WAAROVER GESTEMD ZAL WORDEN gericht agjgp 15 JAREN VOLKEN BONDSSTATUUT. AAN HET VREDESVERDRAG WORDT VASTGEHOUDEN. ~w: '^ipips mm. 'v BU1TSCHLA, •vilDCEjW"'' V BURCi, - '- ft* r - LUXEMBURG' 0 h£.üNJ tw>wfer| ^T.\rriJue»&RT ►AARGEMÜttO-, SAARAlfil NA.HCY (5AAR6UR& HET PLEBISCIET IN HET SAARGEBIED. PLEBtSCIET- 6EB1EO vJE.lV.ER, Sn KiRtHEM >AARUfetOr1 Ergens in Europa, in den uitersten Zuid- Westelijken hoek van Duitschiand, langs de grenzen van Lotharingen, den Palts en de Rijnprovincie, ligt een „landje", ongeveer zoo groot als onze kleinste provincie, met 840.000 inwoners, buitengewoon rijk aan steenkolen. Saarland. Twintig jaar geleden was „Saarland" een aardrijkskundig begrip, zooals er honderden in Europa, duizenden in de wereld zijn. Maar de meeste menschen zal dit woord toen minder hebben aangesproken dan bijv. Vuurland of Mongolië of Nieuw-Guinea. In het Saarland werd vreedzaam gewerkter heerschten vrede en rust. Landen, waar het goed gaat, waar gewerkt en gezwoegd wordt, gaan niet over de tong. Een enkele zin van bewondering, soms met wat afgunst vermengdmaar overigens blijft het welvarende land in zichzelf ver scholen. Het vraagt geen bijzondere belang stelling; er is niets om ze te wekken. En nu, twintig jaar later? Niet alleen geografen en mijningenieurs, niet alleen economen en politici houden zich met het Saargebied bezig, de geheele wereld ziet er heen, met angstig-benauwde spanning. Met de rtffèéselijke vraag op de lippen, of hetgeen zich 3fer in dat „ergens in Europa" afspeelt, vrede of oorlog voor Europa, wellicht voor de wereld üal beteekenen. Tüsseh'en toen, en nu, liggen een gruwelijke wereldoorlog, een beslissende overwinning der geallieerden, een vredesverdrag, dat in zijn gevolgen bijna nog gruwelijker is dan de geheele oorlog. Het Saargebied, dat de geheele negentiende eeuw Duitsch gebied geweest was, werd van Duitschiand losgemaakt. Het kwam echter niet, zooals Elzas-Lotharingen, onder Fransche sou- vereiniteit, maar onder een heel bijzonder statuut, onder volkenbondsbewind, met dien verstande, dat de Saarlanders vijftien jaar na het van kracht worden van het vredesverdrag zelf over hun verdere lot zouden kunnen beslissen. Vijftien jaar na het vredesverdrag. Dus in de maand Januari van het jaar negentien hon derd vijf en dertig. En de datum der volks stemming is vastgesteld op 13 Januari. Er zijn in het beruchte vredesverdrag van Versailles weinig hoofdstukken, welke zoo glas helder hun eigen geschiedenis schrijvenwelke ook juridisch zoo duidelijk zijn als de zes artikelen 45-50 van Deel III, paragraaf IV. welke over het Saargebied handelen, en de veertig artikelen van de bijlage over den afstand en de exploitatie der mijnen, de regee ring van het Saarbekken en de volksstemming. Art. 45 grijpt de kwestie dadelijk aan: „Als schadeloosstelling voor de vernieling der holen- mijnen in Noord-Frankrijk staat Duitschiand, als afbetaling op het door hem verschuldigde herstel voor de aangerichte oorlogsschade, he volle, onbeperkte, volkomen schulden- en lastenvrije eigendom op de kolenmijnen in het Saarbekken, zooals in art. 48 daarvan de grenzen wof den vastgesteld, met het uitsluitende exploi tatierecht aan Frankrijk af". Het Saargebied is dus een herstelgebied in v. Steeds meer komt het Saargebied, waar den 13den Januari a.s. de groote volksstemming zal plaats hebben, in het centrum van Europa's belangstel ling te staan. Vrede of oorlog? Pacifi catie of toespitsing der tegenstellingen? Het begin van een tijdperk van toenadering tusschen Frankrijk en Duitschiand of het uitgangspunt van nieuwe steeds feller conflicten tusschen deze twee landen? Op deze vragen zal slechts de toekomst kunnen antwoor den. Van belang is echter wording en ontwikkeling van dit probleem te ken nen, om te gemakkelijker de toekom stige gebeurtenissen te kunnen volgen. de volle beteekenis van het woord. Duitschiand heeft uit oorlogsnoodzaak, maar evenzeer om een economisch herstel van Frankrijk na het sluiten van den oorlog zoo lang mogelijk op te houden de Fransche mijnen in het door de Duitsche troepen bezette gebied grondig aan de vernieling prijsgegeven. Deze politiek was een ontzettend risico, een echt tweesnijdend zwaard. Verloor Frankrijk den militairen oorlog, dan stond het bij voorbaat machteloos tegenover deze „economische berekeningen", welke reeds geheel op den inderdaad uitgebroken economi- schen oorlog in vredestijd ingesteld waren. Won echter Frankrijk den strijd op de slagvelden, dan wist Duitschiand, welk lot het te wachten stondhet zou de weerwraak van den triom fator te verduren krijgen. In dezen wreeden strijd, ook wel „vrede" genoemd, zou geen pardon gegeven worden het was bekend. En als men zich de stemming van 1918-1919 nog even voor oogen stelt, dan is er eigenlijk slechts één ding wonderlijk dat de Franschen tenslotte zoo'n geringe wraak genomen hebben. Dat danken we niet aan Clemenceau, die een doelbewuste Rijnland-politiek voor oogen had, maar aan Wilson en Lloyd George, die in elk geval wilden voorkomen, dat Duitsch iand te rake slagen zou krijgen, niet wijl zij vergevingsgezinder of menschlievender waren President Knox, de man, die over het Saargebied regeert, in zijn werkkamer van het regeeringsgebouw aan het Slotplein te Saarbrücken. dan hun Fransche collega, maar wijl zij zoo spoedig mogelijk weer handel met Duitschiand wilden drijven. Het is zelfs een open vraag, ZU er in toegestemd zouden hebben het Saarland aan het Duitsche bewind te onttrekken, als Clemen ceau niet 150.000 uitsluitend in zijn fantasie bestaande francophiele Saarlanders uit de ijle luchten in de vergaderzaal van Versailles binnengetooverd had. En toen Lloyd George het tooverwoord „volksstemming" onder de hooge beraadslagendcn geworpen had, was de zaak beslist. Want voor Wilson bestond er niets verheveners en heiligers dan de volkswil Van den strijd, welke onder de groote drie over deze kwestie gevoerd is, vindt men intusschen nog een weerslag in art. 49, dat in zijn eerste alinea zeer karakteristiek luidt „Duitschiand doet ten gunste van den volken bond, die hier als trustee optreedt, afstand van de regeering over het Saargebied Uit deze formuleering blijkt duidelijk, dat het Saarland in de vijftien jaar onder volken- bondsbeheer tevens steeds onder Duitsche sou- vereiniteit is gebleven. Duitschiand heeft niet «de souvereiniteit, maar alleen en uitsluitend de regeering over het Saarland afgestaan. En dat niet aan Frankrijk, maar aan den volken bond, welke op zijn beurt een regeeringscom- missie heeft benoemd, die in naam van den bond het gebied beheerde. Bijna zijn de vijftien jaren volkenbondsbe wind over het Saargebied verstreken. En in dien tijd zijn heel wat illusies in rook opgegaan. In 1919 zijn er zeker heel veel Franschen geweest, die de hoop koesterden, dat in ge noemde periode het in-Duitsche karakter van het Saarland verloren zou gaan, maar vooral, dat de economische en financieele banden met Frankrijk zoo hecht zouden worden, dat de bewoners van het Saargebied boven alle over wegingen van nationaliteit hun aansluiting kouden wenschen bij het land, vanwaar hun welvaart en bloei gekomen was. Deze verwachting scheen meer gerechtvaar digd, wijl Lotharingen en het Saargebied als het ware een economische eenheid vormen. De Saar levert de steenkool, Lotharingen en het dieper gelegen Fransche gebied de rijke ertsen. Samen kunnen zij dus een wereldmacht vormen, welke nieuwe rijkdommen in het land zal brengen. Op grond van deze redeneering is een -onmetelijk Fransch kapitaal in het Saarland gestoken. Parijs heeft weer zijn oude tactiek van de „gou den" banden toegepast, welke in het verleden zulke hechte vriendschappen hebben tot stand gebracht, doch in het heden, midden in een politieke en economische crisis minder effectief blijken te zijn en den Franschen spaar der al heel wat gekost hebben. In het Saargebied werd ook de Fransche franc als eenig wettig betaalmiddel in gevoerd, steeds weer met het doel om Saarland onverbrekelijk aan Frank rijk te binden. Een tijdlang kan het den schijn gehad hebben, dat het Parijsche pogen eenig uitzicht op resultaat bood. De Saarlanders leerden Fransch; in de meeste winkels werden de goederen zoo wel in het Fransch als in het Duitsch aan geprezen de prijzen werden steeds in francs genoteerd. Maar in 1928 was de omslag reeds zoo radicaal, dat, volgens een artikel in de „Times" van dat jaar, de Fransche opschriften geheel verdwenen waren, de winkeliers slechts in uiterste noodzaak en met diepen tegenzin Fransch spraken, en de prijzen weer in marken werden aangegeven, zoodat de koopers in francs moesten omrekenen. „Het scheen mij toe, dat er een georganiseerde onderstrooming bestond om de Duitsche gewoonten en aspecten te bewaren". Frankrijk heeft zich al die jaren een goeden kooper van Saarlandsche artikelen getoond het moederland Duitschiand wilde in dat op zicht voor Frankrijk niet onderdoen. In de crisis is het Saarland er wel bij gevaren en Duitschiand heeft tenslotte, behalve voor kolen zijn tegenstrever den loef afgestoken; het is de beste afnemer van de Saar-producten ge worden, en zal dit zeker voorloopig blijven, als het Saarland zich definitief voor Duitsch iand uitspreekt. In de industrieele en handelskringen van het Saargebied, in zooverre zij niet rechtstreeks aan de Fransche belangpn gebonden zijn, heersoht dan ook de diepe overtuiging, dat het voor het Saargebied noodzakelijk is, dat het zoo spoedig mogelijk van het huidige regiem verlost wordt en weer bij „het groote Duitsche vaderland" wordt ingelijfd. Op het oogenblik spreekt men veel van een „tolunie" die tus schen het Saargebied en Frankrijk zou bestaan. Van een tolunie kan echter niet gesproken worden, want de belanghebbenden van het Saargebied hebben niets te zeggen ten aanzien van de regeling der tolunie. De Fransche tol- regeling beoogt alleen de Fransche belangen. De voorstanders van den terugkeer naar Duitschiand uit de kringen van handel en in dustrie wijzen er dan ook op, dat hiet hyper- geïndustrialiseerdo Saargebied geheel afhanke lijk is van de uitvoermogelijkheden. Dus is het Saargebied het meest afhankelijk van den grootsten afnemer. Dat is niet Frankrijk, zooals hier en daar wel eens beweerd wordt, doch Duitschiand, behalve, zooals we reeds opmerk ten, in één opzicht: de kolenuitvoer. In 1913 bedroeg de afzet van kolen naar Duitschiand nog 58,7 pet.naar Elzas-Lotharingen 18,1 naar Frankrijk 6,3 en het overige buitenland 16,9. Sedert de Franschen de mijnen hebben geëxploiteerd, is het vooroorlogsche Duitsche In den kop links een luchtfoto van het hart van het plebisciet-gebied: Saar brücken. Rechts in den kop de haven van dit belangrijke kolen-centrum. In het midden het gebouw, waarin de president van de regeeringp-commissie Knox zetelt. Van het dak wappert de Saarvlag blauw-wit-zwart. afzetgebied voor het grootste deel verloren gegaan, zonder dat echter een gelijkwaardige afzetmogelijkheid op de Fransche markt in de plaats gesteld is. Overigens wijst men op de volgende statis tische cijfers: Van steenkolen-teerolie gingen in de jaren 1925 tot 1930, 50,2 pet. naar Duitsch iand 42,8 naar Frankrijk, 7 naar het overige buitenland. Kunstmeststoffen: 67,8 naar Duitschiand, 27 naar Frankrijk, 5,2 naar het overige buitenland. Ijzerwaren45,4 naar Duitschiand, 34,4 naar Frankrijk, 20,2 naar het overige buitenland. Glaswaren54,2 naar Duitschiand40,6 naar Frankrijk en 5,2 naar het overige buitenland. Diversen: 42.3 naar Duitschiand; 40.6 naar Frankrijk en 5.2 naar het overige buiWahmCt Diversen: 42.3 naar Duitschiand; 40.6 naar Frankrijk en 17.1 naar het overige buitenland. Uit deze cijfers ziet men, welke groote be langen de industrie van het Saargebied bij Duitschiand heeft. Dat de toestand voor het Saargebied echter kritiek zou worden, wanneer men in 1935 den status quo zou laten voort duren, behoeft geen betoog, want Duitschiand zou dan wel niet meer ervoor te vinden zijn, nog langer een zoo beteekenende afnemer van het Saargebied te blijven. Een Saarlandsche „Landjageronder het wapen van het Saargebied. De merkwaardige toestand, dat een deel van Duitschiand, hoezeer blijvende onder Duitsche souvereiniteit, toch aan de Duitsche regeering onttrokken werd, is in tijdsduur begrensd: vijf tien jaar is volgens het verdrag van Versailles de periode, dat deze onnatuurlijke situatie mag voortduren. Al dien tijd stond het Saargebied onder vol kenbondsbewind. Maar wijl de Volkenbond in de afgeloopen jaren een organisme is geweest, dat heel sterk onder Franschen invloed stond en wijl voorts dit beheer werd uitgeoefend om Frankrijk de herstelbetalingen met de Saarkolen te garandeeren, spreekt het van zelf, dat de Saarkwestie bijna alom als een zuiver Fransch- Duitsche aangelegenheid werd beschouwd. Het spreekt dan ook van zelf, dat toen een maal vaststond, voor iedereen, dat de Saar landers niet voor inlijving bij Frankrijk zouden stemmen, van Duitsche zijde pogingen werden aangewend om, evenals het Rijn an voor n vastgestelden datum werd ontruimd, ook een voortijdige teruggave van het Saai ge Duitschiand te verkrijgen. Daardoor werd het Saarprobleem in c e beteekenis van het woord, een internationaa politiek probleem Langen tijd hebben de Franschen zich op de juridische bepalingen van het verdrag van Ver sailles, welke nog een derde mogelijkheid open den, beroepend, elke bespreking over deze aan gelegenheid met de Duitschers absoluut van de hand gewezen: de volksstemming in het Saar gebied was geen Fransche, maar zuiver een volkenbondsaangelegenheid. Van den anderen kant staat het echter ook vast, dat Parijs en Berlijn herhaalde malen voorbereidende, of juister wellicht inleidende onderhandelingen over dit onderwerp gevoerd hebben, en het schijnt inderdaad vast te staan, dat rijkskanse lier Brüning ook in deze kwestie nauwelijks honderd meter van het zoo vurig begeerde doel 1 afgestaan 'heeft: Het ware voor rust en vrede in Europa zeer zeker wenschelijk geweest, dat deze kwestie in der minne tusschen de twee naast betrokken volken geregeld zou zijn. Maar de Franschen werden steeds schichtiger, naarmate zij de macht der nationaal-socialisten zagen groeien, en toen dezen zich van het bewind hadden meester gemaakt, behoefde men van Parijs geen enkele concessie meer te verwachten. Zelfs het zoo nadrukkelijk woord van Hitier, dat er tus schen Frankrijk en Duitschiand geen territoriaal geschil buiten het Saargebied bestond en dat Duitschiand Frankrijk de vriendenhand bood, mits dit geschil opgelost werd, kon het hart van Marianne niet verteederen. Het scheen veeleer te versteenen: Parijs verklaarde, dat het vredesverdrag in vollen omvang moest toe gepast worden. Dat dus het plebisciet op den vastgestelden datum zou gehouden worden, vol gens de bekende bepalingen. In den loop van dit jaar zijn verschillende overeenkomsten gesloten, welke de onpartijdig heid en het ongestoorde verloop van de stem ming moeten waarborgen. Want naarmate de dag van die stemming naderde, werd het in en rond het Saargebied onrustiger. In het land zeil vormden zich fronten: het Duitsche front, de Katholieke status-quö-groep en voorts het front van communisten, marxisten en separatis ten. Langs de grenzen trokken zich troepen samen, welke elkaar bespiedden, uit angst, dat een van hen onverwacht het plebisciet-gebied zou bezetten. Wel heeft Hitier zijn mannen bevolen zich achter een zone van 40 K.M. van de Saargrenzen terug te trekken, maar de reeds bestaande onrust en onzekerheid is door al deze gebeurtenissen slechts vergroot, waarbij nog komt, dat de allesbehalve populaire volken- hondscommissaris, de Engelschman Knox alles behalve geschikt lijkt om de aan zijn functie bij uitstek toekomende rol van bemiddelaar tus schen de elkaar vaak fel bekampende par tijen te vervullen. Daarom werd het als een verademing en een bevrijding gevoeld, dat de in Mei vastgestelde datum van 13 Januari gehandhaafd bleef en dat ook geen pogingen zouden aangewend worden om het vredesverdrag in zooverre te wijzigen, dat de mogelijkheid van een nieuwe stemming over een bepaald aantal jaren in het vooruit zicht wordt gesteld. Zoo zullen dan de Saarlanders over een zeven tal weken over hun lotsbestemming te beslis sen hebben. En wel op de volgende wijze; wij citeeren hier par. 34 van de bijlage: Na afloop van een periode van vijftien jaar na het van kracht worden van dit vredesverdrag zal de bevolking van het Saarbekkengebied opgeroepen wor den om haar wil aldus te uiten: Er vinclt volgens gemeenten of districten een stemming over de nu volgende drie mogelijkheden plaats: a. handhaving van het volkenhonds- statuut; b. vfcreeniging met Frankrijk; c. vereeniging met Duitschiand. Stemgerechtigd is zonder onderscheid van geslacht iedere ten tijde van het plebisciet meer dan twintig jaar oude persoon, die op den dag van de onder- teekening van het verdrag in het gebied gewoond heeft. dere De overige voorschriften, de na details en het tijdstip der stemming^ len door den volkenbondsraad z gesteld worden, dat een vrye, gebeime en waarheidgetrouwe s enui Q ge waarborgd wordt. Dat is het groote werk van den komenden dertienden Januari. Daarna treedt de volken bond weer in actie en beslist op grond van den door het plebisciet uitgedrukten wensch van het volk onder welke souvereiniteit het Saar gebied zal komen, terwijl Duitschiand zich ver plicht heeft deze uitspraak van den volkenbond, hoe zij ook moge uitvallen, onvoorwaardelijk te aanvaarden. Valt de beslissing voor den status quo of voor de inlijving bij Frankrijk, dan doet Duitschiand afstand van zijn souve reiniteit op het Saargebied ten gunste van den volkenbond of van Frankrijk. Daarmede is echter de penibele geschiedenis nog' niet ten einde. Zooals de zaken op het oogenblik staan, kan men, tenzij zich geheel onverwachte gebeurtenissen voordoen, met practische zekerheid aannemen, dat de beslis sing met overgroote meerderheid ten gunste van Duitschiand zal uitvallen, en men mag niet anders veronderstellen, dan dat de volkenbond deze uitspraak zal eerbiedigen. Dan komt, de kwestie aan de orde, dat „Duitschiand de eigen domsrechten van Frankrijk op de In het Saar gebied gelegen mijnen in een in goud betaal baren prijs moet terugkoopen Dat is een probleem op zich, dat het volgende jaar politici, financiers en economen nog heel wat zorgen zal baren, vooral bij den goud- en deviezennood, waarin Duitschiand zegt te ver- keeren. En toch zal ook daar een oplossing moeten gevonden worden, wil het Saarprobleem wer kelijk geliquideerd worden, willen rust en vrede in Europa terugkeeren, wil het Saargebied weer worden, wat het zelf het vurigst verlangt, een hoekje „ergens in Europa", waar hard ge-- werkt wordt, maar waar ook welvaart en geluk heerschen. Een kabelbaan van de mijn Maybach naar de ovens van de Röchlingsche ovens Altenwald. Een groep hoogovens van de Röchlingsiverken, een der voornaamste bedrijve irt. het hart van 't industrie-gebied.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2