MODERNE STRIJDGASSEN
M' ffl
-Mi
I
DE GEMEENTEN EN DE WERK-
LOOZENZORG.
MAANDAG 6 NOVEMBER 1935
DE GASSEN VAN DEN TOEKOMST
OORLOG.
De aanval op de burgerbevolking.
A» ilÉi
W:
Ui
RIJKSBIJDRAGE VOOR 1934 OP
BELANGRIJK LAGER NIVEAU.
Een bedrag van 46 millioen
uitgetrokken.
WIJZIGING VAN DE WONINGWET
Een voorstel wordt dezer dagen
bij de Kamer ingediend.
De opheffing der gezondheids
commissies.
DE GEMEENTEN ZULLEN STERK
MOETEN BEZUINIGEN.
RELLETJES IN A'DAM WEST.
R. K. MIDDENSTANDSBOND IN HE.T
BISDOM HAARLEM.
De najaars-centrale raad.
Gevolgen van colportage met
partijbladen.
Een politiecliarge deed de politiek
vergeten.
BOUW VAN EEN NEDERLANDSCH
TANKSCHIP VOOR BRAZILIË
MINISTER EN MARGARINEHANDEL.
HET FASCISME.
DE VERGIFTIGINGSZAAK
TE SCHOONHOVEN
BEREDEN AGENTEN VERLIEZEN
HUN SABEL.
Kemal Pasja rechtsgedurende het défilé
der troepen op den tienden verjaardag detj
Turkschc republiek.
Ingevolge artikel 172 van het verdrag van
Versailles moest Duitschland, binnen drie
maanden na de inwerkingtreding ervan, den
geallieerden mededeelen den aard en de berei
ding van alle sprihg- en giftstoffen of andere
chemische praeparaten, die door hen in den
loop van den oorlog zijn gebruikt, of waarvan
het gebruik werd voorbereid. Dies toog een
wetenschappelijke commissie naar de Duitsche
chemische fabrieken om achter de geheimen
van het vak te komen. De ontvangst der com
missie was tegen alle verwachtingen in, aller
hartelijkst. Feestelijke diners en aangename
excursies wisselden eikaar af. Hoe men echter
verschillende strijdgassen, waaronder zeer be
langrijke, niet moet bereiden, kunt U vinden
in het door Norris geschreven verslag der com
missie. Ongetwijfeld zijn de bereidingen for
meel juist opgegeven, om echter deze stoffen
te kunnen bereiden met goed rendement, is
meer noodig dan actievergelijking en een
kookkolf.
Omtrent de strijdgassen welke men op het
einde van den oorlog in voorbereiding had,
weten we van Duitsche zijde weinig of niets.
Als in alle oorlogvoerende landen is er enorm
intensief naar nieuwere producten gezocht.
Bizarre wetenschap als de chemie is, geeft ze
aan hare beoefenaars vaak de meest onver
wachte en ongewenschte resultaten. Dat on
dervond de bekende Duitsche chemicus Wie-
land bij zijn onderzoekingen om een in bouw
met het mosterdgas overeenkomende arseni-
cumverbinding te maken, die vermoedelijk nog
veel giftiger zou zijn. Inplaats van het ver
wachte dood- en verderfbrengende vergift,
kreeg hij een volkomen onschuldige, fraaie
blauwe kleurstof. Een andere, eveneens door
hem bereide stof en waarvan ook een groote
giftigheid verwacht werd, bleek achteraf een
matig stinkend gevaarloos product te zijn.
Van Amerikaansche zijde is men zeer ge
heimzinnig geweest, met het dcor den chemicus
Capt. Lee Lewis van de Catholic Northwestern
University gevonden Lewisiet. Zeer veel ver
wachtte men van deze stof, die evenals mos
terdgas een sterke blaartrekker is, maar bij
inademing giftiger bleek te zijn. De Ameri
kaansche gasgeneraal Fries hield het wicht ten
doop en noemde het „The Dew of Death", doo-
delijke dauw, en dacht het vanuit vliegtuigen
te werpen. Om toch maar de bereiding ervan
geheel geheim te houden, begaven zich in
Wiloughsby, een voorstad van Cleveland, 800
man in vrijwillige gevangenschap. Het was
overbodig. Ook de Duitsche scheikundigen
hadden dit gas reeds gevonden, zooals uit pu
blicaties van Wieland blijkt, het echter onge
schikt bevonden, omdat het direct blaren trekt,
zoodat men onmiddellijk het besmette terrein
bemerkt. Bovendien genezen de wonden sneller,
ontbreekt de secundaire infectie, is de gerani-
umgeur die het product bezit te sterk en be
vat het niet minder dan 38 pet. van het dure
arseen. De Amerikanen hebben hun vergissing
ook ingezien, tenminste de geheele voorraad,
die niet tot inzet is gekomen, werd op 80 K.M.
uit de kust, niet tot genoegen van de visschen,
in zee neergelaten.
Welke gassen zal men in de toekomst ge
bruiken
Men kan zeggen dat de technische ontwik
keling van een nieuwen oorlog daar begint,
waar de oude opgehouden heeft. Het is toch
doelloos, gassen aan te wenden, waartegen het
masker beschermt. Evenmin als men er aan
denkt om de moderne oorlogsspringstof trotyl,
weer door het oude buskruit te gaan vervan
gen, zoo ook denkt men er niet aan om strijd
gassen als chloor, phosgeen, chloorpicrine,
blauwkruisgas, e. d. in het veld te brengen.
Het moderne masker beschermt tegen al deze
stoffen en bij een goed gedisciplineerden troep
kan men verwachten dat het tijdig opgezet
wordt. Slechts het mosterdgas, dat de geheele
huid aantast, blijft nog over.
Maar is het dan niet mogelijk dat men gas
sen zal vinden, welke door de vullingbus zul
len heendringen zooals indertijd het blauw
kruisgas Zeker probeert men dit en men
tracht dan verbindingen te gebruiken, welke
in de vullingbus van het masker, het vergif
tigde koolmonoxyde of blauwzuur, die niet of
slecht worden tegengehouden, weer loslaten.
Maar veel belangrijker dan deze pogingen om
de vullingbus te doorslaan, zijn de onderzoe
kingen die vooral van Russische en Duitsche
zijde verricht zijn, omtrent een geheel nieuwe
groep van gassen, n.l. die der vluchtige blaar-
trekkers, waartoe ook de z.g. netelgassen ge
rekend kunnen worden.
Tot goed begrip van deze merkwaardige, en
gevreesde stoffen zij er aan herinnerd, dat het
mosterdgas tot de niet-vluchtige of persistente
blaartrekkers behoort. Een terrein, dat er
mede besmet is, blijft voor beide partijen ge
durende 10—14 dagen niet te betreden. Bij hun
terugtocht besmetten de Duitschers dan ook
herhaalde malen een breede strook terrein tus-
schen hen en den opdringenden, overmachti-
gen tegenstander.
Het is nu door de constructie van het geper
fectioneerd masker een dringende eisch ge
worden om nieuwe strijdgassen te vinden voor
den aanval. Men moet dus hebben, of een gas
dat door het masker heendringt, zooals boven
genoemd, of een vluchtig blaartrekkend gas,
dat direct over het geheele lichaam zware
brandwonden veroorzaakt en dan snel uit het
terrein wegtrekt, zoodat de stormtroepen on
gehinderd kunnen volgen.
Inderdaad bestaan er thans zelfs meerdere
van dergelijke verderfbrengende stoffen. De
inwerking op de onbeschermde slijmvliezen
van mond, neus en keel is natuurlijk veel he
viger dan die op de huid en vooral de oogen
worden ontstellend snel .stukgevreten. De tot
bovenstaande groep behoorende netelgassen
zijn een verbetering van het blauwkruisgas. in
dien zin, dat behalve de reeds genoemde wer
king op neus-, keel- en ademhalingsorganen,
ze de overal in de huid aanwezige zenuwuit
einden hevig prikkelen, waarbij over het ge
heele lichaam een gevoel ontstaat of men met
vuur in aanraking komt. Echter treedt hier
geen hevige blaarvorming op. Voornamelijk
Russische onderzoekers hebben zich met deze
stoffen bezig gehouden. Schijnbaar wil men
daar den toestand der bourgeoisie naar alle
richtingen zoo netelig mogelijk maken.
Meer curiositeitshalve zij iets medegedeeld
over het den laatsten tijd genoemde verlam-
mingsgas. Deze vreemde stoffen, want het zijn
er meerdere, veroorzaken geen verlammingen
in den echten medischen zin van het woord.
Veel meer werken deze gassen in op het even
wichtsorgaan, waardoor de getroffen personen
neerstorten en den indruk van een verlamming
wordt gewekt. Het schijnt, dat het gas eerst
door het bloed opgenomen moet worden, dat
het dan naar het orgaan toevoert.
Reeds van Duitsche zijde zijn dergelijke
stoffen bij wijze van proef in den wereldoor
log gebruikt, zonder dat het nochtans tot een
uitgebreidere toepassing is gekomen. Belang
rijk zijn ze echter niet, daar ze niet door het
masker heendringen. De argelooze burger, die
voor korf het krantenbericht omtrent het nieu
we pepergas las, moet zich wel met angst en
vreeze afgevraagd hebben, of nu niet, ge
zien het mosterdgas, het geheele olie- en azijn
stelletje straks over zijn onschuldig hoofd
wordt uitgestort. Zeer waarschijnlijk hebben
we hier echter te maken met een variant op de
bekende zeeslangverhalen uit den komkommer
tijd. Resumeerende kan men zeggen, dat waar
schijnlijk gebruikt zullen worden
le een defensief, persistent blaartrekkend
gas, type mosterdgas
2e een offensief, vluchtig blaartrekkend gas,
3e een z.g. netelgas, waarmede alle brisant-
granaten gevuld zijn, zonder dat nochtans hun
scherfwerking door de geringe hoeveelheid er
van f 100250 gram) belangrijk verminderd
zal zijn.
Gaan we na in hoeverre de burgerbevolking
hiermede te maken zal hebben, dan behooren
we ons eerst de vraag te stellen of men zooiets
afschuwelijks ook tegen de niet-combattanten,
de weerlooze burgers zal durven gebruiken.
Men zou erop kunnen wijzen, dat het zelfs in
den afgeloopen oorlog niet voorgekomen is, dat
men opzettelijk gasbommen op burgers wierp.
Inderdaad dit is ook nooit gebeurd. Niet dat de
burgerbevolking onbelangrijk was als aanvals-
object, getuige slechts de beschieting van Parijs
of de talrijke malen dat de Zeppelins opstegen
of de vliegtuigen uitzwermden voor hun raids
op Londen. Vielen hier geen honderden dooden
en gewonden onder de burgerbevolking?
Maar als dan het gaswapen zoo effectief is,
waarom dan geen gasbommen geworpen? Het
antwoord hierop luidt, dat lang niet alle gassen
geschikt zijn om tegen de burgerbevolking ge
bruikt te worden. Tot den zomer van 1917 had
men geen enkel gas, dat hiervoor in aanmer
king kwam, om de eenvoudige reden dat ze
te weinig giftig waren.
Voor de burgerbevolking had men een gas
noodig dat intensief giftig is en reeds in zeer
kleine hoeveelheden doodelijk.
Deze eisch was onverbiddelijk gesteld door
de draagkracht der vliegtuigen die het moes
ten vervoeren. En hieraan voldeed zelfs het
zwaar giftige phosgeen niet. Een enorme lucht
vloot zou voor het vervoer hiervan noodig zijn.
Veel geschikter hiervoor is het mosterdgas.
De beschikbare hoeveelheid hiervan was echter
veel te gering om aan een dergelijk gebruik te
denken. De Duitsche chemische fabrieken kon
den dit gas, dat ze langs een vrij ingewikkelden
weg bereidden, niet zoo snel aanmaken om aan
de vraag der fronten te voldoen. Ze konden er
niet aan denken, nog eenige tientallen tonnen
uit te trekken voor een aanval op een grootstad,
afgezien nog van de vrijmaking van het be-
ncodigde aantal vliegtuigen.
Intusschen zijn de zaken gekeerd. De berei
ding van het gas is vereenvoudigd, de militaire
en civiele luchtvloot is in alle landen enorm
uitgebreid en de draagkracht en snelheid der
machines vergroot.
Er zijn hier twee meeningen. Van pacifis
tische zijde wordt veelal voorgesteld alsof een
enkel vliegtuig een stad en dan nog liefst geen
kleine, zou kunnen vernietigen. Van militaire
zijde rekent men echter als volgt. Voor de ver
gassing met mosterdgas is minstens noodig
10 gram per M2. Om een K.M.2 te besmetten is
dus noodig 10.000 K.G. mosterdgas. Nemen we
Berlijn als voorbeeld, met een oppervlakte van
ruim 300 K.M.2, dan is voor de totale vergassing
van deze grootstad noodig 3000.000 K.G. mos
terdgas.
Daarbij komt nog het metaalgewicht der
bommen of tanks, waarin het gas zich bevindt
en een eenvoudig rekensommetje leert, dat de
vergassing onmogelijk is. Er zijn teveel vlieg
tuigen noodig.
Zoowel de pacifistische, als de militaire mee
ning is onjuist. Deze eerst meening is te vaag
en overdreven. Wat de tweede betreft, afgezien
van de onmogelijkheid om juist iedere M2. te
besmetten, neemt men ook maar direct een
wereldstad als voorbeeld. Het is nu behalve on
mogelijk ook absoluut onnoodig iederen
M2. te besmetten. Zelfs indien van elke 10 M2.
er slechts 1 besmet zou zijn, is een verblijf in
een dergelijke stad onmogelijk.
Men moet het zich veel meer zoo voorstellen,
dat van een belangrijke stad de vitale punten
rijkelijk met mosterdgas belegd zullen worden
en daarnaast groote stukken van dichtbevolkte
stadsgedeelten. De voor dergelijke vergassingen
in aanmerking komende steden behoeven niet
altijd de grootste te zijn. Belangrijke industrie-
en mobilisatiecentra zifh in deze van veel groo-
ter beteekenis. Voor dergelijke aanvallen" zijn
echter tientallen zwaarbeladen en daardoor
langzaam vliegende machines noodig, die om
de geringere kans van ontdekking en om beter
j aan eventueele achtervolgers te kunnen ontko
men 's nachj.s hun gruwzaam werk zullen ver
richten. Bovendien is dan het moment der ver
rassing grooter.
Men denke niet, dat men door zich weerloos
te houden, gespaard zal blijven. Waren de dui
zenden soldaten, die na de eerste chloorgas-
j aanvallen de velden in Vlaanderen bedekten
ook niet volkomen weerloos? En waren dit ook
i niet de Russische regimenten welke bij Bolimov
door het giftgas totaal vernietigd werden? Ze
ker, dit zijn soldaten! Maar helpt dan niet de
geheele burgerbevolking indirect mede aan den
oorlog? Is dat niet feitelijk de geheele industrie,
het geheele land gemobiliseerd? Juist des te
zekerder zullen deze aanvallen komen, naar
mate de bevolking weerloozcr is en er zich niet
op voorbereidt. Want alleen dan zullen de pa
niek en de ontzetting het grootste zijn, en zal
het gewenschte doel bereikt worden.
Drs. J. TH. H.
Rampen, rampen en nog eens rampen. De cfdeeling „Katastrophen op de groote
tentoonstelling „De Cameraingericht in de tentoonstellingszalen te Berlijn
Aan de memorie van antwoord van den mi
nister van sociale zaken aan de Tweede Ka
mer betreffende het wetsontwerp wijziging
van de gezondheidswet wordt ontleend, dat
de minister zelf de bezwaren beseft, welke
verscheiden leden tegen de opheffing van de
gezondheidscommissies aanvoeren. Ook de re
geering beschouwt de gezondheidscommissies
als nuttige instellingen, maar zij heeft ernstig
rekening te houden met den zeer zorgelijken
toestand van de financiën van rijk en gemeen
ten. Daarom moeten ook nuttige deelen van
den overheidsdienst worden aangetast.
Tegenover de dringend geboden bezuiniging
kan niet een verhooging van de kosten der in
specties staan.
Met de voorgestelde wijziging van de gezond
heidswet moet samengaan 'n wijziging van de
woningwet, waartoe een voorstel de Kamer de
zer dagen zal bereiken. Maar, zal de geraamde
bezuiniging met 1 Januari 1934 ingaan, dan
moet de wijziging der gezondheidswet voor dien
datum in het staatsblad staan. Voorafgaande
behandeling van deze wijziging is zeer wel mo
gelijk, als de Kamer het ontwerp tot wijziging
van de woningwet kent.
De voorgestelde opheffing der commissies
kan niet dcor het scheppen van een nieuwe or-'
ganisatie, die kosten voor de publieke kassen
zou veroorzaken, worden gecompenseerd. Voor
de verbetering van de volkshuisvesting wordt
in de wijziging van de woningwet in de plaats
van de verplichtte opdracht aan de gezond
heidscommissies in artikel 18 gesteld de toeken
ning van een bevoegdheid aan de inspecteurs
voor de volkshuisvesting, die daarmee aan be
paald ontoelaatbare toestanden een eind zul
len kunnen maken.
De minister overweegt, in hoevere hij werk
zaam kan zijn om te bevorderen, dat vrij zich
vormende maatschappelijke kringen een deel
van den arbeid zullen kunnen overnemen, wel
ken tot heden de zeondheidscommissies ver
richtten.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
met betrekking tot de Rijksbijdrage in de ge
meentelijke kosten van werkloozenzorg aan de
gemeentebesturen het volgende schrijven ge
richt, mede namens de ministers van Sociale
Zaken en Financiën.
„Bij beschikking van 23 October 1933 hebben
mijn Ambtgenooten van Sociale Zaken en van
Financiën en ik voor het jaar 1933 voorschrif
ten vastgesteld, betreffende de Rijksbijdrage in
de gemeentelijke kosten van werkloosheidszorg.
Deze voorschriften hebben ten doel de groote
ongelijkheid in den druk van de werkloos
heidslasten op de budgetten der gemeenten
welke bij de toeneming der werkloosheid
steeds tastbaarder werd tot kleinere afme
tingen terug te brengen. Met het oog hierop is
aan de factoren grootte van den last en
draagkracht der gemeente een overwegen
de invloed op de hoogte der Rijksbijdrage toe
gekend.
In 't bijzonder voor de gemeenten, wier fi
nanciën door de crisislasten zijn of dreigen te
worden ontwricht, zal de Rijksbijdrage vol
gens deze voorschriften een aanmerkelijke ver
lichting kunnen beteekenen.
De op grond van deze voorschriften aan de
gemeenten uit te keeren bedragen zullen ver
moedelijk in totaal een som van 75% mil
lioen beloopen.
In welke zorgvolle omstandigheden de Rijks
financiën zich bevinden en hoe uiterst be
zwaarlijk zich dekking voor zulk een uitgave
ook Iaat vinden, de Regeering heeft deson
danks termen aanwezig geacht tot beschik
baarstelling van dit bedrag over te gaan, uit
overweging, dat de vaststelling van algemeene
voorschriften door verschillende omstandighe
den eerst kon plaats hebben op een tijdstip,
dat het-jaar 1933 voor het grootste gedeelte
was verstreken en de gemeentebesturen in de
verwachting konden verkeeren, dat zij over
het jaar 1933 een Rijksbijdrage zouden ont
vangen, welke, in procenten van de desbetref
fende uitgaven aangeduid, hooger of ten min
ste van een gelijke hoogte zou zijn als over het
jaar 1932 door hen is genoten.
Rijksbijdrage van 1931 op
lager niveau.
I Teneinde echter voor het vervolg tot een
financiering dezer uitgaven to geraken, welke
in verband met de nog beschikbare middelen
verantwoord is, acht de Regeering zich ver-
I plicht reeds thans ter kennis van de gemeente-
j besturen te brengen, dat de Rijksbijdrage voor
het jaar 1934 in totaal op een belangrijk lager
niveau zal moeten worden gebracht.
Op de Rijksbegrooting voor het dienstjaar
1934 is voor dit doel een bedrag van 46
miliioen uitgetrokken.
Tot dit bediag, dat niet voor verhooging vat
baar is, zal a*u-halve noodgedwongen in 1934
het totaal der Rijksbijdragen aan de gemeenten
in de kosten der werkloosheidsbestrijding be
perkt moeten blijven. Aangezien het in de be
doeling ligt ook voor 1934 de verdeeling van
dit bedrag tusschen de gemeenten te doen plaats
hebben volgens algemeene normen in den
geest, als thans voor 1933 zijn vastgesteld (met
uitzondering alleen van de garantiebepaling),
zullen aan den hand van de bovengenoemde
cijfers de gemeentebesturen in taat zijn het
bedrag der Rijksbijdrage waarop zij bij gelijk
blijvende werkloosheidsuitgaven zullen kunnen
rekenen, ten naastebij te becijferen. Zij zou
den n.l. als subsidiebedrag voorloopig in de
begrooting voor 1934 moeten ramen het 46/75e
gedeelte van de Rijksbijdrage, die zij over 1933
zullen ontvangen, na aftrek van het gedeelte
van die bijdrage, dat wegens de garantiebepa
ling wordt ontvangen.
De Regeering ontveinst zich geenszins, dat
bij een dergelijke verlaging der Rijksbijdrage
de gemeentefinanciën, indien de uitgaven gelijk
zouden blijven, geheel zouden vastloopen. Zij
is er zich dan ook van bewust, dat deze nood
zakelijke verlaging van de Rijksbijdrage ge
paard moet gaan met een zoodanige verlaging
der uitgaven, dat het aandeel der crisisuitguven
hetwelk per saldo ten laste der gemeente
blijft, ook op de gemeentebegrooting gedekt zal
kunnen worden.
Uitgave voor steunverleening
op den gewonen dienst.
De gemeentebesturen zullen daartoe bij het
vaststellen der gemeentebegrootingen voor 1934
dezelfde gedragslijn moeten volgen, welke de
Regeering bij het opmaken der Rijksbegrooting
voor dat jaar heeft toegepast. Zij zullen de uit
gaven voor steunverleening en werkverschaf
fing (de laatste, voorzoover deze naar hun aard
niet op den kapitaaldienst behooren voor te
komen) moeten brengen ten laste van den ge
wonen dienst der gemeentebegrooting en er
desondanks voor moeten zorgdragen, dat het
evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven, wat
den gewonen dienst betreft, gehandhaafd blijft.
Teneinde dit te bereiken zullen zij, vooreerst
wat de inkomsten betreft, voorzoover een voor
zichtig beleid zulks gedoogt en rekening hou
dende met de realiteit, er naar moeten 'streven
de middelen te vinden, welke tot dekking der
gewone uitgaven noodig zijn. Blijft daarna een
tekort op den gewonen dienst bestaan, dan zal
dit gedekt moeten worden door verlaging dei-
uitgaven; deze verlaging is noodzakelijk en
onvermijdelijk, omdat het doen van uitgaven,
welke niet door de inkomsten zijn gedekt, veel
grootere nadeelen na zich zou sleepen dan aan
de meest drastische verlaging van uitgaven
verbonden kunnen zijn, terwijl een overheve
ling van een grooter deel der gemeente-uitgaven
naar het Rijksbudget momenteel uitgesloten is
te achten. Ook voor de bestrijdng van de werk
loosheid zullen dus op het gemeentebudget geen
hoogere uitgaven geraamd kunnen worden dan
met inachtneming van de bovenstaande be
ginselen op dat budget uit gewone middelen
kunnen worden gedekt. Wanneer bij toepassing
van bovenstaande methode, op het gewone
budget voor de werkloosheidsbestrijding een
bedrag moet worden uitgetrokken, dat naar het
oordeel van het gemeentebestuur ontoereikend
is om de uitgaven in het jaar 1934, geraamd op
de basis van 1933, te bestrijden, zal de onder-
geteekende gaarne, zoo spoedig mogelijk, een
gemotiveerde berekening tegemoet zien van
het bedrag, dat het op het budget uitgetrokken
uitgavencijfer wegens kosten der werkloosheids
bestrijding naar het oordeel van het gemeente
bestuur te laag is te achten.
Deze berekening en de daarbij te voegen toe
lichting zullen moeten acintoonen, dat inderdaad
het budget geen gelegenheid biedt om een groo
ter bedrag aan werkloosheidslasten te dragen,
dan waarmede de begrooting voor 1934 werd
bezwaard.
De gemeenten moeten bezui
nigen.
Aan deze voorwaarde zal niet zijn voldaan,
wanneer uit de stukken niet blijkt, dat de hef
fingen in de gemeente zoo hoog als voor de
gemeente praktisch mogelijk is, zijn opgevoerd
en dat op de verschillende categorieën van uit
gaven als jaarwedden en loonen, onderhoud ge
meente-eigendommen en werken, subsidies, on
verplicht onderwijs, armenzorg enz. een zoo
danig bedrag is bezuinigd als in verband met
de crisismoeilijkheden noodzakelijk is.
Het op de begrooting voor 1934 netto ten laste
der gemeente blijvende bedrag wegens uitga
ven voor werkloosheidszorg zal dan in het al
gemeen aldus zijn te berekenen, dat het bedrag,
hetwelk in 1933 voor dit doel netto ten laste van
het gemeentebudget komt, wordt verhoogd met
het resultaat van de evengenoemde verhooging
van inkomsten en verlaging van uitgaven, en
daarna wordt verminderd met het bedrag, dat
desondanks per saldo niet op den gewonen
dienst dier begrooting kan worden gedekt.
Inzending der opgave laatstbedoeld, van het
buiten de begrooting te houden bedrag behoort
aan mij te geschieden, zoodra de gemeentebe
grooting volgens de boven toegelichte beginse
len door den gemeenteraad is vastgesteld. Aan
Gedeputeerde Staten behoort deze opgave te
gelijkertijd met de gemeentebegrooting voor
1S34 te worden aangeboden.
Van den emstigen wil der gemeentebesturen,
j om met cle Regeering op de aangeduide wijze
j spontaan mede te werken tot de handhaving of
j het herstel van het evenwicb in de budgetten
van de gemeenten houd ik mij bij voorbaat
overtuigd."
De R.-K. Middenstandsbond in het Bisdom
Haarlem houdt zijn Najaars-Centrale Raads
vergadering op Woensdag 8 November a.s. in
Den Haag.
De vergadering begint te 9 uur met een H.
Mis tot intentie van den Bond op te dragen in
de St. Theresiakerk, Westeinde, door den Z.-
Eerw. Heer Rector L. Brink, geestelijk adviseur
der afdeeling Den Haag.
Na de afdoening der financieele jaarstukken
volgt de verkiezing van drie leden van het
hoofdbestuur. Volgens het rooster zijn aan de
beurt van aftredingde heeren W. Boon, te
's-Gravenhage, H. E. v. d. Brule te Rotterdam
en A. J. van Rest, te Poeldijk.
De heeren v. d. Brule en Van Rest stellen
zich herkiesbaar. De heer Boon meent in ver
band met familie-omstandigheden, %ich niet
meer herkiesbaar te kunnen stellen.
Voorts drent de verkiezing van een lid van
den Middenstandsraad plaats te vinden, we
gens periodieke aftreding van den heer C. J.
G. Struycken, die door het hoofdbestuur we
derom candidaat wordt gesteld.
Van de afdeelingen komen o.a. voorsteilen in
behandeling over hoogere aftrek van levens
verzekeringspremie bij de Inkomstenbelasting
(Zaandam) een R.-K. middenstandszieken
fonds? (Delft); demonstratief vertoon (Rijs
wijk) de regeering en het autovervoer (Rijs
wijk) verbod van zakendoen voor wachtgel
ders en gepensionneerden (Rijswijk) binding
der vestigingsmogelijkheid van ondernemingen
(Rijswijk) en een uitspraak tegen den verkoop
van ontoelaatbare kleeding (Alkmaar).
Amsterdam-West heeft Zaterdagmiddag weer
eens kunnen lusten van opstootjes, welke ont
stonden bij het colporteeren van politieke par
tijblaadjes. In de „Tribune" was namelijk aan
gekondigd, dat leden van de N.S.B. Zaterdag
middag het clubhuis aan de Helmersstraat
zouden verlaten om een colportagetocht te gaan
ondernemen In de drukste stratep van West.
Natuurlijk had het communistische orgaan dit
niet uit beleefdheid of ter aanmoediging aan
gekondigd. Zij had haar leden tevens opge
roepen eveneens op hetzelfde tijdstip en in de
zelfde straten met hun blaadjes te gaan col
porteeren.
Voorzorgsmaatregelen der politie.
De politie was van alles op de hoogte en
had reeds van te voren maatregelen genomen
om botsingen en relletjes te kunnen voorkomen.
Een inspecteur van bureau Overtoom, vier rui
ters, twee overvalauto's, vijf motorrijwielen
met zijspan, alsmede een tiental agenten te
voet stonden om kwart over twee bij het kring
huis van de N.S.B. in de Helmersstraat opge
steld, toen een 60-tal leden uit de deur kwam
om met het verspreiden van de lectuur te be
ginnen. Echter was daar een groot aantal
O.S.P.'ers en communisten aanwezig, die even
eens luidkeels met hun waar begonnen te ven
ten. Dit bracht in de Helmersstraat een onaan
gename stemming teweeg en de politie begon
dan maar alvast de aangroeiende menigte
nieuwsgierigen tot doorloopen aan te manen.
De zwarthemden vielen de J. P. Heijestraat
binnen, door talrijke agenten omringd. Het
winkelend publiek was echter zeer gedupeerd
vanwege de drukte en het lawaai dat werd ge
maakt. Veel vrouwen vonden het dan ook'raad
zaam zich veilig in een zijstraat niaar vast in
veiligheid te stellen. Gevolgd door een groote
menigte trok men naar de Kinkerstraat, waar
men linksaf sloeg in de richting Wiegbrug.
Hier voegden zich enkele rechercheurs met
honden zich bij de politiebewaking. Zoo nu en
dan werd een lastige O.S.P.'er of communist
verwijderd, doch tot handtastelijkheden kwam
het nog niet. Wel werd er flink geschreeuwd
en gejoeld.
Eerst in de Witte de Withstraat, waar de
politiebewaking door bureau Admiraal de Ruy-
terweg was overgenomen, achtte de bevelvoe
rende inspecteur het noodig, de bereden agen
ten op en neer te laten rijden, waardoor de
druk op de fascisten eenigszins werd verlicht.
De menigte groeide echter telkens weer sterk
aan. Toen de Krommert bereikt was gelastte
hoofdinspecteur Modderman de fascisten aan
den eenen kant, en de communisten en
O.S.P.'ers aan den anderen kant van den Ad
miraal de Ruyterweg te gaan colporteeren. In
plaats dat hieraan gevolg werd gegeven drong
de menigte meer en meer op, zoodat de fas
cisten het bepaald benauwd kregen en de po
litie de menschen moest sommeeren uiteen te
gaan.
De politie trekt de wapens-
Toen hieraan geen gevolg werd gegeven wer
den de wapens getrokken en voerde de politie
een charge uit die klonk als een klok. Vergeten
was de politiek. Colporteurs en aanhang stoven
om het hardst naar alle kanten uiteen om het
vege lijf in veiligheid te stellen, doch dit hielp
veelal niet. Er werden duchtige tikken geïn
casseerd. Binnen een ommezien van tijd was de
Krommert verlaten en het publiek de Van
Speykstraat en andere zijstraten ingevlucht.
De N.S.B.'ers werden toen door den hoofdin
specteur aangezegd, het colporteeren maar te
staken, waaraan zij direct gevolg gaven.
Maar de fascisten waren toen nog lang niet
thuis. Want toen zij den terugweg wilden aan
vaarden bleek het, dat de tegenstanders zich
in de zijstraten hadden opgesteld om opnieuw
het spel te beginnen. Inmiddels was een over-
val-aulo van liet hoofdbureau ter assistentie
aangekomen, die met een andere auto de Van
Speykstraat inreed en stoep op stoep af deze
schoonveegde, waarbij de bezetting van de
wagens met de wapens de betoogers tot spoed
aanzette.
De fascisten vervolgden hun weg naar het
kringhuis Helmersstraat. De politie hield den
weg voor hen vrij. Echter moest zij in de De
Clercqstraat evenals in de Kinkerstraat van de
wapens gebruik maken, daar de tegenstanders
van de zwarthemden niet loslieten. De Helmers
straat was geheel door de politie afgezet. In
totaal werden vier personen wegens opruiing
gearresteerd.
Fascisten onder politiegeleide
naar huis.
Teruggekeerd in hun huis wilden de fascisten
dit met kleine groepjes weer verlaten. Het bleek
echter, dat de tegenstanders waren blijven
wachten, zoodat toen de N.S.B.'ers naar huis
wilden gaan zij op straat werden lastig ge
vallen. Na een overhaaste vlucht zochten zij
dan veiligheid bij de politie in het posthuis
Borgerstraat en bureau Overtoom, die voor
een verder geleide naar huis zorgdroeg.
Den geheelen middag is het in West rumoerig
gebleven. Om half vijf was de rust in de Hel
mersstraat weergekeerd doch om vijf uur bleek
weer in deze straat zich een groote menschen-
menigte te hebben verzameld. Voor de laatste
maal voerde de politie toen nog een korte
charge uit, waarna de betoogers zeker honger
kregen en van het strijdtooneel verdwenen. Een
sterke politiemacht bleef achter in dit gedeelte
van de stad achter, om eventueele nieuwe rel
letjes te voorkomen.
Betaling zou geschieden met
Braziliaansche producten.
BUENOS AIRES, 4 November1933 (R O.)
Een vertegenwoordiger van enkele scheeps
bouwmaatschappijen, gevestigd te Amsterdam,
heeft de Braziliaansche Regeering den bouw van
een petroleumtanksehip van 10.000 ton voprge-
steld, dat. zou worden betaald met producten
van Braziliaanschen bodem.
Galant.
„Deze pijnen, dokter, herinneren toch niet
aan komenden ouderdom?"
„Neen, integendeel, dame, ik geloof eerder
dat zij wijzen op een vertraagde kinderziekte."
De vrije leverancierskeus.
De Voorzitter en eenige andere leden van
het Comité van Actie van Margarinehandelaren
zijn gisteren in audiëntie ontvangen door Mi
nister Verschuur. Tegenwoordig waren mede
de rechtsgeleerd adviseur van het Comité, mr.
dr. M. F. A. Völlmar en de economische raads
man, de heer G. van Duyn, accountant.
De Minister verleende willig oor aan de
woordvoerders en verzocht hun op korten ter
mijn aan hem te willen inzenden een schrif
telijk exposé, waarin ook geformuleerd zoude
zijn de aan den Minister voorgesteld in het
belang van margarinehandelaren te treffen
maatregelen, daarop neerkomende, dat mar
garinehandelaren bij het doen van hun be
stellingen wederom vrije keus van leverancier
zouden hebben en 'niet zooals in de laatste tijd
zouden zijn aangewezen op een bepaalde fabriek
tengevolge waarvan de concurrentie met alle
nadeelige gevolgen van dien totaal is uitgeslo
ten.
Het spreekt vanzelf, dat het Comité op zeer
korten termijn aan het verzoeok van den Mi
nister gevolg zal geven.
DE GOUVERNEUR VAN CELEBES.
Pensioen aangevraagd.
BATAVIA, 4 Nov. (ANETA.)
De Gouverneur van Celebes en Onderhoo-
rgheden de heer L. J. J. Caron diende een aan
vrage om pensioen in per 27 December,
waarop het Departement van Binnenlandsch
Bestuur de Regeering voorstelde den Resident
J L. M. Swaab, die thans met buitenlandsch
verlof is terug te roepen.
Bij H. Stumpel, Hoorn, verscheen de brochure
„Het Fascisme, een oude dwaling in een nieuw
kleed", door rector Bots, pr.
Rector Bots wijst er op, dat Hegel is te be
schouwen als de vader van de nationalistische
machtstheorie:
„Volgens Hegel is er maar één zedelijkheid en
dat is de wil van den Staat, in zijn dienst be
staat geen onderscheid tusschen recht en on
recht, tusschen gruwzaamheid en menschelijk-
heid. Al zijn wetten zijn van goddelijken aard
en aanbiddenswaardig. Alleen binnen het raam
der staatkundige zedelijkheid is persoonlijke
zedelijkheid mogelijk. De enkeling krijgt vrij
heid, door te deelen in de vrijheid van den
Staat, de enkeling wordt zedelijk, door den wil
te volgen van den Staat.
Hegel zag de menschheid gedragen door een
grooten wereld-geest en dien geest zag hij in
den loop der geschiedenis in dat volk het best
tot uiting komen, dat het sterkste was en het
kwam er dus voor eiken Staat op aan zoo sterk
mogelijk te zijn dat was de hoogste zeden
wet.
Daaraan was alles onderworpen, ook de
wetenschap en de kunst en zelfs de godsdienst,
zij allen moesten dienen om de staatsmacht te
versterken; hij eischte zelfs van den Staat het
recht van oppertoezicht over de Kerk. Begrij
pelijk moest hij dan ook van de Katholieke
Kerk niets hebben en noemde haar staats-
vijandig. Tegenover den Staat was geen rechts-
eisch mogelijk want de Staat is macht.
Daarde hoogste macht volgens Hegel het
hoogste belang van den Staat is, spreekt het van
zelf, dat hij ook den oorlog aanbeval als nood
zakelijk middel om de staatsmacht uit te brei
den.
Deze ongeloovige theorie, waarin de enkeling
met zijn eigen idealen en eigen geweten, en
waarin zelfs God zelf met zijn heilige rechten
geheel worden opgeslorpt door en onderge
schikt gemaakt aan het Staatsbelang, was in de
voor-oorlogsche jaren niet geheel verdoken in
de stoffige folianten van een universiteitsbiblio
theek, maar werd wel degelijk in sommige
Duitsche kringen gehuldigd en openlijk bele
den zooals blijkt uit een boek van een caval-
lerie-generaal Bernhardi getiteld „Duitschland
en de naaste oorlog", waarin onomwonden de
stelling wordt verdedigd, dat het staatkundige
leven geen moraal kent en de christelijke mo
raal nooit een politieke kan zijn, want
„macht en oorlog hebben in de politiek alles
te beslissen."
Uit deze korte uiteenzetting van Hegei's staat
kundig systeem zal de aandachtige lezer gemak
kelijk begrijpen, dat volgens deze theorie met
uiterlijke machtsmiddelen een volk wel kan ge
dwongen worden voor een tijd tot een mecha
nische eenheid maar nooit tot een organisch
geheel, waarin de menschelijke persoonlijkheid
tot haar recht komt.
In dit systeem wordt de natuurlijke orde om
gekeerd; de Staat wordt van middel tot doel
gemaakt. De Staat dient niet meer om de be
langen der onderdanen te dienen maar de on
derdanen worden geheel ondergeschikt ge
maakt aan den machtswellust van den Staat.
Welnu, deze Hegel schijnt de profeet te zijn
van het staatkundig maatschappelijk leven van
verschillende landen in Europa, waar het Fas
cisme den boventoon voert".
Het resultaat der onderzoekingen.
Het derde slachtoffer maakt het
vry goed.
Zaterdagmorgen zijn te Schoonhoven ge
arriveerd de Inspecteur van de Volksgezond
heid en een Ingenieur, teneinde een onder
zoek in te stellen naar de soort van het gas,
dat oorzaak is geweest, dat 3 menschen bewus
teloos in huis werden gevonden, waarvan reeds
twee zijn overleden.
Het resultaat van deze onderzoekingen is
thans vastgesteld, n.l. dat het geen modder- of
moerasgas is geweest, zooals algemeen werd
gedacht, doch wel degelijk lichtgas. Dit resul
taat is van zeer groot belang voor de menschen
die langs de, sedert eenige maanden geleden ge
dempte Zevender wonen, daar vooral in de
laatste dagen meer en meer werd veronder
steld, dat de giftige gassen afkomstig zouden
zijn uit die gedempte modderpoel.
Zooals reeds gemeld zijn in de onmiddellijke
omgeving van het huis opgravingen gedaan,
waarbij men tot de ontdekking is gekomen,
dat er een lek was in het buizennet van de
straatleiding, waardoor het lichtgas is ontsnapt
en zich heeft verzameld in de gewelven ter
plaatse. Deze gassen schijnen door de vloer
van de woning te zijn doorgedrongen met het
bekende gevolg.
Het derde slachtoffer, de dochter van de
Wed. v. d. Berg die in het St. Jozefpaviljoen te
Gouda is opgenomen, maakt het vrij goed.
Het stoffelijk overschot van de Wed. v. d.
Berg is heden begraven en dat van den heer
A. Walter zal Dinsdagmorgen, na een plechtige
H. Mis en uitvaart ,op het R. K. Kerkhof ter
aarde worden besteld.
Een soort gummistok ervoor in de plaats.
Men meldt ons uit Amsterdam;
Naar wij vernemen zal de lange sabel die de
bereden agenten gebruiken vervallen en in de
plaats daarvan een soort lange gummistok
worden gebruikt, welke wapenstok met leer
omkleed zal zijn. Dit model wordt zoowel bij
de Rotterdamsche als bij de Londensche poli
tie tot tevredenheid gebruikt.