r-r
K
WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933
DE OPRICHTING DER N.V. PARK-
FLAT „MARLOT" TE DEN HAAG.
Pleidooi.
—O—
BERUCHTE INBREKERS OP HEETER
DAAD BETRAPT
SMOKKELAARSLIST ONTDEKT.
HET BELEID DER VRIJZ. DEM,
MINISTERS.
SPRING NIET OP DE RIJDENDE
TRAM.
ZES DAGEN THUIS.
OVERPEINZINGEN VAN EEN
ANDER.
SELMA LAGERLOF.
DE AMSTERDAMSCIIE ZES-
DAAGSCHE.
Van Hoek uit de baan genomen.
VERLOOP VAN DINSDAGMIDDAG.
NOG TWEE NEDERLANDSCHE
KOPPELS AAN DEN KOP.
Een sensationeele nacht.
Foutieve beslissing van de Jury.
Publiek in de grootste
opwinding.
Stand hedenmorgen 6 uur.
Valsche opgaven in een authentieke acte.
De 44-jarige A. J. K. te 's Gravenhage heeft
gisteren, voor de Haagsche rechtbank terecht
gestaan ter zake, dat hij op 21 Maart 1933 op
zettelijk in een notarieele acte voor den notaris
nr. S. K. D. M. van Lier te 's Gravenhage en
wel in de oprichtingsacte der N.V. Parkf.'at
„Marlot" de valsche opgave heeft doen opne
men, dat 40.000 in contanten was gesto-t, ter
wijl in werkelijkheid slechts 6500.was ge
stort. Als getuige werd het eerst gehoord Jhr.
mr. de Ranitz, advocaat en procureur, curator
in het faillissement der N.V. Parkflat „Marlot".
Deze verklaarde, omtrent de gestorte 40 000.
zooals in de acte vermeld. Getuige had onder
zocht, of een bedrag van ƒ25.000 was verant
woord. De vermelding van de storting bleek in
strijd met de waarheid te zijn. In de boeken
was een bedrag van 38.000 verantwoord als
uitgaven aan syndicaatskosten, doch de directie
kon als zoodanig niet meer dan 13000.ver
antwoorden.
Op een vraag van den rechter mr. van der
Boom antwoordde get., dat het syndicaat uit 5
oprichters bestond, die elke 5 aandeelen bij
elkander hadden gebracht.
Notaris van Lier verklaarde, dat de N.V. bij
acte, door hem verleden, was opgericht door
den heer Huurdeman en door verdachte K.,
deze laatste als gemachtigde van 7 anderen.
Deze ontwierp als candidaat van getuige ook
de acte, waarin vermeld was, dat 40.000 ge
stort is, welke acte was voorgelezen, toen par
tijen compareerden.
Getuige geeft daarop eenige inlichtingen om
trent de wijze, waarop het voorbereiden en pas-
seeren van oprichtingsacten van N.V.'s plaats
heeft.
Getuige J. W. Comegoor, mede-oprichter van
de N.V. „Marlot", zeide, dat de preliminaire
besprekingen niet met den notaris, doch met
diens candidaat werden gevoerd. Get. zeide,
zich niet te kunnen herinneren, dat er in de
statuten zou worden gezet, dat er 40.000 is
gestort. De president merkte op, dat hij voor
den rechtercommissaris anders had verklaard
en las die verklaring voor. Getuige verklaarde
daarop, geweten te hebben, dat besloten was,
dat de oprichters als good will 5000.ieder
zouden bekomen, voorloopig in den vorm van
aandeelen. Hij wist, dat in de acte de verkla
ring omtrent de storting van 40.000 was opge
nomen. Bij de voorlezing van de acte had nie
mand op die clausule eenige aanmerking ge
maakt. Verdachte had get. gezegd, dat het zoo
kon en op deze mededeeling was get. afgegaan,
vertrouwende op verdachte's deskundigheid.
De president bracht getuige onder het oog
dat hij een acte onderteekende waarin iets
stond, waarvan hij wist dat dit niet overeen
komstig de waarheid was.
Verklaringen van deskundigen
Mr. Libourel, notaris te Delft, als deskundige
gehoord, zeide, dat hem gebleken is, dat het
departement van justitie geen goedkeuring zou
weigeren, indien in de oprichtingsacte ware
vermeld, dat een zeker bedrag „zal worden ge
stort", in plaats van dat het „is gestort". Wan
neer nu in de onderhavige acte vermeld staat,
dat er f 45.000 is gestort, terwijl dit niet is ge
schied, noemt getuige dit een valschheid. Der
den toch zouden daarop kunnen afgaan.
President: Is het in de praktijk niet zoo, dat
eerst later wordt gestort?
Deskundige: Dat behoort niet voor te komen;
Indien de notaris geen reden tot twijfel heeft,
blijft hij er echter buiten. Het komt dan ook
herhaaldelijk voor, dat de notaris wanneer hij
de menschen kent, geen onderzoek instelt of er
werkelijk gelden gestort zijn.
Notaris Waldorp te 's-Gravenhage wordt ge
hoord als deskundige a décharge. Hij zegt, dat
het een zekere sleur is, dat de acte vermeldt,
dat er gelden gestort zijn, terwijl in feite die
storting nog moet geschieden.
O. M. (mr. Blok): Maar in dit geval was voor
uit afgesproken, dat die f 25.000 nooit zouden
worden gestort.
Pres.: Hier heeft men met opzet een valsche
verklaring in de acte opgenomen.
Verhoor van verdachte.
Verdachte zeide, dat bij de voorbespreking
met de vijf oprichters was overeengekomen,
dat dezen f 5000 in contanten zouden krijgen.
De statuten zijn niet door hem zelf ontworpen;
deze worden op kantoor naar een bepaald mo
del door een der employé's opgemaakt. Het
ontwerp is na goedkeuring op 21 Maart verle
den. Er stond in, dat er voor eén bedrag van
f 40.000 door 10 personen werd deelgenomen en
dit kapitaal is gestort.
Verdachte erkende, dat, strikt formeel geno
men, deze verklaring onjuist was. Volgens hem
zouden er nog f 20.000 zijn gestort vóór het pas-
seeren der acte.
President. Dit is den curator niet gebleken.
Mr. de Ranitz verklaarde daarop nogmaals
dat daarvan uit de boeken niets bleek.
Requisitoir.
Mr. P. R. Blok noemde het onbegrijpelijk,
dat een dergelijk verweer door K. werd aan
gevoerd. Vroeger heeft hij verklaard, dat er
aan de 5 oprichters f 20.000 was gegeven in aan
deelen, welke later in contanten zouden worden
omgezet, indien de zaken goed zouden gaan.
Het gaat er hier om dat de opzet was, dat er
nooit meër gestort zou worden. Ware het geld
14 dagen later gefourneerd, dan had spr. van
deze zaak geen werk gemaakt Buitenstaanders
konden door deze actie een verkeerden indruk
krijgen. K.'s verweer gaat hier niet op, want hij
is het, die de acte deed opmaken, de verant
woordelijkheid kan hij niet van zich afwente
len. Hier is misdadig opzet en geen sleur, zooals
voorgesteld wordt, en er kon wel degelijk na
deel ontstaan.
Iemand, die van zijn positie misbruik maakt,
zcoals verdachte deed, kan niet zonder ernstige
bestraffing uitgaan. Spr. meende dan ook
schuldigverklaring van K. en diens veroordee
ling tot 4 maanden gevangenisstraf te moeten
eischen.
Mr. E. Belinfante merkte op, dat het hier
gaat om de vraag, van welke feiten in de acte
het bewijs van de waarheid moet blijken, en
hij antwoordde daarop: van die, welke van in
tegreerend belang zijn, maar niet elk feit is
van elementaire beteekenis. In dit geval achtte
pleiter het zeer duidelijk; de hoegrootheid van
het kapitaal, het aantal en het bedrag der aan
deelen zijn zulke gegevens. Het bedrag van de
volstorting kan feitelijk buiten de acte blijven.
Dit is geen eisch van de wet en daarom is de
acte ook niet bewijsleverend. Voor het ten laste
gelegde misdrijf meet het opzet gericht zijn op
het gevolg. De onjuiste ongave moet alsdan ge
bruikt wordm als ware deze overeenkomstig de
waarheid. Verdachte moet dus hebben gewild,
dat anderen er in zouden Iconen. Instede van
zich voordeel te bezorgen, zal verdachte nu
worden aangesnroken tot betaling van f 5000.
terwijl de storting in werkelijkheid reeds heeft
plaats gehad. Mogelijkheid van benadeeling van
anderen is niet aan te toonen. Zij is er alleen
maar theoretisch. Materieel resultaat van
vals-hheid is er niet. Pleiter drong dan ook aan
op vrijspraak.
De uitspraak werd bepaald op 4 Dec» a.s.
Goed overlegd.
„Wel Fransje, heb je aan den meester ge
zégd, dat je gisteren niet op school kon ko
men, omdat je een tweelingsbroer hebt gekre
gen".
„Neen, ik heb hem maar van één verteld, die
Bndere bewaar ik voor de volgende week, dan
kan ik nog eens weg blijven.
Tegen verdachten 5 jaar geëischt.
In den nacht van 2 op 3 September is in
gebroken ten huize van den heer A. C. Jaeggi,
aan den Bezuidenhoutsche weg 64, te den Haag,
tijdens afwezigheid van den bewoner, die zich
tijdelijk te Scheveningen ophield. De inbrekers
hadden zich toegang verschaft door verbreking
van een spiegelruit in de serre aan de achter
zijde van het huis. Verschillende sieraden
wérden vermist.
Verdacht van deze inbraak stonden voor de
Haagsche rechtbank terecht de loswerklieden
F. F. van der M„ oud 28 jaar en H. L., oud
42 jaar, beiden recidivist.
In deze zaak waren door het O.M. 13 ge
tuigen gedagvaard.
Mr. Loeff en mr. Moresco hadden de ver
dediging op zich genomen.
De tuinman P. Oostrum herkende in de
verdachten pertinent de mannen, die in den
middag voor de inbraak zich een kwartier
lang aan de achterzijde van het perceel op
hielden en dit perceel voortdurend gade
sloegen.
Verdachte van der M. ontkende dien dag
zich in het Haagsche Bosch te hebben opge
houden.
L. zeide dat hij wel ter plaatse was geweest,
doch hij weet niet of hij in de nabijheid
van genoemd perceel is geweest.
De agent rechercheur P. K. Visser heeft in
den avond van de inbraak met zijn collega
v. Ophuijsen de beide verdachten uit een
café zien komen in gezelschap van een vrouw,
Het drietal was per rijwiel. De rechercheurs
volgden hen. Na eenigen tijd te hebben rond
gereden, stapte de vrouw af bij perceel Be-
zuidenhout 64, alwaar zij aanbelde. Er werd
niet opengedaan. De verdachten droegen beige
regenjassen.
De getuige en zijn collega hebben zich toen
verdekt opgesteld. Later zagen zij het drietal
bij de brug aan de Laan van Nieuw Oost
Indië. Eenigen tijd later in de nabijheid van
het huis komend zag get. dat v. d. M. door
twee collega's was gearresteerd. Dit was on
geveer 1.15 's nachts.
Getuige heeft daarna een onderzoek inge
steld in het pand alwaar hij de inbraak con
stateerde.
Den volgenden dag werden op een door een
vrouw aangewezen plaats in het Bosch een
aantal sieraden, welke aldaar verborgen wa
ren, opgedoken.
Daarna werd gehoord de vrouw waarvan
hierboven sprake is. Deze verklaarde, dat zij
zich met de beide verdachten per fiets op het
Bezuidenhout heeft bevonden. Op verzoek van
L. belde zij aan, want deze zeide dat hij een
vriend moest spreken.
De agent Vijselaar heeft tezamen met zijn
collega van Z. des avonds de beide verdachten
over het tuinhek zien klimmen. Beiden hadden
zij met diensthonden postgevat nabij het per
ceel? Op hun geroep „politie, sta, of ik schiet",
vluchtten de mannen in verschillende richting,
v. d. M. die de rechercheurs tegemoet liep
werd dadelijk gegrepen. Get. zond L. den hond
na, doch nadat deze L. gesteld had, schoot
get. zijn revolver af, waarop het dier terug
kwam. Dit was, naar getuige zeide, een fout.
De agent Lautenbach heeft zijn diensthond
lucht gegeven aan een hoed van den verdachte
L., die dienzelfden nacht nog werd gearres
teerd. Het dier volgde het spoor door het
hek en het geopende (gebroken) venster, waar
na het binnenshuis nog eenige voorwerpen
aanbracht.
Bij de ondervraging van verdachten zei verd.
v. d. M. dat hij dien avond in gezelschap van
L. en de vrouw is geweest. Verd.» was wel
in den tuin van perceel Bezuidenhout 64 ge
weest, doch hiet in huis. De op hem bevonden
voorwerpen heeft hij in den tuin gevonden.
Zijn aanwezigheid aldaar, kon hij niet ver
klaren, omdat hij daardoor anderen in moei
lijkheden zal brengen.
Verdachte L. is in den vooravond met v. d.
M. gaan fietsen, onderweg kwamen zij „Mooie
Willem" tegen, die een fiets en een jas vroeg.
Verd. gaf die. Daarop heeft hij de tram ge
nomen naar de stad. Van de inbraak wist hij
niets.
Requisitoir.
Mr. P. R. Blok betoogde dat beide verdach
ten als beruchte inbrekers bekend staan, die
meerdere vonnissen achter den rug hebben.
Vandaar dat bij de ontmoeting met de politie,
direct de aandacht op hen viel. Ook de tuin
man heeft hen een kwartier lang naar het huis
zien staren, diens herkenning is pertinent.
De rijwielen van de verdachten en hun
jassen zijn in de nabijheid van het perceel
gevonden. Er zijn, naar de officier aantoonde,
verschillende aanwijzingen, waartegen de ver
klaringen van de beide verdachten geen steek
houden. Een behoorlijk alibi kan door L. niet
worden gegeven.
Spr. concludeerde tenslotte tot schuldig ver
klaring van de verdachten, wier straflijst hij
afleest. Na hun arrestatie is het aantal inbra
ken in de stad sterk verminderd. Een lange
vrijheidsstraf is hier noodig. Tegen beide ver
dachten eischte spr. 5 jaar gevangenisstraf.
Mr. Loeff voor v. d. M. pleitend achtte geen
voldoende aanwijzingen aanwezig om een
wettig en overtuigend bewijs te vormen.
Mr. Moresco betoogde dat het door L. opge
geven alibi niet weersproken kan worden en
concludeerde tot vrijspraak met onmiddellijke
invrijheidsstelling, welke door de rechtbank
geweigerd werd
De uitspraak is bepaald op 4 December a.s.
Gist en wat er onder lag.
De gisthandelaar D. uit Oss was gisteren met
zijn wagen bij een bakker te Heesch toen de
marechaussee het dienstig oordeelde den in
houd van den wagen te controleeren. Oogen-
echijnlijk bevatte o.eae ntats dan gist, de
bovenste laag tenminste van de lading werd
gevormd door pakken met deze grondstof voor
bakkers. Ongelukkig voor den handelaar keken
de marechaussees echter ook dieper en toen
bleek, aat onder deze eene laag niets anders te
vinden was dan Duitsche margarine. Voertuig
en lading zijn daarop in beslag genomen, ter
wijl tegen D. proces verbaal is opgemaakt.
VELDWACHTER MET DOODSLAG
BEDREIGD.
Voor de rechtbank te Almelo stond Dinsdag
terecht de transportarbeider L. G. te Almelo,
thans gedetineerd, verdacht op 7 October j.L
aldaar te hebben getracht den rijksveldwach
ter J. W. ter Avest van het leven te berooven
door een of meermalen met een geopend knip
mes naar dezen te steken. Deze opzet was ech
ter mislukt, doordat de veldwachter met zijn
sabel de steken wist af te weren.
Uit het verhoor bleek, dat verdachte aardig
aangeschoten was geweest en in gezelschap van
twee anderen de woning van den veldwachter
had opgezocht.
De officier van justitie noemde verdachte
een persoon, die suikerzoet kan optreden, doch
in sommige gevallen een gevaarlijke kerel is.
Spr. achtte een flinke straf hier wel op zijn
plaats en eischte daarom tegen verdachte 10
maanden gevangenisstraf.
Hierna stond terecht de arbeider J. S., ge
tuige in de vorige zaak, die bij deze gelegen
heid had getracht den veldwachter J. W. ter
Avest met een bierflesch op het hoofd te slaan.
De veldwachter had den slag afgeweerd en
dezen op de hand gekregen, zoodat deze ge
wond werd.
De eisch tegen S. luidde 6 maanden gevan
genisstraf.
Uitspraak in beide zaken over acht dagen.
Gevolgen van den mist: links de „Katwijk 89" die door 'n aanvaring met de „Irene"
van de K.N.S.M. een gat boven de waterlijn kreeg, in de visschershaven van IJmui-
den. Rechts de „Rotterdam" met een gedeukten voorsteven in het dok te IJmuiden
na de aanvaring met de „Johanna Maria" die bij Egmond zonk.
En het belang van land en volk.
Op 25 en 26 November a.s. wordt in Gro
ningen de algemeene ledenvergadering gehou
den van den Vrijz. Dem. bond.
Een aantal afdeelingen en federaties heeft
aanleiding gevonden voor deze vergadering
verschillende moties en voorstellen in te die
nen inzake hetbeleid der twee partij genooten
ministers Op een bijeenkomst van de federa
tie-Friesland van den bond zijn deze ter sprake
gekomen en de voorzitter, de heer G. Ritmees
ter uit Leeuwarden deelde, naar de N. Crt.
mede, dat het federatiebestuur het wensche
lijk acht, dat al deze voorstellen en motie's
worden afgestemd; nog beter zou het zijn in
dien ze werden ingetrokken.
Eet kan mogelijk zijn, zeide hij, dat door de
maatregelen die getroffen zijn of nog getrof
fen zullen worden, sommigen de partij ontrouw
zullen worden; men vreest voor de openbare
school, en beklaagt zich over de verlaging
der ambtenarensalarissen en inderdaad doet
het leed dat deze maatregelen noodzakelijk
zijn. Van hooger orde is echter de vraag, wat
voor het belang van land en volk op dit oogen-
blik noodzakelijk is.
De partijgenooten-ministers hebben tot die
maatregelen moeten besluiten uit bittere nood
zaak, handelen zij thans anders, terecht zou hun
dan verwijt moeten treffen, dan, maar ook al
leen dan zouden wij, Vrijzinnig-Democraten,
ons moeten schamen, omdat zij hun plicht ver
zaakten. Jaren en jaren hebben zij de poli
tiek van den vrijzinnig-democratischen bond
geleid, jaren en jaren zijn zij door ons gesteund,
zeide spreker, en hebben wij op hen Vertrouwd
Zouden wij nu na vier maanden dat vertrou-
gen opzeggen? Integendeel meer dan ooit is
het onze taak om achter hen te staan, om mede
de regeering te steunen in dezen voor ons volk
zoo moeilijken tijd. Laat men niet denken dat
het ergste voorbij is, hardere maatregelen zijn
wellicht nog noodig. Wij hebben dit feit onder
de oogen te zien en te denken aan hen die het
nog slechter hebben, aan de Indbouwende be
volking, den middenstand, de arbeiders, van
wie velen door werkloosheid zijn getroffen
en mede aan de jongeren voor wie de toekomst
zoo weinig rooskleurig is. Deze regeering heeft
een buitengewoon zware taak om ons land
door de moeilijkheden heen te brengen.
Ieder weldenkende is verplicht haar met alle
kracht te steunen. Zoo ook de vrijzinnigdemo
craten, wier beste menschen zitting hebben ge
nomen in het kabinet.
De afdeeling Leeuwarden heeft een motie
aangenomen. Spreker meende wel te doen een
soortgelijke motie aandeze vergadering voor
te leggen mede met het doel om haar als te
genwicht te doen dienen tegenover afdeelingen
en federaties, waarvan het gewenscht is dat
zij tot bezinning komen.
Deze motie luidende: De federatie Friesland
van den Vrijzinnig-Democratischen Bond,
spreekt haar volkomen vertrouwen uit in het
beleid der partijgenooten-ministers, waarvan
zij weet, dat zij zich bij al hunne handelingen
laten leiden door het belang van land en volk;
werd met algemeene stemmen aangenomen.
Jongen beön afgereden.
Dinsdagmiddag is te Helmond de 11-jarige
jongen W. v. d. B., toen hij op een van Eind
hoven komende tram wilde springen, gevallen
en door de tram overreden. Zijn rechterbeen
werd juist beneden de knie afgereden. De
knaap is onmiddellijk in zorgwekkenden toe
stand, naar het St. Antonius-ziekenhuis te Hel
mond overgebracht, waar hem het been afgezet
moest worden.
DOOD DOOR SCHULD.
Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
heeft terechtgestaan de chauffeur E. K., ter
zake dat hij te Rijsbergen op 1 Mei door hoogst
roekeloos rijden met een auto een stilstaande
auto heeft aangereden, waarbij Thomas v. d.
Ende, die naast verd. zat, zwaar gewond werd
en aan de gevolgen overleed. Verd. was onder
invloed van drank.
De adv.-generaal eischte bevestiging van het
vonnis der rechtbank te Breda, waarbij verd.
veroordeeld was tot 2 maanden gevangenis
straf en een jaar ontzegging van het rijbewijs.
Door den Hoogen Raad was naar het Bossche
Hof verwezen de zaak tegen den chauffeur G.
T. G. te Rotterdam, die door het Hof te Den
Haag veroordeeld was tot 1 maand hechtenis
voorwaardelijk, ter zake dat deze J. Paarde-
kooper met een auto heeft aangereden, waarbij
deze zoodanig verwond werd, dat hij aan de
gevolgen overleed. De adv.-gen. had 1 maand
hechtenis onvoorwaardelijk geëischt en inhou
ding van het rijbewijs voor den tijd van 1 jaar.
Het Hof veroordeelde verd. tot 30. boete subs.
15 dagen gevangenisstraf.
Lieve ouders. Ik schrijf u dezen brief boven
op een hoogen bergtop, die te voren nog nooit
door een mensch is bestegen.
(P. I. B.)
Ik heb mij voorgenomen deze zes dagen
over het heil van de menschheid na te denken.
Ik ben nu al drie dagen thuis en ik kan niet
zeggen, dat ik er mijzelf slecht bij voel. Ik ga
te ruste in een zacht veeren bed, zonder dat
ik daarbij een enkelen toeschouwer tolereer.
Ik matig mij zelfs het recht aan het keuken
meisje een reprimande te geven, wanneer zij
te hard op de trap stommelt, en, als ik dan
bedenk, dat er lieden zijn, die den slaap moe
ten vatten, terwijl er meer dan zesduizend op
gewonden zwakhoofden aan den rand van hun
ledikanten schorre keelgeluiden explodeeren,
gevoel ik mij recht behaaglijk.
's Morgens krijg ik een ei van stipt drie en
een halve minuut met het quasi-versche ka
detje, dat de juridische wereld zooveel hoofd
brekens kost, en ook dat stemt tot veel groo-
ter voldoening dan een spiegelei, dat vrijwel
recht van de kip komt, met een quasi-versch
kadetje, dat den volgenden dag de medische
wereld hoofdbrekens gaat kosten, zooals dan
toch tienduizenden idealisten het deze dagen
eten moeten.
Na het ontbijt maak ik een ochtendwandeling
mijn fiets hangt zes dagen op zolder en
reeds tijdens deze wandeling begeef ik mij aan
mijn werk, dat bestaat in het bouwen aan de
wereld der toekomst of, als gij wilt, aan de
toekomst der wereld.
Dit is ongetwijfeld, als men het ernstig op
vat, een belangrijke taak en wat ik nu in de
geheele situatie onrechtvaardig vind, is, dat er
over mij niet in de heraut geschreven wordt.
Ik geef toe, dat het niets bijzonders is, zon
der publiek in een behoorlijk bed te gaan lig
gen, maar is het niet veel verstandiger zoo,
dan wanneer ik zesduizend .ongelimiteerde
herriemakers op mijn slaapkamer zou invitee
ren, om te probeeren door hun lawaai heen te
slapen, en moeten wij het verstand niet boven
het onverstand propageeren
Ik zie niet het minste bezwaar, waarom er
ook van mij niet een foto in de geïllustreerde
bladen zou verschijnen, die mij slapende weer
geeft, met als onderschrift„Trotsche boom,
door den slaap geveld" en met iets kleinere
letters„Een der titanen, die zes dagen lang
denken zal over den toekomststaat, tijdens een
korte rustpoos in den derden nacht".
En waarom heb ik geen recht een pakkende
beschrijving van mijn ochtendwandeling in het
avondblad te lezen Hier kan de banaliteit
van het geval toch zeker niet als reden gelden,
want er zijn onbetwist veel meer fietsers dan
voetgangers en zelfs al ware dit niet zoo, waar
om moet iemand, die het aardig vindt zes da
gen te fietsen zonder denken, voorrechten heb
ben boven iemand, die het nu eenmaal aardig
vindt zes dagen te wandelen mét denken
Ik stel mij voor, dat een korte schets in de
zen trant het publiek zonder twijfel zou boeien:
„Onophoudelijk en gestaag plaatst de gewel
dige denker eerst het eene been voor het. an
dere, dan het andere been voor het eene. Op
zijn knappe, intelligente gezicht is een ver
beten wilskracht te lezen, in zijn diepe, don
kere oogen blaakt een felle strijdlust, om zijn
fijnen mond speelt reeds de glimlach der over
winning. Welk een oerkracht in het neerzetten
van die voeten, welk een soepelheid in het
voortbewegen dier welgevormde beenen. Het
is een grootschen veldslag, dien de titan met de
problemen van onzen tijd levert, en hij vecht
met de zwierigheid van hersenbeweging, die
hem tot den koning der zesdagendenkers maakt.
Dit is een reus, een man met wereldkampioe-
nenvleesch en een temperamentlaten wij
zwijgen over de mate van dat temperament
ons hapert het, spijtig, aan de gewenschte su
perlatieven".
Zie, zulk een schets zou mij bevallen en niet
alleen mijn, doch veler rechtvaardigheidsgevoel
voldoen. Naast mij verdient ook ons trouwe
keukenmeisje, Kaatje, meer in de sfeer der pu
blieke belangstelling getrokken te worden, al
moet zij natuurlijk op een meer bescheiden
plan blijven. Maar een klein plaatsje op de
geïllustreerde pagina komt haar toe „Kaatje,
een der menschen, die bij het zesdagen-denken
een belangrijke rol achter de schermen vervult:
zij verzorgt de voeding van den denker. Men
ziet haar hier temidden van haar potten en
pannen".
Er zijn in onze maatschappij vele onbillijk
heden, die in de wereld der toekomst ophef
fing behoeven. Maar wij zouden vast met deze
weinige kunnen beginnen. v. D.
Uit het land van Gösta Berling.
In dezen tijd, nu over geheel de wereld weer
over Selma Lagerlöf gesproken en geschreven
wordt naar aanleiding van haar 75-sten ver
jaardag, zal er zeker belangstelling zijn voor af
beeldingen uit het land van haar leven en
scheppenden arbeid.
Een Nederlandsche, mevrouw Thyza Wallis
de Vries-Wyt, heeft de groote schrijfster bezocht
en het oude Wermland doorkruist, waar zij
aquarellen maakte van de plaatsen en gebou
wen, die door de boeken van Selma Lagerlöf,
vooral door Gösta Berling, bekend zijn gewor
den. Reproducties van deze aquarellen werden
als gekleurde prentbriefkaarten in Zweden uit
gegeven, met citaten uit het werk van de
schrijfster, waarvoor toestemming verkregen
was. Het werk van onze landgenoote is in Zwe
den goed ontvangen.
Het is ook met Nederlandschen tekst ten on
zent uitgegeven. De acht kaarten in een mapje
worden in den handel gebracht door de firma
Lankamp Brinkman, Spiegelgracht 19, Am
sterdam C.
Goede raad.
Oom: Alles wemelt tegenwoordig van bac
teriën. Papieren geld bijvoorbeeld is heele-
maal vergiftigd. Je pakt een bankje aan, en 't
kan je dood zijn."
Neef: „Oom geef mij maar een paar lapjes,
ik benlevensmoede."
Na de klassementsprints van half drie Dins
dagmiddag was de stemming op de baan luste
loos met zeer weinig affaire. Om den handel
wat uitbreiding te geven, zette de jury een
hausse op touw in den vorm van tien klasse
mentsprints. Van tevoren had de jury reeds
laten doorschemeren, dat Rausch en Hürtgen,
die weinig aandacht hadden besteed tot nog
toe aan het binnenhalen van punten, dezen
middag wel iets zouden laten zien. En warem
pel, bij het aangloeien van de groene lamp nam
Rausch den kop, gevolgd door Braspenning en
den Zwitser Richli, drie ronden lang. Toen
sneed „den Bras" hem in de bocht af, wat den
Duitscher een luiden waarschuwingskreet ont
lokte, maar de eerste plaats was Duitschland
kwijt. Resultaat: RauschHürtgen 12 pnt.; J.
van KempenBraspenning 10 pnt.; Richli
Buehler 8 pnt.
Hierna was het weer volslagen rustig op de
baan. Het was beslist eentonig te noemen.
Natuurlijk kwam er een jacht dezen middag.
Maar alleen van Adande Wolf en Vluggen
Muller, waarbij de Italianen zich tevergeefs
trachtten aan te sluiten. Zoodoende wisten
slechts de laagst geplaatste koppels ronden te
winnen; Adande Wolf 3, VluggenMuller 2,
terwijl de Italianen aan het einde der jacht
toch nog een baan op de overigen bleken te
hebben ingeloopen.
Het hoofdpeloton deed echter in het geheel
niet mee. De renners bepaalden zich er toe, wat
sneller te bietsen dan gewoonlijk, zoodat het
publiek tevreden gesteld werd.
De lekke bandjes.
Het was gisterenmiddag weer opmerkelijk,
hoeveel lekke bandjes ontstonden, gelukkig
zonder valpartijtjes te veroorzaken.
Wij hadden hierover een onderhoud met den
heer John Stol, voorzitter van de jury, die als
zijn meening te kennen gaf, dat met vóel te
lichte bandjes gereden werd. De renners
wenschen schijnbaar liever het gevaar dan
„safety first" en daardoor misschien een iets
minder snelle fiets. De jury heeft de zaak eens
ernstig bekeken en geeft ;ls haar meening te
kennen, dat het van directie-wege beschikbaar
stellen van banden met een behoorlijke dikte
de valpartijen wel grootendeels zal opheffen.
Wanneer men hiermede echter een aanvang zal
maken, of het reeds bij de volgende Zesdaagsche
het geval zal zijn, kon de heer Stol niet mede-
deelen.
Tot half vijf bleef het zeer kalm in de baan.
Toen waren de klassementsprints aan de beurt.
Ie sprint: I. Loncke; 2. Pijnenburg; 3. Buehler;
4. Rausch.
2e sprint: 1. Guerra; 2. Hürtgen; 3. Wals;
4. Richli.
3e sprint: 1. J. v. Kempen; 2. Vluggen; 3.
Pijnenburg; 4. Buehler.
4e sprint: 1. Richli; 2. Hürtgen; 3. Wals; 4.
Guimbretière.
5e sprint: 1. Pijnenburg; 2. Vluggen; 3. J.
v. Kempen; 4. Bresciani.
6e sprint: 1. Wals; 2. Richli; 3. Aerts; 4.
Hürtgen.
Na deze sprints werd nog een premie uitge
loofd voor het koppel, dat een ronde uitliep;
Vluggen en Muller waren de gelukkigen.
Na de klassementsprints van half 5 was de
stand als volgt:
Aan den kop: 1. PijnenburgWals 322 put.;
2. AertsLoncke 123 pnt.; 3. Guimbretière—
Broccardo 93 pnt.;
op één ronde: 4. RauschHürtgen 65 pnt.;
op twee ronden: 5. Braspenningvan Kempen
164 pnt.;
op drie ronden: 6 .RichliBuehler 197 pnt.;
7. GuerraBresciani 71 pnt.;
op vijf ronden: 8. van Nek—van Hout 57 pnt.;
op zeven ronden9. VluggenMuller 102 pnt.;
op 8 ronden: 10. Adan—de Wolf 63 pnt.
Na het 90e uur (5 uur namiddag) was in
totaal afgelegd: 1968,626 K.M.
Felle jachten na tien uur.
Evenals vorig jaar schijnt het dit jaar weer
regel te worden, dat de renners het van acht
tot tien uur 's avonds rustig opnemen. Natuur
lijk niet geheel en al tot bevrediging van het
publiek, dat liever bliksemwerk van de groote
kanonnen ziet. Het begon gisterenavond weer
met een eentonig gedraai. De rondjes werden
het eerste uur van de avondneutralisatie weer
in het traditioneele, rustige tempo afgelegd. On
danks het voortdurend geroep en geloei van
het publiek, dat de tribunes weer tot de uiter
ste hoeken vulde, om strijd te zien, bleef het
tempo voorloopig slechts matig. De koppels
reserveerden hun krachten voor de latere spe
len.
Enkele firma's stelden kort na 9 uur enkele
premies beschikbaar. De eerste drie werden
weer door Pijnenburg en Wals gewonnen. Bij
de vierde premie ontwikkelde zich een enorme
strijd tusschen Loncke en Pijnenburg. Pijnen
burg, die volgens gewoonte weer de tweede
plaats innam tegen dat de beslissende ronde
aanbrak, wist ondanks zijn uiterst hardnekkige
pogingen dezen keer Loncke niet te passeeren.
De sprints.
De uitslagen van het tien uur-klassement wa
ren als volgt:
le sprint: 1. v. Vluggen, 2. Adan, 3. Jan van
Kempen, 4. Buehler.
2e sprint: 1. Wals, 2. Broccardo, 3. Guerra,
4. Muller.
3e sprint: 1. Loncke, 2. Pijnenburg, 3. Muller,
4. Bresciani.
4e sprint: 1. Wals, 2. Guerra, 3. Aerts. 4.
Vluggen.
5e sprint: 1. Pijnenburg, 2. Bresciani, 3. van
Nek, 4. Buehler.
6e sprint: 1. Braspenninx, 2. Guerra, 3. Richli,
4. Muller.
Na de vijfde sprint begonnen onmiddellijk
de jachten weer van je welste. Braspenninx ging
er in. een onstuimige vaart vandoor. Hij had
een voorspring van een 40 M., toen de Italianen
en de Zwitsers met de achtervolging begonnen.
Het geheele veld was weer in een ommezien
door elkaar gegooid. Nauwelijks hadden de drie
koppels een ronde gewonnen of Pijnenburg ging
er van door om met Wals een ronde te nemen.
Opnieuw verdween de jager Bras, weer een
ronde.
Belgen en Duitschers, Zwitsers en Italianen,
alles vocht weer tot het uiterste. De stand on
derging weer iedere minuut verandering, de
ronden werden weer fel bestreden. Een onbe
daarlijk enthousiasme maakte zich van de dui
zenden meester, toen PijnWals andermaal
een ronde nam. De renners flitsten met een
sneltreinvaart door de bochten. Eigenaardig na
men de Franschen schijnbaar nog niet deel aan
deze rondeverdeeling, doch na een kwartier was
ook bij hen de strijdlust ontbrand en werden
de verloren ronden weer ingehaald.
In razende snelheid werd doorloopend gere
den. De Franschen namen enkele ronden, weer
onmiddellijk door Pijn en Wals gevolgd, .terwijl
ook Braspenninxvan Kempen zich enorm
weerden. Dan was het weer de beurt voor de
mindere grootheden om hun achterstand weer
te redueeeren.
Het publiek was weer door de zesdagenkoorts
bevangen. Het gebrul en de aanmoedigingskre-
ten waren niet van de lucht. Op een der zij
tribunes ontaardde het enthousiasme zelfs in
eenige onregelmatigheid.
Jagen, jagen, het eene kwartier na het andere,
steeds opnieuw vechten tot het uiterste. Pijlsnel
schoten de renners over de baan en door de
bochten. Onophoudelijk werden er nieuwe ron
den genomen.
Vooral Braspenninx was nu in zijn element,
uitstekend bijgestaan door van Kempen. Rec-ds
meer dan een uur werd elke ronde, elke meter
met alle kracht en energie betwist. Geen minuut
rust had er sinds tien uur meer geheerscht. De
meest opgewonden strijd, dien de zesdaagsche
tot dusverre heeft te zien gegeven.
Tot half twaalf duurde het jachten voort.
Toen -kwamen de renners weer tot bezinning en
verdwenen de aflossingen in de cabines.
De stand.
Tegen middernacht werd de volgende stand
bekend: v
Aan den kop: 1 PijnenburgWals 340 pnt.; 3
Braspenninx—Jan van Kempen 166 pnt.; 3
GuimbretièreBroccardo 96 pnt.
Op drie ronden: 4 Richii—Bühler 202 pnt.: 5
AertsLoncke 130 pnt.; 6 GuerraBresciani 85
pnt.; 7 RauschHürtgen 65 pnt.
Op vijf ronden: 8 van Nekvan Hout 59 pnt.
Op 9 ronden: 9 VluggenMuller 113 pnt.
Op 14 ronden: 10 Adande Wolf 67 pnt.
Om 11 uur gisteravond was een afstand van
2104.291 K.M. afgelegd.
In den vijfden nacht hebben zich in het R.A.I.-
gebouw tooneelen afgespeeld, zooals tot nu toe
tijdens deze en den vorigen zesdaagsche niet
waren voorgekomen. Een foutieve beslissing
van de jury, na een korte javnt om half drie,
waarvan Braspenninx -<n van Xempëv. het
slachtoffer werden, was oorzaak, dat genoemd
koppel uit protest de baan verliet en zich in
zijn cabines terugtrok, om den strijd te staken.
Toen het publiek in de gaten kreeg, wat zich
hier afspeelde, n.l. dat de Bras en van Kempen,
na een gelijk opgaanden strijd met Pijnenburg-
Wals en de franschen, toch een ronde bij deze
twee koppels was achtergesteld, wat het niet
meer te houden. Reeds den geheelen avond was
het rumoeriger geweest, dan de vorige avonden,
maar deze beslissing bracht het publiek tot de
grootste opwinding. Vooral waar het koppel
Braspenninx-van Kempen betrof, dat zch van
10 tot 12 uur zoo bijzonder geweerd had en
hierdoor nog meer de sympathie van het publiek
had gewonnen, gaven de toeschouwers op over
tuigende wijze van hun ontevredenheid blijk.
Minutenlang werd het een gejoel, geschreeuw
en gebrul, om de beslissing van de jury af te
keuren. Het publiek \yas opgewonden en
schreeuwde om Braspenninx-van Kempen.
Het koppel weigerde echter, zich bij de be
slissing neer te leggen en wenschte niet meer
in de baan te verschijnen, als deze gehandhaafd
bleef, ondanks de pogingen, die men aan
wendde, om ze hiertoe over te halen.
Aanvankelijk hield de jury vol, dat het kop
pel een ronde was achter geraakt bij de twee
andere leidende koppels. De wedstrijd werd
eenigen tijd geneutraliseerd, terwijl de bespre
kingen over de gevallen beslissng voortduurden.
Pijnenburg, Wals, Guimbretière en Broccardo
erkenden zelf, dat*Braspenninx en van Kempen
geen ronde hadden verloren.
Het drama eindigde met een nederlaag van
de jury, die haar eerst-genomen beslissing
moest intrekken. Braspenninx-van Kempen
werden in het gelijk gesteld.
Het is een betreurenswaardig voorval, dat de
jury niet nauwlettender bij de jacht heeft toe
gezien, die slechts korten tijd duurde en dit
maal overzichtelijker was, aangezien het vooral
tusschen de drie koppels ging, die gelijk aan
den kop gingen.
Onder daverende toejuichingen van het pu
bliek verscheen het koppel daarna weer in de
baan. Het geheele peleton reed weer rustig
achter elkaar.
Klassement van twee uur.
Het .waren enkele premies, die van 12 tot 2
uur weer leven op de baan moesten brengen.
Het bleef echter bij deze enkele sprints en uit
looppogingen of jachten kwamen hier niet uit
voort.
De klassementsprints van twee uur heden
morgen hadden het volgende resultaat:
lste sprint: 1. Wals, 2. Muller, 3. Aerts, 4.
Hürtgen.
2de sprint: 1. Loncke, 2. Guerra, 3. Pijnenburg,
4. Richli.
3de sprint: 1. van Kempen, 2. Muller, 3. van
Hout, 4. Wals.
4de sprint: 1. Vluggen, 2. Guimbretière, 3.
Braspenninx, 4. Rausch.
5de sprint: 1. Wals, 2. van Kempen, 3. Muller,
4. Buehler.
6de sprint: 1. Richli, 2. van out, 3. Hürtgen,
4. Aerts.
Tijdens de eerste ronden voor den zesden
sprint werd het veld weer uit elkaar getrokken,
een felle strijd volgde weer, die echter niet van
langen duur was. Het vorenbeschreven incident
speelde zich na deze jacht af. De stand van de
leidende koppels had tenslotte geen verandering
ondergaan.
Om drie uur hedenmorgen waren na 100 uur
rijden 2234,280 K.M. afgelegd.
Na de klassementsprints van 4 uur en de
daaropvolgende jachten was de stand als volgt:
Adn den kop: 1. Pijnenburg-Wals 369 p., 2.
Braspenninx-van Kempen 183 p.
Op een ronde: 3. Guimbretière-Broccardo
103 p.
Op twee ronden: 4. Guerra-Brescianl 92 p.,
5. Rausch-Hürtgen 70 p.
Op vier ronden: 6. Richli-Buehler 219 p., 7,
Aerts-Loncke 146 p.
Op zes ronden: 8. van Nek-van out 66 p.
Op elf ronden: 9. Vluggen-Muller 138 p.
Op zestien ronden: 10. Adan-de Wolf 69 p.
Om vijf uur was in totaal 2296,955 K.M. af
gelegd.
Ten aanzien van dezen stand dient opgemerkt
te worden, dat het koppel Braspenninx-van
Kempen weliswaar een ronde meer gewonnen
heeft dan Pijnenburg-Wals, doch dat deze
laqtste ronde werd genomen tijdens de neutrali
satie van Pijnenburg-Wals, door den val van
Wals. Pijnenburg-Wals wonnen dus reglemen
tair deze ronde mede.
Jan Boon, die uitkomt op de ski-wed
strijden om het wereldkampioenschap to
St. Moritz, traint zich in de duinen bij den
Ruygenhoele te Scheveningen.