STER TABAK
TWEEDE KAMER EN KABINET.
PUROL er op
Als ge
STER TABAK in stopt, rookt ge
de beste tabakdie voor geld
te koop is.
WOENSDAG 15 NOVEMBER 1935
NIEMEIJER'5
St/zenddc
VERMOGENSBELASTING VAN
DE „DOODE HAND".
REGIEM-DECKERS.
KOSTEN VAN WERKLOOZEN-
ZORG.
DAT is uitgemaakt door de duizen
den, die Niemeijer's Ster-tabak
rooken. Dit leger van fijnproevers
heeft de beste tabak in ha ar
prijsklasse ontdekt en is er
natuurlijk bij gebleven. Die duizen
den kunnen zich niet vergissenElke
pijp geeft hun opnieuw 't bewijs,
dat zij voor hun geld de volle
100°/o kwaliteit krijgen. Hoe eer
der ge Uw pakje Ster tabak koopt,
hoe eerder ge weet waarom dit
Holland's populairste tabak is.
REPLIEKEN OP DR. COLIJN'S
REDE.
Dr. J. W. GOOSSENS.
Prof. Aalberse over het
R ijkskinderfonds.
Vergadering van Dinsdag 13 November
Verhooging van Rijksbijdrage voor
de zwaar getroffen gemeenten
NIEUWE CIRCULAIRE DER
REGEERING.
Het verzacht en geneest.
NEDERLANDSCHE BANK.
GEEN OFFICIEELE 1 MEI-DAG
VIERING.
Voortgezette goudaanvoerenhooge
dekkingspercentages.
FORMATIE DER DEPARTEMENTEN.
DE NIEUWE WEG ROTTERDAM-
DELFT.
GARNALEN EN MELK ALS CRISIS
PRODUCTEN.
II (Slot).
Ten aanzien van de religieuze gevoelens
neemt Minister Oud een standpunt in, dat
onzerzijds met waardeering behoort te wor
den bejegend.
Krachtens art. 3 wordt geen verkoop- of
geldswaarde toegekend aan zaken of gedeel
ten van zaken, uitsluitend of nagenoeg uit
sluitend bestemd voor den openbaren eere-
dienst". Hieronder vallen dus b.v. onze hei
lige vaten, kerksieraden en kerkgebouwen.
Blijven verder krachtens art. 4 o.a. buiten
aanmerking', bijna alle onderwijsgebouwen,
seminaria voor a.s. geestelijken, inrichtingen
van weldadigheid, bedoeld in art. 2 der Ar
menwet, inrichtingen tot genezing en ver
pleging van zieken en gebrekkigen, voor
zoover daarbij geen winst wordt beoogd, op
voedingsgestichten, musea, wetenschappe
lijke instituten. Ook erven en tuinen, bij der
gelijke inrichtingen behoorend, „voor zoover
de waarde daarvan die van de gebouwen
niet overtreft Een broodnoodige en daar
om zeer toe te juichen bepaling, welke ruim
hartig moge worden toegepast.
De Minister stelt kerkgebouwen vrij, om
dat belastingheffing ligt in de sfeer der
economische dingen en hij deze gebouwen
beschouwt „als daarboven uit te zijn ge
heven". Onze formuleering voor vrijstelling
zou, zooals boven bleek, anders zijn; wij
waardeeren echter het standpunt van den
niet-katholieken bewindsman, dat ons prac-
tisch tegemoet komt en dat van heel wat
breeder cultureel inzicht getuigt, dan dat
der „Nieuwe Rott. Crt." die de belasting
uitgebreider en zwaarder zou willen en
schrijft, dat „vrees voor ontstemming in
zekere kringen van geestelijk leven geen
reden mag zijn, om hiervan te doen afzien".
Dit zou een regelrechte uitdaging zijn aan
het religieus gevoel van duizenden geloo-
vigen, dikwijls „kleine luyden", die van hun
nooddruft offeren voor de instandhouding
van kerken en kerkelijke instellingen. Wij
meenen, dat dit in deze omstandigheden wel
een heel vreemde suggestie is aan een Ka
binet, dat men vooral van die zijde zoo
gaarne als „nationaal" kenmerkt.
De opbrengst van de belasting papen
vreters zullen oogen opzetten als glazen
knikkers schat de Minister op om en om
3 millioen. In dezen boozen tijd helpen alle
kleine beetjes, maar het is een schamel be
drag en er kleeft bloed aan, wanneer men
bedenkt, dat deze penningen toch voor een
deel worden onttrokken aan doeleinden,
welke ten algemeenen nutte komen. Dit
klemt nog meer, wanneer wij den rechts
grond van deze belasting probeeren te ont
dekken. Cort van der Linden zocht dien in
een vervanging van de successiebelasting
(Leerboek der Financiën, 1887, bl. 121-122).
Treub beriep zich zoowel op successie- als
op mutatie-recht (Ontwerp-Treub, enz.
Haarlem 1915, bL 9. 68). Het lid der Alge-
meene Rekenkamer, R. Zuyderhoff heeft deze
rechtsgronden bestreden. (De Rijks Directe
Belastingen, 1918). Hij achtte op deze gron
den een extra-belasting op de „doode" hand
onverdedigbaar (bl. 102) en berekende dit
ook. Sindsdien zijn de cijfers echter veran
derd t.a. van het successierecht. De „N. R.
Crt." schijnt te meenen, dat de Minister den
rechtsgrond vindt in het aequivalent der ver-
mogenbelasting, doch dit lijkt ons positief
fout. De vermogenswaarde zegt de M. v. T.
uitdrukkelijk, is tot viaatstaf van de heffing
gekozen (bl. 3). De Minister geeft naar onze
meening twee rechtsgronden. Vooreerst
meent Z. Exc. dat thans natuurlijke personen
niet meer belast mogen worden, voordat in
stellingen getroffen zijn; vervolgens is de
Minister van oordeel, dat deze instellingen
hunnerzijds ook profiteeren van de zorgen
van den Staat.
Wat het laatste betreft, voor een deel is
dit naar onze meening juist, maar, zooals wij
reeds gezegd hebben, de Staat profiteert óók,
en wel heel sterk van deze instellingen.
Wat het eerste argument aangaat, zouden wij
en dit is tevens aan het adres van de
„N, R. Crt." willen vragen, of niet eerst
een winstbelasting in aanmerking komt op
familie-N. V.'s, concerns e.a., die nog ver
dienen en wier eenig oogmerk winst is, in
tegenstelling met de door ons bedoelde
instellingen.
Deze „doode"-hand belasting kunnen wij
niet abstraheeren van het ministerieele dek
kingsplan. Z. Exc. heeft de zaak gematigd
behandeld. Maar wij hebben toch eenige
amendementen.
Vooreerst zouden wij in den considerans
het tijdelijk karakter der wet willen zien
vastgesteld en den einddatum in art. 31, 2e
lid.
Vervolgens zouden w;j in art. 3, le lid
na „uitsluitend bestemd" willen inlasschen
de woorden „of binnen bepaalden tijd met
zekerheid te bestemmen". Gebeurt dit niet,
dan zouden b.v. gelden, bestemd voor de
uitbreiding van een parochie onder de wet
vallen of b.v. de gelden voor het fonds tot
ondersteuning van arme kerken, waarvoor
elk jaar in verschillende bisdommen wordt
gecollecteerd.
Verder zouden wij aan art. 4 sub lo willen
toevoegen achter kostscholen „alsmede be
waarscholen, voor zoover daarbij geen winst
wordt beoogd", omdat de huidige positie
van dezen tak van bijzonder onderwijs toch
al zeer onbillijk is, daar zij zoo vaak geen
subsidie krijgen.
Wij veronderstellen, dat onder de semi
naries, bedoeld in art. 4 sub 2o ook instituten
behooren, waarin b.v. leekenbroeders-mis-
sionarissen worden opgeleid, al zou dit voor
de rechtszekerheid bij de openbare behan
deling uitdrukkelijk kunnen worden ge
vraagd aan den Minister.
Eindelijk zouden wij Z.Exc. willen verzoe
ken te overwegen, of in art. 4 sub f ook niet
kunnen worden opgenomen, gelden bestemd
voor de uitbreiding van inrichtingen voor
bijzonder hooger onderwijs. Dit is een natio
naal belang en het geld wordt grootendeels
uit kleine beurzen bijgedragen.
Wij gelooven, dat inwilliging van deze en
wellicht nog andere verlangens ligt in den
geest van den ontwerper van de wet.
De gehavende vrachtauto, die beladen met
dertien paarden, in de nabijheid van Teuge
&i VSLh vaarf tegen een boom reed,
Ons protest tegen het optreden van de
marine-autoriteit te Den Helder heeft ook
buiten katholieken kring de aandacht getrok
ken. Het schijnt ons onnoodig de redenen van
dit protest te ontvouwen, vermits wij geloo
ven, dat zij, die ons begrijpen moeten, ons
uitstekend hebben verstaan.
Maar twee opmerkingen willen we ons ver
oorloven. Vooreerst willen wij hier nog eens
nadrukkelijk zeggen, dat wij het Minister
Deckers tot eer aanrekenen, dat hij met kracht
is opgetreden tegen onbetrouwbare elementen
in de weermacht.
Dat nu de Minister, om zulke revolutionnaire
elementen te weren, belangenvereenigingen
reglementeert en onder scherpe controle stelt,
is begrijpelijk en verdient goedkeuring.
Wat echter onbegrijpelijk lijkt, is dat marine
officieren, de vice-admiraal zelf inbegrepen,
het voetspoor der socialisten volgend, politiek
en godsdienst vereenzelvigen en jongelui, die
zich op godsdienstigen grondslag organiseeren,
willen „neutraliseeren". Daartegen hebben wij
principieele bezwaren. Vooreerst omdat de op
godsdienstigen grondslag gebaseerde organisa-
saties nooit reden tot verdenking van ontrouw
aan het gezag hebben gegeven; vervolgens
omdat het kerkelijk gezag ook voor deze men-
schen de neutrale organisaties positief ver
biedt.
Wij weten heel goed, dat Minister Deckers
persoonlijk al het mogelijke doet voor den
goeden geest in leger en vloot en dat Z.Exc.
ook den goeden invloed van confessioneele
organisaties begrijpt en dien gaarne wil be
vorderen in het algemeen belang. Maar uit de
ons ter oore gekomen feiten blijkt, dat een
groot deel der marine-officieren, uiteraard met
doorvoering van ministerieele besluiten belast,
in eersten ijver niet alleen vervuld zijn van de
gelijkschakelingsmanie, maar ook geen al te
heldere voorstelling hebben van principieele
opvattingen, welke in het grootste deel van
ons volk, zeker in de grootste godsdienstige
gemeenschap des lands, leven.
Wat wij van de officieren verwachten, is,
dat zij eenvoudig handelen conform de bedoe
ling van den Minister, welke duidelijk blijkt
uit den passus in de M. v. A. op de begrooting
van defensie: „Uitgangspunt bij de regle
menteering der militaire vereenigingen is
geweest, dat die vereenigingen, welke bij hare
gedragingen en handelingen de eischen van
de krijgstucht steeds nauwgezet in het oog
hebben gehouden, zullen kunnen voortgaan
dezen weg zonder van de gestelde regelen
ernstige belemmeringen te ondervinden",
(blz. 3).
Het wil ons voorkomen, dat noch de katho
lieke, noch de protestantsche marinevereeni-
ging ooit de krijgstucht hebben ondermijnd.
Zij verdienen dus ook de bejegening niet,
welke zij den laatsten tijd van marine-autori
teiten hebben ondervonden. De meening bij
voorbeeld, dat 'n katholiek vereenigingsorgaan
de krijgstucht zou ondermijnen door te wijzen
op het gevaar van neutrale vereenigingen voor
katholieken, grenst aan het onbegrijpelijke en
de bewering, dat een katholiek orgaan de
krijgstucht ondermijnt, als het een protest
opneemt tegen een officier, die de christelijke
vereenigingen den ondergang van de marine
noemt, is wel het toppunt van eigenaardige
krij gstuchtreglement-exegese.
Nu begrijpt men, waarop wij doelden: met
de hoofdzaak van het ministerieel beleid heb
ben onze waarschuwingen niets te maken, want
dit beleid, speciaal ten aanzien van het weren
van revolutionnaire elementen uit de Defensie,
heeft onze instemming tout court.
0 Verkrijgbaar van
13 tot 5 cent
per half ons
Me t bons voor
Niemeijer's bekende
kwoliteits -cadeaux.
Reel. 7953-5 138
P. PANCRATIUS MAARSCHALKER-
WEERD O.F.M.
Men bericht ons uit Rome:
Pater Pancratius Maarschalkerweerd, zoon V.
de Nederlandsehe Provincie der Minderbroe
ders conservator van het Missie-Museum van
St. Jan van Lateranen te Rome, werd benoemd
tot professor in de geschiedenis van de Missie
Methode aan de Universiteit van- „De Propa
ganda Fide".
ZILVEREN KLOOSTERFEEST.
De eerwaarde frater M. Gerardus Majella
fin de wereld H. J. Spijkers, geboren te Til
burg) vierde Maandag in het Moederhuis der
Fraters van Tilburg, aan de Gasthuisstraat al
daar zijn zilveren professiefeest. Van zijn 25
kloosterjaren bracht frater M. Gerardus Ma
jella er ruim 12 in de missie door.
Plechtige uitvaart en begrafenis.
De plechtige uitvaart van dr. J. W. Goossens,
m leven Rijksarchivaris in Limburg, had
Maandag te Maastricht onder zeer groote be-
langstelling, zoowel van geestelijke als wereld
lijke autoriteiten plaats, die den betreurden
doode de laatste eer wilden bewijzen.
Onder de autoriteiten merkten we o.a. op,
den commissaris der Koningin in Limburg, mr.
baron van Hövell tot Westerflier; mr. L. v.
Oppen, burgemeester van Maastricht.
De plechtige Requiem-mis werd opgedragen
door mgr. v. d. Venne, directeur van Rolduc;
hierbij geassisteerd door Mgr. Poels; pastoor
Kengen van Caberg en pastoor Steinbusch van
Wylre. Na afloop der H. Mis werd de absoute
verricht door Z.H. Exc. mgr. dr. G. Lemmens,
bisschop van Roermond, waarna het stoffelijk
overschot werd overgebracht naar Berg en
Terblijt, ter bijzetting in den familie-grafkelder
aldaar.
DRIE GOUDEN ECHTPAREN-
Te Delft vieren heden niet minder dan drie
echtparen hun gouden huwelijksfeest, n.l.M.
J. Bruynse en M. E. Hoogeveen Th.' J. Enge
len en E. H. Grostens en P. v. d. Berg en W.
van der Kooy.
ONZE NIEUWE GEZANT TE BRUSSEL.
Op het graf van den onbekenden
soldaat.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
Gisterennamiddag om drie uur heeft de
nieuwe Nederlandsehe gezant te Brussel, Jhr.
mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh' Sta-
chouwer die 's morgens zijn geloofsbrieven aan
den koning heeft overhandigd, een krans neer
gelegd op het.graf van den onbekenden soldaat.
GOUVERNEUR VAN CELEBES
GAAT HEEN.
BUITENZORG, 14 November (ANETA).
Met ingang van 23 December is aan den Gou
verneur van Celebes en Onderhoorigheden, den
heer L. J. J. Caron, eervol ontslag uit 's Lands
dienst verleend.
POSTPAKKETTEN VOOR DUITSCHLAND.
In verband met de aanstaande feestdagen zul
len vermoedelijk weder talrijke postpakketten
naar Duitschland worden verzonden.
De aandacht wordt er daarom op gevestigd,
dat in Duitschland in het algemeen zéér hooge
invoerrechten worden geheven. Zoo is bijv.
voor tabakswaren ongeveer 54 per K.G. en
voor kleedingstukken, handwerken, theemut
sen e.d. ongeveer 24 per K.G. verschuldigd.
Bij het aanbieden op de postkantoren van vrij
uit t,e reiken pakketten zal in het algemeen een
waarborgsom worden gevorderd te verrekenen
met het bedrag van het later in te vorderen in-
voeïf«ch^
Rustig kan men de gehouden replieken tot
dusver noemen, maar onbelangrijk zeker niet.
De vier punten, welke professor Aalberse aan
raakte, waren op zich
al voldoende een heele
redevoering van dx.
Colijn uit te lokken.
Vooreerst wees de ka
tholieke leider nog
eens op den ernst der
fascistische beweging.
Hij is niet zoo zeker,
dat de veelgeroemde
Hollandsche vrijheids
zin immuun zou zijn
tegen het gevaar. De
regeerders, die dit twee
jaar geleden in Duitsch
land dachten, zitten nu
in concentratiekampen
en hebben den heer Prof. mr. Aalberse.
Hitier waarschijnlijk
meegeholpen aan het bereiken van ruim 90
pet. der stemmen. Deze fascistische strooming
is er ook bij ons en moet gekanaliseerd. De
Staatscommissie, aldus mr. Aalberse, komt er
toch; de Katholieke Staatspartij is reeds aan 't
werk om haar verlangens ten aanzien van een
eventueele grondwetsherziening te concretisee-
ren. „Ons dunkt in zulk een zaak is langzaam
heid van hoode", schijnt de Regeering met
Vondel te denken. Dat is een royalere houding
dan die van de S. D. A. P., wier fractie in
het Voorloopig Verslag nog zulk een Staats
commissie wenschten en dat verlangen sinds
dien geheel heeft ingeslikt, zooals de heer
Schouten aantoonde en waarvoor ir. Albarda
vergeefs een aannemelijke verklaring poogde
te geven.
Had prof. Aalberse geen steun voor zijn kijk
op het reëele gevaar van het fascisme met
uitzondering dan van den heer Sneevliet, die
wij tot dusver nog geen domme dingen hebben
hooren zeggen alle sprekers stemden met
hem in, dat de Regeering er verkeerd aan deed
alleen de partij-Mussert niet te verbieden voor
burgerlijke ambtenaren. Zijn de andere fascis
tische groepen méér revolutionnair? vroeg prof.
Aalberse. En was de Hitlerbeweging sinds 1923,
toen de leider wegens een revolutionnaire po
ging achter de tralies had gezeten, niet meer
revolutionnair? Probeert zij geen macht in den
Staat te vormen en de staatsmacht te grijpen,
als zij er de kans schoon toe ziet? vroeg de
anti-rev. heer Schouten. Ook mr. Joekes noem
de de Mussert-partij, die een trouwe copie is
van de Hitler-partij in wezen revolutionnair
en hij achtte de eerste te gevaarlijker, indien
waar was, wat de heer Westerman had gezegd,
dat er namelijk ook zooveel aanzienlijke lieden
lid van zijn. Als dat zoo Is, wilde mr. joekes
zooveel eerder een „halt" zien toegeroepen
aan ambtenaren die lid worden van deze be
weging.
Over den steun aan het groote gezin heeft
prof. Aalberse 'n vrienden-waarschuwing laten
hooren aan de Regeering. Inzonderheid drong
hij aan op instelling van een Kinderfonds.
Tweemaal heeft de katholieke leider als mi
nister een desbetreffend ontwerp gemaakt,
maar tweemaal werd het in den ministerraad
afgestemd. Toch aldus de katholieke rijksbe-
middeiaar zouden heel wat loonconflicten spoe
diger zijn opgelost, indien de fondsen er waren.
Nu loopen ook de bestaande fondsen door. de
ongeorganiseerde werkgevers gevaar, tenzij de
Regeering ze eenvoudig per bedrijf verbindend
verklaart. Deze opmerking was gewichtig, be
nevens die, waarin de leider der katholieke
fractie er zijn verbazing over uitsprak, hoe de
regeering wèl de onaantastbaarheid van rente
kon verdedigen en toch tegelijk reeds toege
kende pensioenen ging snoeien.
Helaas heeft prof. Aalberse van geen zijde
steun gekregen in zijn pleidooi voor het groote
gezin. Wel heeft mr. Joekes gezegd, dat hij
liever een opCent op de inkomstenbelasting
voor alle ongehuwden had, dan een extra
korting voor ongehuwde ambtenaren alleen,
terwijl hij voor de renten 'n regeling bepleitte,
analoog aan de Crisispachtwet. Overigens heeft
deze vrijz dem. leider op voorbeeldige wijze
den vuurdoop als fractieleider ondergaan, door
met kracht zoowel mr, Marchant als zijn partij
tegen de aanvallen van ir. Albarda te ver
dedigen. Albarda ha.d. namelijk opnieuw ver-
ïeker^ d*t d« tüUliütiaji der Eadeapeërs en
N.V.V.ers uit de apparaten v. Defensie onrecht
vaardig was, vermits zijn partijgenooten ge
hoorzaam wilden zijn en mr. Marchant zelf hen
op 11 November 1930 de groote beschermers
van de democratie genoemd had. Afgezien van
het feit, dat mr. Marchant's rede toen al niet
meer met de werkelijkheid klopte, zooals wij
destijds direct constateerden, kan men moeilijk
loochenen dat de vrijz. dem. leider jarenlang
als loodsmannetje van den heer Albarda fun
geerde en voortdurend probeerde de roode
walvisch in het goede vaarwater te houden.
Maar de heer Albarda is daarna "elf met de
„dappere ongehoorzaamheid" gekomen, de heer
Cramers was „verduiveld" blij met het levens
gevaarlijke spelevaren der „Zeven Provinciën"
en de roode pers was in die dagen heelemaal
het stuur kwijt. Kan men Defensie euvel dui
den, dat het departement daartegen maatregelen
nam? En is het niet te naief het voor te stel
len alsof S.D.A.P. en N.V.V. niet eng verbonden
zijn? Zooveel leden van het N.V.V., aldus de
heer Albarda, zijn geen lid van de S.D.A.P.
Maar het N.V.V. heeft dan toch maar zeggen
schap over de candidatenlijsten; zijn voorzitter
zit in de soc. dem. fractie; zijn geld steekt voor
'n deel in de roode pers. Hier de verwantschap
loochenen, is spreken tegen eigen handelen in.
Iets anders is, of de heer Albarda geen ge
lijk heeft, waar hij betoogt, dat wij het diepte
punt der crisis gepasseerd zijn. Inderdaad is dit
ook de overtuiging van meer dan één econoom,
maar de groote -vraag is natuurlijk, wanneer
men dit zal merken (sommigen zeggen: pas als
de hausse er volop is) en vooral, hoe dan alle
omstandigheden zullen zijn. Voor zijn wijze van
crisisfinanciering gaf de heer Albarda intus-
schen geen doorslaggevende argumenten.
Tenslotte, ook de professoren in de economie,
die blijkbaar in meerderheid voor devaluatie
zijn, hadden hun spreekbuis in den persoon van
dr. Bierema. Deze liberale afgevaardigde zette
de stoute stelling op, dat Engeland evenmin in
flatie heeft als wij en er ook even ver af staat
als wij. Tegenover dr. Colijn's opmerking, dat
devaluatie vernietiging van spaargeld beteekent,
stelde de heer Bierema de vraag, of dit ook niet
geldt voor spaarbanken, die te hooge rente moe
ten afschrijven. Dat Engeland kan convertee-
ren, bewijst, volgens dr. Bierema, dat deprecia
tie ook voor ons de leeningsmogelijkheid niet
afsluit. De heer Bierema meent, dat Engeland,
ook wat den export aangaat, er beter voor staat
dan wij en acht ook de deflatie onrechtvaardig,
vooral omdat hij met prof. Aalberse vreest, dat
de quaestie der hypothecaire schulden niet snel
opgelost zal zijn, wanneer die over drie depar
tementen moet loopen.
Het is intusschen van belang te noteeren, dat
de publieke aanprijzing van geldontwaarding
komt van de zijde der liberalen. Van de partij,
waarvoor ook Maandag de Rotterdamsche pro
fessor Polak, eveneens een der heftige drijvers
naar depreciatie, het woord voerde en daarbij
de onbeschaamdheid had, katholieken in een
adem te noemen wegens hun sociale politiek en
zijn ergernis te luchten over het feit, dat jhr.
Ruys de Beerenbrouck voorzitter der Kamer is.
Ruys was volgens dezen volksgenoot zulk een
„slap" regeerder. Zou deze professor misschien
een der liberale helden uit November 1918 pre-
fereeren? Om maar te zwijgen van het te Rot
terdam op het stadhuis en in een krant ver
toonde liberale heldendom; Dresselhuys maakte
toen zijn millioenenrit; Bierema predikt nu in
flatie. Knottenbelt zegde verleden jaar zijn ver
trouwen op, omdat het kabinet onvoldoende be
zuinigde. Bierema zegt nu, dat deze Regeering
minder bezuinigde dan de vorige. Deze libera
len klagen over de katholieke fractie, die ac
cijnzen voor het groote gezin verlaagd willen
zien, maar dezelfde liberalen stemden verleden
jaar in beide Kamers minister de Geer bijna
omver, omdat hij hooger tarief op thee moest
heffen en onthielden hun stem aan schier elke
bezuiniging.
Dat zijn pas de sterke staatslieden, die Neder
land noodig heeft. En deze „nationale" regeer
ders durven dan een grooten mond opzetten
tegen de katholieke fractie vanwege haar poli
tiek, die de armen zooveel mogelijk wil ont
zien en tegen den Premier van 1918, dien zij
nu even fraai behandelen als de liberalen der
tig jaar geleden Kuyper, den Premier van 1903.
ARBEIDSUUR VAN KELLNERS.
De Ned. R. K. Bond van hotel-, café- en res
taurant-geëmployeerden St. Anthonius heeft
aan den minister van Sociale Zaken een adres
gericht, waarin de vele pogingen van deze groep
personeel, gedaan om ook op haar de Arbeids
wet te doen toepassen, worden gememoreerd.
Er wordt op gewezen, dat de arbeidsweek
in dit bedrijf nog steeds 70 uren bedraagt, waar
door het personeel lichamelijk en geestelijk zeer
te lijden heeft. Bij den minister wordt erop aan
gedrongen, de toepassing der arbeidswet op dit
bedrijf nog dit Jaar la verwezenlijken,
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een nader schrijven gericht aan de gemeente
besturen in verband met de gewijzigde vast
stelling van de verlaagde Rijksbijdrage in de
gemeentelijke uitgaven voor werkloosheidzorg
over 1933, ten einde de onzekerheid in dezen
binnen zoo eng mogelijke grenzen te beperken,
meldt de „Standaard".
In deze circulaire wordt medegedeeld, dat
ingevolge art. 5 le lid, het bedrag der rijks
bijdrage, wanneer dit berekend is naar het
maximum-percentage der bij de beschikking
behoorende schaal, derhalve naar 76 pet., ver
hoogd kan worden met ten hoogste 18 pet.,
In procenten van de voor de rijksbijdrage in
aanmerking komende uitgaven uitgedrukt zou
de rijksbijdrage! derhalve kunnen worden
verhoogd met ten hoogste 133 pet. (afgerond)
tot een rijksbijdrage van 89 pet. in totaal.
De Minister is voornemens van de hier be
doelde bevoegdheid gebruik te maken voor
de door de werkloosheidslasten zwaar getrof
fen gemeenten.
Toekenning van die verhoogingen zal alleen
kunnen plaats hebben, wanneer het gemeente
bestuur deze aanvraagt en er naar het oor
deel van de Regeering in slaagt aan te too-
nen, dat het budget in 1933 geen gelegenheid
biedt om een grooter bedrag aan werkloos
heidslasten te dragen, dan na toekenning van
de verhooging het geval zou zijn. Indien het
gemeentebestuur hierin slechts ten deele
slaagt, wordt van het bedrag der verhooging
een zoodanig gedeelte gekort als gelijk staat
met het bedrag, waarvoor het budget in 1933
alsnog ruimte bood.
Aanvragen tot verkrijging van deze ver
hooging worden voor 1 Maart 1934 inge
wacht. In de tweede plaats opent art. 5 der
beschikking nog de mogelijkheid tot een ver
hooging van de Rijksbijdragen, waarop de
beschikking aanspraak geeft, met 10 ten hon
derd. In tegenstelling met de voorbehouden
bevoegdheid tot verhooging van het maximum
percentage, waarover hierboven werd gehan
deld en waarbij de buitengewone hoogte van
de crisiswerkloosheidslasten den doorslag geeft
welk verschijnsel in een bepaalde groep van
gemeenten optreedt zal de thans besproken
bevoegdheid, evenals trouwens de mede in het
aangehaalde artikel en in art. 13 2de lid be
grepen bevoegdheid tot verlaging der rijksbij
drage met 10 ten honderd, slechts in gevallen,
waarin bijzondere omstandigheden in een be
paalde gemeente daartoe aanleiding geven, ge
hanteerd worden. Een uiterst spaarzaam ge
bruik van de bevoegdheid tot verhooging ligt
in het voornemen. Met het oog hierop zullen*
de Gemeentebesturen op geenerlei wijze bij
voorbaat met de toekenning van de hier be
sproken verhooging rekening mogen houden.
Nadrukkelijk wordt onder de aandacht ge
bracht, dat de nieuwe regeling der Rijksbij
drage voorzoover de kosten van steunverlee-
ning betreft, alleen betrekking heeft op den
steun, verstrekt aan werkloozen, die door de
Regeering als crisiswerkloozen zijn aange
merkt. De steunuitkeeringen die zijn gedaan
aan niet-crisiswerkloozen oefenen noch op
het percentage der Rijksbijdrage, noch op het
totaal der uitgave, waarover de bijdrage wordt
berekend, eenigen invloed uit.
Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen
en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar
vooral ook bij brand- en snijwonden,
ontvellingen en allerlei huisverwondingen
Reel. 7954DGVS 9
Gemeentebestuur doet afbreuk aan
het wettig gezag.
Staatsblad no. 579 bevat het Kon. besluit van
den 3den November 1933, tot vernietiging van
het besluit van den raad der gemeente Zaan
dam van 28 April 1933 betreffende 1-Meivie-
ring.
De overweging, die tot deze uitspraak van
de Kroon leidden, luiden:
dat bij besluit van den raad der gemeente
Zaandam van 28 April 1933 eene verordening
werd vastgesteld tot wijziging van artikel 25
der verordening, regelende den rechtstoestand
der gemeente-ambtenaren, welke wijziging
luidt:
„In artikel 25, sub 3, vervalt het woord „en",
dat staat voor „de Kerstdagen" en achter
„Kerstdagen" wordt geplaatst „en de 1 Mei
dag";
dat deze wijziging de strekking heeft den
gemeente-ambtenaren op 1 Mei recht te geven
op een vrijen dag, met behoud van wedde;
dat tengevolge van dit besluit de 1 Mei-dag
ten deze gelijk gesteld wordt met de Christe
lijke feestdagen: Nieuwjaarsdag, Goede Vrij
dag, 2e Paaschdag, Hemelvaartsdag, 2e Pink
sterdag en de Kerstdagen;
dat, mede blijkens de daaromtrent in den
raad der gemeente Zaandam gevoerde beraad
slagingen, de bedoeling heeft voorgezeten, den
1-Meidag het karakter van officieelen feestdag
te geven;
dat de 1 Mei-dag in het algemeen als feest
dag wordt aangemerkt door bevolkingsgroepen,
wier staatkundig streven, hetzij is gericht te
gen het bestaande wettig gezag, hetzij niet on
der alle omstandigheden waarborgen biedt van
steun aan dat gezag;
dat mitsdien een gemeentebestuur, aan den
1 Mei-dag het karakter van officieelen feest
dag gevende, aan het wettig gezag afbreuk
doet en handelt in strijd met het algemeen be
lang;
Hebben goedgevonden en verstaan, genoemd
besluit van den raad der gemeente Zaandam te
vernietigen wegens strijd met het algemeen
belang.
De vrees welke hier en daar tot uitdrukking
kwam, dat n.l. de Amerikaansche goudpolitiek
een nadeeligen invloed zou uitoefenen op de
technische positie der goudvaluta, heeft althans
voor het Nederlandsehe devies nog geen beves
tiging gevonden in het verloop der feiten. Men
kan zelfs veeleer het tegendeel beweren, getuige
de weekcijfers der Bank, die andermaal een
vermeerdering van den goudvoorraad te zien ge
ven. De gedurende de afgeloopen berichtsperiode
vrijwel bij voortduring zwakke houding van
den Franschen franc heeft mede aanleiding ge
geven tot goudtransporten naar Nederland, ter
wijl van het daarbij betrokken metaal een ge
deelte blijkt te zijn beland in de kelders van
de Nederlandsehe Bank. De goudvoorraad nam
gedurende de afgeloopen week toe met een hoe
veelheid ter waarde van ruim 10 millioen gul
den.
In het algemeen was er van een toenemende
credietvraag in het binnenland geen sprake. Blij
kens de cijfers op de creditzijde van de balans
namen de in rekening-courant renteloos bij de
Bank gedeponeerde middelen andermaal met een
aanzienlijk bedrag toe, t.w. met niet minder
dan 29 millioen gulden, waarvan 22 millioen
voor rekening van anderen en 7 millioen voor
rekening van het rijk. Voor een naar men mag
aannemen bijzondere credietbehoefte werd ech
ter uitbreiding gegeven aan de portefeuille bin
nenlandsche wissels, t.w. met ruim 2 millioen
gulden, waartegenover echter een vermindering
staat van de binnenlandsche beleeningen met
1 millioen gulden, De bankbiljettencirculatie
onderging tengevolge van een en ander een ver
mindering met 17 millioen gulden tot een totaal
bedrag van slechts 902 millioen gulden. Voor
de eerste maal sedert vele maanden overtrof de
goudvoorraad daardoor het bedrag der uit
staande biljetten, die door goud alleen voor
een fractie meer dan 100 pet. zijn gedekt. Het
totaal der obligo's (bankbiljetten en saldi) wordt
op het oogenblik voor 8014 pet. door goud alleen
en voor 83 pet. door goud en zilver gedekt.
Criteria voor de ontwikkeling der
ambtenaren.
Uit goede bron vernemen wij, dat enkele we
ken geleden door den voorzitter van den Raad
van Ministers een commissie is ingesteld, welke
tot opdracht heeft een onderzoek in te stellen
naar de formatie van de verschillende departe
menten en in verband daarmede de criteria
vast te stellen, welke aan de ontwikkeling der
verschillende categorieën van ambtenaren moe
ten worden gesteld.
De commissie, welke een permanent karakter
draagt, en dus eventueel zal hebben te advi-
seeren over latere wijzigingen in de formatie,
is samengesteld uit de heeren Mr. J. Woltman,
oud-secretaris-generaal van het Departement
van Defensie, voorzitter, Mr. dr. A. van Door-
ninck, thesaurier-generaal van het Departement
van Financiën en Mr. dr. A. L. Scholtens, secre
taris-generaal van het Departement van Social»
Zaken, terwijl secretaris is de heer H. J. v. San
ten, administrateur, chef van het Kabinet van
het Ministerie van Binnenlandsche Zaken.
De commissie heeft reeds enkele vergaderin
gen gehouden ter voorbereiding van haar arbeid.
Het ligt in de bedoeling dat zij bij haar onder
zoek aan de verschillende departementen door
onderzoekers zal worden bijgestaan.
De slechte verlichting.
Het Tweede Kamerlid de heer Duijs heeft
aan den minister van Waterstaat gevraagd, of
de minister bekend is met het onrustbarend
aantal autoongevallen, dat plaats vindt op den
nieuw aangelegden verkeersweg tusschen Rot
terdam en Delft, speciaal in de omgeving van
Overschie. Verder vraagt de heer Duijs of de
minister op de hoogte is van het feit, dat,
volgens vele deskundigen, deze ongevallen voor
een groot deel moeten worden geweten aan
onvoldoende verlichting. Zoo ja, is de minister
dan bereid ten spoedigste een onderzoek naar
een en ander in te stellen en de maatregelen
ter verbetering te nemen, die noodig zullen
blijken, desnoods na overleg met de leiding
der Kon. Ned. Automobielclub.
Gisteren is afgekondigd een staatsblad, bevat
tende een koninklijk besluit, waarbij garnalen
en melk worden aangewezen als crisisproducten
in den zin van artikel I, onder 5, der land-
bouwcrisiswet 1933.
MELKPRIJS.
De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat
voor de periode van 19 tot en met 25 November
de prijs voor het taxe-gedeelte van consump-
tiemelk gekocht op Regeeringscontract voor de
verschillende soorten van melk is vastgesteld op
6, 6(4 en 6(4 cent per liter en dat het bedrag der
afdracht op andere, in consumptie gebrachte
melk is vastgesteld op 1(4 cent per liter.
De vastgestelde prijzen gelden af boerderij.
A
Een der sluistorens met omhoog-geheven sluisdeur van het Twente Rijnkanaal,
binnenkort gebruik vxxdm ttenomm, 4'*