koning albert te ciergnon.
z.'s.'Szsfs-I ^•ïrsi^'rir.ss.'is:
DE BIJZETTING IN DE CRYPTE
VAN LAEKEN.
I
LAATSTE EN GROOTSCHE HULDE
AAN DEN OVERLEDEN VORST.
VOOR DE DOOD TIE M
TROF.
DONDERDAG 22 FEBRUART 1934
hit i
HEEL BELGIE ROND
BAAR.
DE
GROOTE DEELNEMING
UIT ALLE LANDEN.
HET DEFILE DER OUD-STRIJDERS
De hulde van 40.000 man.
DE STOET VAN HET KONINKLIJK
PALEIS.
DE CRYPTE VAN LAEKEN.
IN DE STE GUDULE.
DE LAATSTE ABSOUTEN.
MORGEN.
De radio-reportage van den K.R.O.
DE DRUKTE TE BRUSSEL.
ggflF - .v
PLECHTIGE UITVAART VAN KONING ALBERT
BRUSSEL, 22 Februari. (VAN ONZEN COR
RESPONDENT). Dit is een dag van matelooze
droefheid voor geheel een volk.
Zéker wisten wij, dat koning Albert een
door zijn volk zeer geliefd vorst was, maar
nooit hadden wij, noch wie ook, kunnen den
ken, dat hij zoo innig door zijn onderdanen
werd bemind, als wij dat de laatste dagen, nu
de dood hem uit hun midden heeft gerukt,
voortdurend hebben kunnen waarnemen.
Dat is geen genegenheid, welke de millioe-
nen menschen bezielt, die thans om hun dooden
koning treuren, maar liefde, een diep in de
harten bloeiende liefde, zooals men die alleen
kan koesteren voor personen, die een groote
plaats innemen in het hart.
Wij hebben reeds gezegd, dat koning Albert
door zijn onderdanen op de handen werd ge
dragen, doch hoe onvolledig geeft dit, naar wij
thans sedert dagen met eigen oogen hebben
gezien, de werkelijkheid weer! Om dezeeenigs-
zins te benaderen, zouden wij moeten zeggen,
dat In het hart van bijna alle Belgen, koning
Albert een afzonderlijke plaats had, niet om
dat hij koning was, maar omdat hij was een
vader des vaderlands, in de meest hoogstaande
beteekenis van deze woorden.
Het land is verweesd, de harten zijn ineen
gekrompen van verdriet; straks vangt de
laatste reis aan van den man, die de eer en
de grootheid van zijn land zoo hoog heeft
gehouden.
Hij was alléén, in het aanschijn van mil-
lioenen sterren, die de eerste doodenwake
deden.
Vandaag volgen hem millioenen menschen
op zijn laatste reis.
Want in gedachten gaat de geheele wereld
met dezen droeven tocht mede....
In alle kerken luiden droef de klokken, die
de doodenstemming aangrijpend verhoogen.
De baar met het stoffelijk omhulsel van den
koning is reeds in den vroegen ochtend op
het kanonaffuit buiten het koninklijk paleis
geplaatst.
De hemel is zwaar gedekt met donkere
wolken en vormt een somberen koepel over
de rouwstemming der menschen Het Is drui
lerig en kil, de melancholiek van het grootsche
schouwspel zal er nog door verhoogd worden.
Om half acht begint het défilé der oud-
strijders.
In eindelooze massa's stroomen zij aan: een
nieuw rythme in de hulde aan den overleden
vorst. Een laatste groet aan den koning, den
leider, den gids, den metgezel in den harden
strijd.
Met strakke gezichten defileeren veertig
duizend mannen. Strak staat de wacht in de
houding. In die roerloosheid beweegt alleen
de rood-geel-zwarte vlag, die over de kist af
hangt.
En nog steeds worden bloemen en kransen
aangedragen.
De oud-strijder3 defileeren als een eere-
wacht. Een onoverzienbare menigte slaat hen
gade. Zwijgend.
Slechts nu en dan weerklinken de comman-
do's: kort, bijna afgebeten, als om in de diepe
ontroering te verbergen.
Zij trekken maar voort. En als de vlaggen
de baar voorbijgaan, neigen zij in eerbiedige
hulde voor den koning, die hun zooveel glorie
schonk. Hoofden en vlaggen zijn naar de baar
gewend.
Allen trekken zij voorbij: officieren en ge
wone soldaten, allen die tezamen de verschrik
kelijke uren van den oorlog hebben meege
maakt.
Een geheel leger haast van oudstrijders,
trekt voorbij in een stilte, die niet te beschrij
ven is. Alleen het geluid van hun stappen
hooren wij en het tegen elkaar aantikken van
de bronzen eereteekens, welke zij op de slag
velden, onder het opperbevelhebberschap van
him thans dooden koning, hebben verdiend
Die stilzwijgende apotheose van de mannen
van den IJzer, is buitengewoon indrukwek-
kend.
Eerst om zeven minuten over tien verklin
ken de laatste stappen der oud-strijders..
Immer luiden de klokken
Gedurende dit défilé, dat van half acht tot
tien uur duurt, hebben lange stoeten auto's
naar het paleis gebracht: de leden der regee
ring, de staatsministers van den raad van de
Kroon, leden der wetgevende kamers, het
corps diplomatique met den Pauselijken Nun
tius aan het hoofd, gedelegeerden van de offi-
cieele staatsinstellingen, de hooge magistratuur
en anderen.
Om kw. over tien uur komt de geestelijkheid
in een imponeerenden optocht het lijk afhalen.
Op dat oogenblik weerklinkt uit de richting
van het Jubelpark, het eerste kanonschot van
een serie van honderd-één schoten, die om de
minuut gelost worden.
De stoet zet zich in beweging, langs de
Paleisplaats, de Koninklijkestraat, de Kolo-
niënstraat en de Kanselarijstraat, naar de Ste.
Gudule. Onderweg staan, als eerehaag opge
steld: Ardenneesche jagers, grenadiers en ca-
rabiniers, die het geweer presenteeren.
De straten zijn zwart van menschen, geen
enkele plaats aan de vensters is onbezet; in
het park zijn velen in de boomen geklommen,
om vandaaruit den stoet te zien voorbijtrek
ken.
In dit indrukwekkende oogenblik maakt
de absolute stilte den geweldigsten indruk. Het
is, alsof die massa van honderdduizenden ver
plettert ligt onder den rouw van zijn vorst
Voorop rijdt een peloton gendarmen te
paard, imposant in hun sombere uniformen en
met den zwarten helm. Hierop volgt, eveneens
t« paard, de beroemde militaire kapel van het
regiment gidsen. Dan komen de vreemde
leger-delegaties, eerst een sterke Italiaansche
delegatie en daarachter de Britsche: zeven
officieren met honderd onder-officieren en
soldaten van het vijfde regiment der dragon
ders van het corps van Inniskilling. Hun op-
marsch maakt groote sensatie als zij, strak en
s-ijf gelijk automaten, in hun decoratieve uni
formen defileeren, uiterlijk koud, gelijk stand
beelden en star vóór zich uitkijkende, alsof
niets anders op de wereld bestond dan zij alleen.
Bij deze delegatie zijn ook nog honderd
matrozen van de Britsche marine. Achter hen
volgt een détachement Fransche troepen, be
staande uit infanteristen, fuseliers en vliegers.
Dan is de beurt aan détachementen Bel
gische artillerie, cavalerie en infanterie,
in een keurig défilé voorbij te trekken.
Nu komen delegaties met vlaggen van de
federaties van: Congo-veteranen, gedeporteer
den, politieke gevangenen uit de oorlogsperiode,
oudstrijders-vereenigingen, oorlogsweduwen en
moeders van gesneuvelden. Achter de ontelbare,
met rouwfloers omstrikte vaandels welke al
deze delegaties hebben medegebracht volgt,
achter deputaties van het leger met van elk
regiment een vertegenwoordiger van eiken
graad en achter de leden van den generalen
staf van het Belgische leger, het aangrijpend
Onze Brusselsche correspondent meldt ons
De O. L. Vrouwkerk van Laeken met de
Crypte is het St. Denis der Belgische koningen.
In 1854 werd zij op staatskosten en met de
opbrengst van een nationale collecte, als hulde
aan de nagedachtenis van de eerste koningin
der Belgen, Marie-Louise, gebouwd.
De architect, Poelaert, die door den bouw van
het Paleis van Justitie te Brussel getuigd heeft
Koning Albert had een bijzondere voorliefde
voor
e koninklijke crypte in de Onze Lieve Vrouwekerk te Laeken, waar 't stoffelijk
overschot van koning Alben rust. Links de tombe van keizerin Charlotte, rechts
de plaats waar 's konings tombe komt.
van Hardenbroeck tot Hardenbroeck, kamerheer
en ceremoniemeester van H.M. en ordonnance
défilé der vaandels van al de nog bestaande I officier luitenant-kolonel Jhr. W. Laman Trip.
en ook van de ontbonden oorlogsregimenten
Onder die wimpels, standaarden en regi
mentsvlaggen bevinden er zich, die vol gaten
zijn van kogels, gescheurd en uitgerafeld. Voor
de Belgen is het een groot symbolisch stuk
van den oorlog, dat hiermede voorbijgaat. Boven
veel bloed en ellende, hebben deze vlaggen in
bange oorlogsjaren gewapperd; thans zijn zij I cyr'Be, kolonel Loukache, gezant Bartoloff.
evenwel zegevierende tropheeën, omdat zij, Polen: divisie-generaal Daniel Konarzewski,
onder het opperbevel van den thans ontslapen I a's buitengewoon gezant van maarschalk Pil.
koning, de overwinning in hun plooien hebben sudski-
Uit Luxemburg waren tegenwoordig: Prins
Felix van Bourbon, generaal van H.K.H. de
groothertogin, en staatsminister Beek.
Zweden vaardigde af: Z.K.H. Gustaaf Adolf,
zoon van den kroonprins en prins Karei van
Zweden.
Bulgarije zond: Z.M. den koning, Z.K.H. prins
medegebracht, waardoor de onafhankelijkheid
van het land kon bewaard worden.
Deze groep van oorlog en vrede wordt ge
volgd door het grootsche tafereel, dat het voor-
bijschrijden oplevert van de hooge geestelijk
heid: Zijne Eminentie den kardinaal-aartsbis
schop, Hunne Excellenties de bisschoppen van
België, de veertien pastoors en den Deken van
Brussel-Stad en andere hooggeplaatste reli
gieuzen.
Een officier te paard, draagt den koninklijken
standaard, vlak vóór het kanonaffuit met het
stoffelijk overschot, dat het zelfde affuit is,
waarop Maandagavond de overbrenging heeft
plaats gehad en dat ook nu door zes zwarte
paarden, met zwarte gareelen en witte touwen,
wordt getrokken.
Het is onmogelijk de ontroering te beschrij
ven van de massa, als het doode lichaam van
den vorst voorbijrijdt. Alle hoofden, die reeds
ontbloot waren toen de eerste groepen langs
kwamen, buigen diep neer. Wij zien menschen
op de knieën vallen, die luidop beginnen te
bidden, zooals ook gebeden werd in groepen,
die gisteren en eergisteren het stoffelijk over
schot in het paleis gingen begroeten.
Een detachement grenadiers vormt de eere
haag links en rechts van het affuit. Hier be
vinden zich ook de leden van het militaire Huis
van den koning.
De hoeken van het baarkleed worden vast
gehouden door: de voorzitters van de Kamer en
van den Senaat, minister-president de Broque-
ville, den minister van Justitie, den minister
van Binnenlandsche Zaken, de luitenants-gene
raal grootlinten der Leopoldsorde Biebuijck en
de Ceuninck en door den generaal-bevelhebber
van de militaire circonscriptie van Brussel.
Achter het affuit wordt het lievelingspaard
van den koning door een plqueur geleid.
Te voet volgen: koning Leopold III en zijn
broer, prins Karei, graaf van Vlaanderen en
onmiddellijk achter hen de leden van het bur
gerlijk huis van den koning, de staatshoofden
en de vreemde prinsen, de regeering, de staats
ministers en parlementsleden.
De groep der staatshoofden, bultenlandsche
prinsen en buitenlandsche delegaties, was even
eens buitengewoon indrukwekkend, door de
hooggepiaatstheid der aanwezige personen en
door de verscheidenheid der uniformen.
Hierin schreden o.m. mede voort: de prins
van Wales, veldmaarschalk lord Allenby, ad
miraal Sir Roger Keyes, lucutmaarschalk Sir
John Salmon, de Zuidafrikaansche minister
Villers en Sir Godfrey Thomas, de privé se
cretaris van den prins van Wales.
Van Fransche zijde: president Lebrun, oud
president Doumergue, minister Bar thou en
maarschalk Pétain, generaal Weygand, de se
cretaris der republiek, generaal Braconnier en
de chef van het protocol, de Touquières,
Uit Italië: kroonprins Umberto, vergezeld van
twee vleugel-adjudanten en van generaal
Gloria, den vleugel-adjudant van den koning
van Italië; verder Don Umberto Ruffodi Cala
bria van de prinsen di Scilla en kolonel Scaroni
van de luchtvaart.
Nederland was vertegenwoordigd door Z.K.H.
prins Hendrik der Nederlanden, vice-admiraal
J. Rambonnet, vleugel-adjudant in buitenge
wonen dienst van H.M. de Koningin, baron R. A.
Duitschland delegeerde den oud-gezant von
Keiler, thans buitengewoon ambassadeur van
president von Hindenburg bij deze plechtig
heid. Oostenrijk zond: Gezant Lothar Egger
Moellwald in speciale missie. Roemenië: prins
Nicolaas, minister Anghelesco, gezant prins
Ghika, generaal Georges Mano, kolonel vleugel
adjudant Paul Teodoresco en kolonel Manolesco.
Zwitserland was vertegenwoordigd door den
gezant Barbeij. Mexico zond den gezant Santos,
Cuba de gezanten M. Guillermo Patterson y
Jaureguy en dr. Ramiro Hernandez Portela.
Denemarken: prins Axel en de prinses, kapitein
Lemlcke.
Egypte was vertegenwoordigd door den ge
zant Moural Sied Ahmed Pacha, Letland door
den minister van Buitenlandsche Zaken Salnaïs.
gezant Lasdin, generaal K. Berkis en Portugal
door den minister van buitenlandsche zaken
José Cafiro da Mata, den minister van koloniën
Armindo Monteiro en den gezant A. d'Oliveira.
Brazilië vaardigde af den gezant Leite Cher-
mont, divisie-generaal J. F. Leite de Castro,
luitenant-kolonel Alvaro Finza de Castro, Af
ghanistan den gezant prins Shah Wali Khan en
Siam een neef van den koning, Shilla.
Andere deputaties.
Achter bovenvermelde hoofdgroepen komen
ontelbare delegaties van o.m. gevolmachtigde
ministers, militaire attachés, leden van de recht
banken, gedelegeerden van het gemeentebestuur
van Parijs, de Belgische luitenants-generaal en
de generaal-majoors, de gouverneurs der pro
vincies, hooge ministerieele ambtenaren, verte
genwoordigers van de eerediensten, delegaties
der hoogescholen en verder nog tal van oud
strijders- en andere patriottische vereenigingen.
met ontelbare vaandels.
Dan volgen weer detachementen gidsen, ar
tilleristen en gendarmerie in veldtenue met
kapoot. Rouwstrikken hangen aan hun vaan
dels en ook de trommels, die dof weerklinken,
zijn met zwart floers overdekt.
Nu komt het stoffelijk overschot voor het
majestueuze hoofdportaal van de zevenhonderd
jaar oude Ste. Gudule, waarin, rond Albrecht
en Isabelle, veel andere prinsen liggen begra
ven, die in den loop der eeuwen over België
hebben geregeerd.
Het is intusschen tien minuten over elf ge
worden; later dan oorspronkelijk was vast
gesteld. Maar prins Leopold had bepaald, dat
het défilé der oud-strijders niet mocht onder
broken worden.
De kardinaal-aartsbisschop en zijn assistenten
nemen aan den hoofdingang de kist met het
koninklijk lichaam in ontvangst, dat stoetsge
wijze in de middenbeuk wordt gedragen, naar
een op het snijpunt van deze beuk en van de
dwarsbeuk opgestelde katafalk.
De kerk is in volledige rouwversiering gehuld.
Boven de voornaamste ingangen hangen ko
ninklijke wapenschilden. Ook de kolommen, de
zijbeuken en het oxaal zijn met rouwfloers
omhangen. Alleen de groote beelden der Apos
telen zijn zichtbaar.
Donker domineert ginds de katafalk, van
waarop in strakke plooien boven haar litur
gisch gewaad, de Belgische vlag neerhangt.
Om de katafalk heen staan drie rijen hooge,
brandende waskaarsen, die in een dof geknet
ter grillige licht-effecten over het lijkkleed en
de kleuren van de vlag werpen.
Op de katafalk liggen de tuniek, de helm en
de koninklijke degen.
Het voorgedeelte van de katafalk, die zich
onder een koepel van vanaf het gewelf neer
hangende en aan de kolommen van het tran
sept vastgemaakte draperieën bevindt, is be
dekt met de wapenschilden van België.
Achter het hoofdaltaar branden vijf pyrami-
den vol kaarsen.
Op het koor staat, langs de evangeliezijde,
de troon van de koninklijke familie; de troon
van den kardinaal-aartsbisschop bevindt zich
langs de zijde van het epistel.
De staatshoofden en de vreemde prinsen
hebben vóór den koninklijken troon, op bid-
stoelen plaats genomen.
Aan de Evangeliezijde staan nu ook de leden
vsr> de civiele en de militaire huizen van den
koning en van de prinsen Leopold en Karei,
alsmede de leden van het corps diplomatique.
Vóór den troon van den primaat van België
knielen de bisschoppen en tal van prelaten
men zegt ons, dat ook kardinaal Liëtard van
Rijssel en de bisschop van Mans zich daar be
vinden, doch wij kunnen het vanaf onze plaats
niet met zekerheid zien.
De ordedienst in de kerk wordt waargenomen
door studenten van de Militaire School, in hun
nieuwe uniform.
De aanblik op de duizendkoppige menigte
die zich thans in de kerk bevindt, is uniek in
de verscheidenheid van ontelbare uniformen
De heeren die in civiel zijn, dragen den rok.
Er gaat een melancholische wijding uit van
de religieuse plechtigheid, die inmiddels is
begonnen.
Het beroemde koor van de St. Romboutskathe-
draal, voor deze gelegenheid nog versterkt met
zangers van de scola cantorum van het Groot
Seminarie van Mechelen, zingt de H. Mis, ge
deeltelijk in plain chant, gedeeltelijk in meer
stemmige muziek, n.L de Kyrië, de Benedictus
en de Agnus Dei.
De kardinaal-aartsbisschop Van Roey draagt
zelf de H. Mis van Requiem op, met assistentie
van den deken van Brussel en verder van een
diaken, een sub-diaken en twee eere-diakens,
De plechtige H. Mis van Requiem duurt
ruim een uur. De kardinaal zingt zelf de
absoute. Hierna speelt de kapel der grenadiers
in sourdine de Brabangonne en wordt het stof
felijk overschot, in stoet voorafgegaan door den
kardinaal en de geestelijkheid, uit de kerk ge
dragen.
zÜn buitengoed in het Waalsche nlaat«iP
van zijn bewondering voor de Assyrisch-Egyp- Ciergnon. Hij ging er dikwijls heen slechts
tische bouwkunst, hteld zich bij het ontwerpen enkele dagen vóór zijn dood is hij er nog van
srhen !r^Van LaekCn tr°UW aan de" G°thi" de reSeerin«sv«moeienissen gaan uitrusten In
dotnSen W°emviSnetten de Parkla"e" nog versche sporen van zi n
clomineeren er en de pilaren zijn buitengewoon auto te zien.
'liet nubliek i,„ r, De brave Jacques Hérin, sinds meer dan
Het publiek heeft nimmer, ook met op den veertig jaar huisbewaarder op het landaoed en
dag der begrafenis van koning Albert, toegang diens helper, Ovide Marot, hebben aanvankelijk
tot de Crypte. Men daalt er langs de breede ternauwernood aan het vreeseliik
wenteltrap in af. In het midden, overuekt met i_
een zwart laken, waarop tallooze hulde-medal-
jons en verdroogde ruikers liggen, verheft zich
het indrukwekkende marmeren blok, dat de
graven van Leopold I en Marie-Louise overdekt.
Hechts en ._nks hier tegenover, in de muren
ingemetseld, zijn andere graven rechts, die van
Leopold II, van koningin Marie-Henriëtte
nieuws van
s konings overlijden kunnen gelooven. Zij
beweenen hun meester uit het diepst van hun
hart en het lijkt hun onmogelijk te wennen
aan het denkbeeld, dat hun vorst voor altijd
van hen is heengegaan.
„Ja, dóór ging hij altijd zitten", wees de diep
bedroefde dienaar aan personen, die .rem zijn
wen, die stierf, toen hij nog een kind wasJacques". En ik antwoordde hem
Zijne Eminentie J. E. Kardinaal van Roey
Na afloop der plechtigheden in de Ste Gudule
wordt het stoffelijk overschot des konings over
gebracht naar de O. L. Vr. kerk van Laeken,
waarachter zich de koninklijke crypte bevindt.
Na het verlaten van de Ste Gudule nemen
de Belgische prinsen, de buitenlandsche staats
hoofden en prinsen, de ministers en de staats
ministers, de buitenlandsche delegaties en de
leden van het corps diplomatique in rijtuigen
plaats. Prins Leopold en zijn broer Karei zijn
opvallend bleek en zien er zeer vermoeid uit.
De stoet bereikt Laeken langs den Treuren-
berg, de Koninklijkestraat, het graf van den
onbekenden soldaat, de Paleizenstraat en de
Koninginnelaan.
Op dit traject staat langs weerszijden een
eerehaag van troepen, van de meeste Belgische
regimenten. Bij het voorbijrijden van het stof
felijk overschot, wordt per peloton het geweer
gepresenteerd. Op dezen weg bevinden zich ook
een massa kinderen van de scholen van Groot-
Brussel.
Voor de Congrescolonne, aan welker voet
zich het graf van den Onbekenden Soldaat
bevindt, hield de stoet met het stoffelijk over
schot van den koning, die in zijn leven daar
zoo vaak kwam, even stil. De doode opper
bevelhebber bracht een laatsten groet aan den
dooden soldaat.
De klokken luiden, terwijl de stoet het graf
van den Onbekenden Soldaat voorbijtrekt.
Er hangt nog steeds een dichte nevel over
de stad
Vrouwen in het zwart schreien, mannen
moeten zich geweld aandoen om hun ontroe
ring te bedwingen. De klokken blijven den
rouw verkondigen, welke de menigte bezielt.
De vlaggen naderen de O.L. Vrouwenkerk
van Laeken.
Alle hoofden zijn ontbloot. Er gaat een
deining door de menigte. De troepen presen
teeren het geweer.
Het kanonaffuit met zijn droeven last blijft
vóór den hoofdingang van de kerk van Laeken
staan, waar de Belgische en buitenlandsche
legerafdeelingen, die in den stoet zijn mede-
geschreden, er met haar muziekkapellen langs
heen defileerende laatste parade voor den
beminden koning.
Hierna wordt de kist in de, eveneens met
rouwfloers behangen, kerk binnengedragen,
waar het andermaal de kardinaal en de bis
schoppen zijn, die haar ontvangen.
De laatste absouten worden hier verricht,
achtereenvolgens door den kardinaal, den
Pauselijken Nuntius en drie bisschoppen.
Een groep onderofficieren draagt nu, onder
indrukwekkende stilte, de kist naar de crypte.
In het nabij liggend park valt een kanonschot,
nog twintig andere volgen, wat voor de hoofd
stad het sein is, dat koning Albert's offelijk
omhulsel door het graf is opgenomen.
In alle straten, langs alle wegen, keeren
honderdduizenden huiswaarts, die de ontroerde
getuigen zijn geweest van deze laatste onver
getelijke plechtigheid.
links, die van den graaf en van de gravin van
Vlaanderen, en van prins Boudewijn, ouders
en den broeder van koning Albert.
Dan is er nog de laatst bijgekomen graftombe,
die van keizerin Charlotte van Mexico, tante
van den thans overleden koning. Het is een
hooge sarcophaag, van lichte steen en die zich
links van de tombe van België's eersten souve-
rein, niet ver van den muur verheft,
De doodkist van koning Albert zal eerst op
een schraag geplaatst worden, rechts van het
graf van de oude keizerin en daarna een voor-
loopige rustplaats vinden in de naaste sarco
phaag, tot een definitieve begraafplaats voor
hem zal in orde gebracht zijn.
De dood van koning Albert komt op het
moment, dat men werken in de Crypte aan het
uitvoeren is. Men is er o. a. bezig met het leggen
van een grooten mozaïekvloer in kleursteenen,
waarin de wapens der negen provinciën van
België zullen uitgebeeld worden, en van twee
tympanen uit Venetiaansch mozaïek, voorstel
lende den dood van Christus en den dood van de
H. Maagd. Verder zullen twee wit steenen,
gebeeldhouwde deuren achter de sarcophaag
van Leopold I aangebracht worden en, aan den
ingang, twee deuren van gesmeed koper, die
toegang tot de Crypte zullen verleenen.
Koning Albert kwam, vooral den laatsten
tijd, de Crypte dikwijls bezoeken, want hij
stelde veel belang in de nieuwe decoratie van
de laatste woning der koningen van België.
Maar deze man, die zoo één en al leven was,
hield er niet van, dat men hem sprak over
posthumen praal, voor wat hemzelf betrof. Aan
iemand die hem voorzichtig over dit onderwerp
polste, antwoordde hij op zekeren dag: „Wij
hebben nog allen tijd, om daar later eens over
te spreken".
Ook woonde de vorst, met prinses Marie-José,
r PADriT nc rpric A T-,r nnniMo r\r. I inhuldiging bij van het monuroem aan de
LEOPOLDS EEDS-AFLEGGING OP I ooriogsdooden,
„Met twintig
jaar minder, Sire".
De koning was sterk aan Ciergnon gehecht
en hij heeft het dorpje aan de boorden van de
Lesse een kwart eeuw lang met weldaden over
laden. Vooral den pastoor, den E. H. Coilet,
droeg hij een warm hart toe. Meer dan eens
stond hij de gemeentelijke overheden rne.t raad
en daad bij. Hij bezocht de scholen en moedigde
liefdadige werken met ruime giften aan.
Hoe dikwijls gebeurde het niet, dat 's Zondags
Albert I als een doodgewoon sterveling te' voet
naar het kleine parochiekerkje kwa i om er
te midden van de bevolking de H. Mis bij te
wonen Meestal kwam hij geheel alleen en
onverwachts, per auto of per motorfiets uit
Brussel naar Ciergnon, zich met een eenvoudig
maal tevreden stellende daarna vaak eer. een
zame wandeling door de parklanen makend.
In Augustus 1919 vierde de geheele gemeente
met onvergetelijke, ongekunstelde hartelijkheid,
den terugkeer van de koninklijke familie. De
koning zei toen aan pastoor Collet: „Wij zijn
verheugd, onzen pastoor weer te zien. Laat ons
gaan bidden voor het vaderland. De zegepraal
en de vrede zijn ons deel geweest. 3idden wij
thans nog voor de eendracht en de opleving
van het land".
Zelden zag men ontroerender beeld, dan dat
van deze koninklijke familie in innig, devotie
geknield in het koor van een dorpskerkje.
In Mei 1920 kwam de koning in eigen persoon
een nieuw vaandel aan de heropgerichte dorps
harmonie brengen. Aan allen sprak hij bij die
gelegenheid van zijn vreugde, zijn brave men
schen van Ciergnon weergevonden te hebben
en hij zorgde er zelfs voor, dat een receptie
voor de leden van de oude muziekvereeniging
plaats had. j9Ji
Naar wij van den K.R.O. vernemen, zal met
goedvinden van de algemeene commissie
morgen aan het volgende programma de hand
worden gehouden.
Om 11.20 uur reportage van de plechtig
heden bij het optrekken van de stoet naar het
gebouw der tweede kamer.
Om 11.50 uur reportage van het afleggen
van den eed door Leopold III.
et inrichtend comité had den
koning verzocht, om eveneens aanwezig"'te
willen zijn bij de plechtige H. Mis, opgedragen
aan de nagedachtenis der tien zonen van
Ciergnon, die voor hun vaderland gevallen
waren. Met zijn gewone inschikkelijkheid, had
de koning dadelijk toegestemd en kwam met
prinses Marie-José naar de kerk. Deze uiting
van de erkentelijkheid van den vorst voor de
jonge levens, die voor hem en het land geofferd
waren, heeft de menschen toen diep getroffen.
En 's middags was de koning met de prinses
op de dorpsplaats teruggekeerd, waar hij in
bijzijn van 6000 rond het monument geschaarde
personen, een mannelijke rede heeft uitgespro-
De reportage wordt geheel verzorgd door I v^rtTeÏem gedaChtCn 2al. b"jVen
de Vlaamsche Radio-omroep, waarop de Hui- n.
zer-zender zal worden aangesloten. wachtsT^ gewoonte af en toe onver-
t. I acnts een der dorpsscholen binnen te stappen.
Na afloop van de plechtigheden zal de K.R.O. Hij ging dan midden tusschen de klas zitten,
Tin Cfpwnno Is
zijn gewone programma vervolgen.
BRUSSEL, 22 Februari. (H.N.) Sedert de I
vroege ochtenduren heerschte in de stad een
buitengewone drukte. Van alle kanten kwamen
uit de voorsteden belangstellenden aanrukken,
luisterde naar de vragen der onderwijzers en
de antwoorden der kinderen, die niet zelden
door hem aangemoedigd werden. De soms naïeve
gezegden der kinderen konden hem kostelijk
amuseeren en dan zag men zijn oogen twinkelen
achter de brilleglazen.
Nooit legde de koning een verzoek of request
ongezien ter zijde en hij steunde waar hij kon.
terwijl aan de stations de treinen voortdurend Honderden verhalen, die alle bewijzen welk
een stroom van menschen brachten. Autobus- een groot, edelmoedig hart hij had, doen over
sen voerden steeds nieuwe groepen uit alle Albert I de ronde. Zoo wordt ook verteld, dat
provincies aan. De menschenstroom bewoog de koninS> toen hij op een Zondag in Augustus
zich natuurlijk uitsluitend in de richting van 1919 de kerk van Ciergnon kwam, door een
de straten, waarlangs de stoet zou trekken en oorlogsverminkte gesalueerd werd, wiens
waar zich reeds dichte rijen hadden opgesteld, iechter arm geamputeerd was. „Goeden dag,
Velen hadden vouwstoeltjes of kussens bij zich mijn dappere", zeide de koning vriendelijk. Dan,
om daarop eventueel uit te kunnen rusten.
Een ontzaggelijke drukte wordt ook veroor
zaakt door de verschillende vereenigin£en> die
aan de begrafenis deelnamen, niet he1: m'nst
door den bond van oud-strijders, die zich alle
op bepaalde punten vereenigden- O? de trams
was geen plaats te krijgen, terwijl alle auto's,
die men zag, bezet waren.
Een verslag van de plechtigheid werd per
radio uitgezonden, en door de radiostations in
de meeste landen gerelayeerd, o.a. door Neder
land, Zwitserland, Duitschland, Frankrijk,
Engeland, Tsjecho-Slowakije, joego-Slavië,
Hongarije, Roemenië, Denemarken en in Ame
rika door de Columbia en door de Nationale
Broadcasting Cy.
scherper toekijkend„Maar er ontbreekt je een
decoratie. Kom die zelf op het kasteel halen".
Toen de arme verminkte zijn opwachting kwam
maken, trad de koning op hem toe, nam zijn
eigen decoratie en speldde ze hem op de borst.
Geheel het volkt treurt om zijn koning, doch
in het bijzonder beweent hem Ciergnon, waar
men zijn hooge gestalte zoo goed kende en waar
de kinderen tot zelfs het geluid van zijn motor
fiets wisten te onderscheiden. Zoo mógelijk
hangen er ginds nog meer vlaggen halfstok, dan
elders en het gemeentebestuur heeft reeds
beraadslaagd, op welke wijze men het beste de
erkentelijkheid van de bevolking en haar on ver
breekbare verknochtheid aan de dynastie zou
kunnen uitdrukken.
Het vijfde regiment van de Inniskilling Dragonders, een Engelsch corps, dat ziek
bij den begrafenisstoet van koning Albert aansloot.