i DUITSCHLANDS RIJKSGERECHT NIET OBJECTIEF MEER Steeds nieuwe hiaten in de instructie. BORIS EN CAROL. DE ONLUSTEN IN PALESTINA. NIEUWE PLANNEN VAN ARAKI. EEN INCIDENT IN DE PACIFIC. DINSDAG 31 OCTOBER 1933 GEÏRRITEERDE RECHTERS. Zijn alleen nog de 100 procent zekeren voor snauwen gevrijwaard? OOK DE VERDEDIGERS GEHANDICAPT. „EEN VROUWELIJKE BOGUN". „Herr Reichsgerichtsrat, wat zijn dat voor Bulgaren daarbuiten Dat is toch Dimitroff uit Sofia ZITTING VAN HEDEN EEN CONFERENTIE OP DEN DONAU. Eerlang nieuwe bijeenkomsten der Balkan-koningen. TWAALF MOGENDHEDEN CONFERENTIE TE TOKIO. Om den chmrzamen vrede in het Verre Oosten te vestigen. JAPANSCH PROTEST TE WASHINGTON. SPAANSCHE FASCISTEN. VERGADERING. Rede van Primo de Rivera Jr. ZIGEUNERSCONGRES IN ROEMENIE. REEDS DERTIG DOODEN EN 250 GEWONDEN. DE ALGEMEENE STAKING DUURT VOORT. DE TE MUNCHEN GEARRESTEER- DE ENGELSCHE JOURNALIST. Naar Leipzig wegens landverraad? A li"-'?:U'* BERLIJN, 30 October (VAN ONZEN COR RESPONDENT). Een relaas van het proces tegen Van der Lubbe en consorten zou een onjuisten indruk wekken, wanneer we niet be gonnen met den vinger te leggen op de zich snel vermenigvuldigende teekenen van geïrri teerdheid, welke bij den president vallen waar te nemen. Of de president aan oververmoeidheid begint te lijden; of het Berlijnsche milieu een druk op hem uitoefent; of aan welke andere krach ten hij is blootgesteld, weten wij niet. Zeker is echter, dat de gelijkmatige houding van den president, welke hij een tijd lang gelijkelijk tegenover alle procesdeelnemers innam, snel aan het wijken is en plaats maakt voor een andere, die met den besten wil van de wereld niet meer goed te praten valt. Van den aanvang af heeft de president moeite gehad, de mentaliteit van Dimitroff te begrij pen. Hij zag in de ontladingen van het dyna misch temperament van dezen wilden Macedo niër bewuste aanslagen op de waardigheid van de strafkamer, welker voorzitter hij is. Hij zag beleedigingen in Dimitroff's stemverheffingen, in zijn groote gebaren, in het gloeien van zijn roofvogeloogen. Toen is er een periode gekomen, waarin beide mannen elkander goed begonnen te verstaan en het was in die dagen, dat de indruk van objectiviteit, welke over een rechtsgeding heen behoort te hangen, het sterkst was. Jammer genoeg heeft deze periode niet lang geduurd. Langzamerhand begon de voorzitter, die, jam mer genoeg, het wapen van den humor in het geheel niet weet te hanteeren. Dimitroff weer met een geboren Duitscher te verwarren en verwachtte hij van hem een houding, gelijk die van een Duitschen aangeklaagde verwacht wordt: een houding van gehoorzame onder danigheid met de pink op den naad van de broek. Dit is echter van een Bulgaarschen bende leider een beetje teveel gevergd en aldus ont stond er weder een zekere verwijdering, die zich zichtbaar uitte in het opborrelen van het humeur des voorzitters, telkens wanneer Dimi troff weer van zijn aanwezigheid liet blijken. Het recht van Dimitroff, om zich na elke uitspraak van een getuige te uiten, werd in geperkt en de toon, waarop hij werd aangespro ken, begon meer en meer op snauwen te lijken. Over deze kentering werd hier ter plaatse reeds bericht, maar dan toch met aanzienlijke terughoudendheid. Er werd bijvoorbeeld niet aan toegevoegd, dat de ontstemming, welke zoo kennelijk ten opzichte van Dimitroff heerscht, zich snel over alle aangeklaagden, hun verdediging incluis,begint uit te breiden. Al deze lieden hebben het de laatste dagen zeer zuur te verantwoorden gehad. Wee dengene hunner, wanneer hij iets zei, dat de strafkamer niet behaagde. Hij kon zeker zijn van een fikschen uitbrander. De geprikkeldheid begint zich nu ook over de getuigen uit te breiden, maar niet over allen. Dat is het pijnlijke van het geval. De nationaal- socialistische getuigen zijn namelijk voor snau wen gevrijwaard. Zij worden, om zoo te zeg gen, als rauwe eieren behandeld. Nog beter zelfs: met voorzichtigheid en met lieftalligheid. Dit onderscheid is zoo kras geworden, dat men aan den toon, waarop het hof een getuige aan spreekt, al dadelijk kan opmaken, tot welke staatkundige partij deze getuige behoort. Een proef daarvan werd vandaag, zij het dan niet opzettelijk, door verscheidene journalisten genomen. Werd een dezer heeren bijvoorbeeld naar de telefooncel geroepen en zag hij bij zijn terugkomst in de zaal een anderen getuige voor den rechter staan, dan toen hij wegging, dan behoefde hij maar vijf minuten toe te luisteren, om precies te weten, van welke partij gezegde getuige een aanhanger was. De toen, waarop de president hem aanspreekt en ondervraagt is ten deze een gids, waarop men met Vast heid bouwen kan. Gelijk reeds eerder gezegd, hebben de ge tuigen zich ook onderling door een dikke streep scherp van elkander gescheiden. De commu nistische getuigen huldigen een voorzichtige terughoudendheid, terwijl de nationaal-socialis- tische met een honderd procent zekerheid ge tuigenis afleggen, vooral wanneer het er op aankomt, personen te herkennen. Van dit laatste kregen wij heden het zoo- veelste bewijs en wel bij monde van den jour nalist, dr. Droescher. Deze dr. Droescher is degene, die Dimitroff in het rijksdaggebouw gezien heeft en wel leunend over een ballustrade tegenover de com munistische fractiekamer in gesprek met Torg- ler en hierdoor komt het, dat Dimitroff in direct verband met de brandstichting is ge bracht. Deze heer Droescher is indertijd ook in Bul garije geweest en daar heeft hij het een en ander gehoord over den aanslag op de kathe draal van Sofia. Wegens het opblazen van deze kerk werd o.a. ook een zekere Stephan Dimi troff bij verstek ter dood veroordeeld, maar daar de man nergens te vinden was, trachtte de Bulgaarsche politie hem o.a. door het publi- ceeren van zijn portretten machtig te worden. De heer Droescher heeft van het begin af aan ,erg veel belangstelling voor deze portretten ge koesterd. Hij heeft ze om zoo te zeggen van buiten geleerd en' er zelfs een heele verzameling van aangelegd. Op zekeren dag nu zag hij in den rijksdag een individu met Torgler staan spreken. Hij zag da delijk aan dezen bezoeker, dat het een buiten lander was, want dat doen alle nazi's op eersten blik. De heer Droescher raakte over dit gesprek op koddige wijze ontsticht, want hij verklaarde aan den rechter van instructie en vandaag ook voor de rechtbank, dat het een schandaal is, dat een Duitsche rijksdagafgevaardigde zich met een buitenlander onderhoudt. Wat hij echter niet in dien bezoeker zag, was het gewichtigste van alles, n.l. dat deze man een en dezelfde was als degene, die indertijd be hulpzaam was bij het opblazen van de kathe draal van Sofia en wiens portretten hij allemaal zoo goed van buiten geleerd had. Later, toen de rijksdag eenmaal verbrand was, legde de rechter van instructie hem een aantal portretten voor en toen begon het ineens in hem te dagen. Toen herkende hij in de foto's niet alleen den onbekende, dien hij met Torgler had zien praten, maar ook Stephan Dimitroff, den man van de kathedraal. Hij herkende in eens alles en wist reeds alles. Stephan Dimitroff is identiek met den George Dimitroff, die in Berlijn voor den rechter staat. Weliswaar zou er verwarring mogelijk en zelfs acceptabel zijn, George Dimitroff op het oogenbllk van den inslag, nu ongeveer tien jaren geleden, een reusachtigen baard droeg, later alleen nog maar een snor, terwijl hij nu glad geschoren is, maar dwars door en over zulke kleinigheden, alsmede over de vele jaren, die sedert verloopen zijn, heeft de herkenning plaats, naar het voorbeeld van zijn nationaal-socialistische voorgangers na tuurlijk ook weer met honderd procentige ze kerheid. George Dimitroff en Stephan Dimitroff zijn één en deze één heeft met Torgler in den rijksdag een onderhoud gehad. Merkwaardig is nog, dat gedurende het lange vooronderzoek geen confrontaties tusschen Di mitroff en Droescher plaats hadden. De rechter van instructie werkte alleen maar met foto's en dat was voor hem blijkbaar voldoende. De con frontatie had dus vandaag voor het eerst in de rechtszaal plaats en toen Droescher verklaarde, dat de beschuldigde een en dezelfde persoon is als die, welke hij een paar dagen voor den brand met Torgler tezamen gezien had, maakte Dimi troff grijnzend een dankende buiging, waarop de president natuurlijk weer ijselijk uit zijn slof schoot Een ander hiaat is de instructie werd heden ook weer door Dimitroff aan het licht gebracht. Van der Lubbe heeft den nacht voor den brand in een voorstal van Berlijn in een asyl voor dakloozen geslapen, na zich eerst bij de plaat selijke politie gemeld te hebben. Nu is het merkwaardig, dat men noch bij de politie der voorstad, noch bij den hoeder van het asyl eenige nasporing gedaan heeft over het gezel schap, waarin van der Lubbe zich dien avond bevond, waarmede hij zich bezig gehouden heeft of anderszins. Men zal het nu gaan doen, nu, juist acht maanden na dato. Gelijk bekend, begon de dag van heden met de arrestatie van een getuige wegens voorgeno men meineed. Hierbij deed zich nog een aardig intermezzo voor, dat duidelijk aantoont, hoe slecht de wind op het oogenblik voor de aan geklaagden waait. Terwijl de getuige voor het hof stond te liegen, dat het een lust was en Ta- neff zich in het Bulgaarsch met groote felheid verdedigde, stootte hij, natuurlijk onmerkbaar voor de meeste aanwezigen, ook een volzin in het Russisch uit, welke aan het adres van den getuige, die in Rusland geboren is, gericht was en waarin deze bezworen werd, toch in 's he melsnaam onbevreesd de waarheid te spreken. Een Baltisch journalist bracht tijdens de pauze den inhoud van dezen volzin aan den procureur-generaal over en deze liet nu een im poneerend protest van stapel, wijl Taneff ge poogd had, den getuige te beïnvloeden. Na vele haken en oogen werd het den open baren aanklager toch duidelijk gemaakt, dat het in een beschuldigde moeilijk te laken valt, wan neer hij een getuige aanmoedigt, de zuivere waarheid te zeggen. Toen echter de procureur- generaal dat ingezien had, kreeg, inplaats van Taneff, de tolk den wind van voren en deze arme stakkerd had wel de helft van zijn glad heid noodig, om zich een beetje behoorlijk uit dit netelige geval uit te draaien. BERLIJN, 30 October. (W. B.) Bij de voort zetting van de verhooren, na de middagpauze, kwam als getuige mej. OLGA DERX. die als steno-typiste van den communistischen fractie secretaris Kulhne werkzaam was, aan het woord. VOORZITTER: „Een getuige heeft gezegd, dat op Dinsdagmorgen uit kamer 53a alle niet aan den rijksdag behoorende dingen verwijderd waren." GETUIGE: „Daarvan weet ik niet." Op ver dere vragen van advocaat dr. Sack verklaart zij met beslistheid, dat zij met geen schrijf machine in kamer 53a gewerkt heeft. De foto van van der Lubbe is aan getuige voorgelegd; zij heeft hem niet als den persoon herkend, die al eens in den rijksdag is ge weest. REICHSANWALT PARISIUS: „U heeft ge zegd, dat Torgler eigenlijk Maandag naar Chemnitz wilde gaan." GETUIGE, „Dat had ik zoo gehoord." PARISJUS: „Waarom is die reis dan niet doorgegaan?" GETUIGE: „Ik veronderstelde, wijl hij hier werk had, in verband met het weer vrijgeven van materiaal." Op vragen van adv. dr. FEISCHERT ver klaart de getuige, dat ze geen der Bulgaarsche beklaagden ooit vóór den brand gezien heeft. Bekl. DIMITROFF: „Heeft u bij Torgler ooit buitenlandera gezien, buitenlanders, heel in het algemeen gesproken, niet alleen rabiate Bulgaren, zooals Dimitroff" (vroolijkheid). GETUIGE: „Neen, ik heb er geen gezien." Op vragen van adv. Sack verklaart getuige, dat de beide telefoon-toestellen in de fractie kamers 9 en 9b den laatsten tijd herhaaldelijk slecht werkten. Op den dag van den brand heeft zij aan Torgjer niets bijzonders gemerkt, hij zag er niet anders uit dan gewoonlijk. OBERREICHSANWALT: „Zijn er Maandag in de kamers 9 en 9b telefonische gesprekken gevoerd?" GETUIGE: „Ja als steeds." OBERREICHSANWALT: „De telefoon heeft dus gefunctionneerd?" GETUIGE: „Ja." Beklaagde TORGLER maakt bezwaren tegen verschillende verklaringen van getuigen in de afgeloopen dagen en verklaart te kunnen ver zekeren, dat hij 27 Februari van 11.50 tot 20.20 den rijksdag niet een seconde heeft verlaten. Alle andere verklaringen moeten op een ver gissing berusten. De liftjongen in den rijksdag, Adler, deelt vervolgens mede, dat hij een of twee weken voor den brand een kist, die door een expedi teur was bezorgd, met de lift naar boven heeft gebracht. De getuige, mej, HARTMANN, die werkzaam is bij den Pruisische» landdag heeft op 27 Fe bruari des ochtends tegen elf uur in een lift van den Pruisischen landdag den afgevaardig de Koenen in gezelschap van nog iemand ont moet. Toen getuige door de politie de foto van v. d. Lubbe werd getoond, heeft zij een opval lende gelijkenis met den man, die in Koenen's gezelschap was, ontdekt. Met beslistheid kan zij echter niet zeggen, dat beide personen iden tiek zijn. Nadat getuige met Van der Lubbe is gecon fronteerd, verklaart zij opnieuw, dat zij niet met zekerheid kan zeggen, dat Van der Lubbe in gezelschap van Koenen was, doch zij ge looft evenmin, dat zij zich vergist. De gestalte, vorm van het gezicht en de grootte komen overeen, ook de oogen, alleen dat lange haar was haar toen niet opgevallen. DIMITROFF„Getuige heeft telkens gezegd, dat zij het gevoel had, dat het Van der Lubbe is geweest. Tegen gevoelens des harten valt weinig te doen, maar hoe kan men zich op zoo'n gevoel beroepen om te betoogen, dat die zoo genaamde metgezel van Koenen Van der Lubbe was Ik zou getuige niet graag beleedlgen, maar het komt mij voor, dat ik hier te doen heb met een vrouwelijke Bogun". VOORZITTER (opgewonden) „U moogt slechts vragen stellen, zulke uitlatingen duld ik niet" De volgende getuige is dr. DR SCHER, medewerker van majoor Weberstedt. Hij ver klaart het volgende ,,'s Namiddags van den dag, waarop de rijks dag in brand werd gestoken, kwam ik om kwart over drie in den rijksdag. Bij het be treden van de vestibule viel mij een doordrin gende geur op. Ik had den indruk, dat het een soort gaslucht, of wellicht benzine was en ik vestigde de aandacht van de aanwezige portiers erop en wees hun op het groote gevaar van zulk een gasvorming. De beambten stelden mij gerust met de ver klaring, dat het niets bijzonders was, maar be loofden mij toch de zaak te zullen onderzoeken. Ik ging toen naar mijn bureau, maar bleef on rustig en ging nog eens naar beneden. Toen was de lucht volkomen verdwenen. Op zekeren dag liet de ingenieur van den rijksdag, Risse, mij roepen en demonstreerde mij de lucht van een zeker anti-roestmiddel. waarmee indertijd de groote klok van den rijks dag roestvrij was gemaakt. Toen was ik geheel gerust gesteld. Een verdere verklaring van getuige beves tigt in hoofdzaak de mededeeling van Weber stedt betreffende de communistische fractie kamer 53 a. VOORZITTER: „Voor den rechter van in structie hebt u destijds nog meegedeeld, dat u een persoon had waargenomen". GETUIGE„Ik werd bij den rechter van in structie geroepen voor een verhoor. Toen ik beneden kwam, zag ik daar onder bewaking verscheidene personen. Toen een van die per sonen mij aankeek, kreeg ik een schok en er kwam een bepaalde herinnering in mij op, die mij innerlijk zeer opwond, zoodat ik toen ik de kamer van den rechter van instructie binnen kwam, zonder dat mij iets gevraagd werd zeide: „Herr Reichsgerichtsrat, wat zijn dat voor Bulgaren daarbuiten; dat is toch Dimitroff uit Sofia Dien ken ik van foto's en ik heb hem hier in huis gezien. Ik herinner mij, dat ik hem boven op onze étage met Torgler heb gezien. Verder zei ik, dat ik Dimitroff kende, om dat ik hem op afbeeldingen van personen die den aanslag op de kathedraal te Sofia hadden gepleegd, had gezien". VOORZITTER„Inderdaad werd een zekere Dimitroff in het proces wegens den aanslag op de kathedraal veroordeeld. Hij heette echter Stefan en deze heet George. Stefan Dimitroff is blijkens de dossiers bij verstek ter dood ver oordeeld. Heeft volgens u Dimitroff hier ge lijkenis met dien anderen Dimitroff GETUIGE: Mij is die gelijkenis inderdaad onmiddellijk opgevallen, al heeft hy, als ik mij niet zeer vergis, op de portretten een baard gehad. VOORZITTER: Neemt u aan, dat het dezelf de is? GETUIGE: Dat kan ik niet met beslistheid zeggen, maar de zekerheid is vrij groot voor mij. VOORZITTER: Wij kannen, wat dat betreft, niets met zekerheid constateeren, maar u hebt toch wel in hem den man herkend, dien u in den rijksdag hebt gezien? GETUIGE: Ja, beslist. Torgler stond voor de deur van zijn kamer en Dimitroff leunde naast hem op de balustrade. Het moet een paar dagen vóór den brand geweest zijn. Ik kon beiden in het gezicht zien en was er inwendig vrij boosover, dat een Duitsche afgevaardigde stellig met een of anderen buitenlander daar onderhandelde. VOORZITTER: Hebt u hem niet herkend als den man, die den aanslag in.Sofia pleegde. GETUIGE: Neen, toen niet. Dimitroff moet opstaan en de voorzitter vraagt nogmaals, of getuige hem met volstrekte zekerheid her kent. GETUIGE: Ja. DIMITROFF: Absoluut zeker? GETUIGE: Absoluut zeker. Dimitroff gaat lachend weer zitten. De voor zitter wendt zich tot den verdachte en ver klaart, dat deze heele manier van doen hoogst onbehoorlijk is. Wanneer Dimitroff hierop wil antwoorden, verklaart de voorzitter energiek: Ik ontneem u het woord. VOORZITTER: „Wat denkt beklaagde Torg ler over de uitlatingen van dezen getuige?" TORGLER: „Ik heb er lang over nagedacht, met wien ik in den rijksdag samen geweest kan zijn, die op Dimitroff lijkt. Een dusdanige gelijkenis vertoont alleen een man van de „Imprekor", dien ik slechts onder den naam Julius ken. Deze man had echter niet met mij, doch met Neubauer of Halle te maken.' Ik heb my echter nu en dan met hem onderhouden. Hij is Hongaar of Oostenrijker en vertoont een zekere gelijkenis met Dimitroff, doch is voller van gezicht". DIMITROFF: „Wanneer ik verklaar, dat ik sinds 1931 nimmer in den rijksdag ben ge weest, en dat ik Torgler voor het eerst in mijn leven in Leipzig en de rechtszaal gezien heb, dan is dat de waarheid. Ik verklaar mij het feit, dat getuige met zekerheid gelooft, mij gezien te hebben, als een vergissing. Ik moet echter tevens constateeren, dat alle nationaal- socialistische oogen in dit proces door een donkeren bril zien. Derhalve protesteer ik tegen deze getuigen-verklaringen". De voorzitter ontneemt Dimitroff het woord. Beklaagde Torgler: „Ik moge verklaren, dat ik nooit met Dimitroff in den rijksdag ben geweest en dat ik hem voor het eerst in de gerechtszaal heb gezien". De zitting wordt daarna tot Dinsdag ver daagd. BERLIJN, 31 October. (W.B.) Bij de voort zetting van het rijksdagbrandproces wordt heden als eerste getuige de glazenmaker LE- BEMANN uit Hamburg gehoord, die wegens diefstal en roof een gevangenisstraf uitzit en dus uit de gevangenis voor de rechtbank ge bracht wordt DE VOORZITTER maakt dezen getuige bi zonder op de beteékenis van zijn verklaring opmerkzaam, waarop GETUIGE verklaart: „Ik ben hier gekomen, om alleen de .waarheid te zeggen. Ik was vroeger lid van de communis tische partij en ben werkzaam geweest als geheime koerier. De partij had in mij een zeer groot vertrouwen. Van 1929 af aan moest ik echter wegens ziekte mijn werkzaamheden staken maar in Augustus 1931 ben ik weer begonnen. Ik leerde Torgler den 21sten Octo ber 1931 in Hamburg kennen. Ik werd door den communist Jessner met hem in kennis gebracht. Ik vroeg Torgler, of hij geen werk voor mij had. Torgler zeide, dat hij mij voor een grootere zaak wilde bestemmen. In Ja nuari 1932 kwam Torgler bij mij en zeide mij, dat hij een groot werk voor mij had. Als ik mij daarvoor wilde opofferen moesit ik het zeggen. Torgler voegde eraan toe, dat men den nationaal-socialisten een reuzen poets wilde bakken: daardoor zou een groote pro- pagandabeweging tegen heit nationaal-socia- lisrne verwekt worden. Men moest openbare gebouwen in brand steken, o.a. ook den ryks- uag. Daar ik aan de politie onbekend was, zou men niet aan de communistische partij denken". VOORZITTER: „Wanneer had deze ont moeting met Torgler plaats?" 1932. Ik heb toen Torgler geantwoord, dat ik GETUIGE: „Pen 25sten of 26sten Februari nog eens over de zaak moest nadenken. Torgler zeide, dat de brand den 6en Maart 1932 moest worden gesticht. Ik moest om twee uur aan het Anhalterstation zijn. Dan zou Torgler mij met zich meenemen in den rijksdag en mij toonen, hoe de brand moest worden gesticht en hoe ik loopen moest. Ik zou de man zijn, die de aandacht op zich zou trekken, ik moest herrie schoppen en heen en weer loopen, zoodat ik gesnapt zou worden. Ik zou gevangen genomen worden en inmiddels zouden de anderen ervan door kunnen gaan". Zwarte Willy" en „Too- verkor'. VOORZITTER: „Wie waren de anderen?" GETUIGE: „Dat zijn nog twee Hambur gers, die ik echter alleen bij hun scheldnaam ken, „Zwarte Willy" en „Tooverkol"," VOORZITTER: „U heeft ze beiden gezien en leeren kennen?" GETUIGE: „Jawel, ik ben echter den 6den Maart niet gedaan. De zaak scheen mij te gevaarlijk en bovendien vond ik het een ge- meene propaganda tegen het nationaal-socia- lisme. We moesten den schijn wekken, alsof de nationaal-socialisten den brand hadden aan gestoken". VOORZITTER: „Wat is nu na den 6en Maart gebeurd GETUIGE: „Torgler heeft mij ernstige ver wijten gemaakt, wijl ik niet gekomen was. Ik zeide hem, dat ik aan die zaak niet mee wilde doen, het was mij te gevaarlijk, ik moest ook aan mijn gezin denken. Torgler heeft me toen gezegd: „jij gemeene schoft, jij gemeene ploert". Hij heeft mij ook gezegd, dat hij mij bij ge legenheid een paar blauwe boonen door m'n kop zou jagen. Ik heb sindsdien geen ontmoe ting meer met hem gehad, om zijn vervolgin gen te ontloopen". Wat getuige voor een ge stolen costuum kreeg. VOORZITTER: „Bij den diefstal, welken u begaan hebt, is ook roof geconstateerd. Wat heeft u dan eigenlijk uitgevoerd?" GETUIGE: „Ik heb iemand in de toilet op gesloten en dat heeft men als roof beschouwd. Ik heb toen fotomateriaal en een costuum mee genomen." VOORZITTER: „Hoeveel heeft u daarvoor gekregen?" GETUIGE: „Ongeveer 25 mark" (hilariteit). VOORZITTER: „Ik bedeel natuurlijk, wat voor straf u daarvoor gekregen hebt." GETUIGE: „Tien maanden gevangenisstraf. In Mei is Torgler nogmaals bij mij geweest om my te bewerken. Toen werd niet meer over den rijksdagbrand gesproken maar hij zeide mij alleen, dat ik moest uitvoeren, wat hij mij gezegd had. Ik heb echter steeds een afwij zende houding aangenomen. Den 6en Juni was hij bij mij in mijn woning te Hamburg-Barmeck Hij kwam, vergezeld van nog twee personen. De eene was Rudi uit Frankfort en de andere heet Emil. Rudi uit Frankfort heeft zwart haar, het is een tamelijk Joodsch type en Emil is groot, blond met blauwe oogen." VOORZITTER: „Heeft u deze beide perso nen later weer gezien?" GETUIGE: „Ik heb ze in Lubeck weerge zien. Ik was daar aan 't metselen, toen beiden in een auto voorbijkwamen en mij zeiden, dat ik mee naar Hamburg moest komen. Ik heb dit echter geweigerd." VOORZITTER: „Wat is daarna nog gebeurd?" GETUIGE: „Torgler is in mijn woning ge weest en heeft alle geschriften en brieven, welke ik van hem had, weggehaald, of liever gezegd, hij zelf heeft het niet gedaan, maar Rudi uit Frankfort en Emil hebben de stukken meegenomen. Ik had hun den sleutel gegeven en ben toen niet meer in mijn woning ge weest maar naar Krefeld gegaan, wijl ik van die lui wilde afkomen." VOORZITTER: „Is in Krefeld ook nog iets gebeurd?" GETUIGE: „Ja, Torgler is daar bij mij geweest en heeft mij bedreigd. Toen ik zeide, dat ik niet meer wilde, zei Torgler, dat ik een gemeene kerel en een verrader was. Hij heeft mij toen een vuistslag in de maagstreek gegeven en mij daarna gezegd, dat hij mij een paar blauwe boonen door m'n kop zou jagen. Dat was in Juli 1932 in Krefeld." VOORZITTER: „Bent u toen gearresteerd?" GETUIGE: „Ja, in het ziekenhuis te Krefeld heeft men mij gearresteerd, wijl ik wegens mijn vertrek uit Hamburg naar Krefeld ervan verdacht werd, te willen vluchten.'' VOORZITTER: „Zijn de voorvallen, welke u hier geschilderd hebt, ook werkelijk waar?" GETUIGE: „Ja, ze zijn werkelijk waar." VOORZITTER: „Waarom heeft u dat dan niet vroeger aangegeven?" GETUIGE: „Wijl ik bezorgd was voor mijn leven en voor mijn gezin." DE PROCUREUR-GENERAAL: „Ik wensch getuige met beklaagde Torgler te confrontee- ren, opdat getuige zeggen kan, of Torgler wer kelijk de man geweest is, met wien hij te doen gehad heeft." I TORGLER staat op en getuige Lebemann roept terstond: „Ja het is Torgler geweest." DR. PARISIUS: „Is er bij uw onderhoud met Torgler sprake van geweest, dat u een bepaalde geldsom zou krijgen?" GETUIGE: „Jawel, hij heeft mij gezegd, dat ik 14.000 mark zou krijgen. Eventueel zou mijn gezin het geld ontvangen." SOFIA, 30 October (R.O.). Koning Boris heeft zich, vergezeld van minister-president Moesjanov, van Roestsjoek naar de op den linker Donau-oever gelegen Roemeensche ha venplaats Ramadan begeven, waar hij door koning Carol, in wiens gevolg zich de Roe meensche minister-president Waida en de mi nister van buitenlandsche zaken Titulesco be vonden, aan boord van het Roemeensche ko ninklijk jacht plechtig werd ontvangen. Het gezelschap begaf zich daarop naar Roestsjoek. SOFIA, 30 October (V.D.) Er is een officieele mededeeling over de samenkomst der koningen van Bulgarije en Roemenië verstrekt; daarin heet het, dat Bulgaarsche staatslieden met hun Roemeensche collega's een langdurig onder houd hebben gehad, over de belangen der beide landen en den vrede op den Balkan. Van beide zijden werd de wensch uitge sproken, zoo spoedig mogelijk de hangende kwesties tusschen de beide landen in het reine te brengen en samen te werken aan de consolideering van den vrede in den zin van een hartelijke vriendschap. Koning Carol heeft den koning van Bulga rije de hoogste Roemeensche orde, die van Carol I Verleend. Torgler ontkent- TORGLER: „Ik kan slechts mijn hoogste ver bazing erover uitspreken, dat een man voor het hoogste Duitsche gerechtshof zooveel on waarheid zegt. Ik verklaar het volgende: Ik heb dezen man nog nooit in mijn leven gezien. Ik ken niemand die Jessner heet. Ik ben één enkele maal in Krefeld geweest, na melijk in 1930 naar een demonstratie van het Rijnlandsche beambtenkartel, dat was de èenige keer, sindsdien ben ik er niet meer geweest. In Hamburg heb ik meerdere malen vergaderin- gn bezocht. Van alles echter wat getuige hier verklaart, is niet een enkel woordje waar. Het is van heU begin tot het einde gelogen." BEKLAAGDE DIMITROFF: „Ik zou gaarne weten, of deze man een getuige a charge is". DE VOORZITTER: „Deze getuige heeft den 13en October aan de" gevangenisdirectie een verklaring gericht. Op grond daarvan werd hij door het O. M. gehoord en daarop is zijn dag vaarding als getuige voorgesteld door den procureur-generaal van het rijksgerecht. Ik moet u echter reeds terstond zeggen, Dimitroff, gaat u zich niet te buiten aan kritiek, welke absoluut doelloos is." BEKLAAGDE TORGLER; „Is het juist dat deze getuige door den rechter van instructie beëedigd is?" VOORZITTER: „Bij zijn verhoor zijn aan getuige ook de verschillende bepalingen van het wetboek van strafrecht voorgehouden." BEKLAAGDE TORGLER met stemverhef fing: „Het onderscheid tusschen dezen getuige en getuige Soenke van gisteren is, dat Soenke een kleine onwaarheid gezegd heeft, terwyl deze getuige het heeft aangedurfd een heele reeks leugens voor het hoogste Duitsche ge rechtshof te debiteeren. DE VOORZITTER gaat dan nader in op de afzonderlijke ontmoetingen van getuige Lebe mann met Torgler. GETUIGE geeft nauwkeurig den tijd van de ontmoetingen aan: in October 1931 om zes uur s' avonds, den 25sten of 26sten Januari 1932 tusschen 9 en 10 uur 's avonds, in Mei tusschen 5 en 6 uur, den 6en Juni 's morgens om elf uur en in Krefeld s' namiddags om 3 uur." DR. PARISIUS: „Wat zegt u op de verklarin gen van Torgler?" GETUIGE: ,Ik heb de zuivere waarheid ge zegd en ben door niemand beïnvloed". Getuige blijft vootloopig onbeëedigd. De geheimzinnige vloeistof. Daarna neemt de deskundige Dr. SCHATZ het woord om zijn rapport aan te vullen. Hij verklaart o.m.: Het publiek heeft zich alge meen erover verwonderd, dat door mij de naam van de door den daden gebruikte brand stof niet genoemd is. Ik zou daarom nader willen verklaren dat verbrandingsproducten van ruwe zwavel op zeven verschillende plaat sen gevonden zijn en nog zijn te vinden. In welk middel deze stof aanwezig geweest is, wil ik niet meedeelen. De deskundige zal terstond begrijpen, waarover het gaat en de leek be hoeft het niet te weten. Uit persoonlijke be langstelling heb k nogmaals de jas van van der lubbe onderzocht. Door dit onderzoek is absoluut vastgesteld, dat in de jas phosphor- zuur sulfaat aanwezig is. Dat is bij het eerste onderzoek wellicht over het hoofd gezien. Het is daarom aan g nerlei twijfel onderhevig, dat van der Lubbf net deze vloeistof in aanra king is gekomer Op welke wijze dat geschiedt TOKIO, 30 October (V.D.). Volgens uit Foe- koei ontvangen persberichten is generaal Araki, de minister van oorlog, die thans aldaar ver toeft in verband met de groote militaire ma noeuvres, voorstander van bijeenroeping van een internationale conferentie te Tokio voor het jaar 1935, teneinde een duurzamen vrede in het Verre Oosten te vestigen, de vlootver- dragen te herzien, het negenmogendheden- verdrag in overeenstemming te brengen met de werkelijke toestanden in het Verre Oosten en een niet-aanvalspact met Rusland tot stand te brengen. Indien de voorstellen vasten vorm zullen aan nemen, zullen uitnoodigingen worden gezonden aan Engeland, Amerika, Frankrijk, Italië, Duitschland, Nederland, Rusland, Siam, Indië, Afghanistan en Mandsjoekwoeo. TOKIO, 29 October. (V.D.) Gisteren is op het departement van buitenlandsche zaken bericht ontvangen van Katsoeji Deboetsji, den Japan- schen ambassadeur te Washington, die ver klaart bij het Amerikaansche staatsdeparte- ment te hebben geprotesteerd tegen de confis catie door Amerikaansche regeeringsautoritei- ten op het eiland Guam van grond toebehooren- de aan Isjlzo Sjimitsoe, een Japansch onderdaan en het uitvaardigen van een verbod om de schepen van Sjimitsoe In de haven van Guam toe te laten of vandaar te laten vertrekken. Het staatsdepartement heeft Deboetsji geant woord, dat het departement van marine zal worden opgedragen een onderzoek in te stellen, waarna de zaak zal worden afgehandeld. MADRID, 30 October. (R.O.) Gisteren heeft in een van de schouwburgen hier ter stede een vergadering van de Spaansche fascisten plaats gehad. Het gebouw was geheel bezet. De Spaansche fascistische beweging voert den naam „nationaal-socialistische offensief-junta". Een zoon van Primo de Rivera, José Antonio Primo de Rivera, hield een toespraak, waarin hij zich tegen het parlementaire systeem keerde en verklaarde, dat de Spaansche fascisten zoo noodig tot geweld zullen overgaan. Op het oogenblik bestaan geen andore argu menten meer dan de revolver. Hij verklaarde verder zich wel bewust te zijn, bij de komende verkiezingen nog geen succes te zullen boeken, doch ook in Spanje heeft het fascisme thans zijn vanen ontplooid. Tegen radio en autoverkeer. In de nabijheid van Boekarest hebben 10.000 Roemeensche zigeuners een congres gehouden, waar zij hun bezwaren hebben kenbaar ge maakt tegen de verschijnselen der moderne techniek, speciaal tegen de radio en het auto verkeer, meldt Reuter. Een memorandum werd opgesteld, waarin de Roemeensche regeering wordt verzocht: 1. Het autoverkeer te beperken, daar het de ondergang beteekent van de paardenhandelaars onder de zigeuners. 2. Het openbaar uitzenden van radio-muziek tegen te gaan, daar zij het bestaan der muzi kanten onder de zigeuners ernstig bedreigt. De zigeuners vragen ook om een monopolie voor den bloemenverkoop in Boekarest en pro testeeren tegen de concurrentie hun aangedaan door dames, die bloempjes verkoopen voor lief dadigheidsdoeleinden Tenslotte verzoeken zij de regeering alle me-' diums en waarzegsters, welke geen zigeuners zijn, te verbieden hun beroep uit te oefenen, daar de zigeuners eeuwen lang erkend zijn als uitsluitend bevoegd in dit bedrijf. is, moet het hooge gerechtshof uitmaken. Ik heb ook nog proeven genomen, om te weten te komen, in hoeveel tijd deze vloeistof over 25 brandhaarden over een oppervlakte van 75 meter te verdeelen is. Ik heb geconstateerd, dat zulks in 5 6 minuten mogelijk is. De des kundige wijst met nadruk erop, dat de brand stichting in het restaurant van geheel anderen aard geweest dan die in de plenum-zaal. Op de vraag, of v. d. Lubbe deze „vloeistof" in den zak had, antwoordt dr. Schatz, dat zich aan zijn jas duidelijke sporen bevonden, dat deze „vloeistof" ergens was uitgeloopen. Hij moet dus een voorwerp met deze „vloeistoff" erin in den zak hebben gehad. Volgende getuige is de kellner PERSICKE. Deze heeft op den avond van den dag van den brand n het restaurant Aschinger afgev. Torgler en zijn metgezellen bediend. Hij ver klaart, zijn dienst om 9 uur begonnen te zijn. (Ongecorrigeerd). JERUZALEM, 29 October. (V.D.) Arabische aanvallen op politieposten in de oude stad van Jeruzalem zijn gewapenderhand afgesla gen. Aan Arabische zijde zijn opnieuw eenige dooden en gewonden. Het totaal aantal slachtoffers der onlusten in Palestina bedroeg Zaterdagavond 27 dooden en meer dan 200 gewonden. Tot de dooden behooren twee inlandsche politieagenten, bij de gewonden zijn drie ernstig en 15 lichtge kwetste Engelsche agenten. Dertig Arabieren zijn ernstig gewond. Te Jeruzalem hebben duizenden Ara bieren zich bij de Damaseuspoort verzameld. Voor het gebouw van den hoogen commissaris namen zij een dreigende houding aan. Toen uit de menigte werd geschoten op de politie beambten, beantwoordden dezen het vuur en verspreidden zij de demonstranten. Bij den Herodes-poortwerd een Engelsche koerier door de menigte met steenen bekogeld. Zeer gespannen is ook de toestand te Haifa. Daar hebben de Arabische leiders gedreigd met verdere gewelddadige maatregelen. Pant serwagens rijden door de straten en een Engelsch vliegtuigeskader heeft eenige malen ten teeken van waarschuwing boven de stad gecirkeld. Te Damascus hebben Zaterdag eveneens anti-Engelsche betoogingen der Arabieren plaats gevonden, evenals te Oennam in Trans- jordanië. Het militaire hoofdkwartier in Palestina heeft het hoofdkwartier in Egypte om versterking van het corps seiners verzocht. Een Engelsch eskader vliegtuigen staat gereed om eventueel naar Palestina te vertrekken. Hoewel de betoogingen in hoofdzaak tegen de Engelschen gericht schijnen te zijn, hebben de Joodsche bewoners zich voor een groot gedeelte in hun huizen opgesloten. De president van de Arabische nationale liga heeft den Engelschen minister van koloniën een protesttelegram gezonden, waarin o.m. wordt verklaard: „Wij eischen de bescherming der Arabieren in Palestina en de vervulling der toegestane rechten. Een geheele bevolking kan niet door geweld worden gedwongen voorwaarden aan te nemen, welke niet overeenkomen met de traditie van Engeland als christelijken en ge- civiliseerden staat. Wij protesteeren tegen het martelaarschap der geheele Arabische natie, welke 73% der bevolking van Palestina uit maakt en wij beklagen ons over het toepassen van geweld tegenover een onbewapend en vredelievend volk. JERUZALEM, 30 October. (V.D.) Het aantal dooden bij de onlusten in Palestina is Zondag middag met drie vermeerderd, toen in het oude gedeelte van Jeruzalem nieuwe botsin gen tusschen Arabieren en politie ontstonden, waarbij de politie van vuurwapenen gebruik maakte. Drie Arabieren werden gedood en 17 gewond, waardoor het aantal dooden thans tot 30 en dat der gewonden tot meer dan 250 gestegen is. Zaterdagavond had de Engelsche hooge com missaris, Sir Arthur Wauchope, een bespreking met een aantal Arabische leiders, wien hij om samenwerking met de regeering verzocht. In verband met den gespannen toestand in Palestina heeft de hooge commissaris opdracht gegeven, dat de „Martha Washington", met 733 Joodsche emigranten uit Polen en Duitsch land aan boord, te Larnaca op Cyprus voorloo- pig een dag zal worden opgehouden. Een der Arabische kranten eischt wraak voor de gevallen Arabische slachtoffers. JERUZALEM, 30 October (V.D.) De spanning in Palestina duurt voort Het aantal dooden bij de onlusten is gestegen tot 33, daar drie zwaar gewonden bezweken zijn. Alle poorten van Jeruzalem worden door de politie, die niemand laat binnenkomen of ver trekken, bewaakt. Engelsche onderdanen zijn opgeroepen, om politiediensten te verrichten. Te Haifa is de opwinding onder de Arabieren zeer groot: bij een straat betooging werd Maandag, evenals in 1929 geroepen: „doodt de joden". Een deputatie van Arabische vrouwen is doof den hoogen commissaris ontvangen. Zij hebben geprotesteerd tegen het bloedvergieten. De algemeene staking duurt nu reeds drie dagen onafgebroken voort. Alle Arabische winkels zijn nog steeds gesloten. Ook te Damascus de hoofdstad van het Fran- sche mandaatgebied in Syrië, is zooals gemeld een algemeene staking geproclameerd ten tee ken van sympathie met de Palestijnsche Arabieren. In alle moskeeën te Damascus zijn de bij de onlusten gedoode Arabieren herdacht. De Fransche autoriteiten hebben alle Arabische bladen verboden. Het Deensche schip „Polnis", waarmede 900 Joodsche emigranten zich naar Palestina willen begeven, moest op last der Palestijnsche autori teiten koers zetten naar Egypte. De Egyptische regeering zou den joden echter evenmin toe staan te landen. LONDEN, 30 October (H.N.). In verband met de onrust onder de Arabieren zijn de feesten, die Dinsdag bij de opening van de nieuwe ha ven van Haifa gehouden zouden worden, af gelast. Uit Caïro wordt gemeld, dat de Egyptische regeering weigert de Joodsche vluchtelingen uit Duitschland, die met de stoomschepen te Port Said aankomen, aan land te laten gaan. Protest bij den Volkenbond- JERUSALEM, 29 October. (R.O.) De Ara bische executieve heeft besloten bij den volken bond te protesteeren in verband met het schie ten te Jaffa en de vrijlating te eischen van de Arabische leiders. BERLIJN, 30 October (W.B.). Ten aanzien v^n de arrestatie van den vertegenwoordiger van de „Daily Telegraph" te Muenchen, Noel Panter, welke arrestatie in de buitenlandsche pers veel kabaal veroorzaakt heeft, vernemen wij van welingelichte zijde, dat Panter ver klaard heeft, eerst bij het verhoor door den rechter van instructie verklaringen te zullen afleggen. Men zal Panter, die door de verklaringen van den eveneens gearresteerden medeplichtige ernstig is belast, daartoe ten spoedigste gele genheid geven. Hij bevindt zich, daar hij van spionnage wordt beschuldigd, reeds op weg naar Leipzig, waar hij wegens hoogverraad zal terechtstaan. Intusschen heeft, naar de Londensche draad- looze meldt, de Britsche ambassadeur in Duitschland, sir Eric Phipps, van den, Duitschen minister van buitenlandsche zaken een nieuwe nota ontvangen, waaruit blijkt, dat nog geen beslissing genomen is ten aanzien van de aan klacht, welke tegen Noel Panter zal worden ingebracht. WINTERGODEN. MüNCHEN. 30 October. (V.D.) Reeds Zondag is in de bergen van Ober-Bayern sneeuw ge vallen. neqr SbfTfli

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6