32?
maakt
hetschrale water
zacht!
ZESDAGEN-SNAPSHOTS.
DEFENSIE IN DE TWEEDE KAMER.
BUITENLANDSCHE ZAKEN IN DE
TWEEDE KAMER.
ZATERDAG IS NOVEMBER 1933
DE ZESDAAGSCHE
BEGONNEN
MINISTER DECKERS VERDEDIGT
ZIJN BELEID.
DE MILITAIRE VEREENIGINGEN
HET RIJK EN DE GEMEENTEN.
VLIEGEN MAAKT ZICH
ONMOGELIJK.
HOUDT DEN GOEDEN KOERS
Vergadering van Vrijdag
De positie van Nederlanders in Duitschland
DE ONVERSAAGDEN EN DE ANTI-
GENEUTRALISEERDEN.
Het publiek.
FELLE JACHTEN IN DE
EERSTE UREN.
VERVANGING VAN ZILVEREN DOOR
NIKKELEN MUNTEN.
EL DORADO VOOR BALLET
DANSERESSEN.
Avondvergadering van Donderdag
Ook de leiste tegenstander 01 moeten wij
met burgemeester Ter Laan een sterker woord
kiezen ook degene dan, die geen gemeen
schap wil met Minister Deckers, zal moeten er
kennen, dat dr. Colijn zeker niet zijn slechtste
keuze deed, toen hij bij de vorming van zijn
kabinet dezen bewindsman uit het zoogenaamd
slappe ministerie-Ruys opnieuw de portefeuille
van Defensie aanbood. Want men zal moeten
toegeven, dat dr. Deckers met toewijding zijn
ambt vervult, nauwgezette studie maakt van
de onder hem ressorteerende Defensie en deze
verdedigt op een wijze, die een beroepsmilitair
hem moeilijk zou verbeteren.
Lang heeft de Minister gesproken: geen vraag
over een onderdeel is hem ontgaan en de groote
quaestie heeft Z. Exc. niet slechts duidelijk,
maar ook met een te waardeeren openhartig
heid uiteengezet.
Vooreerst de kosten van de Defensie, deze
Minister is geen dolle militairist, die eenvou
dig eisdhen stelt, zonder rekening te houden
met politieke en financieele feiten. Hij weet,
dat de Defensiebegrooting in tien jaar met 38
millioen, d. w. z. met 35 is gedaald. Maar
zoo mogelijk moeten de kosten nog lager en
daartoe is met zijn medewerking de commis
sie ingesteld onder Staatsraad Idenburg, Iden-
burg, van wien ieder weet, dat hij de onkreuk
baarheid zelve is en de revolutionnair Snee
vliet zelf moest het Dinsdagnacht erkennen j
een man, die zelfbeheersching kent en zich niet
laat opzweepen. Van een commissie onder zijn
leiding mag worden verwacht, dat zij een le
ger- en vlootorganisatie zal voorstellen, die het
karakter van een weermacht bewaart. Dat de
Minister op de adviezen van deze commissie
wacht, ook wat betreft den bouw der mariniers-
kazerne en van den flottiljeleider, zooals de
heer Schaepman had gevraagd, is te begrijpen.
De welhaast in den vorm van persoonlijke
vijandschap uitgesproken oorlogsverklaring van
den heer K. ter Laan heeft Minister Deckers
waardig beantwoord. De burgemeester van
Zaandam zou niet onverstandig doen, zich aan
dezen stijl te spiegelen, al was 't alleen maar
ornaat, zooals hij bij rustig nadenk-.. -
zal moeten inzien, zijn toon toch niet des bur
gemeesters was. Voor Minister Deckers zijn de
sociaal-democraten geen persoonlijke vijanden.
Hij moest als minister, die immers ook een
ambtseed aflegde, maatregelen nemen tegen
de aanhangers van een richting, wier gezagsaan-
tastende en krijgstuchtondermijnende houding
de weermacht en daarmee het land bedreigde.
Een geestesgesteltenis, die militairen in den
waan brengt, dat een onvoorwaardelijke be
tuiging van trouw, die christelijke militairen
in moeilijke oogenblikken aan den Minister
brachten, een „den rug krommen van slaven"
is, kan niet worden geduld. En deze gesteltenis
was het, die via de officieele organen der so
ciaal-democratie, de onder socialistischen in
vloed staande militaire vereenigingen infec
teerde.
Maar deze Minister is consequenthij aarzelt
niet ook de fascistische stroomingen voor de
weermacht „verderfelijk" te noemen en heeft
ze eveneens alle verboden. Het zal zeker zaak
zijn, dat ook op dit punt nauwlettend wordt
toegezien. Het feit, dat zoovele oud-officieren
fascisten zijn, bewijst op zijn ruimst, dat vele
militairen licht vatbaar zijn voor het fascisme.
En dat is bij eenig nadenken ook niet zoo'n
wonder. Zij kunnen getroffen zijn door een der
goede elementen in het fascisme, den trek naar
sterk gezag, die nu eenmaal eiken echten mi
litair schier is ingeboren. Daar komt nog bij,
dat politieke zin niet een der sterkste zijden
is van den gemiddelden militair. Dit is ook niet
erghoe verder de politiek in den technischen
zin des woords buiten het leger blijft, hoe be
ter. Maar zoo kan hij vlugger sympathie voe
len voor een program als dat van den heer
Mussert, die immers een sterk leger en een
sterke vloot eischt, helaas ook zonder daarvoor
de noodige financiën aan te duiden.
In dit verband heeft de 'Minister over de toe
gelaten militaire vereenigingen gesproken en
speciaal over de ook in ons blad gecritiseerde
houding der marine-autoriteiten tegen de
christelijke organisaties.
Dat de Minister een definitief einde wil ma
ken aan krijgstuchtelijk ontoelaatbare organi
saties, is zijn recht en plicht. Eenmaal aange
nomen echter, dat organisaties van militairen
goed kunnen werken en op dit standpunt
staat Z. Exc. is het duidelijk, dat er diffe
rentiatie naar richting moet zijn. Ook deze con
sequentie aanvaardt de Minister. Dat hij deze
vereenigingen van beroepsmilitairen kan regle
menteeren, is voor ons aan geen twijfel onder
hevig. Al stond het niet zoo duidelijk in Buys
en Struycken, dan aanvaarden wij dit recht
nog. Het moet volgen uit den aard der weer
macht met haar bijzondere eischen krachtens
de krijgstucht en uit het feit, dat het hier vrij
willig dienenden betreft.
De Minister heeft echter in antwoord op
vragen van generaal Duymaer van Twist en
van den heer Amelink, uitdrukkelijk ver
klaard, dat godsdienstige vereenigingen niet
onder het belangenreglement vallen en dat zij
donateurs en aspiranten mogen hebben. De
protestantsche marinebond, die al bang was
ten doode te zijn opgeschreven, kan dus ruim
ademen. Wat St. Christophorus, de katholieke
marinevereeniging betreft, volgens de uiteen
zetting van den Minister heeft er zoowel bij
het bestuur van deze vereeniging als bij den
vice-admiraal Brutel de la Rivière misver
stand bestaan. De leiding der vereeniging
meende, dat zij haar werkwijze voort kon zet
ten, totdat de metamorfose in belangenveree-
niging was geschied. De vice-admiraal echter
meende, dat de katholieke organisatie zich al
had te gedragen naar het belangenreglement
en schijnt in een brief meer te hebben ge
vraagd „dan strikt noodig was". De Minister
voegde er bij, dat de admiraal nog wel een
officier als militair adviseur had aangeboden.
Wat deze heer te adviseeren had, vernamen
wij echter niet en op de ministerieele vraag,
waarom de vlootaalmoezenier niet met den
vice-admiraal ging praten, zou men misschien
de wedervraag kunnen stellen, of deze marine
autoriteit niet dien aalmoezenier had kunnen
ontbieden vóór hij zijn brief verzond, waarvan
de schepelingen weer niets begrepen en voor
hij andere daden stelde of liet stellen, welke
een verkeerden indruk wekten. Het woord van
den Minister, dat de vice-admiraal de katho
lieken niet heeft willen treffen, en dat deze
het belang van de aanwezigheid van ge-
loovige- schepelingen beseft, aanvaarden wij
onvoorwaardelijk. Maar tjet kan niemand zijn
ontgaan met welk een bizonderen nadruk
Vlootaalmoezenier Alink in het pas verschenen
nummer van „St. Christophorus" stelling neemt
tegen neutraliteitsideeën en het zou niet zoo
wonderlijk zijn, gezien de uitingen van meer
dan één zee-officier, dat de marine-autoritei
ten niet precies de noodzaak van organisaties
op confessioneelen grondslag inzien. De Mi
nister heeft intusschen den juisten weg gekozen
door den hoofdaalmoezenier te verzoeken de
reorganisatie van „St. Christophorus" op zich
te nemen. Hiermede is voor buitenstaanders
de zaak in handen van het verantwoordelijk
gezag en mag het beste worden verwacht.
Ook van de katholieke onder-officierenver-
eeniging St. Martinus zijn de nieuwe statuten
goedgekeurd. Dat Z.Exc. het zenden van een
request door de neutrale vereeniging „Ons
Belang" aan de Kamer gedurende de onder
handeling met den Minister, als onbehoorlijk
kenschetste, was volkomen juist. Ook in de
burgerlijke samenleving zou dit niet worden
geduld en het parlement is er zeker niet mee
gediend, dat verschillende Kamerleden een in
zulke omstandigheden gezonden request be
spreken.
Evenmin is het parlement gediend met lange
redevoeringen over de mobilisatie-slachtoffers.
Het betreft hier een zaak, welke onder de
uitvoerende macht ressorteert en waarbij men
het ministerieele beleid moet vertrouwen.
Deze Minister heeft in den loop der jaren vol
doende getoond, dat hij voor deze aangelegen
heid alle aandacht heeft en de aangebrachte
verlagingen hoe hard ook voor individuen
zijn door den toestand van 's lands finan
ciën en het dalend loonpeil gerechtvaardigd.
Wat de heer K. ter Laan hier aanvoerde,
sneed geen hout tegen de argumenten van de
heeren Schaepman, Duymaer van Twist en
van den Minister zelf en de heer ter Laan be
sefte zelf wel, dat zijn desbetreffende motie
een Ijdel vertoon was. Alweer een „daad" dus,
waar het parlement niet mee wordt gediend
en evenmin de slachtoffers, die zeker niet te
klagen hebben gehad over de belangstelling
van dezen Minister, van wien bekend is, dat
hij gegronde klachten naarstig onderzoekt en
tot wien ook doodgewone militairen toegang
hebben als bizondere omstandigheden daartoe
aanleiding geven.
De begrooting heeft nog de mededeeling ont
lokt, dat de Raad van Defensie blijft bestaan,
dat de verdediging van het Peelgebied de volle
aandacht heeft en dat binnen afzienbaren tijd
een wet inzake den luchtbeschermingsdienst
kan wordcfi tegemoet gezien.
„ST. FRANCISCUS VAN ASSISIë".
Op den tweeden dag der op 12 en 13 Novem
ber gehouden bondsvergadering van den Ned.
R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkel
bedienden „St. Franciscus van Assisië" werd
naar men ons mededeelt een geheel nieuw
bondsbestuur gekozen. Door de afdeelingen
werden in totaal 36 candidaten gesteld. Geko
zen werden de heeren J. van Beek, Eindhoven
595 st., B. Berendsen, Utrecht 580 st., A. Boers-
ma, Amsterdam 820 st„ A. Cornelis, Tilburg
550 St., A. de Graaff, Den Haag 760 st„ G.
Kuijpers, Almelo 570 st„ P. A. v. d. Ven, Den
Bosch, 580 st„ mej. A. Vleugel, Hilversum 670
st. en Chr. Wilmer, Delft 570 st.
Door dezen uitslag waren tevens de heeren
A. L-jersma en A. de Graaff herbenoemd als
gesalarieerde bestuurders van den bond, terwijl
de heer A. Cornelis geadviseerd door het bonds
bestuur, bij acclamatie tot derde gesalarieerd
bestuurder werd benoemd.
Hierop volgde de verkiezing van een nieu
wen bondsvoorzitter in verband met het aftre
den van den heer A. van Hamersveld. Het
bondsbestuur adviseerde de vergadering de
benoeming van den heer A. Cornelis te Til
burg, wiens antecedenten in de sociale bewe
ging een aanbeveling alleszins rechtvaardigen,
opdat het voor den bond zeer belangrijke
secretariaat in handen zou blijven van den heer
A. Boersma, wiens aftreden als zoodanig van
wege zijn speciale capaciteiten een groot na
deel voor de organisatie zou beteekenen. Dat
nadeel valt niet gemakkelijk te herstellen.
Desondanks meende de afdeeling Utrecht den
heer Boersma naar voren te moeten brengen
als bondsvoorzitter. De afdeeling Amsterdam
ondersteunde dit voorstel.
Een stemming werd hierdoor noodzakelijk
en het resultaat hiervan was, dat de bondsver
gadering met 415 tegen 395 stemmen het be-
stuursadvies opvolgde, zoodat de heer Cornelis
den heer van Hamersveld als bondsvoorzitter
zal opvolgen.
J. J. CHAMPMAN t-
De Amerikaansche dichter en essayist, John
J. Chapman, is, 71 jaar oud, overleden.
PLAATSTREGELMATIG
Hierover zullen allen, die de vergadering
bijwoonden het wel eens zijn: de heer W. H.
Vliegen heeft het aan zichzelf te wijten, dat
hij hoogstwaarschijnlijk het verzoek zal krijgen
zijn mandaat als regeeringsafgevaardigde naar
de ontwapeningsconferentie te Genève maar
neer te leggen. Het is niet de schuld der
andere fracties, want behalve de heer van
Dijk heeft niemand over de zaak gesproken.
Het is ook niet de schuld der Regeering, noch
van dit Kabinet noch van het vorige, die beide
ruimhartigheid hebben betracht. En het is
zeker niet de schuld van Minister de Graeff,
die schier halsbrekende toeren uithaalde om
den soc. dem. afgevaardigde te redden en hem
in eerste instantie waarachtig ook behouden
aan land gebracht had. Er was op deze hand
having wel iets te zeggen en oud-minister van
Dijk liet dit dan ook niet na, al zou hij wel
licht de zaak niet op de spits gedreven heb
ben. Maar daar stond de heer Vliegen zelf op
en sloeg een allergevaarlijksten weg in, toen
hij niet alleen verklaarde, dat er toch wel
tegenstelling was tusschen de ministers Deckers
en de Graeff, maar de onbegrijpelijke uiting
deed, dat de wijze van onderdrukking van de
muiterij op „De Zeven Provinciën" voor hem
een „schandvlek" op de Regeering was. Hier
hamerde de Voorzitter niet alleen, maar keken
de aanwezige Ministers de heeren de Graeff,
Oud en de Wilde elkaar met groote vraag-
oogen aan en het was duidelijk, dat de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken nu wel resoluut
het tafelkleed tusschen Vliegen en zichzelf
moest doorsnijden. Het kon ook moeilijk an
ders. Niet alleen is in „de Regeering" nog al
tijd ook het Staatshoofd begrepen, maar twee
Ministers uit het vorige kabinet, onder wie
nota bene de eerst verantwoordelijke, zijn
overgegaan in het nieuwe kabinet, welks leider
toendertijd het befaamde woord sprak „des
noods met een torpedo naar den bodem van
den Oceaan". Het Kabinet zal nu den heer
Vliegen onmogelijk kunnen handhaven. Deze
heeft wel allerongelukkigst gereageerd op de
tegemoetkomendheid van Minister de Graeff en
de laatste heeft zijn reputatie gehandhaafd,
nog al eens last te hebben van benoemingen.
Een der benoemingen, welke den Minister,
die zijn begrooting vlot verdedigde, nog wach
ten ,is die van een leider van den persdienst.
Hebben wij goed begrepen, welke qualiteiten
men aan deze personaliteit stelt, dan mag hij
ongeveer wel aanspraak maken op een benoe
ming tot Gouverneur-Generaal van Indië ook.
Uiteraard moet de man een Nimrod in be
kwaamheid zijn, een Nabuchodonosor in de
journalistiek, een Philips in internationale ver
maardheid, een Merzofanti in taalkennis; hij
moet gemak van omgang hebben als een bar
bier met zijn klanten en tenslotte moet hij
acceptabel zijn bij de pers. Deze miraculeuse
man zal wel een vorstelijk salaris moeten ge
nieten. In elk geval zijn wij benieuwd naar den
candidaat met wien Z. Exc. in onderhandeling
is. De Minister acht een perschef noodig om de
over ons verspreide legenden in de buitenland
sche pers te weerleggen. Hij heeft het al eens
met een hoogen ambtenaar geprobeerd, die een
pracht van een artikel schreef, maar dat totaal
ongeschikt bleek voor de krant. Dat overkomt
aan méér geleerden. Zou de Regeering niet
verstandig handelen door eens te informeeren
bij de groote bladen of bij de Journalistenver-
eenigingen? De beste beoordeelaars zijn door
den regel de collega's zelf en waarom zouden
zij bij hun advies het landsbelang niet onvoor
waardelijk op den voorgrond stellen?
Dom schijnen de Nederlanders in het alge
meen niet te zijn. De minister acht hen even
slim als de Chineezen en dat zegt wat
wier boycotactie tegen de Japanners hij in
Indië niet onder de knie kon krijgen. Zoo zag
Z.Exc. evenmin kans met de wet in de hand
een einde te maken aan de boycotacties van
particulieren in Nederland.
Van diplomatieke betrekkingen met Rusland
wil de minister niet weten. Dit land nam al
onze goederen in beslag, schrapte al onze cre-
dieten en voor de negotie is de inrichting van
een Russisch gezantschap hier, dat ook een
broeinest van bolsjewistische propaganda zou
worden, niet noodig. Dat ook wij van oordeel
zijn, dat niet te pas en te onpas behoeft te
worden „getuigd", ook niet in den Volkenbond,
waarover de minister nogal optimistisch sprak,
beteekent niet, dat een beroep op de christe
lijke beginselen ook daar als „drijven van
christelijke propaganda" dient gequalificeerd
Want de zaak staat zoo, dat een der ons beken
de ministers van Buitenlandsche Zaken, eens
gevraagd, waarom zoo zelden Gods naam te
Genève werd genoemd, doodbedaard antwoord
de: „Dat is in dat milieu geen gewoonte". Voor
een geloovige inderdaad een antwoord, dat aiet
erg veel fiducie in zulk milieu inspireert.
schijnt alles behalve benijdenswaard, maar de
Regeering staat hier machteloos. Over de Rijn-
vaart kon de minister nog niets meedeeien;
Z. Exc. zei royaal, dat de materie hem onbe
kend was. Hetzelfde bleek het geval met de be
sprekingen in de Rijnvaartcommissie en met
den stand der onderhandelingen met Be gie.
De verbetering van het kanaal van Zuid-Beve
land is in elk geval geen concessie aan België
en te Straatsburg zijn onzerzijds evenmin be
loften gedaan. Wat er wel geschiedt, weten wij
niet, want de besprekingen in de Rijnvaartcom
missie zijn steeds geheim geweest en een in
discretie eenerzijds heft voor anderen den
plicht niet op, geheimen te bewaren. Over de
neutraliteitspositie van België heeft de minis
ter niet veel meer gezegd. Nu, er is zijnerzijds
nog al duidelijk over geschreven in de M. v. A.
Erg gesloten mag men dezen bewindsman ze
ker niet noemen. Dat er met hem te praten
valt, heeft minister Verschuur ondervonden,
die nu de vrije hand heeft bij economische on
derhandelingen.
De Kamer heeft de begrooting goedgekeurd;
alleen de beide communisten en de revolution
nair Sneevliet stemden tegen, nadat o.a. de
heeren Ch. v. d. Bilt en Drop nog voor de Ne
derlanders in Duitschland gepleit hadden.
En toen kwamen wij weer terecht bij het be
gin en einde aller politiek de Millioenen-nota,
In den aanvang moest minister Kalff slag leve
ren over een der mysterieuse manieren om de
begrooting sluitend te maken. Het ging over
de beroemde spoorwegfinanciering en de Re
geering vroeg hier machtiging om „voor den
duur der buitengewone omstandigheden" de
betaling van haar jaarlijksche bijdragen aan
het spoorwegfonds stop te zetten. Het is uitstel,
dat uiteraard geen echte besparing is. Welis
waar bestreed de soc. dem. heer van Braam
beek dit uitstel, maar zijn fractie liet hem al
leen staan en het regeeringsvoorstel werd aan
genomen. Toch zal men goed doen deze zaak
scherp in 't oog te houden.
De begrooting van Defensie, die niet 50 tegen
17 stemmen werd aangenomen, vond geen ge
nade in de oogën der S.D.A.P., die den oorlog
verklaard heeft aan Minister Deckers. Staats
rechtelijk had deze demonstratie geen zin. Het
heele kabinet heeft zich homogeen verklaard
met Minister Deckers. De S.D.A.P. had even
goed tegen hoofdstuk I moeten stemmen. Voor
het eerst sinds vele jaren kreeg de begrooting
van Defensie echter de stemmen der vrijzinnig-
democratische fractie, omdat deze de begrooting
als een voorloopige beschouwde en op sterke
bezuinigingen hoopt. Bij zijn overwegingen had
mr. Joekes gevoeglijk ook kunnen zeggen: en
vermits twee onzer voormannen nu in het ka
binet zitten.
Tenslotte is de Kamer blijven steken In de
behandeling van twee ontwerpen, regelende een
deel der financiëele verhouding tusschen Rijk
en Gemeente. Eén wetsontwerp heeft de bedoe
ling den rijkssteun aan de noodlijdende ge
meenten een wettelijken grondslag te geven en
tevens de voorwaarden voor dien steun vast te
stellen. Het andere ontwerp heeft de strekking
de Regeering te machtigen, minder uit te
keeren aan de gemeenten, dan zij volgens de
formule van de wet van 1929 zou moeten doen.
Van deze laatste methode hebben wij het onze
reeds in de beschouwing over de Millioenen-
nota gezegd: het is een verleggen van lasten
van het rijk naar de gemeenten. Hiermee is niet
gezegd, dat het rijk daartoe niet het recht heeft.
Evenmin kan men ontkennen, dat de fondsbe
lasting zoozeer is teruggeloopen, dat het rijk
niet aan 't bijpassen kan blijven. Tenslotte is
óók waar, dat de gemeenten er nog beter voor
staan dan wanneer zij nu moesten leven van
eigen belasting, die immers ook geweldigen
teruggang zou hebben ondervonden.
Een en ander neemt echter niet weg, dat er
aan beide ontwerpen bezwaren kleven, die de
heeren IJsselmuiden, Drees en Kooyman zeer
goed uiteengezet hebben. Onloochenbaar is, dat
de wetten een centralisatiegeest ademen, welke
strijdig is met ons bestuursrecht en die een ge
vaar oplevert voor een gezond, zelfstandig be
staan van ons gemeentelijk financiewezen. On
loochenbaar is ook, dat de controle in de prak
tijk heel wat puzzles zal brengen. Waar is
verder, dat deze wetten plus de 4 November-
circulaire van Minister de Wilde inzake de
sterke vermindering van de rijksbijdragen in
zake de werkloosheidskosten, heel wat goed
willende gemeentebesturen heeft gedupeerd.
Geqn wonder, dat een man als de vrijz. dem.
gedeputeerde van Noord-Holland, de heer Kooy
man. aarzelt en dat de oud-wethouders Drees
en IJsselmuiden hun hart vasthouden. Maar
wat wil men? Het Rijk zit met een tekort van
190 millioen en ziet geen kans eigen financiën
te ordenen zonder ook de gemeenten aan te
spreken. In principe is het Regeeringsbeleid
reeds goedgekeurd bij hoofdstuk I. Wat zal
men nu nog lang tegenstribbelen? Alleen op
komende circulaires kan de Kamer het oog ge
vestigd houden, maar de ruim 7 millioen be
sparing zal de Regeering wel ontvangen.
E.Oslermann A Go's Handel Mij. N.V^ Amsterdam
Henco
Fabrieken te Jutphaas bij Utrecht.
Ouverture! Niet van Mahler, Debussy of
Beethoven, maar van „den Pijn en den Bras",
een en ander in de groote zaal van het R.A.I.-
gebouw, welke schepping zijn naam eer aan
deed want er werd niets anders gedaan en ge
schreeuwd in onvervalseht Achterzijdsvoor-
burgwalsch! dan van: „Raien! Raien! Raien!
Juffrouw Bs had op dezen avond een nieuwe
hoofdrol. U zult vragen: wie is juffrouw Bos?
Is dat familie van Bas uit Rotterdam, wanit er
zijn meer Bossen. Ter explicatie diene dat juf
frouw Bos een Nederlandsche film-diva is, die
destijds de hoofdrol vervulde in „Het schot in
den morgen" en thans in „Het schot in den
avond". Zij gaf namelijk bij ontstentenis van
Greta Garbo met een knal-pistool het sein
voor het vertrek van den levenden wervelwind
die zes dagen lang in het sauskommetje van
het bouwwerk zal woeden. Ze deed het keurig
en het was een weldaad tusschen al die boeze
roenen zoo'n knap meisje te zien. Fietsen zien
we nog genoeg.
De zaak zat overigens goed in scène. Speciale
lampen belichtten die start-plaats, duizendkaar -
sig fel. En dan dat orkest! Nauwelijks annon
ceerde de spreker van dezen avond dat een of
ander vreemd onafscheidelijk rijder-paar zijn
opwachting ging maken aan Hare Majesteit 't
Publiek, af de dirigent snuffelde in de afdeeling
volksliederen en als de rijders allang weer in
hun wigwams waren voor verdere massage, be
gon de ,,Stimmungskapelle" de betreffende har
ten te roeren. Voor het feest goed en wel be
gon, was het orkest al minstens drie banen
achter en uit den strijd.
In het programma staat: de wedstrijd duurt
„ten hoogste" 145 uren. Dit is er ingezet voor
de renners die eventueel van plan waren door
te blijven fietsen. Dat mag niet. Na 'n dag of
zes zijn de renners verplicht naar huis te gaan
om te kijken of er post is.Orders zijn ten-
slote orders.
Straks zal ik het hebben over de werstrijd,
maar interessanter is het publiek. Menschen die
anders bij hun schijfwerk op kantoor, als de
klok prompt vijf uur slaat, stoppen bij de let
ter d van het woordje „de" om den volgenden
ochtend met de e verder te gaan, zijn nu met
geen mitrailleur weg te krijgen. Die hebben de
ziekte te pakken maar na zes dagen is de
crisis over. In dien tusschentijd zijn ze hier
„paying guest", ze drinken er hun bittertje, di-
neeren en soupeeren er, krijgen tegen half twee
's nachts hun ochtendblad nog warm van de
pers zooals vroeger hun cadet je, en als ze
eindelijk naar huis toe gaan, tjingelt de vroeg-
tram al door de stad.
Dat zijn de onversaagden.
Ook komen vele gegadigden volledig geoutil
leerd ter plaatse, bewapend met karbiezen,
waarin kippen-pootjes, eieren, fruit en wat
drank, zooals Amundsen vroeger meenam op
z'n pooltochten. Aldus zijn ze ook uitgedost:
met bouffantes, mutsen en handschoenen. Dat
is de categorie, die nergens meer het land aan
heeft dan aan de neutralisatie, wanneer de
baa wordt schoongeveegd, zoodat ze eeraige
uren elders hun tenten moeten opslaan.
Het leven is soms hard
Intusschen draaien de renners amar rond.
Veilig verkeer ho maar! Het tegenwoordig
zoo in zwang zijnde: links-af verboden, is hier
niet in tel. Iicht-seinen zijn er wel, maar al
leen om harder te rijden, bij de sprints. Dan
is het soms een ge-wir-war waarbij een Am-
sterdamsohe verkeers-agent koud zou bliijven
van den schrik. Zoo nu en dan glijdt er wel
eens 'n stelletje uit de bocht, doch stoffer-en-
blik is gauw bij de hand, en in minder dan
geen tijd cirkelt de zaak weer. Reparaties ge
schieden eveneens in record-tempo. „Den Pijn"
brak zijn sleutelbeen,
maar reed een uur la
ter weer dapper door.
Voor zoo iets ligt een
fatsoerudlijlc mensdh
drie dagen in het hos
pitaal, maar Pijn had
zeker een reserve
sleutelbeen bü zich.
Anders snap ik het
niet. Pijn zei zelfs dat
hij geen pijn had
Het is pas aan den
gang, nu dit ter perse
gaat, maar het regent
premies. Onder de pre
mies die uitgeloofd
zijn, noem ik die van:
Turmac, Van Houten,
een Brabantsche bitter
tafel, Lotisico. Onder
de premies die niet uit-
uitgeloofd zijn die van:
Heemschut, Pro Juventute, Crisis-Comité, Ver
eeniging tot Veredeling van het Volksvermaak.
Maar die komen nog wel.
Ik heb ook een kijkje in de renners-keuken
genomen en heb nóg trek. Daar lagen stapels
kippen en ik geloof niet dat je het treft als je
op 't oogeniblik kip bent, want er wordt wat
verzadigd! Ieedr heeft zijn eigen potje met
eigen smaak, en smaken verschillen. Alleen het
Duitsehe koppel heefte sinds het Derde Rijk,
geen keus. Ze eten op hoog bevel een soort
Indisch gerecht met een kleine variatie: Nazd-
Göring
De zwijgende Sphinx.
De meest markante figuur is de heer Grolms.
De heer Grolms is een zwijgende sphinx. Eén
keer heb ik 'm met z'n reohter-ooglid zien knip
peren, maar dat kan een vergissing zijn. De
heer Grolms staat pal tegenover de pers-tribune
staart zwijgend vooruit. Of er nu een peleton
voorbij-stuift, of een koppel uit de baan schiet
de heer Grolms tuurt naar het imaginaire
punt in de zaal. Men zou kunnen veronderstel
len, dat op het einde van het 145ste uur iemand
noodig was om den heer Grolms te beduiden
dat het afgeloopen was als zijn interesse's in
deze affaire niet zoo belangrijk waren. Nu we
ten we wel beter.
Zoo gaan we morgen weer blij-gemoed kij
ken en den dag daarna, en daarna, en daarna.
De koppels vragen dat. Die koppels veranderen
wel eens, als iemand den strijd staakt, maar
wat zou dat? Voor hen dichtte Vondel niet:
„Twee sielen, gloend aaneen gesmeed in lief
en leed!" Hier valt er nog wel eens 'n keertje
te changeeren.
Dit snapshotje gaat thans ter poste (de ren
ners rijden ter zelfder ure) en in stikdonkeren
nacht vervoert de mail-trein deze expresse
(terwijl Broccardo een baan achter raakt) en
morgen ligt het in 'vouwe aan Uw disch (Pijn
cirkelt dan nog steeds in het kommetje), Als
Pijnenburg
dan de heele familie de „Maasbode" heeft
doorspeld (nadat de klassementen van vier
uur verreden zijn) legt de dienstmaagd des hui
zes het betreffende blad den volgenden dag
uitgespreid op het fornuis tegen het vet-spette-
ren bij het bakken (als Wals bijna uit de bocht
vliegt) en twee dagen later verdwijnt dit arti
kel vergeten in de prullemand (en Guerra-
sprdnt voor een premie zonder dat hij verstaat
wat). Bij ons komt de vuilnisman pas de vol
gende week Donderdag (maar dan is de Bras
pas op z'n best), en verdwijnt het hier ge
wrochte voor eeuwig uit mijn huis, en heb ik
al weer veel meer onzin verkocht, dag aan
dag. Maar de rijders rijdenpecunia causa.
Wat 'n métder!
Dan ben ik toch nog maar liever gewoon
commissionair in efecten of zoo
Om half acht heeft het R.A.I.-gebouw zijn
poorten geopend, om de eerste bezoekers, die,
ofschoon de plaatsen alle genummerd zijn, zich
alvast op de tribune nestelen. Mannen met pak
ken brood schuiven door den ingang. We heb
ben dus al weer veel geleerd sinds verleden
jaar. Men heeft de groote voorhal wat gezel
liger gemaakt, er zijn wat tentjes bijgekomen,
waar men zich met eenvoudige spelletjes tij
dens de rustige minuten kan vermaken. Ove
rigens is het nog wat koud binnen, maar dat
wordt wel beter, als tegen elf uur de drom
men binnenstroomen.
Tegen tien uur zijn de voorwedstrijden afge
loopen en verschijnen de eerste zesdagenren-
ners op de baan, n.l. Wals en Jan van Kempen,
Tegen kwart voor elf is het moment aange
broken, dat de renners aan het publiek zullen
worden voorgesteld. De tribunes stroomen vol
voor zoover er menschen zijn om ze te vullen.
De renners worden dan enkele minuten voor
het startschot opgeroepen en stellen zich op de
zwarte streep op.
Het startschot valt.
Inmiddels verschijnen ook de Nederlandsche
actrices Fientje de la Mar, en Ery Bos, die
startschoten zullen lossen. Er is gesjouw met
bloemstukken, fotografen staan en masse voor
het veelkleurige peleton opgesteld en dan om
tegen elf uur valt het schot als aanvang voor
de tweede Amsterdamsche Zesdaagsche.
De renners gaan los en doen de helpers, fo
tografen en sterren ijlings 'n goed heenkomen zoe
ken. In een langzaam tempo leggen de renners
de eerste ronden af. Wals gaat aan den kop.
Nog steeds flitsen de lampen der fotografen.
Nu staat Ery Bos klaar, een schot en dan
kunnen de renners losbreken. De nu komende
ronden worden nog in een kalm tempo afgelegd,
doch weldra gaat het harder. In een lange file
liggen de renners achter elkaar in de baan.
Zoo nu en dan gaat er een uit na afgelost te
zijn.
We kunnen nu eens om ons heen zien. De
tribunes allereerst blijken lang niet volledig
bezet, ook op het middenveld is het niet zoo
erg druk.
Dan gaat van Oers er vandoor. Ze halen hem
weer in, doch als alles weer rustig draait, gaat
de Franschman Guimbretiere er tusschenuit,
direct is hij een kwart ronde voor, Broccardo
ziet het neemt prachtig over en meteen is de
hel losgebroken.
AertsLoncke zitten er achter, Wals en Pij
nenburg, waar zitten die? Ze zijn er even uit.
Pijnenburg schijnt te zijn gevallen en nu moet
Wals er in. Voorloopig houdt hij het wieltje
van Guimbretiere en daarmede stelt hij zich
voorloopig veilig tegen achterstand.
AertsLoncke profiteeren van de algemeene
verwarring en schieten weg, doch dat hebben
de Franschen gauw in de gaten en ze zitten
er achter.
Pijnenburg blijft lang weg, hij blijkt onder
dokters behandeling te zyn en men zegt, dat
hij een sleutelbeen heeft gebroken, wat een
groote pech voor de organisatoren zou betee
kenen. Hij en Wals krijgen een uur neutrali
satie.
Omtrent den toestand van Pijnenburg was
tegen half een nog niets zekers bekend. Hq
zou trachten na een rustperiode weer mede te
rijden.
Tegen half twaalf Vrijdagavond klinkt de bel
voor het eerste klassement en gloeit de groene
lamp aan.
Tijdens dit klassement duurt de jacht met on
verminderde heftigheid voort, waarbij het kop
pel RichliBühler zich bijzonder onderscheidt
en ongemerkt een ronde weet uit te loopen.
lste sprint: 1. Slaats, 2. Braspenninx, 3. Bühler
4. van Egmond.
2e sprint: 1. Slaats, 2. Braspenninx, 3. Richli,
4. Valentijn.
3e sprint: 1. van Egmond, 2. van Oers, 3.
Bresciani, 4. Guimbretière.
4e sprint: 1. van Nek, 2. Guerra, 3. Guim
bretière, 4. Braspenninx.
5e klassement: 1. Adan, 2. van Nek, 3. Guim
bretière, 4. Guerra.
6e sprint: 1. Valentijn, 2. Guimbretière, 3.
Richli, 4. van Egmond.
Ruim 48 K.M. in het eer
ste uur.
Bresciani maakte in de 5e sprint een leelijke
smak en moest de baan verlaten. Het koppel
kreeg eelt kwartier neutralisatie.
Dat het eerste uur fel gejaagd is, blijkt wel
hieruit dat in deze periode een totaalafstand van
48,306 K.M. werd afgelegd.
Om twaalf uur was de stand:
1. RichliBühler 6 p.;
op een ronde: 2. GuimbretièreBroccardo
8 p.; 3. BraspenninxJan van Kempen 7 p.; 4.
Guera—Bresciani 5 p.; 5. Adande Wolf 5 p.;
6. VluggenMuller; 7. Aerts—Loncke;
op twee ronden: 8. Slaatsvan Hoek;
op drie ronden: 9. RauschHürtgen; 10. van
Egmondvan Nek;
op vier ronden: 11. PijnenburgWals; 12. van
HoutRichard; 13. van OersValentijn.
Is Pijnenurg' s
gebroken
sleutelbeen
WAGNERVEREENIGING-
Naar wij vernemen zal Maurice Ravel de
volgende week naar Amsterdam komen om de
opvoering van zijn „l'Heure Espagnole" door de
Wagnervereeniging op 23 en 25 November a.s.
in den Stadsschouwburg by te wonen.
Is het waar, dat Pijnenburg zijn sleutelbeen
heeft gebroken? Als dat waar is
Dat waren de korte zinnen, die vannacht over
dit geval werden geuit: Dr. Sturkop, die den
renner onderzocht, verklaarde, hiervan niet ge
heel zeker te zijn. In ieder geval kreeg de „Pijn"
met Wals een flinke rust en hierdoor hadden de
jachten die de eerste uren het felst plegen te
zijn, veel van de belangrijkheid ingeboet. De
gevolgen bleven dan ook niet uit. Het veld bleef
bij elkaar, er zat bij de renners schijnbaar
eenige schrik in, daar dit niet de eenige val
partij was, doch ook anderen al de baan van
heel dichtbij hadden bekeken.
Dat er in het eerste uur nog ruim 48 K.M. af
gelegd werd, schrijven we hoofdzakelijk toe aan
de buitengewone kwaliteit van het veld.
GuimbretièreBroccardo, een prachtig ho
mogeen koppel, Richli—Bühler, Braspenninx—
Jan van Kempen, Guerra—Bresciani gaven
elkaar geen kans om uit te loopen. Toch slaag
de Richli er in na een paar verwoede ronden
tegen half twaalf een ronde uit te loopen en
deze te behouden tot het klassement.
Het tweede uur.
Doch toen kwam het tweede uur, het veld
vloog weer uiteen en met GuimbretièreBroc
cardo zoo'n beetje als schudders werden de
kaarten door elkaar gegooid en kwam een ge
heel andere stand te.voorschijn.
RichliBühler hadden drie ronden op het
Fransche koppel en onze Bras en Jan van Kem
pen moeten prijsgeven.
Eindelijk kwam de „Pijn" weer opdagen. Hij
trok een zeer „pijn"-lijk gezicht. Wals won de
eerste sprint van het nieuwe klassement onder
groot gejuich en toen moest pijnenburg ook wel
iets doen om het publiek tevreden te stellen.
Met een krommen rug en de tanden in zijn lip
pen won hij de vijfde sprint onder een donde
rend applaus.
Gelukkig voor hem en Wals ging men met op
jacht.
le sprint: 1 Wals, 2 Guimbretiere, 3 van Nek,
4 v. Kempen.
2e sprint: 1 Richli, 2 Loncke, 3 v. Hoek, 4 v.
°3eS sprint: 1 Wals, 2 Slaats, 3 Richli, 4 Aerts.
4e sprint: 1 Pijnenburg, 2 Richli, 3 Aerts, 4
Muller.
5e sprint: 1 Wals, 2 Guimbretiere, 3 Guerra,
4 Slaats.
6e sprint: 1 v. Egmond, 2 Richli, 3 Loncke, 4
v. Hoek.
Voor deze sprint waren een aantal premies
uitgeloofd van 100 en 25, waarvoor soms heel
fel werd gereden.
In het tweede uur was 38 K.M. 512 M„ In het
derde uur werd 40 K.M. 172 M. afgelegd.
De stand om 2,30 uur.
Om 2.30 uur was de stand:
Aan den kop: 1 Guimbretière—Broccardo 14
pnt 2 Braspenninx—van Kempen 9 pnt.
Op 2 ronden: 3 Richli—Bühler 17 pnt.; 4 Slaats
—van Hoek 13 pnt.; 5 Adan—de Wolf 4 pnt.
Op 3 ronden: 6 van Egmond—van Nek 22 pnt.;
7 Pijnenburg—Wals 20 pnt.; 8 Aerts—Loncke 8
pnt.; 9 Guerra—Bresciani 8 pnt.; 10 Vluggen
Muller 1 punt.
Op 4 ronden: 11 Rausch—Hurtgen 0 pnt.
Op 5 ronden: 12 van OersValentijn 10 pnt.
Op 6 ronden: 13 van Hout—Richard 0 pnt.
(Ongecorrigeerd).
Aanmunting gouden tientjes door
particulieren.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer nopens het wetsontwerp tot vaststel
ling van de begrooting van het staatsmunt-
bedrijf voor het dienstjaar 1934 wordt het vol
gende ontleend: 1 'oom
Verschillende leden zouden het op prijs stel
len te vernemen, hoe de Minister denkt over
vervanging van de zilveren munt door nikke
len. De indruk dezer leden is, dat daaruit een
belangrijke bate voor 's Rijks schatkist zou zijn
te verkrijgen.
De vraag werd gesteld of de aanmunting van
gouden tientjes door particulieren tot een be
drag van 43 millioen gulden het hamsteren niet
in .de hand werkt.
Best betaalde betrekking in
sovjet-unie.
MOSKOU, 17 November. (R.O.) In sovjet-
Rusland verdienen balletmeisjes het hoogste
salaris.
Prima ballerinas ontvangen dikwijls zelfs
meer dan Stalin zelf. Zij krijgen 500 roebels
per voorstelling; maandsalarissen van 5.000
roebel zijn geen zeldzaamheid. De leider der
communistische partij Stalin, heeft een sala
ris van 1000 roebel per maand, hetgeen het
maximum is voor leden van de communistische
partij..
Het gemiddelde salaris van een arbeider is
20(f roebel per maand.
KERKZANGERS-RETRAITE.
Men schrijft ons:
U God loven wijop U Heer heb ik ge
hoopt In eeuwigheid zal ik niet beschaamd
worden.
Dit waren de woorden die uit de harten van
56 kerkzangers weerklonken in de intieme en
devote kapel van het retraitehuis St. Clemens
te Noordwijkerhout bij de plecht'-e sluiting
hunner retraite aldaar op Maandag j.l.
Reeds Vrijdagavond waren ze daar ge
komen.
Ze kwamen overal vandaan: uit Amsterdam,
uit Haarlem, Leiden, Den Haag Delft, Roelof-
arendsveen, Zoeterwoude, uit plaatsen in het
Westland enz. allen om te komen luisteren
naar de in de ziel zoo diep ingrijpende medi
taties en conferenties van de Weleerw. Pa
ters Redemptoristen van het retraitehuis. Be
halve dat hun op zulk een duidelijke wijze de
steeds blijvende, eeuwige waarheden werden
voorgehouden, waren ook de hun als kerk
zangers als bekleeders van een liturgisch ambt,
gegeven aanwijzingen voor hen van zeer groote
beteekenis voor het behouden en doen opbloe
ien van den zoo zeer gewenschten, goeden echt
katholieken geest op hunne zangkoren.
Heerlijk en mooi werd door hen gedurende
die dagen onder leiding van een directeur-
mede-retraitant. gezongen, zoowel de Grego-
riaansche als de meerstemmige muziek. Hoe
kan dat ook anders. Ze zongen met den mond,
doch het kwam uit het hart, het waren kerk
zangers.
Wat zouden niet sommige directeuren en
zangers beter kunnen gaan begrijpen, welk een
verheven ambt zij vervullen, indien zij ook eens
(en dan vanzelfsprekend ook volgende keeren)
aan een retraite voor kerkzangers deelnamen?
Probeert het eens.
TECHNISCHE NIEUWIGHEDEN.
STOCKHOLM, 17 November. (H.N.) Ten
einde nieuwe uitvindingen bekend te maken
heeft de Stockholmsch ingenieur Werner in
Atlashallen een tentoonstelling onder den naam
„Technische nieuwigheden" georganiseerd.
Deze tentoonstelling, welke de eerste van dien
aard te Stockholm is en voortaan ieder jaar
gehouden zal worden, heeft veel belangstelling
gewekt en talrijke bezoekers getrokken. Het
doel is, uitvinders ter zijde te staan om hun
uitvindingen in Zweden en het buitenland be
kend te maken.