STER TABAK TWEEDE KAMER EN KABINET. PUROL er op Als ge STER TABAK in stopt, rookt ge de beste tabakdie voor geld te koop is. WOENSDAG 15 NOVEMBER 1935 NIEMEIJER'5 St/zenddc VERMOGENSBELASTING VAN DE „DOODE HAND". REGIEM-DECKERS. KOSTEN VAN WERKLOOZEN- ZORG. DAT is uitgemaakt door de duizen den, die Niemeijer's Ster-tabak rooken. Dit leger van fijnproevers heeft de beste tabak in ha ar prijsklasse ontdekt en is er natuurlijk bij gebleven. Die duizen den kunnen zich niet vergissenElke pijp geeft hun opnieuw 't bewijs, dat zij voor hun geld de volle 100°/o kwaliteit krijgen. Hoe eer der ge Uw pakje Ster tabak koopt, hoe eerder ge weet waarom dit Holland's populairste tabak is. REPLIEKEN OP DR. COLIJN'S REDE. Dr. J. W. GOOSSENS. Prof. Aalberse over het R ijkskinderfonds. Vergadering van Dinsdag 13 November Verhooging van Rijksbijdrage voor de zwaar getroffen gemeenten NIEUWE CIRCULAIRE DER REGEERING. Het verzacht en geneest. NEDERLANDSCHE BANK. GEEN OFFICIEELE 1 MEI-DAG VIERING. Voortgezette goudaanvoerenhooge dekkingspercentages. FORMATIE DER DEPARTEMENTEN. DE NIEUWE WEG ROTTERDAM- DELFT. GARNALEN EN MELK ALS CRISIS PRODUCTEN. II (Slot). Ten aanzien van de religieuze gevoelens neemt Minister Oud een standpunt in, dat onzerzijds met waardeering behoort te wor den bejegend. Krachtens art. 3 wordt geen verkoop- of geldswaarde toegekend aan zaken of gedeel ten van zaken, uitsluitend of nagenoeg uit sluitend bestemd voor den openbaren eere- dienst". Hieronder vallen dus b.v. onze hei lige vaten, kerksieraden en kerkgebouwen. Blijven verder krachtens art. 4 o.a. buiten aanmerking', bijna alle onderwijsgebouwen, seminaria voor a.s. geestelijken, inrichtingen van weldadigheid, bedoeld in art. 2 der Ar menwet, inrichtingen tot genezing en ver pleging van zieken en gebrekkigen, voor zoover daarbij geen winst wordt beoogd, op voedingsgestichten, musea, wetenschappe lijke instituten. Ook erven en tuinen, bij der gelijke inrichtingen behoorend, „voor zoover de waarde daarvan die van de gebouwen niet overtreft Een broodnoodige en daar om zeer toe te juichen bepaling, welke ruim hartig moge worden toegepast. De Minister stelt kerkgebouwen vrij, om dat belastingheffing ligt in de sfeer der economische dingen en hij deze gebouwen beschouwt „als daarboven uit te zijn ge heven". Onze formuleering voor vrijstelling zou, zooals boven bleek, anders zijn; wij waardeeren echter het standpunt van den niet-katholieken bewindsman, dat ons prac- tisch tegemoet komt en dat van heel wat breeder cultureel inzicht getuigt, dan dat der „Nieuwe Rott. Crt." die de belasting uitgebreider en zwaarder zou willen en schrijft, dat „vrees voor ontstemming in zekere kringen van geestelijk leven geen reden mag zijn, om hiervan te doen afzien". Dit zou een regelrechte uitdaging zijn aan het religieus gevoel van duizenden geloo- vigen, dikwijls „kleine luyden", die van hun nooddruft offeren voor de instandhouding van kerken en kerkelijke instellingen. Wij meenen, dat dit in deze omstandigheden wel een heel vreemde suggestie is aan een Ka binet, dat men vooral van die zijde zoo gaarne als „nationaal" kenmerkt. De opbrengst van de belasting papen vreters zullen oogen opzetten als glazen knikkers schat de Minister op om en om 3 millioen. In dezen boozen tijd helpen alle kleine beetjes, maar het is een schamel be drag en er kleeft bloed aan, wanneer men bedenkt, dat deze penningen toch voor een deel worden onttrokken aan doeleinden, welke ten algemeenen nutte komen. Dit klemt nog meer, wanneer wij den rechts grond van deze belasting probeeren te ont dekken. Cort van der Linden zocht dien in een vervanging van de successiebelasting (Leerboek der Financiën, 1887, bl. 121-122). Treub beriep zich zoowel op successie- als op mutatie-recht (Ontwerp-Treub, enz. Haarlem 1915, bL 9. 68). Het lid der Alge- meene Rekenkamer, R. Zuyderhoff heeft deze rechtsgronden bestreden. (De Rijks Directe Belastingen, 1918). Hij achtte op deze gron den een extra-belasting op de „doode" hand onverdedigbaar (bl. 102) en berekende dit ook. Sindsdien zijn de cijfers echter veran derd t.a. van het successierecht. De „N. R. Crt." schijnt te meenen, dat de Minister den rechtsgrond vindt in het aequivalent der ver- mogenbelasting, doch dit lijkt ons positief fout. De vermogenswaarde zegt de M. v. T. uitdrukkelijk, is tot viaatstaf van de heffing gekozen (bl. 3). De Minister geeft naar onze meening twee rechtsgronden. Vooreerst meent Z. Exc. dat thans natuurlijke personen niet meer belast mogen worden, voordat in stellingen getroffen zijn; vervolgens is de Minister van oordeel, dat deze instellingen hunnerzijds ook profiteeren van de zorgen van den Staat. Wat het laatste betreft, voor een deel is dit naar onze meening juist, maar, zooals wij reeds gezegd hebben, de Staat profiteert óók, en wel heel sterk van deze instellingen. Wat het eerste argument aangaat, zouden wij en dit is tevens aan het adres van de „N, R. Crt." willen vragen, of niet eerst een winstbelasting in aanmerking komt op familie-N. V.'s, concerns e.a., die nog ver dienen en wier eenig oogmerk winst is, in tegenstelling met de door ons bedoelde instellingen. Deze „doode"-hand belasting kunnen wij niet abstraheeren van het ministerieele dek kingsplan. Z. Exc. heeft de zaak gematigd behandeld. Maar wij hebben toch eenige amendementen. Vooreerst zouden wij in den considerans het tijdelijk karakter der wet willen zien vastgesteld en den einddatum in art. 31, 2e lid. Vervolgens zouden w;j in art. 3, le lid na „uitsluitend bestemd" willen inlasschen de woorden „of binnen bepaalden tijd met zekerheid te bestemmen". Gebeurt dit niet, dan zouden b.v. gelden, bestemd voor de uitbreiding van een parochie onder de wet vallen of b.v. de gelden voor het fonds tot ondersteuning van arme kerken, waarvoor elk jaar in verschillende bisdommen wordt gecollecteerd. Verder zouden wij aan art. 4 sub lo willen toevoegen achter kostscholen „alsmede be waarscholen, voor zoover daarbij geen winst wordt beoogd", omdat de huidige positie van dezen tak van bijzonder onderwijs toch al zeer onbillijk is, daar zij zoo vaak geen subsidie krijgen. Wij veronderstellen, dat onder de semi naries, bedoeld in art. 4 sub 2o ook instituten behooren, waarin b.v. leekenbroeders-mis- sionarissen worden opgeleid, al zou dit voor de rechtszekerheid bij de openbare behan deling uitdrukkelijk kunnen worden ge vraagd aan den Minister. Eindelijk zouden wij Z.Exc. willen verzoe ken te overwegen, of in art. 4 sub f ook niet kunnen worden opgenomen, gelden bestemd voor de uitbreiding van inrichtingen voor bijzonder hooger onderwijs. Dit is een natio naal belang en het geld wordt grootendeels uit kleine beurzen bijgedragen. Wij gelooven, dat inwilliging van deze en wellicht nog andere verlangens ligt in den geest van den ontwerper van de wet. De gehavende vrachtauto, die beladen met dertien paarden, in de nabijheid van Teuge &i VSLh vaarf tegen een boom reed, Ons protest tegen het optreden van de marine-autoriteit te Den Helder heeft ook buiten katholieken kring de aandacht getrok ken. Het schijnt ons onnoodig de redenen van dit protest te ontvouwen, vermits wij geloo ven, dat zij, die ons begrijpen moeten, ons uitstekend hebben verstaan. Maar twee opmerkingen willen we ons ver oorloven. Vooreerst willen wij hier nog eens nadrukkelijk zeggen, dat wij het Minister Deckers tot eer aanrekenen, dat hij met kracht is opgetreden tegen onbetrouwbare elementen in de weermacht. Dat nu de Minister, om zulke revolutionnaire elementen te weren, belangenvereenigingen reglementeert en onder scherpe controle stelt, is begrijpelijk en verdient goedkeuring. Wat echter onbegrijpelijk lijkt, is dat marine officieren, de vice-admiraal zelf inbegrepen, het voetspoor der socialisten volgend, politiek en godsdienst vereenzelvigen en jongelui, die zich op godsdienstigen grondslag organiseeren, willen „neutraliseeren". Daartegen hebben wij principieele bezwaren. Vooreerst omdat de op godsdienstigen grondslag gebaseerde organisa- saties nooit reden tot verdenking van ontrouw aan het gezag hebben gegeven; vervolgens omdat het kerkelijk gezag ook voor deze men- schen de neutrale organisaties positief ver biedt. Wij weten heel goed, dat Minister Deckers persoonlijk al het mogelijke doet voor den goeden geest in leger en vloot en dat Z.Exc. ook den goeden invloed van confessioneele organisaties begrijpt en dien gaarne wil be vorderen in het algemeen belang. Maar uit de ons ter oore gekomen feiten blijkt, dat een groot deel der marine-officieren, uiteraard met doorvoering van ministerieele besluiten belast, in eersten ijver niet alleen vervuld zijn van de gelijkschakelingsmanie, maar ook geen al te heldere voorstelling hebben van principieele opvattingen, welke in het grootste deel van ons volk, zeker in de grootste godsdienstige gemeenschap des lands, leven. Wat wij van de officieren verwachten, is, dat zij eenvoudig handelen conform de bedoe ling van den Minister, welke duidelijk blijkt uit den passus in de M. v. A. op de begrooting van defensie: „Uitgangspunt bij de regle menteering der militaire vereenigingen is geweest, dat die vereenigingen, welke bij hare gedragingen en handelingen de eischen van de krijgstucht steeds nauwgezet in het oog hebben gehouden, zullen kunnen voortgaan dezen weg zonder van de gestelde regelen ernstige belemmeringen te ondervinden", (blz. 3). Het wil ons voorkomen, dat noch de katho lieke, noch de protestantsche marinevereeni- ging ooit de krijgstucht hebben ondermijnd. Zij verdienen dus ook de bejegening niet, welke zij den laatsten tijd van marine-autori teiten hebben ondervonden. De meening bij voorbeeld, dat 'n katholiek vereenigingsorgaan de krijgstucht zou ondermijnen door te wijzen op het gevaar van neutrale vereenigingen voor katholieken, grenst aan het onbegrijpelijke en de bewering, dat een katholiek orgaan de krijgstucht ondermijnt, als het een protest opneemt tegen een officier, die de christelijke vereenigingen den ondergang van de marine noemt, is wel het toppunt van eigenaardige krij gstuchtreglement-exegese. Nu begrijpt men, waarop wij doelden: met de hoofdzaak van het ministerieel beleid heb ben onze waarschuwingen niets te maken, want dit beleid, speciaal ten aanzien van het weren van revolutionnaire elementen uit de Defensie, heeft onze instemming tout court. 0 Verkrijgbaar van 13 tot 5 cent per half ons Me t bons voor Niemeijer's bekende kwoliteits -cadeaux. Reel. 7953-5 138 P. PANCRATIUS MAARSCHALKER- WEERD O.F.M. Men bericht ons uit Rome: Pater Pancratius Maarschalkerweerd, zoon V. de Nederlandsehe Provincie der Minderbroe ders conservator van het Missie-Museum van St. Jan van Lateranen te Rome, werd benoemd tot professor in de geschiedenis van de Missie Methode aan de Universiteit van- „De Propa ganda Fide". ZILVEREN KLOOSTERFEEST. De eerwaarde frater M. Gerardus Majella fin de wereld H. J. Spijkers, geboren te Til burg) vierde Maandag in het Moederhuis der Fraters van Tilburg, aan de Gasthuisstraat al daar zijn zilveren professiefeest. Van zijn 25 kloosterjaren bracht frater M. Gerardus Ma jella er ruim 12 in de missie door. Plechtige uitvaart en begrafenis. De plechtige uitvaart van dr. J. W. Goossens, m leven Rijksarchivaris in Limburg, had Maandag te Maastricht onder zeer groote be- langstelling, zoowel van geestelijke als wereld lijke autoriteiten plaats, die den betreurden doode de laatste eer wilden bewijzen. Onder de autoriteiten merkten we o.a. op, den commissaris der Koningin in Limburg, mr. baron van Hövell tot Westerflier; mr. L. v. Oppen, burgemeester van Maastricht. De plechtige Requiem-mis werd opgedragen door mgr. v. d. Venne, directeur van Rolduc; hierbij geassisteerd door Mgr. Poels; pastoor Kengen van Caberg en pastoor Steinbusch van Wylre. Na afloop der H. Mis werd de absoute verricht door Z.H. Exc. mgr. dr. G. Lemmens, bisschop van Roermond, waarna het stoffelijk overschot werd overgebracht naar Berg en Terblijt, ter bijzetting in den familie-grafkelder aldaar. DRIE GOUDEN ECHTPAREN- Te Delft vieren heden niet minder dan drie echtparen hun gouden huwelijksfeest, n.l.M. J. Bruynse en M. E. Hoogeveen Th.' J. Enge len en E. H. Grostens en P. v. d. Berg en W. van der Kooy. ONZE NIEUWE GEZANT TE BRUSSEL. Op het graf van den onbekenden soldaat. Onze Brusselsche correspondent meldt ons: Gisterennamiddag om drie uur heeft de nieuwe Nederlandsehe gezant te Brussel, Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh' Sta- chouwer die 's morgens zijn geloofsbrieven aan den koning heeft overhandigd, een krans neer gelegd op het.graf van den onbekenden soldaat. GOUVERNEUR VAN CELEBES GAAT HEEN. BUITENZORG, 14 November (ANETA). Met ingang van 23 December is aan den Gou verneur van Celebes en Onderhoorigheden, den heer L. J. J. Caron, eervol ontslag uit 's Lands dienst verleend. POSTPAKKETTEN VOOR DUITSCHLAND. In verband met de aanstaande feestdagen zul len vermoedelijk weder talrijke postpakketten naar Duitschland worden verzonden. De aandacht wordt er daarom op gevestigd, dat in Duitschland in het algemeen zéér hooge invoerrechten worden geheven. Zoo is bijv. voor tabakswaren ongeveer 54 per K.G. en voor kleedingstukken, handwerken, theemut sen e.d. ongeveer 24 per K.G. verschuldigd. Bij het aanbieden op de postkantoren van vrij uit t,e reiken pakketten zal in het algemeen een waarborgsom worden gevorderd te verrekenen met het bedrag van het later in te vorderen in- voeïf«ch^ Rustig kan men de gehouden replieken tot dusver noemen, maar onbelangrijk zeker niet. De vier punten, welke professor Aalberse aan raakte, waren op zich al voldoende een heele redevoering van dx. Colijn uit te lokken. Vooreerst wees de ka tholieke leider nog eens op den ernst der fascistische beweging. Hij is niet zoo zeker, dat de veelgeroemde Hollandsche vrijheids zin immuun zou zijn tegen het gevaar. De regeerders, die dit twee jaar geleden in Duitsch land dachten, zitten nu in concentratiekampen en hebben den heer Prof. mr. Aalberse. Hitier waarschijnlijk meegeholpen aan het bereiken van ruim 90 pet. der stemmen. Deze fascistische strooming is er ook bij ons en moet gekanaliseerd. De Staatscommissie, aldus mr. Aalberse, komt er toch; de Katholieke Staatspartij is reeds aan 't werk om haar verlangens ten aanzien van een eventueele grondwetsherziening te concretisee- ren. „Ons dunkt in zulk een zaak is langzaam heid van hoode", schijnt de Regeering met Vondel te denken. Dat is een royalere houding dan die van de S. D. A. P., wier fractie in het Voorloopig Verslag nog zulk een Staats commissie wenschten en dat verlangen sinds dien geheel heeft ingeslikt, zooals de heer Schouten aantoonde en waarvoor ir. Albarda vergeefs een aannemelijke verklaring poogde te geven. Had prof. Aalberse geen steun voor zijn kijk op het reëele gevaar van het fascisme met uitzondering dan van den heer Sneevliet, die wij tot dusver nog geen domme dingen hebben hooren zeggen alle sprekers stemden met hem in, dat de Regeering er verkeerd aan deed alleen de partij-Mussert niet te verbieden voor burgerlijke ambtenaren. Zijn de andere fascis tische groepen méér revolutionnair? vroeg prof. Aalberse. En was de Hitlerbeweging sinds 1923, toen de leider wegens een revolutionnaire po ging achter de tralies had gezeten, niet meer revolutionnair? Probeert zij geen macht in den Staat te vormen en de staatsmacht te grijpen, als zij er de kans schoon toe ziet? vroeg de anti-rev. heer Schouten. Ook mr. Joekes noem de de Mussert-partij, die een trouwe copie is van de Hitler-partij in wezen revolutionnair en hij achtte de eerste te gevaarlijker, indien waar was, wat de heer Westerman had gezegd, dat er namelijk ook zooveel aanzienlijke lieden lid van zijn. Als dat zoo Is, wilde mr. joekes zooveel eerder een „halt" zien toegeroepen aan ambtenaren die lid worden van deze be weging. Over den steun aan het groote gezin heeft prof. Aalberse 'n vrienden-waarschuwing laten hooren aan de Regeering. Inzonderheid drong hij aan op instelling van een Kinderfonds. Tweemaal heeft de katholieke leider als mi nister een desbetreffend ontwerp gemaakt, maar tweemaal werd het in den ministerraad afgestemd. Toch aldus de katholieke rijksbe- middeiaar zouden heel wat loonconflicten spoe diger zijn opgelost, indien de fondsen er waren. Nu loopen ook de bestaande fondsen door. de ongeorganiseerde werkgevers gevaar, tenzij de Regeering ze eenvoudig per bedrijf verbindend verklaart. Deze opmerking was gewichtig, be nevens die, waarin de leider der katholieke fractie er zijn verbazing over uitsprak, hoe de regeering wèl de onaantastbaarheid van rente kon verdedigen en toch tegelijk reeds toege kende pensioenen ging snoeien. Helaas heeft prof. Aalberse van geen zijde steun gekregen in zijn pleidooi voor het groote gezin. Wel heeft mr. Joekes gezegd, dat hij liever een opCent op de inkomstenbelasting voor alle ongehuwden had, dan een extra korting voor ongehuwde ambtenaren alleen, terwijl hij voor de renten 'n regeling bepleitte, analoog aan de Crisispachtwet. Overigens heeft deze vrijz dem. leider op voorbeeldige wijze den vuurdoop als fractieleider ondergaan, door met kracht zoowel mr, Marchant als zijn partij tegen de aanvallen van ir. Albarda te ver dedigen. Albarda ha.d. namelijk opnieuw ver- ïeker^ d*t d« tüUliütiaji der Eadeapeërs en N.V.V.ers uit de apparaten v. Defensie onrecht vaardig was, vermits zijn partijgenooten ge hoorzaam wilden zijn en mr. Marchant zelf hen op 11 November 1930 de groote beschermers van de democratie genoemd had. Afgezien van het feit, dat mr. Marchant's rede toen al niet meer met de werkelijkheid klopte, zooals wij destijds direct constateerden, kan men moeilijk loochenen dat de vrijz. dem. leider jarenlang als loodsmannetje van den heer Albarda fun geerde en voortdurend probeerde de roode walvisch in het goede vaarwater te houden. Maar de heer Albarda is daarna "elf met de „dappere ongehoorzaamheid" gekomen, de heer Cramers was „verduiveld" blij met het levens gevaarlijke spelevaren der „Zeven Provinciën" en de roode pers was in die dagen heelemaal het stuur kwijt. Kan men Defensie euvel dui den, dat het departement daartegen maatregelen nam? En is het niet te naief het voor te stel len alsof S.D.A.P. en N.V.V. niet eng verbonden zijn? Zooveel leden van het N.V.V., aldus de heer Albarda, zijn geen lid van de S.D.A.P. Maar het N.V.V. heeft dan toch maar zeggen schap over de candidatenlijsten; zijn voorzitter zit in de soc. dem. fractie; zijn geld steekt voor 'n deel in de roode pers. Hier de verwantschap loochenen, is spreken tegen eigen handelen in. Iets anders is, of de heer Albarda geen ge lijk heeft, waar hij betoogt, dat wij het diepte punt der crisis gepasseerd zijn. Inderdaad is dit ook de overtuiging van meer dan één econoom, maar de groote -vraag is natuurlijk, wanneer men dit zal merken (sommigen zeggen: pas als de hausse er volop is) en vooral, hoe dan alle omstandigheden zullen zijn. Voor zijn wijze van crisisfinanciering gaf de heer Albarda intus- schen geen doorslaggevende argumenten. Tenslotte, ook de professoren in de economie, die blijkbaar in meerderheid voor devaluatie zijn, hadden hun spreekbuis in den persoon van dr. Bierema. Deze liberale afgevaardigde zette de stoute stelling op, dat Engeland evenmin in flatie heeft als wij en er ook even ver af staat als wij. Tegenover dr. Colijn's opmerking, dat devaluatie vernietiging van spaargeld beteekent, stelde de heer Bierema de vraag, of dit ook niet geldt voor spaarbanken, die te hooge rente moe ten afschrijven. Dat Engeland kan convertee- ren, bewijst, volgens dr. Bierema, dat deprecia tie ook voor ons de leeningsmogelijkheid niet afsluit. De heer Bierema meent, dat Engeland, ook wat den export aangaat, er beter voor staat dan wij en acht ook de deflatie onrechtvaardig, vooral omdat hij met prof. Aalberse vreest, dat de quaestie der hypothecaire schulden niet snel opgelost zal zijn, wanneer die over drie depar tementen moet loopen. Het is intusschen van belang te noteeren, dat de publieke aanprijzing van geldontwaarding komt van de zijde der liberalen. Van de partij, waarvoor ook Maandag de Rotterdamsche pro fessor Polak, eveneens een der heftige drijvers naar depreciatie, het woord voerde en daarbij de onbeschaamdheid had, katholieken in een adem te noemen wegens hun sociale politiek en zijn ergernis te luchten over het feit, dat jhr. Ruys de Beerenbrouck voorzitter der Kamer is. Ruys was volgens dezen volksgenoot zulk een „slap" regeerder. Zou deze professor misschien een der liberale helden uit November 1918 pre- fereeren? Om maar te zwijgen van het te Rot terdam op het stadhuis en in een krant ver toonde liberale heldendom; Dresselhuys maakte toen zijn millioenenrit; Bierema predikt nu in flatie. Knottenbelt zegde verleden jaar zijn ver trouwen op, omdat het kabinet onvoldoende be zuinigde. Bierema zegt nu, dat deze Regeering minder bezuinigde dan de vorige. Deze libera len klagen over de katholieke fractie, die ac cijnzen voor het groote gezin verlaagd willen zien, maar dezelfde liberalen stemden verleden jaar in beide Kamers minister de Geer bijna omver, omdat hij hooger tarief op thee moest heffen en onthielden hun stem aan schier elke bezuiniging. Dat zijn pas de sterke staatslieden, die Neder land noodig heeft. En deze „nationale" regeer ders durven dan een grooten mond opzetten tegen de katholieke fractie vanwege haar poli tiek, die de armen zooveel mogelijk wil ont zien en tegen den Premier van 1918, dien zij nu even fraai behandelen als de liberalen der tig jaar geleden Kuyper, den Premier van 1903. ARBEIDSUUR VAN KELLNERS. De Ned. R. K. Bond van hotel-, café- en res taurant-geëmployeerden St. Anthonius heeft aan den minister van Sociale Zaken een adres gericht, waarin de vele pogingen van deze groep personeel, gedaan om ook op haar de Arbeids wet te doen toepassen, worden gememoreerd. Er wordt op gewezen, dat de arbeidsweek in dit bedrijf nog steeds 70 uren bedraagt, waar door het personeel lichamelijk en geestelijk zeer te lijden heeft. Bij den minister wordt erop aan gedrongen, de toepassing der arbeidswet op dit bedrijf nog dit Jaar la verwezenlijken, De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een nader schrijven gericht aan de gemeente besturen in verband met de gewijzigde vast stelling van de verlaagde Rijksbijdrage in de gemeentelijke uitgaven voor werkloosheidzorg over 1933, ten einde de onzekerheid in dezen binnen zoo eng mogelijke grenzen te beperken, meldt de „Standaard". In deze circulaire wordt medegedeeld, dat ingevolge art. 5 le lid, het bedrag der rijks bijdrage, wanneer dit berekend is naar het maximum-percentage der bij de beschikking behoorende schaal, derhalve naar 76 pet., ver hoogd kan worden met ten hoogste 18 pet., In procenten van de voor de rijksbijdrage in aanmerking komende uitgaven uitgedrukt zou de rijksbijdrage! derhalve kunnen worden verhoogd met ten hoogste 133 pet. (afgerond) tot een rijksbijdrage van 89 pet. in totaal. De Minister is voornemens van de hier be doelde bevoegdheid gebruik te maken voor de door de werkloosheidslasten zwaar getrof fen gemeenten. Toekenning van die verhoogingen zal alleen kunnen plaats hebben, wanneer het gemeente bestuur deze aanvraagt en er naar het oor deel van de Regeering in slaagt aan te too- nen, dat het budget in 1933 geen gelegenheid biedt om een grooter bedrag aan werkloos heidslasten te dragen, dan na toekenning van de verhooging het geval zou zijn. Indien het gemeentebestuur hierin slechts ten deele slaagt, wordt van het bedrag der verhooging een zoodanig gedeelte gekort als gelijk staat met het bedrag, waarvoor het budget in 1933 alsnog ruimte bood. Aanvragen tot verkrijging van deze ver hooging worden voor 1 Maart 1934 inge wacht. In de tweede plaats opent art. 5 der beschikking nog de mogelijkheid tot een ver hooging van de Rijksbijdragen, waarop de beschikking aanspraak geeft, met 10 ten hon derd. In tegenstelling met de voorbehouden bevoegdheid tot verhooging van het maximum percentage, waarover hierboven werd gehan deld en waarbij de buitengewone hoogte van de crisiswerkloosheidslasten den doorslag geeft welk verschijnsel in een bepaalde groep van gemeenten optreedt zal de thans besproken bevoegdheid, evenals trouwens de mede in het aangehaalde artikel en in art. 13 2de lid be grepen bevoegdheid tot verlaging der rijksbij drage met 10 ten honderd, slechts in gevallen, waarin bijzondere omstandigheden in een be paalde gemeente daartoe aanleiding geven, ge hanteerd worden. Een uiterst spaarzaam ge bruik van de bevoegdheid tot verhooging ligt in het voornemen. Met het oog hierop zullen* de Gemeentebesturen op geenerlei wijze bij voorbaat met de toekenning van de hier be sproken verhooging rekening mogen houden. Nadrukkelijk wordt onder de aandacht ge bracht, dat de nieuwe regeling der Rijksbij drage voorzoover de kosten van steunverlee- ning betreft, alleen betrekking heeft op den steun, verstrekt aan werkloozen, die door de Regeering als crisiswerkloozen zijn aange merkt. De steunuitkeeringen die zijn gedaan aan niet-crisiswerkloozen oefenen noch op het percentage der Rijksbijdrage, noch op het totaal der uitgave, waarover de bijdrage wordt berekend, eenigen invloed uit. Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huisverwondingen Reel. 7954DGVS 9 Gemeentebestuur doet afbreuk aan het wettig gezag. Staatsblad no. 579 bevat het Kon. besluit van den 3den November 1933, tot vernietiging van het besluit van den raad der gemeente Zaan dam van 28 April 1933 betreffende 1-Meivie- ring. De overweging, die tot deze uitspraak van de Kroon leidden, luiden: dat bij besluit van den raad der gemeente Zaandam van 28 April 1933 eene verordening werd vastgesteld tot wijziging van artikel 25 der verordening, regelende den rechtstoestand der gemeente-ambtenaren, welke wijziging luidt: „In artikel 25, sub 3, vervalt het woord „en", dat staat voor „de Kerstdagen" en achter „Kerstdagen" wordt geplaatst „en de 1 Mei dag"; dat deze wijziging de strekking heeft den gemeente-ambtenaren op 1 Mei recht te geven op een vrijen dag, met behoud van wedde; dat tengevolge van dit besluit de 1 Mei-dag ten deze gelijk gesteld wordt met de Christe lijke feestdagen: Nieuwjaarsdag, Goede Vrij dag, 2e Paaschdag, Hemelvaartsdag, 2e Pink sterdag en de Kerstdagen; dat, mede blijkens de daaromtrent in den raad der gemeente Zaandam gevoerde beraad slagingen, de bedoeling heeft voorgezeten, den 1-Meidag het karakter van officieelen feestdag te geven; dat de 1 Mei-dag in het algemeen als feest dag wordt aangemerkt door bevolkingsgroepen, wier staatkundig streven, hetzij is gericht te gen het bestaande wettig gezag, hetzij niet on der alle omstandigheden waarborgen biedt van steun aan dat gezag; dat mitsdien een gemeentebestuur, aan den 1 Mei-dag het karakter van officieelen feest dag gevende, aan het wettig gezag afbreuk doet en handelt in strijd met het algemeen be lang; Hebben goedgevonden en verstaan, genoemd besluit van den raad der gemeente Zaandam te vernietigen wegens strijd met het algemeen belang. De vrees welke hier en daar tot uitdrukking kwam, dat n.l. de Amerikaansche goudpolitiek een nadeeligen invloed zou uitoefenen op de technische positie der goudvaluta, heeft althans voor het Nederlandsehe devies nog geen beves tiging gevonden in het verloop der feiten. Men kan zelfs veeleer het tegendeel beweren, getuige de weekcijfers der Bank, die andermaal een vermeerdering van den goudvoorraad te zien ge ven. De gedurende de afgeloopen berichtsperiode vrijwel bij voortduring zwakke houding van den Franschen franc heeft mede aanleiding ge geven tot goudtransporten naar Nederland, ter wijl van het daarbij betrokken metaal een ge deelte blijkt te zijn beland in de kelders van de Nederlandsehe Bank. De goudvoorraad nam gedurende de afgeloopen week toe met een hoe veelheid ter waarde van ruim 10 millioen gul den. In het algemeen was er van een toenemende credietvraag in het binnenland geen sprake. Blij kens de cijfers op de creditzijde van de balans namen de in rekening-courant renteloos bij de Bank gedeponeerde middelen andermaal met een aanzienlijk bedrag toe, t.w. met niet minder dan 29 millioen gulden, waarvan 22 millioen voor rekening van anderen en 7 millioen voor rekening van het rijk. Voor een naar men mag aannemen bijzondere credietbehoefte werd ech ter uitbreiding gegeven aan de portefeuille bin nenlandsche wissels, t.w. met ruim 2 millioen gulden, waartegenover echter een vermindering staat van de binnenlandsche beleeningen met 1 millioen gulden, De bankbiljettencirculatie onderging tengevolge van een en ander een ver mindering met 17 millioen gulden tot een totaal bedrag van slechts 902 millioen gulden. Voor de eerste maal sedert vele maanden overtrof de goudvoorraad daardoor het bedrag der uit staande biljetten, die door goud alleen voor een fractie meer dan 100 pet. zijn gedekt. Het totaal der obligo's (bankbiljetten en saldi) wordt op het oogenblik voor 8014 pet. door goud alleen en voor 83 pet. door goud en zilver gedekt. Criteria voor de ontwikkeling der ambtenaren. Uit goede bron vernemen wij, dat enkele we ken geleden door den voorzitter van den Raad van Ministers een commissie is ingesteld, welke tot opdracht heeft een onderzoek in te stellen naar de formatie van de verschillende departe menten en in verband daarmede de criteria vast te stellen, welke aan de ontwikkeling der verschillende categorieën van ambtenaren moe ten worden gesteld. De commissie, welke een permanent karakter draagt, en dus eventueel zal hebben te advi- seeren over latere wijzigingen in de formatie, is samengesteld uit de heeren Mr. J. Woltman, oud-secretaris-generaal van het Departement van Defensie, voorzitter, Mr. dr. A. van Door- ninck, thesaurier-generaal van het Departement van Financiën en Mr. dr. A. L. Scholtens, secre taris-generaal van het Departement van Social» Zaken, terwijl secretaris is de heer H. J. v. San ten, administrateur, chef van het Kabinet van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. De commissie heeft reeds enkele vergaderin gen gehouden ter voorbereiding van haar arbeid. Het ligt in de bedoeling dat zij bij haar onder zoek aan de verschillende departementen door onderzoekers zal worden bijgestaan. De slechte verlichting. Het Tweede Kamerlid de heer Duijs heeft aan den minister van Waterstaat gevraagd, of de minister bekend is met het onrustbarend aantal autoongevallen, dat plaats vindt op den nieuw aangelegden verkeersweg tusschen Rot terdam en Delft, speciaal in de omgeving van Overschie. Verder vraagt de heer Duijs of de minister op de hoogte is van het feit, dat, volgens vele deskundigen, deze ongevallen voor een groot deel moeten worden geweten aan onvoldoende verlichting. Zoo ja, is de minister dan bereid ten spoedigste een onderzoek naar een en ander in te stellen en de maatregelen ter verbetering te nemen, die noodig zullen blijken, desnoods na overleg met de leiding der Kon. Ned. Automobielclub. Gisteren is afgekondigd een staatsblad, bevat tende een koninklijk besluit, waarbij garnalen en melk worden aangewezen als crisisproducten in den zin van artikel I, onder 5, der land- bouwcrisiswet 1933. MELKPRIJS. De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat voor de periode van 19 tot en met 25 November de prijs voor het taxe-gedeelte van consump- tiemelk gekocht op Regeeringscontract voor de verschillende soorten van melk is vastgesteld op 6, 6(4 en 6(4 cent per liter en dat het bedrag der afdracht op andere, in consumptie gebrachte melk is vastgesteld op 1(4 cent per liter. De vastgestelde prijzen gelden af boerderij. A Een der sluistorens met omhoog-geheven sluisdeur van het Twente Rijnkanaal, binnenkort gebruik vxxdm ttenomm, 4'*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3