OMZETBELASTING.
VRIJDAG 1 DECEMBER 1933
DIOCESANE R.K. VROUWENBOND IN
HET BISDOM HAARLEM.
TERMIJNMARKT IN GRANEN.
Voorloopig geen nieuwe maand
geopend.
WONINGBOUW.
n
BESTRIJDING DER SMOKKELARIJ
HEFFING OP KOFFIE.
25 cent invoerrecht per K.G.
ruwe koffie.
ermoedelijke inwerkingtreding
1 Maart.
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN
LANDBOUW.
Maatregelen tegen automobilisten,
die weigeren te stoppen.
Vuurwapens mogen als uiterste
middel worden gebruikt.
DREIGENDE ACCIJNSVERHOOGING
VOOR SIGARETTEN.
DRONKEMANSREL
OPLOSSING MOEILIJKHEDEN IN
TIET OVERGANGSTIJDPERK.
TIJDELIJKE INVOER VAN MOTOR
RIJTUIGEN IN FRANKRIJK.
TWEE BRUTALE INBREKERS GEVAT.
BENZINE UIT SUIKERBIETEN.
GEKNOEI MET UITVOERCIJFERS.
DE ONTPLOFFING IN DE SAVAL.
FABRIEK TE PRINCENHAGE.
WW
DRAMA OP DEN LEKDIJK TE
VREESWIJK.
Tegenstander in de buikstreek
gestoken.
Slachtoffer aan de verwondingen
overleden.
KAPITEIN VOOR DEN KRIJGSRAAD.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN,
BROEIING IN EEN KOKER MET
ZONNEBLOEM-PITTEN.
Voortzetting vergadering te
Rotterdam.
„Vrouwenbond en Vrouwenbelang
Gisterenmiddag heropende de presidente, mej.
dr. J. Hillen, de vergadering van den Diocesa-
nen R.K. Vrouwenbond in het Bisdom Haarlem,
welke werd gehouden in een der zalen van het
Parkhotel te Rotterdam met aan de orde te
stellen de voorstellen, welke ter tafel waren
gebracht.
Het voorstel-Edam: de Vrouwenbond zette
een tegenactie in tegen de hedendaagsche vrou
wenmode, werd ingetrokken daar een derge
lijke actie reeds is uitgegaan van de Federatie.
Deze heeft zich immers den afgeloopen zomer
tweemaal in verband met deze materie tot den
minister gewend.
Met meerderheid van stemmen werd het
voorstel-Nieuwendam om slechts dan een ver
gadering te houden, wanneer de inhoud van de
agenda dit noodzakelijk eischt dit in ver
band met de finaneieele moeilijkheden van
vele afdeelingen verworpen.
Het tweede voorstel-Nieuwendam om ver
mindering der honoraria voor genees- en verlos
kundige hulp te bereiken, werd door het dage-
lijksch bestuur doorgezonden naar de Federatie.
Het voorstel-Rotterdam werd door het bestuur
aangevoeld, doch de presidente gaf te kennen,
dat het dagelijksch bestuur zich nog even wilde
beraden.
De voorstellen-Uitgeest en Zaandam gingen
in dezelfde richting.
Rondvraag.
Hierna was aan de orde de rondvraag. De af-
deeling Nieuwendam wees erop. dat de kinderen
op jongen leeftijd teveel overladen worden met
studiewerk. Verzocht werd stappen te doen om
van Rijkswege een diploma te krijgen, dat den
leertijd verlengt.
De presidente antwoordde hierop, dat de
Vrouwenbond zeer urgent is op het gebied van
de scholen. De kwestie van verlenging van
leertijd zal echter zeker, gezien de finaneieele
omstandigheden van het Rijk, bij de Regeering
zeker geen goed oor vinden. Verder maakte de
presidente de opmerking, dat de schuld niet al
leen gezocht moet worden bij de scholen, maar
ook bij de ouders en de kinderen zelf. In het
bestuur zal deze materie nog een punt van be
spreking uitmaken.
De afdeeling-Rijswijk zeide dat van mede
zeggenschap in de schoolbesturen zeker niets
te recht komt en vooral niet bij de katholieke
schoolbesturen.
Gevraagd werd naar den uitslag van de Prijs
vraag, uitgeschreven door den Vrouwenbond. De
presidente deelde mede, dat het officieele rap
port van de Commissie nog niet is binnenge
komen. Vermoedelijk op de voorjaars-vergade-
ring zal hieromtrent de uitslag worden bekend
gemaakt.
De presidente verzocht de afdeelingen haar
statuten en huishoudelijk reglement op te sturen
aan het secretariaat van den Dioc. Vrouwen
bond.
Causerie mej. dr. Hillen.
Onder een genoeglijk kopje thee, heeft mej.
dr. J. Hillen het doel en streven van den R. K.
Vrouwenb. den leden nog eens voorgehouden.
De R. K. Vrouwenbond, zoo zeide ongeveer
spreekster telt heelwat leden, maar wanneer
we ze stuk voor stuk zouden vragen: waarom
men eigenlijk lid is, dan weet men over het
algemeen geen goed antwoord te geven.
Wanneer we spreken over een nieuwe rich
ting in den R. K. Vrouwenbond, dan bedoelen
we daar alleen mee te zeggen: in den organi-
'^S^-vorm.
We streven naar een doel, dat ons steeds
voor oogen heeft gestaan t.w. de behartiging
'4$f- het algemeen belang en dat van de katho
lieke vrouw in het bijzonder. Willen we iets
voor anderen zijn, dan moeten we eerst iets
worden voor ons zelf. Willen we een ander
iets geven, dan moeten we het eerst zelf heb
ben.
De leden moeten dus zelf op peil blijven en
zoonoodig nog op hooger peil worden gebracht.
Dit op peil blijven is in eerste instantie voor
de vrouw zelf noodig, maar tweedens ook voor
haar gezin en voor allen, op wie zij invloed
kan uitoefenen. Vrouwen sluiten zich dikwijls
op in eigen kring. Maar daarvan zijn de gevol
gen, dat de nieuwe tijd haar vreemd wordt met
de dikwijls zoo noodzakelijke gevolgen tus-
schen moeder en kind.
De R. K. Vrouwenbond zal haar in de goede
richting brengen.
Om het cultureel peil van de vrouwen te ver-
hoogen, daarvoor heeft men bijeenkomsten
noodig, voor eerst om het persoonlijk contact
te versterken en vervolgens om de noodige
kennis bij te brengen op alle gebied. Spreek
ster wees in dit verband op de kleine en groote
bijeenkomsten, die ieder een afzonderlijk ka
rakter moeten dragen.
Iedere vrouw heeft den Vrouwenbond noo
dig en daar moeten de bestuursleden diep van
doordrongen zijn. De vrouwenkwestie is een
zeer precaire kwestie. We hebben een tijd ge
had van het feminisme, toen een tijd van anti-
feminisme en momenteel slaat ons de schrik
om het hart, omdat over het algemeen over
deze kwestie met minder respect wordt ge
sproken.
Willen we ons kunnen verweren, aldus ein
digde spr. dan moeten we dit doen collectief.
Hierop volgde tenslotte nog een geanimeer
de gedachtenwisseling, waarop de vergadering,
waar mede tegenwoordig was de geestelijk ad
viseur pater Fennell O.P., gesloten werd.
Het bestuur van den Rotterdamschen Termijn-
handel in granen heeft voorloopig. geen vrij
heid gevonden om, hangende de besprekingen
in verband met de bestaande regeeringsmaatre-
glen, een nieuwe maand te openen. Naar wij
vernemen zal a.s. Woensdag een algemeene le
denvergadering worden gehouden, waarop het
bestuur zijn houding in deze zal toelichten.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt
de volgende cijfers mede omtrent den woning
bouw in Nederland.
Onbewoonbaar
verklaarde
gesloopte en
aan haar Netto
Met Gereed- bestemming ver
den bouw gekomen onttrokken meer-
begonnen woningen woningen
dering
Sept.
1933
4396
4926
364
4562
Aug.
M
5920
5268
413
4855
Juli
4105
4424
364
4060
Juni
W
4726
3768
407
3351
Mei
f»
5340
3914
415
3499
April
4465
3961
410
3551
Maart
6172
2752
407
2345
Febr.
n
5204
2068
376
1692
Jan.
3628
2Ó09
295
1714
Dec.
1932
3742
2429
347
2082
Nov.
3123
2705
338
2367
Oct.
2975
2941
267
2674
Sept.
3150
3630
436
3194
DOOR AUTO AANGEREDEN.
Op den weg tusschen Sluis en St. Anna ter
Muiden is de heer v. d. P. uit Sluis, die daar
liep, door een auto aangereden en ernstig ge
wond opgenomen. De bestuurder van de auto
was in het uitzicht belemmerd tengevolge van
rook van de langs dien weg rijdende stoom
tram.
De burgemeester van Tilburg plant ter ge
legenheid van het gouden jubilé van den
A. N. IF, D. het Bondsboompje in zijn
gemeente.
Naar het "Weekblad voor kruidenierswaren"
verneemt zal de heffing op koffie, die bij de
Millioenennota door de Regeering in uitzicht is
gesteid, worden gegoten in den vorm van een
invoerrecht op ruwe en niet in den vorm van
een accijns op gebrande koffie, zooals aanvan
kelijk in de bedoeling lag. Voorzoover de inlich
tingen van het blad gaan kan een invoerrecht
van een kwartje per kg. worden verwacht Als
vermoedelijke datum van inwerkingtreding der
heffing wordt 1 Maart genoemd.
Onder leiding van den voorzitter, dr. H. J.
Lovink, vergaderde het hoofdbestuur van de
Hollandsche Maatschappij van Lanbouw in Den
Haag.
Door de akkerbouwcommissie was een samen
vattend rapport met betrekking tot de vooruit
zichten der teelt van verschillende gewassen
ingezonden.
Zonder uitzondering kunnen die vooruit
zichten als zeer onzeker worden bestempeld:
weet men bij sommige gewassen niet, welke
oppervlakte voor eventueelen steun in aan
merking zal komen (b.v. suikerbieten en vlas),
bij alle gewassen is de prijs, welken men ten
slotte zal ontvangen, de onbekende.
Dringend zal den minister dan ook verzocht
worden, de teeltregelingen voor 1934 vóór
Kerstmis bekend te willen maken, teneinde
althans eenig uitgangspunt te hebben voor het
opmaken van het voorjaarszaaiplan.
Het werd noodzakelijk geacht, dat de tarwe-
prijs voor oogst 1934 gehandhaafd blijft op
12.per 100 kg.
Tevens dient er op te worden gewezen, dat
de invoer van weeke tarwe in ons land abso
luut overbodig is. Zachte tarwe kan in vol
doende mate in Nederland worden geteeld; elke
invoer daarvan is een benadeeling van den
Nederlandschen landbouw. Zoo spoedig moge
lijk dient dan ook de invoer van deze tarwe,
die in 1932 nog pl.m. 100.000 ton bedroeg, te
worden gestopt.
Wat de haver betreft, werd er op gewezen,
dat bij een invoerrecht van ƒ3.per 100 kg.
de wereldmarktprijs van dit artikel even
hoog is.
Voor 6 cent per kg. kan echter niemand haver
telen. Er bestaat derhalve alle aanleiding, pogin
gen in het werk te stellen om tot een hoogeren
prijs voor dit product te komen.
Voor de gerst werd eveneens een prijsver-
hooging noodzakelijk geacht. Gestreefd dient te
worden naar een prijs van 9 cent per kg.
Ten aanzien van het overschot aan suiker
bieten nam het hoofdbestuur het standpunt in,
dat het in het belang van den landbouw zal
zijn, geen overschrijving van de boven de
garantie geteelde bieten in mindering van de
voor 1934 toe te kennen garantie te bevor
deren.
In verband met de inkrimping van de teelt
van andere gewassen en met het scheuren van
weiland, achtte het hoofdbestuur het gewenscht
aan te dringen op meerderen steun voor de
vlasteelt in dier voege, dat voor meer dan
6000 H.A. vlas een totaal-premie van ƒ223.
per H.A. beschikbaar worde gesteld.
Algemeen was men van oordeel, dat de steun
regeling voor de aardappelteelt gunstig heeft
gewerkt.
Zeer uitvoerig werd vervolgens van gedach
ten gewisseld over den tuinbouw in verband
met het communiqué van den regeeringscom-
missaris, den heer Valstar, over de beperking
van de teelt van tuinbouwgewassen op land
bouwbedrijven. Het hoofdbestuur had hierover
de meening der afdeelingen gevraagd. Uit de
ingekomen antwoorden bleek, dat de landbouw
bedrijven boven de 20 H.A. in Noord- en Zuid-
Holland zich absoluut tegen het verbod van
de teelt van tuinbouwgewassen op deze bedrij
ven verklaren, terwijl de kleinere tuinbouw
bedrijven in Noord-Holland zich wel in groote
lijnen met het plan Valstar kunnen vereeni
gen, mits elk bedrijf op zich zelf bekeken
worde en er rekening worde gehouden met alle
bedrijfsbijzonderheden.
Overeenkomstig de toezegging op een der
algemeene vergaderingen gedaan, is een onder
zoek ingesteld naar de geschiktheid van de
Nederlandsche wol als grondstof voor de Ne-
derlandsche wolnijverheid.
Teneinde zich te oriënteeren over de moge
lijkheid, om meer dan tot dusverre Nederland
sche wol te doen gebruiken, werden besprekin
gen gevoerd met verschillende vertegenwoor
digers van wolverwerkende industrieën. Het
naar aanleiding hiervan samengestelde rapport
bevatte o.m. de volgende conclusies:
De Nederlandsche wol (uitgezonderd die van
de Drentsche schapen), is in de Nederlandsche
industrie voor verschillende doelen te gebrui
ken.
Het aantal artikelen, waarvoor Nederlandsche
wol kan worden gebruikt, kan worden uitge
breid en een aanzienlijk afzetgebied openen,
wanneer de officieele instanties hun eisc'aen
voor postlaken en militair uniformlaken zou
den willen matigen, hetgeen zonder bezwaar
voor den levensduur van het laken kan ge
schieden.
Het hoofdbestuur kon zich met het rapport
en de hierboven weergegeven conclusies ver
eenigen en besloot tot publicatie van het rap
port over te gaan.
Bij de bespreking van den invoer van Dèensch
vleesch werd opgemerkt, dat het aanbeveling
verdient, den invoer van Deensch vleesch sterk
te beperken.
De Minister van Justitie heeft blijkens me-
dedeeling in het Algemeen Politieblad aan de
procureurs-generaal, fnd. directeuren van po
litie, een aanschrijving gericht, waaraan het
volgende is ontleend:
In verband met het feit, dat het vooral in
de grensstreken*veelvuldig voorkomt, dat be
stuurders van motorrijtuigen geen gevolg geven
aan het door de politie gegeven bevel te stop
pen, is, mede gelet op het bepaalde in artikel
51, eerste lid, van de Instructie voor het per
soneel der Rijksveldwacht, de vraag gerezen,
of het den Rijksveldwachters geoorloofd is
eventueel van hun wapenen gebruik te maken,
ten einde bestuurders van motorrijtuigen, die
niet voldoen aan de in artikel 27 der Motor
en Rijwielwet bedoelde vordering het rijtuig te
doen stilhouden, daartoe te nopen.
Deze vraag kan in beginsel moeilijk anders
dan bevestigend worden beantwoord.
Ïntusschen moet uiteraard met het gebruik
der wapenen in gevallen, als te dezen bedoeld,
groote voorzichtigheid worden betracht. Der
halve schijnt het mij wel van belang dat bij deze
door mij wordt bepaald, dat alleen dan van de
wapenen gebruik mag worden gemaakt, wan
neer de navolgende voorwaarden vervuld zijn:
1. dat het redelijkerwijze uitgesloten moei
worden geacht den bestuurder door minder
gevaarlijke middelen te bewegen het motor
rijtuig te doen stilhouden; het gebruik der
wapenen blijve met andere woorden een uiterste
middel;
2. dat redelijkerwijze mag worden aangeno
men dat de bestuurder willens en wetens niet
aan de vordering voldoet en tevens moet be
grepen hebben, dat die vordering werd gedaan
door een daartoe bevoegd ambtenaar;
3. dat er gegronde redenen bestonden om
stilhouden van het motorrijtuig te verlangen.
Als zoodanig komt in het bijzonder in aanmer
king het vermoeden, dat de bestuurder van het
motorrijtuig, of wel een andere inzittende, zich
nog aan een ander strafbaar feit schuldig maakt
of heeft gemaakt dan het enkele niet voldoen
aan de vordering stil te houden.
Bezwaren van de sigarettenindustrie.
„Sigarettenaccijnsverhooging brengt nie
mand baat, zij is te verwerpen, daar zij slechts
schaadt!"
Het is onder deze leuze dat de Ned. Ver. van
sigarettenfabrikanten en de Ned. Bond van
groot-fa) rikanten in de sigarettenindustrie,
welke organisaties de geheele Ned. sigaretten
industrie vertegenwoordigan, een aaneenge
sloten front gevormd hebben tegen een met zeer
groote waarschijnlijkheid in de Tweede Kamer
in behandeling komend voorstel, den accijns
op sigaretten te verhoogen tot 50 pet., instede
van dezen van het huidige percentage (33j£
pet.) op 37% pet. te brengen, gelijk in het bij
Kon. Boodschap van 18 September j.l. door de
regeering ingediend ontwerp van wet wordt
voorgesteld.
Een dergelijk voorstel raakt naar mr. dr.
E. de Vlugt als vertegenwoordiger van ge
noemde organisaties in een persconferentie
mededeelde de meest elementrire levens
belangen van de sigarettenfabrikanten en zai
noch voor de schatkist, noch voor de sigaren-
en pijptabakfabrikanten, die bij een zoodanige
verhooging van den accijns op sigaretten ge
baat meenen te zijn, eenig positief voordeel op
leveren.
De sigarettenindustrie aldus, de zegsman
is zich volkomen bewust dat zij ook haar deel
bij moet dragen tot leniging van den finan-
cieelen nood van de schatkist; zij heeft dit
echter reeds afdoende bewezen doordat zij
zich zij het met een bloedend hart heeft
willen neerleggen bij het aanvankelijk (reeds
vermeld) regeeringsvoorstel. Ben verhooging
van den accijns echter tot 50 pet zal voor de
sigarettenindustrie zonder meer ruineus zijn.
Gaarne neemt zij aan dat de sigarenfabri
kanten de voorgestelde accijnsverhooging
in het ontwerp van 18 September tot 22% pet;
sindsdien zou, naar verluidt, de regeering over
wegen, dezen accijns op 12% pet. te brengen;
tot 1924 bedroeg deze 10 pet niet zullen kun
nen dragen, doch de overheid, welke toch
slechts het algemeen belang heeft te beharti
gen, zou zeer onrechtvaardig handelen indien
zij de sigarenindustrie zou willen helpen door
vernietiging van de sigarettenindustrie.
Bovendien zijn de beoogde voordeelen, ver
hooging van de accijnsopbrengst en steun voor
de sigarenindustrie zooals spr. reeds be
toogde niet te verwezenlijken.
Accijnsverhooging boven het huidig niveau
zal den gemiddelden kleinhandelsprijs doen da
len. Immers de goedkoope sigaretten zullen niet
meer loonend kunnen worden gefabriceerd,
terwijl de duurdere niet meer loonend zullen
kunnen worden verkocht. Bij accijnsverhooging
zal dus door verlaging van den gemiddelden
kleinhandelsprijs en afneming van den omzet
de accijnsopbrengst voor de schatkist eerder
verminderen dan toenemen.
De ervaring in het buitenland (speciaal
Duitschland) leert dit eveneens Men is daar
uit fiscale motieven van een verhoogden ac
cijns schielijk teruggekomen.
Evenmin zal accijnsverhooging voor sigaret
ten de sigarenindustrie voordeel brengen. Af
neming Vaii de sigarattenconsumptie zal de si-
garenconsumptie niet doen toenemen. De er
varing leert dat een rooker van sigaretten geen
sigarenrooker wordt. Bovendien zijn juist de
minder koopkrachtige rookers uitgeschakeld en
evenmin als thans zullen deze in staat zijn
voortaan sigaren te koopen.
Brengt derhalve aldus besloot Mr. de
Vlugt zijn betoog accijnsverhooging voor
sigaretten niemand baat; in ernstige mate zul
len geschaad worden, naast de sigarettenfa
brikanten, de fabrikanten van verpakkingsmid
delen (carton-, blikfabrieken, enz.); reclame
bedrijven: werknemers in al deze industrieën
(alleen de sigarettenfabrikanten hebben ca.
5000 man Ned. personeel in dienst)grossiers;
winkeliers; reizigers op provisiebasis en, last
butnot leatt, hef publiek, waarvan het minst
koopkrachtige gedeelte de binnen zijn bereik
zijnde merken zal zien verdwijnen, terwijl de
overigen- voor hetzelfde geld als thans met een
mindere kwaliteit genoegen zullen moeten ne
men.
Caféhouder door revolverschot
getroffen.
De Bossche rechtbank heeft Dinsdag de be
handeling voortgezet van de zaak tegen den
33-jarigen L. v. O. te Werkendam, die aldaar
op J. v. d. Steenhoven, caféhouder, een revol
verschot had gelost, waardoor deze ernstig
werd gewond.
Verd. beweerde bij een ruzie in het wilde
weg te hebben geschoten: hij was dronken en
heeft veel spijt van het gebeurde.
De eisch van hét O.M. luidde wegens poging
tot doodslag 4 jaar gevangenisstraf.
Mr. E. v. Zinnicq Bergman pleitte uiterste
clementie. Zijn verzoek om verd. onmiddellijk
op vrije voeten te stellen werd door de recht
bank afgewezen.
De uitspraak werd bepaald op 14 December.
Aanvullingsontwerp bij de Kanier
ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot aanvulling
van de omzetbelasting 1933. Aan de memorie
van toelichting wordt het volgende ontleend
Vele fabrikanten hebben loopende contrac
ten na te komen, die zijn gesloten op een tijd
stip, toen er van omzetbelasting nog geen
sprake was en die dus bij het bepalen, van den
prijs met de omzetbelasting geen rekening heb
ben gehouden. De omstandigheid, dat zij door
hen verschuldigde omzetbelasting, niet op de
koopers kunnen verhalen beteekent voor hen
een belangrijke schade. De minister acht het
noodig deze niet-bedoelde gevolgen van de wet
te voorkomen. Dit kan naar zijn meening het
beste geschieden door in het algemeen aan
fabrikanten, die rechtstreeks aan anderen dan
fabrikanten en groot- of kleinhandelaren leve
ren, de bevoegdheid te verleenen de verschul
digde belasting te voldoen door gebruikmaking
van plakzegels overeenkomstig artikel 9 eer
ste lid. onder oplegging van de verplichting
om alsdan een gezegelde factuur uit te reiken.
Bestaat deze verplichting voor den fabrikant,
dan kan hij verhaal op den kooper uitoefenen
op grond van artikel 8.
De voorgestelde aanvulling heeft het voor
deel, dat zij niet alleen een oplossing geeft
voor moeilijkheden die zich in het overgangs
tijdperk voordoen, doch ook voor de duurzame
werking van de wet een regeling treft, welke,
naar den minister bekend is, door vele fabri
kanten wensehelijk wordt geacht.
Een tweede punt, dat bij de invoering der
wet aanleiding tot moeilijkheden geeft is het
volgende
Een fabrikant die tevens importeur is van
goederen, moet na de inwerkingtreding van de
wet van alle door hem afgeleverde goederen
omzetbelasting betalen ook van die welke hij
voor de invoering van de wet uit het buiten
land heeft ingevoerd, terwijl hij, die uitslui
tend importeur van de zelfde goederensoort
is de voor de invoering der wet ingevoerde
goederen zonder betaling van omzetbelasting
kan leveren Er dreigt dus ten aanzien van ge
lijke goederen een achterstelling van den fa
brikant-importeur bij dengene, die uitsluitend
importeur is. Deze ongelijkheid bestaat alleen
met betrekking tot de bij de inwerkingtreding
van de wet aanwezige voorraden. Zoodra de
wet werkt staan ingevolge het bepaalde bij art.
18 eerste lid sub 2 fabrikant en importeur ten
aanzien van de ingevoerde goederen op ge
lijken voet.
Het schijnt den minister wensehelijk deze
ongelijkheid weg te nemen door opneming in
de'wet van een overgangsbepaling.
De regeling inzake triptieken en carnets.
Naar aanleiding van een in de pers verschenen
bericht, waarin werd vermeld, dat een nieuwe
wet betreffende den tijdelijken invoer van mo
torrijtuigen in Frankrijk is aangenomen, deelt
den Koninklijke Nederlandsche automobielclub
het volgende mede:
Bedoeld ontwerp, dat weliswaar door de beide
-vertegenwoordigende lichamen is aangenomen,
doch eerst op nader te bepalen tijdstip in wer
king zal treden, brengt in de tot dusver bestaan
de regelingen inzake de triptieken en carnets
geen verandering. Het uitvoerend orgaan wordt
echter een eenigszins ruimere bevoegdheid toe
gekend den tijdelijken invoer bij besluiten nader
te regelen.
Tevens bepaalt deze nieuwe wet, dat met baar
ingang een rente verschuldigd zal zijn voor die
gevallen, waarin de rechten en taxes moeten
worden betaald. Deze rente zal worden bere
kend van den dag af, waarop het betrokken do
cument in Frankrijk voor ingang is afgeteekend.
Automobilisten, die voornemens zijn hun mo
torrijtuigen definitief in Frankrijk in te voe
ren, zullen dan ook goed doen, hiermede reke
ning te houden.
Tevens houdt deze wet een bepaling in, dat
na inwerkingtreding een bedrag van 50 francs
zal worden geëischt voor die triptieken of car
nets welke niet regelmatig aan de grens voor
definitieven uitgang zijn afgeteekend of in het
ongereede zijn geraakt. In het geval van mis
bruik van het grensdocument kan een boete van
vier maal het invoerrecht plus extra rechten
geheven worden.
Deze nieuwe wet werd 21 November j.l. aan
genomen en zal 6 maanden na dezen datum in
werking treden.
Goede vangst voor de politie.
Sedert eenige weken werd Voorburg onveilig
gemaakt door een. tweetal inbrekers, die her
haaldelijk en liefst in den vooravond bij af
wezigheid der bewoners zich toegang trachtten
te verschaffen tot de huizen. Vooral de lanen
der gemeente en de nuizen met een zij-ingang
werden het meest door de inbrekers bezocht.
Verschillende malen gelukte het hun dan ook
een goeden slag te slaan. Door de politie werd
een streng en regelmatig onderzoek ingesteld
met als gevolg, dat ook verschillende personen
worden aangehouden. Geen van allen bleek
evenwel de dader te zijn. De politie beschikte
dan ook over slechts enkele vage gegevens.
Alleen was zeker, dat het een tweetal inbre
kers betrof waarvan de een veel grooter was
dan de andere.
Totdat Vrjjdag j.l. bij een hernieuwde po
ging tot inbraak meer gegevens bekend werden.
Bij deze poging tot inbraak n.l. -in het per
ceel Laan van Heldenburg 39, werden de dieven
toen zij zich reeds in den zij-ingang van het
huis bevonden door een tegenover wonenden
buurman opgemerkt. Deze ging den bewoner
naast dit perceel waarschuwen en gezamenlijk
gingen zij op onderzoek uit. Inderdaad hielden
zich achter de deur van den zij-ingang twee
personen op, die zich evenwel zoo snel mogelijk
uit- do voeten maakten. Bedoelde bewoners had
den hen echter goed opgenomen en met. deze
nieuwe gegevens kon het onderzoek der po
litie nog meer worden verscherpt-.
Maandagavond omstreeks 8 uur zag een sur-
veilleerende agent in burger nabij de Hoeken-
burglaan, dat twee personen die vrij goed aan
het signalement voldeden, zich daar op eenigs
zins verdachte wijze ophielden. De agent ging
dan ook tot arrestatie van het tweetal over en
bracht hen naar 't politie-bureau. Hier werden
zij met de bovengenoemde getuigen uit de Laan
van Heldenburg geconfronteerd. Dezen herken
den in hen pertinent de personen die zich in
den zij-ingang van het perceel Laan van Hel
denburg zouden hebben opgehouden.
Bij nader verhoor door de politie bleken het
te zijn zekere L. en B. uit den Haag, beiden
goede bekenden van de politie.-Een-van hen
beeft reèds 30 jaren Ln de gevangenis doorge
bracht. Bij fouilleering werden verschillende
Ihbrekerswerktuigen op hen gevonden. De een
bleek bovendien in het bezit te zijn van een
revolver met scherp geladen. De aangehou-
denen ontkennen evenwel de t -inbraken tc
hebben gepleegd.
DIEFSTAL MET GEWELDPLEGING.
Dader tot twee jaar veroordeeld.
't Haagsche gerechtshof bevestigde het von
nis van de rechtbank, waarbij een 26-jarige
courantenbezorger wegens diefstal met geweld
pleging tot twee jaar gevangenisstraf werd ver
oordeeld. Do procureur-generaal had een jaar
gerequireerd.
De man was op den vroegen ochtend van den
17en Juni een woning in Zuid binnengegaan
naar hij beweerde stond het raam san de straat
open en had een portefeuille met f 5 weg
genomen. Op dat oogenblik kwam de bewoon
ster van het perceel, een verpleegster, de ka
mer binnen. Verd. had haar. bij de keel ge
grepen- en op den grond geworpen, waarna hij
vluchtte. Hij kon echter, later worden gear
resteerd.
Hollandsche biet even geschikt
als de Engelsclie
Ter vergadering van het waterschap Holland's
Noorderkwartier gaf de heer Visser uit
Santpoort een uitvoerige beschouwing over het
winnen van alcohol uit suikerbieten, welke
alcohol dan vermengd zou moeten worden met
benzine.
Bij de daarop gevolgde discussie is ter sprake
gekomen de commissie welke het Kon. Ned.
Landbouwcomité een jaar geleden ter bestu
deering van deze aangelegenheid heeft ingesteld.
Daar bleek, dat deze commissie nog niets gedaan
heeft, zegde op aandrang van de vergadering
het bestuur toe dat „Noorderkwartier" een com
missie zal instellen, aangezien men overtuigd
was, dat de Hollandsche biet hiervoor even
geschikt is als de Engelsche biet, die reeds voor
dit doel in hoeveelheden van millioenen K.G.
te Bergen op Zoom verwerkt wordt.
In verband met vischcontingenteering
naar Frankrijk.
De 29-jarige C. L. K. stond Donderdagmiddag
voor de Haarlemsche rechtbank terecht, ver
dacht van valschheid in geschrifte. Hem was
ten laste gelegd dathij als bedrijfsleider van
het IJmuidensch filiaal van een visscherij-
maatschappij in de maanden Juni en Juli j.l.
het aantal K.G. visch, dat naar Frankrijk ge
ëxporteerd was in zijn consignatieboek had
verhoogd, waardoor het opgeschreven kwan
tum visch grooter werd dan de Fransche af
nemers in werkelijkheid hadden ontvangen.
Toen door de contingenteering van Neder
landsche visch in Frankrijk de beschikbare
uitVoermogelijkheid' over de Nederlandsche
exporteurs verdeeld moest worden, moest ook
verdachte zijn cijfers betreffende den reeds
plaats gehad hebbenden uitvoer van visch naar
Frankrijk inzenden bij de visscherij-inspectie,
die echter deze cijfers om hun abnormale hoog
te, niet vertrouwde. Bij een controle door een
accountant is toen de vervalsching van de
cijfers ontdekt.
De president merkte op, dat ware deze ver
valsching niet ontdekt, dan had verdachte een
grooter deel van den uitvoer van Ned. visch
naar Frankrijk gekregen dan hem toekwam en
daardoor indirect zijn mede-exporteulrs be
nadeeld.
De officier van Justitie oefende scherpe cri-
'tiek uit op de handelingen van de exporteurs,
die toen de uitvoermogelijkheid van visch, ten
gevolge van de Fransche contingenteerings-
niaatregelèh óver hen moest verdeeld worden,
ontzettend hebben geknoeid. Er was geèri wijs
meer te worden uit hun cijfers, zoqdat de re
geering strenge maatregelen moest nemen..
Spr. achtte het ten laste gelegde bewezen en
vond het feit veel te ernstig dan dat hier een
voorwaardelijke veroordeeling zou. kunnen vol
gen. De eisch luidde zes maanden gevangenis-
sraf onv.
Verdachte erkende de valschheid in geschrif
te. Hij had er erg veel 'spijt van en zeide het
feit in overspanning te hebben gepleegd.
De verdediger mr." W. F. H. Zegers vroeg een
voorwaardelijke veroordeeling. Uitspraak 14
December a.s.
Omtrent dit ongeluk kan nog het volgende
worden medegedeeld. Het ongeluk had plaats,
toen eenige werklieden bezig waren met een
waterpers, waarin chemische stoffen worden
samengeperst, welke stoffen, waarvan de
samenstelling geheim is, plotseling kwamen de
ontploffen. De luchtdruk door deze explosie
was zoo hevig, dat de ramen uit de spanningen
werden gedrukt, deuren werden ontzet en een
muur scheurde, terwijl de twee werklieden,
die de pers bedienden meters ver werden ge
slingerd. Een van hen een zekere K. bekwam
hierbij, hoewel zijn kleuren in flarden rond
zijn lichaam hingen, slechts gering letsel. De
tweede echter de 21-jarige C. Nageikerke, werd
met zulk een kracht tegen een andere machine
geslingerd, dat hij vrijwel op slag werd ge
dood. Eenige andere werklieden kregen door
de rondvliegende chemische substantie brand
wonden aan handen en gelaat. Door den hevi-
gen knal kwamen van verschillende kanten
omwonende toegesneld. Behalve de officieele
autoriteiten werd echter niemand in de fabriek
toegelaten. Het lijk van den arbeider Nagei
kerke is naar het - St. Ignatiusziekenhuis te
Breda overgebracht.
Het Bredasche Parket onder leiding van den
Officier van Justitie mr. Graaf van Limburg
Stirum was spoedig op de plaats van het onheil
aanwezig tot het instellen van een onderzoek.
De boeg van de „Deutscldand" (Hapag)
die in de haven van TSetv-York botst
tegen de laveerende Munargo
COLLECTIEF CONTRACT IN HET
MEUBELBEDRIJF.
Door werkgevers opgezegd.
De Commissie van Vertegenwoordigers vaa
Werkgeversorganisaties in de meubelmakers-,
stoffeerders- en aanverwante bedrijven heeft
namens de door haar vertegenwoordigde bon
den, n.l. den Bond van Meubelfabrikanten in
Nederland en den Ned. R. K. Hanzebond van
Meubelfabrikanten enz. „St. Reinoldus", de col
lectieve arbeidsovereenkomst, welke 3 Maart
1934 afloopt, opgezegd.
KON. NED. HOOGOVENS EN STAAL-
I ABRIEKEN.
Ertsaanvoer belangrijk toegenomen.
In November werd voor de hoogovens te
IJmuiden eeoe hoeveelheid van 46.936 tons
ijzererts aangevoerd tegen 30.555 tons in de
zelfde maand van 1932. In de afgeloopen elf
maanden, van dit jaar bedroeg de totaal-aan
voer van deze grondstoffen voor dit bedrijf
424.676 tons of 58.173 tons erts mee rdan in het
gelijke tijdvak van het vorig jaar.
Gisterenmiddag omstreeks vijf uur heeft zich
op den lekdijk te Vreeswijk een drama afge
speeld, dat aan een persoon het leven heeft
gekost.
Op dien tijd bevonden zich nabij het peilbuis
op den dijk twee personen zekere Th. van H.
en zekere H. C. van S. beiden inwoners van
Vreeswijk. Vermoedelijk in verband mét een
stroopersaangelegenheid is oneefligh'eid ontstaan
tusschen beide mannen. Wat er precies gebeurd
is, is nog niet vast komen te staan, doch op
een gegeven oogenblik werd van S. met een
vijl of mes in de Buikstreek gestoken, waar
door hij levensgevaarlijk gewond werd.
De dader vluchtte daarna weg. Van S. kon
strompelend en met veel bloedverlies zijn-wo
ning bereiken, waar hij ineen zakte. Genees
kundige hulp was spoedig ter plaatse) doch
des avonds is het slachtoffer, gehuwd en vader
van vier kinderen, aan de gevolgen van de
bekomen verwondingen overleden.
Voor zijn dood kon van S. nog mededeelen,
dat hij door van H. was neergestoken. Da
dader is door de politie van Vreeswijk in zijn
woning gearresteerd. Op het gemeentehuis is
hem een voorloopig verhoor afgenomen, waar
bij hij bekende de daad te hebben gepleegd.
Het onderzoek wordt voortgezet. Het parket van
Utrecht is des avonds nog ter plaatse gekomen
om een onderzoek in te stellen.
Mishandeling van veroordeeldepi.
MAKASSAR, 30 November. (ANETAJ
De Krijgsraad alhier ving de .behandeling
aan van de zaak tegen den kapitein der infan
terie van der V., die er van beschuldigd wordt,
primair dat hij op patrouille zij ndé iq, Maart
1932 een dwangarbeider dusdanig had doen
mishandelen dat iJe dood gevolgd js, ën subsi
diair mishandeling in'of habij zijn woning van-
diverse veroordeelden op. diverse tijdstippen
in 1932.,
Beklaagde V.' ontkent het" hem .primairten
laste gelegde en bekent voor een. gedeelte, het
hem subsidiair ten laste,gelégde.
Vervolgens worden drie militaire, getuigen
voorgeleid. Hun verklaringen komen er op. neer
dat de bedoelde dwangarbeider tijdens, de. pa
trouille herhaaldelijk en óp last van bèklaag-
de met den rottan werd geslagen. Somtijds
werd hij aan een boom vastgebonden en som
tijds over de pikolon gelegd en dan met een
rottan geslagen.
Beklaagde ontkent dit. Hij zegt dat hij slechts
tweemaal heeft laten slaan en hij verklaart
voorts dat de mishandelde dwangarbeider een
maal heeft getracht de wapens van de militai
ren der patrouille te vermeesteren. Verder had
beklaagde den indruk dat de dwangarbeider
onwillig was meegegaan met de patrouille.
Eerst gedurende de laatste twee dagen van den
patrouilletocht kreeg beklaagde den indruk, dat
de man ziek. was.
In deze zaak zullen 41 getuigen worden, ge
hoord.
Bü uitwijken omgeslagen.
Gisteravond is op het stationsplein te Amèrs-
foort een vrachtauto, Welke beladen was met
kippen, bij hét plotseling uitwijken voor een
wielrijdster, omgeslagen.
Twee der inzittenden werden uit de cabine
geslingerd en bekwamen een hoofdwonde. Ze
kere v. Doom, woonachtig te Woerden, die
boven op de kisten met kippen zat, werd even
eens van de auto geslingerd, waarbij hij een
zware hersenschudding opliep)
In den afgeloopen nacht is hij aan de ge
volgen hiervan overleden.
Het vuur kon niet worden bereikt.
Het personeel dat gisterenavond werkzaam
was in de stokerij van de N.V. Bertel's olie-
fabrieken gevestigd aan den Omval, bemerkte,
dat er broeiing was ontstaan in een koker van
de 26 meter hooge silo, die gevuld was met
zonnebloempitten, waaruit olie geperst wordt.
Deze pitten worden na te zijn uitgeperst, ge
droogd, en als kippenvoer verkocht. Op Welke
hoogte het vuur zich bevond kon niet worden
vastgesteld, daar de koker .geheel van beton
Is gemaakt, zonder eenige opening:in het mid
den. Er hing over het geheele terrein een ver
stikkende walm en af en toe kwamen'stukken
vuur te voorschijn. De brandweer, die van het
gebeurde in kennis was: gesteld, kwam spoedig
met twee motorspuiten voor de brug van het
uitgestrekte complex, waar de fabrieken ge
legen zijn. De hoofdbrandmeester, de heer
Hartdorff, dié zich nog bij den brand in de
Czaar Peterstraat bevond, begaf zich vandaar
naar den Omval, om de leiding van de blus-
schingswerkzaamheden te nemen.
Bij het onderzoek, dat de brandweer instel
de, en waarbij ook de directie der oliefabriek
aanwezig was, oordeelde men het beter, geen
gebruik van water te maken, daar het gevaar
niet denkbeeldig was, dat, wanneer er water
in den koker zou gespoten worden, dan het
gevaarte zou barsten.
Wel bracht men een slang in gereedheid, die
bij het uiteinde van den koker in reserve werd
gehouden. Onder toezicht van de brandweer
begon het personeel daarna langzaam den
koker van onderen leeg te halen. Op deze wijze
hoopte jnen na eenige uren het vuur, dat dan
vanzelf naar beneden zou zakken, te kunnen
bereiken.
Daar gevaar voor uitbreiding njetle-vreezen
was, zjjn de motorspuiien toeci ingerukt.