■Hl
DE H. BERNADETTE SOUBIROUS.
NOODLOTTIGE BRAND TE DEN HAAG
VRIJDAG 8 DECEMBER 1933
HET VRIEST WEER.
HET VERBORGEN LEVEN VAN
ZUSTER MARIE-BERNARD.
De apotheose in den St.' Pieter
Bernadette Soubirous.
125 BISSCHOPPEN EN DUIZENDEN
ANDERE PELGRIMS TE ROME.
PROF. DR. F. LIGTENBERg t.
EM.-PASTOOR J. J. PETERS, t
Op weg naar een ijs-Zondag
BANEN OVERAL WEER OPEN.
DE UITVAART VAN DE „TROMP".
Het pantserschip op het Pernisser
kerkhof aangekomen.
In de ingewanden van den oorlogs
bodem.
„DE GEMEENSCHAP".
OOK DE VADER DER KINDEREN
OVERLEDEN.
Verklaringen van den heer Löwi.
HET GEFINGEERDE AUTO-ONGEVAL
BIJ SLIEDRECHT.
Vrijgelaten doch weer gearresteerd.
HEDEN HAD DE HEILIGVERKLARING PLAATS VAN BERNADETTE SOUBIROUS. Haar
stoffelijk overschot in het convent van St. Gildard te Nevers, waar zij haar laatste levens
dagen heeft doorgebracht.
HET BLUSSCHINGSWERK VAN DEN BRAND, waarbij drie personen om het leven kwamen,
terwijl gisterenavond één der zwaargewonden eveneens is overleden.
(Van onzen correspondent.)
Toen heden het feestlicht van Sint Pieter,
in de gansche Kerk in den bovennatuurlijken
glans van de nieuwe heilige ging opvlammen,
gingen de gedachten terug naar de bergweide
van Bartrès, waar zij het vergeten herderin
netje was, naar het „cachot van Lourdes",
waarin haar jeugd kreunde, naar de grot van
Massabielle, waar zij uitverkoren werd de
vertrouwelinge der Hemelkoningin te zijn.
Heilig I Dat nederigste, armzaligste der
bergkinderen, dat, op den drempel van het
klooster ondervraagd: waar zijt ge toe in staat,
met de zelfkennis van den maagdelijken een
voud onbeschroomd bekende: „Tot niets".
En zoo men haar gewaagd zou hebben:
„Wat hebt gij gedaan", dan had men verzekerd
kunnen zijn van haar verwondering over zulk
een vraag en van haar antwoord: „Ik
Niets".
Toch was het de Moedergods zelve, die haar
hoffelijk was komen verzoeken Haar bood
schapster bij de wereld te willen zijn, om te
bevestigen, dat wat de Kerk omtrent Haar
Onbevlekte Ontvangenis uitsprak, van allen
tijde in Gods bestel was neergeschreven.
Bemadette heeft haar boodschap volbracht
en is haar weg, dien van het vergeten her
derinnetje en de sprokkelaarster gegaan en
geen woord is van haar bekend, door hetwelk
zij zich op haar uitverkorenschap heeft laten
voorstaan.
Hier komt ons weer het gelukkig woord van
Gaetan Bemoville voor den geest: Zij heeft in
het wonder gestaan, zonder haar gewone zijn
te verlaten; zij heeft de bovennatuurlijke last
geving ondergaan, en is na haar Boodschap
haar weg, dien van het nederigste, ziekelijke
kind gegaan, zelfs den glans der grot van Mas
sabielle achter zich latend. Zij zelf wil verge
ten worden en inderdaad weet de wereld wel
dra niets meer van haar, en kan deze alleen
nog haar naam uitspreken in verband met wat
te Lourdes gebeurd is en voortgaat te gebeu
ren. En toch zal zij Bemadette van Lourdes
heeten.
Maar de heiligen zijn er ter navolging. Daar
voor is ook Bemadette ons geschonken. Ber-
nadette voor de Grot van Lourdes vervult een
passieve rol. Ze is er de uitverkorene. Als zoo
danig kunnen we haar benijden, niet volgen.
En zelfs in den loop van den tijd zullen wei
nigen haar volgen. Wat ons ter navolging wordt
voorgehouden, is niet de passieve Bemadette,
maar de actieve, zij die reeds te Lourdes en
nog tijdens de Verschijningen het voorbeeld
van subliemen eenvoud en reine nederigheid
gaf en die weldra met het verwisselen van de
Grot voor het klooster van Nevers den levens
opgang ondernam in een sublieme activiteit
der ziel en, in versterving, overgave en gebed,
een waren kruisweg heeft afgelegd die haar
gevoerd heeft tot de eeuwige aanschouwing
van Haar, Die haar eens in te vluchtige oogen-
blikken was verschenen.
Bemadette van Lourdes is Soeur Marie-
Bemard van Nevers geworden en wij herha
len eenige woorden, reeds eerder in een
„levensbericht" neergeschreven: „De Kerk wil,
dat, starend op het geluk van de sprokkelaar
ster voor de grot van Massabielle, wij ook de
postulante, die den 7den Juli 1866 in het no
viciaat van Nevers haar intrede deed, volgen
bij die langzame verovering, waarin geen
glimp van aardschen luister ooit verscheen en
gedurende welke alle feiten haar nederigheid
bewaren, tot op dien dag der Goede Week van
1879, waarin zij, na de meest menschelijke
klacht van het Kruis te hebben geslaakt, in
geur van heiligheid het eeuwige Leven won."
De Bernadette-literatuur is reeds een zeer
uitgebreide. Tal van geestelijke schrijvers, tal
van gevierde persoonlijkheden uit de letteren
hebben over Bemadette geschreven en ge
tracht ons haar leven te doen kennen. Van
haar jeugd, tot op dien Februaridag van 1858,
dat de H. Maagd haar voor de eerste maal ver
scheen, moeten zij met enkele regelen vol
staan. De rest is slechts literatuur. Onge
twijfeld zijn van de feiten van dat jaar de do
cumenten vervuld, maar voor wat Bemadette
van Lourdes zelf betreft, doen zij ons slechts
een soms obstinaat, vaak schalksch, altijd een
voudig, nooit bespiegelend, altijd spontaan
kind van het Pyreneeënras kennen, dat zich
van haar makkertjes slechts onderscheidde
door een al zeer zwakke gezondheid.
De indruk, die domineert, is echter die van
haar kinderlijkheid en daarnaast, die van haar
gansch eenvoudige godsvrucht en nederigheid.
Zij bestraft haar broertje zwaar, als deze
eenige penningen heeft aangenomen om een
dame het „kind van 't wonder" te toonen. Ze
is daarmee geheel het kind der Soubirous, voor
wie het een groote verdienste is, dat zij nim
mer stoffelijk voordeel hebben gezocht in de
hemelsche bevoorrechting van hun dochtertje.
Als later op bescheiden wijze voor de dood
arme familie wordt gezorgd, dan is het, omdat
pastoor Peyramale en de bisschop van Tarbes
de uitverkoren familie uit een waren nood
druft willen redden.
Bij alle verhooren strijdt Bemadette onbe
vangen voor de waarheid, doch geen woord is
bekend, waardoor ze zich laat voorstaan. Als
ze opgenomen wordt door de zusters van het
ziekenhuis, dan is het om haar te beschermen
tegen de begrijpelijke en gevaarlijke nieuws
gierigheid der menigte en om haar ziek
lichaam te doen verzorgen. Ze wordt zoo wei
nig als uitverkorene behandeld, dat de verhoo
ren vaak ware martelingen zijn. Zelfs als later
kerkvorsten haar willen ondervragen, zoekt
zij te vluchten. En als ze met den eerbied, haar
uitverkiezing verschuldigd, wordt bejegend,
verschrikt haar dit, meer dan dat het haar ont
roert, terwijl niet de minste fierheid aan den
dag treedt I
Het eenige, waarvan zij en eerst veel
later, blijk wil geven, is van haar verlangen
naar het klooster. Maar de Karmel, welke haar
keuze is, moet voor het zwakke kind gesloten
blijven. Slechts tot de nederigste werken is zij
in staat en toch disputeeren de congregaties
om haar onder heur postulanten te tellen. Het
lijkt wel, of het toeval op toeval is, waarom
zij bij de zusters van het Hospice" blijft. En
het schijnt eenzelfde toevar, als de congregatie
der Zusters van Nevers wordt gekozen, die, tot
welke de zusters van het Hospice van Lourdes
behooren, als toevlucht èn voor haar eenvoud
en simpele vermogens, èn voor haar deernis
waardig lichaam.
Ongetwijfeld is Bemadette van de grot van
Massabielle losgescheurd moeten worden. Haar
gehoorzaamheid is daarbij niet te kort gescho
ten, maar beproevingen, en zware, zijn haar
nimmer bespaard gebleven, want zij werd in
staat gesteld groote verdiensten voor later te
vergaren.
Op reis naar Nevers is zij kinderlijk, maar
zeker niet onnadenkend en als de treinenloop
een oponthoud te Bordeaux toelaat en zij goud-
vischjes ziet, vraagt zij, die zich binnen de
kloostermuren gaat opsluiten en die reeds de
eenzaamheid van het klooster heeft gekend,
hoe het mogelijk is, dat die diertjes in een kom
opgesloten kunnen blijven leven.
Voor biografen loopt bij aankomst te Nevers
het terrein ten einde. Het geheugen van de
Moeder van het noviciaat, van een Moeder
overste, die bovendien enkele brieven heeft
bewaard en de cahiers van „een der leerlingen
uit Lourdes", het geheugen van enkele door
luchtige bezoekers, de souvenirs van zusters,
waarvan er enkele nog in leven zijn, werden
op een zware proef gesteld, toen een moeder
overste de geschiedenis van Bemadette in het
klooster van Nevers heeft te boek gesteld, en
zij die sindsdien schrijven, zijn op de gege
vens aangewezen, die niet veel bladzijden in
nemen.
En toch verschijnt dit kloosterleven als een
aangrijpende passie. Als Bemadette in het
klooster aankomt, dus weinige dagen na den
7den Juli 1866, laat de moederoverste, die haar
ontvangen heeft met een: „Wat kunt ge hier
doen?", dat onheusch wilde zijn, haar het re
laas der gebeurtenissen te Lourdes opschrijven.
Het wordt aan de gemeenschap van het moe
derhuis voorgelezen in afwezigheid van Ber-
nadette. Zusters en novices krijgen den on-
verbiddelijken last nimmer met Bemadette
over Lourdes te spreken.
Ook mgr. Forcade, van gelijke voorzichtig
heid als de moederoverste wil voor Bema
dette slechts versterving, nederigheid en zelf
verloochening. Zij wordt te werk gesteld bij
het gewoonste keukenwerk. Later in de zie
kenzaal, waar zij zoo dikwijls de zieke is. Haar
„verzet" waren de plechtigheden in de kapel,
en later nam de moeder-overste haar op som
mige zeer schoone dagen in een rijtuigje mee,
om de altijd lijdende postulante de weldaad
der schoone omgeving te bezorgen. Doorgaand
is Bemadette in Saint-Gildas de „pilier de
l'infirmerie" geweest, zooals de moeder-overste
voor de toelating te Nevers reeds gevreesd had.
Maar ook als een vleugje gezondheid eens
toeliet, dat zij zich onder de zusters en de
postulanten begaf, dan was er niets wat haar
kon doen opmerken. Als er nieuwe postulan
ten aankwamen, die wisten dat Bemadette in
het Moederhuis der Zusters was, dan brandde
natuurlijk de vraag: „Waar is Bemadette", wie
is die uitverkorene. En als ze dan tersluiks
werd aangewezen, dan was het meestal een
zichtbare verbazing, zooals die uitgedrukt werd
tegenover de moeder-overste door een pas aan
gekomen postulante: „Die? is dat alles?" En
als men Bemadette eens tot spreken kon bren
gen, dan was het om van haar te hooren: „Hoe
wilt ge een steen doen spreken".
Maar zusters hebben altijd gezegd, dat de
zwijgzaamheid van Bemadette niet anders was
dan de hardnekkige en fiere ingekeerdheid der
bergbewoners was. Zij wilde het geheim van
haar innerlijk niet overleveren. Wanneer dan
ook de Moeder-Overste ons in staat stelt om
nog met enkele zusters die Bemadette gekend
hebben te spreken, dan brengt ons dat niet
verder om iets van haar leven te Nevers te
vernemen. Ze zijn zoo vaak ondervraagd en ze
hebben wel een cliché om de vragen niet on
beantwoord te laten. Maar om iets omtrent
haar te weten zijn we aangewezen op de supe
rieure van het noviciaat, die haar onder haar
onmiddellijke hoede had, een moeder-overste,
die veel heeft opgeschreven en de correspon
dentie. En wat daarin het meest treft, is de
ongekunsteldheid en de eenvoud, de volkomen
berusting, de medidatieve geest die op het Kruis
van Jezus' Lijden is gebogen, haar voortdu
rende inspanning en gebed om haar ziekten
goed te gebruiken, als offer aan den Gekrui
sigde opgedragen. Hoe is zij met Maria blijven
verkeeren? 'tls haar geheim gebleven. Wij
weten alleen, dat zij het zoete beeld ,n zich is
blijven dragen en met de echtboersche vrij
moedigheid haar onthutstheid toonde, toen zij,
nadat de kloostertuin van Nevers een Lourcies-
grot had gekregen, het beeld zag waarmee een
twijfelachtige kunst had pogen uit te drukken
wat zij achttien maal had mogen zien.
Bemadette te Neversals wij haar leven
willen aanvoelen, moeten we de voormalige
ziekenzaal bezoeken, de eenvoudige kamer,
die thans geheel aan de Bernadette-herinnerm-
gen is gewijd. Daar kunnen wij ons voorstellen,
hoe ze geleefd heeft, zelf ziekeverzorgster doch
meest verzorgde. Daar is de fauteuil onaan
geroerd gelaten, waarin ze haar laatsten strijd
heeft gestreden. Daarvoor staat nog het bankje,
waarop het zieke been rustte. Daar komt men
als van zelf tot de overweging van net Heilig
Lijden, en men weet, dat dit haar laatste ge
dachten in deze wereld heeft beheerscht Daar
ontving zij op den Woensdag van de Goede
Week, den 16den April 1879 de H. Sacramenten
der Stervenden. Aan een zuster die haar vroeg,
of zij veel leed, antwoordde Bemadette: „Dat
alles is uitstekend voor den Hemel". Als de
moeder-overste haar zegt: „Gij zijt nu op het
Kruis", strekt Bemadette haar armen uit en
zegt: „Mijn Jezus, ik bemin U".
Omstreeks drie uur hoort Mère Nathalie
Portat, die haar bijstaat, een zwakke klacht en
de woorden „Ik heb dorst!" Zij vraagt nog
maals vergiffenis aan de assistente voor alle
moeite die zij haar gegeven kan hebben. Men
geeft haar te drinken, doch zij bevochtigt
slechts de lippen. Met ontróerenden nadruk
maakt zij het Kruisteeken. Dan hoort men nog
„Heilige Maria, MoedergodsV. Eenige malen
en steeds zwakker, hoort men herhalen: „arme
zondares, arme zondaresHet is juist kwart
over drie, als de ziel het lichaam verlaat!
De uitvaart moest eenige malen verschoven
worden om den toevloed des volks, dat in
Saint-Gildas een „laatsten blik" op de uitver
korene wilde werpen. Toen het stoffelijk over
schot grafwaarts werd gedragen naar een kapel
in den kloostertuin, had een kind een kransje
van Meizoentjes op de baar gelegd. De moeder
overste zei daarvan: „Soeur Maria-Bernard
moet wel glimlachen voor de naieve hulde van
een kind, en dat kind zal niet geweten hebben,
dat die nederige bloemetjes, meer nog dan de
blanke lelies zoo goed symboliseerden, dat de
nederige religieuse is geweest, eenvoud, ver
nedering en zuiverheid."
Thans kan het volk weer toestroomen en op
het zoo merkwaardig bewaarde stoffelijk over
schot staren. Bemadette van Lourdes heeft door
Bemadette van Nevers de eer der altaren ver
worven. En wat reeds de eenvoudige dorpe
lingen van Lourdes in 1858 deden, heeft de
Kerk thans gedaan: Zij laat ons de tusschen-
komst inroepen van de Heilige Bemadette.
Een bijzondere gunst.
Door een bijzondere beschikking van den H.
Vader is het aan de jongemeisjes uit de Pyre
neeën, die tot de audiëntie ter gelegenheid van
de heiligverklaring van Bemadette werden
toegelaten, toegestaan haar landelijke dracht,
de capulet te dragen, zooals ook Bemadette,
het deed, toen zij zich voor de grot van Massa
bielle bevond en de H. Maagd haar verscheen.
Ter gelegenheid van de heiligverklaring van
Bemadette Soubirous, welke hedenochtend in
de St. Pieterskerk plaats had, waren 125 bis
schoppen, 20.000 Fransche pelgrims en duizen
den bedevaartgangers uit Spanje, Duitschland,
België, Oostenrijk en Mexico te Rome ge
komen.
Plechtige uitvaart en begrafenis.
Gistermorgen heeft te Katwijk de plechtige
uitvaart en de begrafenis plaats gehad van het
stoffelijk overschot van Prof. dr. R. Ligtenberg.
Te 10 uur werden in de kapel van het St.
Willibrordus missiecollege de plechtige Lau
den gezongen; daarbij was agens de Zeereerw.
pater drs. B. de Goede, directeur der R.K. H.
B. S. te Leiden, met assistentie van de Zeer
eerw. hooggeleerde heeren Prof. dr. Gerlach
Roven te Utrecht en Prof. dr. Des. Fx-ansen te
Nijmegen resp. als diaken en sub-diaken.
Cantores waren de weleerw. paters L. Zon
derman en P. Geise.
Na de Lauden werd door den hoogeerw.
pater Regalatus Hazebroek, Custos der Pro
vincie en waarnemend Provinciaal de plech
tige H. Mis van Requiem opgedragen met de
zelfde assistentie als by de Lauden. Als ce-
remoniarius fungeerde de weleerw. pater P.
Mikx.
Onder de vele aanwezigen merkten we op
namens de Universiteit te Utrecht Prof. dr. W.
Vogelsang hoogleeraar in de kunstgeschiedenis
en directeur van het kunsthistorisch instituut
te Utrecht. Verder mr. dr. R. Beaufort, assis
tent aan hetzelfde instituut; Prof. dr. A. K.
Noyons hoogleeraar te Utrecht; Prof. G. Schnij-
ders hoogleeraar in de kunstgeschiedenis te
Amsterdam. Onder de geestelijken merkten we
o.m. op den zeereerw. pater dr. S. van Egmond
secretaris der Provincie, mr. E. v. d. Helm
rector van het Gymnasium te Venray, pater
E. v. d. Snoek gardiaan te Woerden, pastoor
Megens uit Woerden, pastoor Rijnenberg uit
Haarlem, pastoor Beukes uit Leiden en tal
van Ordebroeders, uit verschillende plaatsen.
Ten slotte waren nog aanwezig pater W.
Schmitz namens de Zusters uit de Kanaalstraat
te Utrecht, waar de overledene gewoond heeft
en afgevaardigden van de R. K. Studenten ver-
eeniging „Sanctus Virgilius" te Delft, waarvan
Prof. Ligtenberg eerelid was.
Na de H. Mis werd de absoute verricht door
den zeereerw. pater W. Blom rector van het
College.
Daarna had de begrafenis op het kerkhof in
den kloostertuin plaats.
In den ouderdom van 72 jaren is te Elden
op huize „Oosterveld" overleden de Zeereerw.
heer J. J. Peters, emeritus-pastoor van Irnsum
(Friesland).
EERW. ZUSTER EVELINE f
Gisterenmiddag is het kwik weer gedaald
en weldra was de dooi weer in vorst
verkeerd. Zij het voorloopig dan nog een beetje
menschelijker dan de eerste dagen.
Heeft de Bilt Woensdag gelijk gekregen, toen
zijn voorspelling van Maandag, dat nog twee
dagen de kou zou aanhouden, in vervulling
ging, de „weei-makers" kunnen thans dus weer
op een nieuw succes bogen.
Overal zijn gisteren alweer de schaatsen on
dergebonden en vol vertrouwen op wat de
nacht verder zou brengen hebben vereenigings-
besturen al bekend gemaakt, dat aangekondig
de wedstrijden in elk geval doorgaan.
Na aanvankelijk lichte vorst tot tem
peratuur om het vriespunt luiden de vooruit
zichten voor de verdere toekomst: „aanhouden
de vorst".
Kampioenschap van Zuid-
Holland.
Het bestuur van de ijsclub Kralingen te Rot
terdam verzoekt ons mede te deelen dat de
op heden aangekondigde kampioenschapswed
strijden van Zuid-Holland in het hardrijden
voor amateurs, welke op haar banen onder aus
piciën van den Koninklijken Nederlandschen
Schaatsenrijdersband worden verreden, in elk
geval doorgaan.
Gisterenmorgen heeft men nogmaals gepro
beerd het Eamskanaal voor de stoomvaart open
te breken. In verband met het opnieuw inval
len van de vorst zijn deze pogingen des mid
dags beëindigd.
De overige kanalen blijven eveneens voor de
scheepvaart gesloten.
Verkeer over de rivieren-
De K. N. A. C. deelt mede, dat ten aanzien
van het verkeer over de verschillende rivieren
en dergelijke de toestand van Donderdagmid
dag 5 uur was als volgt:
De overgang is normaal voor de volgende
ponten, veren en schipbruggen: Amerongen-
Eck en Wiel; Arnhem, Schipbrug; Culemborg-
Sohalkwijk; Deventer Schipbrug; Doekburg
Schipbrug; Dordrecht-Zwijndrecht; Dordrecht-
Papendrecht; Gorinchem-Sleeuwijk; Moerdijk;
Numansdorp-Willemstad; Nijmegen-Lent; Rhe-
nen-Lienden; Tiel-Wamel; Vreeswijk-Vianen
(schipbrug); Wageningen; Zijpe-Anna Jacoba;
Pannerden-Doomenburg en Schoonhoven-Gel-
kenes.
Schipbrug Empel-Hedel weggenomen. Over
tocht per veerpont.
Verkeer gestremd: Veer Alblasserdam-Rid-
derkerk (alleen des nachts) en stoombootdienst
Enkhuizen-Stavoren.
Gelijk medegedeeld, was het pantserschip
„Tromp" aan de N.V. Simon's Scheepsslooperij
te Pernis voor de som van ruim f 54.000 ver
kocht.
Woensdagmiddag is de „Witte Zee" van
Smit's sleepdienst den ouden oorlogsbodem in
Den Helder gaan halen. Met verrassende snel
heid heeft de sleeper zijn taak volbracht. Om
2 uur gisternacht was de sleep reeds voor den
Waterweg, welke om half vier werd opgeva
ren.
Omstreeks 6 uur was de „Witte Zee" met de
„Tromp" voor de sloophaven van Simon's zon
der dat zich eenige stagnatie of bijzondere ge
beurtenis had voorgedaan. Enkele menschen
van Simon's hadden de reis op de „Tromp"
meegemaakt.
Met drie sleepbooten tenslotte is het groene,
reeds afgetakelde oorlogsvaartuig op het ijzer
kerkhof gedeponeerd. Deze plaatsing eischte
nogal manoeuvreeren, doch om zeven uur iag
de „Tromp" precies tusschen twee andere
grootheden, n.l. de „P. C. Hooft" en de „Gro-
tius".
Natuurlijk zijn we nog aan boord van het
weleer zoo gevaarlijke oorlogsmonster geklom
men, dat daar nu ligt als een lamgeslagen
leeuw.
De oorlogsbodem vertoont weinig elegants
meer. Pantserplaten zijn al afgerukt, stangen
verbogen. De dekken hebben een aanblik, als
of de „Tromp" in een hevig gevecht gewikkeld
is geweest.
In de ingewanden heerscht een nachtelijk
duister. Een zaklantaarn doet wat licht spelen
in de gangen, op koperen buizen. Boven ons
buldert de wind, die zich ook een uitweg perst
door raampjes en kokers. Op eens staan we
voor een deur met het opschrift: „Niet binnen
zonder kloppen."
De kanonkoepels blijken omvangrijke ge
pantserde toren met 'n hoogte van 5 M., 'n dia
meter van 5 M. en een platendikte van 15 c.M.
Heel diep onder in de schuit treffen we den
heer Simons. Hij zwerft daar rond met een
magneet. Hij maakt daarmee berekeningen,
want hij verschilde bij de inschrijving niet
minder dan 16.000 gulden met den volgenden
sollicitant. De heer Simons glundert echter. Hij
krijgt gelijk. Er zit voor een behoorlijke waarde
aan en in het vaartuig. Het gaat buiten het
koper en brons vooral om het nikkeistaai, o.a.
in de kanonnen en de koepels. Er is staal met
5 pCt. en zelfs met 25 pCt. nikkel. Alleen de
twee kanonkoepels wegen elk ver over de 80
ton.
Met de afbraak wordt direct begonnen, want
in Februari moet het reeds verkochte nikkel-
staal afgeleverd worden.
We verdwijnen van boord in de verwachting,
dat de „Tromp" zich rustiger zal houden dan
de „Hooft".
De ook aangekochte torpedoboot Z IV komt
de volgende week naar Pernis, niet over zee.
doch binnen door.
Vermeld dient nog, dat de Pernisser politie
gistermorgen op de „Tromp" een onderzoek
naar de aanwezigheid van kruit heeft inge
steld. Er werd echter niets gevonden.
Omtrent den brand te 's Gravenhage kunnen
wij nog melden, dat de heer Löwi die in
deemiswekkenden toestand, met vele brandwon
den in het ziekenhuis werd opgenomen in 't
bijzijn van den medicus aan den politiecom
missaris Kramer eenige inlichtingen heeft kun
nen verstrekken.
Hij heeft de zorg voor de gasradiateuren in
de verschillende kamers van het perceel per
soonlijk op zich genomen; iederen ochtend
omstreeks acht uur placht hij die radiateuren
te ontsteken. Naar zijn beste weten had hij dat
ook gisterochtend op normale wijze gedaan,
nJ. door eerst het steek vlammetje te gebrui
ken. Daarop was hij naar beneden waar zich
het atelier bevindt gegaan om het werk te
verdeelen voor de meisjes. In de gang terug
gekomen ontdekte hij, dat er op de le etage
brand was.
Zijn echtgenoote had in tusschen eveneens
onheil bemerkt en riep hem toe, dat het gas-
rnoest zijn ontploft; zij begaf zich ijlings naar
beneden en sloot de hoofdkraan van het gas
af. Haar echtgenoot snelde naar boven om te
trachten de kinderen te redden. Toen zijn
vrouw eveneens weder naar boven wilde gaan.
bleek het vuur zich reeds dit ging alles
schier ongelooflijk snel in zijn werk te heb
ben uitgebreid tot de trappen en de gangen,
zoodat zij noodgedwongen beneden moest blij
ven. Haar man bekwam bij zijn pogingen tot
redding hevige brandwonden en moest helaas
zijn reddingsarbeid staken.
Daarna is hij aan de achterzijde uit wanhoop
naar beneden gesprongen.
Mevr. L. is tenslotte toch nog weer naar bo
ven gehaald, doch zag zich den toegang tot het
kabinet afgesneden door het vuur. Door een
achterkamer heeft zij toen het balcon op de
tweede etage weten te bereiken, vanwaar zij
is gered.
Ook de heer Löwi overleden.
Nader vernemen wij, dat de heer Löwi
gisterenavond in het ziekenhuis is overleden.
Nog een derde geivonde-
Behalve den heer Zalm, die aan de voorzijde
op straat sprong, waardoor hij ernstige kneu
zingen bekwam, is ook diens broeder gewond
geworden. Dpze zou aan de achterzijde door
buren, die hem een stok hadden toegereikt,
worden gered; toen hij zich echter langs dien
stok naar een platje wilde laten glijden, brak
de stok, zoodat hij in den tuin viel en eenige
fracturen bekwam.
De toestand van den heer Salm was heden
naar omstandigheden redelijk. De heer Salm
bracht een vrij rustigen nacht door
De toestand van de overige gewonden is
naar omstandigheden bevredigend.
Hoe het vuur ivocdde.
De knipkamer is totaal uitgebrand. Het vuur
vrat in de rollen stof in en maakte langdur.ge
nablussching noodig. Ook het daarboven gele
gen woonvertrek is een ruïne, waar de vlam
men het meubilair en de wanden geducht heb
ben geteisterd. De vlammen sloegen door de
separatie maar hebben toch de slaapkamer op
de tweede verdieping op het balcon waar
van de bewoners van het oude, groote heeren
huis hun toevlucht hadden genomen niet
geteisterd.
Alleen door de hitte is de verf van het hier
boven op de zolverdieping gelegen kamertje
van de dappere Paula Becker .geheel geblad
derd. Het trapgat van de eerste naar de tweede
verdieping draagt er alle sporen van, dat hier
een niet te doorkomen vuurzee heeft gewoed.
Het stucwerk is overal afgebrand en de trap
leuningen zijn verkoold.
Op de eerste étage heeft het aan de achter
zijde niet gebrand, maar de waterschade is
uiteraard groot. Ook in het gelijkvloers gelegen
atelier en magazijn stroomde het water naar
beneden.
Het hout van de raamlijsten is volkomen
verteerd en een raam van de belendende woning
is door de hitte gesprongen.
Vijftien tot 20 minuten nadat zij haar werk
was aangevangen, had de brandweer, die vijf
stralen gebruikte, den brand onder de knie. De
nabiussching vorderde geruimen tijc1 Daarbij
bleek, welk een geweldige trek er in dit tegen
over den hoek van de Laurens Roealstraat ge
legen huis staat, een factor, welke de felheid
van den brand aannemelijker maakt.
Een groote menschenmenigfe was op het ter
rein van den brand saamgestroomd doch werd
door de politie op een afstand gehouden. De
ateliermeisjes, Duitsche en Hoilandscne. kwa
men door den brand zonder werk, doch heb
ben, daar het in het atelier niet brandde, geer
eigendommen verloren.
Het oudste ateliermeisje vertelt
Over het noodlottig gebeuren vertelde bet
oudste der ateliermeisjes, de 29-jarige mejuffr.
A. Sliep het volgende: Op het atelier, dat par
terre is gelegen, waren de twaalf meisjes reeds
sinds acht uur aan den arbeid. Kort na den
aanvang bemerkten zij, dat er rook in het huis
hing, die blijkbaar van de bovengelegen suite
kwam. Mejuffrouw Sliep begaf zich naar boven
om mevrouw te waarschuwen, die echter op
hetzelfde moment in haar nachtgewaad op de
tweede etage reeds aan de trap stond en om
hulp gilde. Mejuffrouw Sliep is toen onmid
dellijk de brandweer gaan opbellen en waar
schuwde de meisjes, zoo spoedig mogelijk het
perceel te verlaten. In minder dan geen tijd
was de vuurzèe reeds van dien omvang, dat de
toegang van de eerste naar de tweede etage
door de vlammen volkomen werd afgesneden.
Ook sloegen de vlammen door de ramen op de
eerste etage reeds naar buiten.
Op de tweede verdieping bevonden zich toen
nog de heer en mevrouw Löwi, een zuster van
mevrouw Löwi, n.l. de 18-jarige mejuffrouw
Paula Becker, de beide kinderen van het echt
paar Löwi en een compagnon van den heer
Löwi, de heer Salm, die onlangs daar was
komen inwonen. De andere compagnon van
den heer Löwi, de heer Hirschland, woont te
Voorburg en was bij den brand niet aanwezig.
Aan de tuinzijde had een tuinman van de
buren reeds pogingen gedaan om met een lad
der de tweede etage te bereiken. De ladder
bleek echter te kort, zoodat deze poging, om
hulp te verleenen, niet slaagde. Weinige minu
ten later was de brandweer in actie, doch zij
zag geen mogelijkheid om langs de trap de
tweede verdieping te bereiken. Met den ladder
wagen aan de voorzijde kon evenmin hulp
worden verleend, omdat zoowel de eerste als
de tweede verdieping een geweldige vuurzee
was. Aan de achterzijde is toen het zeil gespan
nen, waarin twee personen, n.l. mevrouw Löwi
en een inwonende zwager werden opgevangen.
De heer Löwi zelf is uit de tweede etage in
den tuin gesprongen en liep daarbij een been
breuk en inwendige kneuzingen op. Hij werd,
zooals gemeld naar het gemeentelijk
ziekenhuis aan den Zuidwal opgenomen, waar
heen eveneens de heer Salm was vervoerd, die
aan de voorzijde van de tweede etage op straat
was gesprongen en een bekkenfractuur had
bekomen.
De brand werd gebluscht met vijf groote
stralen.
Gerechtelijk onderzoek,
In den loop van den ochtend is het parket
nog ter plaatse geweest tot het instellen van
een onderzoek, dat van politiezijde door com
missaris Kramer en inspecteur Paul werd ge
leid.
Naar wij vernemen is gisterenmiddag door
den officier van justitie, mr. P. R. Blok, ver
gezeld van den rechter-commissaris Mr. Wery,
in het perceel Daendelsstraat 26 een gerechte
lijk onderzoek naar de oorzaak van den brand
ingesteld.
De radiateur, waarvan wordt aangenomen,
dat deze den vuurhaard veroorzaakte, is door
de politie in beslag genomen en ter onderzoek
aan den hoofdingenieur der gemeente gasfa
briek, den heer W. G. F. Wentink, overgegeven.
In het justitieel onderzoek omtrent dezen
brand is sectie-onderzoek op de lijken der
slachtoffers inbegrepen.
IVordt van L. uitgeleverd
De Officier van Justitie heeft, zooals ge
meld, uitlevering uit België gevraagd van van
L., die een half jaar geleden bij Sliedrecht een
auto in de Waal had gereden om zoodoende
het vermoeden te wekken, dat hij verdronken
was. Een broer van hem had getracht een
verzekeringssom machtig te worden. Van L.
werd in een Belgisch dorp op verzoek van de
Nederlandsche politie aangehouden, doch daar
België wegens oplichting niet uitlevert, heeft
de Belgische politie van L. weer op vrije voe
ten gesteld en de Nederlandsche justitie gete
legrafeerd, dat de uitlevering niet zou plaats
vinden.
Het bleek echter-, dat van L. ook op grond
van verduistering van een geldsbedrag werd
gezocht, voor welk delict België wel uitlevert.
Hij werd daarom opnieuw gearresteerd. Of
men hem zal uitleveren is nog niet bekend.
VERDACHT VAN MEINEED.
Bij de behandeling van een onbeduidend ge
val van overtreding der motor- en rijwiel-
wet voor het kantongerecht te Terborg is tegen
een getuige a decharge proces verbaal opge
maakt wegens meineed.
De Eerw Zuster Eveline, in de wereld mej.
G. J. Sühren, die van 1887 tot voor enkele
jaren werkzaam was bij het R.K. bewaarschool-
onderwijs te Delft is aldaar in den ouderdom
van bijna 80 jaar in het St. Annagesticht over
leden. Enkele jaren geleden vierde zij haa'
gouden kloosterfeest.
OPERA-STUDIO.
Mevr. Dodie van Rhijn-Stellwagen verzoekt
ons mede te deelen, dat zij uit de stichting
„Opera Studio" is getreden.
NATIONAAL BONDSLIED K. J. V. M.
Naar wij vernemen is op een dezer dagen
te Tilburg gehouden vergadering van het hoofd
bestuur van het Nationaal Verbond van Katho
lieke Jonge Midden/standsvereenigingen, na
lang beraad besloten, als nationaal bondslied
te aanvaarden den door Wim van Willige te
Bloemendaal gedichten tekst in de toonzetting
van Piet Raaijmakers te Tilburg een leerlins*
van liet Conservatorium der R.K. Leergangen.
Jan Engelman terug in de redactie.
In aansluiting op ons bericht van gisteren
inzake veranderingen bij „De Gemeenschap"
kunnen wij mededeelen, dat met ingang van
1 Januari Jan Engelman wederom deel zal uit
maken van de redactie, terwijl daarin voorts
ook mr. Louis de Bourbon zal worden opge
nomen.
ALMA LLOYD.
Naar Fox-Filmpubliciteit meldt, zal Alma
Lloyd, de 19-jarige dochter van Frank Lloyd,
den regisseur van „Cavalcade" eerlang haar
debuut bij de film maken.
Op haar verzoek zal haar eerste optreden
niet plaats hebben in een film, welke gere
gisseerd wordt door haar vader.
„Hij zou n.l. alles op het spel zetten, om een
succes voor mij te maken en ik zou hetzelfde
doen, om het een succes voor hèm te maken,
terwijl het resultaat daardoor vennoedelijk een
mislukking voor beiden zou worden!"