MODERNE STRIJDGASSEN M' ffl -Mi I DE GEMEENTEN EN DE WERK- LOOZENZORG. MAANDAG 6 NOVEMBER 1935 DE GASSEN VAN DEN TOEKOMST OORLOG. De aanval op de burgerbevolking. A» ilÉi W: Ui RIJKSBIJDRAGE VOOR 1934 OP BELANGRIJK LAGER NIVEAU. Een bedrag van 46 millioen uitgetrokken. WIJZIGING VAN DE WONINGWET Een voorstel wordt dezer dagen bij de Kamer ingediend. De opheffing der gezondheids commissies. DE GEMEENTEN ZULLEN STERK MOETEN BEZUINIGEN. RELLETJES IN A'DAM WEST. R. K. MIDDENSTANDSBOND IN HE.T BISDOM HAARLEM. De najaars-centrale raad. Gevolgen van colportage met partijbladen. Een politiecliarge deed de politiek vergeten. BOUW VAN EEN NEDERLANDSCH TANKSCHIP VOOR BRAZILIË MINISTER EN MARGARINEHANDEL. HET FASCISME. DE VERGIFTIGINGSZAAK TE SCHOONHOVEN BEREDEN AGENTEN VERLIEZEN HUN SABEL. Kemal Pasja rechtsgedurende het défilé der troepen op den tienden verjaardag detj Turkschc republiek. Ingevolge artikel 172 van het verdrag van Versailles moest Duitschland, binnen drie maanden na de inwerkingtreding ervan, den geallieerden mededeelen den aard en de berei ding van alle sprihg- en giftstoffen of andere chemische praeparaten, die door hen in den loop van den oorlog zijn gebruikt, of waarvan het gebruik werd voorbereid. Dies toog een wetenschappelijke commissie naar de Duitsche chemische fabrieken om achter de geheimen van het vak te komen. De ontvangst der com missie was tegen alle verwachtingen in, aller hartelijkst. Feestelijke diners en aangename excursies wisselden eikaar af. Hoe men echter verschillende strijdgassen, waaronder zeer be langrijke, niet moet bereiden, kunt U vinden in het door Norris geschreven verslag der com missie. Ongetwijfeld zijn de bereidingen for meel juist opgegeven, om echter deze stoffen te kunnen bereiden met goed rendement, is meer noodig dan actievergelijking en een kookkolf. Omtrent de strijdgassen welke men op het einde van den oorlog in voorbereiding had, weten we van Duitsche zijde weinig of niets. Als in alle oorlogvoerende landen is er enorm intensief naar nieuwere producten gezocht. Bizarre wetenschap als de chemie is, geeft ze aan hare beoefenaars vaak de meest onver wachte en ongewenschte resultaten. Dat on dervond de bekende Duitsche chemicus Wie- land bij zijn onderzoekingen om een in bouw met het mosterdgas overeenkomende arseni- cumverbinding te maken, die vermoedelijk nog veel giftiger zou zijn. Inplaats van het ver wachte dood- en verderfbrengende vergift, kreeg hij een volkomen onschuldige, fraaie blauwe kleurstof. Een andere, eveneens door hem bereide stof en waarvan ook een groote giftigheid verwacht werd, bleek achteraf een matig stinkend gevaarloos product te zijn. Van Amerikaansche zijde is men zeer ge heimzinnig geweest, met het dcor den chemicus Capt. Lee Lewis van de Catholic Northwestern University gevonden Lewisiet. Zeer veel ver wachtte men van deze stof, die evenals mos terdgas een sterke blaartrekker is, maar bij inademing giftiger bleek te zijn. De Ameri kaansche gasgeneraal Fries hield het wicht ten doop en noemde het „The Dew of Death", doo- delijke dauw, en dacht het vanuit vliegtuigen te werpen. Om toch maar de bereiding ervan geheel geheim te houden, begaven zich in Wiloughsby, een voorstad van Cleveland, 800 man in vrijwillige gevangenschap. Het was overbodig. Ook de Duitsche scheikundigen hadden dit gas reeds gevonden, zooals uit pu blicaties van Wieland blijkt, het echter onge schikt bevonden, omdat het direct blaren trekt, zoodat men onmiddellijk het besmette terrein bemerkt. Bovendien genezen de wonden sneller, ontbreekt de secundaire infectie, is de gerani- umgeur die het product bezit te sterk en be vat het niet minder dan 38 pet. van het dure arseen. De Amerikanen hebben hun vergissing ook ingezien, tenminste de geheele voorraad, die niet tot inzet is gekomen, werd op 80 K.M. uit de kust, niet tot genoegen van de visschen, in zee neergelaten. Welke gassen zal men in de toekomst ge bruiken Men kan zeggen dat de technische ontwik keling van een nieuwen oorlog daar begint, waar de oude opgehouden heeft. Het is toch doelloos, gassen aan te wenden, waartegen het masker beschermt. Evenmin als men er aan denkt om de moderne oorlogsspringstof trotyl, weer door het oude buskruit te gaan vervan gen, zoo ook denkt men er niet aan om strijd gassen als chloor, phosgeen, chloorpicrine, blauwkruisgas, e. d. in het veld te brengen. Het moderne masker beschermt tegen al deze stoffen en bij een goed gedisciplineerden troep kan men verwachten dat het tijdig opgezet wordt. Slechts het mosterdgas, dat de geheele huid aantast, blijft nog over. Maar is het dan niet mogelijk dat men gas sen zal vinden, welke door de vullingbus zul len heendringen zooals indertijd het blauw kruisgas Zeker probeert men dit en men tracht dan verbindingen te gebruiken, welke in de vullingbus van het masker, het vergif tigde koolmonoxyde of blauwzuur, die niet of slecht worden tegengehouden, weer loslaten. Maar veel belangrijker dan deze pogingen om de vullingbus te doorslaan, zijn de onderzoe kingen die vooral van Russische en Duitsche zijde verricht zijn, omtrent een geheel nieuwe groep van gassen, n.l. die der vluchtige blaar- trekkers, waartoe ook de z.g. netelgassen ge rekend kunnen worden. Tot goed begrip van deze merkwaardige, en gevreesde stoffen zij er aan herinnerd, dat het mosterdgas tot de niet-vluchtige of persistente blaartrekkers behoort. Een terrein, dat er mede besmet is, blijft voor beide partijen ge durende 10—14 dagen niet te betreden. Bij hun terugtocht besmetten de Duitschers dan ook herhaalde malen een breede strook terrein tus- schen hen en den opdringenden, overmachti- gen tegenstander. Het is nu door de constructie van het geper fectioneerd masker een dringende eisch ge worden om nieuwe strijdgassen te vinden voor den aanval. Men moet dus hebben, of een gas dat door het masker heendringt, zooals boven genoemd, of een vluchtig blaartrekkend gas, dat direct over het geheele lichaam zware brandwonden veroorzaakt en dan snel uit het terrein wegtrekt, zoodat de stormtroepen on gehinderd kunnen volgen. Inderdaad bestaan er thans zelfs meerdere van dergelijke verderfbrengende stoffen. De inwerking op de onbeschermde slijmvliezen van mond, neus en keel is natuurlijk veel he viger dan die op de huid en vooral de oogen worden ontstellend snel .stukgevreten. De tot bovenstaande groep behoorende netelgassen zijn een verbetering van het blauwkruisgas. in dien zin, dat behalve de reeds genoemde wer king op neus-, keel- en ademhalingsorganen, ze de overal in de huid aanwezige zenuwuit einden hevig prikkelen, waarbij over het ge heele lichaam een gevoel ontstaat of men met vuur in aanraking komt. Echter treedt hier geen hevige blaarvorming op. Voornamelijk Russische onderzoekers hebben zich met deze stoffen bezig gehouden. Schijnbaar wil men daar den toestand der bourgeoisie naar alle richtingen zoo netelig mogelijk maken. Meer curiositeitshalve zij iets medegedeeld over het den laatsten tijd genoemde verlam- mingsgas. Deze vreemde stoffen, want het zijn er meerdere, veroorzaken geen verlammingen in den echten medischen zin van het woord. Veel meer werken deze gassen in op het even wichtsorgaan, waardoor de getroffen personen neerstorten en den indruk van een verlamming wordt gewekt. Het schijnt, dat het gas eerst door het bloed opgenomen moet worden, dat het dan naar het orgaan toevoert. Reeds van Duitsche zijde zijn dergelijke stoffen bij wijze van proef in den wereldoor log gebruikt, zonder dat het nochtans tot een uitgebreidere toepassing is gekomen. Belang rijk zijn ze echter niet, daar ze niet door het masker heendringen. De argelooze burger, die voor korf het krantenbericht omtrent het nieu we pepergas las, moet zich wel met angst en vreeze afgevraagd hebben, of nu niet, ge zien het mosterdgas, het geheele olie- en azijn stelletje straks over zijn onschuldig hoofd wordt uitgestort. Zeer waarschijnlijk hebben we hier echter te maken met een variant op de bekende zeeslangverhalen uit den komkommer tijd. Resumeerende kan men zeggen, dat waar schijnlijk gebruikt zullen worden le een defensief, persistent blaartrekkend gas, type mosterdgas 2e een offensief, vluchtig blaartrekkend gas, 3e een z.g. netelgas, waarmede alle brisant- granaten gevuld zijn, zonder dat nochtans hun scherfwerking door de geringe hoeveelheid er van f 100250 gram) belangrijk verminderd zal zijn. Gaan we na in hoeverre de burgerbevolking hiermede te maken zal hebben, dan behooren we ons eerst de vraag te stellen of men zooiets afschuwelijks ook tegen de niet-combattanten, de weerlooze burgers zal durven gebruiken. Men zou erop kunnen wijzen, dat het zelfs in den afgeloopen oorlog niet voorgekomen is, dat men opzettelijk gasbommen op burgers wierp. Inderdaad dit is ook nooit gebeurd. Niet dat de burgerbevolking onbelangrijk was als aanvals- object, getuige slechts de beschieting van Parijs of de talrijke malen dat de Zeppelins opstegen of de vliegtuigen uitzwermden voor hun raids op Londen. Vielen hier geen honderden dooden en gewonden onder de burgerbevolking? Maar als dan het gaswapen zoo effectief is, waarom dan geen gasbommen geworpen? Het antwoord hierop luidt, dat lang niet alle gassen geschikt zijn om tegen de burgerbevolking ge bruikt te worden. Tot den zomer van 1917 had men geen enkel gas, dat hiervoor in aanmer king kwam, om de eenvoudige reden dat ze te weinig giftig waren. Voor de burgerbevolking had men een gas noodig dat intensief giftig is en reeds in zeer kleine hoeveelheden doodelijk. Deze eisch was onverbiddelijk gesteld door de draagkracht der vliegtuigen die het moes ten vervoeren. En hieraan voldeed zelfs het zwaar giftige phosgeen niet. Een enorme lucht vloot zou voor het vervoer hiervan noodig zijn. Veel geschikter hiervoor is het mosterdgas. De beschikbare hoeveelheid hiervan was echter veel te gering om aan een dergelijk gebruik te denken. De Duitsche chemische fabrieken kon den dit gas, dat ze langs een vrij ingewikkelden weg bereidden, niet zoo snel aanmaken om aan de vraag der fronten te voldoen. Ze konden er niet aan denken, nog eenige tientallen tonnen uit te trekken voor een aanval op een grootstad, afgezien nog van de vrijmaking van het be- ncodigde aantal vliegtuigen. Intusschen zijn de zaken gekeerd. De berei ding van het gas is vereenvoudigd, de militaire en civiele luchtvloot is in alle landen enorm uitgebreid en de draagkracht en snelheid der machines vergroot. Er zijn hier twee meeningen. Van pacifis tische zijde wordt veelal voorgesteld alsof een enkel vliegtuig een stad en dan nog liefst geen kleine, zou kunnen vernietigen. Van militaire zijde rekent men echter als volgt. Voor de ver gassing met mosterdgas is minstens noodig 10 gram per M2. Om een K.M.2 te besmetten is dus noodig 10.000 K.G. mosterdgas. Nemen we Berlijn als voorbeeld, met een oppervlakte van ruim 300 K.M.2, dan is voor de totale vergassing van deze grootstad noodig 3000.000 K.G. mos terdgas. Daarbij komt nog het metaalgewicht der bommen of tanks, waarin het gas zich bevindt en een eenvoudig rekensommetje leert, dat de vergassing onmogelijk is. Er zijn teveel vlieg tuigen noodig. Zoowel de pacifistische, als de militaire mee ning is onjuist. Deze eerst meening is te vaag en overdreven. Wat de tweede betreft, afgezien van de onmogelijkheid om juist iedere M2. te besmetten, neemt men ook maar direct een wereldstad als voorbeeld. Het is nu behalve on mogelijk ook absoluut onnoodig iederen M2. te besmetten. Zelfs indien van elke 10 M2. er slechts 1 besmet zou zijn, is een verblijf in een dergelijke stad onmogelijk. Men moet het zich veel meer zoo voorstellen, dat van een belangrijke stad de vitale punten rijkelijk met mosterdgas belegd zullen worden en daarnaast groote stukken van dichtbevolkte stadsgedeelten. De voor dergelijke vergassingen in aanmerking komende steden behoeven niet altijd de grootste te zijn. Belangrijke industrie- en mobilisatiecentra zifh in deze van veel groo- ter beteekenis. Voor dergelijke aanvallen" zijn echter tientallen zwaarbeladen en daardoor langzaam vliegende machines noodig, die om de geringere kans van ontdekking en om beter j aan eventueele achtervolgers te kunnen ontko men 's nachj.s hun gruwzaam werk zullen ver richten. Bovendien is dan het moment der ver rassing grooter. Men denke niet, dat men door zich weerloos te houden, gespaard zal blijven. Waren de dui zenden soldaten, die na de eerste chloorgas- j aanvallen de velden in Vlaanderen bedekten ook niet volkomen weerloos? En waren dit ook i niet de Russische regimenten welke bij Bolimov door het giftgas totaal vernietigd werden? Ze ker, dit zijn soldaten! Maar helpt dan niet de geheele burgerbevolking indirect mede aan den oorlog? Is dat niet feitelijk de geheele industrie, het geheele land gemobiliseerd? Juist des te zekerder zullen deze aanvallen komen, naar mate de bevolking weerloozcr is en er zich niet op voorbereidt. Want alleen dan zullen de pa niek en de ontzetting het grootste zijn, en zal het gewenschte doel bereikt worden. Drs. J. TH. H. Rampen, rampen en nog eens rampen. De cfdeeling „Katastrophen op de groote tentoonstelling „De Cameraingericht in de tentoonstellingszalen te Berlijn Aan de memorie van antwoord van den mi nister van sociale zaken aan de Tweede Ka mer betreffende het wetsontwerp wijziging van de gezondheidswet wordt ontleend, dat de minister zelf de bezwaren beseft, welke verscheiden leden tegen de opheffing van de gezondheidscommissies aanvoeren. Ook de re geering beschouwt de gezondheidscommissies als nuttige instellingen, maar zij heeft ernstig rekening te houden met den zeer zorgelijken toestand van de financiën van rijk en gemeen ten. Daarom moeten ook nuttige deelen van den overheidsdienst worden aangetast. Tegenover de dringend geboden bezuiniging kan niet een verhooging van de kosten der in specties staan. Met de voorgestelde wijziging van de gezond heidswet moet samengaan 'n wijziging van de woningwet, waartoe een voorstel de Kamer de zer dagen zal bereiken. Maar, zal de geraamde bezuiniging met 1 Januari 1934 ingaan, dan moet de wijziging der gezondheidswet voor dien datum in het staatsblad staan. Voorafgaande behandeling van deze wijziging is zeer wel mo gelijk, als de Kamer het ontwerp tot wijziging van de woningwet kent. De voorgestelde opheffing der commissies kan niet dcor het scheppen van een nieuwe or-' ganisatie, die kosten voor de publieke kassen zou veroorzaken, worden gecompenseerd. Voor de verbetering van de volkshuisvesting wordt in de wijziging van de woningwet in de plaats van de verplichtte opdracht aan de gezond heidscommissies in artikel 18 gesteld de toeken ning van een bevoegdheid aan de inspecteurs voor de volkshuisvesting, die daarmee aan be paald ontoelaatbare toestanden een eind zul len kunnen maken. De minister overweegt, in hoevere hij werk zaam kan zijn om te bevorderen, dat vrij zich vormende maatschappelijke kringen een deel van den arbeid zullen kunnen overnemen, wel ken tot heden de zeondheidscommissies ver richtten. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft met betrekking tot de Rijksbijdrage in de ge meentelijke kosten van werkloozenzorg aan de gemeentebesturen het volgende schrijven ge richt, mede namens de ministers van Sociale Zaken en Financiën. „Bij beschikking van 23 October 1933 hebben mijn Ambtgenooten van Sociale Zaken en van Financiën en ik voor het jaar 1933 voorschrif ten vastgesteld, betreffende de Rijksbijdrage in de gemeentelijke kosten van werkloosheidszorg. Deze voorschriften hebben ten doel de groote ongelijkheid in den druk van de werkloos heidslasten op de budgetten der gemeenten welke bij de toeneming der werkloosheid steeds tastbaarder werd tot kleinere afme tingen terug te brengen. Met het oog hierop is aan de factoren grootte van den last en draagkracht der gemeente een overwegen de invloed op de hoogte der Rijksbijdrage toe gekend. In 't bijzonder voor de gemeenten, wier fi nanciën door de crisislasten zijn of dreigen te worden ontwricht, zal de Rijksbijdrage vol gens deze voorschriften een aanmerkelijke ver lichting kunnen beteekenen. De op grond van deze voorschriften aan de gemeenten uit te keeren bedragen zullen ver moedelijk in totaal een som van 75% mil lioen beloopen. In welke zorgvolle omstandigheden de Rijks financiën zich bevinden en hoe uiterst be zwaarlijk zich dekking voor zulk een uitgave ook Iaat vinden, de Regeering heeft deson danks termen aanwezig geacht tot beschik baarstelling van dit bedrag over te gaan, uit overweging, dat de vaststelling van algemeene voorschriften door verschillende omstandighe den eerst kon plaats hebben op een tijdstip, dat het-jaar 1933 voor het grootste gedeelte was verstreken en de gemeentebesturen in de verwachting konden verkeeren, dat zij over het jaar 1933 een Rijksbijdrage zouden ont vangen, welke, in procenten van de desbetref fende uitgaven aangeduid, hooger of ten min ste van een gelijke hoogte zou zijn als over het jaar 1932 door hen is genoten. Rijksbijdrage van 1931 op lager niveau. I Teneinde echter voor het vervolg tot een financiering dezer uitgaven to geraken, welke in verband met de nog beschikbare middelen verantwoord is, acht de Regeering zich ver- I plicht reeds thans ter kennis van de gemeente- j besturen te brengen, dat de Rijksbijdrage voor het jaar 1934 in totaal op een belangrijk lager niveau zal moeten worden gebracht. Op de Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1934 is voor dit doel een bedrag van 46 miliioen uitgetrokken. Tot dit bediag, dat niet voor verhooging vat baar is, zal a*u-halve noodgedwongen in 1934 het totaal der Rijksbijdragen aan de gemeenten in de kosten der werkloosheidsbestrijding be perkt moeten blijven. Aangezien het in de be doeling ligt ook voor 1934 de verdeeling van dit bedrag tusschen de gemeenten te doen plaats hebben volgens algemeene normen in den geest, als thans voor 1933 zijn vastgesteld (met uitzondering alleen van de garantiebepaling), zullen aan den hand van de bovengenoemde cijfers de gemeentebesturen in taat zijn het bedrag der Rijksbijdrage waarop zij bij gelijk blijvende werkloosheidsuitgaven zullen kunnen rekenen, ten naastebij te becijferen. Zij zou den n.l. als subsidiebedrag voorloopig in de begrooting voor 1934 moeten ramen het 46/75e gedeelte van de Rijksbijdrage, die zij over 1933 zullen ontvangen, na aftrek van het gedeelte van die bijdrage, dat wegens de garantiebepa ling wordt ontvangen. De Regeering ontveinst zich geenszins, dat bij een dergelijke verlaging der Rijksbijdrage de gemeentefinanciën, indien de uitgaven gelijk zouden blijven, geheel zouden vastloopen. Zij is er zich dan ook van bewust, dat deze nood zakelijke verlaging van de Rijksbijdrage ge paard moet gaan met een zoodanige verlaging der uitgaven, dat het aandeel der crisisuitguven hetwelk per saldo ten laste der gemeente blijft, ook op de gemeentebegrooting gedekt zal kunnen worden. Uitgave voor steunverleening op den gewonen dienst. De gemeentebesturen zullen daartoe bij het vaststellen der gemeentebegrootingen voor 1934 dezelfde gedragslijn moeten volgen, welke de Regeering bij het opmaken der Rijksbegrooting voor dat jaar heeft toegepast. Zij zullen de uit gaven voor steunverleening en werkverschaf fing (de laatste, voorzoover deze naar hun aard niet op den kapitaaldienst behooren voor te komen) moeten brengen ten laste van den ge wonen dienst der gemeentebegrooting en er desondanks voor moeten zorgdragen, dat het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven, wat den gewonen dienst betreft, gehandhaafd blijft. Teneinde dit te bereiken zullen zij, vooreerst wat de inkomsten betreft, voorzoover een voor zichtig beleid zulks gedoogt en rekening hou dende met de realiteit, er naar moeten 'streven de middelen te vinden, welke tot dekking der gewone uitgaven noodig zijn. Blijft daarna een tekort op den gewonen dienst bestaan, dan zal dit gedekt moeten worden door verlaging dei- uitgaven; deze verlaging is noodzakelijk en onvermijdelijk, omdat het doen van uitgaven, welke niet door de inkomsten zijn gedekt, veel grootere nadeelen na zich zou sleepen dan aan de meest drastische verlaging van uitgaven verbonden kunnen zijn, terwijl een overheve ling van een grooter deel der gemeente-uitgaven naar het Rijksbudget momenteel uitgesloten is te achten. Ook voor de bestrijdng van de werk loosheid zullen dus op het gemeentebudget geen hoogere uitgaven geraamd kunnen worden dan met inachtneming van de bovenstaande be ginselen op dat budget uit gewone middelen kunnen worden gedekt. Wanneer bij toepassing van bovenstaande methode, op het gewone budget voor de werkloosheidsbestrijding een bedrag moet worden uitgetrokken, dat naar het oordeel van het gemeentebestuur ontoereikend is om de uitgaven in het jaar 1934, geraamd op de basis van 1933, te bestrijden, zal de onder- geteekende gaarne, zoo spoedig mogelijk, een gemotiveerde berekening tegemoet zien van het bedrag, dat het op het budget uitgetrokken uitgavencijfer wegens kosten der werkloosheids bestrijding naar het oordeel van het gemeente bestuur te laag is te achten. Deze berekening en de daarbij te voegen toe lichting zullen moeten acintoonen, dat inderdaad het budget geen gelegenheid biedt om een groo ter bedrag aan werkloosheidslasten te dragen, dan waarmede de begrooting voor 1934 werd bezwaard. De gemeenten moeten bezui nigen. Aan deze voorwaarde zal niet zijn voldaan, wanneer uit de stukken niet blijkt, dat de hef fingen in de gemeente zoo hoog als voor de gemeente praktisch mogelijk is, zijn opgevoerd en dat op de verschillende categorieën van uit gaven als jaarwedden en loonen, onderhoud ge meente-eigendommen en werken, subsidies, on verplicht onderwijs, armenzorg enz. een zoo danig bedrag is bezuinigd als in verband met de crisismoeilijkheden noodzakelijk is. Het op de begrooting voor 1934 netto ten laste der gemeente blijvende bedrag wegens uitga ven voor werkloosheidszorg zal dan in het al gemeen aldus zijn te berekenen, dat het bedrag, hetwelk in 1933 voor dit doel netto ten laste van het gemeentebudget komt, wordt verhoogd met het resultaat van de evengenoemde verhooging van inkomsten en verlaging van uitgaven, en daarna wordt verminderd met het bedrag, dat desondanks per saldo niet op den gewonen dienst dier begrooting kan worden gedekt. Inzending der opgave laatstbedoeld, van het buiten de begrooting te houden bedrag behoort aan mij te geschieden, zoodra de gemeentebe grooting volgens de boven toegelichte beginse len door den gemeenteraad is vastgesteld. Aan Gedeputeerde Staten behoort deze opgave te gelijkertijd met de gemeentebegrooting voor 1S34 te worden aangeboden. Van den emstigen wil der gemeentebesturen, j om met cle Regeering op de aangeduide wijze j spontaan mede te werken tot de handhaving of j het herstel van het evenwicb in de budgetten van de gemeenten houd ik mij bij voorbaat overtuigd." De R.-K. Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem houdt zijn Najaars-Centrale Raads vergadering op Woensdag 8 November a.s. in Den Haag. De vergadering begint te 9 uur met een H. Mis tot intentie van den Bond op te dragen in de St. Theresiakerk, Westeinde, door den Z.- Eerw. Heer Rector L. Brink, geestelijk adviseur der afdeeling Den Haag. Na de afdoening der financieele jaarstukken volgt de verkiezing van drie leden van het hoofdbestuur. Volgens het rooster zijn aan de beurt van aftredingde heeren W. Boon, te 's-Gravenhage, H. E. v. d. Brule te Rotterdam en A. J. van Rest, te Poeldijk. De heeren v. d. Brule en Van Rest stellen zich herkiesbaar. De heer Boon meent in ver band met familie-omstandigheden, %ich niet meer herkiesbaar te kunnen stellen. Voorts drent de verkiezing van een lid van den Middenstandsraad plaats te vinden, we gens periodieke aftreding van den heer C. J. G. Struycken, die door het hoofdbestuur we derom candidaat wordt gesteld. Van de afdeelingen komen o.a. voorsteilen in behandeling over hoogere aftrek van levens verzekeringspremie bij de Inkomstenbelasting (Zaandam) een R.-K. middenstandszieken fonds? (Delft); demonstratief vertoon (Rijs wijk) de regeering en het autovervoer (Rijs wijk) verbod van zakendoen voor wachtgel ders en gepensionneerden (Rijswijk) binding der vestigingsmogelijkheid van ondernemingen (Rijswijk) en een uitspraak tegen den verkoop van ontoelaatbare kleeding (Alkmaar). Amsterdam-West heeft Zaterdagmiddag weer eens kunnen lusten van opstootjes, welke ont stonden bij het colporteeren van politieke par tijblaadjes. In de „Tribune" was namelijk aan gekondigd, dat leden van de N.S.B. Zaterdag middag het clubhuis aan de Helmersstraat zouden verlaten om een colportagetocht te gaan ondernemen In de drukste stratep van West. Natuurlijk had het communistische orgaan dit niet uit beleefdheid of ter aanmoediging aan gekondigd. Zij had haar leden tevens opge roepen eveneens op hetzelfde tijdstip en in de zelfde straten met hun blaadjes te gaan col porteeren. Voorzorgsmaatregelen der politie. De politie was van alles op de hoogte en had reeds van te voren maatregelen genomen om botsingen en relletjes te kunnen voorkomen. Een inspecteur van bureau Overtoom, vier rui ters, twee overvalauto's, vijf motorrijwielen met zijspan, alsmede een tiental agenten te voet stonden om kwart over twee bij het kring huis van de N.S.B. in de Helmersstraat opge steld, toen een 60-tal leden uit de deur kwam om met het verspreiden van de lectuur te be ginnen. Echter was daar een groot aantal O.S.P.'ers en communisten aanwezig, die even eens luidkeels met hun waar begonnen te ven ten. Dit bracht in de Helmersstraat een onaan gename stemming teweeg en de politie begon dan maar alvast de aangroeiende menigte nieuwsgierigen tot doorloopen aan te manen. De zwarthemden vielen de J. P. Heijestraat binnen, door talrijke agenten omringd. Het winkelend publiek was echter zeer gedupeerd vanwege de drukte en het lawaai dat werd ge maakt. Veel vrouwen vonden het dan ook'raad zaam zich veilig in een zijstraat niaar vast in veiligheid te stellen. Gevolgd door een groote menigte trok men naar de Kinkerstraat, waar men linksaf sloeg in de richting Wiegbrug. Hier voegden zich enkele rechercheurs met honden zich bij de politiebewaking. Zoo nu en dan werd een lastige O.S.P.'er of communist verwijderd, doch tot handtastelijkheden kwam het nog niet. Wel werd er flink geschreeuwd en gejoeld. Eerst in de Witte de Withstraat, waar de politiebewaking door bureau Admiraal de Ruy- terweg was overgenomen, achtte de bevelvoe rende inspecteur het noodig, de bereden agen ten op en neer te laten rijden, waardoor de druk op de fascisten eenigszins werd verlicht. De menigte groeide echter telkens weer sterk aan. Toen de Krommert bereikt was gelastte hoofdinspecteur Modderman de fascisten aan den eenen kant, en de communisten en O.S.P.'ers aan den anderen kant van den Ad miraal de Ruyterweg te gaan colporteeren. In plaats dat hieraan gevolg werd gegeven drong de menigte meer en meer op, zoodat de fas cisten het bepaald benauwd kregen en de po litie de menschen moest sommeeren uiteen te gaan. De politie trekt de wapens- Toen hieraan geen gevolg werd gegeven wer den de wapens getrokken en voerde de politie een charge uit die klonk als een klok. Vergeten was de politiek. Colporteurs en aanhang stoven om het hardst naar alle kanten uiteen om het vege lijf in veiligheid te stellen, doch dit hielp veelal niet. Er werden duchtige tikken geïn casseerd. Binnen een ommezien van tijd was de Krommert verlaten en het publiek de Van Speykstraat en andere zijstraten ingevlucht. De N.S.B.'ers werden toen door den hoofdin specteur aangezegd, het colporteeren maar te staken, waaraan zij direct gevolg gaven. Maar de fascisten waren toen nog lang niet thuis. Want toen zij den terugweg wilden aan vaarden bleek het, dat de tegenstanders zich in de zijstraten hadden opgesteld om opnieuw het spel te beginnen. Inmiddels was een over- val-aulo van liet hoofdbureau ter assistentie aangekomen, die met een andere auto de Van Speykstraat inreed en stoep op stoep af deze schoonveegde, waarbij de bezetting van de wagens met de wapens de betoogers tot spoed aanzette. De fascisten vervolgden hun weg naar het kringhuis Helmersstraat. De politie hield den weg voor hen vrij. Echter moest zij in de De Clercqstraat evenals in de Kinkerstraat van de wapens gebruik maken, daar de tegenstanders van de zwarthemden niet loslieten. De Helmers straat was geheel door de politie afgezet. In totaal werden vier personen wegens opruiing gearresteerd. Fascisten onder politiegeleide naar huis. Teruggekeerd in hun huis wilden de fascisten dit met kleine groepjes weer verlaten. Het bleek echter, dat de tegenstanders waren blijven wachten, zoodat toen de N.S.B.'ers naar huis wilden gaan zij op straat werden lastig ge vallen. Na een overhaaste vlucht zochten zij dan veiligheid bij de politie in het posthuis Borgerstraat en bureau Overtoom, die voor een verder geleide naar huis zorgdroeg. Den geheelen middag is het in West rumoerig gebleven. Om half vijf was de rust in de Hel mersstraat weergekeerd doch om vijf uur bleek weer in deze straat zich een groote menschen- menigte te hebben verzameld. Voor de laatste maal voerde de politie toen nog een korte charge uit, waarna de betoogers zeker honger kregen en van het strijdtooneel verdwenen. Een sterke politiemacht bleef achter in dit gedeelte van de stad achter, om eventueele nieuwe rel letjes te voorkomen. Betaling zou geschieden met Braziliaansche producten. BUENOS AIRES, 4 November1933 (R O.) Een vertegenwoordiger van enkele scheeps bouwmaatschappijen, gevestigd te Amsterdam, heeft de Braziliaansche Regeering den bouw van een petroleumtanksehip van 10.000 ton voprge- steld, dat. zou worden betaald met producten van Braziliaanschen bodem. Galant. „Deze pijnen, dokter, herinneren toch niet aan komenden ouderdom?" „Neen, integendeel, dame, ik geloof eerder dat zij wijzen op een vertraagde kinderziekte." De vrije leverancierskeus. De Voorzitter en eenige andere leden van het Comité van Actie van Margarinehandelaren zijn gisteren in audiëntie ontvangen door Mi nister Verschuur. Tegenwoordig waren mede de rechtsgeleerd adviseur van het Comité, mr. dr. M. F. A. Völlmar en de economische raads man, de heer G. van Duyn, accountant. De Minister verleende willig oor aan de woordvoerders en verzocht hun op korten ter mijn aan hem te willen inzenden een schrif telijk exposé, waarin ook geformuleerd zoude zijn de aan den Minister voorgesteld in het belang van margarinehandelaren te treffen maatregelen, daarop neerkomende, dat mar garinehandelaren bij het doen van hun be stellingen wederom vrije keus van leverancier zouden hebben en 'niet zooals in de laatste tijd zouden zijn aangewezen op een bepaalde fabriek tengevolge waarvan de concurrentie met alle nadeelige gevolgen van dien totaal is uitgeslo ten. Het spreekt vanzelf, dat het Comité op zeer korten termijn aan het verzoeok van den Mi nister gevolg zal geven. DE GOUVERNEUR VAN CELEBES. Pensioen aangevraagd. BATAVIA, 4 Nov. (ANETA.) De Gouverneur van Celebes en Onderhoo- rgheden de heer L. J. J. Caron diende een aan vrage om pensioen in per 27 December, waarop het Departement van Binnenlandsch Bestuur de Regeering voorstelde den Resident J L. M. Swaab, die thans met buitenlandsch verlof is terug te roepen. Bij H. Stumpel, Hoorn, verscheen de brochure „Het Fascisme, een oude dwaling in een nieuw kleed", door rector Bots, pr. Rector Bots wijst er op, dat Hegel is te be schouwen als de vader van de nationalistische machtstheorie: „Volgens Hegel is er maar één zedelijkheid en dat is de wil van den Staat, in zijn dienst be staat geen onderscheid tusschen recht en on recht, tusschen gruwzaamheid en menschelijk- heid. Al zijn wetten zijn van goddelijken aard en aanbiddenswaardig. Alleen binnen het raam der staatkundige zedelijkheid is persoonlijke zedelijkheid mogelijk. De enkeling krijgt vrij heid, door te deelen in de vrijheid van den Staat, de enkeling wordt zedelijk, door den wil te volgen van den Staat. Hegel zag de menschheid gedragen door een grooten wereld-geest en dien geest zag hij in den loop der geschiedenis in dat volk het best tot uiting komen, dat het sterkste was en het kwam er dus voor eiken Staat op aan zoo sterk mogelijk te zijn dat was de hoogste zeden wet. Daaraan was alles onderworpen, ook de wetenschap en de kunst en zelfs de godsdienst, zij allen moesten dienen om de staatsmacht te versterken; hij eischte zelfs van den Staat het recht van oppertoezicht over de Kerk. Begrij pelijk moest hij dan ook van de Katholieke Kerk niets hebben en noemde haar staats- vijandig. Tegenover den Staat was geen rechts- eisch mogelijk want de Staat is macht. Daarde hoogste macht volgens Hegel het hoogste belang van den Staat is, spreekt het van zelf, dat hij ook den oorlog aanbeval als nood zakelijk middel om de staatsmacht uit te brei den. Deze ongeloovige theorie, waarin de enkeling met zijn eigen idealen en eigen geweten, en waarin zelfs God zelf met zijn heilige rechten geheel worden opgeslorpt door en onderge schikt gemaakt aan het Staatsbelang, was in de voor-oorlogsche jaren niet geheel verdoken in de stoffige folianten van een universiteitsbiblio theek, maar werd wel degelijk in sommige Duitsche kringen gehuldigd en openlijk bele den zooals blijkt uit een boek van een caval- lerie-generaal Bernhardi getiteld „Duitschland en de naaste oorlog", waarin onomwonden de stelling wordt verdedigd, dat het staatkundige leven geen moraal kent en de christelijke mo raal nooit een politieke kan zijn, want „macht en oorlog hebben in de politiek alles te beslissen." Uit deze korte uiteenzetting van Hegei's staat kundig systeem zal de aandachtige lezer gemak kelijk begrijpen, dat volgens deze theorie met uiterlijke machtsmiddelen een volk wel kan ge dwongen worden voor een tijd tot een mecha nische eenheid maar nooit tot een organisch geheel, waarin de menschelijke persoonlijkheid tot haar recht komt. In dit systeem wordt de natuurlijke orde om gekeerd; de Staat wordt van middel tot doel gemaakt. De Staat dient niet meer om de be langen der onderdanen te dienen maar de on derdanen worden geheel ondergeschikt ge maakt aan den machtswellust van den Staat. Welnu, deze Hegel schijnt de profeet te zijn van het staatkundig maatschappelijk leven van verschillende landen in Europa, waar het Fas cisme den boventoon voert". Het resultaat der onderzoekingen. Het derde slachtoffer maakt het vry goed. Zaterdagmorgen zijn te Schoonhoven ge arriveerd de Inspecteur van de Volksgezond heid en een Ingenieur, teneinde een onder zoek in te stellen naar de soort van het gas, dat oorzaak is geweest, dat 3 menschen bewus teloos in huis werden gevonden, waarvan reeds twee zijn overleden. Het resultaat van deze onderzoekingen is thans vastgesteld, n.l. dat het geen modder- of moerasgas is geweest, zooals algemeen werd gedacht, doch wel degelijk lichtgas. Dit resul taat is van zeer groot belang voor de menschen die langs de, sedert eenige maanden geleden ge dempte Zevender wonen, daar vooral in de laatste dagen meer en meer werd veronder steld, dat de giftige gassen afkomstig zouden zijn uit die gedempte modderpoel. Zooals reeds gemeld zijn in de onmiddellijke omgeving van het huis opgravingen gedaan, waarbij men tot de ontdekking is gekomen, dat er een lek was in het buizennet van de straatleiding, waardoor het lichtgas is ontsnapt en zich heeft verzameld in de gewelven ter plaatse. Deze gassen schijnen door de vloer van de woning te zijn doorgedrongen met het bekende gevolg. Het derde slachtoffer, de dochter van de Wed. v. d. Berg die in het St. Jozefpaviljoen te Gouda is opgenomen, maakt het vrij goed. Het stoffelijk overschot van de Wed. v. d. Berg is heden begraven en dat van den heer A. Walter zal Dinsdagmorgen, na een plechtige H. Mis en uitvaart ,op het R. K. Kerkhof ter aarde worden besteld. Een soort gummistok ervoor in de plaats. Men meldt ons uit Amsterdam; Naar wij vernemen zal de lange sabel die de bereden agenten gebruiken vervallen en in de plaats daarvan een soort lange gummistok worden gebruikt, welke wapenstok met leer omkleed zal zijn. Dit model wordt zoowel bij de Rotterdamsche als bij de Londensche poli tie tot tevredenheid gebruikt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6