■Hl DE H. BERNADETTE SOUBIROUS. NOODLOTTIGE BRAND TE DEN HAAG VRIJDAG 8 DECEMBER 1933 HET VRIEST WEER. HET VERBORGEN LEVEN VAN ZUSTER MARIE-BERNARD. De apotheose in den St.' Pieter Bernadette Soubirous. 125 BISSCHOPPEN EN DUIZENDEN ANDERE PELGRIMS TE ROME. PROF. DR. F. LIGTENBERg t. EM.-PASTOOR J. J. PETERS, t Op weg naar een ijs-Zondag BANEN OVERAL WEER OPEN. DE UITVAART VAN DE „TROMP". Het pantserschip op het Pernisser kerkhof aangekomen. In de ingewanden van den oorlogs bodem. „DE GEMEENSCHAP". OOK DE VADER DER KINDEREN OVERLEDEN. Verklaringen van den heer Löwi. HET GEFINGEERDE AUTO-ONGEVAL BIJ SLIEDRECHT. Vrijgelaten doch weer gearresteerd. HEDEN HAD DE HEILIGVERKLARING PLAATS VAN BERNADETTE SOUBIROUS. Haar stoffelijk overschot in het convent van St. Gildard te Nevers, waar zij haar laatste levens dagen heeft doorgebracht. HET BLUSSCHINGSWERK VAN DEN BRAND, waarbij drie personen om het leven kwamen, terwijl gisterenavond één der zwaargewonden eveneens is overleden. (Van onzen correspondent.) Toen heden het feestlicht van Sint Pieter, in de gansche Kerk in den bovennatuurlijken glans van de nieuwe heilige ging opvlammen, gingen de gedachten terug naar de bergweide van Bartrès, waar zij het vergeten herderin netje was, naar het „cachot van Lourdes", waarin haar jeugd kreunde, naar de grot van Massabielle, waar zij uitverkoren werd de vertrouwelinge der Hemelkoningin te zijn. Heilig I Dat nederigste, armzaligste der bergkinderen, dat, op den drempel van het klooster ondervraagd: waar zijt ge toe in staat, met de zelfkennis van den maagdelijken een voud onbeschroomd bekende: „Tot niets". En zoo men haar gewaagd zou hebben: „Wat hebt gij gedaan", dan had men verzekerd kunnen zijn van haar verwondering over zulk een vraag en van haar antwoord: „Ik Niets". Toch was het de Moedergods zelve, die haar hoffelijk was komen verzoeken Haar bood schapster bij de wereld te willen zijn, om te bevestigen, dat wat de Kerk omtrent Haar Onbevlekte Ontvangenis uitsprak, van allen tijde in Gods bestel was neergeschreven. Bemadette heeft haar boodschap volbracht en is haar weg, dien van het vergeten her derinnetje en de sprokkelaarster gegaan en geen woord is van haar bekend, door hetwelk zij zich op haar uitverkorenschap heeft laten voorstaan. Hier komt ons weer het gelukkig woord van Gaetan Bemoville voor den geest: Zij heeft in het wonder gestaan, zonder haar gewone zijn te verlaten; zij heeft de bovennatuurlijke last geving ondergaan, en is na haar Boodschap haar weg, dien van het nederigste, ziekelijke kind gegaan, zelfs den glans der grot van Mas sabielle achter zich latend. Zij zelf wil verge ten worden en inderdaad weet de wereld wel dra niets meer van haar, en kan deze alleen nog haar naam uitspreken in verband met wat te Lourdes gebeurd is en voortgaat te gebeu ren. En toch zal zij Bemadette van Lourdes heeten. Maar de heiligen zijn er ter navolging. Daar voor is ook Bemadette ons geschonken. Ber- nadette voor de Grot van Lourdes vervult een passieve rol. Ze is er de uitverkorene. Als zoo danig kunnen we haar benijden, niet volgen. En zelfs in den loop van den tijd zullen wei nigen haar volgen. Wat ons ter navolging wordt voorgehouden, is niet de passieve Bemadette, maar de actieve, zij die reeds te Lourdes en nog tijdens de Verschijningen het voorbeeld van subliemen eenvoud en reine nederigheid gaf en die weldra met het verwisselen van de Grot voor het klooster van Nevers den levens opgang ondernam in een sublieme activiteit der ziel en, in versterving, overgave en gebed, een waren kruisweg heeft afgelegd die haar gevoerd heeft tot de eeuwige aanschouwing van Haar, Die haar eens in te vluchtige oogen- blikken was verschenen. Bemadette van Lourdes is Soeur Marie- Bemard van Nevers geworden en wij herha len eenige woorden, reeds eerder in een „levensbericht" neergeschreven: „De Kerk wil, dat, starend op het geluk van de sprokkelaar ster voor de grot van Massabielle, wij ook de postulante, die den 7den Juli 1866 in het no viciaat van Nevers haar intrede deed, volgen bij die langzame verovering, waarin geen glimp van aardschen luister ooit verscheen en gedurende welke alle feiten haar nederigheid bewaren, tot op dien dag der Goede Week van 1879, waarin zij, na de meest menschelijke klacht van het Kruis te hebben geslaakt, in geur van heiligheid het eeuwige Leven won." De Bernadette-literatuur is reeds een zeer uitgebreide. Tal van geestelijke schrijvers, tal van gevierde persoonlijkheden uit de letteren hebben over Bemadette geschreven en ge tracht ons haar leven te doen kennen. Van haar jeugd, tot op dien Februaridag van 1858, dat de H. Maagd haar voor de eerste maal ver scheen, moeten zij met enkele regelen vol staan. De rest is slechts literatuur. Onge twijfeld zijn van de feiten van dat jaar de do cumenten vervuld, maar voor wat Bemadette van Lourdes zelf betreft, doen zij ons slechts een soms obstinaat, vaak schalksch, altijd een voudig, nooit bespiegelend, altijd spontaan kind van het Pyreneeënras kennen, dat zich van haar makkertjes slechts onderscheidde door een al zeer zwakke gezondheid. De indruk, die domineert, is echter die van haar kinderlijkheid en daarnaast, die van haar gansch eenvoudige godsvrucht en nederigheid. Zij bestraft haar broertje zwaar, als deze eenige penningen heeft aangenomen om een dame het „kind van 't wonder" te toonen. Ze is daarmee geheel het kind der Soubirous, voor wie het een groote verdienste is, dat zij nim mer stoffelijk voordeel hebben gezocht in de hemelsche bevoorrechting van hun dochtertje. Als later op bescheiden wijze voor de dood arme familie wordt gezorgd, dan is het, omdat pastoor Peyramale en de bisschop van Tarbes de uitverkoren familie uit een waren nood druft willen redden. Bij alle verhooren strijdt Bemadette onbe vangen voor de waarheid, doch geen woord is bekend, waardoor ze zich laat voorstaan. Als ze opgenomen wordt door de zusters van het ziekenhuis, dan is het om haar te beschermen tegen de begrijpelijke en gevaarlijke nieuws gierigheid der menigte en om haar ziek lichaam te doen verzorgen. Ze wordt zoo wei nig als uitverkorene behandeld, dat de verhoo ren vaak ware martelingen zijn. Zelfs als later kerkvorsten haar willen ondervragen, zoekt zij te vluchten. En als ze met den eerbied, haar uitverkiezing verschuldigd, wordt bejegend, verschrikt haar dit, meer dan dat het haar ont roert, terwijl niet de minste fierheid aan den dag treedt I Het eenige, waarvan zij en eerst veel later, blijk wil geven, is van haar verlangen naar het klooster. Maar de Karmel, welke haar keuze is, moet voor het zwakke kind gesloten blijven. Slechts tot de nederigste werken is zij in staat en toch disputeeren de congregaties om haar onder heur postulanten te tellen. Het lijkt wel, of het toeval op toeval is, waarom zij bij de zusters van het Hospice" blijft. En het schijnt eenzelfde toevar, als de congregatie der Zusters van Nevers wordt gekozen, die, tot welke de zusters van het Hospice van Lourdes behooren, als toevlucht èn voor haar eenvoud en simpele vermogens, èn voor haar deernis waardig lichaam. Ongetwijfeld is Bemadette van de grot van Massabielle losgescheurd moeten worden. Haar gehoorzaamheid is daarbij niet te kort gescho ten, maar beproevingen, en zware, zijn haar nimmer bespaard gebleven, want zij werd in staat gesteld groote verdiensten voor later te vergaren. Op reis naar Nevers is zij kinderlijk, maar zeker niet onnadenkend en als de treinenloop een oponthoud te Bordeaux toelaat en zij goud- vischjes ziet, vraagt zij, die zich binnen de kloostermuren gaat opsluiten en die reeds de eenzaamheid van het klooster heeft gekend, hoe het mogelijk is, dat die diertjes in een kom opgesloten kunnen blijven leven. Voor biografen loopt bij aankomst te Nevers het terrein ten einde. Het geheugen van de Moeder van het noviciaat, van een Moeder overste, die bovendien enkele brieven heeft bewaard en de cahiers van „een der leerlingen uit Lourdes", het geheugen van enkele door luchtige bezoekers, de souvenirs van zusters, waarvan er enkele nog in leven zijn, werden op een zware proef gesteld, toen een moeder overste de geschiedenis van Bemadette in het klooster van Nevers heeft te boek gesteld, en zij die sindsdien schrijven, zijn op de gege vens aangewezen, die niet veel bladzijden in nemen. En toch verschijnt dit kloosterleven als een aangrijpende passie. Als Bemadette in het klooster aankomt, dus weinige dagen na den 7den Juli 1866, laat de moederoverste, die haar ontvangen heeft met een: „Wat kunt ge hier doen?", dat onheusch wilde zijn, haar het re laas der gebeurtenissen te Lourdes opschrijven. Het wordt aan de gemeenschap van het moe derhuis voorgelezen in afwezigheid van Ber- nadette. Zusters en novices krijgen den on- verbiddelijken last nimmer met Bemadette over Lourdes te spreken. Ook mgr. Forcade, van gelijke voorzichtig heid als de moederoverste wil voor Bema dette slechts versterving, nederigheid en zelf verloochening. Zij wordt te werk gesteld bij het gewoonste keukenwerk. Later in de zie kenzaal, waar zij zoo dikwijls de zieke is. Haar „verzet" waren de plechtigheden in de kapel, en later nam de moeder-overste haar op som mige zeer schoone dagen in een rijtuigje mee, om de altijd lijdende postulante de weldaad der schoone omgeving te bezorgen. Doorgaand is Bemadette in Saint-Gildas de „pilier de l'infirmerie" geweest, zooals de moeder-overste voor de toelating te Nevers reeds gevreesd had. Maar ook als een vleugje gezondheid eens toeliet, dat zij zich onder de zusters en de postulanten begaf, dan was er niets wat haar kon doen opmerken. Als er nieuwe postulan ten aankwamen, die wisten dat Bemadette in het Moederhuis der Zusters was, dan brandde natuurlijk de vraag: „Waar is Bemadette", wie is die uitverkorene. En als ze dan tersluiks werd aangewezen, dan was het meestal een zichtbare verbazing, zooals die uitgedrukt werd tegenover de moeder-overste door een pas aan gekomen postulante: „Die? is dat alles?" En als men Bemadette eens tot spreken kon bren gen, dan was het om van haar te hooren: „Hoe wilt ge een steen doen spreken". Maar zusters hebben altijd gezegd, dat de zwijgzaamheid van Bemadette niet anders was dan de hardnekkige en fiere ingekeerdheid der bergbewoners was. Zij wilde het geheim van haar innerlijk niet overleveren. Wanneer dan ook de Moeder-Overste ons in staat stelt om nog met enkele zusters die Bemadette gekend hebben te spreken, dan brengt ons dat niet verder om iets van haar leven te Nevers te vernemen. Ze zijn zoo vaak ondervraagd en ze hebben wel een cliché om de vragen niet on beantwoord te laten. Maar om iets omtrent haar te weten zijn we aangewezen op de supe rieure van het noviciaat, die haar onder haar onmiddellijke hoede had, een moeder-overste, die veel heeft opgeschreven en de correspon dentie. En wat daarin het meest treft, is de ongekunsteldheid en de eenvoud, de volkomen berusting, de medidatieve geest die op het Kruis van Jezus' Lijden is gebogen, haar voortdu rende inspanning en gebed om haar ziekten goed te gebruiken, als offer aan den Gekrui sigde opgedragen. Hoe is zij met Maria blijven verkeeren? 'tls haar geheim gebleven. Wij weten alleen, dat zij het zoete beeld ,n zich is blijven dragen en met de echtboersche vrij moedigheid haar onthutstheid toonde, toen zij, nadat de kloostertuin van Nevers een Lourcies- grot had gekregen, het beeld zag waarmee een twijfelachtige kunst had pogen uit te drukken wat zij achttien maal had mogen zien. Bemadette te Neversals wij haar leven willen aanvoelen, moeten we de voormalige ziekenzaal bezoeken, de eenvoudige kamer, die thans geheel aan de Bernadette-herinnerm- gen is gewijd. Daar kunnen wij ons voorstellen, hoe ze geleefd heeft, zelf ziekeverzorgster doch meest verzorgde. Daar is de fauteuil onaan geroerd gelaten, waarin ze haar laatsten strijd heeft gestreden. Daarvoor staat nog het bankje, waarop het zieke been rustte. Daar komt men als van zelf tot de overweging van net Heilig Lijden, en men weet, dat dit haar laatste ge dachten in deze wereld heeft beheerscht Daar ontving zij op den Woensdag van de Goede Week, den 16den April 1879 de H. Sacramenten der Stervenden. Aan een zuster die haar vroeg, of zij veel leed, antwoordde Bemadette: „Dat alles is uitstekend voor den Hemel". Als de moeder-overste haar zegt: „Gij zijt nu op het Kruis", strekt Bemadette haar armen uit en zegt: „Mijn Jezus, ik bemin U". Omstreeks drie uur hoort Mère Nathalie Portat, die haar bijstaat, een zwakke klacht en de woorden „Ik heb dorst!" Zij vraagt nog maals vergiffenis aan de assistente voor alle moeite die zij haar gegeven kan hebben. Men geeft haar te drinken, doch zij bevochtigt slechts de lippen. Met ontróerenden nadruk maakt zij het Kruisteeken. Dan hoort men nog „Heilige Maria, MoedergodsV. Eenige malen en steeds zwakker, hoort men herhalen: „arme zondares, arme zondaresHet is juist kwart over drie, als de ziel het lichaam verlaat! De uitvaart moest eenige malen verschoven worden om den toevloed des volks, dat in Saint-Gildas een „laatsten blik" op de uitver korene wilde werpen. Toen het stoffelijk over schot grafwaarts werd gedragen naar een kapel in den kloostertuin, had een kind een kransje van Meizoentjes op de baar gelegd. De moeder overste zei daarvan: „Soeur Maria-Bernard moet wel glimlachen voor de naieve hulde van een kind, en dat kind zal niet geweten hebben, dat die nederige bloemetjes, meer nog dan de blanke lelies zoo goed symboliseerden, dat de nederige religieuse is geweest, eenvoud, ver nedering en zuiverheid." Thans kan het volk weer toestroomen en op het zoo merkwaardig bewaarde stoffelijk over schot staren. Bemadette van Lourdes heeft door Bemadette van Nevers de eer der altaren ver worven. En wat reeds de eenvoudige dorpe lingen van Lourdes in 1858 deden, heeft de Kerk thans gedaan: Zij laat ons de tusschen- komst inroepen van de Heilige Bemadette. Een bijzondere gunst. Door een bijzondere beschikking van den H. Vader is het aan de jongemeisjes uit de Pyre neeën, die tot de audiëntie ter gelegenheid van de heiligverklaring van Bemadette werden toegelaten, toegestaan haar landelijke dracht, de capulet te dragen, zooals ook Bemadette, het deed, toen zij zich voor de grot van Massa bielle bevond en de H. Maagd haar verscheen. Ter gelegenheid van de heiligverklaring van Bemadette Soubirous, welke hedenochtend in de St. Pieterskerk plaats had, waren 125 bis schoppen, 20.000 Fransche pelgrims en duizen den bedevaartgangers uit Spanje, Duitschland, België, Oostenrijk en Mexico te Rome ge komen. Plechtige uitvaart en begrafenis. Gistermorgen heeft te Katwijk de plechtige uitvaart en de begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van Prof. dr. R. Ligtenberg. Te 10 uur werden in de kapel van het St. Willibrordus missiecollege de plechtige Lau den gezongen; daarbij was agens de Zeereerw. pater drs. B. de Goede, directeur der R.K. H. B. S. te Leiden, met assistentie van de Zeer eerw. hooggeleerde heeren Prof. dr. Gerlach Roven te Utrecht en Prof. dr. Des. Fx-ansen te Nijmegen resp. als diaken en sub-diaken. Cantores waren de weleerw. paters L. Zon derman en P. Geise. Na de Lauden werd door den hoogeerw. pater Regalatus Hazebroek, Custos der Pro vincie en waarnemend Provinciaal de plech tige H. Mis van Requiem opgedragen met de zelfde assistentie als by de Lauden. Als ce- remoniarius fungeerde de weleerw. pater P. Mikx. Onder de vele aanwezigen merkten we op namens de Universiteit te Utrecht Prof. dr. W. Vogelsang hoogleeraar in de kunstgeschiedenis en directeur van het kunsthistorisch instituut te Utrecht. Verder mr. dr. R. Beaufort, assis tent aan hetzelfde instituut; Prof. dr. A. K. Noyons hoogleeraar te Utrecht; Prof. G. Schnij- ders hoogleeraar in de kunstgeschiedenis te Amsterdam. Onder de geestelijken merkten we o.m. op den zeereerw. pater dr. S. van Egmond secretaris der Provincie, mr. E. v. d. Helm rector van het Gymnasium te Venray, pater E. v. d. Snoek gardiaan te Woerden, pastoor Megens uit Woerden, pastoor Rijnenberg uit Haarlem, pastoor Beukes uit Leiden en tal van Ordebroeders, uit verschillende plaatsen. Ten slotte waren nog aanwezig pater W. Schmitz namens de Zusters uit de Kanaalstraat te Utrecht, waar de overledene gewoond heeft en afgevaardigden van de R. K. Studenten ver- eeniging „Sanctus Virgilius" te Delft, waarvan Prof. Ligtenberg eerelid was. Na de H. Mis werd de absoute verricht door den zeereerw. pater W. Blom rector van het College. Daarna had de begrafenis op het kerkhof in den kloostertuin plaats. In den ouderdom van 72 jaren is te Elden op huize „Oosterveld" overleden de Zeereerw. heer J. J. Peters, emeritus-pastoor van Irnsum (Friesland). EERW. ZUSTER EVELINE f Gisterenmiddag is het kwik weer gedaald en weldra was de dooi weer in vorst verkeerd. Zij het voorloopig dan nog een beetje menschelijker dan de eerste dagen. Heeft de Bilt Woensdag gelijk gekregen, toen zijn voorspelling van Maandag, dat nog twee dagen de kou zou aanhouden, in vervulling ging, de „weei-makers" kunnen thans dus weer op een nieuw succes bogen. Overal zijn gisteren alweer de schaatsen on dergebonden en vol vertrouwen op wat de nacht verder zou brengen hebben vereenigings- besturen al bekend gemaakt, dat aangekondig de wedstrijden in elk geval doorgaan. Na aanvankelijk lichte vorst tot tem peratuur om het vriespunt luiden de vooruit zichten voor de verdere toekomst: „aanhouden de vorst". Kampioenschap van Zuid- Holland. Het bestuur van de ijsclub Kralingen te Rot terdam verzoekt ons mede te deelen dat de op heden aangekondigde kampioenschapswed strijden van Zuid-Holland in het hardrijden voor amateurs, welke op haar banen onder aus piciën van den Koninklijken Nederlandschen Schaatsenrijdersband worden verreden, in elk geval doorgaan. Gisterenmorgen heeft men nogmaals gepro beerd het Eamskanaal voor de stoomvaart open te breken. In verband met het opnieuw inval len van de vorst zijn deze pogingen des mid dags beëindigd. De overige kanalen blijven eveneens voor de scheepvaart gesloten. Verkeer over de rivieren- De K. N. A. C. deelt mede, dat ten aanzien van het verkeer over de verschillende rivieren en dergelijke de toestand van Donderdagmid dag 5 uur was als volgt: De overgang is normaal voor de volgende ponten, veren en schipbruggen: Amerongen- Eck en Wiel; Arnhem, Schipbrug; Culemborg- Sohalkwijk; Deventer Schipbrug; Doekburg Schipbrug; Dordrecht-Zwijndrecht; Dordrecht- Papendrecht; Gorinchem-Sleeuwijk; Moerdijk; Numansdorp-Willemstad; Nijmegen-Lent; Rhe- nen-Lienden; Tiel-Wamel; Vreeswijk-Vianen (schipbrug); Wageningen; Zijpe-Anna Jacoba; Pannerden-Doomenburg en Schoonhoven-Gel- kenes. Schipbrug Empel-Hedel weggenomen. Over tocht per veerpont. Verkeer gestremd: Veer Alblasserdam-Rid- derkerk (alleen des nachts) en stoombootdienst Enkhuizen-Stavoren. Gelijk medegedeeld, was het pantserschip „Tromp" aan de N.V. Simon's Scheepsslooperij te Pernis voor de som van ruim f 54.000 ver kocht. Woensdagmiddag is de „Witte Zee" van Smit's sleepdienst den ouden oorlogsbodem in Den Helder gaan halen. Met verrassende snel heid heeft de sleeper zijn taak volbracht. Om 2 uur gisternacht was de sleep reeds voor den Waterweg, welke om half vier werd opgeva ren. Omstreeks 6 uur was de „Witte Zee" met de „Tromp" voor de sloophaven van Simon's zon der dat zich eenige stagnatie of bijzondere ge beurtenis had voorgedaan. Enkele menschen van Simon's hadden de reis op de „Tromp" meegemaakt. Met drie sleepbooten tenslotte is het groene, reeds afgetakelde oorlogsvaartuig op het ijzer kerkhof gedeponeerd. Deze plaatsing eischte nogal manoeuvreeren, doch om zeven uur iag de „Tromp" precies tusschen twee andere grootheden, n.l. de „P. C. Hooft" en de „Gro- tius". Natuurlijk zijn we nog aan boord van het weleer zoo gevaarlijke oorlogsmonster geklom men, dat daar nu ligt als een lamgeslagen leeuw. De oorlogsbodem vertoont weinig elegants meer. Pantserplaten zijn al afgerukt, stangen verbogen. De dekken hebben een aanblik, als of de „Tromp" in een hevig gevecht gewikkeld is geweest. In de ingewanden heerscht een nachtelijk duister. Een zaklantaarn doet wat licht spelen in de gangen, op koperen buizen. Boven ons buldert de wind, die zich ook een uitweg perst door raampjes en kokers. Op eens staan we voor een deur met het opschrift: „Niet binnen zonder kloppen." De kanonkoepels blijken omvangrijke ge pantserde toren met 'n hoogte van 5 M., 'n dia meter van 5 M. en een platendikte van 15 c.M. Heel diep onder in de schuit treffen we den heer Simons. Hij zwerft daar rond met een magneet. Hij maakt daarmee berekeningen, want hij verschilde bij de inschrijving niet minder dan 16.000 gulden met den volgenden sollicitant. De heer Simons glundert echter. Hij krijgt gelijk. Er zit voor een behoorlijke waarde aan en in het vaartuig. Het gaat buiten het koper en brons vooral om het nikkeistaai, o.a. in de kanonnen en de koepels. Er is staal met 5 pCt. en zelfs met 25 pCt. nikkel. Alleen de twee kanonkoepels wegen elk ver over de 80 ton. Met de afbraak wordt direct begonnen, want in Februari moet het reeds verkochte nikkel- staal afgeleverd worden. We verdwijnen van boord in de verwachting, dat de „Tromp" zich rustiger zal houden dan de „Hooft". De ook aangekochte torpedoboot Z IV komt de volgende week naar Pernis, niet over zee. doch binnen door. Vermeld dient nog, dat de Pernisser politie gistermorgen op de „Tromp" een onderzoek naar de aanwezigheid van kruit heeft inge steld. Er werd echter niets gevonden. Omtrent den brand te 's Gravenhage kunnen wij nog melden, dat de heer Löwi die in deemiswekkenden toestand, met vele brandwon den in het ziekenhuis werd opgenomen in 't bijzijn van den medicus aan den politiecom missaris Kramer eenige inlichtingen heeft kun nen verstrekken. Hij heeft de zorg voor de gasradiateuren in de verschillende kamers van het perceel per soonlijk op zich genomen; iederen ochtend omstreeks acht uur placht hij die radiateuren te ontsteken. Naar zijn beste weten had hij dat ook gisterochtend op normale wijze gedaan, nJ. door eerst het steek vlammetje te gebrui ken. Daarop was hij naar beneden waar zich het atelier bevindt gegaan om het werk te verdeelen voor de meisjes. In de gang terug gekomen ontdekte hij, dat er op de le etage brand was. Zijn echtgenoote had in tusschen eveneens onheil bemerkt en riep hem toe, dat het gas- rnoest zijn ontploft; zij begaf zich ijlings naar beneden en sloot de hoofdkraan van het gas af. Haar echtgenoot snelde naar boven om te trachten de kinderen te redden. Toen zijn vrouw eveneens weder naar boven wilde gaan. bleek het vuur zich reeds dit ging alles schier ongelooflijk snel in zijn werk te heb ben uitgebreid tot de trappen en de gangen, zoodat zij noodgedwongen beneden moest blij ven. Haar man bekwam bij zijn pogingen tot redding hevige brandwonden en moest helaas zijn reddingsarbeid staken. Daarna is hij aan de achterzijde uit wanhoop naar beneden gesprongen. Mevr. L. is tenslotte toch nog weer naar bo ven gehaald, doch zag zich den toegang tot het kabinet afgesneden door het vuur. Door een achterkamer heeft zij toen het balcon op de tweede etage weten te bereiken, vanwaar zij is gered. Ook de heer Löwi overleden. Nader vernemen wij, dat de heer Löwi gisterenavond in het ziekenhuis is overleden. Nog een derde geivonde- Behalve den heer Zalm, die aan de voorzijde op straat sprong, waardoor hij ernstige kneu zingen bekwam, is ook diens broeder gewond geworden. Dpze zou aan de achterzijde door buren, die hem een stok hadden toegereikt, worden gered; toen hij zich echter langs dien stok naar een platje wilde laten glijden, brak de stok, zoodat hij in den tuin viel en eenige fracturen bekwam. De toestand van den heer Salm was heden naar omstandigheden redelijk. De heer Salm bracht een vrij rustigen nacht door De toestand van de overige gewonden is naar omstandigheden bevredigend. Hoe het vuur ivocdde. De knipkamer is totaal uitgebrand. Het vuur vrat in de rollen stof in en maakte langdur.ge nablussching noodig. Ook het daarboven gele gen woonvertrek is een ruïne, waar de vlam men het meubilair en de wanden geducht heb ben geteisterd. De vlammen sloegen door de separatie maar hebben toch de slaapkamer op de tweede verdieping op het balcon waar van de bewoners van het oude, groote heeren huis hun toevlucht hadden genomen niet geteisterd. Alleen door de hitte is de verf van het hier boven op de zolverdieping gelegen kamertje van de dappere Paula Becker .geheel geblad derd. Het trapgat van de eerste naar de tweede verdieping draagt er alle sporen van, dat hier een niet te doorkomen vuurzee heeft gewoed. Het stucwerk is overal afgebrand en de trap leuningen zijn verkoold. Op de eerste étage heeft het aan de achter zijde niet gebrand, maar de waterschade is uiteraard groot. Ook in het gelijkvloers gelegen atelier en magazijn stroomde het water naar beneden. Het hout van de raamlijsten is volkomen verteerd en een raam van de belendende woning is door de hitte gesprongen. Vijftien tot 20 minuten nadat zij haar werk was aangevangen, had de brandweer, die vijf stralen gebruikte, den brand onder de knie. De nabiussching vorderde geruimen tijc1 Daarbij bleek, welk een geweldige trek er in dit tegen over den hoek van de Laurens Roealstraat ge legen huis staat, een factor, welke de felheid van den brand aannemelijker maakt. Een groote menschenmenigfe was op het ter rein van den brand saamgestroomd doch werd door de politie op een afstand gehouden. De ateliermeisjes, Duitsche en Hoilandscne. kwa men door den brand zonder werk, doch heb ben, daar het in het atelier niet brandde, geer eigendommen verloren. Het oudste ateliermeisje vertelt Over het noodlottig gebeuren vertelde bet oudste der ateliermeisjes, de 29-jarige mejuffr. A. Sliep het volgende: Op het atelier, dat par terre is gelegen, waren de twaalf meisjes reeds sinds acht uur aan den arbeid. Kort na den aanvang bemerkten zij, dat er rook in het huis hing, die blijkbaar van de bovengelegen suite kwam. Mejuffrouw Sliep begaf zich naar boven om mevrouw te waarschuwen, die echter op hetzelfde moment in haar nachtgewaad op de tweede etage reeds aan de trap stond en om hulp gilde. Mejuffrouw Sliep is toen onmid dellijk de brandweer gaan opbellen en waar schuwde de meisjes, zoo spoedig mogelijk het perceel te verlaten. In minder dan geen tijd was de vuurzèe reeds van dien omvang, dat de toegang van de eerste naar de tweede etage door de vlammen volkomen werd afgesneden. Ook sloegen de vlammen door de ramen op de eerste etage reeds naar buiten. Op de tweede verdieping bevonden zich toen nog de heer en mevrouw Löwi, een zuster van mevrouw Löwi, n.l. de 18-jarige mejuffrouw Paula Becker, de beide kinderen van het echt paar Löwi en een compagnon van den heer Löwi, de heer Salm, die onlangs daar was komen inwonen. De andere compagnon van den heer Löwi, de heer Hirschland, woont te Voorburg en was bij den brand niet aanwezig. Aan de tuinzijde had een tuinman van de buren reeds pogingen gedaan om met een lad der de tweede etage te bereiken. De ladder bleek echter te kort, zoodat deze poging, om hulp te verleenen, niet slaagde. Weinige minu ten later was de brandweer in actie, doch zij zag geen mogelijkheid om langs de trap de tweede verdieping te bereiken. Met den ladder wagen aan de voorzijde kon evenmin hulp worden verleend, omdat zoowel de eerste als de tweede verdieping een geweldige vuurzee was. Aan de achterzijde is toen het zeil gespan nen, waarin twee personen, n.l. mevrouw Löwi en een inwonende zwager werden opgevangen. De heer Löwi zelf is uit de tweede etage in den tuin gesprongen en liep daarbij een been breuk en inwendige kneuzingen op. Hij werd, zooals gemeld naar het gemeentelijk ziekenhuis aan den Zuidwal opgenomen, waar heen eveneens de heer Salm was vervoerd, die aan de voorzijde van de tweede etage op straat was gesprongen en een bekkenfractuur had bekomen. De brand werd gebluscht met vijf groote stralen. Gerechtelijk onderzoek, In den loop van den ochtend is het parket nog ter plaatse geweest tot het instellen van een onderzoek, dat van politiezijde door com missaris Kramer en inspecteur Paul werd ge leid. Naar wij vernemen is gisterenmiddag door den officier van justitie, mr. P. R. Blok, ver gezeld van den rechter-commissaris Mr. Wery, in het perceel Daendelsstraat 26 een gerechte lijk onderzoek naar de oorzaak van den brand ingesteld. De radiateur, waarvan wordt aangenomen, dat deze den vuurhaard veroorzaakte, is door de politie in beslag genomen en ter onderzoek aan den hoofdingenieur der gemeente gasfa briek, den heer W. G. F. Wentink, overgegeven. In het justitieel onderzoek omtrent dezen brand is sectie-onderzoek op de lijken der slachtoffers inbegrepen. IVordt van L. uitgeleverd De Officier van Justitie heeft, zooals ge meld, uitlevering uit België gevraagd van van L., die een half jaar geleden bij Sliedrecht een auto in de Waal had gereden om zoodoende het vermoeden te wekken, dat hij verdronken was. Een broer van hem had getracht een verzekeringssom machtig te worden. Van L. werd in een Belgisch dorp op verzoek van de Nederlandsche politie aangehouden, doch daar België wegens oplichting niet uitlevert, heeft de Belgische politie van L. weer op vrije voe ten gesteld en de Nederlandsche justitie gete legrafeerd, dat de uitlevering niet zou plaats vinden. Het bleek echter-, dat van L. ook op grond van verduistering van een geldsbedrag werd gezocht, voor welk delict België wel uitlevert. Hij werd daarom opnieuw gearresteerd. Of men hem zal uitleveren is nog niet bekend. VERDACHT VAN MEINEED. Bij de behandeling van een onbeduidend ge val van overtreding der motor- en rijwiel- wet voor het kantongerecht te Terborg is tegen een getuige a decharge proces verbaal opge maakt wegens meineed. De Eerw Zuster Eveline, in de wereld mej. G. J. Sühren, die van 1887 tot voor enkele jaren werkzaam was bij het R.K. bewaarschool- onderwijs te Delft is aldaar in den ouderdom van bijna 80 jaar in het St. Annagesticht over leden. Enkele jaren geleden vierde zij haa' gouden kloosterfeest. OPERA-STUDIO. Mevr. Dodie van Rhijn-Stellwagen verzoekt ons mede te deelen, dat zij uit de stichting „Opera Studio" is getreden. NATIONAAL BONDSLIED K. J. V. M. Naar wij vernemen is op een dezer dagen te Tilburg gehouden vergadering van het hoofd bestuur van het Nationaal Verbond van Katho lieke Jonge Midden/standsvereenigingen, na lang beraad besloten, als nationaal bondslied te aanvaarden den door Wim van Willige te Bloemendaal gedichten tekst in de toonzetting van Piet Raaijmakers te Tilburg een leerlins* van liet Conservatorium der R.K. Leergangen. Jan Engelman terug in de redactie. In aansluiting op ons bericht van gisteren inzake veranderingen bij „De Gemeenschap" kunnen wij mededeelen, dat met ingang van 1 Januari Jan Engelman wederom deel zal uit maken van de redactie, terwijl daarin voorts ook mr. Louis de Bourbon zal worden opge nomen. ALMA LLOYD. Naar Fox-Filmpubliciteit meldt, zal Alma Lloyd, de 19-jarige dochter van Frank Lloyd, den regisseur van „Cavalcade" eerlang haar debuut bij de film maken. Op haar verzoek zal haar eerste optreden niet plaats hebben in een film, welke gere gisseerd wordt door haar vader. „Hij zou n.l. alles op het spel zetten, om een succes voor mij te maken en ik zou hetzelfde doen, om het een succes voor hèm te maken, terwijl het resultaat daardoor vennoedelijk een mislukking voor beiden zou worden!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3