, aantoonen wat het algemeen belang
eischt. Dat lichaam moet er niet zijn om den
volks w i 1, maar om de volks behoeften te
doen kennen. Want waarom den volkswil Dat
is toch een verwaterd overblijfsel van de ver
ouderde theorie als zou de Staat ontstaan zijn
door den wil des volks, door een soort volks
afspraak zooals Rousseau het voorstelde in zijn
Contrat Social De Staat is er en is er geko
men volgens den natuurlijken gang van zaken
omdat het nu eenmaal in de natuur der men
schen ligt dat zij, waar zij in een groote groep
samenwonen of samen gingen wonen, een staat
vormen of vormden. Dat heeft weinig te ma
ken met volkswil; staat en staatshoofd zijn er
evenmin door den wil des volks als de bijen
koningin er is door den wil der bijen of de aan
voerder van een troep wilde olifanten of wol
ven er is door den wil der olifanten of wolven.
Dat hoeft nog geen reden te zijn om den Staat
als zoodanig te overschatten, want de Staat,
volgens den natuurlijken gang van zaken ont
staan zijnde, bestaat om in de natuurlijke orde
te zorgen voor het algemeen tijdelijk welzijn
der onderdanen. Want vanuit de natuur ge
komen is de staat vanzelf beperkt tot de na
tuur.
Een van de programmapunten van onze Na-
tionaal-Socialisten is: „Er moet een minister
president zijn wiens wil is de algemeene rede
lijke en zedelijke wil die in de Natie leeft.
Zelfs zij, die streven naar de dictatuur, maken
de fout dat zij niet onderscheiden tusschen
volks wil en volks behoeften. Als zij con
sequent willen zijn moeten zij niet verlangen,
dat de wil van hun minister-president de volks
wil is. Waarom geen parlementair stelsel maar
wèl volkswil
Niet dus door den volkswil moet een regee
ring worden geleid, maar door een eigen wil
die gericht is op het algemeen tijdelijk welzijn
der onderdanen.
Hoe het in- en voorlichtend lichaam, dat naast
een regeering noodig is, moet zijn samengesteld,
laat ik hier buiten beschouwing. Als het maar
tot taak heeft de regeering de volks behoef
ten en niet den volks w i 1 te doen kennen. Om
zélf de volksbehoeften te kennen zal dat lichaam
in nauw contact met het volk moeten staan,
het zal ook gezonden volksinvloed moeten on
dergaan, maar het mag den volks w i 1 niet ver
tegenwoordigen noch afhankelijk daarvan zijn.
Mr. J. H.
DE AFZET VAN HET VLEESCH
DER 200 000 RUNDEREN.
Uit de verschillende persconferenties en dis
cussies over bovengenoemde kwestie is het vol
gende te concludeeren
Men kan aan aller bezwaren en verlangens
tegemoet komen door naast het inblikken toch
nog de gelegenheid te geven voor de distributie
van versch vleesch, en wel op de volgende wijze:
Indien plaatselijke coöperaties van slagers zich
daartoe aanmelden, wordt aan hen versch
vleesch ter distributie toevertrouwd.
Deze coöperaties moeten voldoen aan bepaal
de eischen (omtrent financieele draagkracht,
leiding, beschikking over een machinale koelge-
legenheid, enz.).
De runderen worden levend ter beschikking
van de coöperaties gesteld deze zorgen voor het
slachten, voor het tot de grootste waarde bren
gen van de bijproducten, voor het uitbeeneit
en voor de distributie in een speciaal daarvoor
aangewezen winkel.
De administratie van de werkwijze is van het
begin tot het einde geheelvast te leggen ea
onder afdoende controle te brengen.
Als grootste moeilijkheid werd tot nu toe be
schouwd het geslachte dier behoorlijk te ver
werken welnu, men doe dit als volgteen (of
meer) half dier wordt op het slachthuis uitge
beend en in lappen gesneden, waarna porties
worden gemaakt van bijv. een derde deel ach
ter- en twee derde deelen voorvleesch. De por
ties worden niet grooter gemaakt dan 1 K.G.
en verpakt in cellophaanpapier, en aldus „voor
den voet weg" in den daarvoor bestemden win
kel verkocht. Ook kan men daar, al naar de
behoefte, de beenderen tegen lagen prijs ver-
koopen.
Voor elk K.G. verkocht vleesch moet een
dubbele bon worden ingeleverd. De kooper ont
vangt daartoe van het steunbureau een bon
boekje met souche. Op beiden kan de identiteit
volkomen worden vastgelegd. Op de souche is
plaats voor de dateering, zoodat het halen van
te veel vleesch uitgesloten is. Zoodra een onder
steuning eindigt, deelt het steunbureau het aan
de coöperatie mede, die het bonboekje bij den
eerstvolgenden koop inhoudt, en het inlevert aan
het steunbureau.
Het vleesch wordt nu met deze bons aan de
Crisis-Rundvee-Centrale verantwoorddoor
middel van quitanties, zooals in de warenhuizen
in gebruik zijn, worden de verkochte beenderen,
ja, zelfs alle onderdeelen gedekt. Voor afkeu
ringen dienen keurbewijzen.
Dit schrijven is niet geschikt voor verdere de
tails. Ik stel mij daarvoor gaarne beschikbaar.
Aldus zijn naar mijn meening alle bezwaren
ondervangen; de Regeering raakt vlugger nog
dan via de conservenfabrieken alleen de run
deren kwijtmen komt langs den weg van het
versche vleesch ook tot een eenheidsproduct
bederf is tot een minimum te beperken men
heeft zakelijke waarborgen men heeft de ge
legenheid om de versche vleeschdistributie ge
leidelijk in te schakelen.
Hoogachtend, Uw dw. dr.,
J. J. MEIER,
Directeur openbaar slachthuis, Breda.
UITKOMST VOOR WERKLOOZEN, BOEREN
EN REGEERING 7
Zooals men in de dagbladen heeft kunnen
lezen is besloten het teveel aah oude melk
koeien (200.000 stuks) te laten verwerken tot
cornedbeef voor de werkloozen bt 35 cent per
kilogram, terwijl een ieder ze in den handel
a 30 cent per kilogram nog niet belieft.
Wij herinneren ons allen nog wel de speen
varken-affaire waar we nooit meer iets van
gehoord of gezien hebben. Nu dit is net zoo
iets, het kost alleen 20.000.000 gulden meer.
Uit ervaring (destijds exploiteerde ik in di
verse steden van ons land een twintigtal volks
slagerijen) kan ik mededeelen dat speenvarkens
en oude melkkoeien in blik geen kost is voor
werkloozen. De werkman heeft mi. 's winters
recht op spek, worst en boter alsmede gesmol
ten reuzel en vet zonder 35 cent per kilo be-
lasting (want dit zijn artikelen die den werk
man met een groot gezin toekomen.)
Spekvarkens en natuurboter worden thans
met verlies uitgevoerd. Ook zitten er nog zeer
groote voorraden in de koelhuizen.
Om op de oude melkkoeien terug te komen,
wil ik nog even het volgende aanstippen: de
kosten zijn inbegrepen de winst van den fabri-
'kant grooter dan de koe kost. De opbrengst
kan niet noemenswaardig zijn omdat het niet
gegeten wordt. (Ik vind het alleen jammer van
de billen die als roolcvleesch tenminste nog 1
gulden per kilo konden opbrengen.) Zijn nu
door dit gedoe de werkloozen, de boeren, de
regeering hiermede gebaat of zijn de groot
fabrikanten de eenige die de gouden eieren
rapen. Enfin, de tijd zal het wèèr leeren. Om
te beginnen moeten de slagers vanaf Maandag
ongeveer dertig gulden per koe extra betalen.
Dit alles had voorkomen kunnen worden door
de melkkoetjes te laten leven en 1 jaar lang
de pasgeboren kalfjes te laten afmaken. Als
de extra heffing van dertig gulden per koe
dan toch betaald moest worden kon deze dienen
als werkelijke steun aan de boeren door b.v.
den boer die de koe geleverd had een chèque
van genoemd bedrag dezelfde week toe te zen
den. Ook deze menschen zouden dan hiermede
gebaat zijn.
Ik meen hiermede aangetoond te hebben dat
niet alleen de slagers maar ieder weldenkend
mensch zal moeten toegeven dat door de melk
koetjes in blik te stoppen niet het algemeen,
belang gediend is.
G. M. VERSTEGEM