VERRUIMING VAN DEN VERKOOP
OP ZONDAG.
VRIJDAG 15 DECEMBER 1933
vertrok, wordt
DE INBRAAK BIJ DEN GEMEENTE
ONTVANGER TE NAALDWIJK.
DE ROOFOVERVAL TE
WATERINGEN
Een van de daders en de uitlokker
staan in hooger beroep
terecht.
Bevestiging van het rechtbank-vonnis
geëischt.
DE ROOFMOORD AAN DE JOAN
MAETSUYCKERSTRAAT.
uit de haven in zee gesleept.
AFWIJKING ENKELE BEPALIN
GEN WINKELSLUITINGSWET.
Beteekenende meerderheid der
betrokken ivinkeliers moet
voor verruiming zijn.
ITALIAANSCHE FASCISTEN-
LEIDER IN ONS LAND
Op last van den minister van Justitie
verboden het woord te
voeren.
LIEFDESTRAGEDIE.
Jongeman ernstig aan de oogen
gewond.
KAARTLEGSTER KRIJGT TWEE JAAR
INGENIEURSEXAMEN VOOR
MIJNINGENIEUR.
R. K. HANDELSHOOGESCHOÓL.
HEFFING RECHTEN BURGERLIJKEN
STAND.
DE BANCKERT EN VAN NES
NAAR INDIE
Een der verdachten op vrije voeten gesteld.
Het Haagsch Gerechtshof heeft Woensdag
middag in hooger beroep behandeld de zaak
tegen den 27-jarigen varensgezel H. Z. en den
27-jarigen koopman H. L. W. G., die door de
Rechtbank te 's-Gravenhage zijn veroordeeld.
B. wegens den in den nacht van 21 op 22 Mei
i.l. te Wateringen gepleegden roofoverval, in
de woning van den 82-jarigen alleenwonenden
Leendert Krispijn, dien hij met een breekijzer
tweemaal op het hoofd sloeg, tot 8 jaar gevan
genisstraf; G., die dit misdrijf had uitgelokt,
tot 5 jaar gevangenisstraf.
De mede-dader, de 38-jarige los-werkman
C. B. A., die eveneens tot 8 jaar is veroor
deeld, heeft in dit vonnis berust.
Hot eerst werd behandeld de zaak tegen den
verdachte Z., waarin 2 getuigen werden ge
hoord, n.l. de aangevallene, de "^-jarige Kris
pijn, en diens huishoudster M. Beekenkamp.
De advocaat-generaal mr. baron Speijart van
Woerden, verzocht het Hof in beide zaken één
requisitoir te nemen.
Verdachte Z. beweerde door A„ voornoemd,
bepraat te zijn en hij ontkende, dat eenige
kameraden hem zouden hebben ontraden dit
misdrijf te plegen, omdat dit niet zonde- ge
weldpleging zou afloopen. Dit zouden zij vol
gens verdachte hebben gezegd, omdat zij A.'s
bewering, dat er geld was, niet geloofden.
De president m». Jellinghaus hield Z. zijn
vroegere verklaringen met betrekking tot de
voorbereiding van het misdrijf voor.
Zooals bekend, is men tot de ontdekking
van de daders gekomen, doordat deze een ruitje
hadden ingedrukt en op een stukje glas een
vingerafdruk van een hunner werd gevonden.
Verdachte kwam thans op door hem vroeger
afgelegde verklaringen terug. Zoo nam hij o.m.
terug de vroegere bekentenis, dat hij Krispijn
met het breekijzer zou hebben geslagen Vol
gens verdachte zouden zijn vroegere verklarin
gen volgens afspraak met de medeverdachten
zijn afgelegd.
De oude heer Krispijn deed opnieuw het
relaas van het gebeurde in den bewusten nacht.
Op een vraag van den verdediger van Z mr.
Teekenbroek, antwoordde getuige, dat hij niet
wist wie geslagen had.
Z. ontkende, dat hij in het bezit van het
breekijzer was geweest. De woorden „je geld
of je leven" werden door A. (den mededader)
geuit, die naar verdachte zeide, door het dolle
heen was.
De huishoudster, mej. Beekenkamp ver
klaarde, dat het door de daders gestolen busje,
(het eenige dat buit gemaakt werd), haar eigen
dom was.
Wederom verklaarde Z„ dat hij geen geweld
had willen plegen. De president maakte hem
er opmerkzaam op, dat hij een browning bij
zich droeg, die hij van zekeren O. had ge
kregen.
Deze O., (gedetineerd ter zake van een ander
met Z. gepleegd misdrijf), verklaarde o.m dat
zoowel de browning als het breekijzer zijn
eigendom waren geweest. Op de vraag van den
verdediger zeide get., dat Z. de schuld op zich
zou nemen, omdat deze niet eer gestraft was.
Verdachte herhaalde heftig, dat hij nice ge
slagen had. Al zou ik er nog 10 jaar bijkrijgen,
aeirie hij, dan
President: U krijgt er geen 10 jaar bij.
Verdachte: Als je de kans had, dan gaf je ze.
President: Niet boos worden.
1 '^Verdachte: Ik ben wel boos, ik word hier
gemeen behandeld; waarom worden die andere
twee getuigen niet gehoord?
President: Het is het volste recht van de
justitie, om een verdachte aan zijn bekentenis
te houden, als er geen, bepaalde redenen zijn
om aan de juistheid daarvan te twijfelen.
Nog werd als getuige a decharge gehoord de
heer J. M. Jalink. inspecteur der Ver. „Kinder-
zorg", die o.m. zeide, dat er omtrent Z vóór
diens huwelijk geen klachten waren. Door
omgang met slechte kameraden is hij tot mis
drijf vervallen.
Beklaagde beriep zich op de ellendige om
standigheden, waarin hij verkeerde.
De president wees hem op het feit, dat hij
méér dan anderen is gesteund.
Voorts verweerde Z. zich tegen de bewering
dat zijn huis een broeinest van misdaden zou
zijn.
De zaak werd hierop geschorst.
Hierna werd de zaak tegen den uitlokker G.
behandeld, waarin 7 getuigen werden gehoord,
waaronder de beide veroordeelden Z. en A.
Mr. Fred. Stahle, trad als raadsman voor
G. op.
De beide getuigen gaven een relaas van de
voorbesprekingen ten huize van Z., waarbij
ook O. tegenwoordig was. Deze heeft evenwel
niet aan den overval deelgenomen. Tijdens dit
verhoor noemde G., den medeverdachte Z. „een
gemeene boef'.
Deze riep daarop, dat ben je zelf.
G. légde evenals in eerste instantie een vol
ledige bekentenis af.
Men had er op gerekend, dat de oude Krispijn
geen weerstand zou bieden.
Na verhoor van Krispijn en diens huishoud
ster, zeide mr. Teekenbroek, (verdediger van
Z.) te moeten protestceren tegen het hooren
van den get. Z. tegen G.
Er ontstond een dispuut tusschen den presi
dent en den adv.-generaal eenerzijds en den
verdediger anderzijds over de vraag, of de
procesvoering op de juiste wijze plaats vond.
De eveneens gedetineerde J. van den B., die
ook bij de afspraak tegenwoordig is geweest,
verklaarde, dat G. hem op de hoogte van een
en ander had gesteld, doch getuige wilde ech
ter van het plan niet weten.
Ook getuige O. uit de vorige zaak zeide. dat
hij niets voor dit plan had gevoeld. Getuige
had Z. hooren zeggen, dat G. 10 pet. van den
buit voor de „tip" moest hebben.
Verdachte beweerde nooit iets tegen den ge
tuige te hebben gezegd.
Requisitoir.
Mr. baron Speyart Woerden hierna requisi
toir nemend in beide zaken, reconstrueerde, aan
de hand van de verklaringen door de verdach
ten in eerste instantie afgelegd de feiten, zoo
als ze ook door de rechtbank als bewezen wer
den geacht.
Thans komt Z. op sommige van die verkla
ringen terug. Volgens zijn bewering, zou hij
oorspronkelijk A. hebben willen sparen, doch
reeds bij de eerste verhooren noemde hij diens
naam.
Spr. heeft alle reden Z. aan diens verklarin
gen te houden, staande naast die van den aan
gevallene, die uitdrukkelijk verklaarde, 2 per
sonen in zijn woning te hebben gezien Ten
aanzien van den gepleegden diefstal zeide spr.
de bedreiging tot geweldpleging te laten vallen.
Spr. zag in het misdrijf een diefstal, vooraf
gegaan door een reeks van handelingen, te
zamen een feit uitmakende, zooals spr. uit de
jurisprudentie aantoonde en hij achtte uit dien
hoofde de qualificatie van het vonnis niet juist.
De tekst van de dagvaarding maakt toepas
sing van art. 311 W. v. S. mogelijk.
Spr. concludeerde tot vernietiging van het
vonnis, gezien de persoon van Z., die terzelfder
tijd voor andere misdrijven terecht moest staan
en ter bescherming van de plattelandsbevol
king tegen stads-bandieten achtte spr. de aan
Z. opgelegde straf juist.
Daarna komend tot de zaak G., betoogde spr.
eveneens uitvoerig aan de hand van de juris
prudentie, dat diens handelingen als uitlokking
tot misdrijf moet worden gequalificeerd en
vroeg ook in deze zaak bevestiging van het
vonnis.
Na de pleidooien van de beide verdedigers
werd het arrest bepaald op 27 December a.s.
Bekendmaking in het Politieblad.
In het Algemeen Politieblad komt de vol
gende bekendmaking voor:
Op 2 December 1933 zijn uit het perceel Joan
Maetsuyckerstr. 56 te 's Gravenhage door mid
del van geweldpleging, tengevolge i arrvan het
slachtoffer mevr. Harmse, korten tijd daarna
overleed, de navolgende voorwerpe ontvreemd
t.w 1 gouden heerenremontoirhorloge met in
de kast vermoedelijk .,5 Juni '888" of „25 Octo
ber 1881", witte wijzerplaat met gouden wij
zers, zwarte Arabische cijfers en secondenwij-
zer. De achterzijde van het horlige is gecise
leerd. Aan het horloge bevindt ziet1 een gouden
bewerkte schakelketting var platte schakels;
1 zwart metalen horloge met zwarte wijzerplaat
waarop gouden Arabische cijfers cn seconden-
wijzer; wanneer men de kastkleo opent ziet
men direct het uurwerk. Vermoedelijk bevindt
zich aan dit horloge een zilveren ring voor
bevestiging aan een ketting; 1 gladde gouden
damesring met grooten ovalen rooden steen; I
lange gouden antieke schakelhalsketting, be
staande uit groote ronde schakels; 1 zilveren
beursje; 1 rond gouden dameshorloge waarop
aan de achterzijde een blauw erna lie sterretje
1 groenachtig lederen dames lortemonnaie,
waarop streepjes of ruitjes inhoudende onge
veer 35 gulden aan bankpapier n specie; 1 en-
velloppe der Rijksinkomsten belas mg, inhou
dende een aanslagbiljet dier oelasting ten name
van Harmse, een bankbiljet van 25 en een
kwartje.
Van vorenbedoeld misdrijf wordt verdacht
een onbekend persoon van wien net slachtoffer
voor haar overlijden het volgend signalement
gaf: een jonge man ong 18 jaar, ong 1.65 M.
lang, mager gezicht, lichte oogen. achterover
gekamd donker haar. Gekleed met donker col
bertjasje, lange broek boord en das. Hij was
blootshoofds en had een doos bij zich terwijl
hij tegen het slachtoffer gezegd zou hebben:
„Deze doos is van de Laan van Nieuw Oost-
Indië, mag ik even op de doos wachten". Ook
zou hij gevraagd hebben of hij bij mevrouw
Harmse was.
De commissaris van Politie der afd. C. te
's Gravenhage verzoekt de opsporing en in be
slagneming van vorengenoemde voorwerpen,
alsmede de opsporing, aanhouding en voorge
leiding van vorenbedoelden persoon, terwijl
inlichtingen, welke kunnen leiden to. opsporing
en aanhouding van den dader, ten spoedigste
bij hem worden ingewacht.
Door den Officier van Justitie te 's Graven
hage is een belooning van 300 uitgeloofd, uit
te keeren aan hem, haar of hen, die zoodanige
inlichtingen verschaft of verschaffen, welke
leiden tot opsporing, aanhouding en veroor
deeling van den. dader.
DE GROOTTE VAN DE BINNENVLOOT.
Ondanks het feit, dat het vervoer te water
in Nederland een der belangrijkste elementen
is van het vervoer in het algemeen, tast men
ten aanzien van de eenvoudigste feiten met be
trekking tot de voorhanden zijnde binnenvloot
te eenen male in het duister.
Aan dezen toestand nu kan een einde komen.
Door het in werking treden van de Wet ter
bevordering eener evenredige vrachtverdeeling
in de binnenscheepvaart is de mogelijkheid
geopend, o. a. van grootte en samenstelling der
binnenvloot kennis te verkrijgen.
Met de bewerking van het materiaal, waar
over de Bevrachtingscommissies ex officio de
beschikking hebben, is thans door het Centraal
Bureau voor de Statistiek een aanvang ge
maakt. Het doel is, te komen tot een indeeling
der Nederlandsche vloot, o. a. volgens scheeps-
tvpen, tonnageklassen, afmetingen, bouwjaar,
voortstuwingswijze, nationaliteit en domicilie,
bijzondere eigenschappen der schepen, enz. en
van elk dezer categorieën zoowel het aantal
schepen als de totale tonnage te bepalen.
Het aantal schepen, waarvoor tot 1 December
1933 een bevrachtingsboekje werd afgegeven
(na aftrek van die, welke om eenigerlei reden
tot dien datum werden ingetrokken) bedraagt
11.717.
Deze schepen vertegenwoordigden een ton
nage van 2.342.355 ton.
]De Banckertdie met de „Van Nes" van Nieuwediep naar Oost-lndie
1JSVREUGDE EN DISPLEZIER: schaatsliefhebbers amuseeren zich meer dan de eenden in de Arnhemsche Singels.
9
Ingediend is een wetsontwerp houdende tij
delijke bevoegdheid tot het vaststellen van
bijzondere afwijkingen van enkele bepalin
gen der winkelsluitingswet 1930.
Het doel van dit wetsontwerp is, bij wijze
van tijdelijken maatregel de mogelijkheid te
scheppen, om ten behoeve van bepaalde be
drijven bijzondere afwijkingen vast te stellen
van enkele bepalingen der winkelsluitingswet,
welke op de verkoopgelegenheid op Zondag
betrekking hebben. De verschillende gege
vens, welke den minister omtrent de werking
der winkelsluitingswet hebben bereikt, heb
ben hem de overtuiging geschonken, dat bij
de tegenwoordige buitengewone omstandighe
den, die uiteraard niet hebben nagelaten ook
op den winkelstand haar terugslag uit te
oefenen, een onverkorte handhaving van de
bepalingen dezer wet betreffende den Zondag
voor sommige soorten van bedrijven, met name
de winkels in z.g. consumptie-artikelen, in
derdaad te bezwarend is. Ofschoon op 't punt
van vermeerdering van winkelverkoop zijn
verwachtingen ten deze niet bijzonder hoog
gespannen zijn. meent hij toch, dat er wei
voldoende aanleiding is om, door het mogelijk
maken van een verruiming der verkonpgele-
genheid op Zondag te trachten, waar noodig,
de getroffen bedrijven althans eenigermate te
hulp te komen.
De in artikel 1 van het ontwerp neergelegde
regeling schept voor die gemeenten, waar de
tegenwoordige buitengewone omstandigheden
zulks gewenscht maken, de mogelijkheid, om
ten behoeve van de winkels, waar z.g. con
sumptie-artikelen verkocht worden, afwij
kingen vast te stellen, waardoor voor de hier-
bedoelde categorieën winkels op Zondag eenige
verkoopmogeiijkheid wordt geschapen, onder
scheidenlijk de bestaande verkoopmogelijk
heid eenigszins wordt verruimd.
Teneinde evenwel zekerheid te hebben, dat
een regeling als hier bedoeld door de belang
hebbenden gewenscht wordt, is bepaald, dat
zij slechts nadat de winkeliers uit het be
trokken bedrijf daarover zijn gehoord, door
den gemeenteraad kan-worden vastgesteld
Deze zal er zich, voor elk geval afzonderlijk,
overeenkomstig dienaangaande door de Kroon
te stellen regelen, nauwkeurig van hebben te
vergewissen, dat inderdaad een beteekenende
meerderheid vóór een verruiming is.
Van de hier bedoelde bevoegdheid zal. naar
de minister zich zelf voorstelt, slechts oo zoo
danige wijze dienen te worden gebruik ge
maakt, dat van de regeling der winkelslui
tingswet niet meer dan strikt noodzakelijk
wordt afgeweken. In dit licht moeten ook wor
den gezien de bepalingen in het tweede en
derde lid.
In het tweede lid wordt voor de betrokken
winkels, hetzij zij thans op Zondag gesloten
zijn, hetzij zij reeds ingevolge art. 4 der Win
kelsluitingswet of een krachtens artikel de
zer wet vastgestelde verordening op Zondag
gedurende eenige uren voor het publiek ge
opend zijn, het aantal uren. gedurende welke
zij met toepassing van den in het onderhavige
artikel voorgestelden crisismaatregel, op Zon
dag ten hoogste voor het publiek geopend
mogen zijn, op 6 uren gesteld, welke uren niet
na 8 uur des namiddags mogen vallen. Uit
het bovenstaande volgt dus, dat deze bepaling
ten aanzien van winkels, voor welke reeds een
verdergaande regeling geldt, geen invloed
heeft. In het derde lid wordt eenzelfde rege
ling. als in het tweede bedoeld, getroffen ten
aanzien van winkels, waarvan het hoofd of de
bestuurder behoort tot een kerkgenootschap,
dat den wekelijkschen rustdag op den Sabbath
of op den zevenden dag viert.
Ten aanzien van de hierbedoelde winkels,
die reeds ingevolge artikel 5 der Winkelslui
tingswet op .Zondag van 5 uur des voormid
dags tot 2 uur des namiddags en ingevolge
een krachtens artikel 9 der wet vastgestelde
verordening nog tot een later tijdstip voor het
publiek geopend mogen zijn, wordt bepaald,
dat zij met toepassing van den in het on
derhavige artikel voorgestelden crisismaatre
gel op Zondag niet na 8 uur des namiddags
voor het publiek geopend mogen zijn.
De regeling van het tweede lid van het on
derhavige artikel, sluit de mogelijkheid niet
uit, van hier gegeven faciliteiten gedurende
een ander daggedeelte gebruik te maken van
de regeling krachtens de Winkelsluitingswet.
Het komt den minister voor, dat het voldoen
de geacht kan worden, den in artikel 1 be
doelden crisismaatregel tot 1 Januari 1935 te
doen gelden. Tegen dit tijdstip zal de toe
stand dan opnieuw in beschouwing kunnen
worden genomen, teneinde na te gaan of er
aanleiding tot het treffen van verdere voor
zieningen bestaat.
Den heer Asvero Gravelli, consul der fascisti
sche militie in Italië, hoofdredacteur van het
fascistisch jeugdblad „Octobre", die gistermor
gen te 's Gravenhage was aangekomen en gis
teravond te Den Bosch zou spreken op een
debatvergadering van den Algem. Ned. Fascis-
tenbond is zulks op last van den minister van
Justitie verboden.
In zijn plaats voerde het woord de Neder
lander de heer Ooms redacteur van de „Oc
tobre".
Meisje gooit haar ex-verloofde met
bijtende vloeistof.
Woensdagavond ruim zeven uur kwam zekere
mej. H. Sch. op t.et politiebureau Wilheimina-
park te Tilburg vertellen, dat zij even tevoren
haar vroegeren verloofde, zekeren M. van B„
in de Houtstraat was tegengekomen en dat
deze haar met een fleschje had willen slaan
Zij had, volgens haar verklaring, den slag af
geweerd, doch daarbij had zij den inhoud van
het fleschje (een limonade fleschje, dat met
een bijtende vloeistof, vermoedelijk zwavel
zuur was gevuld) over het lichaam gekre
gen. Haar kleeren vertoonden de sporen van
de vloeistof, die in het goed was ingevreten
en zij had er tevens wonden van opgeloopen
aan handen, beenen en gezicht. Het meisje
werd door den G. G. en G. D. verbonden.
Ongeveer gelijktijdig, dat het meisje de aan
gifte kwam doen, kwam echter een ander be
richt binnen. Er werd namelijk aangifte ge
daan, dat zich in een perceel in de Houtstraat
een jongeman bevond, die vreeselijk kreun
de en die ernstige verwondingen aan het ge
zicht had opgeloopen. De politie begat zich
derwaarts en de gewonde jongeman bleek ge
noemden M. van B. te zijn. Hij bleek een hoe
veelheid van dezelfde bijtende vloeistof .in
beide oogen gekregen te hebben en was er
ernstig aan toe. Per auto van den G. G. en
G. D. werd hij naar het St. Elisabethzieken-
huis overgebracht, waar een oogarts hem ge
neeskundigen bijstand verleende. De oogen zijn
zoo ernstig gewond, dat de mogelijkheid niet
is uitgesloten, dat hij het licht zal moeten mis
sen.
Intusschen gaf de jongeman tegenover de
politie een geheel andere lezing van het ge
val. Hij verklaarde namelijk, dat hij zijn vroe
gere verloofde in de Houtstraat was tegenge
komen en dat deze hem uit een fleschje de
bijtende vloeistof in het gezicht had geworpen.
In verband met een en ander is het meisje
gisterenmorgen door de politie in arrest ge
steld. Zij blijft bij haar eerste verklaring. Het
onderzoek duurt vcort.
Het fleschje, waarin de bijtende vloeistof
zich bevond, werd op de plaats van het ge
beurde in de Houtstraat door de politie gevon
den en in beslag genomen.
CONCERTZAAL DOOR BRAND VERWOEST
Woensdagavond is, vermoedelijk door het ach
teloos wegwerpen van een sigaret, brand ont
staan in hotel „Gelria" te Doesburg. De groote
concertzaal met bijbehooren brandde geheel uit.
Het hofcelgèdeêlte bleef behouden.'Verzekering
dekt de schade.
Een trouwlustig Duitscher opgelicht.
De in Amsterdam in sommige kringen wel
bekende kaartlegster C. W. F. werd door de
rechtbank wegens oplichting veroordeeld tot
een gevangenisstraf van twee jaar, met bevel
tot onmiddellijke gevangenneming. Voorts werd
zij veroordeeld tot betaling van 150 schade
vergoeding aan haar slachtoffer. Het O.M. had
anderhalf jaar gerequireerd.
De vrouw had een juffrouw onder verschil
lende voorwendselen 150 afhandig gemaakt.
De waarzegster zou de juffrouw een echtgenoot
bezorgen, die echter slechts in haar verbeet
ding bestond. Ook had de waarzegster een
Duitscher, die een Hollandsche vrouw zocht een
aanzienlijk bedrag afhandig gemaakt. Zij had
voor hem een huwelijkspretendente gezocht
doch ook dit meisje leefde slechts in de ver
halen. die de waarzegster haar slachtoffer deed.
De oplichting in dit laatste geval werd door
de rechtbank niet bewezen geacht.
De secretaris van de afdeeling der Mijnbouw
kunde van de Technische Hoogeschool te Delft
maakt bekend, dat zij, die wenschen deel te
nemen aan het ingenieursexamen voor mijn
ingenieur, dat zal worden afgenomen Dinsdag
30 Januari 1934, zich daarvoor schriftelijk heb
ben aan te melden vóór 15 Januari 1934 bij
den secretaris van de afdeeling der Mijnbouw
kunde, prof. dr. J. H. F. Umbgrove.
TILBURG, 14 December. (Hoogeschool voor
Economische en Sociale Wetenschappen). Ge
slaagd voor het propaedeutisch examen ir, de
handelswetenschappen: de heeren C. A. Braun
te Breda, J. A. van Olphen te Breda, A. W N
Ploegmakers te Dommelen en J. B. A. Verster
te Gilze.
EXAMEN KRANKZINNIGEN-VERPLEGING
(DIPLOMA B)
Bij het op 12 en 13 December j.l. in de Psy
chiatrische Inrichting „Voorburg" te Vughi ge
houden Staatsexamen krankzinnigen-verpleging,
diploma B, zijn geslaagd: H. C. van Geyn (Br.
Vitalianus M.); J. P. Verouden (Br. Gondul-
phus M.); M. A. de Vries (Br. Cletus M.); A.
M. S. Antons (Zr. Cecilia); H. F. v. d. Heuvel
-(Zr. Francina); A. M. Hilgers (Zr. Hubertine)
H. M- van Iperen (Zr. Emmanuël); C. A. Ja
cobs (Zr. Odilia); J. M. H. van Kilsdonk (Zr.
Rumolda); A. H. J. van Mierlo(Zr. Agapita)
M. J. Otten (Zr. Monique); A. Reedijk (van de
Stichting ",,Oud-Ro3enburg", Loos duinen),
Aanmerkelijke verhooging.
Ingediend is bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp, waarbij het recht verschuldigd voor
elk afschrift eener akte van den burgerlijken
stand wordt verhoogd van 40 cent -p 2 en
het recht, verschuldigd voor elk uittreksel uit
zoodanige akte wordt verhoogd van 25 cent tot
1.00
Hr. Ms. torpedobootjagers „Banckert" en
van Nes" onder bevel resp. van kapitein
luitenant ter zee R. P. v. d. Wetering en lui
tenant ter zee eerste klasse J. W. G van
Hengel zijn gisterochtend uit de haven van
Nieuwediep vertrokken ter aanvaarding van
de reis naar Nederlandsch-Indië. De eerste
aanloophaven is Tunis.
WAARSCHUWING.
In het Algemeen Politieblad waarschuwt de
burgemeester van Twisk tegen de practijken
van Salomon Weyland, geb. te Dieren 2 Octo
ber 1901, koopman, wonende te Amsterdam,
Jekerstraat 26 huis.
Deze persoon biedt onder allerlei verdicht
sels handdoeken en baddoeken te koop aan te
gen bespottelijk lagen prijs; bij bestelling
wordt medegedeeld, dat deze doeken na eeni
ge dagen afgeleverd zullen worden, waarna
de betaling kan plaats hebben. Daarna komt
hij voor den dag met linnen voor lakens, dat
behoorlijk van prijs is en direct betaald moet
worden. De handdoeken worden echter niet
bezorgd, zoodat het er bij hem alleen om te
doen is de lakens aan den man te brengen.
GELDIGHEIDSDUUR POSTZEGELS VOOR
VREEMDELINGENVERKEER
De directeur-generaal der posterijen, tele
grafie en telefonie brengt in herinnering dat de
geldigheidsduur van de ingevolge 't koninklijk
besluit van de 13 April 1932 uitgegeven post
zegels ten bate van de Algemeene Nederland
sche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer
met 31 December 1933 eindigt.
HET „RESIDENZSCHLOSS"
TE DRESDEN.
Het gewezen „Residenzschloss" te Dresden,
waarin verleden zomer de druk bezochte ten
toonstelling „August de Sterke en zijn tijd" is
gehouden, is weer geopend voor het publiek.
De dertig feestzalen der tweede verdieping zij.i
nieuw ingericht. Deze bevat thans o.a. ook de
groote Turksche lent, welke bij de bevrijd mg
van Weenen door Saksische soldaten is buit
gemaakt. In een bijzonder kabinet vindt men
een groot getal schilderijen uit de XVIIIde
eeuw, welke in bruikleen door de „Gemaldp-
galerie" zijn afgesiaan Ook de „Zaal der hon
derd vazen" is nieuw ingericht. Zij bevat va
zen uit Meissner porselein, beschilderd vo.-
gens Chineesche motieven.
De Haagsche rechtbank heeft Donderdag
voortgezet de op 16 November j.l. geschorste
zaak tegen de beide verdachten van de op
30 Juqi j.l. gepleegde inbraak in het kantoor
van den gemeenteontvanger te Naaldwijk A.
J. D. en A. B.
Door het O.M. waren nog enkele nieuwe ge
tuigen gedagvaard o m. zekere De Beer. die
evenwel niet opgespoord is kunnen worden en
vermoedelijk in het buitenland vertoeft.
De eerste getuige de heer van Heerevela
ambtenaar ter secretarie te Naaldwijk, die dien
avond met een collega op den Dijkweg liep,
he,ft nabij het slachthuis te Hon-Mlredijk een
auto langs den weg zien staan en op korten
afstand daarvan zag hij 2 personen in sluipen
de houding, die in de richting van de auto
liepen.
De volontair ter secretarie de heer Van
Heeteren heeft de bewuste auto zien draaien
en daarna zien stilstaan voor de woning van ds.
Lamping.
Getuige heeft het nummer van de auto
H. 98597 opgenomen.
De garagehouder B. G. J. Moor verklaarde dat
de voornoemde De Beer (de niet gevonden ge
tuige) op 30 Juni tweemaal een auto huurde.
Beide malen kwam de B. om den wagen ten
einde er mee naar Hóek van Holland te gaan
Hij zou den wagen den volgenden morgen te
rugbrengen, hetgeen ook geschied is. Er wa
ren ongeveer 50 K.M. met den wagen afgelegd.
Den volgenden dag kwam de B. weet om een
auto, hij zou naar Rotterdam gaan. Hij kwam
terug met de mededeeling dat hij iemand mede
genomen had en deze was onderweg aange
houden door de politie.
De ios-werkman Van Veen heeft in den avond
van 30 Juni op den Dijkweg 2 personen ont
moet die den zijtuin van het perceel no. 12
verlieten. Getuige herkende ter zitting den
verdachte D.; de verdachte B lijkt op den
tweeden persoon.
De tuinder Verheek herkent ter terechtzitting
in de verdachten niet pertinent de personen,
die 14 dagen voor het misdrijf op zijn erf
kwamen en toen garen en band te koop
aanboden.
Getuige inspecteur Bouwhof beantwoordt nog
een vraag van het O.M. omtrent de door hém
gevonden oliesporen.
De opperwachtmeester Fortuyn uit Loosdui
nen geeft eveneens een nadere toelichting op
zijn reeds eerder afgelegde verklaringen.
Mr. van Asch van Wijck merkte nadat de
verdachten bij hun ontkentenis volhardden op,
dat hij D.'s schuld zou moeten bewijzen om
tot de medeplichtigheid van B te kunnen
komen. Volgens inspecteur Bouwhof staat vast,
dat de inbraak door twee personen is gepleegd,
een daarvan D. is en door zijn postuur en door
zijn bijzondere stem door den getuige de Bruin
nertinent herkend. Uit 15 andere personen werd
hij direct door dezen getuige aangewezen. Ook
drie andere getuigen herkennen D. ais dengene
die op dien avonu te Naaldwijk is geweest. Ook
de auto waarmede vaststaat dat de verdachten
gereden hebben, is op het tijdstip van de mis
daad ter plaatse gezien.
D. en een makker zijn ook op de ontvreemde
fietsen gezien.
Nog enkele andere feiten, gesteund door
de verklaringen van de Beer, concludeerde
spr. dat D schuldig is aan deze inbraak.
De mede-verdachte B. zegt van niets te weten
doch dit zal hem maar weinig baten. Spr.
toonde aan dat B. eveneens uitdrukkelijk door
getuige de Bruin, is herkend, bovendien heeft
hij zelf erkend eenige ureh'-Öi' géfefcciïaf var»
D. te zijn geweest,'met dezen is hij per rijwiel
gezien, zooclat spr. aanneemt dat beiden aan
bet feit schuldig zijn.
D. heeft een bedenkelijk strafblad beginnend
met 1902 tot 1923 toen hij 10 jaar gevangenis
straf kreeg wegens poging tot doodslag. In April
1933 kwam hij vrij Tegen hem requireerde spr.
7 jaar gevangenisstraf.
B. is geruimen tijd buiten handen van de
justitie gebleven, doch ook hij zal een be
hoorlijke straf voor dit feit moeten hebben,
zoodat spr tenslotte 3J/2 jaar gevangenisstraf
eischte.
Mr. Huygens voor den medeplichtige B. het
eerst pleitend betoogde, dat in deze zaak tal
van aanwijzingen voor het meerendeel zon
der eenige waarde naar voren zijn gebracht,
doch geen enkel bewijs.
Tegenover de z.g. aanwijzingen stelde pleiter
uitvoerig vast dat noch wettig, noch overtui
gend is bewezen dat B. aan dit misdrijf schul
dig staat en mitsdien verzoekt nij- vrijspraak
met'" onmiddellijke in vrijheidsstelling van B.
Na raadkamer deelde de president mede,
dat, beslissend op bet verzoek van mr Huygens
verdachte B. in vrijheid wordt gesteld.
Het pleidooi van mr. Moresco. werd uitge
steld.
EEN JAAR WEGENS MEINEED.
Bij de behandeling voor het gerechtshof te
Amsterdam tegen twee verdachten, die ten
Den Helder opruiende geschriften hadden ver
spreid, heeft een getuige 5 décharge verklaard,
dat hij en niet de verdachten de pamfletten
had verspreid. De getuigen twee mariniers
hielden echter vol, dat de verdachten de
pamfletten hadden uitgereikt.
De getuige a décharge bleef bij zijn verkla
ring, zoodat de procureur generaal een ver
volging wegens meineed tegen hem instelde.
De Alkmaarsche rechtbank veroordeelde
hem op 31 Juli j.l. wegens meineed tot een
jaar gevangenisstraf.
De man kwam van dit vonnis in hooger be
roep bij het hof hetzelfde college, waar
voor hij indertijd zijn getuigenverklaring had
afgelegd en dit veroordeelde hem tot een
jaar gevangenisstraf met aftrek van vijf maan
den voorarrest.
Het O. M. had bevestiging geëischt.
Amèrikoansche protserigheid vernield: het gebouw- van de Atlantic Yacht Club tn
New-York gaat in vlammen 0£j dc „marmeren" zuilen branden lustig meél