5EV 1 hhih m DE BEDREIGING UIT HET ONBEKENDE. ALS HET IN LONDEN MIST - .- jbtagfrr. I -- Pt HP Hk 1MB mm:m< ISHhS \jffMm w*1: "^ïfe i s NIEUWE BESTRIJDINGS- METHODEN. v.:-i/i- 'r e J - HOE DE WERELDSTAD ER DOOR GEHANDICAPT WORDT. Een natuurverschijnsel, waartegen niemand opgewassen is. WmfwmmÊ -*111I I .M.I1 1 - F-—M T—- I r';":.v gags* <58333» %P&&W»S&& «888» «ww« -SiSS»» 5* o:.v De ongewone periode van langdurige en zware mist, die we tot tweemaal toe beleefden in de laatste weken, heeft weer eens speciaal de aandacht gevestigd op de gevaren van dit natuurverschijnsel. En het zijn misschien de harde feiten alleen maar, die ons overtuigen kunnen van het gevaar, dat er schuilt m een dichte mistbank, zooals die den laatsten tijd eenige malen boven een deel van het land heeft gehangen. „Mist", dat is de groote broer van den „nevel"; Nevel ontstaat, wanneer de waterdamp, die in de lucht aanwezig is, gaat condenseeren. Hierbij vormen zich minieme druppeltjes, van 0,02 m.M. diameter, die de slechte eigenschap hebben, dat zij het vergezicht beperken tot op eenige honderden meters. En zoodra dit beperkt wordt tot minder dan 800 meter, spreekt men van „mist". In meteorologische termen: mist treedt op, als de temperatuur het dauwpunt bereikt en de in de lucht aanwezige waterdamp conden seert. Maar in meer menschelijke termen luidt de definitie heel anders. Mist is het vleermuis- grauwe spook, dat z'n killen adem over ons uitblaast, dat z'n ongrijpbare, natte vlerken hangt over onze huizen en door onze straten, in felle witte kringen rond het licht der avondlampen, in grauwe, zwarte massa's in de donkere hoeken en over de kale winterhoornen. Mist is loerend gevaar uit het onbekende en daarom zoo geducht. Het mistspook grijnst aan dsn onbewaakten overweg, in Brabant zoo goed a^fc, achter Borculo, waar in één week tijd drie personen het leven moesten laten. Daar maken dood en mist combine en grijpen den argeioozen wandelaar en den onvoorzichtigen wagen bestuurder, die vergat te luisteren, toen hij het naderend gevaar niet zien kon. De mist loert op de luchtwegen en over onze vliegvelden, waar een Pelikaan een half uur kruisen moest, eer de piloten de wielen aan den grond konden zetten. Op den luchtweg naar Engeland waarde de mist, toen de machtige machine van de Imperial Airways bij Ruysse- lede tegen den mast van een zendstation vloog. Over onze polders waart de mist, waar een sportvliegtuig, op weg naar de Pelikaanlanding op Schiphol, verdwaalde in den nevel en tegen een polderdijk te pletter vloog. Rond de blokposten en seinmasten van den spoorweg hangt de mist haar grauwe vlerken. En daarachter loert de dood, altijd bereid voor een combine tijdens den ren door het leven. En meer dan twee honderd vielen er, langs den Oosterspoorweg voor Lagny, twee dagen voor het Kerstfeest van 1933. Daar was een sein, dat in de mist onzichtbaar was, en meteen was er de catastrofe, de rouw en het menschen- leed. Over de zeeën en rond de mondingen van onze waterwegen hangen de grauwe sluiers, die het uitzicht tot tien meter en minder soms beperken. Wat baatte dan nog de voorzichtig heid, de misthoorn en het uitgezette anker van het Düitsche s.s. „Ceres", dat op den fatalen mistmorgen van verleden week door het uit gaande Engelsche s.s. „Chagres" werd geramd. Wat baatte alle menschelijke voorzorg, toen de „Ary Scheffer" een week te voren in aanvaring kwam met de Engelsche „Tadoma" Over onze wegen, waar het snelverkeer raast, is de mist al honderden malen de oorzaak van veel rampen geweest. Gevaarlijker dan waar elders ook spannen zien hier haar verraderlijke strikken. Plotseling opdoemende tegenliggers, onvoorziene bochten, onbeschermde waterkanten en onbekende steilten loeren achter den grau wen nevel, waar geen menschenoog en geen lichtstraal vermogen door te dringen. En heeft de mist de eigenschap, te bestaan uit onder koelde waterdruppels, dan treedt een nieuw gevaar in werking, de ijzelvorming. Dan worden onze wegen de spiegelgladde banen .waarover de wagens en de menschen stuurloos glijden, dan zet het ijs zich vast op de vleugels van het vliegtuig, dat daardoor zijn draagvermogen en zijn snelheid verliest. Dan hangt er ijzel aan de antenne van onze radio-stations, aan de stroom draden onzer electrische treinen en trams, dan 'Ala de beruchte „fog" den Londenschen dag in nacht verandert ligt alle verkeer ontwricht en is de mensch eer. hulploos wezen, dat zich buiten zijn woning niet bewegen kan. Dan blijft een lang verwachte Postjager in Marseille, zéér terecht, ver klaarde ons toevallig de bekende IJslandvlieger luitenant Giessen, omdat het gevaar van ijsvorming niet denkbeeldig wasdan meldt de luidspreker in een kwartier stilte zwijgend de storing op de antenne, dan werkt het mist spook weer door met een nieuwe combine. Nieuwe bestrijdings-methoden. Tot nu toe kon de mensch tegenover de mist nog niet veel meer doen dan de uiterste voor zichtigheid in acht nemen ofbij de pakken neer gaan zitten. De piloot kon, vliegend in de mist, kompaskoers volgen, kruispeilingen vragen en verder op zijn radio vertrouwen. Bij het landen, wanneer de wolken lager dan honderd meter hangen, zat er niet veel anders op, dan doorvliegen naar een ander vliegveld, dat nog beter zicht meldde ofin het uiterste geval, maar landen op het radio-baken. Meestal bleven de machines maar aan den bodem. Intusschen hoorden we van den heer Ver aart, die al zoo menigmaal is opgestegen, om de elementen in de lucht geweld te gaan aan doen, dat hij voornemens is, een nieuwe mist- bestrijdingsmethode te gaan toepassen. Heel in het kort aangegeven komt het plan van den heer Veraart neer om de mist te be strijden met water. Op het eerste gezicht dus „simple comme bonjour" maar er zit toch nog wel het een en ander aan vast. Bij proefnemingen op 26 Maart en 11 Juni 1930 genomen boven de Zuiderzee en op 7 Augustus 1930 boven Scheveningen met wijlen den piloot Wiersma en de piloten Hondong, Soer en Vrijns is geconstateerd, dat wolken in flarden sloegen door het uitwerpen van één a twee zakken van 25 Kilo onderkoeld ijs. Na deze proefnemingen stond het bij den heer Veraart reeds vast, dat wanneer men van hooge punten uit gaat spuiten met water op laaghangende wolken, (mist hangt vaak niet hooger dan 50 a 100 M.) dit een gunstig effect moest hebben op het neerslaan van deze wolken. Daar het voorshands onmogelijk bleek water van hooge punten, als bijvoorbeeld kerk torens, uit op de mist te spulten kwam de heer Veraart op het denkbeeld, waterstralen van den grond af in laag hangenden nevel te spulten, om zoodoende de nevel van een flink gedeelte van den bodem te verdwijnen. In dien de wolken hooger dan 100 Meter zouden reiken, zou tevens gebruik van vliegtuigen kunnen worden gemaakt om door het uit strooien van onderkoeld ijs of papier de nevel neer- en uiteen te slaan. De inwerking van het water op de mist stelt de heer Veraart zich zoo voer, dat op de plaats zelf waar gespoten wordt de nevel wordt verdreven. Doet men dit, terwijl de zon aan den hemel staat, dan zal de zon onder de mist in de omgeving kunnen dringen en deze door verwarming oplossen. Daarbij komt, dat een gedeelte van de lucht met groote water druppels wordt gevuld en dientengevolge zwaarder wordt dan de lucht in de omgeving. Het gevolg hiervan is, drukverschil dat wind be teekent en deze wind zal er mede toe bij dragen de nevelsluiers uiteen te jagen en plaatselijk te verdrijven. Van groot belang. Gaat deze theorie op de heer Veraart is daar stellig van overtuigd dan springt het groote belang van een dergelijke wijze van mistbestrijding onmiddellijk in het oog. Ten slotte zal het nevelvrij maken van een uitgestrektheid van bijvoorbeeld een vierkan- ten Kilometer reeds het succes hebben, dat vliegtuigen kunnen landen schepen den mond van een rivier kunnen vinden. Een herhaling van een vliegongeluk van tl?' v.- -V? V- - - y-y\ Londen in de benauwende donkerte van den mistnacht. recenten datum in België en het vergaan van de „Ceres" even buiten den mond van den Nieuwe Waterweg zou, indien men er werke lijk in slaagt belangrijke punten als landings terreinen en riviermonden mistvrij te maken, onmogelijk gemaakt kunnen worden. Stemmen uit de practijk. Nu weten we wel, hoe verlokkelijk mooi alle theorie kan klinken. Even goed weten we, dat één geslaagd experiment' meer waard is dan honderd becijferingen op papier. En tot wie zouden we ons beter wenden, dan tot de mistmannen van den dag, de Pelikaanpiloten Smirnoff en Soer, van wie laatstgenoemde o. a. ook een zeer belangrijke proef voor het neer slaan van wolken als piloot heeft meegemaakt. Bij Smirnoff Smirnoff moesten we gaan zoeken op de betonbaan van Schiphol, tusschen de belang stellenden voor de aankomst van den Postjager. Daar liep de held van de Pelikaan, zoo een beetje onopgemerkt, in burger. Maar op zijn das stak de gouden Pelikaanspeld, in het knoopsgat hing het lintje van de onderscheiding. De huldiging van den vorigen avond was geer. beletsel gebleken, om toch weer. met de bekende sportiviteit aanwezig te zijn bij de aankomst van de minder fortuinlijke Postjager-collega's. Smirnoff is een jongen van weinig woorden. Maar wat hij zegt is dan ook van des te meer belang. Een halve zin over „de nacht van den Pelikaan" geeft ineens een heelen kijk op die laatste 33 minuten, zwaarder dan het heele laatste traject, al had het er ook danig gespan nen, „ergens achter Rome". Met een zorgelijken, bijna verbeten trek vertelt hij iets van hun zwerven door den nevel, boven de Amsterdam- sche vlieghaven, waar duizenden hun komst stonden te wachten. Van hun zoeken naar een gat in dien grauwen nevel, naar een licht, dat koers kon geven, alleen maar luisterend naar den toon van het radio-baken, dat hen veilig op den grond zou zetten. En als we iets vertellen van de mistbestrijdingsplannen van den heer Veraart, is hij ineens vol belangstelling. Ja, als hij maar honderd meter van den grond mistvrij kan maken, zijn we, waar we zijn moeten en is tenslotte een landing altijd mogelijk. Juist als hij wil gaan vertellen van de groote verbetering, die één geslaagde proef zou betee- kenen voor de luchtvaart, wordt beslag op hem gelegd, want de Postjager nadert en hij wil een der eersten zijn, die Geysendorffer en Asjes begroeten zullen. Bij „Piet Soer". Ook Soer, de tweede van het beroemde duo, had op Schiphol bij de aankomst van den Post jager willen tegenwoordig zijn, maar een be zoek van den burgemeester van Havelte, de geboorteplaats van Soer, hield hem thuis. Dus trokken we naar Amstelveen, naar de woning van den zoo ineens beroemd geworden K. L. M.-vliger. Wie weet er daar zijn wo ning niet? De schooljongens beschrijven ze met een pracht van nauwkeurigheid. De slagersjongen vertelt het zóó duidelijk, dat je het „blind" kunt vinden. Als de autobussen uit Amsterdam passeeren, kijken alle hoof den in een richting, als bij een parade. Mevrouw Soer ontvangt je met de charme en de joviali- teit, zoo typeerend voor de menschen uit de luchtvaart. Bij haar zit mevrouw WiersmaVlie gersvrouwen, contrasten. Pelikaan- en Ooievaar-, Bangkok en Schiphol. De eene, temidden van den roem van haar prach- tigen man, de andere bij een herinnering, die nog naschrijnt, iederen keer, wanneer een ma chine wegronkt boven den Amsterdamschen weg. En toch bleef die wonen, aan den rand van den polder, waar iederen dag de tiental len vliegtuigen landen en starten, bij de andere piloten vrouwen Soer, een ronde, hartelijke boy, met een luide stem en een animeerenden lach. Hij is zoo zon der eenige pretentie, als hij vertelt van zijn tocht, van zijn zware landing en nog maar steeds verbaast het hem, dat men er hier zoo veel werk van heeft gemaakt. Hü is nog vol van die moeilijke 33 minuten, van de groote vraag, die hem en Smirnoff bezig hield, de lan ding te wagen of door te vliegen naar Soester- berg of de Kooy, die nog goed zicht meldden. Zoo gauw we op de mistplannen van den heer Veraart komen, is ook hij honderd pro cent aandacht. Meer nog dan de anderen uit het pilotencorpj van de K. L. M. is Soer be kend met de werkwijze van den heer Veraart, daar hij als bestuurder van de P.H.A. G. A., den driemotorigen Adelaar, met luit. Visch, chef van den Meteor, dienst van Soesterberg den 7en Augustus 1930 de vlucht meemaakte boven Scheveningen en toen heeft kunnen con- stateeren, dat vóór de proefneming de wolken basis op 700 meter hing, terwijl hij, circa een kwartier later, onder de wolken dalende, een basis van 300 meter kon constateeren. Nadruk kelijk staat dit vermeld in het rapport van luitenant Visch. Soer weet dat allemaal nog heel goed. „Ja, ik weet nog wel, toen Vrijns en ik op Waalhaven HOUDT DEN GOEDEN KOERS PLAATST REGELMATIG UW KABOUTERTJEJ (Van onzen correspondent.) Het zou wel een wonder geweest zijn, wan neer Londen, de stad van de beruchte „fog", haar aandeel niet zou hebben gehad in dat grauwe natuurverschijnsel, dat in de eerste da gen van Januari ook een groot gedeelte van het West-Europeesche continent heeft bezocht. Kent men op het continent slechts mist met hét eenige verschil: „dicht" of „licht", Londen heeft nog andere varianten. Het was ditmaal een witte mist, die niet gelijk de zwarte en gele misten den dag in nacht verandert. De zwarte en gele misten zijn meestal lokaal, en teisteren vaak slechts een deel van Londen, terwijl andere wijken met zonlicht overgoten worden. Zij zijn somber en naargeestig, maar minder storend en in sommige opzichten ook minder gevaarlijk dan de witte- of zee-misten, welke een groot deel van het land tegelijker tijd teisteren. Ofschoon vooral November met fogs vereen zelvigd wordt, is het twijfelachtig of December er minder rijk mede gezegend is, en uit me teorologische tabellen, waarvan enkele meer dan anderhalve eeuw oud zijn, is mij gebleken dat Januari meestal door eenige bijzonder zware misten gekenmerkt is geworden. Het schijnt evenwel dat de zwarte en gele, de z.g. pea-soup fogs, vooral in November voorkomen. De mist op Nieuwjaarsdag is een der hevig ste geweest, die sinds jaren in Engeland waar genomen zijn. Zij kostte dien dag zeven per sonen het leven, doch niet in verband met ver keersongevallen. Het is waar dat eenige van die ongevallen plaats hadden, doch geen daar van was van bijzonder emstigen aard. De meesten van de personen, die het leven erbij inschoten, waren te water geraakt en verdron ken. Engeland is veel minder rijk aan water, en vooral aan kunstmatig aangelegd water, dan ons land, en dit geldt in het bijzonder voor Londen en andere steden. Was Londen, even als Amsterdam door grachten, en evenals Rot terdam door havens doorsneden, dan zou een mist gelijk die van Nieuwjaarsdag dozijnen slachtoffers geëischt hebben. De Theemskaden evenwel zijn alle door borstweringen van de rivier gescheiden, en gevaar leveren dus voor namelijk 'de „onbeschermde" rivier de Lee in het Noorden der stad, benevens de z.g. reservoirs en vijvers op. Eerstgenoemde zijn alle decentraal, laatstgenoemde voornamelijk in de parken gelegen. Het aantal verkeersslachtoffers bij groote misten is meestal betrekkelijk gering. In dit verband hangt evenwel veel af van de vraag op welken tijd van een etmaal en onder welke omstandigheden een mist komt opzetten. Treedt zij in 't midden van den dag op, dan zijn er veel meer redenen zich ongerust te maken, dan wanneer zij laat in den avond aanvangt. In het eerst genoemde geval immers wordt het land er door verrast. Duizenden en duizenden voer tuigen, 's morgens vroeg uitgereden, bevinden zich dan op de groote wegen en worden door den nevel overvallen. Het spoorwegverkeer is in vollen gang. Het verrassende en dus gevaarlijke element ontbreekt echter evenmin bij misten, die zich 's nachts vormen. Zij immers, die uit de mist- vrije districten komen, rijden ze tegemoet en worden erin verstrikt. De verkeersgevaren, aan fogs verbonden, zijn aanmerkelijk toegenomen sinds in de laatste twintig jaren het aantal particuliere bestuur ders van voertuigen, dat vroeger uiterst klein was, dat der beroepschauffeurs is gaan over treffen. Maar die gevaren worden aan den anderen kant toch ten zeerste beperkt door de aangeboren voorzichtigheid van den Engelsch- man een voorzichtigheid die niets met bang heid, doch alles met verantwoordelijkheids besef en zelftucht gemeen heeft Mist lokt trouwens niet uit tot bravour- stukjes. Niets stemt den mensch makker en omzichtiger dan het onzichtbare gevaar. Een fog, gelijk die van de afgeloopen week en van acht dagen geleden maakt zich dan ook ve.eleer gehaat door de ongemakken en desor ganisatie, die zij veroorzaakt, dan door het aantal zeer ernstige ongelukken dat zij tenge volge heeft, ofschoon laatstgenoemde volstrekt niet uitgeschakeld mogen worden. Zij grijpt diep in het leven der steden in Zelfs wanneer zij op het platteland en in de voorsteden „wit" is en het daglicht slechts in geringe mate tempert, neemt zij in centraal Londen, waar zij zich met rook en andere dampen vermengt, een somberder kleur en voorkomen aan. Het licht is daar in de meeren- deels nauwe straten zelfs onder gunstiger om standigheden zelden overvloedig. Het allereerste gevolg van een dichte mist is, dat het verkeer gereduceerd wordt tot een minimum. Duizenden bewoners der voorsteden en buitenwijken, die dagelijks in hun eigen auto naar hun werk rijden, laten hun wagen in de garage, en maken van trein ot tube gebruik. Laatstgenoemde is bij mist het eenige snelle en betrouwbare vervoermiddel. Het tempo van het gedecimeerde verkeer in de stad is uiterst traag. Het kunstlicht dringt nog juist voldoende door een dichten nevel heen om ernstige ongelukken te voorkomen, .maar het is volmaakt ontoereikend om een andere dan zeer gebrekkige afwikkeling van het verkeer te verzekeren Op de voornaamste pleinen en kruispunten worden de voertuigen files voorafgegaan door mannen met toortsen, die als het ware als loodsen dienst doen, een methode die reeds toegepast werd in den tijd van het paardenverkeer. In de minder centrale wijken hangt de veilig heid uitsluitend af van de persoonlijke voor zichtigheid der bestuurders. Bij het zeer lang zame tempo, waarin gereden wordt, zijn bot singen bijna uitgesloten, daar het zelfs in het ergste geval onmiddellijk remmen mogelijk maakt. Verreweg de grootste gevaren leveren de bui tenwegen op, waar het, vooral na zonsonder gang, vaak zeer moeilijk is zich te oriënteeren. Opgemerkt zij, dat ook bij mist Engelsche bestuurders niet meer met hun claxon werken dan hoog noodig is. De claxon immers verliest zijn nut, en sticht zelfs verwarring, wanneer hij door een aantal uit verschillende richtingen komende automobilisten tegelijkertijd gebruikt wordt. Organisatorisch staan de verkeersautoriteiten tegenover een zware mist vrijwel machteloos. Zij hebben op de eerste plaats te denken aan de organisatie der veiligheid, niet aan die van het verkeer, en eerstgenoemde kan, vooral voor zoover het verkeer niet loopt over rails, vaak slechts afdoend verzekerd worden door een al- geheele capitulatie aan den mist, d. w. z. door stopzetting van het grootste deel van het boven- grondsche openba^ verkeer. Tusschen vijf en zes uur in den avond, als de kantoren en werkplaatsen gesloten worden, kan men op een fatalen mistdag rekenen op een desorganisatie, die voor honderdduizenden de grootste ongemakken met zich brengt. Minstens anderhalf millioen Londenaren wonen vijf. zes en zelfs tien mijlen van de plaats waar zij overdag werken. Zulke afstanden kunnen zij, bij gebrek aan verkeersmiddelen niet „beloo- pen", Bij honderden en honderden staan zij. soms uren lang, te wachten aan bushalten; de treinen der tubes beschikken niet over het tiende deel van de capaciteit, die noodig zou zijn om op zulk een dag alle gegadigden te ver voeren. Engeland heeft het geluk, voor extréme na tuurverschijnselen gespaard te blijven, maar het heeft zijn fogs, stil, geniepig en meedoo- genloos. Men kan worstelen met storm en on weer, maar tegenover den nevel staat men vol" komen machteloos. En slechts door omzichtig heid kan men voorkomen, dat men ze" ^et slachtoffer ervan wordt of anderen tot het slachtoffer ervan maakt. Mistgevaren en miststemming.Links: de onbewaakte overweg, in de nevels dubbel gevaarlijk. In 't midden: vijf meter onder den wal schuift slechts het silhouet van een passeerende motorboot voorbij, daarachter het grauwe onbekende. Rechts doorkijk naar het Binnen hof in de mist. aankwamen, waren we allebei enthousiast. Lui tenant Visch en van Gieszen waren al even zeer opgetogen". Intusschen vertellen we Soer van een waar neming van den heer Veraart, tijdens de lan- denspoging van den Pelikaan. De mistbank bo ven Schiphol op den avond van 30 December bestond uit onderkoelde waterdruppeltjes (wa ter beneden het nulpunt, maar nog niet ver stard), waarbij tevens gevaar voor ijsafzetting op den vleugel aanwezig was. Ook dat weet Soer nog heel goed, want Smirnoff en hij heb ben beiden het eerste ijs op den vleugel ge constateerd. We vragen Soer, of hij heeft kunnen con stateeren, een waarneming, ons door velen op Schiphol bevestigd, dat tijdens het cir kelen van de machine boven het vliegveld, het zicht aanmerkelijk beter werd. „Zeer zeker, en van het verbeterde zicht profiteerden wij dan ook om door den mist naar het vliegveld te duiken". Dan vertellen we Soer de verklaring, die de heer. Veraart ons van dit verschijnsel gaf. Wol ken bestaan vaak voor een groot gedeelte uit waterdruppels van 1 gr. Celsius tot 20 gr. Celsius. Alfred Wegener, die voor eenige jaren op Groenland is omgekomen, trof daar zelfs waterdruppels van 33 gr. Celsius aan. Bij een geringe beweging of werveling in de wolk en vooral bij aanraking met vaste voorwerpen. verstarren deze druppeltjes. Lucht, die voor bijna honderd procent verzadigd is met water en nog geen neerslag geeft, wordt in bedui dende mate oververzadigd tot 120 pet. zoodra deze druppels tot ijs verstarren, waarna over vloedige neerslag kan vallen, ingevolge ver schil van dampdruk, ijs en water. De heer Ver aart verwacht bij zijn mistbestrijding bedui dende condensatie, zoodra er op kunstmatige wijze wervelingen in de wolken gemaakt wor den, zooals hij dat denkt te doen met water stralen. Deze wervelingen planten zich op groo- ten afstand voort „Ja, en dan krijgen we wind en dan zijn we, waar we komen willen", vult Soer aan. Het is hem allemaal heel duidelijk en zijn peinzen de kop vertelt, dat hij al landingsmogelijkheden zit te berekenen. „Een gat in de mistlaag, wat wind er door, en dan krijgen we wel een trech ter om er door naa: de betonbaan te duiken". Is het wonder, dat een vlieger van het Soer-ka- libar met spannende belangstelling luistert en vol verwachting de eerste proeven tegemoet ziet? De groote handicap.van de luchtvaart, de mistbank op het vliegveld, zou dan uit de his torie verdwenen zijn en landingen als die van de Pelikaan op 30 December 1933 zouden tot het verleden behooren. Heel wat machines, die nu aan den grond blijven, omdat het landings terrein zwaren mist meldt, zouden gerust kun nen vertrekken, en veilig landen, even veilig als zij koersen op kompas en radio-peiling door de dichtste nevels. A*' ,j Boven: een electrische trein wacht voor een onveilig signaal, tijdens de zwart, mist van Dinsdag j.l. Beneden: de mist onder de overkapping van het Maasstation te Rotterdam,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2