Rffl
U
i
z
DE KLUÏZENAAM YAN HET
Bill H
VAN IERSCHE
- HEILIGEN.
DE VOS EN DE WEZEL,
ALLERLEI,
VOOR KNUTSELAARS.
d
DE PRIJZEN.
ZATERDAG 16 DECEMBER 1933
Oplossing van den vorigen
relbias
Hoe Philips H in het
Escoriaal leefde.
W0ÏM
EEN VORSTELIJK KINDER*
HUWELIJK IN DE
17e EEUW.
.Willempie".
It
Tl 2*
Uitslag „Welke rivieren?"
Prijs van den teekenaars
LETTERRAADSEL.
Oplossing vorig letterraadsel.
Ierland is genoegzaam onder ons als het
„Eiland der Heiligen" bekend. Paus Benedictus
XIV, die gedurende zeventien jaren de Kerk
Gods heeit bestuurd, had een bizondere ver
eering voor de Iersche heiligen. Toen hij tot
de bisschoppen van „het groene Erin" een toe
spraak hield, verzocht Hij hun de voetstappen
van de Iersche heiligen te blijven drukken, hun
ijver en trouw na te volgen, vast en onwrik
baar als zij te blijven staan op de rots van
Sint Pieter.
Wij willen hier van enkele Iersche Heiligen
wat verhalen.
De lelie van Ierland is ongetwijfeld de heilige
Dympna, die te Gheel, in België, op bizondere
wijze wordt vereerd. Talrijke kerken en Gods
huizen dragen haar naam en jaarlijks wordt
een luisterrijke processie haar ter eere onder
nomen.
De moeder van deze martelares was katholiek
geworden, maar haar vader volhardde liever
bij zijn heidensche afgoden. Die vader was zoo
veel als graaf over het gebied Monaghan en
velen waren gehouden hem te gehoorzamen.
"h Ongelukkige tijd brak voor Dympna aan,
toen haar moeder stierf. Op aanraden van een
heilig priester legde zij de gelofte af nimmer
in het huwelijk te zullen treden. Haar strenge
vader wenschte dit echter niet; hij had haar
liever de vrouw gezien van een zijner ruwe
trawanten. Hij maakte het zijn dochter zóó
moeilijk, dat deze in gezelschap van den gees
telijke en twee harer dienaressen het ouderlijk
huis den rug toekeerde; men moet Gode nu
eenmaal méér gehoorzamen dan den menschen.
In België meende zij een veilige schuilplaats
te zullen vinden.
De vertoornde graaf liet heel het eiland af
zoeken naar zijn dochter, maar dat haalde
natuurlijk niets uit. Eerst na vele maanden
kwam hem ter oore, dat het maagdeke zich
met bestemming naar Antwerpen had inge
scheept. Aanstonds gordden hij en zijn bnrre
dienaren zich aan, staken naar België over en
begonnen daar een nieuw onderzoek. Het duur
de niet lang, of Dympna was gevonden. Be
dreigingen, smeekbeden, beloften, niets konden
haar evenwel aan het wankelen brengen. Haar
vader versloeg daarop den heiligen priester en
de jonkvrouwen van Dympna's gevolg; toen
keerde hij het moorddadige wapen tegen zijn
eigen dochter en hieuw haar het hoofd af.
Heilige Dympna, bid voor ons.
Een kloostervrouw met een kazuifel. Dat een
kloosterzuster een kazuifel draagt, is toch wel
een zéér ongewoon iets en tóch dragen de
vrome kloostervrouwen, die zich onder Sinte
Attracta's bescherming hebben gesteld, zulk
een kazuifel als habijt!
De heilige Attracts was een volgelinge van
den grooten apostel en patroon der Ieren, Sint
Patrick (pèt-trik). Zij had het geloof reeds
omhelsd vóór zij den prediker mocht ontmoeten.
In zijn handen legde zij plechtige geloften van
kuischheid en gehoorzaamheid af. Aan de oevers
van een meer bouwde hij een cel voor het God
gewijde dochterke, de „Cel van Attracta". die
later zooveel vereering zou genieten. Meerdere
kluizen sloten zich hierbij aan, zoodat een
kloostergemeenschap ontstond.
VlIQp zekeren dag, toen het maagdeke met den
néillgen Patrick sprak, zie, daalde een kazuifel
-uit den hemel neer op des apostels' handen.
•TWze zegende de kazuifel, breidde haar uit over
Attracta's schouders en zeide: „Moge deze
kazuifel, mijn dochter u bekleeden!" Sindsdien
dragen de dochterén van Sinte Attracta allen
de kazuifel, die Sint Patrick haar stichteres op
zestienjarigen leeftijd verleende.
Een martelaar in 1608. De Engelsche troepen
namen den Ierschen edelman Sir Phelim ge
vangen, die zich tegen de onderdrukkers van
zijn land en H. geloof had aangegord ten strijde.
De onderkoning over Ierland bezwoer den rid
der zijn katholiek geloof te verzaken, anders
zou hij zich genoodzaakt zien 'hem te berooven
van zijn fortuin, zijn landgoederen, zijn haard,
ja zelfs van Zijn leven. Een waarlijk edel en
sterkkarakter, als Sir Phelim,. dacht er echter
niet aan zijn geloof prijs te geven. De krijgs
knechten voerden hem daarop naar het scha
vot. Voor de laatste maal werd nu een poging
ondernomen om hem tot afval te bewegen. Het
fiere antwoord luidde evenwel:
„Nooit zal ik het heilig, katholiek en aposto
lisch geloof prijsgeven, voor geen gunst, hoe
groot ook, voor geen rijkdom, hoe omvangrijk
ook, voor geen eereambt hoe hoog ook; Sint
Patrick bracht het naar dit eiland, bevestigde
het door zijne wonderen; mijn voorouders be
zegelden het met hun bloed en met hun leven.
In den H. Doop ontving Ik het en in den loop
mijns levens beleed ik het zonder eenige ver
slapping!"
Den 27en September van het jaar der ge
nade 1608 viel Sir Phelim's hoofd op het scha
vot te Lifford.
Sint Patrick wondt den koning. De groote
apostel van Ierland, Sint Patrick, slaagde er in
den koning over Cashel, Engus genaamd, voor
het katholiek geloof te winnen. Hij bereidde
den vorst voor op het ontvangen van het Hei
lig Doopsel.
Toen nu deze plechtigheid zou beginnen,
plaatste de heilige bij ongeluk de kerpe punt
van Zijn bisschopsstaf op den voet van den vorst.
De punt doorboorde dien voet, maar de koning
liet niets merken, en ontving met de grootste
devotie het heilig sacrament. Toen Sint Patrick
bevond, wat er was gebeurd, vroeg hij den
doopeling: „Waarom hebt u niet geschreeuwd?"
„Ik dacht, dat dit tot het H. Doopsel hoorde
en dat ik het als zoodanig moest verdragen!",
luidde het antwoord.
De bisschop zegende den koning voor dit
bewijs van waarlijk christelijke sterkte; hij
zegende hem en zijn geheele huis met een zeer
bij zonderen zegen.
Daar leefde eens een vos, die erg met zichzelf'
was ingenomen. Was hij niet het leepste dier
van heel het woud? Wie onder de dieren droeg
zoo'n mooien staart als hij? En wie had zoo'n
heerlijke, warme vacht? Toen hij op zekeren
avond 'n ouden hoed vond, wist hij van trots
haast niet meer wat hij zou beginnen! Hij zette
het ding op z'n kop, sleepte takken en twijgen
aan nabij de plaats, waar de dieren gewoon
waren hun dorst te komen lesschen en zette
zich op dien „troon" neer met 'n snoet, alsof
hij het heele bosch te commandeeren had. Hij
droeg nu immers een kroon?
Nauwelijks had hij 'n tijdje zoo gezeten, of
daar kwam 'n haas aangehuppeld. Hij keek iet
wat wantrouwend naar den vos, die daar zoo'n
overdreven houding had aangenomen. „Wat
zou Reintje nu weer in zijn schild voeren?"
dacht hij.
„Machtig heer, ik ben uw dienaar. Ik gehoor
zaam eiken keer!" zul je roepen, kefte de vos!
De haas, die erg veel dorst had, zei het
rijmpje zoo vlug op, als zijn lastige lippen het
hem veroorloofden en begon daarna te drin
ken.
'n Poosje later was 'n haastig gestommel door
het doode blad te hooren. 'n Egel had zijn war
me kuiltje onder aan den voet van een boschje
kreupelhout verlaten om zich aan het heldere
nat te laven. Dicht bij den waterkant zag hij
den vos in een potsierlijke houding zitten,
maar van Reintje was hij nu eenmaal allerlei
zotte streken te wachten. Bovenden, angst had
hij heelemaal niet, want het speldenkussen op
zijn elastieken huid deed den vijand toch af
deinzen! Juist scharrelde hij met zijn rare,
kromme pootjes naar het vijvertje toe, toen
zijne majesteit kefte: „Hier wordt niet gedron
ken, boerenlummel, of éérst wordt gezegd:
Machtig heer, ik ben uw dienaar, ik gehoor
zaam eiken keer!"
Heer stekelvarken vond het wel een beetje
mal, bij hem in de familie maakten ze nu een
maal zoo'n drukte niet. Doch, daar hij den vrede
lief had, zei hij het versje onderdanigst op en
ging daarna drinken
Net was hij vertrokken, of daar kwam een
wezel aangerend: Goeie genade wat had dat
beestje 'n haast! Als 'n pijl sneld-j het over de
grashalmen naar het slootje toe:
„Eerst je versje opzeggen, spookdier!" kefte
de vos, en hij zei het de wezel voor.
„Maar Sire, mag ik niet eerst mijn dorst les
schen? Mijn keel is zoo schor, dat het mij
moeite kost te spreken!" luidde het antwoord.
„Ga je gang, maar daarna wensch ik je be
tuiging van gehoorzaamheid te vernemen, ver
sta je?"
Doch de wezel was er al van door! Zij had
heelemaal geen zin om op te zitten en pootjes
te geven! De vos haar nal Sjonge, wat renden
die twee!
Juist schoot het lenige wezeltje 'n konijnen
hol in, toen Reintje haar staart te pakken kreeg!
„O, wilt U even loslaten? Dan draai ik mij
om en zal ik mijn versje opzeggen!" smeekte
de wezel.
„Dat is je geraden ook!" bromde de vos, liet
den staart schietenen was de wezel kwijt.
DE BRUIDSSLUIER WATERVAL is een
onderdeel van den grootsten waterval der
heele aarde, den Yosemite-val, door den Por-
tugeeschen ontdekker Serpa Pinto „meer ver
schrikkelijk dan mooi" genoemd. De Yosemite-
val (in de buurt van San Francisn) is 830 M.
hoog, maar de val vormt géén geheel, er zijn
„cascaden" in (trapsgewijze waterstortingen).
De Indianen meenen, dat er in dezen val een
booze geest huist; wie naar het water wijst,
moet déze euveldaad met den dood bekoopen
DE AANLEG VAN DEN TUNNEL der
Lötschberg-Bahn (Zwitserland) kostte aan 24
arbeiders het leven, doordat een geboorde
gang plotseling met water, steenen, zand en
klei werd opgevuld. Men zag zich daarna ge
noodzaakt den tunnel 'n anderen weg te geven
(1008). Bij den bouw van den Sint Gotthard-
tunnel konden de arbeiders slechts vijf uur
per dag hun werk volhouden, terwijl zij om
de twee dagen één dag moesten schoften
(gebrek aan versche lucht) om „tunnel-ziekte"
(koorts en dorst) tegen te gaan.
DE „STERVENDE LEEUW" te Luzem wordt
door alle toeristen bezocht. De beroemde
Deensche beeldhouwer Thorwaldsen van
hem is óók de Christus, die U ln rijk geplooid
gewaad en met uitgebreide armen tegemoet
treedt heeft dit monument in rotsen uitge
houwen ter herinnering aan die Zwitsersche
soldaten en officieren, welke hun leven gaven
voor den Franschen koning tijdens den be-
ruchten aanval op de Tuilerieën te Parijs
(1792). Een afgebroken lanspunt steekt den
leeuw in het lijf; de rechter-voorpoot rust op
het schild der Bourbons.
DE KROEGBAAS BOBBY LEACH is de
eerste geweest, die den Niagara-waterval
levend is gepasseerd. Hij volbracht dit roeke-
looze waagstuk in een ijzeren vat van 3 M.
lang en 1 M. breed, 'n Film-operateur deze
zenuwschokkende gebeurtenis vond plaats in
1911 wist het vat net te kieken, toen het
over den rand van den val vijftig meter naar
omlaag stortte. Schokbrekers en matrassen
moesten Leach beschutten tegen het geweld
van water en rotsen. Toen de gedeukte ton
werd geopend, bleek Bobby „slechts" allebei
zijn knieschijven en 'n kaak gebroken te
hebben
De mensch blijft nooit, die hij is, als hij zich
niet door oefening verheft.
Wanneer we over den „kluizenaar van het
Escoriaal" spreken, dan wil dat niet zeggen, dat
Philips II zonder onderbreking in zijn klooster
verblijf hield. Maar hij zorgde toch wel er te
zijn op de hooge feestdagen en tijdens hun
m
Koning Philips II, getooid met het orde-
teeken van het Gulden Vlies, zooals hij
door Titiaan werd geschilderd.
kring; van Kerstmis tot Driekoningen, op
Aschwoensdag en gedurende de Goede Week,
met Pinksteren en Sacramentsdag kon men den
vorst steeds als gast van het Escoriaal aan
treffen. Allerheiligen en Allerzielen bracht hij
eveneens bij de goede monniken door en nim
mer verzuimde hij het feest van Sint Laurentius
te vieren binnen den hof, te zijner eere gesticht
De rijksgrooten hadden met dit langdurig ver
blijf in de kloosterlucht niet erg veel opte
Madrid konden zij zich vermaken, maar het
Escoriaal was voor danszaal nu eenmaal niet
erg geschikt. Zij stookten hun vorst op dit kille,
vochtige, gure nest vaarwel te zeggen, zéker
gedurende de wintermaanden; zijn rheumatielc
zou er maar erger door worden, in al die kou!
De koning liet de heeren in hun vriendelijke
bezorgdheid stilletjes praten. Slechts enkele
jaren vóór zijn dood zag hij van deze winter-
sche bezoeken af.
Philips begreep zéér góéd, dat het voor zijn
familie en zijn hovelingen nu niet bepaald een
pretje was het leven van. 'n Karthuizer te lei
den! Hij deed genoeg zijn best om voor éenige
verstrooiing te zorgen. Hij gaf zijn gemalin en
den kinderen eén hengel in de hand, zoodat
zij konden gaan visschen Niet zelden werd een
jacht op wolven en wilde zwijnen gehóuden,
waarbij de vorst dan uit zijn staatsie-koets toe
keek. Soms werd heel hét dorp getracteèrd op
wilde konijnen, die de prinsessen Catharina en
Isabelle met den handboog hadden neergelegd
Dan weer werden de schaapscheerders verzocht
hun dieren onder de ramen van het kiooster-
paleis te komen scheren; dat was al 'n heele
afwisseling in het eentonige leven, 'n Enkele
maal werd een stierengevecht op touw gezet
door familie-leden des konings, maar deze
woonde het wreede schouwspel niet bij. Veel
liever keek hij naar tooneelspel en vooral naar
de fraaie dansen, door de jeugdige misdienaars
van het Escoriaal bij alle kerkelijke plechtig
heden opgevoerd. Misschien vindt iemand dat
'n beetje raar, dansen in een kerk, maar danste
David niet voor de Ark en zingt een oud liede
ken uit de Middeleeuwen niet, dat er óók in
den hemel 'n dans is Bij deze dansen moet
Stadhouder Wiliem II van Oranje.
je natuurlijk niet denken aan dat zonderlinge
voetengeschuifel van tegenwoordig, maar aan
religieuse dansen, zooals onze Graalmeisjes die
wel opvoeren. Trouwens, in de cathedraaj van
Sevllla (se-wiel-ja) wordt tegenwoordig nóg
gedanst, op Sacramentsdag en tijdens de Se-
mana Santa (Goede Week), de dans „de los
Seises" (der zes). Mag ik daarvan even iets
uit 'n reisbeschrijving (door H. v. d. Mandere)
overnemen Daarna keeren we weer naar het
Escoriaal terug
„Twee rijen knapen, van acht tot twaalf jaar,
als Spaansche ruiters uit de Middeleeuwen ge
kleed, bewegen zich in den pas van den rei
dans, verdeelen zich in behoorlijke wendingen,
zingen tezamen een lied, dat in het duister der
reusachtige cathedraal als de stem van een
engelenkoor weergalmt en begeleiden dans en
zang met handklappers (castagnetten). Er zijn
aartsbisschoppen geweest in Sevilla, die tegen
de handhaving van dien dans bezwaren hebben
gehad en deze hebben gebracht voor de voeten
des Pausen. Er wordt wel eens gezegd, dat de
Paus, die de knapen te Rome vóór zich liet
dansen, geenszins afkeerig van den dans bleek
doch, om Monseigneur tevreden te stellen, ge
lastte, dat deze zou voortduren totdat de klee-
ren. die de knapen droegen, geheel versleten
waren. Maar degenen, die voor het behoud van
den dans pleitten, lieten telkenmale die kleeren
gedeeltelijk herstellen, waardoor zij nooit
geheel versleten, en zoo is de dans blijven
voortduren, eeuwen en eeuwen achtereen en
vormt deze 'n eenheid met de gebruiken in
de cathedraal".
Bezoeken en feest-dlners gaven een beetje
fleur aan het leven binnen het kloosterpaleis
Jesuieten brachten eens vier Japansche ridders
mee, die niet zoo'n klein beetje werden beke
ken tot groote stichting der aanwezigen, ont
vingen zij in de kapel der Relikwieën de H
Communie. Op 'n anderen keer ontvingen een
Moorsche vorst en 'n Joodsche godsdienst
leeraar het H. Doopsel, waarbij de koning zelt
beter stond, 'n Walvisch-kakement, 'n kunstjes-,
olifant, die buigingen maakte, 'n neushoorn,
verschaften den „infanten" (prinsen van ko
ninklijk geslacht) veel pret. In 1575 werden de
prinsesjes gevormd, gelijk met de dorpsjeugd
uit den omtrek. De Bisschop arriveerde per
muilezel. Eén voor één kwamen de kinderen
naar Zijne Hoogwaardige Excellentie toedeze
legde hun de handen op. Nu gebeurde het, dat
één vormeling 'n échten kaakslag van den
prelaat ontving, zeker om het H. Sacrament
niet licht te vergeten. Hij liet zich toen een
uitdrukking jegens Zijne Genade ontvallen, die
in een kerk en nog wel voor een Bisschop zéker
niet op haar plaats wasHet klonk echter zóó
onverwacht, dat de stroeve Philips moeite had
een glimlach te onderdrukkenDe goede Bis
schop nam het den jongen niet èl te kwalijk
Philips H, zeker één der geleerdste en be
schaafdste mannen van zijn eeuw, wijdde tot
zelfs aan geringere zaken zijn aandacht. Het
linnengoed der monniken, de kerkelijke gewa
den, de plaats en de vorm van kandelaars en
huisraad, niets ontging hem. Hij woonde de
lessen bij in het seminarie en de examens, hij
zorgde voor waterleidingen, bruggen ën moe
digde de ingenieurs aan bij hun vaak zwaren
arbeid. Het geregelde leven maakte, dat de
vorst veel meer zaken in het Escoriaal kon
afdoen dan b.v. te Madrid. De schitterende
overwinning op de Turken bij Lepanto (1571)
vernam hij tijdens de vespers. Hij voltooide
rustig zijn gebed. Eerst na den H. Dienst ver
zocht hij den priester het „Te Deum" aan te
heffen. In het Escoriaal ook werd hem den
ondergang der Armada (1588) meegedeeld.
Gelaten antwoordde hij„Ik heb nooit beweerd
den storm te kunnen verslaan!"
PHILIPS'II ALS KATHOLIEK.
Vóór alles beschouwde Philips zich als ver
dediger van het Katholiek Geloof. Hij, die uit
de Spaansche geschiedenis maar èl te goed
wist, welk een groot aantal rampen godsdienst
twisten voor een land kunnen meebrengen-
denk eens aan het woeden der Mooren in
Spanje! haatte allen afval Hij had zich den
heiligen koning Lodewijk van Frankrijk (f
1270) als voorbeeld gesteld. Niet zelden toefde
hij nacht en dag in gebed bij het Allerheiligste.
Op Witten Donderdag volbracht hij de plech
tigheid van het „mandètum", de „voetwas-
sching" van dertien armen; hij diende hun de
tafel, verschafte hun voedsel en kleeding, noo-
digde hen uit toch flinker toe te tasten, wan
neer zij het, schroomvallig, niet waagden. Des
Goeden Vrijdags vereerde hij met veel devotie
Z- H. Paus Sixtus V, een tijdgenoot
van Philips II.
het H. Kruis en verleende genade aan ver
schillende terdoodveroordeelden. Wanneer hij
zijn verjaardag vierde 21 Mei besteeg
hij na de Hoogmis het altaar en schonk den
prior voor het klooster zooveel goudstukken
als hij jaren telde, plüs éénNiet zelden over
trof hij de monniken in vasten en onthouding.
Ter gelegenheid van het Driekoningenfeest
schonk hij jaarlijks drie allerkostbaarste kelken
aan zijn klooster, gevuld met goud, wierook
en myrrhe I Algemeen wordt zijn vrijgevigheid
jegens God's geliefdste kinderen, de armen ge>
roemd. Te Valladolid (wal-ja-do-liedklemtoon
op „ied", de d wordt uitgesproken als 'n Engel
sche „th") drongen eens vele armen, begeleid
door een Dominicaan, zijn paleis binnen, tot
schrik der hovelingen! De vorst liet hen allen
bij zich ontbiedenzijn zoon, de infant Felipe,
deelde toen aalmoezen onder hen uit.
Voor het H. Priesterschap koesterde Philips
II den diepsten eerbied. Ging het over tijdelijke
zaken, dan verstoutte hij zich zelfs het tegen
den Paus op te nemen, tegen iemand als Sixtus
V nog wel, één der schitterendste figuren, die
ooit 'den Stoel van Sint Pieter hebben ingeno
men. Het geschil liep over FrankrijkPhilips
wou dit land klein, de Paus wou het gróót
maken. De geschiedenis heeft bewezen, dat
's Pausen inzicht-voor land en Kerk het juiste
was.
Gemeenlijk bracht de vorst vier of vijf uur
per dag in gebed en meditatie door. Niet zelden
troffen de paleis-bedienden hem weenend aan
voor een kruisbeeld of met de oogen strak op
een plaat gericht. Het liefst las hij in de ge
schriften van de Spaansche heilige Theresia,
maar ook in het boek der getijden, in rituaal
en missaal, wist hij uitnemend den weg. De
„Armada" werd door gebed voorbereid, een
gebed, waaraan heel Spanje deelnam, en dat
zonder onderbreking dag en nacht werd voort
gezet. Bij den ondergang spotten de ni et-katho
lieken, „dat de Armada mét de gebeden der
Roomschen de lucht in gevlogen wasHet
gebeente van talrijke Heiligen werd in het
Escoriaal ter ruste gelegd, nadat het uit aller
heeren landen verzameld was geworden.
„Vriend van God" zijn, dèt was 's konings
begeerte. De laatste jaren van zijn moeizaam
leven heeft hij geleefd met het oog op het
Allerheiligste gericht, zichtbaar van zijn kamer
uit. Vóór het crucifix dat zijn vader, Karei V,
hem had geschonken, viel hij menigmaal, uit
geput door het avondlijke waken, in onmacht.
„Hablar con Diös", „Spreken met God", het
was zijn laatste wensch op zijn sterfbed, toen
zijn lichaam een mikpunt van de naarste kwa
len was geworden. De gróóte heilige Theresia
van Spanje (f 1582), de Serafijnsche Maagd en
Zieneres, die heusch de menschen niet vlpide,
heeft dezen koning ,,'n heilig vorst" genoemd
en de Aartsbisschop-Cardinaal van Tolédo
dacht er net zoo over.
Ja, 'n héél klein Prinsje was het, dat op
Woensdag den 27en Mei 1626 te 's-Gravenhage
werd geboren! De gelukkige vader, stadhou
der Frederik Hendrik, haastte zich een bood
schap naar de Staten-Generaal te zenden, om
dien hoogmogenden heeren óók 'n blijden dag
te bezorgen, 'n Hellebaardier van Zijne Excel
lentie bracht het nieuws over; de deftige
heeren besloten, „dat denselven Hellebardier
zal worden vereert met drie dobbelde rijders",
'n aardig fooitje voor die dagen! Maar daar
mee was hun goedheid nog niet uitgeput! Zij
boden zich tevens aan als peters „over de
doope van den Prince", 'n plechtigheid, die
den len Juli 1626 werd gevierd.
Ais goede feeën stonden de hoogmogende
Staten-Generaal rond het kleine wicht. Zij
kenden hem een jaargeld toe van acht duizend
gulden.... maar dat kon het borelingske na
tuurlijk niet verstaanDaarom schreven zij
deze gulheid op een stuk degelijk perkament
en vouwden dat in een zuiver-gouden doos,
die meer dan dertig ons woog! Kon de Prins
later nog eens nalezen, welke goede peetvaèrs
de Staten wel waren geweestDe Staten van
Holland boden een lijfrente-brief van vijf
duizend gulden per jaar aan, óók al in een
gouden doos en de Delftsche wethouders een
jaargeld van ƒ500! Het kleine vorstenkindje
hoefde voorloopig niet van gebrek om te
komen en toch, ondanks al die goede gaven,
heeft men, toen hij grooter werd, zelden een
lach op zijn gezicht gezien! Was het wegens
den moord op zijn grootvader Willem I, dien
hij wilde, maar niet kón wreken Was het.
omdat er naar zijn zin veel te vroeg vrede met
Spanje werd gesloten „Ik zou ze allemaal
den nek wel willen breken, die schelmen, die
vrede hebben gesloten!" schreef hij in 1649.
Hoe dan ook, het kleine prinsje groeide tot
een somber mensch op, die nooit veel vrien
den heeft gehad. Bekend is het Amsterdamsch
collecte-zakje, dat na zijn vroegen dood het
rijmpje zou bevatten:
„De Prins is dood,
Mijn gaaf vergroot
Geen blijder maar (tijding)
In tachtig jaar!"
Al vroeg begon het onderwijs van het prin
senzoontje. Een geleerde professor werd daar
mee belast, die ervoor te zorgen had, dat alles
„in de vreeze des Heeren" zou geschieden. Een
ritmeester, David de Marlot, gaf hem les in
wapenkunde, paardrijden en oorlogvoeren,
vakken, waar de jonge Willem dol op was.
Wiskunde mocht hij eveneens graag doen en
soms kon zijn vader kleine „Willempie" in de
Fransche taal prijzen wegens zijn goede rap
porten.
Ons is nog een briefje bewaard gebleven,
dat „Willempie" aan den beroemden Steden
dwinger, prins Frederik Hendrik zond, toen
hij een doos looden soldaatjes had cadeau ge
kregen! Het schrift liet wel wat te wenschen
over, en dat deed hem een standje oploopen
van zijn vader, maar de vreugde om de sol
daatjes kwam er niet minder duidelijk uit te
voorschijn
„Mijn Heer van daech heb ick een aange-
naem present gekreghen van den heer van
Beverweert 't welck is een heel legher met al
sijn toebehoren van loot gegotenaldus
luidde het opgetogen briefje, dat eindigde met
de onderteekening: „U. H. onderdanigh ge-
hoorsamen Zoon ende dienaer I"
Des Zondags moest het kereltje twee lange
preeken aanhboren en eiken ochtend stond hij
om zes uur op om te bidden en in den Bijbel
te lezen. De jacht en het biljart-spel brachten
vaak de gewenschte afwisseling bij de studie.
Een vroolijke vriendenkring wel eens wat
èl te vroolijk zorgde voor scherts en ver
maak; de Heer van Zuilenstein gold onder die
jongelui als de grappigste.
„Willempie" was al 'n heele Willem gewor
den, 'n jongen van vijftien jaartoen zijn
ouders in Engeland een bruid voor hem had
den gevonden, een bruid, die ongeveer tien
lentes teldeDe kinderen hadden mekaar
nog nooit gezien dan op 'n plaatje, maar dat
scheen niet te hinderen. De Engelsche koning
vond het in het eerst wel een heel tikje be
neden zijn waardigheid zijn oudste dochter als
gemalin aan den zoon van 'n Hollandschen
stadhouder te schenken, doch redenen van
Staat deden hem óver dit bezwaar heenstap
pen.
Niemand minder dan onze groote admiraal
Maarten Tromp door de Engelschen hals
starrig „vèn Tromp" genoemd moest den
jeugdigen bruigom naar Engeland overbrengen.
Frederik Hendrik bracht zijn „Willempie" van
den Haag naar den Briel en gaf hem daar
over aan den oud-Briellenaar Bestevaêr Tromp
(19 April 1641). De vloot lei te Hellevoet, 'n
twintig bodems sterk, maar de wind was zóó
tegen, dat de admiraal nog eenige dagen in
Den Briel bleef toeven, waar het hem aan
oude kennissen niet zal hebben ontbroken.
Ook had hij Witte de With in zyn gezelschap,
eveneens 'n Brielschen jongen, door de ma
trozen „Vechtgraag" genoemd. Pas elf dagen
na het vertrek uit Den Haag kwam prins Wil
lem te Londen aan, zóó had de wind de vloot
tegen gezetenTachtig staatsie-karossen telde
de stoet, toen hij de Engelsche hoofdstad be
reikte. De Hollandsche vorstenzoon had negen
koks in zijn gevolg, drie valkeniers, acht la
keien, acht trompetters, 'n geneesheer, en een
groot aantal 140personen van hooge
geboorte, „extra-ordinaire persoonen
De schismatieke bisschop van Lincoln zegen
de het kinder-huwelijk in, waarbij de koningin
en de koningin-moeder van Frankrijk aanwe
zig waren. De bruigom maakte een charmanten
indruk; ze liepen allemaal hoog met hem weg!
Onze gezant in Engeland, Aerssen van Som-
melsdijck, drong daarom op spoedig vertrek
aan: er mocht op den duur eens 'n kink in den
kabel komen!
Zoo nam prins Willem dan den 2en Juni
1641 afscheid van zijn schoonouders, die hem
een gouden degen, ingelegd met veertien dia
manten vereerden, benevens een grooten edel
steen! Het jeugdige gemalinnetje moest nog
maar wat bij haar ouders blijven, alvorens de
reis naar haar nieuwe vaderland te aanvaar
den. Maarten Tromp zeilde weer op Hellevoet
aan en vandaar ging het per schip naar Papen-
drecht, te paard naar Buren, waar 's prinsen
moeder, Amalia van Solms, zich toen bevond,
op wie hij zoo treffend geleek!
DE LANGSTE TUNNEL DER AARDE is die
van de Simplon-Bahn, van Brieg naar Domo
d'Ossola (klemtoon op eerste o). Eigenlijk zijn
er twee tunnels naast elkaar en wel voor het
verkeer van Zwitserland naar Italië de eene
en omgekeerd de andere. Deze tunnel is 20
K.M. lang en men heeft er bijna zeven jaar
over gewerkt. De temperatuur steeg tijdens
het werk tot 53 gr.(de tunnel ligt onder
hóógen steendruk), zoodat men de lucht met
ijs-water voortdurend moest afkoelen.
DE KOORDDANSER BLONDIN bracht heel
Amerika in opschudding door omtrent 1855
allerlei sterke staaltjes van zijn kunnen te
laten zien boven den Niagara-waterval. Hij
had ter hoogte van 50 M. boven het brullende
nat een koord gespannen en vertoonde daaroD
zijn waaghalzerij. Hij liep over den draad met
zijn voeten in 'n zak, dan weer staande op
zijn hoofd. Alsof dit nog niet spannend ge
noeg was, danste hij den volgenden keer op
stelten. Ook vertoonde hij zich achter een
kruiwagen op het smalle koord!
EEN NESTKASTJE.
Deze week de houtbewerkers aan bod!
Zagen, schaven, vijlen, schuren!
't Beste is 'n kist bij den kruidenier te vragen
en dan aan het zagen en schaven te gaan.
Eerst een plankje 44% X 8 X 1 c.M. Goed
glad schaven en doorzagen volgens AB fig IL
Dit moeten de zijplankjes worden. Nu nog vier
plankjes 22 x 10 c.M.; 24% x 10 c.M.; 18 X 20#
c.M.; 14 x 10 c.M. We spijkeren eerst den voor-*
en achterkant aan de zijschotjes. Van onder
gelijk, van boven steken ze iets uit, zoodat we
de schuinte er aan kunnen zagen. Bodem en
deksel steken voor uit. Bij het opspij keren ook
het deksel achter 1 c.M. uit laten steken, om
den schuirien kant aan te kunnen zagen. Voor
het in elkaar spijkeren het vlieggat inzagen en
in het achterplankje een opening om het kastje
op te kunnen hangen. Vlieggat goed rond uit
vijlen.
A. v. M., Lijsterbesstraat I, Eindhovenbij
zondere complimenten van Bob en Floor voor
keurige verzorging van het ingezonden werk I
lste PrijsHans v. d. H., Hertog Reinoud-
singel 12, Venlo.
2de Prijs Jan P., Milheeze A. 91, Gemeente
Bakel, Noord-Brabant.
3de Prijs: Gerard O., Nieuwe Hilversumsche
Weg 14, Bussum.
Gerard, als m'n helpers en ik eens door Bus
sum peddelen, komen we even buurten hoor
Maar dan moet het niet zoo ijzig zijn als
Woensdagavond, toen we Floor verloren uit
de fietsrij van kou had hij den beenenwagen
genomen, de stakkerd. We hadden z'n geroep
niet eens gehoord, maar toen ik omkeek, zag
ik z'n fietslicht niet meerZóó komen de
praatsmakers te pas 1
TroostprijsM. v. W., Taanderstraat 7, Rot
terdam, en Bob wou, dat-ie óók zoo mooi
schrijven kon
UITSLAG DER SERIE
„HOE NOEM JE
De drie prijzen werden geloot door
C. v. d. H., Vijverhofstraat 13 b, Rotterdam,
voor fraai teekenwerk.
Nog werd een prijs toegekend aan Joh. J.
(buiten mededinging) en
Cor H., Westfrankenlandsche Straat 129,
Schiedam, en
Jakob v .d. K., 139 Tollensstraat, Gouda.
Jammer voor de vele, méér dan tweehon
derd inzendertjes, die niets kregen
Volgende keer beter!
Mijn geheel bestaat uit dertien letters en
duidt den beroemden vorst aan, die tot 1715
over Frankrijk heeft geregeerd, met diens be
kenden bijnaam.
X 1
X 2
X 3
X 4
X i
X i
a r X
X
X 9
- X 10
X 11
X 12
X 13
1. Romeinsch cijfer voor het getal 500; in de
muziek: verkorting voor: .afnemend".
2. Een lat of traliewerk, dat tot afsluiting
dient.
3. De letterteekens met de oogen, als 't ware
samenvoegen en in woorden omzetten, 't zij
ze uitgesproken of alleen gedacht worden.
4. Vochtig en benauwend bij gebrek aan fris-
sche lucht; een kelder kanzijn.
5. Op onnutte wijze besteed, verkeerd behan
deld, bedorven.
6. Letterlijk: een op kolen geroosterd schijf
je vleesch met rib; thans: een dun schijfje ge
braden (varkens) vleesch met bot erin.
7. De te zoeken bijnaam voor den Franschen
koning.
8. Windmolen met vaste kap, en die van on
deren kruit, d. i., waarbij de beweging van den
molen, om de wieken naar den wind te zetten,
geschiedt op rollen, die zich onder den molen
bevinden. Tegenovergestelde: „bovenkruier'.
9. Vlakke steenen, die op hun kant tegen een
muur van liggende steenen worden aangemet-
seld.
10. Lieden, aan wie een koopman gewoonlijk
verkoopt, voor wie een ambachtsman gewoon
lijk werkt.
11. Onvruchtbare, dorre vlakte, onbebouwde
zandgrond; ook de plant, die op zoo'n vlakte
groeit.
12. Het tiende deel van een Nederl. pond of
kilogram.
13. Afkorting voor de eenheid van ons stel
sel van gewichten, zijnde de zwaarte van
1 cM3. gedistilleerd water op den hoogsten
graad van dichtheid.
Tentoonstelling; i. T. voor tarra; 2. den;
3. enk; 4. sater; 5. begonia; 6. v'erdooyen;
7. kastanjepan; 8. tentoonstelling; 9. Kruisvaart;
10. Garderobe; 11. meelzak; 12. dalen; 13. git;
,14.:eng; .15. G, voor Gram,