n
T~
MADAME DE LA YALLIERE.
3
h
KABOUTER
m
ZENUWEN.
EEN AFSCHEID.
ZATERDAG IS NOVEMBER 1933
LAAT HET LEV EX U NIE'l
VERSLAAN.
ENSEMBLES VAN HET MEER
EENVOUDIGE GENRE.
PARIJSCHE MODEPRAATJES.
ULDEN FLITSEN.
RETRAITE VOOR DAMES UIT
INDIE
EEN KINDERKAMER IN EEN
POLITIEBUREAU.
MODERNE GARNEERING.
WAAROM ONTEVREDEN?
VOORZIET U VAN GOEDE
HULP. HOUDT STEEDS EEN
!iü
SCHULD EN BOETE.
F, HYACINTH HERMANS.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
IV
Tempo is bet woord, dat de tegenwoordige
menschheid opjaagt. Tempo is het wooid, dat
de menschen dag aan dag voortzweept en ze
vaak wegslingert op de rots der mislukte levens.
Heeft u den gemiddelden man, of vrouw, ooit
wel eens gevraagd, of zijn of haar zenuwen
normaal zijn.
Het antwoord, dat u in de meeste gevallen
zult krijgen, Z2l zeer leerzaam zijn,
„Normaal? Natuurlijk zijn m'n zenuwen nor
maal Ik zal niet ontkennen, dat ik niet zoo nu
en dan wat schrikachtig ben, maar dat is niet
te verwonderen in een tijd als waarin we tegen
woordig leven. Reizen onder hoogspanning,
werken onder hoogspanning, worgende concur
rentie, economische depressie enz. enz. enz."
Een vooraanstaande zenuw-specialist, die niet
alleen In theorie, doch ook in de volle practijk
zijn ervaringen heeft opgedaan met het zenuw
stelsel van den tegenwoordigen doorsnee-
mensch, heeft daarover een uitvoerig artikel
gepubliceerd en komt daarin tot de conclusie,
dat geen zes mannen Of vrouwen von de hon
derd in het bezit zijn van „normale" zenuwen.
Hij schakelt de twee zoogenaamde „uitersten"
al bij voorbaat uit. Met die twee ,,uitersten"
bedoelt hij de menschen met „zenuwen van
staal" en degenen, die ei" prat op schijnen te
gaan, dat zij zoo „gevoelig" zijn, dat ze gewoon
niet weten, wat met zichzelf aan te vangen.
Volgens zijn meening bestaat die eerste klas
se in het geheel niet. Hij heeft op deze wereld
nog nooit een man of vrouw ontmoet met „ze
nuwen van staal" en verwacht ook niet, dat dat
ooit gebeuren zal. De tweede klasse spreekt
voor zichzelf 'zoo vaak en zoo lang als zij
maar een sympathieken toehoorder vindt.)
De dokter wil het slechts hebben over den
doornsee-man of -vrouw.
Hij kent tal van menschen, die onder zulke
zenuwsloopende omstandigheden leven, dat zij
geregeld op den rand van een zenuw-instorting
zweven. Daar zijn de werkloozen; de menschen.
die met werk overstelpt zijn; financiers; acteurs
en artisten; journalisten; staatslieden, die zich
geplaatst zien tegenover een dreigenden wereld
oorlog: fabrikanten, winkeliers en boeren, die
aan den rand staan van den ondergang en hun
employe's, die bedreigd worden met ontslag.
Deze menschen behooren echter niet tot den
doorsnee-man of -vrouw.
De doorsnee-mensch behoort tot de overgroote
meerderheid. Voor hen behoorde het leven een
normaal verloop te hebbèn met zijn lief en
leed in geregelde afwisseling. Toch vertoonen
zich ook bij hen, individueel zoowel als collec
tief, bijna alle symptomen van een geschokt
zenuwstelsel. Depressie, prikkelbaarheid, schrik
achtigheid slapeloosheid verlies van geheugen,
enz. enz., het zijn alle symptomen daarvan.
Werk, het opvoeden van kinderen en de
strijd om het bestaan zelf, zijn normale en ge
zonde factoren van het leven, welke den
mensch moesten stimuleeren, in plaats van hem
te demoraliseeren.
Misschien is u van meening, dat de dokter de
zaken overdrijft?
Oordeel u dan maar voor uzelf, of hij gelijk
heeft, of niet. Lees u de hier volgende twintig
vragen maar eens aandachtig over en trek dan
uw eigen conclusies. Zij zijn met de grootste
zorgvuldigheid samengesteld door een aantal
vooraanstaande psychologen, enkel en alleen
met het doel om op een eenvoudige wijze het
zenuwstelsel van den zoogenaamden doorsnee-
mensch te kunnen toetsen:
I. Lacht u spoedig?
2. Laat u uzelf gaan, als u boos is?
00 Huilt u spoedig?
4. Kunt U stil zitten zonder te „rijden" op
uw stoel?
ito tsöj Denkt u ooit wel eens aan het begaan van
zelfmoord?
6. Als u ligt, hoort u dan uw hart in uw ooren
kloppen?
7. Is u bang In het donker of in een leeg
huis?
8. Verbeeldt u zich wel eens, dat des nachts
Iemand u volgt?
9. Aarzelt u, als u voor een plotselinge be
slissing wordt gesteld?
10. Voelt u u ooit wel eens, alsof u zoudt
willen schreeuwen?
II. Raakt u spoedig het hoofd kwijt, als u
voor een plotseling gevaar staat?
12. Is u bang van een hoogte te vallen?
13. Schrokt u uw voedsel naar binnen bij de
maaltijden?
14. Heeft u tot gewoonte, om de eene taak
onafgemaakt te laten, ten einde een nieuwe te
beginnen of een andere te voltooien?
15. Houdt u ervan om versctullende soor
ten menschen te ontmoeten?
16. Zegt u vaak dingen in de opwinding van
het oogenblik, welke u later betreurt?
17. Is u in het algemeen „cynisch" gestemd
tegenover leden van de andere sexe?
18. Als u laat op een bijeenkomst komt, geeft
u er den voorkeur aan om te blijven staan,
liever dan dat u een plaats vooraan opzoekt?
19. Trekt u het zioh erg aan ,als u bij het
spel (kaarten of schaken bijvoorbeeld) ver
liest?
20. Kost het u moeite u te concentreeren,
als u leest? y
Ieder van deze vragen Is gesteld met een
speciale bedoeling en de man of de vrouw,
die evenwichtige zenuwen heeft, dient op ze
ventien ervan met een „Neen" en op de overige
drie met name op 1, 4 en 15 met „Ja" te
kunnen antwoorden.
Op het eerste gezicht lijkt het, dat het ant
woord op vraag 1 „Neen" zou moeten luiden,
indien de zenuwen van die persoon normaal
zijn. Doch als u wat verder nadenkt, zult u in
zien, dat dit niet zoo is. De meeste evenwich
tige peisonen lachen spoedig. Menschen, die
niet gemakkelijk lacnen, lijden aan zelfonder-
schatting of vreezen, dat zij belachelijk zullen
lijken, wat een zeker teeken is van nervosi
teit. t
Het antwoord op vraag 4 spreekt voor zich
zelf. Nerveuze, onevenwichtige menschen, zijn
meeds op de een of andere wijze in beweging.
Nerveus zijn ook degenen, die bij het lezen
moeilijk hun gedachten kunnen concentreeren.
Hun aandacht wordt geregeld door iets anders
van hun lectuur afgeleid, vaak door hun eigen
gedachten, welke zich gaan bezig houden rnet
heel andere onderwerpen.
Vraag 15 is de derde, welke met een „Ja
moet kunnen beantwoord worden.. Normale
menschen houden er over het algemeen van, met
verschillende soorten vreemdelingen in aanra
king te komen. Het nerveuze type daarentegen
heelt een afschuw van het maken van nieuwe
kennissen. In hun onderbewustzijn vreezen zij
vaak, dat de nieuwkomer onaangenaam zal zijn,
of vervelend, of agressief. Zelfs al blijkt deze
vrees herhaalde malen ongegrond, steeds wordt
iedere vreemde met dezelfde argwaan begroet.
Vraag 17 is eveneens bijzonder geschikt, om
een karakteristieke eigenaardigheid van den
nerveuzen, onevenwichtigen mensch aan het*
licht te brengen. Dit type is altijd geneigd het
ergste van ieder, die hem omringt, te gelooven.
De normale mensch is spoediger geneigd het
beste van iemand te denken.
De mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat som
mige der vragen bevestigend moeten beant
woord worden, in verband met een lichamelijke
afwijking. Menschen bijvoorbeeld, die aan be
paalde oor- of oogziekten lijden, zullen onge
twijfeld bevreesd zijn van een hoogte te val
len.
Eveneens zullen personen met een te hoogen
bloeddruk en ook lijders aan anaemie (bloed
armoede) vraag 6 bevesigend moeten beant
woorden, want deze zieken klagen vaak over
het feit, dat zij hun hartslag in de ooren voelen.
Indien de lezer of lezeres echter bovenstaan
de vragen eerlijk beantwoordt, zal hij over het
algemeen een goeden gids hebben bij het beoor.
deelen van den staat, waarin zijn zenuwen
verkeeren.
Zooals reeds gezegd, dé ideale beantwoording
van de vragen is driemaal ,.Ja" zeventien maal
„Neen", doch een klein percentage „Neen's" bij
wat „Ja" had moeten luiden, wijst slechts op
een lichte afwijking van het normale.
De beste manier om geschokte zenuwen weer
in orde te brengen, is meer frissche lucht* en
beweging en vroeg naar bed. Geregelde ge
woonten, geregelde ontspanning, meer aandacht
aan het dieet en meer tijd voor het nuttigen
der maaltijden zullen door winst aan gezond
heid ruimschoots het zoogenaamde verlies aan
tijd gedurende de werkuren vergoeden.
Laat de zenuwachtige mensch uit gaan met
het speciale voornemen, om behagen te schep
pen fn het ontmoeten van nieuwe gezichten.
Laat hem trachten zijn booze buien te overwin
nen en zijn aanvallen van depressie te beteu
gelen. Laat hij, in plaats van een schoen te
gooien naar den kop van een kat waarbij
in de meeste gevallen een onschuldige vaas of
iets dergelijks het leven laat, eens een lange,
frissche wandeling gaan maken den eersten den
bestne keer, dat hij zijn humeur verliest. Dat
is goedkooper, gezonder en verstandiger.
Frissche lucht, gezonde beweging, regelmaat
en het aankweeken van zelfbeheersching. Dat
zijn de middelen om de zenuwen er onder te
krijgen.
zoo blij, als je 't aannam, goeie ouwe ziel.
Je zag ze immers daaglijks, soms twee, drie
keer, en als je in je witte kleedje uit 't rijtuig
j stapte op je Communiedag, viel je oog op
Saartje, die daar stond bij de ingang van de
pastorie en tranen pinkend snoof: wat 'n enge
lenachwat 'n engelen.
't Is al voorbijen eenmaal zullen moderne
paleizen het aanschijn van den Singel her
nieuwen.
Sint Catharina de tempel, die je jeugd gekend,
gezegend, blij en sterk gevoerd heeft door 't
grootestadsleven en zijn gevaren.
Ze heeft je angsten geweten, als je daar
knielde voor den biechtstoel, je berouw, over
ongehoorzaamheid, afgekeken huiswerk, 'n ge-
kaapten appel, 'n leelijk woord.
Ze hoorde je geloofsbelijdenis op den dag van
je eerste It. Communie, toen je met klare stem
je eed van geloof en trouw betuigde.
Ze heeft je ontluikende „maidenhood" be
schut, je confidenties beluisterd aan de zoete
Moeder, de lieve Vrouwe van Lourdes, ze hoor
de eindelijk het bindend „ja", dat je trouwdag
tof .een hemel wijdde.
Sint Catharine, nu ge verdwijnt, wilt ge ons
nog eene les leeren, de laatste, de schoonste, de
waarachtigste, die ge ooit gegeven hebt, de les:
„Tout casse,
Tout lasse, tout passe,
Dieu Seul reste".
HELLENEN.
Kaast de gekleede middag
en avondjaponnen, waarin
vaak heel wat fantasie neer
gelegd is, heeft natuurlijk
het gewone, eenvoudige mo
del onze sympathie be
houden.
We laten hierbij een drie
tal van zulke sobere creaties
zien, onderscheidenlijk uit
gevoerd in wollen angora,
geribde jersey en wollen
crêpe.
Zooals men ziet, is de
rechte rok gehandhaafd, al
is hij iets langer geworden.
De hals-uitsnijding en zijn
tamelijk hoog, soms zelfs op
staand, de schouders meestal
geaccentueerd met wat gar
neering, zooals epauletten
valsche plooien enz., terwijl
de mouwen nog al effen blij
ven.
Ter versiering van de een
voudige wollen japon wor
den verder graag knoopen,
of wat daarvoor doorgaat,
gebruikt. De zeer bewerkte
ceinlures zijn doorgaans van
origineele sluitingen voor
zien.
De St. Catharinakerk te Amsterdam zal ge
sloten worden en opgeheven.
De.... wat.... en je meende verkeerd te
lezen 1
Zooiets zou men in de verste verte niet
gedacht hebben.
Toen jaren geleden, het „Boompje" ver
dween, kon men 't zioh ecnigszins begrijpen.
En toch, 't was een verlies,; juist dat oude
typische kerkje,.
Maar nu de St. C <jo, de kerk, waar je
gedoopt werd; de een;,; H. Communie ontving,
het Vormsel, ja, waar je getrofhvd bent.
't Doet pijn; 't is weer zoo'n echt „memento
mori", een waarschuwing van het vergankelijke.
Dan komt er een vloedgolf van herinneringen
meest uit de kinderjaren, toen je nog op de
Catechismus van Pastoor Schweitzer was, de
nobele figuur en kindervriend bij uitnemendheid.
De kostelijke uren in de z.g. „berei"-kamer, de j
door een lange geheimzinnige gang (in kinder-
oogen) te bereiken „voorbereidingskamer voor S
de Eerste H. Communie."
PARIJS, 14 November 1933.
Bespraken wij een vorigen keer de nieuwe
modellen-ensembles van het meer elegante
genre, ook de ensembles van het meer een
voudige en practische genre verdienen de aan
dacht. Want ook die creaties zijn heel talrijk
en zeer gewild, omdat ze, ondanks allen een
voud en soberheid, toch een zeer gekleurd
effect geven.
Voor bedoelde ensembles, die meestal ge
combineerd zijn met een drie-kwarts mantel
met een vrij ruimen
coupe, gebruikt men
over 't algemeen vrij
dikke wollen stoffen.
Wenscht men een
iets meer gekleurd
cachet, dan kiest men
velours-anglaisof
velour-de-laine. Naar
het min of meer ge
kleed karakter, dat
men aan 't ensemble
wil geven, draagt
men er bont bij met
lange haren als vos,
of kortharig als
oreitswans of cara
cul, of wel garneert
men het ensemble
eenvoudig met bont-
stof.
Een voorbeeld van
het meer gekleede
genre geeft het hier
naast weergegeven
model, dat zich uit
stekend leent als
stadstoilet. Het is uit
gevoerd in donker
bruin velours-anglais
en gecompleteerd met
een vest van plat
bont, dat inmiddels
ook uitstekend uitge
voerd kan worden in
bontstof.
De rok van het
ensemble is heel eenvoudig. De mantel vertoont
echter een drie-dubbel kraag-effect op de schou
ders, waardoor deze verbreed worden. Het vest
heeft ook een col-cravate, zoodat men voldoen
de verwarming heeft, daar de paletot geen
bont heeft.
Men kan dit ensemble weer een meer elegant
cachet geven door het te completeeren met
een lange bleek-rose, of ivoor getinte tuniek
van crêpe-satin, zoodat men het dan ook als
avondtoilet gebruiken kan.
Binnen den kring van het hem gegeven aantal
levensjaren, kan de mensch eenige malen jong
zijn, van middelbaren leeftijd wezen en oud
worden.
Opdat het allergrootste werk voltooid worde,
is tegen duizend handen slechts één geest nood
zakelijk.
De onbegrijpelijke schoonheid, die de jonge
mensch bij zijn ontwaken tot het leven over de
wereld stralen ziet, is de onverdiende, maar
onschatbare belofte van de ziel
Ondanks al de ellenden, die ons overkomen,
die ons naar de keel grijpen, hebben wij een
stille kracht die ons daarboven heft, mits wij
gelooven en beminnen
De held onderscheidt zich daarin van den
avonturier dat hij inziet waar de grens ligt tus-
schen mogelijkheid en onmogelijkheid.
Al is de leer nog zoo goed, zij haalt niet bij
de lessen van het leven.
Wanneer kent men zich zelf Alleen dan
wanneer men in zich zelf nog meer gebreken
ontdekt dan in anderen.
Een poëzie van onverschilligheid tegenover
zedelijke ideeën is een poëzie van onverschil
ligheid tegenover het leven.
Op initiatief van de echtgenoote van madame
Chiappe, de echtgenoote van den bekenden pre
fect der Parijsche politie, heeft men in het
bureau van de prefectuur een tehuis voor ver
laten kinderen ingericht. Er zal daar van alles
zijn. wat bij het bedrijf van een modern kin
dertehuis behoort: slaap en eetkamers, een bad
inrichting, een speeltuin alsmede een isoleer-
vertrek voor lastige patiënten.
Het tehuis biedt plaats voor 30 kinderen be
neden drie jaar.
De politie waakt natuurlijk even goed over
de kleine kinderen als over de groote men
schen. Dat behoort nu eenmaal tot haar taak.
Maar het blijft toch nog altijd iets bijzonders,
wanneer een politie-agent in het bureau van
politie een kinderasyl inricht en dit zelf be
heert.
Een modieus nieuwtje, dat zoowel bij japon
nen van angora als bij zijden visite-modellen
met veel succes valt toe te passen, is de ster
vormige uitsnijding van het lijfje. In het mid
den wordt in verticale richting een soort van
Men hoort dikwijls mopperen tegen de Voor
zienigheid. In den regel komt dat voort omdat
wij de oogen sluiten om niet te willen zien wat
God ons heeft gegeven en wij alleen maar zien
naar hetgeen ons ontbreekt.
Lezen wij wat Tolstoï daarover zegt: Er was
eens een man, die ontevreden was over zijn lot
en aan God verweet, het hem te hebben over
gezonden.
God, zoo zeide hij, schenkt aan anderen
t-, „„„„„„.J I rijkdommen en aan mij schenkt Hij niets! Hoe
Daar werden we klaar het j leven voJortgaSn, als Jik niets be
dreigend catechismus-examen
naast veel devotie, veel kattekwaad bedreven.
Je ziet 't alles weer zoo duidelijk voor je,
het Koningsplein, de brug met de bloemen-
stalletjes, Saartje met haar bloeiend kroost
„jongejuffrou een residaatje voor uwes ma
Rozen en vergeet-„mlj"-nietjes tot 'n stijf tuiltje
gebonden. Daar zat Saar, de voeten op een stoof
des winters, de dikke wanten aan de verkleumde
vingers.
„Hier jongejuffer. een mooi roosje op uw
jurk, Saar is jarig, geeft ze weg." En ze was
zit?
Een grijsaard hoorde deze woorden en sprak:
„Zijt ge werkelijk zoo arm als ge wel meent?
Heeft God u geen gezondheid en krachten ge
geven?
Dat ontken ik niet, want daarop ben ik
trotsoh. Zoudt ge voor duizend roebels uw
rechterhand willen doen afkappen? Neen, dat
beslist niet! Uw linkerhand dan? Deze ook
niet! Besef nu eens, welke rijkdommen
God u heeft gegeven, en ge durft nog klagen!
Men schrijft ons:
Het retraitehuis „Cenakel" te Tilburg komt
met een voorstel voor den dag, dat het „Katho
liek Indisch Bureau" van harte toejuicht.
Een retraite voor dames uit Indië
Blijkt niet, dat ondanks de gelegenheden,
welke in Indië geboden worden tot het hou
den van een gesloten retraite, er nog steeds
zoo .talrijken zijn, die praktisch er geen gebruik
van kunnen maken
Java is een model retraitehuis rijk, n.l. „Gi-
risonta" te Oengaran bij Semarang. Meerdere
zusterhuizen stellen onder de vacantie der pen-
sionnaires hun ruimte ter beschikking aan 'n
groepje dames om de ziel in geestelijke afzon
dering bij hen te komen verkwikken. Maar
Java is heel Indië niet.... en ook op Java zit
zoo menigeen in een of anderen verafgelegen
uithoek, vanwaar men niet gemakkelijk voor
een paar dagen naar Oengaran, Soerabaja, Ma-
lang, Magelang, Batavia trekken kan.
Nu biedt zich deze prachtige gelegenheid aan!
Tilburg is centraal gelegen ten opzichte van
al die plaatsen, waar de Indische verlofgangers
rich gewoonlijk ophouden. En wat is 'n uurtje
sporen voor wereldreizigsters
Wie gaat zich beklagen over gebrek aan tijd,
terwijl men verlof geniet
Zou er voor menschen, die soms jaren in de
„rimboe" zitten, in de plantage of op de suiker
fabriek, en voortdurend op godsdienstig gebied
zooveel moeten missen, geen reden zijn om hun
godsdienstig leven te gaan verdiepen?
Wie gebruikt maakt van de retraite, welke
't Cenakel organiseert, komt niet bij vreemden,
maar treft zeker vrienden en kennissen aan.
Ook als leider der retraite is iemand gevonden
die Indië kent, n.l. de Z.Eervv. heer C. Klamer,
C.M., oud-pastoor van Soerabaja.
De datum der retraite is vastgesteld op 912
Jannuari 1934.
Opgave kan men doen, èn aan de Eerw.
overste van h^t retraitenhuis Cenakel. Konings
hoeven 211 te* Tilburg, èn aan het .Katholiek
Indisch Bureau", Schenkkade 226, den Haag.
clip aangebracht, die bij stoffen japonnen van
een edele houtsoort en bij zijden modellen van
staal of strass is gemaakt.
Modern zijn ook de breede, eveneens van een
clip voorziene ceintuur en de halflange ge
drapeerde mouwen met overeenstemmenden
gesp.
SS BIJ DE HAND
Een creatie van Callot Soeurs te Parijs,
een robe van zwarten wol met een plastron
van witte jersey en twee gekruiste stroo
ien van voren, die van achteren geknoopt
zijn.
Een der opmerkelijkste figuren uit de galerij
der historische vrouwen, die aan het weeldc-
hof van den Fransehen Zonnekoning een be-
teekenende rol hebben gespeeld, een der weinigen
ook, over wie de geschiedenis met sympathie
en zelfs met bewondering mag gewagen, is deze
madame de La Vallière, hertogin de Vaulour.
Amper 17 jaren oud kwam de argelooze, on
schuldige Louise de la Vallière aan het gevaar
lijke en lichtzinnige Hof van den jongen ,Lo-
dewijk XIV, als eeredame van de even jonge
Henriëtte van Engeland, die zoo pas in den echt
was getreden met „Monsieur", hertog van Or
leans", eenigen broer van den machtigen
koning.
De koning, Lodewijk XIV, was toen zelf eerst
23 jaar oud en kort te voren gehuwd met Maria
Theresia. infante van Spanje.
Jong, knap hjj werd geprezen als de
schoonste man van zijn rijk, een verlei
delijke vorstelijke verschijning, omringd van
courtisanes, die allen naar zijn gunst en
vriendschap dongen. De jonge koning, die niet
weinig ook om politieke redenen een huwelijk
had gezocht met de Spaansche infante bleef
niet ongevoelig voor de bekoorlijkheden van
zijn schoonzuster Henriette, tot stijgende erger
nis van zijn toch al zeer sterk jaloersch aan-
gelegden broer, en tot niet mindere verontrus
ting van zijn moeder, Anna van Oostenrijk.
Was 't opzet, Intrigue om ernstiger conflic
ten te vermijden, was 't spel van den lichtzin-
nigen vorst om zijn jonge hem zoo welgevallige
schoonzuster in haar toch altijd eenigzdns be
trachte gereserveerdheid te prikkelen? De aan
dacht van Lodewijk XIV keerde zich op een
goeden dag als toevallig naar de even jonge en
aanminnige verschijning van Louise de la Val
lière, die als eerste eeredame van madame
Henriëtte kortelings haar entrée in de hofkrin
gen had gemaakt.
Louise de la Vallière was nog bijna een kind,
bescheiden op bijna verlegenheid af. Wie haar
soms al te opvallend betrachtte, joeg een blos
van verlegenheid naar haar zachte wangen. Mat
blonde krullen omlijstten een blank sneeuw?:,
gelaat met teer blauwe oogen. Een volmaakte
schoonheid was zij niet, maar zij was uiter
mate beminnelijk in haar natuurlijke charme
en eenvoud.
Argeloos, onervaren, vrouwelijk zwak, en
tooh weer ook gevleid misschien, wist zij de
attenties van den machtigen en ook mannelijk
sterk suggestieven koning moeilijk te weerstre
ven. Eenvoudig en bescheiden van aard, zonder
zich op zijn bijzondere onderscheiding te laten
voorstaan, zonder eenige berekening of arglis
tigheid bleef zij niet ongevoelig voor de vriend
schap en genegenheid van Lodewijk XIV, die
van zijn kant de jonge, aanvallige vrouw on
weerstaanbaar onder zijn macht trachtte te
brengen.
Te midden van het galante, altijd intrigee-
rende Hof traehte Louise de La Vallière de
voorrechten en gunsten, die de koning haar be
wees, zorgzaam te verbergen, en zij braveerde
niet op haar uitverkiezing en succes, zooals
later haar opvolgsters in de gunst des konings
zouden doen, zij schaamde zich bijna voor haar
bevoorrechting.
Zelfs eenmaal ontvluchtte zij het wufte en
welderige Hof, waar het leven louter feest en
geneugte beteekende, om zich in een stil kloos
ter te verbergen, maar de koning zelf kwam
haar achterop, verteederde haar door zijn tra
nen om haar verlies, en voerde haar weer
terug.
Na enkele jaren bleef haar meer intieme
verhouding tot Lodewijk XIV geen geheim
meer. Inl663 werd haar een zoon geboren, die
Louis de Bourbon geheeten werd, maar op
twee en halfjarigen leeftijd stierf. Bij den dood
van haar eersteling schonk zij het leven aan
een dochter, Marie-Anna en in 1667 werd haar
een tweede zoon geboren, die andermaal Louis
de Bourbon werd geheeten, eh den titel ont
ving van graaf de Vermandois.
De koning nog altijd vol genegenheid voor
Louise de La Vallière verhief haar tot hertogin
de Vaujour.
Bij alle verheffing en onderscheiding werd
Louise niet eerzuchtig en ijdel, zij mengde zich
niet in 's konings zaken, bleef bescheiden op
den achtergrond, en onthield zich zorgzaam
van alle intrige. In 1669 begon de liefde van
den koning tot de zachtmoedige Louise te ver-
minderen en te verzwakken, de gevaarlijke
vrouw, madame de Montespan, die zij zelf m
de omgeving des konings had gehaald, begon
haar meer en meer te verdringen. Zonder zich
diep ongelukkig te toonen, trok madame de La
Valière zich in stilte terug, en als zij weende,
dan golden haar tranen niet zoozeer haar ver
loren liefde als wel haar eigen persoon en
haar rouwmoedig erkende zonden.
De groote moed van een Bossuet, die in zijn
straffe boetepredikaties het wufte leven aan
het Hof en de lichtzinnigheid van den mach
tigen koning niet spaarde, begon ook op ma
dame de La Vallière ernstigen indruk te
maken.
In de heete atmosfeer van het zinnelijke hoi
trachtte Bossuet door zijn zuiveren adem kie
men van deugd te wekken. Een der eerste vruch
ten hiervan zou madame de La Vallière wor
den, die tot een wondere bekeering en boete
doening zou worden gebracht voor haar jonge,
lichtzinnige en zondige leven.
Mogelijk, dat ook de zoo tragische en ge-
heimzinige dood van haar vereerde vriendin
en meesteres madame Henriette d'Orleans in de
volheid van haar bloeiende zes en twintig jaren
niet zonder sterken invloed is geweest op ma
dame de la Vallières rouwmoedigen en voor
beeldig boetvaardigen inkeer.
Een ontroerend wonder van christelijke
schulderkenning en boetedoening ging zich
nu in de eens zoo schitterende Louise de La
Vallière voltrekken.
Even dertig jaar oud. nog in het volle bezit
van haar opmerkelijke schoonheid en gratie,
zeide madame de La Vaillère de wereld onher
roepelijk vaarwel. Als moeder bracht zij aller
eerst het zwaarste offer, dat een vrouw bren
gen kan, zij nam voor altijd afscheid van haar
beide sohoone kinderen, en deed haar intrede
in het strengste kloster der zusters Carmell-
tessen.
Haar zware leven, dat nog zes en dertig jaren
duren zou, werd nu voor haar een langzaam
zelf gewild sterven in boete en berouw. Geen
oogenblik heeft zij er ooit aan gedacht, zell's
bij de zwaarste bezoeking niet, een enkele ver
zachting te vragen in den strengen kloosterre
gel. En zelfs deze allerstrengste levensregel be
antwoordde nog niet genoeg aan haar zin en
zucht naar schulddelging en boetedoening.
Zij waakte haar nachten door op den kouden,
harden grond, droeg een scherp schrijnend kleed
over haar naakte lichaam, zij ging blootsvoets
nam het meest karig voedsel, vastte dagen lang.
Midden in den nacht stond zij op om zich uren 1
lang aan het koorgebed te wijden, zij kastijdde
x i „itrowiAVvt+o rlfl 1TIAPST
haar teere lichaam, zij verrichtte de meest
nederige werkzaamheden, den arbeid slechts
afwisselend met gebed. En dit alles beschouwde
zij nog maar als de minste boete voor de fouten
en zonder harer zwakke jeugd.
Na een jaar van den meest voorbeeldigen en
heiligen proeftijd nam zij nederig den sluier aan
uit de handen van koning Lodewijk s wettige
gemalin, koningin Maria Theresia, tegenover wie
zij eenmaal zooveel had te kort geschoten, de
aartsbisschop van Parijs nam haar de eeuwige
belofte af, en Bossuet sprak zijn beroeomde
kanselrede uit: „Sermon pour la Profession de
Madame de la Vallière, duchesse de Vaujour"
met die veel beteekenende tekstwoorden uit den
Apocalyps: „En hij die gezeten is op den
troon heeft gezegd: „Zie, ik zal alles weer nieuw
maken
,,Ziet hier een ziel, die na zich in zondige
liefde verloren te hebben, begint met terug te
keeren op haar schreden, die alles een voor een
heeft verlaten, wat zij beminde en liefhad, en
die alles achter zich latend, zich alleen ter be
schikking stelt van God
En toen de geweldige redenaar zijn rede
besloot met donderende stem: „Kom af, ga naar
't altaar, offer de boetvaardigheid, ga uw offe
rande voltrekken", toen snikten al de aanwe
zige grooten der aarde heete tranen van ont
roering en bewondering.
De gevierde en aanbeden Louise de La Val
lière was de armste en nederigste zuster Louise
de la Miserieorde geworden.
En toen in 1683 haar de vroegtijdige dood van
haar zoon Louis de Bourbon, die op zestienjari
gen leeftijd te sterven kwam, werd aangezegd,
sprak zij de in de historie beroemd geworden
woorden „ik moet zijn géboorte nog meer be-
weenen dan zijn dood".
Van dien dag af verdubbelde zij nog haar
harde boetedoening en martelde haar afgesloof
de lichaam af tot zij werd tot een menschelijk
wrak.
Zij stierf heilig den 6den Juni 1710, zes en
zestig jaren oud.
„En, als nu de predikatie bij de kloosterge
lofte van zuster Louise de la Misericorde nog
altijd gerangschikt wordt bij de beroemde
Oraisons funébres van den grooten en klassie
ken Bossuet, dan is dat, omdat deze in haar
soort een machtige en aangrijpende lijkrede
„oraison funèbre", was op madame de La Val
lière, duchesse de Vaujour, die in 1674 inder-
'aad voor de wereld gestorven was.
Moccataart. Deze taart wordt zonder bak-
ken bereid. 500 gram ongezouten boter, 400
gram poedersuiker, vanillepoeder, wat koffie-
extract, 50 gram amandelen, 400 gram biscuits
de Savoye en 150 gram geconfijte vruchten.
Voor de koffie-crême de boter tot room
roeren, vanillepoeder, gezeefde poedersuiker en
koffie-extract toevoegen.
In een springvorm een rond carton of dubbel
gevouwen reepen papier leggen, daarop een
laag biscuits, een laag koffie-crêpe van 1 c.M.
dikte, weer een laag biscuits, enz., eindigende
met de vla. Den vorm eenige uren in de kou
laten staan. Daarna de rand afnemen en de
taart voorzichtig op den schotel zetten. De
buitenkant met gesnipperde, geroosterde aman
delen en de bovenkant met geconfijte vruchten
versieren.
M. M,
Begrooting. Naar aanleiding van een ver«
zoek van een onzer abonnée's deelen wij mede,
dat wij veronderstellen, dat honderd gulden toe
reikend zal zijn voor het noodzakelijk levens
onderhoud, daar in het begin, de onkosten voor
kleeding, en meubilair in verband met al het
nieuwe, zeer gering zullen zijn. Hier is echter
geen brandstof voor de wintermaanden blj-
gerekend.
Mocht u nadere gegevens wenschen, gelieve
dan een postzegel in te sluiten.
Haard. De lezeres welke zich beklaagt over
het afbranden van een nieuwen haard, raden
wij aan een vakman er bij te halen.
Het komt ons zeer vreemd voor, dat de fa
briek daar geen ander antwoord op geeft, dat
is niet in orde. Bij de Jaarsma-haarden komt
zulks niet voor. Deze hebben een bijzonder
poetsmiddel, no. 1 en no. 2, welke, goed toege
past, den haard polijsten. Probeert u het eens
met deze, doch vraag dan nauwkeurige inlich
tingen. Proefondervindelijk kan ik u mededee-
len, dat een zeer kale Jaarsma-haard na bo
vengenoemde behandeling, er als nieuw gemof
feld uitzag.
Wit glacé schoentjes. Wit glacé schoentjes
kan men schoonmaken met oudbakken brood
of meel, ofwel door ze af te wrijven met een
papje van tetra en speksteenpoeder.
Ook kan men propjes watten in benzine doo-
pen en hiermede het leer inwrijven. Nawrij-
ven met talk of speksteenpoeder,
Is het van dat stevige leer, „Nebuk" ge
naamd, gebruik dan een of ander in den han
del zijnd preparaat. Beter kan ik u niet raden.
Uw wit kinderbontjasje kunt u zeer goed
reinigen door de z.g. meelwassching.
Wit meel verwarmt men en doet het In een
schotel. Het meel mag niet bruin geworden
zijn door de hitte. Nu legt men het jasje in
het warme meel en wrijft het met de handen
zóó of men het wil wasschen. Deze bewerking
duurt zoo lang, totdat men bemerkt, 'n tweede
of derde portie, niet meer vuil wordt.
Flink kloppen en schudden tot alle meel ver
dwenen is.
Deze methode is wel wat langdradig, doch
tast absoluut het bont nocht de huid aan.
„Bonne chance".
Geel Wij veronderstellen, dat 't bont
van ve..igheid of inwerking der lucht wat geel
is geworden.
Doop een doekje in gezuiverde benzine of
tetra en wrijf het hiermede voorzichtig af;
denkt er aan: ver van vuur en licht blijven.
Ook kan men het als boven, in verwarmd
meel droog wasschen en goed uitkloppen.
Is het geel echter te diep ingedrongen, hel
pen onze huismiddeltjes niet en is chemisch
behandelen rationeeler.
Zieke palm. Waarschijnlijk heeft de palm
de een of andere ziekte, vocht of koude gevat,
en is de vakkundige in deze de man die raad
kan schaffen.
Mocht het vastzittend stof zijn, neem dan de
bladeren eens voorzichtig af met een sponsje
met lauw water.
Schildpadden. Hoe verzorg ik des winters
schildpadden? Deze dierenvriendin „van den
buiten", deelen wij het volgende mede:
Als de schildpadden vrij in den tuin rond
kruipen, zijn ze op een goeden dag verdwenen,
ze hebben zich ingegraven en doen het winter-
slaapje tot het voorjaar komt. .Men kan ze ook
in een kistje met zaagsel of grond in een
vorstvrijen kelder plaatsen. Ze tukken in zon
der eten of drinken, tot het voorjaar-
Het bewaren van geraniums. Zien deze er
goed uit, houdt ze dan op een lichte, verwarm
de plaats, dan bloeien ze den geheelen winter
door, opletten dat ze vochtig blijven; voor de
ramen houden ze 't best, mits ze daar niet be
vriezen kunnen.
Zijn ze te hoog opgeschoten, kaal en. stunte
lig, snijdt ze dan even boven een oog in den
stam af, liefst in het groene deel, en zet ze uit
het oog, in schemerlicht van vorstvrije kelder
of zolder. Kranten om den pot wikkelen is
zeer goed. Juist zooveel water geven, dat de
wortels niet verdrogen.
In 't voorjaar in het licht brengen,, wat mest
toedienen en later in den tuin brengen.
Patronen. Nogmaals brengen wij ter alge-
meene kennisname, dat van onze Parijsche mo
deplaten geen modellen of knippatronen ver
strekt kunnen worden, 'n Handige coupeuse
heeft aan het plaatje genoeg.
Schildpadden-taschje. De dame, wier
taschi door de was-bewerking donker is ge
worden, doet het beste met een vleugje terpen
tijn de waslaag te verwijderen, daarna met
drogen warmen doek opwrijven. Of het helpt,
garandeeren wij niet, het is te probeeren.
HUISMOEDER.
SLIM JANTJE.
Vader wilde Jantje's goede hart op de proef
stellen. Hij gaf Jan een dubbeltje en een stui
ver en zeide dat hij een der munten in de
collectebus voor de armen moest geven. De over
blijvende munt was voor Janneman.
jan kwam met het dubbeltje terug.
Vond je het maar het beste een stuiver
aan de armen te geven, Jan vroeg vader.
Ja vader, antwoordde Jan. De dominé zei,
t" i.t we graag geven, dubbel is gegeven, en dus
luidden de armen toch hun dubbeltje, nietwaar?.