SOCIALE ZAKEN IN DE TWEEDE
KAMER.
DONDERDAG 30 NOVEMBER 1933
MINISTER SLOTEMAKER DE
BRUINE OVER ZIJN BELEID
GENEVE ONDER VUÜR.
Avondvergadering van Dinsdag
4
-
ST. BERNULPHUSGILDE.
(S DE VEENSTREEK TE HELPEN
MIDDENSTAND EN TUINDERS.
Vergadering van Woensdag
EEN SMOKKELAUTO IN VOLLE
VAART DE GRENS OVER.
PRIJS TAXE-GEDEELTE CONSUMPTIE
MELK
INVENTARISATIE BROEDMACHINES
NEDERLANDSCHE FORDAUTO
MOBIELFABRIEK
EEN DOODE EN 'N ZWAAR GEWONDE
BIJ VERKEERSONGELUK.
FAILLISSEMENTEN.
PUBLIEKE VERKOOPINGEN.
De eerste begrooting van het nieuwe departe
ment voor Sociale Zaken, omvattende de afdee-
lingen arbeid, arbeidersverzekering, volksge
zondheid, werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling, werkverschaffing en steunverlee-
nmg en sluitende met de respectabele som van
110 millioen gulden, werd Dinsdagavond tot in
de derde afdeeling behandeld. Gering van om
vang kan men deze begrooting zek r niet noe
men en het hoofd, dat dit departement beheert.
moet beschikken over
Min. Slotemaker
de Bruine.
groote werkkracht, uit
gebreide kennis en on
getwijfeld ook veel so
ciaal gevoel. Deze eigen
schappen bezit prof.
Slotemaker de Bruine
in hooge mate. Hij heeft
zich sinds jaren aan de
studie van de maat
schappelijke vraagstuk
ken gewijd, is een zeer
vlugge geest, die daarbij
de gave van helder
onderscheiden bezit, be
nevens die van het
woord en hij is bijna
eerder te veel gevoels-
mensch dan dat men
hem sociaal gevoel zou
mogen ontzeggen. Dit laatste doet dan ook nie
mand. Wat dezen Minister handicapt, is het
feit, dat sommigen in hem den remmenden
christelijk-historicus zien en zooals de heer
Kuiper uitdrukte een „slappen" Minister.
Toch hebben wij den indruk, dat men zich in
dr. Slotemaker vergist. Ongetwijfeld hecht deze
man meer aan de werking der vrije maatschap
pij dan aan den dwang van den Staat. Maar
doen wij dit in den grond der zaak ook niet
Er kan verschil zijn in het leggen van een
accent, ook in het bepalen van het tempo van
ingrijpen, ook in het min of meer zwaar laten
wegen van bepaalde factoren. Maar men doet
dezen bewindsman onrecht, hem voor te stellen
als slap. Niet alleen is hij ondanks alles nog de
idealistische optimist, die er uitdrukkelijk op
staat te behouden, wat te behouden is, maar zijn
Uiteenzetting over twee brandende vragen,
welke o. a. de katholieke afgevaardigden Loer
akker, Kuiper en van der Putt hadden aan
geraakt, was zeker niet onbevredigend.
Vooreerst de doorvoering van de Bedrijfsra-
denwet. Beide laatstgenoemde afgevaardigden
gaven te verstaan, dat zij wel van een beetje
opschieten hielden en vooral de Brabantsche
industrieel toonde zich wantrouwend. Maar wat
blijkt nu Vooreerst, dat de Minister uitdruk
kelijk verklaarde, dat de ordening van het be
drijfsleven behoort tot zijn diepste sociaal-
economische overtuigingen. Op dit punt is hij
het eens met den Kuvper uit 1876 en met „Re-
rum Novarum", al merkt hij, ondeugend maar
niet ten onrechte op, dat uit Kuyper en de
encycliek geen pasklare wetten zijn te halen,
ondanks de door beide gegeven „buitengewoon
voortreffelijke richtlijnen". Toch heeft prof.
Slotemaker, toen hij twee dagen minister was
den voorzitter aangewezen van de Bedrijfsra-
dencommissiebinnen een week ging hij op
zoek naar leden vandaag is de brief uitgegaan,
waarin de commissie haar richtlijnen krijgt,
brief die wordt gepubliceerd en waaruit zal
blijken, dat de Minister de activiteit betracht,
waarop o. a. zoo wordt aangedrongen van katho
lieke zijde in overeenstemming overigens met
de eischen des tijds, die om ordening van het
bedrijfsleven schreeuwt.
Er is vervolgens de verbindend verklaring van
collectieve arbeidscontracten waarop zoowel de
heer Loerakker als Kuiper en van der Putt aan
drongen, de laatste vooral in verband met de
sociale fondsen, die in het Zuiden zijn opgericht
en die, zooals prof. Aalberse al bij de algemeene
beschouwingen zei, zullen ondergaan, indien de
Minister ze niet verbindend verklaart.
Nu kunnen wij het standpunt, dat de Minister
ten aanzien van deze kwestie inneemt, biljijken.
Niet dat wij het geheel eens behoeven te zijn
met zijn principieele houding, welke hij reeds
in Mei 1926 uiteenzette. Alhoewel daarin elemen
ten zitten, welke men niet dadelijk heelemaal
verwerpen moetin verband met de huidige
economische omstandigheden, is het niet te loo
chenen feit, dat juist economische verordeningen
worden gevraagd. Deze economische omstandig
heden echter doen den Minister vreezen voor
verbindendverklaringen. Het is waar, dat hier
éèn stap andere stappen doet volgen, hetgeen
met de loonen niet zoo eenvoudig is, ofschoon
hier aan de bedrijfsgenooten een en ander over
gelaten zou kunnen worden. Z.Exc. onderscheidt
principieel tusschen verbindendverklaring van
sociale en economische zaken. En zoo is de
Minister niet ongenegen de fondsen in bepaalde
bedrijven, van welker nuttige werking een min
derheid zou kunnen frustreeren, zooals de heer
van der Putt terecht opmerkte, bindend te ver
klaren voor de bepaalde bedrijven. Naar de
mogelijkheid daarvan wordt thans een ernstig
onderzoek ingesteld.
Ook vond de heer van der Putt een pen oor
voor zijn wenschen inzake de beperking van
den vrouwenarbeid en de vervanging van boven
60-jarigen door jongere arbeidskrachten, zooals
andere afgevaardigden den Minister in principe
meekregen voor verkorten arbeidsduur. Niet dat
deze de zaken dadelijk kan oplossen. Wel zijn
er niet zooveel 60-jarigen men schat het aantal
op ongeveer 3 pet. Zou men echter deze pl.m.
40.000 man moeten steunen, dan kost dat ook
veel. De Minister is voor de „doorstrooming".
Z.Exc. waardeert ook het werk der Kwatta-
fabrieken, die meisjes en vrouwen door jongens
en mannen vervingen. Hij ziet de vrouwen ook
liever in het gezin en daar wil de Minister,
in tegenstelling met mej. Groeneweg, niet graag
wettelijk den arbeidstijd regelen, hetgeen ons
ook vrij onmogelijk lijkt. Daar tegenover staat
echter, dat de Minister den fabrieksarbeid van
gehuwde vrouwen, hoe gering ook, graag zoo
spoedig mogelijk geheel ziet verdwijnen en de
kans daarop wordt beter, nu de wet op de
Huisindustrie staat ingevoerd te worden.
De landbouwarbeiders krijgen de Veiligheids
wet. Verder durft de Minister, met het oog op
den fragielen toestand der agrarische bedrijven,
nu niet te gaan. Het kwam ons voor, dat de
heer Hiemstra hier te hoog mikte, even goed
als de heer Kupers ten aanzien der 40uren-week.
De Minister wil iets doen voor chauffeurs, wier
zeer lange werktijden een algemeen gevaar
vormen, en hij wil ook trachten „door praten"
iets voor bepaalde kantoren gedaan te krijgen,
evenals hij zuinig zal zijn met het geven van
overwerkvergunningen. Maar de 40-uren-week
Wie gelooft, dat zij spoedig internationaal zal
zijn geregel. Al werd men het eens over de
uren, terecht wees m'r. van Spaendonck in de
„R. K. Werkgever" op het verschil in loonpeil
en sociale wetgeving. En nationaal Afgezien
van de rationalisatie en het feit, dat ruim 60.000
arbeiders reeds de 40-uren-week hebben, heeft
de Hooge Raad van Arbeid zijn bezwaren ook
kenbaar gemaakt. Een vakvereenigingsleider als
de anti-rev. heer Amelink gaf toe, dat zij na-
deelig kan zijn voor de arbeiders, zooais de
textielindustrie bewijst, waar de werkloosheid
aangroeide ondanks de verkorting van don
arbeidstijd. Men kan zich natuurlijk niet de
communistische weelde veroorloven de loonen
eenvoudig te handhaven of de loon-overbrug-
ging in te voeren, die de Overheid aan normale
bedrijven een toeslag doet geven. Deze is even
min ongevaarlijk. De vreeselijke werkloosheid
is een internationale kwestie er is geen staats
man, die haar nationaal kan oplossen, zelfs al
zonk men tot Aziatisch peil.
Over de internationale samenwerking op
sociaal terrein, geïncorporeerd in het Arbeids
bureau te Genève, is een warm dispuut gevoerd
tusschen den heer van Kempen eenerzijds en
den heer Joekes en den Minister anderzijds. De
Vrijheidsbondsche afgevaardigde critiseerde het
Bureau op een wijze, welke verried, dat hij
van de werkwijze en de behaalde successen niet
op de hoogte was, zooals de regeeringsgedele-
geerde mr. Joekes heeft aangetoond in een rede.
welke naar vorm en inhoud een der beste was.
welke wij dezen avond hoorden en die ook
terecht den steun kreeg van den Minister, die
er op wees, hoe juist het Arbeidsbureau te
Genève méér bereikt had dan de andere instel
lingen aldaar.
Teen de Kamer om twee uur uiteenging, zou
de Minister nog antwoorden op de opmerkingen
inzake de Sociale Verzekering.
■HKH
:n
DOODELIJKE AANRIJDING ONDER
WASSENAAR.
en deel der honderden arbeiders, die teiverk zijn gesteld bij de 200 K.M. lange
waterleiding OstcnrodeHildesheimBremenf bij het leggen der groote buizen.
Het is erg in de Veenstreek. Dat hebben de
heeren Engels en Weitkamp, Ebels en Bierema,
van der Heide en Wielenga ons duidelijk ge
noeg laten merken. Allemaal menschen, die ter
plaatse meer dan bekend zijn, die er ten deele
jarenlang werkten zoo de heer Wielenga
b.v., die er 27 jaar was en die stuk voor stuk
overtuigd zijn, dat de heele veenstreek onver
biddelijk economisch sterven zal, als de Re
geering niet helpt.
De moeilijkheid is, dat de fabrieken geen turf
meer stoken, nu de kolenprijzen zoo enorm zijn
gedaald. Zou de Regeering het verschil tusschen
de kolen- en turfprijs bijpassen, dan konden
de fabrieken weer turf betrekken. Gaf zij 55
^ent steun aan de verveners op eiken kubieken
meter turf, dan zou ook het veenbedrijf weer
op gang raken. Men behoefde dan minder steun
uit te keeren en alleen in Drenthe zou zoo nog
11000 H.A. vrij goede dalgrond zijn te winnen.
Daarmee zou de veenstreek gered zijn.
Het klinkt aannemelijk en Minister Ver
schuur, erkennend dat hij het moeilijke vraag
stuk nog niet van alle kanten bekeken had.
wilde het in oogenschouw nemen. Natuurlijk
wierp Z.Exc. voor de hand liggende vragen op.
Ontginning is een zaak van jaren en wie zal
zeggen, hoe de toestand over tien jaren is? Zal
men dan nog zoo goedkoop kunnen ontginnen?
Ja, knikten ds. v. d. Heide en zijn helpers zeer
beslist. En zullen die ontgonnen dalgronden
dan iets waard zijn? vroeg de minister. Waar
om die dalgronden niet en de Zuiderzeegron-
den wel? interrumpeerde de heer Engels. Er
kwam geen antwoord van den Minister, die an
ders meestal wel zijn woordje klaar heeft. Twij
felt Z.Exc. misschien ook een beetje meer dan
dr. Colijn aan het eeohomisch rendement van
de groote polders? En dan was er nog de tegen
stelling tusschen kolen en turf. Wordt de turf'
geholpen, dan stoot men 250.000 ton kolen uit.
Of die nu ten deele buitenlandsche kolen zijn
of niet, feit is, dat dit Weer een paar honderd
mijnwerkers werkloos doet worden en het mijn
bedrijf schreeuwt ook om hulp erj laat de Re
geering met het buitenland vechten om export
of import 50.000 ton kolen meer of minder
Maar nu vertelde de pastoor ons, dat die 200
werkloozen uit de mijnen weer op een stikstof-
fabriek geplaatst zouden kunnen worden. Of dit
juist is, weten wij niet. Minister Verschuur
blijkt de zaak toch ernstig in studie te willen
nemen, al opende en sloot hij de discussie zij
nerzijds met de waarschuwing, dat alles draai
de om de vraag, of de geboden oplossing te
financieeren zou zijn.
De schippers heeft deze minister eenigszins
kunnen helpen met zijn wet op de evenredige
vrachtverdeeling, al zijn er inzake de scheep
vaart, met name op den Rijn, waarover de heer
Brautigam sprak, nog wel quaesties, die een
oplossing vragen.
En dan is er de Middenstand. Ontegenzegge
lijk heeft de Regeering hier een open oog
Haar maatregelen inzake afbetaling, huurkoop
inning van kleine vorderingen, de toegezegde
verruiming der Winkelsluitingswet bewijzen
dit. Maar de abnormale tijd vraagt abnormale
voorzieningen, althans zeer scherpe maatrege
len. Mr. van Hellenberg Hubar wil een verbod
van verdere vreemde neringdoenden, een siui
ting van het bedrijf, een verbod van het
cadeaustelsel, een beteugeling der wilde con
currentie. Dr. Vos gaat wel niet zoover, maar
heeft toch ook wenschen in die richting. En
de heer van der Putt, die evenmin van radicale
middelen afkeerig blijkt, stelde een bedrijfs-
vergunning voor, welke het aantal te verkoo
pen producten in één zaak zou moeten rem
mén en wilde de warenhuizen treffen door een
zwaardere belasting op elke groep van de door
haar te verkoopen producten, gelijk men die
elders kent.
Nu blijkt de minister wel de noodzaak te zien
om onze hospitaliteit wat in te perken en dus
een vestigingsverbod voor neringdoenden te
overwegen, zooals hij ook het aantal vreemde
werkkrachten wil beteugelen. Maar den mid
denstand geheel afsluiten, is een moeilijke
zaak, omdat men niet precies weet, wat „mid
denstand" is. Een bedrijfsvergunning kan meer
op de consumenten worden afgewenteld of
treft personeel van warenhuizen. En de Nijver
heidsraad schijnt weer niet zoo gunstig over
een cadeau-verbod te hebben geadviseerd. De
Minister onderhoudt echter contact met den
middenstandsraad en het economisch instituut
voor den middenstand, zoodat ook hier gerui
me kans is voor overleg. De wijziging der Win
kelsluitingswet is gereed; zij zou dezer dagen
het departement verlaten. Het was uit generaa
Duymaer's waarschuwing al op te maken, da
de anti's zeer bezwaarlijk in een verruimln
van den Zotidagsverkoop zullen berusten. Nu i,
ons van middenstandszijde, op onze vraag
waarom protestanten wél en katholieken
's Zondags niet konden sluiten ten antwoord
gegeven, dat er in speciale branches geen ortho
doxe protestanten zijn en zij dus de practische
moeilijkheden niet kennen. Indien dit juist is,
ware het zeker gewenscht, dat daarvoor het
statistisch materiaal eens werd bijeengebracht.
Op onzen laatsten partijraad zei een af gevaar
digde, dat hem te Amsterdam verschillende
faillissementen alleen door de Zondagssluitin
bekqpi waren. Of dit zoo is, valt moeilijk te
bewijzen, maar de zaak dient zeker zeer ern
stig onder het oog te worden gezien, zeker in
dezen tijd.
Ofschoon wij nog twee begrootingen van het
Landbouw-Crisisfonds zullen krijgen, waarbi;
uiteraard heel het landbouwbedrijf opnieuw
ter sprake zal komen, waren er nu bij de af
deeling Landbouw toch weer een heele reeks
sprekers ingeschreven, van wie bijna allen hun
waardeering uitspraken voor het beleid van
Minister Verschuur, maar die toch weer hun
wenschen hadden. Zoo trad de heer Loerakker
voor het bollenbedrijf in het krijt. De afge
vaardigde erkende, dat de Minister hier zeer
gezond had gesaneerd, maar hij vroeg nu een
crediet voor de kweekers, dat z.i. zonder veel
risico kon worden toegestaan. Tevens smeek
te hij de Regeering bij de handelspolitieke be
prekingen de suikerbieten niet op te offeren,
want daarmee zouden landbouw en landarbei
ders zwaar getroffen worden. Daarnaast was
het o.a. de heer Jac. Groen, die een lans brak
voor de tuinders. Niet alleen achtte hij de toe
gestane 5 millioen, zelfs verhoogd met de op
brengst van het invoer-monopolie, onvoldoen
de, maar de afbetaling heeft te traag plaats
en als er dan niet meer uitgetrokken kan wor
den, zou deze katholieke afgevaardigde gaarne
het meest zien uitgekeerd aan de zwaarst ge
troffenen. De heer Groen, die naar ons voor
komt rustiger spreekt dan schrijft, drong voor
al op bevordering van export aan. Begrijpelijk,
maar minder eenvoudig dan het lijkt. Waar
schijnlijk is Minister Verschuur eerder klaar
met de vervulling van een anderen wensch
van den afgevaardigde, n.l. dat de fiscus niet
via de veilingen op achterstallig belastinggeld
van tuinders beslag legt. Inderdaad kan deze
methode het gevaar brengen, dat de tuinders
de veilingen mijden en zoo de heele Crisis-
tuinbouwwet, die via de veilingen moet gaan,
in gevaar wordt gebracht.
Sympathiek klonk ons het woord van vroom
Godsvertrouwen, dat de heer Weitkamp uit
sprak. Een teeken des tijds. dat zijn c.h. partij
genoot Bakker de organiseering van het boe
renbedrijf vroeg. Les idéés marchent
De wagen in Roosendaal aangehouden
Op den weg onder Nispen, kwam Dinsdag
avond te omstreeks 8 uur een met 500 kg. sui
ker beladen auto met een flinke vaart uit de
richting Esschen (B.) gereden.
Nabij het douanekantoor stonden de kom
miezen geposteerd, gewapend met roode vlag
en roode lantaarn en deden duidelijk blijken,
dat de auto moest stoppen; maar ondanks al
die teekenen, werd aan de vordering niet vol
daan en moesten de ambtenaren tijdig zorgen
van den rijweg te komen om niet omver te
worden gereden. Een paar schoten werden nog
nagezonden, doch troffen geen doel.
Per telefoon werd de marechaussee-kazerne
te Roosendaal gewaarschuwd. Weldra waren
een paar marechaussees op weg en in de van
Gilsestraat te Roosendaal zagen zij dat de ge
zochte smokkelauto juist een pakhuis zou in
rijden. Auto en lading werden in beslag geno
men en de smokkelaar meegenomen naar de
kazerne.
In de periode van 3 tot en met 9
December,
De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend, dat
Voor de periode van 3 tot en met 9 December
1933, de prijs voor het taxe-gedeelte van con-
sumptiemelk, gekocht op regeeringscontract,
voor de verschillende soorten melk is vastge
steld op 6%, 6% en 6% cent per liter en dat het
bedrag der afdracht op andere in consumptie
gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent per
Liter.
De vastgestelde prijs geldt af boerderij.
Regeling van de grootte van den
hoender- en eendenstapel.
De regeeringscommissaris voor de kippen- en
eendenhouderij maakt bekend, dat het in de
bedoeling ligt in de naaste toekomst het uit
broeden van eieren aan regels te binden, ten
einde zoodoende de grootte van den hoender
en eendenstapel te kunnen beïnvloeden. De
maatregelen zullen zoodanig zijn samengesteld,
dat ze tevens een prikkel inhouden tot verbete
ring van den pluimveestapel.
Het is wenschelijk, dat de overgang van den
ouden op den nieuwen tóestand zoo vlot moge
lijk verloopt. Om dit te bevorderen zal nu reeds
worden aangevangen met de voorbereidende
werkzaamheden. Allereerst zal er een inven
tarisatie plaats vinden van de thans aanwezig
zijnde broedmachines. Iedereen, die in 1934 een
of meer van deze machines zou willen ge
bruiken, wordt met het oog op een vlugge af
wikkeling verzocht, deze voor 14 December a.s.
op te geven aan het adres van den regeerings
commissaris, Spelderholt 9, Beekbergen, ge
meente Apeldoorn. De aangifte dient te ge
schieden op bepaalde formulieren, die op aan
vrage bij genoemden regeeringscommissaris
worden beschikbaar gesteld.
In afwachting van de voorschriften, in de be
doelde regeling omtrent het gebruik van broed
machines, zal iedereen verstandig doen, geen
nieuwe broedmachines te plaatsen, noch de
broedcapaciteit uit te breiden.
Terugbetaling van 40 pCt. van het
kapitaal. Bevredigend divi
dend te verwachten.
In de Dinsdag gehouden commissaris-ver
gadering der Nederlandsche Ford-automobiel
fabriek is besloten een buitengewone algemeene
vergadering van aandeelhouders bijeen te roc-pen
en daar voor te stellen, om 40 pet. op het
kapitaal terug te betalen, daarvoor de statuten
moeten worden gewijzigd.
Betreffende het boekjaar 1933 kunnen nog
geen mededeelingen worden gedaan
Het bestuur deelt echter nu reeds mede, dat
het gegronde verwachtingen heeft, dat op de
jaarlijksche algemeene vergadering in het voor
jaar van 1934 een bevredigend dividend zal
kunnen worden voorgesteld.
Botsing tusschen auto en motorrijwiel.
Men meldt ons uit Den Haag:
Op de Nieuwe Parklaan, hoek Stevinstraat is
een droevig ongeluk gebeurd, dat aan een
jongeman het leven heeft gekost, terwijl een
ander in zeer ernstigen toestand naar het zie
kenhuis moest worden vervoerd.
Een auto, bestuurd door den 28-jarigen H. S.
uit de Banaanstraat, is op den genoemden
hoek in botsing gekomen met een motorrijwiel,
bestuurd door den 28-jarigen J. D. uit de Dou-
zastraat en waarop als duo-passagier de 24-
jarige F. Z., wonende Willem Beukelszstraat,
meereed.
De botsing, die vermoedelijk, is te wijten
aan het niet geven van voorrang door den
autobestuurder aan het van rechts komende
motorrijwiel, was zóó hevig, dat de 24-jarige
duo-passagier F. Z. op slag werd gedood. De
motorrijder J. D. bekwam een schedelbasis-
fractuur en is door den geneeskundigen dienst
naar het Roomsch Katholieke ziekenhuis aan
het Westeinde vervoerd.
Het stoffelijk overschot van den heer Z. is
overgebracht naar het gemeentelijk ziekenhuis
aan den Zuidwal.
De bestuurder en de overige inzittenden van
de auto bleven ongedeerd.
De auto werd aan de rechterzijde ernstig
beschadigd; het motorrijwiel werd vernield.
Joep Nicolas over glasschilderkunst.
In het aartsbisschoppelijk museum te Utrecht
vergaderde gisterenmiddag de vereeniging tot
bevordering van de Kerkelijke Kunst, het St.
Bernulphusgilde, onder voorzitterschap van den
Deken van het Gilde, Pastoor A. E. Rientjes.
Openingswoord van den oud
voorzitter.
Naar Pastoor Rientjes in een kort inleidend
woord mededeelde had men gehoopt deze ver
gadering te kunnen doen samenvallen met de
opening van het nieuwe museum voor moderne,
religieuse kunst, waartoe een deel van het
vroegere Catharijneconvent wordt ingericht.
Deze opzet is evenwel niet mogen gelukken.
Spr. memoreerde vervolgens, dat 15 jaar ge
leden het Gildeboek voor het eerst weer ver
scheen. Men geloofde toen niet in de toekomst.
Maar de afgeloopen vijftien jaar hebben het
pessimisme ongegrond getoond. Spr. deelde ook
mede, dat er plannen bestaan voor een groote
expositie van religieuse kunst te Utrecht. Hier
over is thans evenwel nog niet veel te zeggen.
Wel staat thans vast, dat de internationale ten
toonstelling van Kerkelijke Kunst in Italië niet
door zal gaan. Velerlei bezwaren hebben deze
expositie na veel uitstel, thans volkomen on
mogelijk gemaakt. Een der factoren is, dat de
Italiaansche regeering het plan heeft om de
fascistische tentoonstelling, die thans gehouden
wordt, permanent te maken, waar de ruimte
bezet blijft.
De secretaris, de zeereerw. heer Ad. Welters,
gaf in enkele punten den voornaamsten inhoud
van het jaarverslag weer. De vereeniging bleek
ongeveer 20 nieuwe leden te hebben gekregen,
waartegenover evenwel een verlies staat van
ongeveer 50 leden, die deels bedankten wegens
de tijdsomstandigheden, deels om andere re
denen geen lid meer zijn.
Een twintigtal nieuwe leden, waaronder Mgr.
B. Eras, te R - e, werd vervolgens geprocla
meerd.
Bestuursverkiezing.
De uitslag van een bestuursverkiezing wegens
het reglementair aftreden en niet meer her
kiesbaar zijn van enkele leden, waaronder de
Deken, die alleen als zoodanig niet herkiesbaar
was in het bestuur, bleek als nieuwe bestuurs
leden te brengen Mgr. Dr. Goossens, Tilburg,
als Deken en Pastoor A. E. Rientjes, W. Maas
en Jhr. Fr. v. Rijckevorsel, als leden.
De secretaris richtte een kort afscheidswoord
tot den scheidenden Deken en huldigde hem niet
alleen als een wijs man, die als Deken volkomen
op zijn plaats was, maar tevens als een sym
pathiek mensch, die de menschen kende en met
hen vreugde en leed deelde.
Een langdurig applaus getuigde van de in
stemming van de aanwezigen met deze woorden,
Met enkele woorden leidde de heer J. M,
Hardeveld den g1 "-.ènier Joep Nicolas vervol
gens in, die een dracht hield over glas
schilderkunst.
Glasschilderkunst.
VERDUISTERING VAN BLAUW-
TEEKENINGEN.
Ter zake van verduistering van een aantal
blauw-teekeningen ten nadeele van de N.V.
Koeltechniek Apeldoorn, waarvan het hoofd
kantoor gevestigd is te Wassenaar, hadden zich
voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden
de calculator-teekenaar D. S. en de teekenaar
P. D. beiden te Utrecht.
Uit de behandeling dezer zaak bleek, dat
eenige leiding gevende personen uit de N.V
waren getreden en een dergelijke zaak hadden
opgericht. Beide verdachten gingen in hun
dienst over. Zij zouden toen een groot aantal
teekeningen (blauwdrukken) van de N.V. Koel
techniek naar de concurreerende firma hebben
overgebracht, welke teekeningen betrekking
hadden op nieuwe uitvindingen van koeltech-
nischen aard.
Na getuigenverhoor zeide verdachte S.. dat
omtrent het wegnemen der teekeningen geen
voorafgaande afspraak met K., die bij hem in
woonde, was gemaakt.
De president zeide zulks onaannemelijk te
achten. De bedoeling van verdachte zou zijn ge
weest om er later gebruik van te kunnen maken
uit een oogpunt van arbeidsbesparing.
Door K. waren van de meeste teekeningen
de hoeken, waarop de naam der N.V. stond, af
geknipt. Hij zou dit zonder éenige bepaalde be
doeling hebben gedaan. De president merkte op.
dat dit een zonderlinge manier van doen was.
Mr. Polman, die het O.M. waarnam, zeide de
verklaringen van de getuigen a décharge ter
zijde te leggen. Spr. achtte de schuld van beide
verdachten bewezen en vorderde tegen S. 4
en tegen K. 2 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. van Geldrop Meddens uit
Utrecht concludeerde tot vrijspraak subs,
een voorw. straf.
Vonnis 12 December a.s.
SEINEN VOOR DE ZEEVAART-
Ten vervolge op een desbetreffend bericht in
de Nederlandsche Staatscourant van 23 October
1933, no. 206, maakt het Ministerie van Buiten
landsche Zaken bekend, dat op het secretariaat
van den Volkenbond op 3 November 1933 zijn
nedergelegd de akten van bekrachtiging door
Monaco en Spanje van de overeenkomst nopens
seinen voor de zeevaart van 23 October 1930
(Stbl. 1931, no. 418). Voorts is op 28 October
1933 van de Fransche regeering bericht ont
vangen, dat bevengenoemde overeenkomst toe
passelijk wordt verklaard op de volgende Fran
sche koloniën en mandaatgebieden:
Fransch-Oost-Afrika, Fransch-Midden-Afrika,
Togo, Cameroun, Madagascar, Fransche neder
zettingen in Britsch-Indië, Indo-China, Réunion,
de Fransche kust van Somaliland, Nieuw-Cale-
de Fransche kust van Somaliland, Nieuw-
Caledonië. Oceanië, Martinique, Guadeloupe,
Guyana, St. Pierre en Miquelon.
MET EEN MES IN HOOFD EN SCHOUDER
GESTOKEN.
Voor de rechtbank te Almelo stond Dinsdag
terecht de grondwerker F. Br., te Hengelo, die
op 16 September j.l. te Oele, gem. Hengelo, bij
werkzaamheden aan het Twente-Rijnkanaai,
den baas M. Roeberts met een mes eenige ste
ken in hoofd en schouder heeft toegebracht.
Verdachte zei ontstemd op den opzichter te
zijn geweest en daarom dezen met een mes te
hebben gestoken.
De officier van justitie vond het een buiten
gewoon ernstig feit en eischte een jaar en zes
maanden gevangenisstraf.
Vonnis over een week.
RIJKSVELDWACHTER MET DOODSLAG
BEDREIGD.
De rechtbank te Almelo deed Dinsdag uit
spraak in de zaak tegen L. G., transportarbeider
te Almelo, thans gedetineerd, die gedreigd had
den rijksveldwachter J. W. ter Avest te dooden,
door eenige malen met een mes naar hem te
steken, waardoor de bedreigde verwond werd.
Het vonnis luidde 8 maanden gevangenisstraf
met aftrek van preventief.
De eisch was 10 maanden.
De arbeider Jan Sp., eveneens te Almelo, die
getracht had den rijksveldwachter J. W. ter
Avest met een bierflesch op het hoofd te slaan
en daarbij diens hand verwondde, werd ver
oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf.
De eisch was zes maanden.
Ieder ambacht heeft slechts waarde om zijn
voortbrengselen en de voortbrengselen kan men
alleen naar waarde schatten in het licht van
den tijd. Daarom is een oriëntatie noodzakelijk.
Men pleegt zich tegenwoordig veel te beroe
pen op de vroegere kunst, maar deze pelgri
mages naar de kunstvoorwerpen uit vroegere
tijden hebben een groot nadeel. Ze brengen ons
een zekere sfeer en een stemming voor wat
toen werd gedaan, terwijl de accidenteele in
vloeden, die medewerkten, ontgaan. Wij ver
geten, dat er ook toen veel slechte dingen ge
maakt werden, kaf, dat evenwel door den tijd
reeds lang van het koren werd gescheiden. Om
diezelfde reden hebben wij altijd zoo veel be
zwaar tegen de periode, die vlak achter ons
ligt. Daarin zien wij nog het kaf en het koren
door elkaar. Dat dweepen met bijv. de Middel
eeuwen is maar al te vaak een verlangen naar
iets wat nooit bestond. En het heeft zeker nu
geen zin te vragen, naar wat nu eigenlijk
mooier was, de Romaansche dorpskerk of de
Gothische kathedraal. De vraag is maar: Wat
was het gemeenschappelijke? Dat gemeenschap
pelijke is nu, dat beiden werden gebouwd uit
den geest en het materiaal van hun eigen tijd.
Daarom is het valsch thans naar die dingen
terug te willen grijpen en aan de kerken bij -
voorbeeld een zekere stemming toe te dich
ten, die speciaal „Kerkelijk" zou zijn. Die stem
ming vond men toen net zoo goed in de pro
fane gebouwen en kwam geheel voort uit de
practijk. Eerst de Gothiek-vergoding maakte
een scheiding tusschen de kerkelijke en de
gewone kunst. Men is bezijden het leven gaan
staan. Wij hunkerden naar stijl, maar kenden
de essentie niet. Hoeveel profane gebouwen
staan niet veel zuiverder tegenover het doel
en de middelen dan onze kerken. Veel pogin
gen van jonge kunstenaars liepen dood zelfs
mede tengevolge van overigens zeer goede in
stellingen als liturgische commissies, die het
den kunstenaar onmogelijk maakten te wer
ken en waarvan men ook niet kan eischen, dat
zij de eigenschappen bezitten voor hun taak.
Het zou uitstekend zijn als deze commissies
alleen toezicht hadden op den eeredienst en
de liturgische eischen, die gesteld moeten
worden.
Men kan niet vasthouden aan wat in vroe
gere tijden gemaakt werd, omdat het absurd
zou zijn, als de uitvinding van nieuwe mate
rialen geen nieuwe perspectieven openden.
Het is nu niet meer noodig kolommen en
bogen en gewelven te bouwen, zooals bijvoor
beeld een Zeppelinhal aantoont en als men het
toch doet, is dat geen traditie maar aesthetis-
me. Waarom zou men de pijpen van een kerk
orgel niet op de meest doeltreffende wijze
monteeren, waarom zou men geen biechtstoe
len inrichten aan de hand van technische mid
delen, die wij bij telefooncellen leerden ken
nen, waarom zouden wij voor de avondverlich
ting niets kunnen leeren van een theaterzaal.
Wij bedekken de vloeren toch immers ook niet
meer met plavuizen
Men houdt vast aan de traditie als men met
de nieuwe materialen en op een nieuwe wijze
derhalve, tot het oude doel komt, n.l. een
ruimte te scheppen, waar de geloovigen de H.H.
Handelingen kunnen bijwonen. Zoo kan de
architectuur weer een eigen kunst worden. Uit
de functioneele beteekenis, volgt dat ook do
beeldende kunst doelmatig moet zijn. Maar de
vrije kunstenaar verschilt toch in zooverre van
den architect, dat de materie bij hem niet een
deel van het werk insluit. Natuurlijk mag de
materie niet worden gedenatureerd. Maar men
mag bijv. niet zoo ver gaan, dat men mozaïek
verwerpt, omdat het de muur bedekt.
De kunstenaar heeft de taak het Credo en
het Laudate van zijn eigen tijd te schrijven
Hij kan zijn eigen kunst niet bepalen, maar
is de spreektrompet van zijn tijd. Hoe meer
die tijd hem ontroert, hoe machtiger hij zal
scheppen.
Over onzen eigen tijd zeide Joep Nicolas:
Het valt niet te ontkennen, dat de glasschil
derkunst vandaag niet meer doelmatig is.
Wanneer men af wil schutten tegen koude
en toch licht door wil laten kan men veel
beter prachtig spiegelglas nemen. Maar de
glasschilderkunst leeft uit een zekeren geeste
lijken overvloed. Zij heeft daardoor 'n belang
rijk psychisch-suggestief element en daarom
mag de kunstenaar ook grijpen naar alle mid
delen, die hem ten dienste staan Er zijn geen
recepten te geven. Het eenige wat er te doen
is, is: „doen".
Een korte gedachtenwisseling volgde op de in
leiding van den heer Nicolas. Daarbij werd
opgemerkt, dat de liturgische commissies in
het kerkelijk wetboek de taak hebben gekre
gen ook op de kerkelijke kunst toe te zien.
Had verdachte schuld
Wegens het veroorzaken van dood door
schuld, heeft voor de Haagsche rechtbank te
recht gestaan den 44-jarige L. van B. uit Rot
terdam, die op 24 Juni j.l. op den Rijksstraat
weg te Wassenaar met een door hem bestuur
de auto, voorzien van klein licht, is opgereden
tegen een rechts langs den weg stilstaande
auto waarbij twee personen de gebroeders Chr.
en M. Stocke zich bevonden. Beiden werden door
de auto aangereden waarbij zij tusschen de bei
de voertuigen bekneld raakten.
Chr. Stocke brak hierdoor het linkeronder
been. M. S. was er veel erger aan toe. Deze
werd zwaar gewond opgenomen en evenals zijn
broer naar het Diaconessenhuis te Leiden ver
voerd, alwaar hij na eenige weken tengevolge
van dit ongeval is overleden.
Als deskundigen in deze zaak werden gehoord
de doctoren J. P. M. Hulst en P. M. Planque uit
LeicfeiT die verslag deden over de lijkschou
wing en den aard van deze verwondingen.
De agent van politie v. D. gaf inlichtingen,
omtrent den toestand waarin hij de beide wa
gens na de aanrijding had aangetroffen.
Op verzoek van den verdediger jhr. mr. H.
de Ranitz, deelde get. nog mede dat hij de gebrs.
S. had gewaarschuwd, dat zij met het oog op
het drukke verkeer ter plaatse niet links van
hun auto moesten gaan staan. De beide, mannen
zochten n.l. naar een pakje, dat op den grond
was gevallen.
De agent L., verklaarde, dat de vrachtauto
een goed brandend rood achterlicht had. Getui
ge zag ook de luxe-auto bestuurd door den
verdachte van B., aankomen en hoorde kort
daarop een klap en daarna gegil. Volgens ge
tuige reed verdachte met een snelheid van 50
60 K.M.
Het slachtoffer C. S. uit Leiden, zeide, dat hij
met zijn broer en nog eenige personen zich
bevond in een vracht-auto, bestuurd door den
Chauffeur G. van der H. Daar men een pakje
verloren was, werd gestopt en werd de auto
geheel rechts van den weg geplaatst. Nadat het
verloren pakje gevonden was begaf get. zich
met zijn broer weer naar de auto, op welk
oogenblik de luxe auto, bestuurd door van B.
met snelle vaart naderde.
Volgens getuige was het instijgen in de auto
van de andere zijde niet mogelijk, aangezien
daar een aantal rijwielen was opgeladen. De
aankomende auto reed eerst naar links en daar
na plotseling naar rechts waarop de botsing
plaats had. Get. kwam op de radiateur van de
luxe auto terecht. Hij is niet buiten bewust
zijn geweest. In het ziekenhuis te Leiden zag
get. zijn broer, die ernstig gewond was, terug.
Een van de personen, die met de vrachtauto
is meegereden, verklaarde, dat hij, toen hij de
botsing zag aankomen nog tijdig in de cabine
kon springen, ook deze getuige zeide dat van
B.'s auto met groote snelheid naderde en eerst
naar links en daarna naar rechts zwenkte. Vol
gens get. was er op dat oogenblik geen verkeer
uit tegenovergestelde richting.
Ir. Tichelaar uit Amsterdam werd als des
kundige décharge gehoord. Deze wees erop,
dat het links van een auto op een drukke ver
keersweg instappen onvoorzichtig is.
Voorts gaf getuige antwoord op de verschil
lende hem gestelde vragen betreffende de ver
lichting van de luxe auto.
Verdachte zeide bij zijn verhoor, dat hij met
gedimpd groot licht heeft gereden. Zijn voor
stelling van het geval was, dat hij rijdend met
een dame naast zich, uiterst rechts van den
weg reed. Voor zich zag hij verscheidene roode
lichtjes. Links zag verd. meerdere tegemoet
komende lichten. Een daarvan was, verblin
dend. Verdachte verminderde licht; doch de
tegenligger deed zulks niet, waardoor ver
dachte eenigermate verblind werd. Daarop
wendde hij het stuur naar rechts en kwam
daarop plotseling bij den. stilstaanden vracht
auto waarvan hij het roode licht niet duidelijk
kon onderscheiden.
De president mr. Scholten, merkte op, dat
verdachte thans voor het eerst dit verweer
voerde terv/ijl hij vroeger voor de politie ver
klaard heeft, dat het roode licht door beenen
van personen gemaskeerd was.
Requisitoir,
Mr. J. U. Polman, het O. M. waarnemend con
stateerde dat de gevolgen van deze aanrijding
bijzonder ernstig zijn geweest. Andere medische
maatregelen dan genomen zijn waren er niet.
Verdachte voert nu op het laatste oogenblik
een ander verweer, waaromtrent geen onder
zoek is ingesteld. Al hetgeen hij thans aanvoert
kan naar spr.'s meening diens schuld alleen ver-
grooten. In geenen deele heeft hij de noodige
voorzichtigheid in acht genomen. Zijn rijden
was onder de gegeven omstandigheden hoogst
roekeloos en onoplettend.
Spr. concludeert tot schuldig verklaring van
verdachte en vroeg diens veroordeeling tot 3
maanden hechtenis met intrekking van het rij
bewijs voor den tijd van één jaar.
Jhr. mr. H. de Ranitz kwam op tegen een sug
gestie van het O. M., dat zeide te vermoeden,
hoe dit ongeluk is ontstaan.
Pleiter gaf een verklaring van verdachte's
houding kort na de aanrijding toen hij in hoogst
zenuwachtige stemming verkeerde en later,
toen hij zich het gebeurde beter realiseeren kon.
Volgens pleiter is uit de behandeling dezer
zaak verdachte's schuld niet komen vast te
staan. Deze wordt afgeleid uit de reactie van
verdachte op het verblindend licht. Doch plei
ter, hoewel de gevolgen betreurend, zegt dat
deze reactie het gevolg is van de omstandig
heden, zoodat spr. vrijspraak verzocht, subsi
diair gezien den hoogen eisch van het O. M.,
een onderzoek naar de persoon van dezen ver
dachte.
De uitspraak werd bepaald op 12 Decem
ber as..
Opgegeven door Van der Graaf Co.
(Afd. Handelsinformaties.)
UITGESPROKEN:
ALPHEN, 27 November. A. A. Bos, handels
agent, Rozenstraat 28. R.c. mr. A. B. Bommezijn.
Cur. mr. C. J. Goudsmit, Leiden.
LEIDEN, 27 November. M. C. Visbach, weduwe
van I. Deurloo, pensionhoudster, Zoeterwoud-
schesingol 81. R.c. mr. J. R- Thorbecke. Cur.
mr. E. J. Gelderman.
NAALDWIJK, 27 November. A. H. E. Hazen-
broek, winkelier. Kleine Woerdlaan 53. R.c. mr.
G Scholten. Cur. mr. J. B. A. Marcus, Honse-
lersriiik.
SASSENHEIM. 27 November. A. W. P. van
Nir'-e'-k, winkelier. Hoofdstraat, 249. R.c. mr. G.
H. B. v. d. Boom. Cur. mr. H. F. A. Donders,
Leiden.
PIJNACKER, 27 November. L. Stolk. vracht
rijder, Stationstraat. R.c. mr. J. R. Thorbecke,
Cur. mr. P. H. Noordhoff, Den Haag.
NOTARISHUIS ROTTERDAM.
Woensdag 29 November n.m. 2 uur.
EINDAFSLAG.
Pand en erf, Leuvehaven 117, in bod op 16.600
daarop verkocht.
Pand en erf, Leuvehavon 173/175, ld. 60.000,
daarop opgehouden.
Pand en erf, Tuinderstraat 12, id. 13.200,
daarop opgehouden.
Twee dubb. panden en erven, Marnixstraat
78/S0, in bod op 34.000. daarop opgehouden.
VOORLOOPIGE AFSLAG.
Dubb. pakhu:spand en erf, Eleonorastraat 20/31,
Trekgeld 8960.
Pand en erf, Persoonsdam 4, 7500.
Idem, Persoonsdam 5, 7600.