Rffl U i z DE KLUÏZENAAM YAN HET Bill H VAN IERSCHE - HEILIGEN. DE VOS EN DE WEZEL, ALLERLEI, VOOR KNUTSELAARS. d DE PRIJZEN. ZATERDAG 16 DECEMBER 1933 Oplossing van den vorigen relbias Hoe Philips H in het Escoriaal leefde. W0ÏM EEN VORSTELIJK KINDER* HUWELIJK IN DE 17e EEUW. .Willempie". It Tl 2* Uitslag „Welke rivieren?" Prijs van den teekenaars LETTERRAADSEL. Oplossing vorig letterraadsel. Ierland is genoegzaam onder ons als het „Eiland der Heiligen" bekend. Paus Benedictus XIV, die gedurende zeventien jaren de Kerk Gods heeit bestuurd, had een bizondere ver eering voor de Iersche heiligen. Toen hij tot de bisschoppen van „het groene Erin" een toe spraak hield, verzocht Hij hun de voetstappen van de Iersche heiligen te blijven drukken, hun ijver en trouw na te volgen, vast en onwrik baar als zij te blijven staan op de rots van Sint Pieter. Wij willen hier van enkele Iersche Heiligen wat verhalen. De lelie van Ierland is ongetwijfeld de heilige Dympna, die te Gheel, in België, op bizondere wijze wordt vereerd. Talrijke kerken en Gods huizen dragen haar naam en jaarlijks wordt een luisterrijke processie haar ter eere onder nomen. De moeder van deze martelares was katholiek geworden, maar haar vader volhardde liever bij zijn heidensche afgoden. Die vader was zoo veel als graaf over het gebied Monaghan en velen waren gehouden hem te gehoorzamen. "h Ongelukkige tijd brak voor Dympna aan, toen haar moeder stierf. Op aanraden van een heilig priester legde zij de gelofte af nimmer in het huwelijk te zullen treden. Haar strenge vader wenschte dit echter niet; hij had haar liever de vrouw gezien van een zijner ruwe trawanten. Hij maakte het zijn dochter zóó moeilijk, dat deze in gezelschap van den gees telijke en twee harer dienaressen het ouderlijk huis den rug toekeerde; men moet Gode nu eenmaal méér gehoorzamen dan den menschen. In België meende zij een veilige schuilplaats te zullen vinden. De vertoornde graaf liet heel het eiland af zoeken naar zijn dochter, maar dat haalde natuurlijk niets uit. Eerst na vele maanden kwam hem ter oore, dat het maagdeke zich met bestemming naar Antwerpen had inge scheept. Aanstonds gordden hij en zijn bnrre dienaren zich aan, staken naar België over en begonnen daar een nieuw onderzoek. Het duur de niet lang, of Dympna was gevonden. Be dreigingen, smeekbeden, beloften, niets konden haar evenwel aan het wankelen brengen. Haar vader versloeg daarop den heiligen priester en de jonkvrouwen van Dympna's gevolg; toen keerde hij het moorddadige wapen tegen zijn eigen dochter en hieuw haar het hoofd af. Heilige Dympna, bid voor ons. Een kloostervrouw met een kazuifel. Dat een kloosterzuster een kazuifel draagt, is toch wel een zéér ongewoon iets en tóch dragen de vrome kloostervrouwen, die zich onder Sinte Attracta's bescherming hebben gesteld, zulk een kazuifel als habijt! De heilige Attracts was een volgelinge van den grooten apostel en patroon der Ieren, Sint Patrick (pèt-trik). Zij had het geloof reeds omhelsd vóór zij den prediker mocht ontmoeten. In zijn handen legde zij plechtige geloften van kuischheid en gehoorzaamheid af. Aan de oevers van een meer bouwde hij een cel voor het God gewijde dochterke, de „Cel van Attracta". die later zooveel vereering zou genieten. Meerdere kluizen sloten zich hierbij aan, zoodat een kloostergemeenschap ontstond. VlIQp zekeren dag, toen het maagdeke met den néillgen Patrick sprak, zie, daalde een kazuifel -uit den hemel neer op des apostels' handen. •TWze zegende de kazuifel, breidde haar uit over Attracta's schouders en zeide: „Moge deze kazuifel, mijn dochter u bekleeden!" Sindsdien dragen de dochterén van Sinte Attracta allen de kazuifel, die Sint Patrick haar stichteres op zestienjarigen leeftijd verleende. Een martelaar in 1608. De Engelsche troepen namen den Ierschen edelman Sir Phelim ge vangen, die zich tegen de onderdrukkers van zijn land en H. geloof had aangegord ten strijde. De onderkoning over Ierland bezwoer den rid der zijn katholiek geloof te verzaken, anders zou hij zich genoodzaakt zien 'hem te berooven van zijn fortuin, zijn landgoederen, zijn haard, ja zelfs van Zijn leven. Een waarlijk edel en sterkkarakter, als Sir Phelim,. dacht er echter niet aan zijn geloof prijs te geven. De krijgs knechten voerden hem daarop naar het scha vot. Voor de laatste maal werd nu een poging ondernomen om hem tot afval te bewegen. Het fiere antwoord luidde evenwel: „Nooit zal ik het heilig, katholiek en aposto lisch geloof prijsgeven, voor geen gunst, hoe groot ook, voor geen rijkdom, hoe omvangrijk ook, voor geen eereambt hoe hoog ook; Sint Patrick bracht het naar dit eiland, bevestigde het door zijne wonderen; mijn voorouders be zegelden het met hun bloed en met hun leven. In den H. Doop ontving Ik het en in den loop mijns levens beleed ik het zonder eenige ver slapping!" Den 27en September van het jaar der ge nade 1608 viel Sir Phelim's hoofd op het scha vot te Lifford. Sint Patrick wondt den koning. De groote apostel van Ierland, Sint Patrick, slaagde er in den koning over Cashel, Engus genaamd, voor het katholiek geloof te winnen. Hij bereidde den vorst voor op het ontvangen van het Hei lig Doopsel. Toen nu deze plechtigheid zou beginnen, plaatste de heilige bij ongeluk de kerpe punt van Zijn bisschopsstaf op den voet van den vorst. De punt doorboorde dien voet, maar de koning liet niets merken, en ontving met de grootste devotie het heilig sacrament. Toen Sint Patrick bevond, wat er was gebeurd, vroeg hij den doopeling: „Waarom hebt u niet geschreeuwd?" „Ik dacht, dat dit tot het H. Doopsel hoorde en dat ik het als zoodanig moest verdragen!", luidde het antwoord. De bisschop zegende den koning voor dit bewijs van waarlijk christelijke sterkte; hij zegende hem en zijn geheele huis met een zeer bij zonderen zegen. Daar leefde eens een vos, die erg met zichzelf' was ingenomen. Was hij niet het leepste dier van heel het woud? Wie onder de dieren droeg zoo'n mooien staart als hij? En wie had zoo'n heerlijke, warme vacht? Toen hij op zekeren avond 'n ouden hoed vond, wist hij van trots haast niet meer wat hij zou beginnen! Hij zette het ding op z'n kop, sleepte takken en twijgen aan nabij de plaats, waar de dieren gewoon waren hun dorst te komen lesschen en zette zich op dien „troon" neer met 'n snoet, alsof hij het heele bosch te commandeeren had. Hij droeg nu immers een kroon? Nauwelijks had hij 'n tijdje zoo gezeten, of daar kwam 'n haas aangehuppeld. Hij keek iet wat wantrouwend naar den vos, die daar zoo'n overdreven houding had aangenomen. „Wat zou Reintje nu weer in zijn schild voeren?" dacht hij. „Machtig heer, ik ben uw dienaar. Ik gehoor zaam eiken keer!" zul je roepen, kefte de vos! De haas, die erg veel dorst had, zei het rijmpje zoo vlug op, als zijn lastige lippen het hem veroorloofden en begon daarna te drin ken. 'n Poosje later was 'n haastig gestommel door het doode blad te hooren. 'n Egel had zijn war me kuiltje onder aan den voet van een boschje kreupelhout verlaten om zich aan het heldere nat te laven. Dicht bij den waterkant zag hij den vos in een potsierlijke houding zitten, maar van Reintje was hij nu eenmaal allerlei zotte streken te wachten. Bovenden, angst had hij heelemaal niet, want het speldenkussen op zijn elastieken huid deed den vijand toch af deinzen! Juist scharrelde hij met zijn rare, kromme pootjes naar het vijvertje toe, toen zijne majesteit kefte: „Hier wordt niet gedron ken, boerenlummel, of éérst wordt gezegd: Machtig heer, ik ben uw dienaar, ik gehoor zaam eiken keer!" Heer stekelvarken vond het wel een beetje mal, bij hem in de familie maakten ze nu een maal zoo'n drukte niet. Doch, daar hij den vrede lief had, zei hij het versje onderdanigst op en ging daarna drinken Net was hij vertrokken, of daar kwam een wezel aangerend: Goeie genade wat had dat beestje 'n haast! Als 'n pijl sneld-j het over de grashalmen naar het slootje toe: „Eerst je versje opzeggen, spookdier!" kefte de vos, en hij zei het de wezel voor. „Maar Sire, mag ik niet eerst mijn dorst les schen? Mijn keel is zoo schor, dat het mij moeite kost te spreken!" luidde het antwoord. „Ga je gang, maar daarna wensch ik je be tuiging van gehoorzaamheid te vernemen, ver sta je?" Doch de wezel was er al van door! Zij had heelemaal geen zin om op te zitten en pootjes te geven! De vos haar nal Sjonge, wat renden die twee! Juist schoot het lenige wezeltje 'n konijnen hol in, toen Reintje haar staart te pakken kreeg! „O, wilt U even loslaten? Dan draai ik mij om en zal ik mijn versje opzeggen!" smeekte de wezel. „Dat is je geraden ook!" bromde de vos, liet den staart schietenen was de wezel kwijt. DE BRUIDSSLUIER WATERVAL is een onderdeel van den grootsten waterval der heele aarde, den Yosemite-val, door den Por- tugeeschen ontdekker Serpa Pinto „meer ver schrikkelijk dan mooi" genoemd. De Yosemite- val (in de buurt van San Francisn) is 830 M. hoog, maar de val vormt géén geheel, er zijn „cascaden" in (trapsgewijze waterstortingen). De Indianen meenen, dat er in dezen val een booze geest huist; wie naar het water wijst, moet déze euveldaad met den dood bekoopen DE AANLEG VAN DEN TUNNEL der Lötschberg-Bahn (Zwitserland) kostte aan 24 arbeiders het leven, doordat een geboorde gang plotseling met water, steenen, zand en klei werd opgevuld. Men zag zich daarna ge noodzaakt den tunnel 'n anderen weg te geven (1008). Bij den bouw van den Sint Gotthard- tunnel konden de arbeiders slechts vijf uur per dag hun werk volhouden, terwijl zij om de twee dagen één dag moesten schoften (gebrek aan versche lucht) om „tunnel-ziekte" (koorts en dorst) tegen te gaan. DE „STERVENDE LEEUW" te Luzem wordt door alle toeristen bezocht. De beroemde Deensche beeldhouwer Thorwaldsen van hem is óók de Christus, die U ln rijk geplooid gewaad en met uitgebreide armen tegemoet treedt heeft dit monument in rotsen uitge houwen ter herinnering aan die Zwitsersche soldaten en officieren, welke hun leven gaven voor den Franschen koning tijdens den be- ruchten aanval op de Tuilerieën te Parijs (1792). Een afgebroken lanspunt steekt den leeuw in het lijf; de rechter-voorpoot rust op het schild der Bourbons. DE KROEGBAAS BOBBY LEACH is de eerste geweest, die den Niagara-waterval levend is gepasseerd. Hij volbracht dit roeke- looze waagstuk in een ijzeren vat van 3 M. lang en 1 M. breed, 'n Film-operateur deze zenuwschokkende gebeurtenis vond plaats in 1911 wist het vat net te kieken, toen het over den rand van den val vijftig meter naar omlaag stortte. Schokbrekers en matrassen moesten Leach beschutten tegen het geweld van water en rotsen. Toen de gedeukte ton werd geopend, bleek Bobby „slechts" allebei zijn knieschijven en 'n kaak gebroken te hebben De mensch blijft nooit, die hij is, als hij zich niet door oefening verheft. Wanneer we over den „kluizenaar van het Escoriaal" spreken, dan wil dat niet zeggen, dat Philips II zonder onderbreking in zijn klooster verblijf hield. Maar hij zorgde toch wel er te zijn op de hooge feestdagen en tijdens hun m Koning Philips II, getooid met het orde- teeken van het Gulden Vlies, zooals hij door Titiaan werd geschilderd. kring; van Kerstmis tot Driekoningen, op Aschwoensdag en gedurende de Goede Week, met Pinksteren en Sacramentsdag kon men den vorst steeds als gast van het Escoriaal aan treffen. Allerheiligen en Allerzielen bracht hij eveneens bij de goede monniken door en nim mer verzuimde hij het feest van Sint Laurentius te vieren binnen den hof, te zijner eere gesticht De rijksgrooten hadden met dit langdurig ver blijf in de kloosterlucht niet erg veel opte Madrid konden zij zich vermaken, maar het Escoriaal was voor danszaal nu eenmaal niet erg geschikt. Zij stookten hun vorst op dit kille, vochtige, gure nest vaarwel te zeggen, zéker gedurende de wintermaanden; zijn rheumatielc zou er maar erger door worden, in al die kou! De koning liet de heeren in hun vriendelijke bezorgdheid stilletjes praten. Slechts enkele jaren vóór zijn dood zag hij van deze winter- sche bezoeken af. Philips begreep zéér góéd, dat het voor zijn familie en zijn hovelingen nu niet bepaald een pretje was het leven van. 'n Karthuizer te lei den! Hij deed genoeg zijn best om voor éenige verstrooiing te zorgen. Hij gaf zijn gemalin en den kinderen eén hengel in de hand, zoodat zij konden gaan visschen Niet zelden werd een jacht op wolven en wilde zwijnen gehóuden, waarbij de vorst dan uit zijn staatsie-koets toe keek. Soms werd heel hét dorp getracteèrd op wilde konijnen, die de prinsessen Catharina en Isabelle met den handboog hadden neergelegd Dan weer werden de schaapscheerders verzocht hun dieren onder de ramen van het kiooster- paleis te komen scheren; dat was al 'n heele afwisseling in het eentonige leven, 'n Enkele maal werd een stierengevecht op touw gezet door familie-leden des konings, maar deze woonde het wreede schouwspel niet bij. Veel liever keek hij naar tooneelspel en vooral naar de fraaie dansen, door de jeugdige misdienaars van het Escoriaal bij alle kerkelijke plechtig heden opgevoerd. Misschien vindt iemand dat 'n beetje raar, dansen in een kerk, maar danste David niet voor de Ark en zingt een oud liede ken uit de Middeleeuwen niet, dat er óók in den hemel 'n dans is Bij deze dansen moet Stadhouder Wiliem II van Oranje. je natuurlijk niet denken aan dat zonderlinge voetengeschuifel van tegenwoordig, maar aan religieuse dansen, zooals onze Graalmeisjes die wel opvoeren. Trouwens, in de cathedraaj van Sevllla (se-wiel-ja) wordt tegenwoordig nóg gedanst, op Sacramentsdag en tijdens de Se- mana Santa (Goede Week), de dans „de los Seises" (der zes). Mag ik daarvan even iets uit 'n reisbeschrijving (door H. v. d. Mandere) overnemen Daarna keeren we weer naar het Escoriaal terug „Twee rijen knapen, van acht tot twaalf jaar, als Spaansche ruiters uit de Middeleeuwen ge kleed, bewegen zich in den pas van den rei dans, verdeelen zich in behoorlijke wendingen, zingen tezamen een lied, dat in het duister der reusachtige cathedraal als de stem van een engelenkoor weergalmt en begeleiden dans en zang met handklappers (castagnetten). Er zijn aartsbisschoppen geweest in Sevilla, die tegen de handhaving van dien dans bezwaren hebben gehad en deze hebben gebracht voor de voeten des Pausen. Er wordt wel eens gezegd, dat de Paus, die de knapen te Rome vóór zich liet dansen, geenszins afkeerig van den dans bleek doch, om Monseigneur tevreden te stellen, ge lastte, dat deze zou voortduren totdat de klee- ren. die de knapen droegen, geheel versleten waren. Maar degenen, die voor het behoud van den dans pleitten, lieten telkenmale die kleeren gedeeltelijk herstellen, waardoor zij nooit geheel versleten, en zoo is de dans blijven voortduren, eeuwen en eeuwen achtereen en vormt deze 'n eenheid met de gebruiken in de cathedraal". Bezoeken en feest-dlners gaven een beetje fleur aan het leven binnen het kloosterpaleis Jesuieten brachten eens vier Japansche ridders mee, die niet zoo'n klein beetje werden beke ken tot groote stichting der aanwezigen, ont vingen zij in de kapel der Relikwieën de H Communie. Op 'n anderen keer ontvingen een Moorsche vorst en 'n Joodsche godsdienst leeraar het H. Doopsel, waarbij de koning zelt beter stond, 'n Walvisch-kakement, 'n kunstjes-, olifant, die buigingen maakte, 'n neushoorn, verschaften den „infanten" (prinsen van ko ninklijk geslacht) veel pret. In 1575 werden de prinsesjes gevormd, gelijk met de dorpsjeugd uit den omtrek. De Bisschop arriveerde per muilezel. Eén voor één kwamen de kinderen naar Zijne Hoogwaardige Excellentie toedeze legde hun de handen op. Nu gebeurde het, dat één vormeling 'n échten kaakslag van den prelaat ontving, zeker om het H. Sacrament niet licht te vergeten. Hij liet zich toen een uitdrukking jegens Zijne Genade ontvallen, die in een kerk en nog wel voor een Bisschop zéker niet op haar plaats wasHet klonk echter zóó onverwacht, dat de stroeve Philips moeite had een glimlach te onderdrukkenDe goede Bis schop nam het den jongen niet èl te kwalijk Philips H, zeker één der geleerdste en be schaafdste mannen van zijn eeuw, wijdde tot zelfs aan geringere zaken zijn aandacht. Het linnengoed der monniken, de kerkelijke gewa den, de plaats en de vorm van kandelaars en huisraad, niets ontging hem. Hij woonde de lessen bij in het seminarie en de examens, hij zorgde voor waterleidingen, bruggen ën moe digde de ingenieurs aan bij hun vaak zwaren arbeid. Het geregelde leven maakte, dat de vorst veel meer zaken in het Escoriaal kon afdoen dan b.v. te Madrid. De schitterende overwinning op de Turken bij Lepanto (1571) vernam hij tijdens de vespers. Hij voltooide rustig zijn gebed. Eerst na den H. Dienst ver zocht hij den priester het „Te Deum" aan te heffen. In het Escoriaal ook werd hem den ondergang der Armada (1588) meegedeeld. Gelaten antwoordde hij„Ik heb nooit beweerd den storm te kunnen verslaan!" PHILIPS'II ALS KATHOLIEK. Vóór alles beschouwde Philips zich als ver dediger van het Katholiek Geloof. Hij, die uit de Spaansche geschiedenis maar èl te goed wist, welk een groot aantal rampen godsdienst twisten voor een land kunnen meebrengen- denk eens aan het woeden der Mooren in Spanje! haatte allen afval Hij had zich den heiligen koning Lodewijk van Frankrijk (f 1270) als voorbeeld gesteld. Niet zelden toefde hij nacht en dag in gebed bij het Allerheiligste. Op Witten Donderdag volbracht hij de plech tigheid van het „mandètum", de „voetwas- sching" van dertien armen; hij diende hun de tafel, verschafte hun voedsel en kleeding, noo- digde hen uit toch flinker toe te tasten, wan neer zij het, schroomvallig, niet waagden. Des Goeden Vrijdags vereerde hij met veel devotie Z- H. Paus Sixtus V, een tijdgenoot van Philips II. het H. Kruis en verleende genade aan ver schillende terdoodveroordeelden. Wanneer hij zijn verjaardag vierde 21 Mei besteeg hij na de Hoogmis het altaar en schonk den prior voor het klooster zooveel goudstukken als hij jaren telde, plüs éénNiet zelden over trof hij de monniken in vasten en onthouding. Ter gelegenheid van het Driekoningenfeest schonk hij jaarlijks drie allerkostbaarste kelken aan zijn klooster, gevuld met goud, wierook en myrrhe I Algemeen wordt zijn vrijgevigheid jegens God's geliefdste kinderen, de armen ge> roemd. Te Valladolid (wal-ja-do-liedklemtoon op „ied", de d wordt uitgesproken als 'n Engel sche „th") drongen eens vele armen, begeleid door een Dominicaan, zijn paleis binnen, tot schrik der hovelingen! De vorst liet hen allen bij zich ontbiedenzijn zoon, de infant Felipe, deelde toen aalmoezen onder hen uit. Voor het H. Priesterschap koesterde Philips II den diepsten eerbied. Ging het over tijdelijke zaken, dan verstoutte hij zich zelfs het tegen den Paus op te nemen, tegen iemand als Sixtus V nog wel, één der schitterendste figuren, die ooit 'den Stoel van Sint Pieter hebben ingeno men. Het geschil liep over FrankrijkPhilips wou dit land klein, de Paus wou het gróót maken. De geschiedenis heeft bewezen, dat 's Pausen inzicht-voor land en Kerk het juiste was. Gemeenlijk bracht de vorst vier of vijf uur per dag in gebed en meditatie door. Niet zelden troffen de paleis-bedienden hem weenend aan voor een kruisbeeld of met de oogen strak op een plaat gericht. Het liefst las hij in de ge schriften van de Spaansche heilige Theresia, maar ook in het boek der getijden, in rituaal en missaal, wist hij uitnemend den weg. De „Armada" werd door gebed voorbereid, een gebed, waaraan heel Spanje deelnam, en dat zonder onderbreking dag en nacht werd voort gezet. Bij den ondergang spotten de ni et-katho lieken, „dat de Armada mét de gebeden der Roomschen de lucht in gevlogen wasHet gebeente van talrijke Heiligen werd in het Escoriaal ter ruste gelegd, nadat het uit aller heeren landen verzameld was geworden. „Vriend van God" zijn, dèt was 's konings begeerte. De laatste jaren van zijn moeizaam leven heeft hij geleefd met het oog op het Allerheiligste gericht, zichtbaar van zijn kamer uit. Vóór het crucifix dat zijn vader, Karei V, hem had geschonken, viel hij menigmaal, uit geput door het avondlijke waken, in onmacht. „Hablar con Diös", „Spreken met God", het was zijn laatste wensch op zijn sterfbed, toen zijn lichaam een mikpunt van de naarste kwa len was geworden. De gróóte heilige Theresia van Spanje (f 1582), de Serafijnsche Maagd en Zieneres, die heusch de menschen niet vlpide, heeft dezen koning ,,'n heilig vorst" genoemd en de Aartsbisschop-Cardinaal van Tolédo dacht er net zoo over. Ja, 'n héél klein Prinsje was het, dat op Woensdag den 27en Mei 1626 te 's-Gravenhage werd geboren! De gelukkige vader, stadhou der Frederik Hendrik, haastte zich een bood schap naar de Staten-Generaal te zenden, om dien hoogmogenden heeren óók 'n blijden dag te bezorgen, 'n Hellebaardier van Zijne Excel lentie bracht het nieuws over; de deftige heeren besloten, „dat denselven Hellebardier zal worden vereert met drie dobbelde rijders", 'n aardig fooitje voor die dagen! Maar daar mee was hun goedheid nog niet uitgeput! Zij boden zich tevens aan als peters „over de doope van den Prince", 'n plechtigheid, die den len Juli 1626 werd gevierd. Ais goede feeën stonden de hoogmogende Staten-Generaal rond het kleine wicht. Zij kenden hem een jaargeld toe van acht duizend gulden.... maar dat kon het borelingske na tuurlijk niet verstaanDaarom schreven zij deze gulheid op een stuk degelijk perkament en vouwden dat in een zuiver-gouden doos, die meer dan dertig ons woog! Kon de Prins later nog eens nalezen, welke goede peetvaèrs de Staten wel waren geweestDe Staten van Holland boden een lijfrente-brief van vijf duizend gulden per jaar aan, óók al in een gouden doos en de Delftsche wethouders een jaargeld van ƒ500! Het kleine vorstenkindje hoefde voorloopig niet van gebrek om te komen en toch, ondanks al die goede gaven, heeft men, toen hij grooter werd, zelden een lach op zijn gezicht gezien! Was het wegens den moord op zijn grootvader Willem I, dien hij wilde, maar niet kón wreken Was het. omdat er naar zijn zin veel te vroeg vrede met Spanje werd gesloten „Ik zou ze allemaal den nek wel willen breken, die schelmen, die vrede hebben gesloten!" schreef hij in 1649. Hoe dan ook, het kleine prinsje groeide tot een somber mensch op, die nooit veel vrien den heeft gehad. Bekend is het Amsterdamsch collecte-zakje, dat na zijn vroegen dood het rijmpje zou bevatten: „De Prins is dood, Mijn gaaf vergroot Geen blijder maar (tijding) In tachtig jaar!" Al vroeg begon het onderwijs van het prin senzoontje. Een geleerde professor werd daar mee belast, die ervoor te zorgen had, dat alles „in de vreeze des Heeren" zou geschieden. Een ritmeester, David de Marlot, gaf hem les in wapenkunde, paardrijden en oorlogvoeren, vakken, waar de jonge Willem dol op was. Wiskunde mocht hij eveneens graag doen en soms kon zijn vader kleine „Willempie" in de Fransche taal prijzen wegens zijn goede rap porten. Ons is nog een briefje bewaard gebleven, dat „Willempie" aan den beroemden Steden dwinger, prins Frederik Hendrik zond, toen hij een doos looden soldaatjes had cadeau ge kregen! Het schrift liet wel wat te wenschen over, en dat deed hem een standje oploopen van zijn vader, maar de vreugde om de sol daatjes kwam er niet minder duidelijk uit te voorschijn „Mijn Heer van daech heb ick een aange- naem present gekreghen van den heer van Beverweert 't welck is een heel legher met al sijn toebehoren van loot gegotenaldus luidde het opgetogen briefje, dat eindigde met de onderteekening: „U. H. onderdanigh ge- hoorsamen Zoon ende dienaer I" Des Zondags moest het kereltje twee lange preeken aanhboren en eiken ochtend stond hij om zes uur op om te bidden en in den Bijbel te lezen. De jacht en het biljart-spel brachten vaak de gewenschte afwisseling bij de studie. Een vroolijke vriendenkring wel eens wat èl te vroolijk zorgde voor scherts en ver maak; de Heer van Zuilenstein gold onder die jongelui als de grappigste. „Willempie" was al 'n heele Willem gewor den, 'n jongen van vijftien jaartoen zijn ouders in Engeland een bruid voor hem had den gevonden, een bruid, die ongeveer tien lentes teldeDe kinderen hadden mekaar nog nooit gezien dan op 'n plaatje, maar dat scheen niet te hinderen. De Engelsche koning vond het in het eerst wel een heel tikje be neden zijn waardigheid zijn oudste dochter als gemalin aan den zoon van 'n Hollandschen stadhouder te schenken, doch redenen van Staat deden hem óver dit bezwaar heenstap pen. Niemand minder dan onze groote admiraal Maarten Tromp door de Engelschen hals starrig „vèn Tromp" genoemd moest den jeugdigen bruigom naar Engeland overbrengen. Frederik Hendrik bracht zijn „Willempie" van den Haag naar den Briel en gaf hem daar over aan den oud-Briellenaar Bestevaêr Tromp (19 April 1641). De vloot lei te Hellevoet, 'n twintig bodems sterk, maar de wind was zóó tegen, dat de admiraal nog eenige dagen in Den Briel bleef toeven, waar het hem aan oude kennissen niet zal hebben ontbroken. Ook had hij Witte de With in zyn gezelschap, eveneens 'n Brielschen jongen, door de ma trozen „Vechtgraag" genoemd. Pas elf dagen na het vertrek uit Den Haag kwam prins Wil lem te Londen aan, zóó had de wind de vloot tegen gezetenTachtig staatsie-karossen telde de stoet, toen hij de Engelsche hoofdstad be reikte. De Hollandsche vorstenzoon had negen koks in zijn gevolg, drie valkeniers, acht la keien, acht trompetters, 'n geneesheer, en een groot aantal 140personen van hooge geboorte, „extra-ordinaire persoonen De schismatieke bisschop van Lincoln zegen de het kinder-huwelijk in, waarbij de koningin en de koningin-moeder van Frankrijk aanwe zig waren. De bruigom maakte een charmanten indruk; ze liepen allemaal hoog met hem weg! Onze gezant in Engeland, Aerssen van Som- melsdijck, drong daarom op spoedig vertrek aan: er mocht op den duur eens 'n kink in den kabel komen! Zoo nam prins Willem dan den 2en Juni 1641 afscheid van zijn schoonouders, die hem een gouden degen, ingelegd met veertien dia manten vereerden, benevens een grooten edel steen! Het jeugdige gemalinnetje moest nog maar wat bij haar ouders blijven, alvorens de reis naar haar nieuwe vaderland te aanvaar den. Maarten Tromp zeilde weer op Hellevoet aan en vandaar ging het per schip naar Papen- drecht, te paard naar Buren, waar 's prinsen moeder, Amalia van Solms, zich toen bevond, op wie hij zoo treffend geleek! DE LANGSTE TUNNEL DER AARDE is die van de Simplon-Bahn, van Brieg naar Domo d'Ossola (klemtoon op eerste o). Eigenlijk zijn er twee tunnels naast elkaar en wel voor het verkeer van Zwitserland naar Italië de eene en omgekeerd de andere. Deze tunnel is 20 K.M. lang en men heeft er bijna zeven jaar over gewerkt. De temperatuur steeg tijdens het werk tot 53 gr.(de tunnel ligt onder hóógen steendruk), zoodat men de lucht met ijs-water voortdurend moest afkoelen. DE KOORDDANSER BLONDIN bracht heel Amerika in opschudding door omtrent 1855 allerlei sterke staaltjes van zijn kunnen te laten zien boven den Niagara-waterval. Hij had ter hoogte van 50 M. boven het brullende nat een koord gespannen en vertoonde daaroD zijn waaghalzerij. Hij liep over den draad met zijn voeten in 'n zak, dan weer staande op zijn hoofd. Alsof dit nog niet spannend ge noeg was, danste hij den volgenden keer op stelten. Ook vertoonde hij zich achter een kruiwagen op het smalle koord! EEN NESTKASTJE. Deze week de houtbewerkers aan bod! Zagen, schaven, vijlen, schuren! 't Beste is 'n kist bij den kruidenier te vragen en dan aan het zagen en schaven te gaan. Eerst een plankje 44% X 8 X 1 c.M. Goed glad schaven en doorzagen volgens AB fig IL Dit moeten de zijplankjes worden. Nu nog vier plankjes 22 x 10 c.M.; 24% x 10 c.M.; 18 X 20# c.M.; 14 x 10 c.M. We spijkeren eerst den voor-* en achterkant aan de zijschotjes. Van onder gelijk, van boven steken ze iets uit, zoodat we de schuinte er aan kunnen zagen. Bodem en deksel steken voor uit. Bij het opspij keren ook het deksel achter 1 c.M. uit laten steken, om den schuirien kant aan te kunnen zagen. Voor het in elkaar spijkeren het vlieggat inzagen en in het achterplankje een opening om het kastje op te kunnen hangen. Vlieggat goed rond uit vijlen. A. v. M., Lijsterbesstraat I, Eindhovenbij zondere complimenten van Bob en Floor voor keurige verzorging van het ingezonden werk I lste PrijsHans v. d. H., Hertog Reinoud- singel 12, Venlo. 2de Prijs Jan P., Milheeze A. 91, Gemeente Bakel, Noord-Brabant. 3de Prijs: Gerard O., Nieuwe Hilversumsche Weg 14, Bussum. Gerard, als m'n helpers en ik eens door Bus sum peddelen, komen we even buurten hoor Maar dan moet het niet zoo ijzig zijn als Woensdagavond, toen we Floor verloren uit de fietsrij van kou had hij den beenenwagen genomen, de stakkerd. We hadden z'n geroep niet eens gehoord, maar toen ik omkeek, zag ik z'n fietslicht niet meerZóó komen de praatsmakers te pas 1 TroostprijsM. v. W., Taanderstraat 7, Rot terdam, en Bob wou, dat-ie óók zoo mooi schrijven kon UITSLAG DER SERIE „HOE NOEM JE De drie prijzen werden geloot door C. v. d. H., Vijverhofstraat 13 b, Rotterdam, voor fraai teekenwerk. Nog werd een prijs toegekend aan Joh. J. (buiten mededinging) en Cor H., Westfrankenlandsche Straat 129, Schiedam, en Jakob v .d. K., 139 Tollensstraat, Gouda. Jammer voor de vele, méér dan tweehon derd inzendertjes, die niets kregen Volgende keer beter! Mijn geheel bestaat uit dertien letters en duidt den beroemden vorst aan, die tot 1715 over Frankrijk heeft geregeerd, met diens be kenden bijnaam. X 1 X 2 X 3 X 4 X i X i a r X X X 9 - X 10 X 11 X 12 X 13 1. Romeinsch cijfer voor het getal 500; in de muziek: verkorting voor: .afnemend". 2. Een lat of traliewerk, dat tot afsluiting dient. 3. De letterteekens met de oogen, als 't ware samenvoegen en in woorden omzetten, 't zij ze uitgesproken of alleen gedacht worden. 4. Vochtig en benauwend bij gebrek aan fris- sche lucht; een kelder kanzijn. 5. Op onnutte wijze besteed, verkeerd behan deld, bedorven. 6. Letterlijk: een op kolen geroosterd schijf je vleesch met rib; thans: een dun schijfje ge braden (varkens) vleesch met bot erin. 7. De te zoeken bijnaam voor den Franschen koning. 8. Windmolen met vaste kap, en die van on deren kruit, d. i., waarbij de beweging van den molen, om de wieken naar den wind te zetten, geschiedt op rollen, die zich onder den molen bevinden. Tegenovergestelde: „bovenkruier'. 9. Vlakke steenen, die op hun kant tegen een muur van liggende steenen worden aangemet- seld. 10. Lieden, aan wie een koopman gewoonlijk verkoopt, voor wie een ambachtsman gewoon lijk werkt. 11. Onvruchtbare, dorre vlakte, onbebouwde zandgrond; ook de plant, die op zoo'n vlakte groeit. 12. Het tiende deel van een Nederl. pond of kilogram. 13. Afkorting voor de eenheid van ons stel sel van gewichten, zijnde de zwaarte van 1 cM3. gedistilleerd water op den hoogsten graad van dichtheid. Tentoonstelling; i. T. voor tarra; 2. den; 3. enk; 4. sater; 5. begonia; 6. v'erdooyen; 7. kastanjepan; 8. tentoonstelling; 9. Kruisvaart; 10. Garderobe; 11. meelzak; 12. dalen; 13. git; ,14.:eng; .15. G, voor Gram,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 9