r-r K WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933 DE OPRICHTING DER N.V. PARK- FLAT „MARLOT" TE DEN HAAG. Pleidooi. —O— BERUCHTE INBREKERS OP HEETER DAAD BETRAPT SMOKKELAARSLIST ONTDEKT. HET BELEID DER VRIJZ. DEM, MINISTERS. SPRING NIET OP DE RIJDENDE TRAM. ZES DAGEN THUIS. OVERPEINZINGEN VAN EEN ANDER. SELMA LAGERLOF. DE AMSTERDAMSCIIE ZES- DAAGSCHE. Van Hoek uit de baan genomen. VERLOOP VAN DINSDAGMIDDAG. NOG TWEE NEDERLANDSCHE KOPPELS AAN DEN KOP. Een sensationeele nacht. Foutieve beslissing van de Jury. Publiek in de grootste opwinding. Stand hedenmorgen 6 uur. Valsche opgaven in een authentieke acte. De 44-jarige A. J. K. te 's Gravenhage heeft gisteren, voor de Haagsche rechtbank terecht gestaan ter zake, dat hij op 21 Maart 1933 op zettelijk in een notarieele acte voor den notaris nr. S. K. D. M. van Lier te 's Gravenhage en wel in de oprichtingsacte der N.V. Parkf.'at „Marlot" de valsche opgave heeft doen opne men, dat 40.000 in contanten was gesto-t, ter wijl in werkelijkheid slechts 6500.was ge stort. Als getuige werd het eerst gehoord Jhr. mr. de Ranitz, advocaat en procureur, curator in het faillissement der N.V. Parkflat „Marlot". Deze verklaarde, omtrent de gestorte 40 000. zooals in de acte vermeld. Getuige had onder zocht, of een bedrag van ƒ25.000 was verant woord. De vermelding van de storting bleek in strijd met de waarheid te zijn. In de boeken was een bedrag van 38.000 verantwoord als uitgaven aan syndicaatskosten, doch de directie kon als zoodanig niet meer dan 13000.ver antwoorden. Op een vraag van den rechter mr. van der Boom antwoordde get., dat het syndicaat uit 5 oprichters bestond, die elke 5 aandeelen bij elkander hadden gebracht. Notaris van Lier verklaarde, dat de N.V. bij acte, door hem verleden, was opgericht door den heer Huurdeman en door verdachte K., deze laatste als gemachtigde van 7 anderen. Deze ontwierp als candidaat van getuige ook de acte, waarin vermeld was, dat 40.000 ge stort is, welke acte was voorgelezen, toen par tijen compareerden. Getuige geeft daarop eenige inlichtingen om trent de wijze, waarop het voorbereiden en pas- seeren van oprichtingsacten van N.V.'s plaats heeft. Getuige J. W. Comegoor, mede-oprichter van de N.V. „Marlot", zeide, dat de preliminaire besprekingen niet met den notaris, doch met diens candidaat werden gevoerd. Get. zeide, zich niet te kunnen herinneren, dat er in de statuten zou worden gezet, dat er 40.000 is gestort. De president merkte op, dat hij voor den rechtercommissaris anders had verklaard en las die verklaring voor. Getuige verklaarde daarop, geweten te hebben, dat besloten was, dat de oprichters als good will 5000.ieder zouden bekomen, voorloopig in den vorm van aandeelen. Hij wist, dat in de acte de verkla ring omtrent de storting van 40.000 was opge nomen. Bij de voorlezing van de acte had nie mand op die clausule eenige aanmerking ge maakt. Verdachte had get. gezegd, dat het zoo kon en op deze mededeeling was get. afgegaan, vertrouwende op verdachte's deskundigheid. De president bracht getuige onder het oog dat hij een acte onderteekende waarin iets stond, waarvan hij wist dat dit niet overeen komstig de waarheid was. Verklaringen van deskundigen Mr. Libourel, notaris te Delft, als deskundige gehoord, zeide, dat hem gebleken is, dat het departement van justitie geen goedkeuring zou weigeren, indien in de oprichtingsacte ware vermeld, dat een zeker bedrag „zal worden ge stort", in plaats van dat het „is gestort". Wan neer nu in de onderhavige acte vermeld staat, dat er f 45.000 is gestort, terwijl dit niet is ge schied, noemt getuige dit een valschheid. Der den toch zouden daarop kunnen afgaan. President: Is het in de praktijk niet zoo, dat eerst later wordt gestort? Deskundige: Dat behoort niet voor te komen; Indien de notaris geen reden tot twijfel heeft, blijft hij er echter buiten. Het komt dan ook herhaaldelijk voor, dat de notaris wanneer hij de menschen kent, geen onderzoek instelt of er werkelijk gelden gestort zijn. Notaris Waldorp te 's-Gravenhage wordt ge hoord als deskundige a décharge. Hij zegt, dat het een zekere sleur is, dat de acte vermeldt, dat er gelden gestort zijn, terwijl in feite die storting nog moet geschieden. O. M. (mr. Blok): Maar in dit geval was voor uit afgesproken, dat die f 25.000 nooit zouden worden gestort. Pres.: Hier heeft men met opzet een valsche verklaring in de acte opgenomen. Verhoor van verdachte. Verdachte zeide, dat bij de voorbespreking met de vijf oprichters was overeengekomen, dat dezen f 5000 in contanten zouden krijgen. De statuten zijn niet door hem zelf ontworpen; deze worden op kantoor naar een bepaald mo del door een der employé's opgemaakt. Het ontwerp is na goedkeuring op 21 Maart verle den. Er stond in, dat er voor eén bedrag van f 40.000 door 10 personen werd deelgenomen en dit kapitaal is gestort. Verdachte erkende, dat, strikt formeel geno men, deze verklaring onjuist was. Volgens hem zouden er nog f 20.000 zijn gestort vóór het pas- seeren der acte. President. Dit is den curator niet gebleken. Mr. de Ranitz verklaarde daarop nogmaals dat daarvan uit de boeken niets bleek. Requisitoir. Mr. P. R. Blok noemde het onbegrijpelijk, dat een dergelijk verweer door K. werd aan gevoerd. Vroeger heeft hij verklaard, dat er aan de 5 oprichters f 20.000 was gegeven in aan deelen, welke later in contanten zouden worden omgezet, indien de zaken goed zouden gaan. Het gaat er hier om dat de opzet was, dat er nooit meër gestort zou worden. Ware het geld 14 dagen later gefourneerd, dan had spr. van deze zaak geen werk gemaakt Buitenstaanders konden door deze actie een verkeerden indruk krijgen. K.'s verweer gaat hier niet op, want hij is het, die de acte deed opmaken, de verant woordelijkheid kan hij niet van zich afwente len. Hier is misdadig opzet en geen sleur, zooals voorgesteld wordt, en er kon wel degelijk na deel ontstaan. Iemand, die van zijn positie misbruik maakt, zcoals verdachte deed, kan niet zonder ernstige bestraffing uitgaan. Spr. meende dan ook schuldigverklaring van K. en diens veroordee ling tot 4 maanden gevangenisstraf te moeten eischen. Mr. E. Belinfante merkte op, dat het hier gaat om de vraag, van welke feiten in de acte het bewijs van de waarheid moet blijken, en hij antwoordde daarop: van die, welke van in tegreerend belang zijn, maar niet elk feit is van elementaire beteekenis. In dit geval achtte pleiter het zeer duidelijk; de hoegrootheid van het kapitaal, het aantal en het bedrag der aan deelen zijn zulke gegevens. Het bedrag van de volstorting kan feitelijk buiten de acte blijven. Dit is geen eisch van de wet en daarom is de acte ook niet bewijsleverend. Voor het ten laste gelegde misdrijf meet het opzet gericht zijn op het gevolg. De onjuiste ongave moet alsdan ge bruikt wordm als ware deze overeenkomstig de waarheid. Verdachte moet dus hebben gewild, dat anderen er in zouden Iconen. Instede van zich voordeel te bezorgen, zal verdachte nu worden aangesnroken tot betaling van f 5000. terwijl de storting in werkelijkheid reeds heeft plaats gehad. Mogelijkheid van benadeeling van anderen is niet aan te toonen. Zij is er alleen maar theoretisch. Materieel resultaat van vals-hheid is er niet. Pleiter drong dan ook aan op vrijspraak. De uitspraak werd bepaald op 4 Dec» a.s. Goed overlegd. „Wel Fransje, heb je aan den meester ge zégd, dat je gisteren niet op school kon ko men, omdat je een tweelingsbroer hebt gekre gen". „Neen, ik heb hem maar van één verteld, die Bndere bewaar ik voor de volgende week, dan kan ik nog eens weg blijven. Tegen verdachten 5 jaar geëischt. In den nacht van 2 op 3 September is in gebroken ten huize van den heer A. C. Jaeggi, aan den Bezuidenhoutsche weg 64, te den Haag, tijdens afwezigheid van den bewoner, die zich tijdelijk te Scheveningen ophield. De inbrekers hadden zich toegang verschaft door verbreking van een spiegelruit in de serre aan de achter zijde van het huis. Verschillende sieraden wérden vermist. Verdacht van deze inbraak stonden voor de Haagsche rechtbank terecht de loswerklieden F. F. van der M„ oud 28 jaar en H. L., oud 42 jaar, beiden recidivist. In deze zaak waren door het O.M. 13 ge tuigen gedagvaard. Mr. Loeff en mr. Moresco hadden de ver dediging op zich genomen. De tuinman P. Oostrum herkende in de verdachten pertinent de mannen, die in den middag voor de inbraak zich een kwartier lang aan de achterzijde van het perceel op hielden en dit perceel voortdurend gade sloegen. Verdachte van der M. ontkende dien dag zich in het Haagsche Bosch te hebben opge houden. L. zeide dat hij wel ter plaatse was geweest, doch hij weet niet of hij in de nabijheid van genoemd perceel is geweest. De agent rechercheur P. K. Visser heeft in den avond van de inbraak met zijn collega v. Ophuijsen de beide verdachten uit een café zien komen in gezelschap van een vrouw, Het drietal was per rijwiel. De rechercheurs volgden hen. Na eenigen tijd te hebben rond gereden, stapte de vrouw af bij perceel Be- zuidenhout 64, alwaar zij aanbelde. Er werd niet opengedaan. De verdachten droegen beige regenjassen. De getuige en zijn collega hebben zich toen verdekt opgesteld. Later zagen zij het drietal bij de brug aan de Laan van Nieuw Oost Indië. Eenigen tijd later in de nabijheid van het huis komend zag get. dat v. d. M. door twee collega's was gearresteerd. Dit was on geveer 1.15 's nachts. Getuige heeft daarna een onderzoek inge steld in het pand alwaar hij de inbraak con stateerde. Den volgenden dag werden op een door een vrouw aangewezen plaats in het Bosch een aantal sieraden, welke aldaar verborgen wa ren, opgedoken. Daarna werd gehoord de vrouw waarvan hierboven sprake is. Deze verklaarde, dat zij zich met de beide verdachten per fiets op het Bezuidenhout heeft bevonden. Op verzoek van L. belde zij aan, want deze zeide dat hij een vriend moest spreken. De agent Vijselaar heeft tezamen met zijn collega van Z. des avonds de beide verdachten over het tuinhek zien klimmen. Beiden hadden zij met diensthonden postgevat nabij het per ceel? Op hun geroep „politie, sta, of ik schiet", vluchtten de mannen in verschillende richting, v. d. M. die de rechercheurs tegemoet liep werd dadelijk gegrepen. Get. zond L. den hond na, doch nadat deze L. gesteld had, schoot get. zijn revolver af, waarop het dier terug kwam. Dit was, naar getuige zeide, een fout. De agent Lautenbach heeft zijn diensthond lucht gegeven aan een hoed van den verdachte L., die dienzelfden nacht nog werd gearres teerd. Het dier volgde het spoor door het hek en het geopende (gebroken) venster, waar na het binnenshuis nog eenige voorwerpen aanbracht. Bij de ondervraging van verdachten zei verd. v. d. M. dat hij dien avond in gezelschap van L. en de vrouw is geweest. Verd.» was wel in den tuin van perceel Bezuidenhout 64 ge weest, doch hiet in huis. De op hem bevonden voorwerpen heeft hij in den tuin gevonden. Zijn aanwezigheid aldaar, kon hij niet ver klaren, omdat hij daardoor anderen in moei lijkheden zal brengen. Verdachte L. is in den vooravond met v. d. M. gaan fietsen, onderweg kwamen zij „Mooie Willem" tegen, die een fiets en een jas vroeg. Verd. gaf die. Daarop heeft hij de tram ge nomen naar de stad. Van de inbraak wist hij niets. Requisitoir. Mr. P. R. Blok betoogde dat beide verdach ten als beruchte inbrekers bekend staan, die meerdere vonnissen achter den rug hebben. Vandaar dat bij de ontmoeting met de politie, direct de aandacht op hen viel. Ook de tuin man heeft hen een kwartier lang naar het huis zien staren, diens herkenning is pertinent. De rijwielen van de verdachten en hun jassen zijn in de nabijheid van het perceel gevonden. Er zijn, naar de officier aantoonde, verschillende aanwijzingen, waartegen de ver klaringen van de beide verdachten geen steek houden. Een behoorlijk alibi kan door L. niet worden gegeven. Spr. concludeerde tenslotte tot schuldig ver klaring van de verdachten, wier straflijst hij afleest. Na hun arrestatie is het aantal inbra ken in de stad sterk verminderd. Een lange vrijheidsstraf is hier noodig. Tegen beide ver dachten eischte spr. 5 jaar gevangenisstraf. Mr. Loeff voor v. d. M. pleitend achtte geen voldoende aanwijzingen aanwezig om een wettig en overtuigend bewijs te vormen. Mr. Moresco betoogde dat het door L. opge geven alibi niet weersproken kan worden en concludeerde tot vrijspraak met onmiddellijke invrijheidsstelling, welke door de rechtbank geweigerd werd De uitspraak is bepaald op 4 December a.s. Gist en wat er onder lag. De gisthandelaar D. uit Oss was gisteren met zijn wagen bij een bakker te Heesch toen de marechaussee het dienstig oordeelde den in houd van den wagen te controleeren. Oogen- echijnlijk bevatte o.eae ntats dan gist, de bovenste laag tenminste van de lading werd gevormd door pakken met deze grondstof voor bakkers. Ongelukkig voor den handelaar keken de marechaussees echter ook dieper en toen bleek, aat onder deze eene laag niets anders te vinden was dan Duitsche margarine. Voertuig en lading zijn daarop in beslag genomen, ter wijl tegen D. proces verbaal is opgemaakt. VELDWACHTER MET DOODSLAG BEDREIGD. Voor de rechtbank te Almelo stond Dinsdag terecht de transportarbeider L. G. te Almelo, thans gedetineerd, verdacht op 7 October j.L aldaar te hebben getracht den rijksveldwach ter J. W. ter Avest van het leven te berooven door een of meermalen met een geopend knip mes naar dezen te steken. Deze opzet was ech ter mislukt, doordat de veldwachter met zijn sabel de steken wist af te weren. Uit het verhoor bleek, dat verdachte aardig aangeschoten was geweest en in gezelschap van twee anderen de woning van den veldwachter had opgezocht. De officier van justitie noemde verdachte een persoon, die suikerzoet kan optreden, doch in sommige gevallen een gevaarlijke kerel is. Spr. achtte een flinke straf hier wel op zijn plaats en eischte daarom tegen verdachte 10 maanden gevangenisstraf. Hierna stond terecht de arbeider J. S., ge tuige in de vorige zaak, die bij deze gelegen heid had getracht den veldwachter J. W. ter Avest met een bierflesch op het hoofd te slaan. De veldwachter had den slag afgeweerd en dezen op de hand gekregen, zoodat deze ge wond werd. De eisch tegen S. luidde 6 maanden gevan genisstraf. Uitspraak in beide zaken over acht dagen. Gevolgen van den mist: links de „Katwijk 89" die door 'n aanvaring met de „Irene" van de K.N.S.M. een gat boven de waterlijn kreeg, in de visschershaven van IJmui- den. Rechts de „Rotterdam" met een gedeukten voorsteven in het dok te IJmuiden na de aanvaring met de „Johanna Maria" die bij Egmond zonk. En het belang van land en volk. Op 25 en 26 November a.s. wordt in Gro ningen de algemeene ledenvergadering gehou den van den Vrijz. Dem. bond. Een aantal afdeelingen en federaties heeft aanleiding gevonden voor deze vergadering verschillende moties en voorstellen in te die nen inzake hetbeleid der twee partij genooten ministers Op een bijeenkomst van de federa tie-Friesland van den bond zijn deze ter sprake gekomen en de voorzitter, de heer G. Ritmees ter uit Leeuwarden deelde, naar de N. Crt. mede, dat het federatiebestuur het wensche lijk acht, dat al deze voorstellen en motie's worden afgestemd; nog beter zou het zijn in dien ze werden ingetrokken. Eet kan mogelijk zijn, zeide hij, dat door de maatregelen die getroffen zijn of nog getrof fen zullen worden, sommigen de partij ontrouw zullen worden; men vreest voor de openbare school, en beklaagt zich over de verlaging der ambtenarensalarissen en inderdaad doet het leed dat deze maatregelen noodzakelijk zijn. Van hooger orde is echter de vraag, wat voor het belang van land en volk op dit oogen- blik noodzakelijk is. De partijgenooten-ministers hebben tot die maatregelen moeten besluiten uit bittere nood zaak, handelen zij thans anders, terecht zou hun dan verwijt moeten treffen, dan, maar ook al leen dan zouden wij, Vrijzinnig-Democraten, ons moeten schamen, omdat zij hun plicht ver zaakten. Jaren en jaren hebben zij de poli tiek van den vrijzinnig-democratischen bond geleid, jaren en jaren zijn zij door ons gesteund, zeide spreker, en hebben wij op hen Vertrouwd Zouden wij nu na vier maanden dat vertrou- gen opzeggen? Integendeel meer dan ooit is het onze taak om achter hen te staan, om mede de regeering te steunen in dezen voor ons volk zoo moeilijken tijd. Laat men niet denken dat het ergste voorbij is, hardere maatregelen zijn wellicht nog noodig. Wij hebben dit feit onder de oogen te zien en te denken aan hen die het nog slechter hebben, aan de Indbouwende be volking, den middenstand, de arbeiders, van wie velen door werkloosheid zijn getroffen en mede aan de jongeren voor wie de toekomst zoo weinig rooskleurig is. Deze regeering heeft een buitengewoon zware taak om ons land door de moeilijkheden heen te brengen. Ieder weldenkende is verplicht haar met alle kracht te steunen. Zoo ook de vrijzinnigdemo craten, wier beste menschen zitting hebben ge nomen in het kabinet. De afdeeling Leeuwarden heeft een motie aangenomen. Spreker meende wel te doen een soortgelijke motie aandeze vergadering voor te leggen mede met het doel om haar als te genwicht te doen dienen tegenover afdeelingen en federaties, waarvan het gewenscht is dat zij tot bezinning komen. Deze motie luidende: De federatie Friesland van den Vrijzinnig-Democratischen Bond, spreekt haar volkomen vertrouwen uit in het beleid der partijgenooten-ministers, waarvan zij weet, dat zij zich bij al hunne handelingen laten leiden door het belang van land en volk; werd met algemeene stemmen aangenomen. Jongen beön afgereden. Dinsdagmiddag is te Helmond de 11-jarige jongen W. v. d. B., toen hij op een van Eind hoven komende tram wilde springen, gevallen en door de tram overreden. Zijn rechterbeen werd juist beneden de knie afgereden. De knaap is onmiddellijk in zorgwekkenden toe stand, naar het St. Antonius-ziekenhuis te Hel mond overgebracht, waar hem het been afgezet moest worden. DOOD DOOR SCHULD. Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft terechtgestaan de chauffeur E. K., ter zake dat hij te Rijsbergen op 1 Mei door hoogst roekeloos rijden met een auto een stilstaande auto heeft aangereden, waarbij Thomas v. d. Ende, die naast verd. zat, zwaar gewond werd en aan de gevolgen overleed. Verd. was onder invloed van drank. De adv.-generaal eischte bevestiging van het vonnis der rechtbank te Breda, waarbij verd. veroordeeld was tot 2 maanden gevangenis straf en een jaar ontzegging van het rijbewijs. Door den Hoogen Raad was naar het Bossche Hof verwezen de zaak tegen den chauffeur G. T. G. te Rotterdam, die door het Hof te Den Haag veroordeeld was tot 1 maand hechtenis voorwaardelijk, ter zake dat deze J. Paarde- kooper met een auto heeft aangereden, waarbij deze zoodanig verwond werd, dat hij aan de gevolgen overleed. De adv.-gen. had 1 maand hechtenis onvoorwaardelijk geëischt en inhou ding van het rijbewijs voor den tijd van 1 jaar. Het Hof veroordeelde verd. tot 30. boete subs. 15 dagen gevangenisstraf. Lieve ouders. Ik schrijf u dezen brief boven op een hoogen bergtop, die te voren nog nooit door een mensch is bestegen. (P. I. B.) Ik heb mij voorgenomen deze zes dagen over het heil van de menschheid na te denken. Ik ben nu al drie dagen thuis en ik kan niet zeggen, dat ik er mijzelf slecht bij voel. Ik ga te ruste in een zacht veeren bed, zonder dat ik daarbij een enkelen toeschouwer tolereer. Ik matig mij zelfs het recht aan het keuken meisje een reprimande te geven, wanneer zij te hard op de trap stommelt, en, als ik dan bedenk, dat er lieden zijn, die den slaap moe ten vatten, terwijl er meer dan zesduizend op gewonden zwakhoofden aan den rand van hun ledikanten schorre keelgeluiden explodeeren, gevoel ik mij recht behaaglijk. 's Morgens krijg ik een ei van stipt drie en een halve minuut met het quasi-versche ka detje, dat de juridische wereld zooveel hoofd brekens kost, en ook dat stemt tot veel groo- ter voldoening dan een spiegelei, dat vrijwel recht van de kip komt, met een quasi-versch kadetje, dat den volgenden dag de medische wereld hoofdbrekens gaat kosten, zooals dan toch tienduizenden idealisten het deze dagen eten moeten. Na het ontbijt maak ik een ochtendwandeling mijn fiets hangt zes dagen op zolder en reeds tijdens deze wandeling begeef ik mij aan mijn werk, dat bestaat in het bouwen aan de wereld der toekomst of, als gij wilt, aan de toekomst der wereld. Dit is ongetwijfeld, als men het ernstig op vat, een belangrijke taak en wat ik nu in de geheele situatie onrechtvaardig vind, is, dat er over mij niet in de heraut geschreven wordt. Ik geef toe, dat het niets bijzonders is, zon der publiek in een behoorlijk bed te gaan lig gen, maar is het niet veel verstandiger zoo, dan wanneer ik zesduizend .ongelimiteerde herriemakers op mijn slaapkamer zou invitee ren, om te probeeren door hun lawaai heen te slapen, en moeten wij het verstand niet boven het onverstand propageeren Ik zie niet het minste bezwaar, waarom er ook van mij niet een foto in de geïllustreerde bladen zou verschijnen, die mij slapende weer geeft, met als onderschrift„Trotsche boom, door den slaap geveld" en met iets kleinere letters„Een der titanen, die zes dagen lang denken zal over den toekomststaat, tijdens een korte rustpoos in den derden nacht". En waarom heb ik geen recht een pakkende beschrijving van mijn ochtendwandeling in het avondblad te lezen Hier kan de banaliteit van het geval toch zeker niet als reden gelden, want er zijn onbetwist veel meer fietsers dan voetgangers en zelfs al ware dit niet zoo, waar om moet iemand, die het aardig vindt zes da gen te fietsen zonder denken, voorrechten heb ben boven iemand, die het nu eenmaal aardig vindt zes dagen te wandelen mét denken Ik stel mij voor, dat een korte schets in de zen trant het publiek zonder twijfel zou boeien: „Onophoudelijk en gestaag plaatst de gewel dige denker eerst het eene been voor het. an dere, dan het andere been voor het eene. Op zijn knappe, intelligente gezicht is een ver beten wilskracht te lezen, in zijn diepe, don kere oogen blaakt een felle strijdlust, om zijn fijnen mond speelt reeds de glimlach der over winning. Welk een oerkracht in het neerzetten van die voeten, welk een soepelheid in het voortbewegen dier welgevormde beenen. Het is een grootschen veldslag, dien de titan met de problemen van onzen tijd levert, en hij vecht met de zwierigheid van hersenbeweging, die hem tot den koning der zesdagendenkers maakt. Dit is een reus, een man met wereldkampioe- nenvleesch en een temperamentlaten wij zwijgen over de mate van dat temperament ons hapert het, spijtig, aan de gewenschte su perlatieven". Zie, zulk een schets zou mij bevallen en niet alleen mijn, doch veler rechtvaardigheidsgevoel voldoen. Naast mij verdient ook ons trouwe keukenmeisje, Kaatje, meer in de sfeer der pu blieke belangstelling getrokken te worden, al moet zij natuurlijk op een meer bescheiden plan blijven. Maar een klein plaatsje op de geïllustreerde pagina komt haar toe „Kaatje, een der menschen, die bij het zesdagen-denken een belangrijke rol achter de schermen vervult: zij verzorgt de voeding van den denker. Men ziet haar hier temidden van haar potten en pannen". Er zijn in onze maatschappij vele onbillijk heden, die in de wereld der toekomst ophef fing behoeven. Maar wij zouden vast met deze weinige kunnen beginnen. v. D. Uit het land van Gösta Berling. In dezen tijd, nu over geheel de wereld weer over Selma Lagerlöf gesproken en geschreven wordt naar aanleiding van haar 75-sten ver jaardag, zal er zeker belangstelling zijn voor af beeldingen uit het land van haar leven en scheppenden arbeid. Een Nederlandsche, mevrouw Thyza Wallis de Vries-Wyt, heeft de groote schrijfster bezocht en het oude Wermland doorkruist, waar zij aquarellen maakte van de plaatsen en gebou wen, die door de boeken van Selma Lagerlöf, vooral door Gösta Berling, bekend zijn gewor den. Reproducties van deze aquarellen werden als gekleurde prentbriefkaarten in Zweden uit gegeven, met citaten uit het werk van de schrijfster, waarvoor toestemming verkregen was. Het werk van onze landgenoote is in Zwe den goed ontvangen. Het is ook met Nederlandschen tekst ten on zent uitgegeven. De acht kaarten in een mapje worden in den handel gebracht door de firma Lankamp Brinkman, Spiegelgracht 19, Am sterdam C. Goede raad. Oom: Alles wemelt tegenwoordig van bac teriën. Papieren geld bijvoorbeeld is heele- maal vergiftigd. Je pakt een bankje aan, en 't kan je dood zijn." Neef: „Oom geef mij maar een paar lapjes, ik benlevensmoede." Na de klassementsprints van half drie Dins dagmiddag was de stemming op de baan luste loos met zeer weinig affaire. Om den handel wat uitbreiding te geven, zette de jury een hausse op touw in den vorm van tien klasse mentsprints. Van tevoren had de jury reeds laten doorschemeren, dat Rausch en Hürtgen, die weinig aandacht hadden besteed tot nog toe aan het binnenhalen van punten, dezen middag wel iets zouden laten zien. En warem pel, bij het aangloeien van de groene lamp nam Rausch den kop, gevolgd door Braspenning en den Zwitser Richli, drie ronden lang. Toen sneed „den Bras" hem in de bocht af, wat den Duitscher een luiden waarschuwingskreet ont lokte, maar de eerste plaats was Duitschland kwijt. Resultaat: RauschHürtgen 12 pnt.; J. van KempenBraspenning 10 pnt.; Richli Buehler 8 pnt. Hierna was het weer volslagen rustig op de baan. Het was beslist eentonig te noemen. Natuurlijk kwam er een jacht dezen middag. Maar alleen van Adande Wolf en Vluggen Muller, waarbij de Italianen zich tevergeefs trachtten aan te sluiten. Zoodoende wisten slechts de laagst geplaatste koppels ronden te winnen; Adande Wolf 3, VluggenMuller 2, terwijl de Italianen aan het einde der jacht toch nog een baan op de overigen bleken te hebben ingeloopen. Het hoofdpeloton deed echter in het geheel niet mee. De renners bepaalden zich er toe, wat sneller te bietsen dan gewoonlijk, zoodat het publiek tevreden gesteld werd. De lekke bandjes. Het was gisterenmiddag weer opmerkelijk, hoeveel lekke bandjes ontstonden, gelukkig zonder valpartijtjes te veroorzaken. Wij hadden hierover een onderhoud met den heer John Stol, voorzitter van de jury, die als zijn meening te kennen gaf, dat met vóel te lichte bandjes gereden werd. De renners wenschen schijnbaar liever het gevaar dan „safety first" en daardoor misschien een iets minder snelle fiets. De jury heeft de zaak eens ernstig bekeken en geeft ;ls haar meening te kennen, dat het van directie-wege beschikbaar stellen van banden met een behoorlijke dikte de valpartijen wel grootendeels zal opheffen. Wanneer men hiermede echter een aanvang zal maken, of het reeds bij de volgende Zesdaagsche het geval zal zijn, kon de heer Stol niet mede- deelen. Tot half vijf bleef het zeer kalm in de baan. Toen waren de klassementsprints aan de beurt. Ie sprint: I. Loncke; 2. Pijnenburg; 3. Buehler; 4. Rausch. 2e sprint: 1. Guerra; 2. Hürtgen; 3. Wals; 4. Richli. 3e sprint: 1. J. v. Kempen; 2. Vluggen; 3. Pijnenburg; 4. Buehler. 4e sprint: 1. Richli; 2. Hürtgen; 3. Wals; 4. Guimbretière. 5e sprint: 1. Pijnenburg; 2. Vluggen; 3. J. v. Kempen; 4. Bresciani. 6e sprint: 1. Wals; 2. Richli; 3. Aerts; 4. Hürtgen. Na deze sprints werd nog een premie uitge loofd voor het koppel, dat een ronde uitliep; Vluggen en Muller waren de gelukkigen. Na de klassementsprints van half 5 was de stand als volgt: Aan den kop: 1. PijnenburgWals 322 put.; 2. AertsLoncke 123 pnt.; 3. Guimbretière— Broccardo 93 pnt.; op één ronde: 4. RauschHürtgen 65 pnt.; op twee ronden: 5. Braspenningvan Kempen 164 pnt.; op drie ronden: 6 .RichliBuehler 197 pnt.; 7. GuerraBresciani 71 pnt.; op vijf ronden: 8. van Nek—van Hout 57 pnt.; op zeven ronden9. VluggenMuller 102 pnt.; op 8 ronden: 10. Adan—de Wolf 63 pnt. Na het 90e uur (5 uur namiddag) was in totaal afgelegd: 1968,626 K.M. Felle jachten na tien uur. Evenals vorig jaar schijnt het dit jaar weer regel te worden, dat de renners het van acht tot tien uur 's avonds rustig opnemen. Natuur lijk niet geheel en al tot bevrediging van het publiek, dat liever bliksemwerk van de groote kanonnen ziet. Het begon gisterenavond weer met een eentonig gedraai. De rondjes werden het eerste uur van de avondneutralisatie weer in het traditioneele, rustige tempo afgelegd. On danks het voortdurend geroep en geloei van het publiek, dat de tribunes weer tot de uiter ste hoeken vulde, om strijd te zien, bleef het tempo voorloopig slechts matig. De koppels reserveerden hun krachten voor de latere spe len. Enkele firma's stelden kort na 9 uur enkele premies beschikbaar. De eerste drie werden weer door Pijnenburg en Wals gewonnen. Bij de vierde premie ontwikkelde zich een enorme strijd tusschen Loncke en Pijnenburg. Pijnen burg, die volgens gewoonte weer de tweede plaats innam tegen dat de beslissende ronde aanbrak, wist ondanks zijn uiterst hardnekkige pogingen dezen keer Loncke niet te passeeren. De sprints. De uitslagen van het tien uur-klassement wa ren als volgt: le sprint: 1. v. Vluggen, 2. Adan, 3. Jan van Kempen, 4. Buehler. 2e sprint: 1. Wals, 2. Broccardo, 3. Guerra, 4. Muller. 3e sprint: 1. Loncke, 2. Pijnenburg, 3. Muller, 4. Bresciani. 4e sprint: 1. Wals, 2. Guerra, 3. Aerts. 4. Vluggen. 5e sprint: 1. Pijnenburg, 2. Bresciani, 3. van Nek, 4. Buehler. 6e sprint: 1. Braspenninx, 2. Guerra, 3. Richli, 4. Muller. Na de vijfde sprint begonnen onmiddellijk de jachten weer van je welste. Braspenninx ging er in. een onstuimige vaart vandoor. Hij had een voorspring van een 40 M., toen de Italianen en de Zwitsers met de achtervolging begonnen. Het geheele veld was weer in een ommezien door elkaar gegooid. Nauwelijks hadden de drie koppels een ronde gewonnen of Pijnenburg ging er van door om met Wals een ronde te nemen. Opnieuw verdween de jager Bras, weer een ronde. Belgen en Duitschers, Zwitsers en Italianen, alles vocht weer tot het uiterste. De stand on derging weer iedere minuut verandering, de ronden werden weer fel bestreden. Een onbe daarlijk enthousiasme maakte zich van de dui zenden meester, toen PijnWals andermaal een ronde nam. De renners flitsten met een sneltreinvaart door de bochten. Eigenaardig na men de Franschen schijnbaar nog niet deel aan deze rondeverdeeling, doch na een kwartier was ook bij hen de strijdlust ontbrand en werden de verloren ronden weer ingehaald. In razende snelheid werd doorloopend gere den. De Franschen namen enkele ronden, weer onmiddellijk door Pijn en Wals gevolgd, .terwijl ook Braspenninxvan Kempen zich enorm weerden. Dan was het weer de beurt voor de mindere grootheden om hun achterstand weer te redueeeren. Het publiek was weer door de zesdagenkoorts bevangen. Het gebrul en de aanmoedigingskre- ten waren niet van de lucht. Op een der zij tribunes ontaardde het enthousiasme zelfs in eenige onregelmatigheid. Jagen, jagen, het eene kwartier na het andere, steeds opnieuw vechten tot het uiterste. Pijlsnel schoten de renners over de baan en door de bochten. Onophoudelijk werden er nieuwe ron den genomen. Vooral Braspenninx was nu in zijn element, uitstekend bijgestaan door van Kempen. Rec-ds meer dan een uur werd elke ronde, elke meter met alle kracht en energie betwist. Geen minuut rust had er sinds tien uur meer geheerscht. De meest opgewonden strijd, dien de zesdaagsche tot dusverre heeft te zien gegeven. Tot half twaalf duurde het jachten voort. Toen -kwamen de renners weer tot bezinning en verdwenen de aflossingen in de cabines. De stand. Tegen middernacht werd de volgende stand bekend: v Aan den kop: 1 PijnenburgWals 340 pnt.; 3 Braspenninx—Jan van Kempen 166 pnt.; 3 GuimbretièreBroccardo 96 pnt. Op drie ronden: 4 Richii—Bühler 202 pnt.: 5 AertsLoncke 130 pnt.; 6 GuerraBresciani 85 pnt.; 7 RauschHürtgen 65 pnt. Op vijf ronden: 8 van Nekvan Hout 59 pnt. Op 9 ronden: 9 VluggenMuller 113 pnt. Op 14 ronden: 10 Adande Wolf 67 pnt. Om 11 uur gisteravond was een afstand van 2104.291 K.M. afgelegd. In den vijfden nacht hebben zich in het R.A.I.- gebouw tooneelen afgespeeld, zooals tot nu toe tijdens deze en den vorigen zesdaagsche niet waren voorgekomen. Een foutieve beslissing van de jury, na een korte javnt om half drie, waarvan Braspenninx -<n van Xempëv. het slachtoffer werden, was oorzaak, dat genoemd koppel uit protest de baan verliet en zich in zijn cabines terugtrok, om den strijd te staken. Toen het publiek in de gaten kreeg, wat zich hier afspeelde, n.l. dat de Bras en van Kempen, na een gelijk opgaanden strijd met Pijnenburg- Wals en de franschen, toch een ronde bij deze twee koppels was achtergesteld, wat het niet meer te houden. Reeds den geheelen avond was het rumoeriger geweest, dan de vorige avonden, maar deze beslissing bracht het publiek tot de grootste opwinding. Vooral waar het koppel Braspenninx-van Kempen betrof, dat zch van 10 tot 12 uur zoo bijzonder geweerd had en hierdoor nog meer de sympathie van het publiek had gewonnen, gaven de toeschouwers op over tuigende wijze van hun ontevredenheid blijk. Minutenlang werd het een gejoel, geschreeuw en gebrul, om de beslissing van de jury af te keuren. Het publiek \yas opgewonden en schreeuwde om Braspenninx-van Kempen. Het koppel weigerde echter, zich bij de be slissing neer te leggen en wenschte niet meer in de baan te verschijnen, als deze gehandhaafd bleef, ondanks de pogingen, die men aan wendde, om ze hiertoe over te halen. Aanvankelijk hield de jury vol, dat het kop pel een ronde was achter geraakt bij de twee andere leidende koppels. De wedstrijd werd eenigen tijd geneutraliseerd, terwijl de bespre kingen over de gevallen beslissng voortduurden. Pijnenburg, Wals, Guimbretière en Broccardo erkenden zelf, dat*Braspenninx en van Kempen geen ronde hadden verloren. Het drama eindigde met een nederlaag van de jury, die haar eerst-genomen beslissing moest intrekken. Braspenninx-van Kempen werden in het gelijk gesteld. Het is een betreurenswaardig voorval, dat de jury niet nauwlettender bij de jacht heeft toe gezien, die slechts korten tijd duurde en dit maal overzichtelijker was, aangezien het vooral tusschen de drie koppels ging, die gelijk aan den kop gingen. Onder daverende toejuichingen van het pu bliek verscheen het koppel daarna weer in de baan. Het geheele peleton reed weer rustig achter elkaar. Klassement van twee uur. Het .waren enkele premies, die van 12 tot 2 uur weer leven op de baan moesten brengen. Het bleef echter bij deze enkele sprints en uit looppogingen of jachten kwamen hier niet uit voort. De klassementsprints van twee uur heden morgen hadden het volgende resultaat: lste sprint: 1. Wals, 2. Muller, 3. Aerts, 4. Hürtgen. 2de sprint: 1. Loncke, 2. Guerra, 3. Pijnenburg, 4. Richli. 3de sprint: 1. van Kempen, 2. Muller, 3. van Hout, 4. Wals. 4de sprint: 1. Vluggen, 2. Guimbretière, 3. Braspenninx, 4. Rausch. 5de sprint: 1. Wals, 2. van Kempen, 3. Muller, 4. Buehler. 6de sprint: 1. Richli, 2. van out, 3. Hürtgen, 4. Aerts. Tijdens de eerste ronden voor den zesden sprint werd het veld weer uit elkaar getrokken, een felle strijd volgde weer, die echter niet van langen duur was. Het vorenbeschreven incident speelde zich na deze jacht af. De stand van de leidende koppels had tenslotte geen verandering ondergaan. Om drie uur hedenmorgen waren na 100 uur rijden 2234,280 K.M. afgelegd. Na de klassementsprints van 4 uur en de daaropvolgende jachten was de stand als volgt: Adn den kop: 1. Pijnenburg-Wals 369 p., 2. Braspenninx-van Kempen 183 p. Op een ronde: 3. Guimbretière-Broccardo 103 p. Op twee ronden: 4. Guerra-Brescianl 92 p., 5. Rausch-Hürtgen 70 p. Op vier ronden: 6. Richli-Buehler 219 p., 7, Aerts-Loncke 146 p. Op zes ronden: 8. van Nek-van out 66 p. Op elf ronden: 9. Vluggen-Muller 138 p. Op zestien ronden: 10. Adan-de Wolf 69 p. Om vijf uur was in totaal 2296,955 K.M. af gelegd. Ten aanzien van dezen stand dient opgemerkt te worden, dat het koppel Braspenninx-van Kempen weliswaar een ronde meer gewonnen heeft dan Pijnenburg-Wals, doch dat deze laqtste ronde werd genomen tijdens de neutrali satie van Pijnenburg-Wals, door den val van Wals. Pijnenburg-Wals wonnen dus reglemen tair deze ronde mede. Jan Boon, die uitkomt op de ski-wed strijden om het wereldkampioenschap to St. Moritz, traint zich in de duinen bij den Ruygenhoele te Scheveningen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6