RIJKSBEGROOTING IN DE TWEEDE
KAMER.
NUL KOMMA NUL
EERSTE KAMER AANVAARDT
RECHTBANKENONTWERP.
DONDERDAG 16 NOVEMBER 1933
HET BELEID VAN MINISTER
DECKERS.
DE HOUDING DER S. D. A. P.
Avondvergadering van Dinsdag
14 November.
REPLIEKEN MINISTERS COLIJN
EN OUD.
Buitenlandsche Zaken
Vergadering van Woensdag
EEN TREFFENDE PLECHTIGHEID
Een volledige Loofhut op de tentoonstelling van Joodsche gebruiksvoorwerpen in
het huisgezin, in het gemeente-museum te 's-Gravenhage.
vraag mag men stellen niet alleen in verband
met de voorgestelde pensioenkorting, maar ook
na de uitlating van den premier over de oor
zaak der crisis, een uitlating, welke de com
munistische spreker als „reine liberale theorie"
qualificeerde en die ook ons, toen wij haar
in de „Handelingen" nalazen, beslist onverde
digbaar scheen. De bewering toch, dat econo
mische ontwrichting een gevolg is van het
ingrijpen van de Staatsmacht in de vrije func-
tionneering van het productieproces en dat
deze met het kapitalistische stelsel niets zou
te maken hebben, zouden wij niet graag voor
onze rekening nemen en lijkt ons vlakweg met
de feiten in strijd. Het is niet toevallig, dat de
liberalen zulk een uiting toejuichen..
DE BEDRIJFSRADENWET EN DE
MEUBILEERINGSBEDRIJVEN.
NEDERLANDSCHE KINDEREN IN
DUITSCHLAND.
Onderscheiding voor de Broeders
der St. W ïllibrordusstichting
Voor daden van moed en naastenliefde.
Leest 't verhaal van één van dit jonge geslacht:
- PRIJS THANS f1.25 -
C. HAZELZET, POSTBUS 60 - ROTTERDAM
DE BEZUINIGING OP ONDERWIJS
Subsidie aan de R.K. Handels-
hoogeschool.
Excessen bij het groenloopen.
VOOR DE HEILIGVERKLARING
VAN DON BOSCO.
GELDINZAMELING VERBODEN.
CRISIS-INVOERWET EN
AMBTENARENWET AAN
GENOMEN.
Vergadering van Woensdag
PONTIFICALE REQUIEM VOOR
MGR. VAN DE WETERING.
STEUN AAN DE HARINGVISSCHERIJ.
REMBRANDT'S „JEREMIAS" TERUG
GEVONDEN.
AANGENOMEN WETSONTWERPEN.
Majoor Schaepman had gelijk: feitelijk Is
deze heele begrooting van Defensie een groote
memoriepost, vermits het wachten is op de
commissie-Idenburg, welke immers met bezui
nigende reorganisatievoorstellen zou komen. De
katholieke afgevaardigde verwachtte van deze
commissie den gang naar „het nieuwe huis|',
d. w. z. een bezuiniging op de militaire organi
satie zonder dat de kracht der weermacht wordt
aangetast. Deze deskundige meent, dat dit mo
gelijk is. Daar tegenover vroeg de heer Ch. v.
d. Bilt zich, vooral met het oog op Indië, af, of
niet zeer voorzichtig te werk moest worden
gegaan. Deze afgevaardigde wees daarbij o. a.
op den vliegdienst en beriep zich op het katho
lieke Volksraadslid Monod de Froideville.
Ook de heer Duymaer van Twist was op be
zuiniging niet zoo heel gerust. Deze afgevaar
digde verbaasde zich erover, hoe een land als
België zijn dure militaire apparaat toch wel
betalen kon. Dat schijnt ons niet zulk een zware
rebus, indien men bedenkt, dat België al zijn
eerste inflatie achter den rug heeft en dat de
tweede, vanwege de gevaarlijke financieele poli
tiek, schier permanent dreigt. Uiteindelijk zal
zoo'n land niet alleen het militair-wenschelijke,
maar zelfs het militair-noodige moeten missen,
want straffeloos kan geen natie zich op den
duur een te zware oorlogsbegrooting blijven
aanmeten. Waarmee niet gezegd is, dat men de
Belgische zucht om sterk te zijn en die hier
in sommige kringen onrust wekt, begrijpen kan,
els men denkt aan 1914.
Onze millioenennota verwacht voor 1934 12
millioen bezuiniging op Defensie en de heer
Schilthuis, niet alleen graanspecialiteit maar
blijkbaar ook militair deskundige van de vrijz.
dem. fractie, schijnt stellig op deze som te
rekenen. Natuurlijk is zij den heer K. ter Laan
nog niet groot genoeg. De Zaandarnsche burger
vader is pas tevreden als „stukken van de weer
macht afgaan", terwijl zijn vriend van Zadel-
hoff meent te moeten blijven getuigen, dat het
Carthago van het militairisme verwoest moet
.worden.
De heer ter Laan was overigens vanavond
buitengewoon slecht te spreken over de maat
regelen van Minister Deckers tegen zijn partij-
gnnooten in de weermacht. Als men hem hoorde,
dacht men werkelijk, zooals de heer Tilanus zei,
aan de vermoorde onschuld. Maar de heer
Schaepman heeft er met een reeks sterke voor
beelden aan herinnerd, dat de S. D. A. P. toch
niet zóó onschuldig is en dat zij ook al staat
er niets tegen de krijgstucht in haar statuten
deze krijgstucht wel degelijk jarenlang en zeer
stelselmatig heeft ondermijnd. Het was de eerste
keer. dat uit de katholieke fractie over deze
maatregelen van Minister Deckers werd gespro
ken en de heer Schaepman heeft die terecht
verdedigd. Hij herinnerde er aan, dat ook Trots-
ki en Noske hun bepalingen maakten tegen de
krijgstucht ondermijnei.de vereenigingen. Tegen
de bewering van den heer ter Laan als „brood
roofde" de Minister de afgevaardigde evenals
de heer Drop vergaten, dat de situatie van vrij
willig dienstnemende of dienende militairen, die
tevens de ontwapening propageeren toch wel
zeer vreemd is wees hij er op, dat de soc.
dem. textielbond wel een lid royeerde, alleen
omdat dit lid van den Vrijw. Landstorm was
geworden. Zulk een royement beteekent voor
een arbeider nu werkelijk broodroof, want
werkloos geworden, krijgt de man als ongeorga
niseerde minder steun.
Ook de V.-D. heer Schilthuis nam tegenover
de roode fractie het standpunt in, dat de weer
macht betrouwbaar moest zijn en de Minister
terecht zijn maatregelen had genomen. Wel
bepleitte hij eenige verzachtingen in het regle
ment voor de vereeniging „Ons Belang", het
geen generaal Duymaer van Twist en de heer
Amelink deden voor de protestantsche mili
taire vereenigingen. Hangende de besprekingen
over de katholieke marine-organisatie te den
Helder, heeft de heer v. d. Bilt opgemerkt,
dat hij de zaak aan den Minister toevertrouwde,
een houding, welke wij kunnen billijken en
die zeker de gewenschte oplossing brengen zal.
Intusschen verdient het aandacht, dat laatst
genoemde katholieke afgevaardigde op betere
voorbereiding der marine-officieren aandrong.
Men ontkomt niet aan den indruk, dat er aan
de algemeene kennis dezer officieren een en
ander hapert, wil men niet wat ons vol
strekt onnoodig lijkt kwaadwilligheid ach
ter hun handelingen zoeken. Wij gelooven eer
der aan onbekendheid met wat in andere
kringen leeft- een onbekendheid, welke nog
versterkt schijnt te worden door het afzonde
ringssysteem, dat, naar men zegt, speciaal bij
de marine heerscht.
Over de houding van de S.D.A.P. ten op
zichte van de weermacht, is weer veel ge
praat, maar helder is de toestand nog niet
De heer Duymaer speurde principieele ver
andering, maar de heer van Zadelhoff zei,
dat de S.D.A.P. haar ontwapeningsstandpunt
onverzwakt handhaaft en slechts van een
veiligheidswacht wil weten. Een leger, dat
vechten kan, meent deze goedhartige man,
trekt den oorlog aan. Men is geneigd te vragen,
of een goed geoutilleerde veiligheidswacht nu
wel principieel verschilt van het „neutral i-
teitsleger", dat de heer Schaepman wenscht.
En gelooft iemand, dat onze weermacht de
oorlogszucht van het Nederlandsche volk aan-
wekkert
Een aparte plaats In de groep ontwapenaars
neemt mr. Arts in. Deze afgevaardigde wil
veen ondermijning van de krijgstucht, maar hij
meent de ontwapening te mogen verdedigen
op grond van het katholieke beginsel. De
heer Arts vergeet, dat géén Paus ooit ont
wapening van één land heeft gevraagd. Indien
de zaak zóó stond zooals hij zegt dat ml. elke
oorlog in strijd met het goddelijk gebod moet
worden geacht, is zijn standpunt wel zeer
inconsequent, wijl hij er in een adem aan toe
voegt, dat hij natuurlijk wel zal gehoorzamen
en ten strijde trekken, als de wettige Over
heid dit gebiedt. Dat kan natuurijk niet. ware
elke oorlog inderdaad tegen Gods gebod, an
zou een christen ondanks een bevel der over
heid, dit gebod immers niet mogen over
treden. De protestantsche ontwapenaar van
Houten trekt deze consequentie. Intusschen wil
deze ontwapenaar ook geen sabotage. Tegen
hem voerde ds. Zandt weer bijbelsche
menten aan en uitspraken van calvinistische
vaderen, maar zoo is de zaak natuurlijk nooit
op te lossen.
Was de heer Arts op moraal-theologisch
terrein niet heelemaal safe, de staatsrechtelijke
beschouwingen van den heer Drop en diens
denkbeelden over „elementaire" rechten van
militairen, waren er heel zeker naast en aan
de historische beschouwing van den heer Snee
vliet over „De Zeven Provinciën", met hoe
een élan ook voorgedragen in het nachtelijk
uur, was meer dan één steek los. De heer
Sneevliet trok een parallel tusschen het ge
beurde op ons oorlogsschip en de zoogenaam
de staking op de Engelsche vloot en meende,
dat de Britsche regeering veel gematigder was
opgetreden. Maar de spreker vergat te zeggen
dat er op „De Zeven Provinciën" veel en veel
ernstiger feiten hebben plaats gehad. De En-
relsche matrozen gingen er met geen oorlogs
bodem van door, zetten de officieren met ge
hangen, bedreigden hen en den commandant
niet met wapens, waren ook niet in een zeer
gevaarlijke streek van het Empire en maakten
geen aanstalten naar de marine-basis van Indië
te stoomen. Wat op „De Zeven Provinciën"
geschiedde, was een misdrijf zóó ernstig als
geen enkel staatsgezag ongestraft kan laten en
het; is zeker ridicuul amnestie te vragen, nog
vóór de rechtbank heeft gevonnist. Merkwaar
dig was, dat deze gevaarlijke sofist want dat
is de welbespraakte en van talenten zeker niet
verstoken revolutionnair, overigens even
goed aannam, dat de S.D.A.P. mede schuldig
moest heeten aan het gebeuren op het pantser-
schip, een feit, dat de heer Drop vergeefs met
veel woorden geheel probeerde weg te praten.
De lieer Drop beweerde nog al veel: één keer
onderbrak de geduldig luisterende Minister den
spreker, die beweerde, dat de bewindsman de
kleine militaire bonden gemakkelijker goed
keurde. De heer Drop gaf voor die bewering
geen schijn van bewijs: hij mocht haar dus
niet volhouden en wij konden begrijpen, da.
de Minister eenigszins forsch zei, wat hij van
dit beweren dacht. Maar dr. Deckers is een
hoffelijk man: direct na 's heeren Drop s rede
bood hij den afgevaardigde reeds zijn excuus
aan voor een woord, dat op zich toch met
onjuist was. Maar een Minister mag natuurlijk
niet hardop zeggen, dat hij de bewering van
een afgevaardigde „onzinnig" vindt. Anders had
hij dit ook kunnen zeggen gedurende de boete-
preek van ds. Zandt tegen den Volkenbond
of aan het adres van den heer Westerman,
die het „beschamend voor het parlement"
vond dat de heer Sneevliet zijn oordeel over
de gebeurtenis op „De Zeven Provinciën" zei.
Wij°waren het met de beschouwing van den
revolutionnairen afgevaardigde totaal oneens,
maar indien het parlement zich moest schamen
over alle uitingen, waarmee dit het volstrekt
niet eens is, zou het aan den gang kunnen
blijven. Zelfs de heer Westerman geeft er
meer dan eens redenen toe. Maar generaal
Snijders zal wel tevreden zijn, dat zijn plaats
vervanger bij voorbaat geprotesteerd heeft
tegen eventueele bezuiniging op Defensie door
de commissie-Idenburg. Het protest klopt een
ter niet met het rapport der commissie-Weiter,
waarvan de heer Westerman ook lid was en
die ook bezuiniging op de weermacht mogelijk
achtte.
Dezen middag zijn de algemeene beschouwin
gen geëindigd, nadat de heeren Fleskens en de
Geer het hunne hadden gezegd en de Ministers
Colijn en Oud namens het Kabinet hadden
geantwoord. Het deed ons genoegen, dat de
woordvoerder der katholieke fractie vasthield
aan den principieelen eisch, dat de lasten der
groote gezinnen verlicht moeten worden. De
20 opcenten op den suikeraccijns, de belasting
aftrek voor het kindertal en tenslotte een
korting op de ambtenarensalarissen, welke
juist weer groote gezinnen kan treffen, zijn
zaken, welke de katholieke fractie niet blij
vend kan accepteeren. In het antwoord van Mi
nister Oud hebben wij een toenadering be
speurd, die ons verder scheen te gaan dan bi;
de ministerieele repliek in eerste instantie. Wij
hopen, dat de fractie, al laat men haar voor
deze dingen dan ook praktisch alleen staan,
er in slagen zal van de Regeering inwilliging
harer verlangens te verkrijgen.
Dat de Minister van Financiën waarschuwt
tegen ongemotiveerd optimisme, begrijpen wij
Ook, dat hij nu niet denken kan aan Staats-
pensioen en dat de onzekere crisistoekomst
hem niet toestaat de crisisuitgaven langer bui
ten den gewonen dienst te houden. Mr. Oud
wil overwegen, of er iets tegen kapitaalvlucht
valt te doen en eveneens speuren, of met de
rijksbijdragen aan den gemeenten het komen'
dé jaar meer rekening zal kunnen worden ge-
houden met de individueele positie van elke
gemeente. Nu kon dit niet meer, wil men niet
alles op losse schroeven zetten. Indien de Mi
nister er in slaagt zijn begrootingspolitiek vol
te houden, heeft hij ook hoop op voldoende
leeningsmogelijkheid voor den Staat en daar
mee voor werkverschaffing. Ongetwijfeld zul
len de kosten van rente en aflossing daardoor
zeker, zooals Jhr. de Geer heeft gezegd, stij
gen.
Minister Colijn is besloten ten opzichte van
het fascisme een afwachtende houding aan te
nemen en ziet met belangstelling uit naar de
voorstellen der katho
lieken inzake de
Grondwetsherziening.
De Mussert-partij
wordt nog niet voor
de ambtenaren verbo
den, daar dr. Colijn
niet met fascistische
middelen wil werken.
Er moet objectief ge
handeld worden en al
leen een partij, welke
het gezag aanrandt, de
orde verstoort of ille
gale middelen predikt,
acht de premier voor
verbod vatbaar. Wel
scheen hem een pas in
handen gekomen pam-
nog nader onderzocht
De fascisten
De muntkwestie, waarover de premier zich
heden, zooals gezegd, zeer summier uitliet, is
echter een veel te gecompliceerde aangelegen
heid, dan dat wij haar in enkele regels zouden
kunnen uiteenzetten, zonder misverstand te ver
wekken en wordt bovendien elders in ons blad
behandeld.
De Kamer heeft de hoofdstukken I en II, de
begrootingen van onvoorziene uitgaven, van
nationale schuld en van het Leeningsfonds als
mede de Middelenwet z.h.s. goedgekeurd.
Met de begrooting van buitenlandsche zaken
is zij inmiddels een goed deel opgeschoten.
Oud-minister Bongaerts heeft den nieuwen be
windsman Jhr. de Graeff, laten merken, dat
de katholieke fractie hem met vertrouwen be
groet en gaarne zal steunen, inzonderheid bij
het scheppen van een sfeer, waarin het ver
dragen sluiten gemakkelijker wordt. Uiteraard
moest de Belgische kwestie ter sprake komen.
Al heeft ir. Bongaerts zich zeer gereserveerd
uitgelaten, hij herinnerde wel aan de veran
derde internationale positie van België en aan
Woeste's standpunt inzake België's neutraliteit,
een standpunt dat nu weer meerderen in Bel
gië innemen en waarvan de kennisneming voor
ons van belang is. De Minister heeft gezegd,
dat het beleid der Regeering ten aanzien van
onze verhouding met België „gericht zal zijn
op handhaving van essentieele belangen en op
wederkeerigheid onder afwijzing van niet ge
fundeerde rechtspretenties". Terecht nam de
katholieke afgevaardigde met deze verklaring
genoegen. Met zijn dank voor de verlaging van
de loodsgelden en zijn aandrang tegen kunst
matige verkeersafleiding in onze rivieren, zul
len duizenden, vooral in de havensteden, zich
oprecht vereenigen.
Maandag j.l. hield te Amsterdam de R.K. Be
drijf sraad voor de meubel-, behangers- en aan
verwante bedrijven een bespreking over de Be-
drijfsradenwet.
Aan deze vergadering waren er reeds enkele
voorafgegaan teneinde hetzelfde onderwerp te
bespreken, aangezien een eventueele invoering
dier wet in de meubileeringsbedrijven van
grooten invloed zou kunnen zijn.
De R.K. Bedrijfsraad in de meubel-, behan
gers- en aanverwante bedrijven heeft reeds van
1919 af in voortdurend overleg tusschen de
R.K. werkgevers en werknemers gepoogd, door
het leeren begrijpen van eikaars moeilijkheden,
die oplossingen te kunnen vinden, welke inder
daad in het bedrijfsbelang noodzakelijk waren.
Apprecieerende het werk van den Ministei
voor datgene, wat hij deed voor de invoering
der wet en kennende de moeilijkheden, welke
er zullen hebben bestaan, om deze wet in het
Staatsblad geplaatst te krijgen, maakten eenige
ernstige leemten een punt van bespreking uit.
Aan deze wet ontbreekt oa. de directe ver
ordenende bevoegdheid, welke voor de meubi
leeringsbedrijven noodzakelijk werd geacht.
Een tweede bezwaar was, dat er werkgevers
zijn die zoowel in den handel als door zich
buiten de bepalingen der C.AO. te houden, een
dusdanige oneerlijke concurrentie' weten te
voeren, dat de bona-fide werkgevers in meer
dere gevallen in moeilijkheden geraken en
bedreigd worden in hun bestaan en tevens in
dat van hun werknemers.
Daarnaast bestaat in den goed functioneeren-
den RK. Bedrijfsraad de wederzijdsche ver
plichting, om niet tot staking of uitsluiting
over te gaan. Een verplichting welke van zeer
groot belang is voor het geheele bedrijf. In
de jaren van het bestaan van den R.K. Be-
drijfsraad in de meubel-, behangers- en aan
verwante bedrijven is in deze richting reeds
zeer veel bereikt, hetwelk vooral in de afge-
loopen lig|;ende moeilijke jaren ten goede
kwam aan de samenleving aan de patroons
zoowel als aan de gezellen.
Minister Colijn.
II. M. schonk een belangrijk
lioogere gift.
In verband met den grooten nood, die tegen
woordig onder de in Duitschland gevestigde,
voor het meerendeel werklooze Nederlanders
heerscht, heeft H. M. de Koningin Hare jaar-
lijksche gift voor het Sint Nicolaas- en Kerst
feest der kinderen in zeer belangrijke mate
verhoogd.
Hierdoor zal In menig kindergemoed weder
een zonnestraaltje van vreugde vallen.
R. K.
DIOC. BOND ONDERWIJZERESSEN
V. O. „ST. THERESIA"
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be
noemd tot geestelijken adviseur van den R. K.
Diocesanen Bond van Onderwijzeressen bij het
Voorbereidend Onderwijs St. Theresia, aen
Zeereerwaarden Heer C. M. Mol, Algemeen
adviseur te Rotterdam. De onlangs opgerichte
Diocesane Bond in het bisdom Haarlem telt
thans de afdeelingen Amsterdam, 's Graven-
Dinsdag had in de St. Willibrordusstichting
te Heiloo een treffende plechtigheid plaats.
Zooals men zich zal herinneren werd een der
paviljoens dezer stichting in den Kerstmorgen
van het vorig jaar door een ernstigen brand
geteisterd.
Door de Eerw. Broeders werd daarbij met
bewonderenswaardige zelfopoffering aan het
reddingswerk deelgenomen. Door den brand
liepen namelijk eenige slaapzalen van ver
pleegden gevaar.
Op verzoek van de Kon. Ned. Brandweer-
vereeniging had de commandant der Alkmaar-
sche Brandweer, de heer Fr. Ringers over dit
heldhaftig optreden der Broeders rapport uit
gebracht met het gevolg, dat het H.B. van ge
noemde vereeniging besloot den Broeders een
onderscheiding te doen toekomen.
Hiertoe hadden zich in een der zalen van
de Stichting een aantal genoodigden verzameld
nagenoeg alle Eerw. Broeders van de commu-
nieauteit waren hierbij tegenwoordig, voorts
merkten we op Broeder Overste Junianus, Dr.
Barnhoom geneesheer-directeur, directeur
den heer Fr. Ringers met 'n deputatie van de
Alkmaarsche Brandweer en namens de Kon.
Ned. Brandweer Vereeniging de heeren Kee-
man, Rotterdam en Hazelhorst Tilburg.
De heer Keeman herinnerde aan den brand
van 25 Dec. 1932, waarbij de Broeders groote
menschlievendheid aan den dag legden. Dit
heeft de aandacht getrokken van de Kon. Ned.
Brandweervereeniging, die direct het plan
maakte, het eerekruis der Ver. aan de Broe
ders te schenken. Het eerekruis is een zeld
zame onderscheiding voor moed en zelfopoffe
ring en is na 1916 slechts viermaal uitgereikt.
De broeders toonden zich helden en hebben
de bewondering en waardeering van heel Ne
derland tot zich getrokken.
Ook de commissie van onderzoek was una
niem van meening dat deze zeldzame onder
scheiding hier verdiend was. De broeders toon
den dien Kerstnacht een liefde en toewijding,
als Nederland nog niet aanschouwd heeft. Spr.
besloot met de gelukwenschen van de Kon.
Ned. Brandweervereeniging over te brengen
en onder applaus van de aanwezigen hechtte
spr. daarop het eerekruis als onderscheiding
aap heel de Congregatie op de borst van Broe
der Overste; ook de daarbij behoorende diploma
werd overhandigd, ter plaatsing in een der
zalen.
Br. Junianus dankte namens de Broeders
voor de verleende onderscheiding.
De Eerw. Broeder Iterman dankte namens
den Br. Provinciaal.
Dr. Barnhoom zeide als geneesheer-directeur
het best in staat te zijn te oordeelen wat er
bij den brand gebeurd is; in drie kwartier a 1
uur werden in de grootste orde 120 patiënten
van de slaapzalen vervoerd; Dit werk dwingt
ongetwijfeld bewondering af. Alles wat hier
echter is gepresteerd ging uit plichtsgevoel en
werd door de Broeders niet als iets bijzonders
beschouwd en aan een onderscheiding werd tot
dusverre nimmer gedacht. Spr. herinnerde ook
aan het reddingswerk door een aantal pa
tiënten, zoowel van de stichting als van het
Psychopathenasyl ook die hielpen en zwoegden
om anderen te redden en orde te scheppen.
De heer F Ringers commandant van de Alk
maarsche Brandweer herinnerde aan den brand
waarbij spr. getroffen werd door de orde en
rust, die er heerschte en mede daaraan is het
te danken dat de brandweer 't vuur spoedig
meester was.
Na afloop werd een rondgang gemaakt door
het gerestaureerde paviljoen.
Of de Nederlandsche Natie een toekomst
heeft, en of dit een groote toekomst zal J
J wezen, hangt voor een groot deel van g
het jonge geslacht af....
(Prof. Mr. W. P. J. POMPE in
„Nationaal en Sociaal").
Roman van een Nederland-
schen Jongen door
C. P.M. HAZELZET
is een boek van/en voor de
OPGROEIENDE JEUGD.
„Het Vaderland" zegt er van Dit boek
is een verhaal van het heimwee van vele
jongeren naar groote gebeurtenissen en
naar Zuidelijk, lichtend leven. Boeiend
geschreven, hier en daar met onmisken
baar talent.
Het „Utrechtsch Dagblad"Soms denk
je dat je een gewoon jongensboek voor
je hebt, maar plotseling breekt
van dit werk
de
tot
diepere beteekenis
je door.
„De Gelderlander": Een mooi stuk echt
jongensleven, dat zich in een groeiend S
bewustzijn van zijn roeping en kunnen g
voor den lezer voltrekt.
225 bladzijden. Fotografische omslag.
Toezending franco na ont
vangst van postw. ad. ƒ1.40
Gebonden exemplaren 1.75 fr. per post.
Reel. 4242-5
hage Haarlem, Alkmaar en Rotterdam, terwijl welke worden toegeschreven aan de voorspraak
de oprichting van nog enkele andere afdeelin- I van den zaligen Don Bosco en welke voor Diens
gen in voorbereiding is. Het secretariaat van
het Hoofdbestuur is gevestigd te Rotterdam,
Bergweg 188.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake de Onderwijsbegroting wordt
het volgende ontleend. Verscheidene leden
achtten de bezuinigingspolitiek, zooals die tot
dusver met betrekking tot het onderwijs wordt
gevoerd, verontrustend. Van een vast plan
schijnt geen sprake te zijn, en als dit er wel
is, had de Regeering beter gedaan, alvorens
met partieele maatregelen te komen, eerst over
leg over dit plan met de Kamer te plegen. Nu
is in de onderwijswereld de rust verstoord, die
de Regeering niet kan doen terugkeeren door
het houden van redevoeringen in afgelegen
plaatsen.
Sommige leden spraken er hun teleurstelling
over uit, dat nog niet meer bezuinigd is.
Door verscheidene leden werd betreurd, dat
er van de zijde van het Departement van On
derwijs niets blijkt van zorg voor de werklooze
jeugd. De desbetreffende circulaire van den
minister van Binnenlandsche Zaken is daartoe
onvoldoende.
Verscheidene leden beklaagden zich over den
geest, die bij sommige leerlingen van het voor-
bereidend-hooger, het middelbaar en het lager
onderwijs heerscht. Communistische en fascis
tische denkbeelden worden in woord en ge
schrift onder en door de jeugd gepropagan-
deerd.
Eenige leden achtten het gewenscht, dat de
Regeering ook aan de R. K. Handelshoogeschool
te Tilburg een subsidie zou verleenen, al was
het slechts voor een klein bedrag.
De excessen, die zich ook dit jaar weder heb
ben voorgedaan bij de ontgroening van studen
ten in Utrecht en Delft, waren voor verschei
dene leden aanleiding, om bij herhaling bij
de regeering op strenge maatregelen aan te
dringen. Andere leden zouden op een algeheel
verbod van groenloopen willen aandringen.
Vele leden waren in het algemeen van oor
deel, dat het een geheel verkeerde tactiek is,
het nijverheidsonderwijs in die sterke mate te
besnoeien als thans het geval is.
In verband met het feit, dat hier te lande
duizenden Duitsche dienstboden een betrekking
hebben, stelden eenige leden de vraag, of er
heiligverklaring moeten dienen. I niet een drang kan worden geoefend op Neder -
Verder werd ook beraadslaagd over het de- landsche meisjes, om meer van het huishoud-
ROME, 15 November (R.O.) In tegenwoordig
heid van den H. Vader had gisteren een bijeen
komst plaats van de H. Congregatie der Riten,
waarop de daartoe aangewezen kardinalen en
prelaten beraadslaagden over twee wonderen,
BATAVIA, 15 November (ANETAV
De „Javasche Courant" bevat een verbod
van geldinzamelingen ten behoeve van het
„Zeven-Provincien-comité", waarvan het lid
van den Tweeden Kamer Roestam secretaris is.
creet „del tuto" voor de canonisatie van den
zaligen Pirotti en van de zalige Maria Mi-
chaela van het H. Sacrament.
flet der N. S. B., dat
zou worden, niet ongevaarlijk,
zullen zelf waarschijnlijk minder scrupuleus
zijn.
De uitsluiting van soc. dem .ambtenaren
buiten de Defensie-apparaten blijft, zoolang
S.D.A.P. en N.V.V. hun tweeslachtige positie,
waarvan ook jhr. de Geer het afstand doen
bepleitte, handhaven. Eveneens blijft de agi
tatie aan ambtenaren verboden en uiteraard
mogen ambtenaren de Regeeringsmaatrege-
len niet critiseeren, voorzoover die tot hun
eigen resert hooren. Een onderwijsinspecteur
zal dus niet meer op protestvergaderingen te
gen zijn eigen Minister mogen ageeren.
Tot onze spijt heeft dr. Colijn zich niet voor
de instelling van een Rijkskinderfonds ver
klaard, ja, zelfs vrij pessimistisch gesproken
over de verbindendverklaring dezer fondsen in
bedrijven, waar deze reeds zijn. Het kwam ons
voor, dat zijn argumenten voor dit standpunt
heelemaal niet sloegen op die, welke prof. Aal-
berse voor deze fondsen had aangevoerd in
verband met de loonpolitiek.
De aarzeling, waarmee zoowel jhr. de Geer
als dr. Colijn zelf over de verlaging van hy
potheekrente spraken, achten wij verklaarbaar.
Maar indien men vasthoudt aan den gouden
standaard, zooals de Regeering dit wil het
antwoord aan dr. Bierema maakte op ons niet
zulk een sterken indruk als de premier in eer
ste instantie gaf aan ir. Albarda zal dit rente-
vraagstuk toch onmogelijk ontweken kunnen
worden. Wil men den standaard vasthouden,
dan zal de deflatie-uitwas moeten worden af
gesneden, om te voorkomen, dat het moreel
gevoel zich verzet tegen het te groote voor
deel, dat bepaalde groepen der bevolking van
de huidige muntpolitiek hebben. Of dr. Colijn
dezen kant der kwestie aanvoelt, is een vraag,
welke ook zij zich stellen, die geen manupu-
latie met. de munt willen, omdat zij bang zijn,
dat daardoor te veel vertrouwen geschokt
wordt en bovendien vxeezen, dat men de zaak
op den duur niet belieerschen kan. Maar deze
Binnen vier uren aanvaardde de Senaat een
agenda met zooveel verschillende ontwerpen,
dat bijna de helft der ministers „te biecht"
moest komen. Nu kan deze Kamer uiteraard
vlug opschieten, daar zij in feite geen mede
werkend, maar eer een controleerend college
is, hetwelk de wetten in haar geheel heeft te
beoordeelen.
Zeker is daarbij niet uitgesloten, dat op be
paalde onderdeelen bijzonder de aandacht ge
vestigd kan worden. Dit deed Jhr. van Sasse
van Ysselt bij het ontwerp, dat de bekende
bezuiniging op de gerechten beoogt, door nog
eens te wijzen op de noodzakelijkheid van een
tweeden kantonrechter voor Den Bosch. Daar
tegen bleek minister van Schaik geen prin
cipieel bezwaar te hebben, nu de Kamer hem
zonder stemming de besparing verleende, welke
op den duur op drie en een halven ton per
jaar geschat wordt. Hiermede is het historische
wetsontwerp, dat een Kamerontbinding ver
oorzaakte, eindelijk in veilige haven.
Dat de geesten veranderen, bewees ook de
wijziging der Ambtenarenwet, welke een vurig
debat ontlokte, dat zijn hoogtepunt bereikte
in de gedachtenwisseling tusschen professor
Kranenburg en minister de Wilde. Het wonder
lijke was hier, dat de nazaat van Thorbecke,
met een beroep op Groen, de autonomie der
lagere organen verdedigde tegen een anti
revolutionair bewindsman. Het verzet van de
sociaal-democraten tegen een ontwerp, mede
noodig geworden door hun niet altijd voor
zichtige politiek, zooals mr. van Lanschot
terecht constateerde, was te verwachten. Zij
zijn bang voor te scherp toezicht uit Den Haag.
Maar prof. Kranenburg had principieel-staats-
rechtelijk bezwaar. Dat voortaan de Kroon
positief regelend zal kunnen ingrijpen in de
salarisregeling van provinciale en gemeente
lijke ambtenaren, was den Leidschen hoogleer
aar te kras en scheen hem de totale door
breking der gemeentelijke en provinciale
autonomie. Zijn partijgenoot mr. Slingenberg
bestreed den professor met boudweg te be
weren, dat hij eigenlijk nooit iets van ge
meentelijke autonomie ontdekt had en dat er
eenheid is en ook moet zijn tusschen de rijks-
en gemeentefinanciën.
Minister de Wilde, die een geduchte debater
is, stelde de zaak, welke hij uitnemend ver
dedigde, veel scherper en meer principieel.
Terecht merkte Z. Exc. op, dat de autonomie
niet staat en valt met de salarisregeling alleen
en ook niet met beperking van het belasting
gebied der lagere organen, die trouwens steeds
heeft bestaan de laatste decenniën. Maar het
kroon-argument van den minister was zeker
dit, dat er sinds 1929 niets principieel veran
dert, omdat sinds dat jaar de controle die nu
het Rijk krijgt, al bij Gedeputeerden berustte.
Wij gelooven, dat dit argument in zooverre
onweerlegbaar is, dat er naar den kant der
gemeenten in wezen niets verandert. Wel ver
andert er iets, nu de tijdsomstandigheden het
Rijk de plaats doen innemen van Gedeputeer
den. Minister de Wilde begrijpt echter zeer
goed, dat centralisatie de dood kan zijn en liet
duidelijk doorschemeren, dat de wet naar zijn
meening reeds voldoende was, als zij slechts
preventieve werking zou uitoefenen om te on
gelijke salarieering te vorkomen of te beëin
digen. De wet is er tenslotte met 26 tegen
11 stemmen doorgegaan. Tegen verklaarden
zich de aanwezige sociaal-democraten, de pro
fessoren Kranenburg en van Embden cn de
katholieke wethouder van Rotterdam, de heer
Nivard. Het hoofdbezwaar van dezen afgevaar
digde was, dat de wet, tegen welke hij in de
gegeven omstandigheden geen overwegend be
zwaar had, geen tijdelijk karakter droeg. Maar
dit bezwaar kan in de Eerste Kamer, die het
amendementsrecht mist, niet weggenomen wor
den. Intusschen hopen wij, dat de minister ge
lijk krijgt met zijn verwachting, dat de wet
nooit zal worden toegepast want de autono
mie is een goed, maar Staten- en raadsleden
moeten het dan zelf ook met zorg beschermen
doch niet met zijn pessimistische verklaring,
dat de crisis nog wel jaren kan duren.
De Crisisinvoerwet die 'n middel zal zijn om
onze heele handelspolitiek essentieel te wijzigen
werd z.h.st. aangenomen, hetgeen eveneens het
geval was met de ontwerpen inzake de huis
industrie, de reorganisatie der sociale verzeke
ringsorganen en de economische verdragen met
Duitschland-
Gistermorgen heeft Z. H. Exc. Mgr. J. H. G.
Jansen in de Kathedrale kerk aan de Lange
Nieuwstraat te Utrecht een pontificale Re
quiemmis opgedragen voor de zielerust van
zijn voorganger op den Aartsisschoppelijken
troon, Mgr. H. v. d. Wetering z.g. Bij de Mis
werd Mgr. Jansen geassisteerd door dr. J. de
Jong, president van het Seminarie Rijsenburg
en kanunnik J. H. Scholten uit Oldenzaal, ter
wijl als troondiaken dr. H. Koopmans, presi
dent van het Klein-Seminarie Culemborg en
mgr. Th. Huurdeman vicaris generaal van
het Aartsbisdom fungeerden.
Tijdens de Mis zong het zangkoor der paro
chie de gregoriaansche gezangen. Veel geeste
lijken uit Utrecht en omgeving en talrijke ge-
loovigen woonden de plechtigheid bij.
onderwijs gebruik te maken, ten einde zich tot
dienstboden te bekwamen.
Het verschijnsel, dat exploitanten van fabrie
ken en bedrijven direct of indirect het onder
wijs van kinderen hunner arbeiders tot zich
gaan trekken, stemde verscheidene leden tot
groote ongerustheid. Het moet noodzakelijk
leiden tot reehtstreekschen of zijdelingschen
gewetensdwan g.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat
inperking van het aantal leerkrachten nood
zakelijk is.
Voorts waren verscheidene leden van oordeel,
dat de subsidies aan orkesten niet meer dien
den te worden verleend.
Een Pool als medeplichtige?
Reuter seint uit Stockholm, dat in verband
met den diefstal van Rembrandt's „Jeremias"
een Duitsch metaalbewerker werd gearres
teerd, Blaich geheten.
Naar een Reuterbericht uit Stockholm meldt
is de gestolen Rembrandt door de politie ont
dekt onder een hoop oude takken ir, een bosch
nabij Stockholm.
De Duitsche metaalbewerker, die zooals ge
meld gisterenmorgen in verband met den dief
stal werd gearresteerd, heeft verklaard, dat
hij geen medeplichtigen heeft.
Een V.D.-telegram daarentegen meldt, dat de
Duitscher nog een medeplichtige heeft gehad,
een Pool, Woizick genaamd.
Na zijn arrestatie, waarbij de politie eenige
malen van haar revolvers gebruik moest ma
ken, zou Blaich hebben verklaard, dat hij des
kundige is op het gebied van edele metalen,
terwijl zijn medeplichtige kunstkenner zou
zijn.
Blaich zou ook hebben bekend, de inbraak
bij den kanselier der universiteit, oud-minister-
president Trygger te hebben gepleegd.
Een crediet van 750.000 verleend.
Thans is bij beschikking van gisteren door
den minister van Economische Zaken het vol
gende bepaald:
Ten behoeve van de reeders van haringdrijf-
netvisschersvaartuigen wordt, teneinde een ge
deelte van de Engelsche walharing uit de markt
te nemen en tijdelijk op te slaan en daardoor
een te sterke prijsdaling te voorkomen, uit het
Landbouw-Crisisfonds, aan de stichting voor
de Nederlandsche Haringvisscherij, gevestigd
te 's-Gravenhage, ten behoeve van deze ree
ders, onder nader door den minister bij over
eenkomst vast te stellen voorwaarden, een
crediet geopend van ƒ750.000.
Voor het bekomen van crediet uit boven
gemeld bedrag komen slechts die reeders in
aanmerking, die aangesloten zijn bij genoemde
stichting.
De aanvoer van haring (pekel- en steur-
haring) in Nederland is verboden buiten het
tijdvak, aanvangende 15 November 1933 en
eindigende op een nader door den minister te
bepalen datum.
TYPHUSGEVALLEN OP DE MIJNEN
De laatste maanden zijn op de mijn Oranje-
Nassau II te Heerlen vrij veel gevallen van
typhus voorgekomen. Zulks heeft de aandacht
getrokken van het Staatstoezicht op de volks
gezondheid en in verband daarmede heeft thans
de Warenkeuringsdienst te Maastricht opdracht
gekregen naar de oorzaak dier ziektegevallen
een onderzoek in te stellen.
Huisindustrie en Nederlandsch-Duitsch
douaneverdrag.
De Eerste Kamer heeft gistermiddag o.m.
aangenomen het wetsontwerp tot wettelijke
regeling van de huisindustrie, dat betreffende
de organisatie der openbare organen belast met
de .uitvoei-ing der sociale verzekering en dat
tot goedkeuring van het Nederlandsch-Duitsch
douaneverdrag en van het verdrag tot wijziging
van het Nederlandsch-Duitsch douane- en
credietverdrag.
STERFTE AAN INFLUENZA,
BRONCHITIS EN PNEUMONIE.
Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron
chitis en pneumonie in de 48 gemeenten met
meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Juli
1933 eene bevolking van 4.049.715 inwoners,
voorgekomen gedurende de week van 5 tot en
met 11 November is: aan influenza 3, bronchi
tis (acuta, chronica) 7, bronchopneumonie (ca
pillaire bronchitis) 30, lobaire pneumonie
(croupeuze pneumonie) 9, pneumonie zonder
meer 19. Totaal 65.
PRINCIPIEELE DIESTWEIGERING-
De dienstplichtige J. van O. uit Vlaardingen
en D. S. uit Andijk werden door den Krijgsraad
te 's-Hertogenbosch wegens principieele dienst
weigering veroordeeld ieder tot 10 maanden
gevangenisstraf en ontslag uit den dienit, t