m EEN „BLIJVEND" GEDEELTE DER WERKLOOSHEID. pe?led£ciandscheJand(iasta ZATERDAG 28 OCTOBER 1933 R. K. BOND VAN K. J. M. V. IN HET BISDOM HAARLEM. DRAMA BIJ DE PONT AAN DE HEMBRUG. Auto met drie inzittenden rijdt in het Noordzeekanaal. MAN EN VROUW VERDRONKEN. TE HOOGE PREMIE VOOR DE ZIEKTEWET. UITVOERING BEDRIJFSRADEN- WET. Commissie van advies ingesteld. CRISISZUIVELAANGELEGENHEDEN. CONTINGENTEERING INVOER VAN LEDER EN ELECTRICITEITS- GELEIDINGEN. R. K. CENTRALE VAN BURGERLIJK OVERHEIDSPERSONEEL De in de maand Augustus van dit jaar verschenen deelen van de uitkomst der volkstelling 1930 stellen ons m staat om vast te stellen resn. te voorspellen hoe de groei onzer bevolking samenhangt met de werk- geHltebheeld daarvan is helaas niet erg be moedigend. Mèt de ons omringende volke ren beginnen de jaargangen der prilste en prille jeugd, ja zelfs de reeds tot den twintig jarigen leeftijd, een dusdanige verdunning te vertoonen dat de opbouw der bevolking een vervorming, eene tegenstelling gaat ver toonen tegenover hetgeen we in vroegere decenniën gewend waren. Het zal zonder meer duidelijk zijn dat de werkgelegenheid op natuurlijke wijze sa menhangt met dezen opbouw en het bijv. niet onverschillig is of er, om een sterk voorbeeld te noemen, twee grijsaards be staan tegenover één jongeling of twee jon gelingen tegenover één grijsaard. Indien om een of andere reden het na tuurlijke verloop van een bevolking ver stoord wordt, zoo schuift deze stoornis van zelf door, totdat bijv. na 30, 40 jaar de meesten van die jaargangen uitgestorven zijn. Hieruit volgt, dat de invloed dier ver storing al dien tijd op een of andere wijze blijft heerschen. Hoe sterker de verstoring, hoe ingrijpender de gevolgen, bijv. door het wegmaaien van bepaalde leeftijden tenge volge van een oorlog van langeren duur. Een verschijnsel dus, als het sinds jaren aan houden van een gering geboortecijfer zal tot gevolg hebben een belangrijk en ingrijpend effect, dat zich vrij spoedig zal doen gevoe len, met name door de te zware bezetting der middelbare leeftijden. Aangenomen dat dit geringe geboorte cijfer blijft aanhouden, kan men mathema tisch zeker zijn dat het over eenigen tijd voordeelig is zijn geld te beleggen in begra fenisondernemingen, omdat ongeveer over een jaar of dertig het aantal sterfgevallen verdubbelt tengevolge van de doorschuiving van gemelde sterk bezette middelbare leef tijden naar de door den dood veel meer be dreigde hoogere leeftijden. 1) Een ander voorbeeld van vooruitbereke ning ligt bij den woningbouw of bij indus trieën welke met den woningbouw samen hangen, bijv. de verwarmingsindustrie. Het aantal huwelijken zal voorloopig nog sterk stijgen (verhoudingsgewijs) zoodat veel nieuwe woongelegenheid voor jonggehuwden moet gecreëerd worden. Zoo heeft de gemeente Amsterdam zich laatstelijk door haren Directeur van den Dienst der Publieke Werken Ir. W. A. de Graaf, een belangrijk rapport laten uitbren gen op dergelijke voorspellingen weten schappelijk gebaseerd, teneinde de subsi- dieering van woningbouw voor de toekomst te kunnen overzien, resp. stads-uitbreidings- plannen beter te kunnen beoordeelen. 2) Dergelijke berekeningen houden natuurlijk diverse min of meer dubieuse vooronder stellingen in, welke aanvechtbaar zijn, maar dit neemt niet weg dat de grovere, benade ringen volle waarde behouden. Ook onderstaande cijfers mogen met aan de publiciteit ontrukt worden uit angst om zich als schrijver in den wetenschappelijken vinger te snijden, want de belangen, verbon den aan het bekend worden van dergelijke cijfers, zijn van den allereersten rang, en dan is het toch maar beter driekwart „ze kere" waarheid te hooren dan heelemaal niets. Zoo is het belangwekkend om te verne men, dat tot voor korten tijd in Nederland ruw gerekend 50 menschen nuttig werkten op de 100 teneinde in alle behoeften van zichzelf en de 50 overigen te voorzien (d.w.z. „werken" in den meest uitgebreiden zin van het woord), of anders uitgedrukt: één mensch werkte voor twee. Binnen niet lan gen tijd zal, tengevolge van de dalende ge boortecijfers sinds 1910, dit aantal bedragen pl.m. 60 op de 100 of één werkend mensch voor 1,666 mensch, dit is een verlies aan werkgelegenheid van niet minder dan ze ventien procent! Of anders uitgedrukt: deze 60 menschen konden 2 «x 60 120 men schen in leven houden: er zijn echter slechts 100 menschen aanwezig! Op het oogenblik, in 1933, is dit cijfer veilig op 110 personen te stellen op 100 aan wezigen over het geheele rijk, dus waar schijnlijk nog hooger in de groote steden, waar minder kinderen rondloopen dan op het platte land. In Amsterdam bedroeg het een jaar geleden 113. 3) Minder wiegen, minder verpleegsters of vroedvrouwen, minder schoolbanken, minder industrie voor houtbewerking, minder scho len, minder onderwijzers en onderwijzeres sen, minder kinderen, minder behoefte aan hulp in het huisgezin, enz. en o fatum, tege lijkertijd meer menschen in de kracht van hun leven want de procentuale bezetting der middelleeftijden is, zooals boven reeds is aangetoond, verhoogd. Het is een twee snijdend zwaard dat de werkgelegenheid ver moordt. Het proces is in ons land reeds twintig laar lang gaande en de gevolgen zijn goed bemerkbaar; in vele Europeesche staten is het reeds veel slimmer. Het mag dan ook wel als een groot verzuim der officieele economie-wetenschap aangezien worden, dat De Fransche historicus Paul Jamot ont vangt uit handen van David I iell, presi dent van den Nationalen Museumram!, den fjg^n ah lid der Academie, hier zoo weinig de aandacht op gevestigd werd. Nog grootere verwondering wekt het in zoo uiterst weinig publicaties van serieuzen aard, welke de oorzaken der huidige werk loosheid behandelen, den werkelijk zeer groo- ten en blijvenden invloed van dit toch zoo voor de hand liggende belangrijke element in de verklaring, aangeduid te zien. „Dien de goden willen verderven, slaan zij met blindheid", óf speelde de wetenschap pelijke compromitteerings-angst den specia listen weer zijn kinderachtige parten? Er ware eene compensatie voor het tekort aan werkgelegenheid denkbaar door eene vermeerdering aan werk te scheppen in vergrooting der specifieke behoeften der menschen, dus meer luxe, minder snelheid e.d.: helaas! de rationalisatie en de uitvin dingen der techniek, kortom de geestelijke en materieele „systematisatie" onzer samen leving vraagt des te minder hoofden en handen. Daarnaast nog een ander element van aftakeling der luxe, n.l. de werkloos heid zelve als oorzaak van versobering voor allen, zooals de belastingen, de afdrachten aan werkloosheidskassen, enz. ons dagelijks leeren. Er moeten groote werken als pseu- do-werkgelegenheid uitgevoerd worden: de nog niet werklooze menschen betalen het tenslotte alleen, zoodat de gezonde en echte werkgelegenheid er ten slotte niet beter van wordt. Er is geen twijfel mogelijk, dat over eenige tientallen van jaren de „totale" werkgelegenheid voor mannen en vrouwen blijvend met vijftien tot twintig procent ver minderd is tegenover 1910, en wel alleen veroorzaakt door de anders geworden op bouw der bevolking in hare verschillende jaargangen. De geschiedenis is trouwens daar om ons te leeren en te waarschuwen, ook zonder het uitpluizen van geleerde statistieken. Het Romeinsche Rijk dreigde indertijd aan dezelfde oorzaken te gronde te gaan en de voorzienigheid kon het slechts redden door twee ontzaglijke hulpmiddelen, n.l. de heilzame moraal van het christendom en de zéér bittere medicijn der volksverhui zing, waardoor nieuw bloed de geschokte structuur in den bevolkingsopbouw met ge weld kwam herstellen tot de gezonde pro porties van meer kinderen en dus naar ver houding minder ouderen. Dr. Ir. F. C. HUYGEN. Amersfoort. 1) Er zij hier uitdrukkelijk vermeld, dat de lage sterftecijfers der latere jaren, een gerust stellenden schijn inhouden welke op een dwaal spoor leidt; dit hier wetenschappelijk uiteen te zetten geeft geen pas in een courantenartikel; men sla bijv. hierover op: Friedruch Burgdörfer „Volk ohne Jugend", Verlag Kurt Vorwinckel, Berlin. 2) „Studie betreffende den toekomstigen be. volkingsaanwas van Amsterdam". 3) Dit getal is berekend door het aantal man nen en vrouwen van 19-jarigen tot 59 j. leeftijd te vergelijken met het totale (dus te verzorgen) aantal van 0-jarigen tot 90-jarigen leeftijd. Algemeene jaarvergadering. Bovengenoemde bond hield zijn algemeene jaarvergadering, in „In den Vergulden Turk", te Leiden onder leiding van de bondsvoorzitter, den heer P. Lohman uit Haarlem. Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental sterk groeiende is, dat de innerlijke consoli datie zich steeds meer voltrekt en dat er een sterker gevoel van saamhoorigheid gaat ont staan. Het ledental bedraagt thans plm. 1150 leden tegenover 920 leden in 1932. Het aantal afdeelingen groeide van 16 tot 20. Uit het jaarverslag van den penningmeester, den heer J. A. v. Adrichem uit Den Haag bleek, dat de ontvangsten ƒ2082.51, de uitgaven ƒ1904.54 bedroegen. Het batig saldo bedroeg dus ƒ177.97, vermeerderd met het saldo van het vorig vereenigingsjaar ad 124.30 een batig saldo van 302.27. Daar de heer H. Arkestein, Rotterdam, zich niet meer als bestuurslid beschikbaar stelde, werden de heeren J. Floor uit Lisse en H. Engels uit Leiden gekozen. De politiek. Zooals te verwachten was, ontwikkelde zich over de vraag of de K.J.M.V. aan politiek mag doen, een zeer uitgebreide gedachten- wisseling. In het kort komt het hierop neer, dat de K.J.M.V. in geen geval aan practische politiek mag doen. Wel moet de K.JM.V. zich bezig houden met de ontwikkeling der leden op sociaal- terrein, zooals rector Timp in een zakelijk betoog duidelijk maakte. De K.J.M.V. behoort te leeren wat men onder een corporatieve maatschappij verstaat. De K.J. M.V. moet sociale menschen aankweeken en deze behooren zich vervolgens aan te sluiten bij de sociale organisaties en vooral moeten ze zich aansluiting bij de respectievelijke vak-organisaties als aspiranten. De K.J.M.V. mag zich gerust plaatsen achter het urgentie program van den Middenstand, zonder daar door direct aan politiek te doen. Wat bepaalde maatschappelijke stroomingen betreft, welke ook hier hun verkeerde invloeden doen gelden gaf spr. dezen raad: voorkomt ongewenschte propaganda in eigen kring en voor alles over tuigt hen, dat ze den boel kapot breken en dat zij daar nooit eenig voordeel, maar wel zeer groot nadeel als katholiek en als mid denstander van zullen hebben. Pater Alexander uit Amsterdam wees er op, hoe de N.S.B. b.v. roofbouw pleegt op het pro gramma der Staatspartij. Hij stelde voor dat dit den jongen menschen toch vooral duidelijk wordt gemaakt. Het moet hen vooral duidelijk gemaakt worden, dat het zoogenaamde nieuwe en oorspronkelijke al lang in eigen verband te vinden is. Hier komt wel zeer goed naar voren de beschamende onwetendheid van het meerendeel der jonge middenstanders, waar het gaat om een juist inzicht in de eigen ka tholieke beginselen en staatkundigt strevingen. Kap. v. Alphen uit Den Haag bepleit de noodzakelijkheid van positief, sociaal werk. Het sociale element moet meer geaccentueerd worden. We hebben maar al te vaak achter den wagen geloopen. Laat dat anders worden en laat de K. J. M. V. een gezonden invloed gaan uitoefenen op de goede ordening der maatschappij. Tenslotte kwam het Bondsbestuur nog met een reeks verlangens en enkele voorstellen betreffende de gemeenschappelijke H. Com munies, den oriëntatiecursus, de uiteenzetting door bevoegde sprekers van het Fascisme en Nationaal-socialisme, het Retraitewerk, het Missie-werk, de eendrachtige samenwerking en een voorstel betreffende samenwerking en een voorstel betreffende reisvergoedingen der af gevaardigden. Deze laatste punten werden in een vlot tempo afgehandeld, zoodat om onge veer half elf, bondsvoorzitter Lohman, deze vruchtbare vergadering kon sluiten met een hartelijk dankwoord aan de opgekomenen en den K.J.M.V.-groet: Voor Christus, onzen Ko ning! God wil hetl Amen, Gisterenavond om ruim negen uur is een luxe-auto, toebehoorend aan en bestuurd door dr. v. d. Sluys uit Bakkum en waarin mede waren gezeten de heer en mevrouw Siebens uit Castricum, bij het pontveer aan de Hem- brug te A'dam van den oprit tot het pontdek in het Noordzeekanaal gereden. Dr. v. d. Sluys had de tegenwoordigheid van geest een der ruiten van den wagen stuk te trappen en wist hierdoor uit den wagen te ge raken, waarna hij zwemmend den kant bereikte, waar hij door de stationneerende militaire po litie en een aanwezigen burger uit het water werd geholpen. Het mede-inzittend echtpaar Siebens heeft zich echter niet kunnen bevrijden en is in de auto om het leven gekomen. De geredde dr. v. d. S. had aan voet en arm beduidende verwondingen opgeloopen en werd in een nabijzijnde woning verbonden en ver zorgd, waarna hij per ziekenauto naar het gem. ziekenhuis te Zaandam werd vervoerd, om daarna zoo mogelijk nog naar Bakkum terug te keeren. Intusschen werden alle middelen en krachten in het werk gesteld om de verongelukte auto uit het ter plaatse vier meter diepe kanaal naar boven te brengen, maar al spoedig bleek, dat het gerequireerde Zaansche kraanmateriaal te licht was en de gebezigde staaldraden afknapten. Daarom werd de Amsterdamsche brandweer ter hulp ontboden, die om circa elf uur de auto met zijn droeven last op de walkade heesch. Dr. v. d. Sluys verklaarde ons toen hij ver bonden en verzorgd was, maar nog ten prooi aan hevige emotie, dat hij door het stopsein van het pontveer was misleid en in de meening verkeerde, dat hij langzaam rijdende nog een eindweegs kon voortgaan om op de stoompont, welke aan de overzijde was, te wachten. Helaas reed hij te ver door met het noodlottige gevolg. Er zijn n.l. geen afsluithekken voor de beide pontopritten en het regenachtige weer maakte het uitzicht niet gemakkelijk. Dr. v. d. S. was met zijn medepassagiers op weg naar Amsterdam om een patiënt te be zoeken. Het echtpaar S. laat een nog jong kindje achter. Bij het reddingswerk verleenden de watermotorbrigade van de Artillerie-inrich tingen, de militaire, de Zaandamsche en de Amsterdamsche politie en de broeder van den G. G. D. te Zaandam hun medewerking. De lijken der slachtoffers zijn, nadat zij uit de bovengehaalde auto waren verlost, per ziekenauto naar het Wilhelminagasthuis te Am sterdam vervoerd. Waarom wel teruggave aan werkgevers en niet aan arbeiders. De heer Hiemstra heeft onlangs aan den Minister voor Sociale Zaken eenige vragen gesteld bereffende de door den Raad van Arbeid te Arnhem voorgenomen teruggave van een deel der over 1932 voor in werkver schaffing werkzame arbeiders door de werk gevers betaalde premie ingevolge de Ziekte wet en den minister verzocht te willen bevor deren, dat een deel van genoemde premie ook aan de betrokken arbeiders zou worden terug betaald. Minister Slotemaker de Bruine antwoordt hierop thans, dat het hem bekend is, dat de Raad van Arbeid te Arnhem het voornemen heeft, van de ontvangen premies, betaald over 1932 voor arbeiders werkzaam in de werk verschaffing deel te restitueeren, zoodat de premie, voor deze arbeiders ingevolge de Ziektewet te betalen, inplaats van 8 pet. van het voor hen vastgestelde loon, slechts 3 pet. zal bedragen. De hier bedoelde arbeiders kunnen naar het oordeel van den minister aan de bepalingen van art. 65 der Ziektewet geen recht ontleenen op teruggave van Vz pet. van het voor hen vastgestelde loon. Over den tijd, waarover aan deze arbeiders loon werd uitbetaald, was voor dezen een premie verschuldigd van 8 pet. van het loon. Daarin is geen verandering ge bracht door het besluit van den Raad van Arbeid, om een deel der door de werkgevers dezer arbeiders betaalde premie aan die werk gevers terug te geven. Voor de bedoelde teruggave kan, naar het oordeel van den minister, evenmin beroep worden gedaan op billijkheidsgrond. Volgens art. 65, lid 1, der Ziektewet kan de helft van de premie op de verzekerden worden ver haald, in dit geval dus, waar de premie voor de werkverschaffing is bepaald op 8 pet. van het loon 4 pet. van het loon voor zooveel betreft de door het rijk gesubsidieerde werk verschaffingen heeft de regeering goedge vonden, dat van het recht om 4 pet. van het loon af te houden, geen gebruik zou worden gemaakt, doch dat zou worden volstaan met afhoudingen van 2 pet. Deze regeling behoort te worden beschouwd als één geheel, waarbij de betrokken arbeiders worden belast met een vaste premie, welke belangrijk lager is dan de helft der premie, die volgens art. 65 der Ziektewet mag worden afgehouden en de be trokken werkgevers worden belast met het overige deel der noodig blijkende premie. Aan gezien de werkgevers bij deze regeling de kans loopen, dat de vastgestelde premie van 8 pet. te laag blijkt en derhalve moet worden verhoogd, is het billijk, dat daartegenover door hen het voordeel wordt genoten, wanneer in een bepaald geval blijkt, dat met een premie van minder dan 8 pet. had kunnen zijn vol staan. Restitutie achteraf is verder practisch admi nistratief niet wel uitvoerbaar, daar het hier gaat om tienduizenden arbeiders, verspreid over honderden gemeenten en werkobjecten, met zeer uiteenloopende loonen en met ver schillende werkperioden. JUBILé. 1 November is de Zeereerw. Pater Ph. W. Elsensohn O.P. \ïx/z jaar als Rector en gods dienstleeraar verbonden aan de Kweekschool vua het H. Hart te Reuver, Bij beschikking van den Minister voor Sociale Zaken is ingesteld een commissie van advies, als bedoeld in artikel 8 der-bedrijfsradenwet en zijn in deze commissie benoemd: tot lid, tevens voorzitter: prof. mr. A. C. Josephus Jitta, hoogleeraar aan de technische hoogeschool, te den Haag tot lid: A. C. de Bruijn, voorzitter van het R. K. Werklieden verbond in Nederland, te Utrecht, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, algemeen-secre taris van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, te den Haag; mr. A. M. Engels, administrateur bij het departement van So ciale Zaken, te den Haag, dr. ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal van den Arbeid te den Haag, dr. L. G. Kortenhorst, algemeen-secretaris van de Algemeene R. K. werkgeversvereeniging, te den Haag K. Kruithof, voorzitter van het Christelijk-Nationale vakverbond in Neder land, te Utrecht, C. van der Lende, secretaris voor het Nederlandsch Verbond van Vakver- eenigingen, te Amsterdam, A. Mastenbroek, re ferendaris bij het departement van Sociale Zaken, te den Haag, mr. dr. A. A. van Rhijn, secretaris-generaal van het departement van Economische Zaken, te den Haag, mr. H. H. Steneker, secretaris van de Christelijke werk geversvereeniging, te Hilversum, dr. J. van den Tempel, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, te Amsterdam, mr. A. F. L. M. Tepe, wethouder van de gemeente Leiden, te Leiden en prof. mr. C. W. de Vries, hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool, te den Haag. Aan de commissie zijn toegevoegd: als se cretaris mr. ir. A. W. Quint, secretaris van den Hoogen Raad van arbeid, te Wassenaar, als adjunct-secretaris: dr. ir. J. G. Schlingemann, adjunct-secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid, ten den Haag, jhr. mr. E. B. F. R. G. Wittert van Hoogland, adjunct-secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid, te den Haag. De Crisis-zuivel-centrale maakt bekend, dat voor de periode van 29 October tot en met 4 November 1933, het bedrag der afdracht voor andere in consumptie gebrachte melk dan taxe- melk, is vastgesteld op 1cent Per liter- Verplichting tot het mer ken van boter. De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan dacht op, dat ingevolge het bepaalde bij de des betreffende beschikking van den minister van Economische Zaken in het vervolg des Maan dags in Gorinchem en des Vrijdags in Dor drecht alle boter, welke op openbare wegen (dus b.v. op de markt) ten verkoop, ter afleve- ring of in opslag voorhanden is, van het ver- eischte merk voorzien behoort te zijn. Aanvraag van verkoop- en vervoervergunning. De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan dacht op, dat het gewenscht is, dat belang hebbenden, die voornemens zijn een melkzaak te openen of een bestaande zaak over te nemen in de door de regeering aangewezen gebieden, waar een vergunning voor den verkoop en het vervoer van melk vereischt is, zulk een ver guning aanvragen tenminste twee weken voor het tijdstip waarop zij het bedrijf wenschen aan te vangen. Deze raad wordt gegeven teneinde te voor komen, dat voor belanghebbenden onnoodige kosten of moeilijkheden ontstaan tengevolge van het niet tijdig bezitten van de verëischte vergunning. De Staatscourant van gisterenavond bevat een groot aantal ministerieele beschikkingen ter uitvoering van de bij K. B. vastgestelde contingenteeringen van den invoer van leder en van geïsoleerde electriciteitsgeleidingen. De vergunningen benoodigd voor den invoer dezer artikelen zullen worden afgegeven door de leiding van het Crisis In- en Uitvoerbureau. Het bedrag ter bestrijding van de kosten aan de afgifte dezer vergunningen verbonden, is vastgesteld op pet. van de bij den invoer gedeclareerde waarde. UITVOER VAN GLOEILAMPEN NAAR FRANKRIJK. De Minister van Economische Zaken heeft het tijdvak, bedoeld in artikel 3, van het Kon. besluit van 4 Januari tot regeling van den uit voer naar Frankrijk, ten aanzien van den uit voer van gloeilampen van minder dan 5 gram gewicht per stuk, vastgesteld op 'iet tijdvak van 1 Januari 1932 tot en met 31 December 1932. Met ingang van 28 October 1933 illen voor den uitvoer van gloeilampen zonder gasvulling van minder dan 5 gram gewicht naar Frank rijk certificaten worden afgegeven. Met het uitgeven der certificaten zijn de leiders van het Crisis In- en Uitvoerbureau te 's Graven- hage belast. Het bedrag ter bestrijding van de kosten, aan het afgeven der certificaten verbonden, is vastgesteld op 0.15 per 100 stuks, met een minimum van 0.15 per certificaat. RADIOTELEFOONVERKEER MET DE PHILIPPIJNEN. Met ingang van 1 November a.s. wordt de radiotelefoondienst geopend tusschen Neder land en het Philippijnsche eiland Lugon. Daar toe zal gebruik gemaakt worden van de radio verbinding AmsterdamBandoeng in aanslui ting met de verbinding aBndoengManilla. Het tarief bedraagt voor een gewoon gesprek van 3 minuten 75, 78 en 82.50 resp. voor de le, 2e en 3e zone voor elke minuut meer resp. 25, 26 en 27.50. Verbinding kan worden verkregen met alle plaatsen in het gebied Manilla (le zone), in de provincie Bulacan, Pampanga en Tariac (2e zone) en in de provincies La Union en Panga- sinan. alsmede met de stad Baguino in de pro- viucis Mountain .(3e zone), In de duinen bij Schoorl en Camperduin wordt dr.or Staatsboschbeheer een wandel weg en fietspad in werkverschaffing aangelegd. BEZINT EER GIJ BEGINT. Een waarschuwing tegen de N. S. B. Nu de Nationaal-Socialistische beweging on der leiding van ir. Mussert in een op ruime schaal verspreid vlugschrift de katholieken van Nederland uitnoodigt zich bij haar aan te slui ten, acht Amsterdams deken, dr. G. van Noort, het zich ten plicht in „De Tijd" de katholieken te herinneren aan de oude spreuk. De kern van het fascisme ziet de Eerw. schrijver in het berusten van de geheele of zoo goed als geheele staatsmacht bij één persoon of bij een kleine groep, zonder dat de burgers op de gestie der regeering werkelijk geordenden invloed en controle kunnen uitoefenen Zulk een staatsvorm is uiteraard niet in strijd met de katholieke beginselen en daarom in wezen niet veroordeelenswaardig. Hij kan zelfs voor een volk goed en heilzaam zijn; al bieden de staatkundige beginselen van het fascisme gereede aanleiding tot de dwaling der staats- vergoding. Het ligt toch voor de hand, dat een absolute staatsmacht in hooge mate het gevaar mee brengt, dat de Staat zich zal gaan beschouwen en gedragen als de bron van alle recht, m.a.w. dat hij noch voor het huisgezin noch voor de Kerk zelfstandige, van hem onafhankelijke rechten zal willen erkennen. Iedereen erkent, dat het staatsgezag op zijn terrein onafhanke lijk mag en moet zijn van „kerkelijke over heden", maar geen katholiek kan de stelling aanvaarden, dat de Kerk voor haar eigen ge bied afhankelijk is van den Staat, of dat zij geen andere rechten zou hebben, dan de Staat haar toekent. En wat voor de Kerk geldt, geldt ook voor het huisgezin. Wat intusschen op zich niet absoluut verwer pelijk is, zou dat misschien voor ons vader land in de huidige omstandigheden gewenscht zijn? Wij ontkennen geenszins aldus dr. van Noort dat het parlementaire stelsel, ook in ons Vaderland, in een staat van verwording verkeert, dat het partijwezen misschien wel omdat het totaal ongeregeld is gelaten, boven matig is uitgegroeid, dat de volksvertegen woordiging eenerzijds, door het ontbreken van parlementaire meerderheidsvorming, den volksinvloed niet tot voldoende gelding kan doen komen, anderzijds door velen harer leden voortdurend gedreven wordt op een terrein, dat niet het hare maar dat der regeering is, en zoodoende het regeeren uitermate belemmert. Wij ontkennen ook niet, dat de Overheid, hetzij uit eigen wil, hetzij noodgedrongen, veel te slap is geweest in het beteugelen van uit wassen der vrijheid op allerlei gebied. Derhalve wij erkennen, dat hervorming en saneering van ons staatkundig leven noodza kelijk is en urgent is. Ook wij verlangen een krachtig gezag, dat de handen méér vrij heeft dan tot heden ten onzent het geval is. Maar een Regeering, die de handen méér vrij heeft dan tot heden, behoeft toch nog niet te zijn een Regeering, die de handen zoo volop vrij heeft, dat zij alles, wat haar mishaagt, kapot kan slaan, zonder dat wettelijk verzet mogelijk is. Daarom blijft de vraag: of men verstandiger doet tot saneering van ons staatsleven aan te sturen op het gezond maken van den volks invloed en mede daardoor, op het verstevigen van het gezag, of wel aan te sturen op een fascistisch Regiem, d. i. op een Regiem, waar bij alle geordende volksinvloed is uitgesloten. Immers in dit laatste ligt het eigen karakter van het fascisme, onverschillig onder welken naam het zich aandient. Wie dat wil is fascist, en wie dit niet wil kan zeer vele dingen na streven die het fascisme óók wil, maar hij is geen fascist. En nu meen ik: lo. Dat een fascistische Staatsregeling, juist omdat zij gezonden volksinvloed uitsluit, aller minst past bij ons Nederlandsche volkskarak ter. 2o. Dat een fascistisch Regiem in de tegen woordige omstandigheden ons vermoedelijk wel zou bevrijden van een menigte uitwassen of excessen der vrijheid, maar dat het ons te vens grootendeels zou berooven van het recht matig gebruik onzer vrijheden. Om slechts en kele dingen te noemen: noch in Rusland, noch in Italië, noch in Duitschland bestaat een vrije pers, ook bezadigde, zakelijke critiek op regee- ringsmaatregelen is er niet geoorloofd, het pro- pageeren van meeningen, dikwijls zelfs het pu- bliceeren van feiten, die de Regeering ongeval lig zijn, wordt op dien grond alleen onmogelijk gemaakt. Vrije verkiezingen zijn in geen dier landen mogelijk. Welk rechtgeaard Nederlan der verlangt voor ons Vaderland zulke toestan den? Welk rechtgeaard Nederlander wenscht, dat beteugeling van bandeloosheid, die hoog- noodig is, plaats grijpe op een wijze, die tege lijk het rechtmatig gebruik der vrijheid in strakke banden verstikt? 3o. Dat speciaal voor ons Katholieke Neder landers een fascistische Staat niet gewenscht is. Wij leven in een gemengd land en vormen een minderheid. Indien Nederland een fascistische Staat werd, zou het ongeveer absolute staats gezag wel niet zooals in Italië het geval is gelegd worden in Katholieke handen. We zou den dat niet mogen eischen! Gaarne toegege ven. Maar feit zou toch hoogstwaarschijnlijk wel zijn, dat het niet kwam in de handen van de besten der onzen. En ieder weet, dat er óók vandaag aan den dag in ons Nederland elemen ten genoeg zijn, die de positie der Katholieke Kerk in ons Vaderland en de vrijheid, die wij genieten, met leede oogen aanzien. Ik bedoel daarmede niet te insinueeren, dat ons van een fascistisch Regiem zoo maar dadelijk een ver volging a la Mexico of Spanje te wachten zou staan. Geenszins; maar of we toch niet vrij spoedig een stuk van onze vrijheid en een deel van onze moeizaam verkregen rechten zouden inboeten, is een vraag waarop ik geenszins met een luchthartige ontkenning zou durven ant woorden. En als dat eventueel zou gebeuren, nadat we zelf door het overboord werpen van allen geordenden volksinvloed zouden hebben meegeholpen, om alle wettelijke middelen tot verzet uit handen te geven, zouden we dan niet achteraf ons bitter beklagen over zooveel on bezonnenheid? Onze Nederlandsche Bisschoppen spoorden nog dit jaar de Katholieken aan, ook in het staatkundige de eenheid te bewaren. Niet om dat zij door middel der Katholieke Staatspartij willen heerschen over den Staat, niet omdat zij in eenige zuiver staatkundige quaestie zelf de beslissing in handen willen houden, maar om dat zij zich verplicht rekenen te „waken over datgene, hetwelk niet zonder groote geestelijke schade zou kuuuon y.«Luren gaan." DOOS 20 CT-TUBE 55 en 60 CT. I Daarom, zeggen zij, verzoeken wij aller dringendst, bewaart uwe eenheidDe bit tere ernst der tijden vraagt ons dringend onze gelederen aaneengesloten te houden, om gezamenlijk op te trekken voor de hooge geestelijke goederen, die op het spel staan" (Mandement 1 Febr. 1933) Durft iemand ver zekeren, dat die „hooge geestelijke goederen" niet meer of in mindere mate op het spel zou den staan, indien Nederland een fascistische staat werd! Het tegendeel lijkt mij waarschijn lijker.. In elk geval zou ik het roekeloos vin den, de wettelijke wapenen tot verdediging, die we hebben, moedwillig weg te werpen. Ten slotte waarschuwt dr. van Noort tegen de bedrieglijke hoop, dat een fascistisch re giem sneller en afdoender verbetering zou brengen in den economischen toestand. Waarom zou een fascistische regeering da crisis beter kunnen overwinnen dan 'n andere? Men zegt, zij zal het algemeen belang stellen boven het groepsbelang. Best. Maar dan toch altijd het algemeen belang, zooals zij, de fas cistische regeering, dat ziet. Zal zij het objec tief goed zien, beter dan een andere regeering Men zegt: de groepen of partijen van thans, mitsgaders hare leiders, dienen slechts hun partijbelang of hun eigen belang, niet het staatsbelang. Is dat zoo algemeen waar? Met name: heeft men grond en reden om te zeggen: de Katholieke Staatspartij en hare leiders zoeken slechts hun eigen belang? Ik geloof, dat dit laster is. Onze tegenwoordige Regee ring en ook de Katholieke Staatspartij zoeken wel degelijk en ernstig het algemeen belang. Natuurlijk zooals zij dat zien. Maar dat zal uiteraard ook bij een fascistische regeering het geval zijn. En wat waarborgt U, dat deze het objectief beter en juister zal zien Om slechts één zaak te noemen. Het ligt in de lijn der fascistische beweging, het economische leven rechtstreeks te doen regelen en leiden door den Staat en staats-organen, niet door vrije bedrijfsschappen onder sanctie van de Over heid. Is dat juist gezien? Met de leer van „Quadragesimo Anno", die voor Katholieken leidraad behoort te wezen, is het in lijn rechten strijd. Laten we nuchter zijn. Geen enkele afzon derlijke regeering, allerminst de regeering van een klein land, is bij machte om de eco nomische crisis op te' heffen. Ook niet als zij de volste en meest absolute macht in handen heeft, want de crisis en de oorzaken die haar bewerkten en doen voortduren, zijn interna tionaal. Indien alle regeeringen, althans de regeerin gen der meest beteekenisvolle landen in op rechte eensgezindheid de handen in elkander sloegen om rechtvaardigheid en liefde te doen heerschen in het economische leven, dan zou m.i. de rampzalige crisis, wel niet bij toover- slag, maar toch betrekkelijk spoedig overwon nen zijn. Maar de regeering van een enkel land, in het bijzonder de regeering van een klein land, kan te dezen opzichte wel iets, maar slechts betrekkelijk weinig doen. Dat is diep treurig, maar het feit is m.i. onaanvecht baar. Duitschland is een groot land, zijn regeering kan daardoor ook niet alles, maar toch aan zienlijk meer doen tot herstel der algemeene volkswelvaart. Het zou onbillijk zijn te vra gen: heeft het fascistische regiem in Duitsch land onder dit opzicht reeds groote resultaten bereikt, immers daartoe is langer tijd noodig dan enkele maanden. Maar ik mag toch wel vragen: heeft het ten dezen reeds iets gedaan dat noemenswaard is, en: laat het zich reeds aanzien, dat zij onder dit opzicht ernstige resultaten zal bereiken Enthousiasme wekken, de menigte in hoera- stemming brengen kan psychologische betee- kenis hebben, de algemeene volkswelvaart wordt er niet door vooruit gebracht. R.K. MIDDENSTANDSBOND BISDOM HAARLEM. Winterprogram 19331934 Wij ontvingen het winterprogram 1933-1934, dat de Katholieke Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem dezer dagen aan zijn afdee lingen en Gewestelijke Federaties aanbood. In een kort voorwoord richt het Hoofdbe stuur zich tot de plaatselijke en gewestelijke middenstandsbestuurders: waarin het o.m. zegt: „Gewichtig, zwaar, maar mooi is in deze dagen de taak van onze katholieke midden standsbeweging. Landelijk en diocesaan staat onze organisatie paraat. Ook van al onze af deelingen moet dit kunnen worden gezegd. Om een krachtige werkzaamheid onzer plaatselijke federaties te bevorderen, heeft het Bondsbestuur gemeend haar dit winterprogram te moeten aanbieden." Als voornaamste onderwerpen stelt het pro gram voor het komende winterseizoen aan de orde: het urgentie-, beginsel- en werkprogram van den N. R. K. M.; Fascisme en Christelijke Democratie in maatschappij en staat; wettelijke bescherming van het kleinbedrijf. Voorts bevat het program een opsomming van actueele actiepunten voor de R.K. Midden- standsvereenigingen van actueele onderwerpen voor de vergaderingen en een beknopt spre kerslijstje. De openbare actie van ambtenaren tegen de overheid. Het bestuur van bovengenoemde centrale was Donderdag in bestuursvergadering bijeen. Breedvoerige besprekingen werden gewijd aan den stand van zaken betreffende de aan de orde zijnde korting op de loonen en sala rissen van het rijkspersoneel. Daarbij werd medegedeeld, dat de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in amb tenarenzaken tegen Vrijdag 27 October bijeen geroepen was, waarbij het eenige punt der agenda inhoudt: de salarisverlaging. Het beleid der vertegenwoordigers van de R. K. Centrale in de Centrale Commissie vond volkomen instemming. Volgens de reeds eerder vastgestelde richtlijnen zal worden voortge- werkt. Dan was nog aan de orde het in de Staats courant van Maandag 23 October verschenen besluit van den Raad van Ministers, inhou dend, dat de ambtenaar zich zal hebben te onthouden van elke openbare actie tegen de Overheid en haar beleid. Waar, volgens het oordeel van het bestuur der R. K. Centrale, zich verschillende vragen voordoen betreffende de interpretatie van deze regeeringsbeslissing, werd besloten aan den Voorzitter van den Raad van Ministers een schrijven te richten, inhoudend het verzoek, een nadere verklaring omtrent de beteekenis van genoemde beslissing te mogen ontvangen. NAAR DE MISSIE. Op 18 October vertrok voor de 2de maal naar de missie in Brazilië: Pater Hubert Cobben uit Sittard van de Congregatie der Priesters van het H. Hart van Jesus, terwijl op 27 October zijn broer Guill. Cobben, ook priester van het H. Hart, weef aaar de Finsche diaspora vertrok.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3