SOCIALE ZAKEN IN DE TWEEDE KAMER. DONDERDAG 30 NOVEMBER 1933 MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE OVER ZIJN BELEID GENEVE ONDER VUÜR. Avondvergadering van Dinsdag 4 - ST. BERNULPHUSGILDE. (S DE VEENSTREEK TE HELPEN MIDDENSTAND EN TUINDERS. Vergadering van Woensdag EEN SMOKKELAUTO IN VOLLE VAART DE GRENS OVER. PRIJS TAXE-GEDEELTE CONSUMPTIE MELK INVENTARISATIE BROEDMACHINES NEDERLANDSCHE FORDAUTO MOBIELFABRIEK EEN DOODE EN 'N ZWAAR GEWONDE BIJ VERKEERSONGELUK. FAILLISSEMENTEN. PUBLIEKE VERKOOPINGEN. De eerste begrooting van het nieuwe departe ment voor Sociale Zaken, omvattende de afdee- lingen arbeid, arbeidersverzekering, volksge zondheid, werkloosheidsverzekering en arbeids bemiddeling, werkverschaffing en steunverlee- nmg en sluitende met de respectabele som van 110 millioen gulden, werd Dinsdagavond tot in de derde afdeeling behandeld. Gering van om vang kan men deze begrooting zek r niet noe men en het hoofd, dat dit departement beheert. moet beschikken over Min. Slotemaker de Bruine. groote werkkracht, uit gebreide kennis en on getwijfeld ook veel so ciaal gevoel. Deze eigen schappen bezit prof. Slotemaker de Bruine in hooge mate. Hij heeft zich sinds jaren aan de studie van de maat schappelijke vraagstuk ken gewijd, is een zeer vlugge geest, die daarbij de gave van helder onderscheiden bezit, be nevens die van het woord en hij is bijna eerder te veel gevoels- mensch dan dat men hem sociaal gevoel zou mogen ontzeggen. Dit laatste doet dan ook nie mand. Wat dezen Minister handicapt, is het feit, dat sommigen in hem den remmenden christelijk-historicus zien en zooals de heer Kuiper uitdrukte een „slappen" Minister. Toch hebben wij den indruk, dat men zich in dr. Slotemaker vergist. Ongetwijfeld hecht deze man meer aan de werking der vrije maatschap pij dan aan den dwang van den Staat. Maar doen wij dit in den grond der zaak ook niet Er kan verschil zijn in het leggen van een accent, ook in het bepalen van het tempo van ingrijpen, ook in het min of meer zwaar laten wegen van bepaalde factoren. Maar men doet dezen bewindsman onrecht, hem voor te stellen als slap. Niet alleen is hij ondanks alles nog de idealistische optimist, die er uitdrukkelijk op staat te behouden, wat te behouden is, maar zijn Uiteenzetting over twee brandende vragen, welke o. a. de katholieke afgevaardigden Loer akker, Kuiper en van der Putt hadden aan geraakt, was zeker niet onbevredigend. Vooreerst de doorvoering van de Bedrijfsra- denwet. Beide laatstgenoemde afgevaardigden gaven te verstaan, dat zij wel van een beetje opschieten hielden en vooral de Brabantsche industrieel toonde zich wantrouwend. Maar wat blijkt nu Vooreerst, dat de Minister uitdruk kelijk verklaarde, dat de ordening van het be drijfsleven behoort tot zijn diepste sociaal- economische overtuigingen. Op dit punt is hij het eens met den Kuvper uit 1876 en met „Re- rum Novarum", al merkt hij, ondeugend maar niet ten onrechte op, dat uit Kuyper en de encycliek geen pasklare wetten zijn te halen, ondanks de door beide gegeven „buitengewoon voortreffelijke richtlijnen". Toch heeft prof. Slotemaker, toen hij twee dagen minister was den voorzitter aangewezen van de Bedrijfsra- dencommissiebinnen een week ging hij op zoek naar leden vandaag is de brief uitgegaan, waarin de commissie haar richtlijnen krijgt, brief die wordt gepubliceerd en waaruit zal blijken, dat de Minister de activiteit betracht, waarop o. a. zoo wordt aangedrongen van katho lieke zijde in overeenstemming overigens met de eischen des tijds, die om ordening van het bedrijfsleven schreeuwt. Er is vervolgens de verbindend verklaring van collectieve arbeidscontracten waarop zoowel de heer Loerakker als Kuiper en van der Putt aan drongen, de laatste vooral in verband met de sociale fondsen, die in het Zuiden zijn opgericht en die, zooals prof. Aalberse al bij de algemeene beschouwingen zei, zullen ondergaan, indien de Minister ze niet verbindend verklaart. Nu kunnen wij het standpunt, dat de Minister ten aanzien van deze kwestie inneemt, biljijken. Niet dat wij het geheel eens behoeven te zijn met zijn principieele houding, welke hij reeds in Mei 1926 uiteenzette. Alhoewel daarin elemen ten zitten, welke men niet dadelijk heelemaal verwerpen moetin verband met de huidige economische omstandigheden, is het niet te loo chenen feit, dat juist economische verordeningen worden gevraagd. Deze economische omstandig heden echter doen den Minister vreezen voor verbindendverklaringen. Het is waar, dat hier éèn stap andere stappen doet volgen, hetgeen met de loonen niet zoo eenvoudig is, ofschoon hier aan de bedrijfsgenooten een en ander over gelaten zou kunnen worden. Z.Exc. onderscheidt principieel tusschen verbindendverklaring van sociale en economische zaken. En zoo is de Minister niet ongenegen de fondsen in bepaalde bedrijven, van welker nuttige werking een min derheid zou kunnen frustreeren, zooals de heer van der Putt terecht opmerkte, bindend te ver klaren voor de bepaalde bedrijven. Naar de mogelijkheid daarvan wordt thans een ernstig onderzoek ingesteld. Ook vond de heer van der Putt een pen oor voor zijn wenschen inzake de beperking van den vrouwenarbeid en de vervanging van boven 60-jarigen door jongere arbeidskrachten, zooals andere afgevaardigden den Minister in principe meekregen voor verkorten arbeidsduur. Niet dat deze de zaken dadelijk kan oplossen. Wel zijn er niet zooveel 60-jarigen men schat het aantal op ongeveer 3 pet. Zou men echter deze pl.m. 40.000 man moeten steunen, dan kost dat ook veel. De Minister is voor de „doorstrooming". Z.Exc. waardeert ook het werk der Kwatta- fabrieken, die meisjes en vrouwen door jongens en mannen vervingen. Hij ziet de vrouwen ook liever in het gezin en daar wil de Minister, in tegenstelling met mej. Groeneweg, niet graag wettelijk den arbeidstijd regelen, hetgeen ons ook vrij onmogelijk lijkt. Daar tegenover staat echter, dat de Minister den fabrieksarbeid van gehuwde vrouwen, hoe gering ook, graag zoo spoedig mogelijk geheel ziet verdwijnen en de kans daarop wordt beter, nu de wet op de Huisindustrie staat ingevoerd te worden. De landbouwarbeiders krijgen de Veiligheids wet. Verder durft de Minister, met het oog op den fragielen toestand der agrarische bedrijven, nu niet te gaan. Het kwam ons voor, dat de heer Hiemstra hier te hoog mikte, even goed als de heer Kupers ten aanzien der 40uren-week. De Minister wil iets doen voor chauffeurs, wier zeer lange werktijden een algemeen gevaar vormen, en hij wil ook trachten „door praten" iets voor bepaalde kantoren gedaan te krijgen, evenals hij zuinig zal zijn met het geven van overwerkvergunningen. Maar de 40-uren-week Wie gelooft, dat zij spoedig internationaal zal zijn geregel. Al werd men het eens over de uren, terecht wees m'r. van Spaendonck in de „R. K. Werkgever" op het verschil in loonpeil en sociale wetgeving. En nationaal Afgezien van de rationalisatie en het feit, dat ruim 60.000 arbeiders reeds de 40-uren-week hebben, heeft de Hooge Raad van Arbeid zijn bezwaren ook kenbaar gemaakt. Een vakvereenigingsleider als de anti-rev. heer Amelink gaf toe, dat zij na- deelig kan zijn voor de arbeiders, zooais de textielindustrie bewijst, waar de werkloosheid aangroeide ondanks de verkorting van don arbeidstijd. Men kan zich natuurlijk niet de communistische weelde veroorloven de loonen eenvoudig te handhaven of de loon-overbrug- ging in te voeren, die de Overheid aan normale bedrijven een toeslag doet geven. Deze is even min ongevaarlijk. De vreeselijke werkloosheid is een internationale kwestie er is geen staats man, die haar nationaal kan oplossen, zelfs al zonk men tot Aziatisch peil. Over de internationale samenwerking op sociaal terrein, geïncorporeerd in het Arbeids bureau te Genève, is een warm dispuut gevoerd tusschen den heer van Kempen eenerzijds en den heer Joekes en den Minister anderzijds. De Vrijheidsbondsche afgevaardigde critiseerde het Bureau op een wijze, welke verried, dat hij van de werkwijze en de behaalde successen niet op de hoogte was, zooals de regeeringsgedele- geerde mr. Joekes heeft aangetoond in een rede. welke naar vorm en inhoud een der beste was. welke wij dezen avond hoorden en die ook terecht den steun kreeg van den Minister, die er op wees, hoe juist het Arbeidsbureau te Genève méér bereikt had dan de andere instel lingen aldaar. Teen de Kamer om twee uur uiteenging, zou de Minister nog antwoorden op de opmerkingen inzake de Sociale Verzekering. ■HKH :n DOODELIJKE AANRIJDING ONDER WASSENAAR. en deel der honderden arbeiders, die teiverk zijn gesteld bij de 200 K.M. lange waterleiding OstcnrodeHildesheimBremenf bij het leggen der groote buizen. Het is erg in de Veenstreek. Dat hebben de heeren Engels en Weitkamp, Ebels en Bierema, van der Heide en Wielenga ons duidelijk ge noeg laten merken. Allemaal menschen, die ter plaatse meer dan bekend zijn, die er ten deele jarenlang werkten zoo de heer Wielenga b.v., die er 27 jaar was en die stuk voor stuk overtuigd zijn, dat de heele veenstreek onver biddelijk economisch sterven zal, als de Re geering niet helpt. De moeilijkheid is, dat de fabrieken geen turf meer stoken, nu de kolenprijzen zoo enorm zijn gedaald. Zou de Regeering het verschil tusschen de kolen- en turfprijs bijpassen, dan konden de fabrieken weer turf betrekken. Gaf zij 55 ^ent steun aan de verveners op eiken kubieken meter turf, dan zou ook het veenbedrijf weer op gang raken. Men behoefde dan minder steun uit te keeren en alleen in Drenthe zou zoo nog 11000 H.A. vrij goede dalgrond zijn te winnen. Daarmee zou de veenstreek gered zijn. Het klinkt aannemelijk en Minister Ver schuur, erkennend dat hij het moeilijke vraag stuk nog niet van alle kanten bekeken had. wilde het in oogenschouw nemen. Natuurlijk wierp Z.Exc. voor de hand liggende vragen op. Ontginning is een zaak van jaren en wie zal zeggen, hoe de toestand over tien jaren is? Zal men dan nog zoo goedkoop kunnen ontginnen? Ja, knikten ds. v. d. Heide en zijn helpers zeer beslist. En zullen die ontgonnen dalgronden dan iets waard zijn? vroeg de minister. Waar om die dalgronden niet en de Zuiderzeegron- den wel? interrumpeerde de heer Engels. Er kwam geen antwoord van den Minister, die an ders meestal wel zijn woordje klaar heeft. Twij felt Z.Exc. misschien ook een beetje meer dan dr. Colijn aan het eeohomisch rendement van de groote polders? En dan was er nog de tegen stelling tusschen kolen en turf. Wordt de turf' geholpen, dan stoot men 250.000 ton kolen uit. Of die nu ten deele buitenlandsche kolen zijn of niet, feit is, dat dit Weer een paar honderd mijnwerkers werkloos doet worden en het mijn bedrijf schreeuwt ook om hulp erj laat de Re geering met het buitenland vechten om export of import 50.000 ton kolen meer of minder Maar nu vertelde de pastoor ons, dat die 200 werkloozen uit de mijnen weer op een stikstof- fabriek geplaatst zouden kunnen worden. Of dit juist is, weten wij niet. Minister Verschuur blijkt de zaak toch ernstig in studie te willen nemen, al opende en sloot hij de discussie zij nerzijds met de waarschuwing, dat alles draai de om de vraag, of de geboden oplossing te financieeren zou zijn. De schippers heeft deze minister eenigszins kunnen helpen met zijn wet op de evenredige vrachtverdeeling, al zijn er inzake de scheep vaart, met name op den Rijn, waarover de heer Brautigam sprak, nog wel quaesties, die een oplossing vragen. En dan is er de Middenstand. Ontegenzegge lijk heeft de Regeering hier een open oog Haar maatregelen inzake afbetaling, huurkoop inning van kleine vorderingen, de toegezegde verruiming der Winkelsluitingswet bewijzen dit. Maar de abnormale tijd vraagt abnormale voorzieningen, althans zeer scherpe maatrege len. Mr. van Hellenberg Hubar wil een verbod van verdere vreemde neringdoenden, een siui ting van het bedrijf, een verbod van het cadeaustelsel, een beteugeling der wilde con currentie. Dr. Vos gaat wel niet zoover, maar heeft toch ook wenschen in die richting. En de heer van der Putt, die evenmin van radicale middelen afkeerig blijkt, stelde een bedrijfs- vergunning voor, welke het aantal te verkoo pen producten in één zaak zou moeten rem mén en wilde de warenhuizen treffen door een zwaardere belasting op elke groep van de door haar te verkoopen producten, gelijk men die elders kent. Nu blijkt de minister wel de noodzaak te zien om onze hospitaliteit wat in te perken en dus een vestigingsverbod voor neringdoenden te overwegen, zooals hij ook het aantal vreemde werkkrachten wil beteugelen. Maar den mid denstand geheel afsluiten, is een moeilijke zaak, omdat men niet precies weet, wat „mid denstand" is. Een bedrijfsvergunning kan meer op de consumenten worden afgewenteld of treft personeel van warenhuizen. En de Nijver heidsraad schijnt weer niet zoo gunstig over een cadeau-verbod te hebben geadviseerd. De Minister onderhoudt echter contact met den middenstandsraad en het economisch instituut voor den middenstand, zoodat ook hier gerui me kans is voor overleg. De wijziging der Win kelsluitingswet is gereed; zij zou dezer dagen het departement verlaten. Het was uit generaa Duymaer's waarschuwing al op te maken, da de anti's zeer bezwaarlijk in een verruimln van den Zotidagsverkoop zullen berusten. Nu i, ons van middenstandszijde, op onze vraag waarom protestanten wél en katholieken 's Zondags niet konden sluiten ten antwoord gegeven, dat er in speciale branches geen ortho doxe protestanten zijn en zij dus de practische moeilijkheden niet kennen. Indien dit juist is, ware het zeker gewenscht, dat daarvoor het statistisch materiaal eens werd bijeengebracht. Op onzen laatsten partijraad zei een af gevaar digde, dat hem te Amsterdam verschillende faillissementen alleen door de Zondagssluitin bekqpi waren. Of dit zoo is, valt moeilijk te bewijzen, maar de zaak dient zeker zeer ern stig onder het oog te worden gezien, zeker in dezen tijd. Ofschoon wij nog twee begrootingen van het Landbouw-Crisisfonds zullen krijgen, waarbi; uiteraard heel het landbouwbedrijf opnieuw ter sprake zal komen, waren er nu bij de af deeling Landbouw toch weer een heele reeks sprekers ingeschreven, van wie bijna allen hun waardeering uitspraken voor het beleid van Minister Verschuur, maar die toch weer hun wenschen hadden. Zoo trad de heer Loerakker voor het bollenbedrijf in het krijt. De afge vaardigde erkende, dat de Minister hier zeer gezond had gesaneerd, maar hij vroeg nu een crediet voor de kweekers, dat z.i. zonder veel risico kon worden toegestaan. Tevens smeek te hij de Regeering bij de handelspolitieke be prekingen de suikerbieten niet op te offeren, want daarmee zouden landbouw en landarbei ders zwaar getroffen worden. Daarnaast was het o.a. de heer Jac. Groen, die een lans brak voor de tuinders. Niet alleen achtte hij de toe gestane 5 millioen, zelfs verhoogd met de op brengst van het invoer-monopolie, onvoldoen de, maar de afbetaling heeft te traag plaats en als er dan niet meer uitgetrokken kan wor den, zou deze katholieke afgevaardigde gaarne het meest zien uitgekeerd aan de zwaarst ge troffenen. De heer Groen, die naar ons voor komt rustiger spreekt dan schrijft, drong voor al op bevordering van export aan. Begrijpelijk, maar minder eenvoudig dan het lijkt. Waar schijnlijk is Minister Verschuur eerder klaar met de vervulling van een anderen wensch van den afgevaardigde, n.l. dat de fiscus niet via de veilingen op achterstallig belastinggeld van tuinders beslag legt. Inderdaad kan deze methode het gevaar brengen, dat de tuinders de veilingen mijden en zoo de heele Crisis- tuinbouwwet, die via de veilingen moet gaan, in gevaar wordt gebracht. Sympathiek klonk ons het woord van vroom Godsvertrouwen, dat de heer Weitkamp uit sprak. Een teeken des tijds. dat zijn c.h. partij genoot Bakker de organiseering van het boe renbedrijf vroeg. Les idéés marchent De wagen in Roosendaal aangehouden Op den weg onder Nispen, kwam Dinsdag avond te omstreeks 8 uur een met 500 kg. sui ker beladen auto met een flinke vaart uit de richting Esschen (B.) gereden. Nabij het douanekantoor stonden de kom miezen geposteerd, gewapend met roode vlag en roode lantaarn en deden duidelijk blijken, dat de auto moest stoppen; maar ondanks al die teekenen, werd aan de vordering niet vol daan en moesten de ambtenaren tijdig zorgen van den rijweg te komen om niet omver te worden gereden. Een paar schoten werden nog nagezonden, doch troffen geen doel. Per telefoon werd de marechaussee-kazerne te Roosendaal gewaarschuwd. Weldra waren een paar marechaussees op weg en in de van Gilsestraat te Roosendaal zagen zij dat de ge zochte smokkelauto juist een pakhuis zou in rijden. Auto en lading werden in beslag geno men en de smokkelaar meegenomen naar de kazerne. In de periode van 3 tot en met 9 December, De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat Voor de periode van 3 tot en met 9 December 1933, de prijs voor het taxe-gedeelte van con- sumptiemelk, gekocht op regeeringscontract, voor de verschillende soorten melk is vastge steld op 6%, 6% en 6% cent per liter en dat het bedrag der afdracht op andere in consumptie gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent per Liter. De vastgestelde prijs geldt af boerderij. Regeling van de grootte van den hoender- en eendenstapel. De regeeringscommissaris voor de kippen- en eendenhouderij maakt bekend, dat het in de bedoeling ligt in de naaste toekomst het uit broeden van eieren aan regels te binden, ten einde zoodoende de grootte van den hoender en eendenstapel te kunnen beïnvloeden. De maatregelen zullen zoodanig zijn samengesteld, dat ze tevens een prikkel inhouden tot verbete ring van den pluimveestapel. Het is wenschelijk, dat de overgang van den ouden op den nieuwen tóestand zoo vlot moge lijk verloopt. Om dit te bevorderen zal nu reeds worden aangevangen met de voorbereidende werkzaamheden. Allereerst zal er een inven tarisatie plaats vinden van de thans aanwezig zijnde broedmachines. Iedereen, die in 1934 een of meer van deze machines zou willen ge bruiken, wordt met het oog op een vlugge af wikkeling verzocht, deze voor 14 December a.s. op te geven aan het adres van den regeerings commissaris, Spelderholt 9, Beekbergen, ge meente Apeldoorn. De aangifte dient te ge schieden op bepaalde formulieren, die op aan vrage bij genoemden regeeringscommissaris worden beschikbaar gesteld. In afwachting van de voorschriften, in de be doelde regeling omtrent het gebruik van broed machines, zal iedereen verstandig doen, geen nieuwe broedmachines te plaatsen, noch de broedcapaciteit uit te breiden. Terugbetaling van 40 pCt. van het kapitaal. Bevredigend divi dend te verwachten. In de Dinsdag gehouden commissaris-ver gadering der Nederlandsche Ford-automobiel fabriek is besloten een buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders bijeen te roc-pen en daar voor te stellen, om 40 pet. op het kapitaal terug te betalen, daarvoor de statuten moeten worden gewijzigd. Betreffende het boekjaar 1933 kunnen nog geen mededeelingen worden gedaan Het bestuur deelt echter nu reeds mede, dat het gegronde verwachtingen heeft, dat op de jaarlijksche algemeene vergadering in het voor jaar van 1934 een bevredigend dividend zal kunnen worden voorgesteld. Botsing tusschen auto en motorrijwiel. Men meldt ons uit Den Haag: Op de Nieuwe Parklaan, hoek Stevinstraat is een droevig ongeluk gebeurd, dat aan een jongeman het leven heeft gekost, terwijl een ander in zeer ernstigen toestand naar het zie kenhuis moest worden vervoerd. Een auto, bestuurd door den 28-jarigen H. S. uit de Banaanstraat, is op den genoemden hoek in botsing gekomen met een motorrijwiel, bestuurd door den 28-jarigen J. D. uit de Dou- zastraat en waarop als duo-passagier de 24- jarige F. Z., wonende Willem Beukelszstraat, meereed. De botsing, die vermoedelijk, is te wijten aan het niet geven van voorrang door den autobestuurder aan het van rechts komende motorrijwiel, was zóó hevig, dat de 24-jarige duo-passagier F. Z. op slag werd gedood. De motorrijder J. D. bekwam een schedelbasis- fractuur en is door den geneeskundigen dienst naar het Roomsch Katholieke ziekenhuis aan het Westeinde vervoerd. Het stoffelijk overschot van den heer Z. is overgebracht naar het gemeentelijk ziekenhuis aan den Zuidwal. De bestuurder en de overige inzittenden van de auto bleven ongedeerd. De auto werd aan de rechterzijde ernstig beschadigd; het motorrijwiel werd vernield. Joep Nicolas over glasschilderkunst. In het aartsbisschoppelijk museum te Utrecht vergaderde gisterenmiddag de vereeniging tot bevordering van de Kerkelijke Kunst, het St. Bernulphusgilde, onder voorzitterschap van den Deken van het Gilde, Pastoor A. E. Rientjes. Openingswoord van den oud voorzitter. Naar Pastoor Rientjes in een kort inleidend woord mededeelde had men gehoopt deze ver gadering te kunnen doen samenvallen met de opening van het nieuwe museum voor moderne, religieuse kunst, waartoe een deel van het vroegere Catharijneconvent wordt ingericht. Deze opzet is evenwel niet mogen gelukken. Spr. memoreerde vervolgens, dat 15 jaar ge leden het Gildeboek voor het eerst weer ver scheen. Men geloofde toen niet in de toekomst. Maar de afgeloopen vijftien jaar hebben het pessimisme ongegrond getoond. Spr. deelde ook mede, dat er plannen bestaan voor een groote expositie van religieuse kunst te Utrecht. Hier over is thans evenwel nog niet veel te zeggen. Wel staat thans vast, dat de internationale ten toonstelling van Kerkelijke Kunst in Italië niet door zal gaan. Velerlei bezwaren hebben deze expositie na veel uitstel, thans volkomen on mogelijk gemaakt. Een der factoren is, dat de Italiaansche regeering het plan heeft om de fascistische tentoonstelling, die thans gehouden wordt, permanent te maken, waar de ruimte bezet blijft. De secretaris, de zeereerw. heer Ad. Welters, gaf in enkele punten den voornaamsten inhoud van het jaarverslag weer. De vereeniging bleek ongeveer 20 nieuwe leden te hebben gekregen, waartegenover evenwel een verlies staat van ongeveer 50 leden, die deels bedankten wegens de tijdsomstandigheden, deels om andere re denen geen lid meer zijn. Een twintigtal nieuwe leden, waaronder Mgr. B. Eras, te R - e, werd vervolgens geprocla meerd. Bestuursverkiezing. De uitslag van een bestuursverkiezing wegens het reglementair aftreden en niet meer her kiesbaar zijn van enkele leden, waaronder de Deken, die alleen als zoodanig niet herkiesbaar was in het bestuur, bleek als nieuwe bestuurs leden te brengen Mgr. Dr. Goossens, Tilburg, als Deken en Pastoor A. E. Rientjes, W. Maas en Jhr. Fr. v. Rijckevorsel, als leden. De secretaris richtte een kort afscheidswoord tot den scheidenden Deken en huldigde hem niet alleen als een wijs man, die als Deken volkomen op zijn plaats was, maar tevens als een sym pathiek mensch, die de menschen kende en met hen vreugde en leed deelde. Een langdurig applaus getuigde van de in stemming van de aanwezigen met deze woorden, Met enkele woorden leidde de heer J. M, Hardeveld den g1 "-.ènier Joep Nicolas vervol gens in, die een dracht hield over glas schilderkunst. Glasschilderkunst. VERDUISTERING VAN BLAUW- TEEKENINGEN. Ter zake van verduistering van een aantal blauw-teekeningen ten nadeele van de N.V. Koeltechniek Apeldoorn, waarvan het hoofd kantoor gevestigd is te Wassenaar, hadden zich voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden de calculator-teekenaar D. S. en de teekenaar P. D. beiden te Utrecht. Uit de behandeling dezer zaak bleek, dat eenige leiding gevende personen uit de N.V waren getreden en een dergelijke zaak hadden opgericht. Beide verdachten gingen in hun dienst over. Zij zouden toen een groot aantal teekeningen (blauwdrukken) van de N.V. Koel techniek naar de concurreerende firma hebben overgebracht, welke teekeningen betrekking hadden op nieuwe uitvindingen van koeltech- nischen aard. Na getuigenverhoor zeide verdachte S.. dat omtrent het wegnemen der teekeningen geen voorafgaande afspraak met K., die bij hem in woonde, was gemaakt. De president zeide zulks onaannemelijk te achten. De bedoeling van verdachte zou zijn ge weest om er later gebruik van te kunnen maken uit een oogpunt van arbeidsbesparing. Door K. waren van de meeste teekeningen de hoeken, waarop de naam der N.V. stond, af geknipt. Hij zou dit zonder éenige bepaalde be doeling hebben gedaan. De president merkte op. dat dit een zonderlinge manier van doen was. Mr. Polman, die het O.M. waarnam, zeide de verklaringen van de getuigen a décharge ter zijde te leggen. Spr. achtte de schuld van beide verdachten bewezen en vorderde tegen S. 4 en tegen K. 2 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. van Geldrop Meddens uit Utrecht concludeerde tot vrijspraak subs, een voorw. straf. Vonnis 12 December a.s. SEINEN VOOR DE ZEEVAART- Ten vervolge op een desbetreffend bericht in de Nederlandsche Staatscourant van 23 October 1933, no. 206, maakt het Ministerie van Buiten landsche Zaken bekend, dat op het secretariaat van den Volkenbond op 3 November 1933 zijn nedergelegd de akten van bekrachtiging door Monaco en Spanje van de overeenkomst nopens seinen voor de zeevaart van 23 October 1930 (Stbl. 1931, no. 418). Voorts is op 28 October 1933 van de Fransche regeering bericht ont vangen, dat bevengenoemde overeenkomst toe passelijk wordt verklaard op de volgende Fran sche koloniën en mandaatgebieden: Fransch-Oost-Afrika, Fransch-Midden-Afrika, Togo, Cameroun, Madagascar, Fransche neder zettingen in Britsch-Indië, Indo-China, Réunion, de Fransche kust van Somaliland, Nieuw-Cale- de Fransche kust van Somaliland, Nieuw- Caledonië. Oceanië, Martinique, Guadeloupe, Guyana, St. Pierre en Miquelon. MET EEN MES IN HOOFD EN SCHOUDER GESTOKEN. Voor de rechtbank te Almelo stond Dinsdag terecht de grondwerker F. Br., te Hengelo, die op 16 September j.l. te Oele, gem. Hengelo, bij werkzaamheden aan het Twente-Rijnkanaai, den baas M. Roeberts met een mes eenige ste ken in hoofd en schouder heeft toegebracht. Verdachte zei ontstemd op den opzichter te zijn geweest en daarom dezen met een mes te hebben gestoken. De officier van justitie vond het een buiten gewoon ernstig feit en eischte een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Vonnis over een week. RIJKSVELDWACHTER MET DOODSLAG BEDREIGD. De rechtbank te Almelo deed Dinsdag uit spraak in de zaak tegen L. G., transportarbeider te Almelo, thans gedetineerd, die gedreigd had den rijksveldwachter J. W. ter Avest te dooden, door eenige malen met een mes naar hem te steken, waardoor de bedreigde verwond werd. Het vonnis luidde 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. De eisch was 10 maanden. De arbeider Jan Sp., eveneens te Almelo, die getracht had den rijksveldwachter J. W. ter Avest met een bierflesch op het hoofd te slaan en daarbij diens hand verwondde, werd ver oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf. De eisch was zes maanden. Ieder ambacht heeft slechts waarde om zijn voortbrengselen en de voortbrengselen kan men alleen naar waarde schatten in het licht van den tijd. Daarom is een oriëntatie noodzakelijk. Men pleegt zich tegenwoordig veel te beroe pen op de vroegere kunst, maar deze pelgri mages naar de kunstvoorwerpen uit vroegere tijden hebben een groot nadeel. Ze brengen ons een zekere sfeer en een stemming voor wat toen werd gedaan, terwijl de accidenteele in vloeden, die medewerkten, ontgaan. Wij ver geten, dat er ook toen veel slechte dingen ge maakt werden, kaf, dat evenwel door den tijd reeds lang van het koren werd gescheiden. Om diezelfde reden hebben wij altijd zoo veel be zwaar tegen de periode, die vlak achter ons ligt. Daarin zien wij nog het kaf en het koren door elkaar. Dat dweepen met bijv. de Middel eeuwen is maar al te vaak een verlangen naar iets wat nooit bestond. En het heeft zeker nu geen zin te vragen, naar wat nu eigenlijk mooier was, de Romaansche dorpskerk of de Gothische kathedraal. De vraag is maar: Wat was het gemeenschappelijke? Dat gemeenschap pelijke is nu, dat beiden werden gebouwd uit den geest en het materiaal van hun eigen tijd. Daarom is het valsch thans naar die dingen terug te willen grijpen en aan de kerken bij - voorbeeld een zekere stemming toe te dich ten, die speciaal „Kerkelijk" zou zijn. Die stem ming vond men toen net zoo goed in de pro fane gebouwen en kwam geheel voort uit de practijk. Eerst de Gothiek-vergoding maakte een scheiding tusschen de kerkelijke en de gewone kunst. Men is bezijden het leven gaan staan. Wij hunkerden naar stijl, maar kenden de essentie niet. Hoeveel profane gebouwen staan niet veel zuiverder tegenover het doel en de middelen dan onze kerken. Veel pogin gen van jonge kunstenaars liepen dood zelfs mede tengevolge van overigens zeer goede in stellingen als liturgische commissies, die het den kunstenaar onmogelijk maakten te wer ken en waarvan men ook niet kan eischen, dat zij de eigenschappen bezitten voor hun taak. Het zou uitstekend zijn als deze commissies alleen toezicht hadden op den eeredienst en de liturgische eischen, die gesteld moeten worden. Men kan niet vasthouden aan wat in vroe gere tijden gemaakt werd, omdat het absurd zou zijn, als de uitvinding van nieuwe mate rialen geen nieuwe perspectieven openden. Het is nu niet meer noodig kolommen en bogen en gewelven te bouwen, zooals bijvoor beeld een Zeppelinhal aantoont en als men het toch doet, is dat geen traditie maar aesthetis- me. Waarom zou men de pijpen van een kerk orgel niet op de meest doeltreffende wijze monteeren, waarom zou men geen biechtstoe len inrichten aan de hand van technische mid delen, die wij bij telefooncellen leerden ken nen, waarom zouden wij voor de avondverlich ting niets kunnen leeren van een theaterzaal. Wij bedekken de vloeren toch immers ook niet meer met plavuizen Men houdt vast aan de traditie als men met de nieuwe materialen en op een nieuwe wijze derhalve, tot het oude doel komt, n.l. een ruimte te scheppen, waar de geloovigen de H.H. Handelingen kunnen bijwonen. Zoo kan de architectuur weer een eigen kunst worden. Uit de functioneele beteekenis, volgt dat ook do beeldende kunst doelmatig moet zijn. Maar de vrije kunstenaar verschilt toch in zooverre van den architect, dat de materie bij hem niet een deel van het werk insluit. Natuurlijk mag de materie niet worden gedenatureerd. Maar men mag bijv. niet zoo ver gaan, dat men mozaïek verwerpt, omdat het de muur bedekt. De kunstenaar heeft de taak het Credo en het Laudate van zijn eigen tijd te schrijven Hij kan zijn eigen kunst niet bepalen, maar is de spreektrompet van zijn tijd. Hoe meer die tijd hem ontroert, hoe machtiger hij zal scheppen. Over onzen eigen tijd zeide Joep Nicolas: Het valt niet te ontkennen, dat de glasschil derkunst vandaag niet meer doelmatig is. Wanneer men af wil schutten tegen koude en toch licht door wil laten kan men veel beter prachtig spiegelglas nemen. Maar de glasschilderkunst leeft uit een zekeren geeste lijken overvloed. Zij heeft daardoor 'n belang rijk psychisch-suggestief element en daarom mag de kunstenaar ook grijpen naar alle mid delen, die hem ten dienste staan Er zijn geen recepten te geven. Het eenige wat er te doen is, is: „doen". Een korte gedachtenwisseling volgde op de in leiding van den heer Nicolas. Daarbij werd opgemerkt, dat de liturgische commissies in het kerkelijk wetboek de taak hebben gekre gen ook op de kerkelijke kunst toe te zien. Had verdachte schuld Wegens het veroorzaken van dood door schuld, heeft voor de Haagsche rechtbank te recht gestaan den 44-jarige L. van B. uit Rot terdam, die op 24 Juni j.l. op den Rijksstraat weg te Wassenaar met een door hem bestuur de auto, voorzien van klein licht, is opgereden tegen een rechts langs den weg stilstaande auto waarbij twee personen de gebroeders Chr. en M. Stocke zich bevonden. Beiden werden door de auto aangereden waarbij zij tusschen de bei de voertuigen bekneld raakten. Chr. Stocke brak hierdoor het linkeronder been. M. S. was er veel erger aan toe. Deze werd zwaar gewond opgenomen en evenals zijn broer naar het Diaconessenhuis te Leiden ver voerd, alwaar hij na eenige weken tengevolge van dit ongeval is overleden. Als deskundigen in deze zaak werden gehoord de doctoren J. P. M. Hulst en P. M. Planque uit LeicfeiT die verslag deden over de lijkschou wing en den aard van deze verwondingen. De agent van politie v. D. gaf inlichtingen, omtrent den toestand waarin hij de beide wa gens na de aanrijding had aangetroffen. Op verzoek van den verdediger jhr. mr. H. de Ranitz, deelde get. nog mede dat hij de gebrs. S. had gewaarschuwd, dat zij met het oog op het drukke verkeer ter plaatse niet links van hun auto moesten gaan staan. De beide, mannen zochten n.l. naar een pakje, dat op den grond was gevallen. De agent L., verklaarde, dat de vrachtauto een goed brandend rood achterlicht had. Getui ge zag ook de luxe-auto bestuurd door den verdachte van B., aankomen en hoorde kort daarop een klap en daarna gegil. Volgens ge tuige reed verdachte met een snelheid van 50 60 K.M. Het slachtoffer C. S. uit Leiden, zeide, dat hij met zijn broer en nog eenige personen zich bevond in een vracht-auto, bestuurd door den Chauffeur G. van der H. Daar men een pakje verloren was, werd gestopt en werd de auto geheel rechts van den weg geplaatst. Nadat het verloren pakje gevonden was begaf get. zich met zijn broer weer naar de auto, op welk oogenblik de luxe auto, bestuurd door van B. met snelle vaart naderde. Volgens getuige was het instijgen in de auto van de andere zijde niet mogelijk, aangezien daar een aantal rijwielen was opgeladen. De aankomende auto reed eerst naar links en daar na plotseling naar rechts waarop de botsing plaats had. Get. kwam op de radiateur van de luxe auto terecht. Hij is niet buiten bewust zijn geweest. In het ziekenhuis te Leiden zag get. zijn broer, die ernstig gewond was, terug. Een van de personen, die met de vrachtauto is meegereden, verklaarde, dat hij, toen hij de botsing zag aankomen nog tijdig in de cabine kon springen, ook deze getuige zeide dat van B.'s auto met groote snelheid naderde en eerst naar links en daarna naar rechts zwenkte. Vol gens get. was er op dat oogenblik geen verkeer uit tegenovergestelde richting. Ir. Tichelaar uit Amsterdam werd als des kundige décharge gehoord. Deze wees erop, dat het links van een auto op een drukke ver keersweg instappen onvoorzichtig is. Voorts gaf getuige antwoord op de verschil lende hem gestelde vragen betreffende de ver lichting van de luxe auto. Verdachte zeide bij zijn verhoor, dat hij met gedimpd groot licht heeft gereden. Zijn voor stelling van het geval was, dat hij rijdend met een dame naast zich, uiterst rechts van den weg reed. Voor zich zag hij verscheidene roode lichtjes. Links zag verd. meerdere tegemoet komende lichten. Een daarvan was, verblin dend. Verdachte verminderde licht; doch de tegenligger deed zulks niet, waardoor ver dachte eenigermate verblind werd. Daarop wendde hij het stuur naar rechts en kwam daarop plotseling bij den. stilstaanden vracht auto waarvan hij het roode licht niet duidelijk kon onderscheiden. De president mr. Scholten, merkte op, dat verdachte thans voor het eerst dit verweer voerde terv/ijl hij vroeger voor de politie ver klaard heeft, dat het roode licht door beenen van personen gemaskeerd was. Requisitoir, Mr. J. U. Polman, het O. M. waarnemend con stateerde dat de gevolgen van deze aanrijding bijzonder ernstig zijn geweest. Andere medische maatregelen dan genomen zijn waren er niet. Verdachte voert nu op het laatste oogenblik een ander verweer, waaromtrent geen onder zoek is ingesteld. Al hetgeen hij thans aanvoert kan naar spr.'s meening diens schuld alleen ver- grooten. In geenen deele heeft hij de noodige voorzichtigheid in acht genomen. Zijn rijden was onder de gegeven omstandigheden hoogst roekeloos en onoplettend. Spr. concludeert tot schuldig verklaring van verdachte en vroeg diens veroordeeling tot 3 maanden hechtenis met intrekking van het rij bewijs voor den tijd van één jaar. Jhr. mr. H. de Ranitz kwam op tegen een sug gestie van het O. M., dat zeide te vermoeden, hoe dit ongeluk is ontstaan. Pleiter gaf een verklaring van verdachte's houding kort na de aanrijding toen hij in hoogst zenuwachtige stemming verkeerde en later, toen hij zich het gebeurde beter realiseeren kon. Volgens pleiter is uit de behandeling dezer zaak verdachte's schuld niet komen vast te staan. Deze wordt afgeleid uit de reactie van verdachte op het verblindend licht. Doch plei ter, hoewel de gevolgen betreurend, zegt dat deze reactie het gevolg is van de omstandig heden, zoodat spr. vrijspraak verzocht, subsi diair gezien den hoogen eisch van het O. M., een onderzoek naar de persoon van dezen ver dachte. De uitspraak werd bepaald op 12 Decem ber as.. Opgegeven door Van der Graaf Co. (Afd. Handelsinformaties.) UITGESPROKEN: ALPHEN, 27 November. A. A. Bos, handels agent, Rozenstraat 28. R.c. mr. A. B. Bommezijn. Cur. mr. C. J. Goudsmit, Leiden. LEIDEN, 27 November. M. C. Visbach, weduwe van I. Deurloo, pensionhoudster, Zoeterwoud- schesingol 81. R.c. mr. J. R- Thorbecke. Cur. mr. E. J. Gelderman. NAALDWIJK, 27 November. A. H. E. Hazen- broek, winkelier. Kleine Woerdlaan 53. R.c. mr. G Scholten. Cur. mr. J. B. A. Marcus, Honse- lersriiik. SASSENHEIM. 27 November. A. W. P. van Nir'-e'-k, winkelier. Hoofdstraat, 249. R.c. mr. G. H. B. v. d. Boom. Cur. mr. H. F. A. Donders, Leiden. PIJNACKER, 27 November. L. Stolk. vracht rijder, Stationstraat. R.c. mr. J. R. Thorbecke, Cur. mr. P. H. Noordhoff, Den Haag. NOTARISHUIS ROTTERDAM. Woensdag 29 November n.m. 2 uur. EINDAFSLAG. Pand en erf, Leuvehaven 117, in bod op 16.600 daarop verkocht. Pand en erf, Leuvehavon 173/175, ld. 60.000, daarop opgehouden. Pand en erf, Tuinderstraat 12, id. 13.200, daarop opgehouden. Twee dubb. panden en erven, Marnixstraat 78/S0, in bod op 34.000. daarop opgehouden. VOORLOOPIGE AFSLAG. Dubb. pakhu:spand en erf, Eleonorastraat 20/31, Trekgeld 8960. Pand en erf, Persoonsdam 4, 7500. Idem, Persoonsdam 5, 7600.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6