1 an? 08 Mia- DE PARTICULIERE WELDADIGHEID IN AMERIKA. mmm ONAFHANKELIJKHEID DER RECHTERS. DE DUITSCHE MICHEL SIR JAMES O'GRADY. DONDERDAG 20 DECEMBER 1934 MRS. ROCKEFELLER III OVER DEN PLICHT VAN DE RIJKEN. Lord Broughams grondstellingen. EEN TRAGISCHE BRAND TE DUBBELDAM. Bewoner van een landhuisje omgekomen. AUTO OVERRIJDT EEN KIND. DE MAN DIE ZIJN DOCHTER „SCHAAKTE". MEISJE AANGERAND. DE SAHARA VRII VAN BACILLEN! BEIERSCHE RADIO IN DIENST DER KUNST. JAPAN EN MANDSJOEKOEO. de grondwetswijziging van BR. INDIE. Hoe ook de glorie des hemels wel eens kan vergaan. EEN ^ZIEKMAKENDE PUT. NACHTELIJKE PROEFMOBILISATIE IN TURKIJE. De Amerikaansche regeering distribueert mil- lioenen en millioenen onder de werkloozen en behoeftigen van het voormalige land der won deren en van den arbeider met eigen huis en radio, mitsgaders eiken Zondag een kip in den pot, zooals ex-president Hoover profeteerde. Zoo groot is de vrijgevigheid van Washington, dat Alfred Smith onlangs sprak van den Sin terklaas aan de oevers van de Potomac, die als maar rijke gaven om zich heen strooit en on vermoeid sokken vult. Staten en steden han gen hun sokken 's avonds onder den schoor steen, om ze den volgenden dag met millioenen gevuld te zien. Desondanks blijft de ellende en de armoede groot in de Vereenigde Staten. De winter na dert, een winter van koude en gebrek. De mil lioenen van de rijksregeering zijn totaal onvol doende en vooral moet de particuliere wel dadigheid aanvullen Twintig millioen personen, samen ongeveer 5 millioen gezinnen vormend, staan op de lijsten van de C. W. A., de Civil Work Administration. Dit lichaam is intusschen alleen op werkverschaffing uit. En degenen, die door er aan het werk gesteld worden. Zijn met hun gezin niet geheel en al voor honger en koude gevrijwaard. Nu Kerstmis nadert is vanwege tal van ver- eenigingen en particulieren weder een groot- sche campagne op touw gezet. De „Community Chests" moeten weder gevuld worden, opdat tegen Kerstmis althans geen burger van de Vereenigde Staten hongerig en verkleumd is, geen Amerikaansch kind schreien zal en geen Amerikaansche moeder bekommerd behoeft te zijn om de meest noodzakelijke behoeften voor haar baby. De „Community Chests" is een soort gemeen telijk "fonds, waaruit de diverse particuliere vereenigingen de noodige gelden bekomen. Al dus wordt de actie voor het inzamelen gecen traliseerd en alle krachten op een doel ver- eenigd. Daarbij worden de campagnes voor de „Com munity Chests" niet door enkele goed willen de. maar misschien niet al te energieke per sonen gevoerd. Integendeel. De zaak wordt op echt - Amerikaansche manier aangepakt. De „drives" of campagnes voor de „Community Chests" staan onder leiding van groote zaken lieden, die daartoe expres worden aangezocht Ze leenen er hun naam aan en zoo ze zelf daadwerkelijk weinig doen, ze belasten een be kwaam ondergeschikte met de taak, de publieke opinie te bewerken. En deze ondergeschikte, zelf meestal een uitstekend zakenman en or ganisator, kan met alle middelen werken, die een groote onderneming ten dienste staan. Hij beschouwt de opdracht zuiver zakelijk, wetend, dat succes in de exploitatie van den weldadig heidszin voor hem even belangrijk is als succes met de een of andere commercieele onder neming. In Detroit, de zwaar getroffen automobiel- stad, heeft aldus mr. Roy Chapin, president van de groote Hudson Motor Cy, 1.730.000 dol lar, bijeen weten te brengen, een half millioen minder, dan hij zich had voorgesteld, maar toch altijd nog een honderd duizend dollar meer dan verleden jaar. Te Chicago kon de bekende zakenman Albert D. Lasker drie millioen aan de „Community Chests" afdragen, in Los Angeles bracht de advocaat Joseph Scott, leider van president Hoover's mislukte verkiezingscampagne van 1932, niet minder dan 3.752.000 bijeen. Ex-sena tor George Pepper verzamelde te Philadelphia meer dan drie millioen, terwijl te Baltimore de president van de Hopkins-universiteit, Joseph Sweetman, met 150.000 dollars boven het mil lioen van het vorige jaar uitkwam. In New- York bracht de bankier Blaine voor twaalf groote weldadigheidsvereenigingen ruim twee millioen bijeen. Bij deze campagnes kregen de inzamelaars vaak te hooren, waarom particulieren nog zou den geven, nu de regeering met hun belasting geld de armen steunde. En het antwoord, dat een parool werd, was steeds, dat de regeering nog slechts het allernoodzakelijkste verschafte. In de New-Yorksche campagne hield mrs. Blanchette Hooker Rockefeller, de 25-jarige echtgenoote van Rockefeller's oudsten klein zoon en dus mrs. Rockefeller III, een toespraak tot een groep deelnemers aan den „drive". Tegenover de usance van velen, om zich van een daadwerkelijke hulpactie af te maken door het leenen van hun beroemden naam of het koopen van een paar kaarten voor een wel dadigheids-uitvoering, stelde ze haar opinie over den plicht van den rijke ten opzichte van de armen. Ze verlangde van den rijke een waarachtige belangstelling voor het leed van de armen, een sympathiek medeleven, een oprecht meevoelen en den wil, te helpen en te troosten Weldadig heid in dollars is niet genoeg, zoo sprak deze millionnaire. Met een chèque koopt de rijke 'zijn plicht van mensch en medeburger niet af. Voor ons katholieken bekende klanken. Maar menige grootheid, die in de Vereenigde Staten zijn naam aan een „drive" geeft, is nog alles behalve van de waarheid ervan doordrongen. m. Eert werk met onverwachte stagnatie: de oude Spoorbrug over de Middendorper Ringvaart is door een nieuwe vervangen. Het slechte weer belette het dit werk in den nacht gereed te krijgen waardoor stagnatie ontstond en de reizigers moesten overstappen via de brug. (Van onzen correspondent.) Gisterenmiddag te omstreeks half zes ont dekte men brand in het landhuisje van den heer Roos aan de Burgemeester Jaslaan te Dubbeldam. De brandweer rukte onmiddellijk uit met een motorspuit en een slangenwagen. Bij aankomst stond het perceel reeds in lichter laaie Bij een ingesteld onderzoek in het bran dende huis, bleek, dat de eenige bewoner, de heer Roos, in de badkamer lag. Men kon hem niet bereiken, daar het vertrek in brand stond. Eerst toen men het vuur in dit gedeelte van het huis had gebluscht, kon men het lichaam naar buiten brengen. Een ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Het slacht offer was ongeveer 65 jaar oud. Inmiddels greep het vuur steeds verder om zich heen. De kleine dorpsspuit weigerde na eenigen tijd dienst, zoo dat de burgemeester van Dubbeldam genood zaakt was, de hulp van de Dordrechtsche brandweer in te roepen, welke met groot ma teriaal uitrukte. Omstreeks half acht was men het vuur vrij wel meester. De oorzaak van den brand is waarschijnlijk het vlam vatten van een geyser in de badkamer. Het landhuisje is vrijwel uit gebrand. BESTELAUTO DOOR TRAM AAN GEREDEN. Twee inzittenden zwaar gewond. Nabij Linne werd gisternamiddag de bestel auto van den heer J. Delfox uit Tegelen, ten gevolge ..tl het slechte uitzicht ter plaatse, door die tram Roermond—Echt aangereden. De wagen, waarin twee zoons van den heer D. zaten werd totaal vernield. Beide inzittenden werden met zware in- en uitwendige verwon dingen naar het ziekenhuis te Roermond over gebracht. Het tramverkeer ondervond geen vertraging. EEN POLITIE-AGENT AANGEREDEN BELGISCHE VERKEERSVOORSCHRIF TEN VOOR FIETSERS. Rood achterlicht verplicht. In België zijn een aantal nieuwe verkeers- voorschriften voor wielrijders in werking ge treden, welke ook voor buitenlanders gelden en eveneens de belangstelling van andere weg gebruikers verdienen. Het bekende nieuwe bord ter aanduiding van fietspaden, welke men verplicht is te be rijden (witte fiets op rond blauw bord) is ook in België ingevoerd. Op- hoofdwegen en binnen bebouwde kommen moeten de fietsers zooveel mogelijk rechts houden. Met losse handen rij den, fietsen zonder de voeten op de pedalen, of zich laten voorttrekken is verbodennaast el kaar rijden is verboden tusschen zonsonder gang en zons-opgang. Bij mistig weer en tus schen zonsonder- en zonsopgang moet de fiets van voren voorzien zijn van een wit of geelach tig licht, dat niet verblindt en bij helder weer minstens 150 M. ver zichtbaar moet zijn aan de achterzijde moet de fiets voorzien zijn van een rood licht. (Een reflector is dus niet vol doende). Stilstaande of aan de hand gevoerde rijwielen behoeven niet verlicht te zijn. Onderweg naar het ziekenhuis gestorven. Gisterenmiddag heeft in de Krayenhofflaan te Nijmegen een tragisch auto-ongeval plaats ge had. Het vierjarig zoontje van de familie W. uit de Anemoonstraat wilde den weg oversteken, toen de auto van den heer P. naderde. De chauffeur N., die een ongeluk zag aankomen, remde nr.<- uit alle macht, doch kon niet ver anderen. uat het ventje door een voorwiel werd gegrepen. De kleine werd zwaar gekwetst en door dezelfde auto naar het Canisius zie kenhuis gebracht. Bij aankomst aldaar bleek de jongen echter reeds te zijn overleden. Het politie-onderzoek wees uit, dat den chauf feur geen schuld kan treffen. En bovendien véél te snel. Voor de Utrechtsche Rechtbank had zich een 18-jarige chauffeur te verantwoorden. Hij was echter niet op het appèl verschenen. Hij was gedagvaard, wijl hij op den Jutfaasschen Weg een Utrechtschen politie-agent had aan gereden. De agent had een teeken gegeven, dat hij linksaf wilde gaan, doch toen hij ach ter zich de auto hoorde, wendde hij het stuur weer snel naar rechts. De wagen reed echter zoo snel, dat een aanrijding niet meer te voor komen was. Het rijwiel werd door de auto gegrepen en de agent bekwam vrij ernstige verwondingen. Ruim 5 maanden had hij zijn functie niet kunnen waarnemen. Bij het vooronderzoek had de chauffeur zelf verklaard, dat hij op dien weg, waar het maxi mum 30 K.M. bedraagt, ruim 55 K.M. gereden had. Maar hij had het links-af-teeken van den agent niet gezien. Bovendien beweerde hij, dat de agent zijn bocht te kort genomen had. „Maar verkeer van rechts gaat altijd voor", zei de president. Er waren bovendien eenige ooggetuigen, die verklaringen aflegden over de veel te hooge snelheid, waarmede verd. had gereden. Dies eischte de Officier van Justitie een gevange nisstraf van 1 maand en intrekking van het rijbewijs voor den duur van één jaar. Voor de Utrechtsche Rechtbank verscheen een 43-jarige Rotterdammer. KenneUjk slecht had de man op zijn dochter gepast, want deze belandde in een Rijksopvoedingsgesticht te Zeist en zelfs was hij uit de voogdij ontzet. Thans moest hij verantwoording afleggen over het feit, dat hij zijn dochter uit het op voedingsgesticht had weggehaald zonder toe stemming van de daartoe bevoegden. Tot zijn verontschuldiging voerde de man aan, dat men in Zetten, waar zijn dochter eerst vertoefde, het meisje had beloofd, dat ze weg mocht als ze 3 maanden goed oppaste. Nu was ze naar Zeist overgeplaatst en, daar de drie maanden voorbij waren, stapte hij naar Zeist, om zijn dochter te halen. De directie wilde haar echter niet laten gaan en nu stond de vader terecht, daar hij zijn dochter toch maar had meegenomen. Rechercheurs hadden het meisje in Rotter dam willen halen, doch de man was zoo flink geweest, dat hij haar zelf had teruggebracht. Inmiddels was alles weer in orde, want de vader was in zijn voogdij nersteld en het meisje was weer thuis. De officier van Justitie vond het in ieder geval nog een schuldig feit en vroeg een boete van ƒ40 subs. 20 dagen hechtenis De gemeentepolitie te Bameveld heeft Dins dag aangehouden een verpleegde van het „Leger des Heils", als verdacht zich te hebben schuldig gemaakt aan aanranding van een meisje. De verdachte is gisteren gevankelijk naar Utrecht overgebracht, LONDEN, 13 December 1934. Indien uit Lord Hewart's uitbarsting bij de behandeling van het Wetsontwerp betreffende wijziging in de samenstelling van het Opperste Gerechtshof niets anders bleek dan dat er een conflict bestond tusschen eenige der hoogste magistraten, dan zouden zijn aantijgingen sen sationeel, maar daarom nog niet belangrijk ge weest zijn. Zij zijn belangrijk, omdat veel meer op het spel staat dan de positie van een labour-Lord Justice die, omdat hij labourman is, uitgesloten wordt van het presidium over zittingen vhn het Opperste Gerechtshof. Op het spel staat de volmaakte onafhanke lijkheid der Engelsche rechters. Twee jaar geleden protesteerden de rechters van het Hooggerechtshof tegen de verlaging hunner jaarwedden, omdat zij betwistten, dat de regeering het recht heeft rechterlijke sala rissen te verlagen. Zij hielden vol en hoogst waarschijnlijk te recht dat het onconstitu tioneel was wijziging aan te brengen in de fi- nancieele of moreele positie van een Enge.sch rechter. Van het oogenblik af, waarop deze be noemd is, dient hij volkomen onafhankelijk te zijn van hen, die hem benoemd hebben en van hun opvolgers. Die onafhankelijkheid kan alleen verzekerd worden door de onaantast baarheid hunner positie. Indien Lord Hewart's beweringen gegrond zijn en hieraan kan, wat de hoofdzaak aan gaat, niét getwijfeld worden dan. zijn de voorgestelde wetswijzigingen, en meer in het bijzonder de overwegingen die er aan ten grondslag liggen, eveneens een bedreiging van de onafhankelijkheid der Engelsche rechters. Wij moeten de twee clausules gescheiden hou den, waarvan de eene voorziet in de uitbrei ding van het aantal rechters in het Hoogge rechtshof, terwijl de andere beoogt de benoe ming van vi-cepresidenten van het Opperste Gerechtshof in handen te stellen van den Lord kanselier. (Tot nu toe presideerden de rechters volgens anciënniteit, dus zonder aanzien des persoons.) Of de uitbreiding van het aantal rechters al dan niet noodzakelijk is, zal wellicht gedurende de debatten in het Hoogerhuis blijken. Lord Hewart scheen het te betwijfelenhij wees er althans op, dat de achterstand sterk verminderd is, ofschoon het werk der rondgaande rechters omvangrijker geworden is. Maar bij de andere clausule is een beginsel gemoeid, dat onmiddellijk verband houdt met de onafhankelijkheid der rechters. Uit Lord He wart's mededeelingen blijkt, dat gepoogd is Lord Justice Slesser uit te sluiten van het vjor- zittende rechterschap. Uit dit op zichzelf on duldbare feit volgt niet, dat de betreffende clau sule In het wetsontwerp beoogt datgene, wat op het oogenblik nog onconstitutioneel is, in de toekomst te wettigen, ofschoon zij ongetwijfeld dit effect hebben zou. Maar de schijn, dat aeze bedoeling voorzit, is in elk geval zeer sterk. Maar ook indien ct geen verband bestaat tusschen deze bepaling en de behandeling welke Lord Justice Slesser ten deel gevallen is, kun nen ernstige bezwaren te berde gebracht wor den tegen de voorgestelde wijziging in de procedure. Zoo ernstig en van zoo principieelen aard zijn die bezwaren, dat aan de regeering geen andere weg openstaat dan de terugtocht. Zij zal moeten pogen een zoo eervol moge lijken terugtocht uit te voeren, maar het schijnt onvermijdelijk te zijn, dat zij het gewraakte voorstel intrekt. Er bestaat geen eenstemmigheid ten aanzien van de vraag wat noodig is om de volmaakte onafhankelijkheid der rechters te waarborgen, maar hierover zijn alle beoordeelaars het eens, dat elk voorstel dat ook maar den geringsten twijfel zou kunnen doen ontstaan met betrek king tot de onafhankelijkheid van de positie der rechters, reeds op grond hiervan ver werpelijk is. De benoeming van vice-presidenten door den Lord Kanselier lijkt, wanneer men haar be schouwt geheel los van de bejegening van Lord Justice Hesser, volkomen toelaatbaar. Men kan haar evenwel niet beschouwen onafhankelijk van de bestaande procedure, krachtens welke uitsluitend anciënniteit de keuze van vice- presidenten bepaalt. Vergeleken hierbij is de voorgestelde nieuwe methode een achteruit gang, daar de benoemingen afhankelijk wor den van de beslissing van den Lord Kanselier, inplaats van gelijk tot nu toe van de door anciënniteit bepaalde rangorde der rechters. De onafhankelijkheid van rechters wordt niet voldoende gewaarborgd door hun onafzet baarheid (anders dan bij rechterlijk vonnis). De allesbehalve onfeilbare en niet steeds be trouwbare, maar ongetwijfeld scherpzinnnige Lord Brougham, die vier jaren lang Lord Kanselier geweest is, schrijft in zijn „British Constitution", dat „rechters niet door de regee ring bevorderd moeten worden, noch in de rechterlijke macht, noch daarbuiten, noch door het ontvangen van eenige staatsgunst. De be vordering van jongere rechters in Engeland tot de plaats van voorzittende rechters is met het oog hierop zeer verwerpelijk. Ofschoon wij aan deze praktijk eenige voortreffelijke rechters te danken hebben, moet zij afgekeurd worden, daar zij ertoe strekken kan de reohters kruiperig te maken (tegenover de machten die hen aldus bevorderen kunnen) en hen er toe kunnen verleiden zich in politieke aangelegen heden te mengen". Lord Hewart had dit oordeel van Lord Brougham met succes kunnen citeeren, het strookt volkomen met het door hem ingeno men standpunt, ofschoon Brougham zeker al te ver ging toen hij rechters van elke verdere promotie door de regeering wilde uitsluiten. Des te toepasselijker zijn Brcugham's woor den op de bewuste clausule, omdat de Lord Kanselier niet alleen de hoogste magistraat, maar tevens een politicus en lid van het kabi net is. Trekt de regeering haar voorstel niet in, dan zal de zaak ook, zooal niet door het par lement dan toch door de openbare meening, in al haar aspecten onderzocht worden, en het publiek zal onvermijdelijk tot de conclusie komen dat hervorming der rechterlijke macht noodzakelijk is geworden. Het feit, dat hoog geplaatste rechters Lord Hewart, de Lord Chief Justice, Lord Sankey, de Lord Kanse lier, Lord Hanworth, de Master of the Rolls in het Hoogerhuis een geschil kunnen uitvech ten, moet op velen een zonderlingen indruk maken. „Rechters", schreef Brougham, „moeten on voorwaardelijk uitgesloten worden van ver tegenwoordigende lichamen, onverschillig of deze populair dan wel patricisch zijn" Lord Brougham schreef dit vijf en-zeventig jaren geleden, tegen het einde van zijn zeer lang en wisselvallig leven. Lang daarvooi had hij een belangrijke rol gespeeld bij het invoe ren van gerechtelijke hervormingen. Hij was ook op zijn ouden dag een verwoed radicaal, niet zoozeer uit overtuiging ais wel uit ijdel- heid. Het belette hem niet onaantastbare waar heden te verkondigen. Vele daarvan zijr. ook heden nog toepasselijk, en de regeering zak na den uitval van Lord Hewart wellicht ver standig doen wanneer zij er althans enkele van toepast. Voor menschen, die aan bacillo-phobie angst voor bacillen) lijden, hebben twee Fransche artsen een woonplaats ontdekt, welker klimaat wel is waar niet zeer aangenaam is, maar waartegenover staat, dat zij absoluut vrij van bacillen is. Het is de Sahara! Op verschillende expedities in Binnen-Afrika hebben zij ge constateerd, dat deze woestijn de eenige plaats op aarde is, waar in een kubieke meter lucht geen enkele bacil is te vinden. Zij overtreft dus de hoogste bergpunten en de zee, die wel een zeer laag bacillen-gehalte hebben, maar met de Sahara in dit opzicht niet kunnen wed ijveren. („De dokter in huis"). Reuter seint uit Munchen: Krachtens beschikking der autoriteiten in Beieren zal van 1 Januari 1935 af elke maand voor de radio een lezing worden gehouden over „het schilderij van de maand" teneinde de menschen ontvankelijk te maken voor de werken der moderne Duitsche kunstschilders. Het schilderij zal op zulk een heldere en een voudige wijze besproken worden, dat in eiken burger re in hem sluimerende liefde voor de schilderkunst wordt opgewekt. Tevens zullen duizenden reproducties van het besproken schilderstuk in Beieren worden ver- spreid. Advies van Tokio's nieuwen ambassadeur, generaal Hewlyappo. TOKIO, 19 December. (V.D.) Generaal Hewlyappo, de nieuwe Japansche ambassadeur in Mandsjoekoeo en commandant van het Kwantoen-leger is hedenmorgen uit Tokio vertrokken om zijn nieuwen post te betrekken. Voor zijn vertrek verleende hij de pers een interview, waarin hij ten sterkste waarschuwt tegen eiken stap, welke erop berekend zou zijn een compromis te vormen tusschen e souvereiniteit van Mandsjoekoeo en het ginsel van de open deur-politiek. Japan diende ten aanzien van Man sjo elk gevoel van superioriteit te laten var in plaats daarvan zorgvuldig de onafhanke lijke souvereiniteit van Mandsjoekoeo te waar- b0Dee,Japanners moesten ook afzien van het vormen van exclusieve acties m Mandsjoe koeo, doch tot nauwe en hartelijke economi sche samenwerking met Mandsjoekoeo zien te komen. LONDEN, 18 December (V.D.). Het hooger huis heeft zonder stemming de regeeringsrtso- lutie aangenomen, waarbij de aanbevelingen der gemengde interparlementaire commissie inzake de Indische grondwetswijziging wordt goedge keurd. Een wijzigingsvoorstel van lord Salesbury, ingediend als amendement op de regeeringsre- solutie, werd verworpen met 239 tegen 62 stem men, (Van onzen correspondent.) Berlijn, 15 December 1934. De glorie van de wereld gaat voorbij. Dat weten we allemaal reeds. De glorie van den hemel gaat tot op zekere hoogte echter ook wel eens voorbij en hun, die dat niet gelooven willen, zij snel op den Duitschen Michel ge wezen- In de karikatuur worden onze buren vaak als echte hulpelooze stumperds afgebeeld, als domme boeren met een slaapmuts op hun hoofd en in dezen vorm zijn zij gangbaar on der het etiket van- „Michel". Maar deze Michel is in wezen toch niemand en niets anders dan de groote hemeling, de aartsengel Michael, de strijdbare dienaar Gods, die Satan en zijn ge volg versloeg en op de vlucht joeg. Toen de eerste missionarissen Germanje bin nendrongen om er de Blijde Boodschap te ver kondigen, waren zij verstandig genoeg zich aan den smaak der bevolking aan. te passen. Deze bevolking nu was zeer martiaal en wel verre van deze tendenz met geweld te onder drukken trachtten zij haar te louteren door haar in het' teeken van St Michael te plaatsen. Dit pogen slaagde voor honderd procent. De aartsengel Michael werd zeer populair in het tegenwoordige Duitschland. Men vereerde in hem den groeten en dapperen veldheer en men beeldde hem met voorliefde uit, gehuld in een schitterend harnas en met een reusach tig zwaard in de hand. Wanneer de aartsengel zijn intrede in Germania deed, is niet met ze kerheid bekend, maar van de vier Michaels- kerken, die Keulen telde, werd de eerste reeds in 310 opgericht en wel op de plaats van een voormali gen Marstempel- Men kan dus wel beweren, dat St. Michael schier tegelijk met het Christendom bezit van Germaansche gou wen nam. Bonifatius, de groote Apostel van Duitsch land, die veel later op het tooneel verscheen, moedigde de devotie voor St. Michael op alle wijzen aan. Wanneer hij een nieuwe kerk op richtte en deze niet aan St. Petrus wijdde, dan stelde hij haar zeker onder de bescherming van den Vorst der Engelen. Aan het hof van Karei den Groote werd St. Michael vlijtig vereerd en veel bezongen en later versoheen zijn beeltenis op de krijgs banieren, die den stormenden troepen in den slag vooruit wervelden. De Rijksvaan droeg ten slotte zelfs het portret van den hemelschen oorlogsheld en de krijgszangen dier dagen da verden van zijn naam. O, onoverwinnelijke, sterke Held, hertog Michael! Voer het Duitsche leger aan, hertog Michael! Gij, onze aanvoerder in den strijd. Bescherm het Christendom. Zoo werd er door de Duitsche krijgslieden gezongen, duizend jaar geleden, toen Hendrik de Vogèlaar op 15 Maart 933 de Hongaren aan viel en him opdringende massa bij de Unstrutt overwon. Maar nu, nu zien wc dienzelfden zegevieren den held als een armen, slokker afgebeeld. In plaats van het zwaard en de wapperende ba nier is de slaapmuts gekomen en stakkerigheid heeft de plaats van den stralenden krijgsroem ingenomen. Aldus ging hier dus ook de glorie des hemels voorbij, maar daarmede is de vraag nog niet beantwoord, waar deze dekadentie aan te wijten is. En nu klinkt het misschien paradoxaal, maar St. Michael is door al te groote vereering van zijn getrouwen ten slotte in den put geraakt. Deze vereering was n.l. zóó groot, dat er in den loop der jaren St. Michaels-broederschap- pen ontstonden, welker doel het was pelgri- maadjes te ondernemen naar alle steden in Europa, waar zich een St. Michaelskerk bevond. Op het stuk van organisatie waren de Duit- sehers in die ver achter ons liggende jaren echter nog niet zoo goed ontwikkeld als zij het sedert dien geworden zijn en de pelgrimstoch ten ontaardden al spoedig in een vreeselijke janboel. Vrouwen en kinderen marcheerden mee, landloopers, avonturiers arbeidschuwen enz. Slecht verpleegd en slecht aangevoerd ondernamen deze benden reizen, welke men voor die dagen wel fantastisch noemen kan- Zij bezochten niet alleen alle St. Michaelsker- ken in Duitschland, maar zij drongen tot nu nog beroemde Mont St. Michel in ^ran,'ruC( door en zij schrikten er zelfs niet vo°r. den koers naar den Monte Gargano ir).£ der te zetten, dat toen vrijwel aan het ei wereld lag. dergelijke rei- Het spreekt vanzelf, dat bij i meest lietm zen de ongure elementen zich h gelden en het duurde ook met Mkhaels_ zag de komst van een gezels^ Qe broeders met schrik en be Fransdien Jten _l.n hel «oorf m duiden er een vagabond rnee aan. De Spanjaar den, die altijd iets g^e"d®erds °7er 21 ch had den, noemden een struikroover kort en goed een „miquelito". Arme st. Michaei, nij, qe trouwste paladijn Gods, zag zij0 naam °P deze aarde nog slechts met het bandietendom in verband gebracht. En dat, wijl zijn Sjouwen hem wat al te ijverig vereerden. In Duitschland zelf begon men langzamer- hand ook den spot met de St. Michaelsbroe- ders te drijven en daarmede was het lot van hun patroon spoedig bezegeld. In de dagen der Renaissance dweepte men met Grieken en Ro meinen en trok men zijn neus minachtend voor eigen land en luiden op. St. Michael, die toch al in verzakking was geraakt, werd nu vereen zelvigd met de domooren en de achterlijke stumperds, die van de klassieken geen goed begrip hadden en hun eigen taal boven die van do Oudheid prefereerden. Eenvoudigheid van zeden, liefde voor het eigen wezen, voor het eigen land, afkeer van de mode der dagen en haar gekunsteldheid, het kwam altemaal op rekening van Michael en een „echter teut- scher Michel" was reeds tegen het einde der zestiende eeuw in Duitschland zelf, synoniem geworden met een halven idioot. Inmiddels duurde het nog tot de opkomst van de satirische blaadjes vóór Michel univer seel vereenzelvigd werd met „den dommen Duitscher". Eerst na de Napoleontische dagen zien we de beeltenis van Michel verschijnen, zooals we haar nu allen kennen. Met een slaap muts op. waar vroeger een stralende helm te zien was en met een mestvork in stéde van een zwaard of een banier. Maar hoezeer deze voorstelling van zaken ook ingeburgerd moge zijn waarbij overi gens zelden of nimmer aan den aaitsengel ge dacht wordt zoo leefde de herinnering aan dezen, als bijzonderen patroon en bescherm heilige van Duitschland, soms overwacht toch weer op. Toen de Südeten-Duitschers zich in dertijd tegen de opdringende Slaven wilden weren, richtten zij op de bedreigde taalgrens een standbeeld van St. Michael op met het on derschrift „Wenn uns der böse Feind umringt und uns Versuchung droht, so steh uns bei, o Himmelfürst, und rett uns aus der Not." De eerste labour-gouvereur. (Van onzen correspondent.) Sir James O" Grady, de gouverneur oer Falkland-eilanden, en een vroegere gouverneur van Tasmania, is op 68-jarigen leeftijd in een Londensehe kliniek gestorven. Sir James was de zoon van een Ierschen dok werker te Bristol. Hij zelf was meubelmaker van beroep, en een buitengewoon bekwaam meubelmaker, die vooral uitmuntte in de kunst antiek werk te imiteeren. In de vakbeweging trad hij reeds spoedig op den voorgrond; in 1898 was hij voorzitter van het te Bristol gehouden vakvereenigingscongres. Bij de algemeene verkiezingen van 1906, ver volgens bij die van 1910, vaardigde Leeds hem af naar het Lagerhuis. Hij was een dier Engelsche labours, die ge durende den oorlog de zaak van hun eigen land trouw bleven. Met kol. Lynch voerde hij een recruteeringscampagne in Ierland. In het voorjaar van 1917 zond de regeering hem op een officieel bezoek naar Petrograd, en in 1919 voerde hij te Kopenhagen besprekingen met den heer Litwinoff over de uitwisseling van militaire en burgerlijke gevangenen. Zijn houding gedurende heel den oorlog was te loyaal geweest dan dat hij veel kans had op genomen te worden in Mr. MacDonald's eerste kabinet. Het was een teleurstelling voor hem dat hij buiten de labour-regeering bleef Het was een nieuwe teleurstelling voor hem, dat hij, bij het herstel der diplomatieke betrekkingen met Rusland, niet tot ambassadeur te Moskou benoemd werd. Maar hij was getuige geweest van de Russische revolutie, en er minder geest driftig voor gestemd dan de leider van het eerste Labour-kabinet. Hij moest zich tevreden stellen met den post van gouverneur van Tasmania. Hij nam de be noeming met tegenzin aan, want zijn echtge noote, die sinds 1910 aan een slepende ziekte leed, kon niet met hem gaan. Zij was het, die hem ten sldtte Overreedde den post te aanvaar den. Zoo was hij de eerste labour-man, die gou verneur word, en te oordeelen naar de popula riteit, die hij daarginds genoot, was hij een voortreffelijk gouverneur. In April 1931 keerde hij voor een maand naar Engel-and terug; hij vertrok vervolgens om een nieuw gouverneurschap, dat van de Falk land-eilanden te bekleeden. Onder zijn bagage bevond zich een krat boks- handsehoenen. Boksen was zijn lievelingssport, en hij hoopte de belangstelling der eilandbewo ners voor deze ontspanning op te wekken. Het vorige jaar liep hij een bloedvergiftiging op. Hij reisde 7000 mijlen om zich te Londen aai) een bijzondere behandeling te onderwerpen. Toen hij meende zoo goed als genezen te zijn, wilde hij terugkeeren naar zijn post, want hij had de inlanders, die zijn steun noodig hadden, hartelijk Kefgekregen. Maar twee specialisten brachtén één rapport óver zljh gezohahews- toestand uit, dat hem dwong om verlenging van zijn ziekteverlof te vragen. In Juni diende hij zijn orttslag in, dat met 1 Januari zou zijn ingegaan, i Zijn echtgenoote ging hem in 1929 in den dood vooraf. Uit het huwelijk waren drie zoons en zeven dochters geboren. Weinig mannen zijn zoo populair, in den goe den zin van het woord, geweest als „Jim" O' Grady. Vooral diegenen, die in de politiek tegenover hem stonden, hebben zijn mooie ka raktereigenschappen op prijs gesteld. Hij was een goed labour-man en tevens een goed patriot. Hat was mr. J. H, Thomas, de minister van koloniën in het eerste labourkabinet, die hem persoonlijk het gouverneurschap van Tas mania aanb°od- In overeenstemming met de gewoonte", zeide mr. Thomas, „zal u het Commandeurskruis in tje orde van St. Michael en St. George aan geboden worden, en als goed labour-man zult gij het nattmrlijk weigeren". „Ik denk er niet aan", zei Jim O'Grady. „Als Zijne Majesteit zoo vriendelijk is mij te eeren, zal het voor mij een grooter eer zijn te accep. teerén". „Maar dénk aan de partij, Jim", zeide mr. Thomas. „Laat de partij naar de maan loopen", ant woordde O'Grady. En hij ging naar Buckinghampalace om ge ridderd te worden. Toen de ontvankelijke Celt den ridderslag ontvangen had, was hij zoozeer door ontroering overmand dat hij geen woorden vinden kon. Eindelijk stamelde hij: „Ik weet niet, Majes teit, wat ik zeggen moet'. De koning legde zijn arm op den schouder van den nieuwen ridder. „Zeg niets, sir James", adviseerde hij. „Laat ons wat praten over het maken van kabinetten —niet mijn manier, maar de uwe." De woordspeling van den koning is in het Hollandsch wat gedwongen. Het Engelsch voor „kastenmaker" is „cabinetmaker". „Some and talk to me about cabinet-making —not my kind, but yours", was hetgeen de koning zeide. EDMONTON (Alberta), 19 December (R.O.) Toen een boer in het Redwater-district een emmer water ging putten, hooide hij tot zijn verbazing uit den put het g^id van muziek komen. Geruimen tijd begreep de boer met vanwaar dit geluid kwam. doch tenslotte dacht hij er aan dat de aardleiding van zijn radiotoestel aan den put was bevestigd. Thans verzanwlen zijn buren zich eiken dag rondom den muzikalen put om naai mo-tepraat- jes schoonheidswenken en symphonie-concer- ten te luisteren. --V ANKARA, 18 December (V.D.). De bewoners van Ankara werden in den afgeloopen nacht min of meer wreea uit hun slaap gerukt at,or een proefmobilisatie van de achtste Turksche divisie. Verschillende groote huizen werden in beslag genomen en radiotoestellen verzegeld. Ook de reservisten uit Ankara en de omliggende dorpen namen aan deze oefeningen deel. Tegen den middag zijn alle maatregelen weer opgeheven. Te Kaisseri heeft kort geleden een dergelijk» oefening plaats gehad.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2